59"° Jaargang !>ao. 11968. Zondag 31 December 1905 en Maandag 1 Januari 1906 Tweede Blad. De -Vischschepenkwestie, Haar Kerstgeschenk. Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en V 1 a a r d i n g e n fl. 1,25. Franco per post tl. 1.G5. Prijs per week Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau i Boferstrnat 68. Prijs der Advertentiën: Van 46 regels fl. 0.Ö2iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bjj abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier» van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleines adveetentiSn opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan liet Bureau te voldoen. Intero. Tclefooa Ho. 188. Een zeer belangrijke kwestie is in den Raad ontstaan, over het, niet. toelaten van vischschepen in ouzo haven, met bestem ming om liier te komen overwinteren. Wij hébben reeds in ons overzicht van de Raadszitting, waarin deze kwestie is ont staan, uiteengezet, wat daartoe heeft aan leiding gegeven: Een schip van een Scheveningschen reeder kwam hier in de haven, zonder verlof, en de schipper weigerde aan de hevelen van den havenmeester te gehoorzamen. Waar de verordening noch aan don havenmeester, noch aan den commissaris van politie het, recht gaf tot gehoorzaamheid te dwingen, werd een wijziging in de verordening voor gesteld, zoodat' de meerderheid van den Raad met het oog vooral op dit feit, -dat als dringend motief voor de wijziging had gegolden aan den havenmeester machtiging verleende, dit schip en anderen uit de haven te verwijderen of verwijderd te houden, wanneer dit in hot. belang der gemeente of der scheepvaart, en met' hel. oog op orde, zedelijkheid en veiligheid noo- dig zou blijken. Door don Scheveningschen reeder werd een klacht tegen den havenmeester inge diend, en spoedig had de meening, dat de havenmeester die schepen willekeurig weer de niettegenstaande or voldoende ruimte 'in de haven beschikbaar was, haar weg gevonden. Deze geschiedenis- gaf den heer van Westendorp aanleiding, een interpella tie te richten tot het Dagelijkschbcstuur, waarbij bij de vraag stelde: Is bel. waar, dat aan visschersschepen ligplaats in onze ha vens geweigerd wordt, ofschoon er vol doende ruimte in onW havens beschikbaar •is? Spr..had cenige monsclien uit deze ge meente hij zich gehad, die betoogden, dal zij aan die overwinterende schepen wat ■verdienden. Door den havenmeester was in tegenstel ling daarvan beweerd, dat Schicdamschc ingezetenenal bijzonder weinig van die schepen voordeel hadden. Hoewel deze overwegingen feitelijk ge heel slaan buiten de eigenlijke kwestie, „de weigering van beschikbare plaatsen", heb ben ze toch aanleiding gegeven tot heel wat discussie. En niet geheel ten onrechte. Immers, do directe of indirecte voordoo ien die dó Gemeente uit iets trekt, kunnen aanleiding zijn, dal daarvoor onkosten wor den gemaakt, of risico wordt gcloopen. Waar cahier hier die voordooien vrijwel problematiek: zijn, dunkt, hel ons verkeerd, niet alleen onkosten te maken, wauL dat is in dit geval niet noodig, maar ook risico te loopen, en dit zou wel degelijk het geval kunnen zijn. Wij zullen straks gelegenheid hebben daarop terug te komen. Om te. bewijzen dat hier volstrekt, geen voordeden van de overwinterende schepen ie behalen zijn, gaat natuurlijk niet aan; liet zal zeer .zeker wel eens voorkomen, dat iemand daarvan iels profiteert, me ar van eenig belang zal dat zeer zeker -.iet. zijn. Immers, de schepen die bier moeten over winteren, worden naar hun ligplaats ge bracht, de bemanning verlaakt onmiddellijk weer naar Schevcningcn en in hot voor jaar komen zo eerst.terug om de schepen weer te lialcn, die dan elders voor de vis- scherij weer worden klaar gemaakt.. Wij hebben reeds vroeger uitvoeriger daar over een en ander meegedeeld. Wal; de voordooien zijn die de gemeente trekt uil, het havengeld dier visscherssche pen, blijkt, het. best. uit een vergelijking van hel. havengeld bier met. dat. te Vlaardingen, Maassluis en Scheveningen. S c h i e d a m Hier wordt voor een visehsehip dat op de haven komt betaaldper reis 2 cent per M3, met hel. recht om hier te blijven liggen van 10 October tot. 30 Juni. Bij abonnement, voor een geheel jaar wordt 10 et. per M3. betaald. Voor een bom van 140 M8. is dit dus: om te overwinteren f2.80, om een heel jaar te varen f 1.4. Het nieuwe tarief, dat echter nog geen goedkeuring heeft, en dus nog niet. van kracht is, luidt: 4 cent per M3. per reis of voor elke 20 dagen vertoevenbij ■aarabonnement 20 cent per M8. V1 a a r dingen: Geen jaarabonnementen; per reis 5cent. per M3; voor overwintering cent per M3. voor elke maand die liet schip daar ver toeft. Maassluis. Bij jaarabonnement 30 cent per M3. ;per reis 5 cent por M3.; voor overwin tering 2 per maand. Scheveningen: Bij jaarabonnement 70 cent per M3. ;per reis 20 cent per M3., na etkc 14 dagen vertoeven opnieuw betalen. Voorts vcr- p 1 i. c h Lend c e n m a 11 a a n b oord. Vlaardingen en Maassluis zijn dus bij de berekening por reis naar bet nieuwe S c h ied amsche tariei', nog 2,5 °/o lioo- gcr, en Scheveningen 500 n/o. Bij abonne ment. is dit in Maasluis 50 0/0 en in Scheveningen 350 0/0 liooger. Voor de beschuldiging door een ander raadslid uitgesproken tegen den havenmees ter, zijn deze voordeden, zooals wij reeds zeiden, van ondergeschikte beteekenis. Die beschuldiging toch hield in, dat de haven meester er op uitzouzijn,devisschersche- peti te weren en daarom onder het voorwend sel dat. er geen ruimte ineer beschikbaar is in de havens, de Scheveningsche schepen weigert ben een plaats ter overwintering aan te wijzen. Dat raadslid heeft dit niet bij wijze van vermoedens aangeduid, opdat daarnaar Luellen Frayne pakte bol, tijdschrift uil, terwijl ze er aan dacht, boe haastig baar man, die den vorigen,dag .begraven was; het zou gedaan hebben, boe koortsachtig gejaagd zijn magere vingers langs de in houdsopgave zouden zijn gegleden. Zij had zijn dood kaliii opgenomen, hoezeer ze hem ook had liefgehadde vier jaren zijner ziekte met de herhaalde verontrustende bloedspuwingen, hadden zijn heengaan doen ■gelijken op een telkens opnieuw verteld ver haal. Maar toch, nu zij het papier-in de mand gooide, was hot haar, alsof zij de teleurstelling op zijn gelaal. las, wanneer hij zijn naam niet gevonden bad en zij moest, het even uitsnikken. Zij keek langs de met sneeuw bedekte heesters van haar tentje naar 'de dorpsstraat. „Daar gaat Maniie Dort," dacht zij, maar Mamie Dorts worstelen tegen den wind, gaf haar geen afleiding. Zij dacht er over, hoe vreemd het was, dat het tijdschrift, dal. hem vier jaar .geleden al voor zijn. vertelling had betaald, 'die '-nooit-had geplaatst. Ja, dat was vreemd, maar nog veel vreemder was het, dat zij,' die Henry Frayne had liefge had vanaf den tijd, dat. zij samen school kinderen waren, daarover telkens weer een soort van verlichting had gevoeld, hoezeer de teleurstelling op zijn gelaat haar ook pijn.deed. Zijn verhalen, waarvan sommige een onderzoek zou kunnen worden ingesteld, maar in do meest krasse bewoordingen, en op voor dezen spreker zeldzaam heiligen toon, heeft hij deze beschuldiging in de openbare raadszitting uitgesproken. Hel. scheen dus we), dat dit bedachtzame raadslid volkomen op de hoogte, was. Toch hebben wij in het belang van deze publieke: zaak gemeend, een onderzoek onzerzijds in le stellen, opdat of de juistheid óf de on juistheid dezer beschuldiging voor ons zou blijken. Wat ons bij dit onderzoek is gebleken, wijst op volkomen onjuistheid der beschul diging. Wij doelen tor molivcering hiervan hot volgende mede: Van Schiedam uit varen het volgend aan tal schepen in abonnement: 5 loggers van de reedorij ,,üc Schie"; 11 loggers van don reeder A. van der Toorn; 8 loggers van den reeder .Tnc. den Duik; terwijl er bovendien, van hier geregeld va ren 2 loggers van den reeder Jnc. den Duik die niet geabonneerd zijn. Alzoo tesamen. 2G loggers. Die loggers hebben daardoor het, recht op een ligplaats in onze havens, gedurende den winter. Wanneer men nu nog weet, dat er voor de werf van de firma Gebr. van der Meer 7 loggers en l bom liggen .cn nog 1 logger verwacht, werd, dan zijn dal. reeds dadelijk 35 schepen, die hier den. winter zullen door brengen. Voor een deel hebben die schepen reeds ligplaats gekregen. Blijft, dus de waag of er nog andere ligplaatsen beschikbaar zijn. Over bet. algemeen zullen slechts lig plaatsen voor overwinterende vischschepen kunnen worden aangewezen voor woonhui zen, omdat de plaatsen voor fabrieken en pakhuizen moeten beschikbaar blijven vooi- bot lossen en. laden van schepen in en uil. die fabrieken en pakhuizen; bovendien moet rekening gehouden worden niet. de noodzakelijkheid dal. spoelingschouwen da gelijks voor de branderijen moeten kunnen komen. Hieromtrent is bovendien ecu zeer besliste order door B. en W. aan den ha venmeester gegeven, die reeds sedert. 1903 van kracht is. De reden, die natuurlijk nog geldt, is do volgende: Een logger kan gewoonlijk slechte in de haven varen hij ccnigszins lioogen water stand; bij laag water en zoolang de Ooste- wind heerseht., is de diepgang dier schepen te groot, zoodat ze dan zoodanig aan den grond geraken, dat ze onmogelijk te verha len zijn. Dit is niet op een veronderstelling ge baseerd, maar het. feil heeft zicli voorge daan, toen, niettegenstaande de waarschu wing van den havenmeester, een logger ligplaats kreeg voor de Bakkerstraat; de- heer lloozing had daartoe de vergunning ge geven cn toen heeft de havenmeester zich daarbij neergelegd. "Wij zullen deze lijdens geschiedenis thans niet vorder bespreken, doch door deze oorzaak wordt, het aantal opgenomen waren in dagbladen en vijfde- rangs. tijdschriften, waren een ware beproe ving voor haar geweest, zoo opgeschroefd overgevoelig, zoo omvaar-als zij zo vond. Zij had ze- altijd beschouwd als even vreemd aan Henry's ware natuur als de buien van dronkenschap van Thomas Hutt, Mn buur man, het aan juffrouw Hutt schenen. „Dat is Tom niet," zei juf bouw Hutt dikwijls. „Tom is de beste,' oppassendste man, die er bestaat in die buien is hij zichzelf niet." Èvenzoo dacht mevrouw Frayne over Ilenry, maar daar zij -stil- van aard was, zei zij alleen totzichzelf„Dat is Henry niet al die ziekelijkheid, Henry heeft een opgewekte natuur." Zij had nooit veel van de verhalen ge zegd, maar toen de belangrijke gebeurte nis in het leven van Ilenry Frayne de aanneming door een goed tijdschrift van een zijner vertellingen plaats had, was zijn vrouw daarvan geschrikt. Hoe zou zij het kunnen verdragen die nonsens, die niet werkelijk Ilenry was, in een goed tijdschrift gedrukt te zien? Deze vraag kwam zelfs nu hij haar op. Zij had altijd gevreesd, dat hij iets zou schrijven over den 'dood van een kindje. Eens had hij een verhaaltje geplaatst, waar in ccn man en vrouw er over praatten, wat. zij wel zouden voelen als ze hunkind moesten missen. Ha het lezen van die ge schiedenis sprak Luellen Frayne de eenige harde woorden, die!" zij ooit haar man had aan te wijzen ligplaatsen reeds zeer be perkt. Er is echter meert Aan liet eind der Nieuwe Haven kunnen geen schepen worden neergelegd, omdat daar hel. water door de spuurig in de Korte Haven verbazend trekt, zoodat een schip, dat. daar zonder eenig opzicht voor Sa 9 maanden wordt, neergelegd, zeer veel kans loopt, losgerukt te worden en voor despui- opening te geraken, waar het natuurlijk ge vaar loopt schade te maken en te krijgen. Voor die schade zou de gemeen te a a n s p r a k e 1 ij k z ij n. Aan de noordzijde van het z.g. kippen- brnggeljo kan evenmin een logger worden neergelegd, omdat, de schepen, dfe daar passecren, een sterke bocht, moeten ma ken cn die voor lange aakschepen dan vrij wel onmogelijk zon worden. Bovendien moet. de gelegenheid voor lossen en laden voor de branderij van den heer Tak worden open gehouden. Nabij de Oranjebrug liggen voorts groote houtvlotten, die daar alle beschikbare ruimte in beslag nemen. Die vlotten behoo- ren aan Schieilamsche firma's, en van de houtindustrie is dit. jaar moer havengeld ontvangen dan van alle vischschepen lesa- nien. Er is dras geen enkel motief, waar om die vlotten zouden moeten plaats ma ken voor die vischschepen. YoorLs moet. voor binnenschepen, die hier in don winter goederen aanbrengen, gelegen heid blijven om bier den winter door te brengen, wanneer de vaart, voor deze sche pen gestremd wordt. Zij hebben liet recht om tot 30 April hier te blijven liggen. Wat. nu de bommen betreft, deze kunnen niet in havens opgelegd worden, waar het water zat worden opengebroken. Immers, men kan met vrij groote zekerheid voor spellen, dat ernstige schade aan die bom men zal worden veroorzaakt bij het ijsbre- ken, omdat de vorm dier sche pen het langs glijden van het gebroken ijs niet bevordert en die schepen maar zeer licht gebouwd zijn. Ook deze schade zou duo r d e gemeente moeten vergoed wor den. Dat ook dit. geen denkbeeldig bezwaar is, kan worden aangetoond uit liet feit., dat. een hom door liet ijs in de z.g. bonx- menliaven, is lekgeslooten en gezonken, zelfs zonder dat het ijs. door een ijsbrekcr mol. kracht daartegen aangeduwd werd;en kel door drijvend ijs werd. deze schade ver oorzaakt. Dat dit niet. alléén bier in aanmerking genomen wordt, kan men in alle plaatsen waar bommen overwin teren, zien. In geen enkele gemeente krijgen die bommen lig plaats, waar de scheepvaart gedurende den winter zoo lang mogelijk wordt volgehouden Wij zouden dit. stuk nog kunnen iiitbrci den met een opsomming van lasten on on aangenaamheden, die particulieren zoowel als ambtenaren van de aanwezigheid van visschersschepen het gelreclc jaar door 011 dervinden, tengevolge van liet bijna, abso toegevoegd: „Wat was hot dwaas van mij," zei zij „dat. ik het altijd zoo betreurde, dat wij geen kinderen hebben wij zou den ons anders misschien everx'"bcspotto- lijk hebben aangesteld als die menschen." Zij dacht aan die woorden, terwijl zij daar zoo alleen zat. Hoe had zij ze kunnen uit spreken? De oude, oude klacht Van be roofden werd nu ook door haar-geuit: „Had ik je maar terug, was je nog maar eens hier!" En tocli huiverde zij zelfs nu, toen zij het tijdschrift opnam. Als het verhaal nu cans geplaatst was. Als de menschen erin al die dwaze dingen zeiden, waarboven Henry, haar Henry, verre verheven was. Zij fluisterde weer haar gewone: „Henry was zoo goed, hij was zoo goed. Van tijd tot tijd 'dergelijke verhaaltjes uitgeven is niet zoo erg als bij tijden te veel te drin ken." Zij opende nu het tijdschrift, maar bedacht zich, dat het verhaal niet geplaatst kon zijn, omdat ze er anders eerst druk- proeven van zou hebben ontvangen. Dit was een troost. Het stond er dus niet in. Tocli keek ze even en liet het tijdschrift uit de handen vallen. „Darius en zijn Doch ter,, door Henry Frayne". Daar stonden de woorden en' ze voelde nu geen vrees meer, alleen liefde. „Henry, Henry," sprak ze hardop, „het is hier! Je verhaal is hierl" „Riep u binnen? Ik hoorde het niet heel goed. Wat waait het-' Haar huur vrouw Hult, kwam de kamer in. „Wat een Kerstavond I Echt oudenvetscli weer, zooals we 't in ver scheidene jaren niet gehad hebben." Mevrouw Frayne stond op, om haar. be zoekster een stoel te geven, en liet daarbij hot tijdschrift bijna vallen. Jui'fx-ouw J-Iutt raapte het nog "tijdig op. „Daar kwam ik voor," sprak ze met een zachten. klank in haar stem, die anders vrij ruw was. „Ik moest het eyen tegen 11 zeg gen. Koen, ik zal niet gaan zitten. Ik kom er maar even over praten. Ofschoon u het tijdschrift nog ingepakt vond, had ik hot ingezien dien nacht, toen ik koffie zotte voor de wakers ik keek het in 0111 den tijd te verdrijven. Maar ik vergat de kof fie. Dit moest ik zeggen, dat er een licht voor mij door opging omtrent Henry Frayne Ik was bedroefd, omdat hij dood was, maar vooral omdat hij de man was van de beste buurvrouw, die ik ooit gehad hel en ook een beetje, omdat hij altijd vricn dclijk voor mij was. Maar 0, mevrouw Frayne, toen ik dat verhaal las, was ik bedroefd, omdat h ij dood was, bedroefd omdat Henry Frayne was heengegaan. Neen, u heeft natuurlijk liever verder nog geen ge zelschap ik wil niet gaan zitten. Dag me vrouw, ik wcnsch u een gelukkig neen, dat meen ilc niet, een dragelijk Kerstfeest." Toen de bezoekster weg was, liet me vrouw 'Frayne zich herend in haar stoel achterover vallen. Zij was een vrouw van eenige ontwikkeling, daar haar vader lxaai- naar een 'school in de naburige stad had gezonden, waar zij tegelijk met Henry Fray ne „ontleding" en dergelijke dingen had geleerd, waarvan juffrouw Jlult niets wis lute gemis aan welwillende medewerking dezer'zeelieden. Doch waar deze industrie hier aan enkelen voordeden kan aanbren gen, moet. men bereid zijn, de lasten cn onaangenaamheden, die daarbij schijnen te beboeren, eenvoudig op den koop toe to nemen. Van overwinterende schepen is echter het voordeel zóó gering, en het belang der ge meente volstrekt daarbij niet, betrokken, zoo dat het ons inziens een dwaasheid zou zijn, ernstige risico daarvoor op de gemeente te leggen. Waar nu de eenige plaats, die mcl ge ringe risico voor dc gemeente voor de bom men aan te wijzen zou zijn, de z.g.n. bom- nienhavon, dit jaar daarvoor niet, kan wor den beschikbaar gesteld, omdat deze liaven gebruikt moot worden voor den aanvoer van zand ten behoeve van de opspuiting van het terrein achter dc Groenelaan, zal ccn ieder nu wel lol. de conclusie komen, dat er werkelijk geen plaats meer beschikbaar is in cenige Schiedainscho liaven, voor het opleggen van visschersschepen gedurende dezen winter. Zooals wij reeds vroeger zeiden, is dus de 'beschuldiging tegen don Havenmeester ongegrond. Dat door die krasse beschuldiging tegen het hoofd van den havendienst, liet, gezag in do haven niet zal worden versterkt,ligt voor de hand. De havenmeester is verantwoordelijk voor alles wal. de havendienst betreft, een raads lid niet. Wil dus dc Raad meegaan met den wensch om meer schepen toe te la ten dan 'de havenmeester op zijn verant woording durft nemen, dan zal ook alles wat daaruit, voortvloeit, ten volle drukken op de Raadsleden, die onmogelijk zóó goed deze zaak kunnen beoordeelen als een man die zijn geheelc leven bij de scheepvaart heeft doorgebracht. 'Men zal dus zeer positief de zekerheid moeten liebhcn, dat de havenmeester in strijd met zijn plichten handelt 0111 last te geven tot wat hij, in overeenstemming met hot Dagelijksch Bestuur, als strijdig melde belangen der gemeente acht. öemengii Nieawti liet vermiste meisje, Dozo week hébben, we, schrijft, de „Zwo-l- scihe -Courant", eens een bezoek: gebraakt aan .liet bewuste Naatje VooRt-man het op dó iMono'p door mej. C. VV. B. F. zoo Verwaarloosde mtoisje. Zij: bevindt zich, titans redelijk wei, ofschoon haar voorkomen nog véél' to wcnschen overlaat. Biji dén.eer sten oogopslag' lijkt zo op een oud! verwaar loosd verfomfaaid! nvoedefrtjo. terwijl, liaan- loopen en li-aar -houding nog teek enen, ge ven van -hd> geleden© leed. Zijl gevoelt nérgens pijn, wat ze trouwens ook nooit heeft gehad. Zijl is goed gezond1 en zo dadhfc nu, voldoende kracht te bezitten, waarneer zo d'aarto© geroepen, wend, naar Zutfen te kunnen, reizen. Op de vraag of zij; wan neer alles cons was afgoloopcu bij, cfe j-uf- maar zij had altijd hol. meest gevoeld voor wat zij noemde „gezond versland", en dat bezat juffrouw Hutt. „Als zij het. mooi vond, kon het niet dwaas zijn!" Zij nam het hoek weer op. Daarbij overviel haar weer dc twijfel. Boeken, waren zoo iets heel anders dan hot werkelijke levenzij vreesde 1111, dat hel. gezond verstand van haar buurvrouw, waarop men in het. da gelijksch leven zoo vast Icon vertrouwen door overgevoeligheid, tol. zwijgen werd gebracht, als er sprake was van verdichte geschiedenissen. Zij bedacht met. schrik, dal een uitstekend man van zaken uit het dorp een hoek had gelezen over de een of andere nieuwe geneeswijze en na dien tijd beweerde, dal hij geen jicht meer had, schoon hij er meer dan ooit door gebogen ging. Neen, op juffrouw Hutts verklaring kon zij zich niet. verlatenzij moest zelf lozen. Zij stak de lamp aan, maar terwijl zij dit. deed, werd er weer geklopt. «Wel, Emily," sprak zij tot de nieuwe bezoekstex-, „kom je d.oor dat weer!" Het jonge meisje, dat binnenkwam, maak te haar cape los en zette den hoed af. „Ja, daar ben ik. Ik heb n in deze vacanlic nog niet gezien, behalve behalve gis teren." Zij zweeg, buiten adem van haar loopen tegen den wind en uit verlegenheid over het toonen van haar medegevoel in ver driet. Zij keek mei haar groote bruine oogen vol onuitgesproken troostwoorden naar het tengere persoontje in 't zwart te^ SCHIEDAMSCHE COURANT.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1906 | | pagina 5