59"° Jaargang
!>ao. 11968.
Zondag 31 December 1905 en Maandag 1 Januari 1906
Tweede Blad.
De -Vischschepenkwestie,
Haar Kerstgeschenk.
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en V 1 a a r d i n g e n fl. 1,25. Franco
per post tl. 1.G5.
Prijs per week Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau i Boferstrnat 68.
Prijs der Advertentiën: Van 46 regels fl. 0.Ö2iedere regel
meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bjj abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier»
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleines adveetentiSn opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan liet Bureau te voldoen.
Intero. Tclefooa Ho. 188.
Een zeer belangrijke kwestie is in den
Raad ontstaan, over het, niet. toelaten van
vischschepen in ouzo haven, met bestem
ming om liier te komen overwinteren.
Wij hébben reeds in ons overzicht van
de Raadszitting, waarin deze kwestie is ont
staan, uiteengezet, wat daartoe heeft aan
leiding gegeven:
Een schip van een Scheveningschen reeder
kwam hier in de haven, zonder verlof, en
de schipper weigerde aan de hevelen van
den havenmeester te gehoorzamen. Waar de
verordening noch aan don havenmeester,
noch aan den commissaris van politie het,
recht gaf tot gehoorzaamheid te dwingen,
werd een wijziging in de verordening voor
gesteld, zoodat' de meerderheid van den
Raad met het oog vooral op dit feit,
-dat als dringend motief voor de wijziging
had gegolden aan den havenmeester
machtiging verleende, dit schip en anderen
uit de haven te verwijderen of verwijderd
te houden, wanneer dit in hot. belang der
gemeente of der scheepvaart, en met' hel.
oog op orde, zedelijkheid en veiligheid noo-
dig zou blijken.
Door don Scheveningschen reeder werd
een klacht tegen den havenmeester inge
diend, en spoedig had de meening, dat de
havenmeester die schepen willekeurig weer
de niettegenstaande or voldoende ruimte
'in de haven beschikbaar was, haar weg
gevonden. Deze geschiedenis- gaf den heer
van Westendorp aanleiding, een interpella
tie te richten tot het Dagelijkschbcstuur,
waarbij bij de vraag stelde: Is bel. waar, dat
aan visschersschepen ligplaats in onze ha
vens geweigerd wordt, ofschoon er vol
doende ruimte in onW havens beschikbaar
•is?
Spr..had cenige monsclien uit deze ge
meente hij zich gehad, die betoogden, dal
zij aan die overwinterende schepen wat
■verdienden.
Door den havenmeester was in tegenstel
ling daarvan beweerd, dat Schicdamschc
ingezetenenal bijzonder weinig van die
schepen voordeel hadden.
Hoewel deze overwegingen feitelijk ge
heel slaan buiten de eigenlijke kwestie, „de
weigering van beschikbare plaatsen", heb
ben ze toch aanleiding gegeven tot heel
wat discussie.
En niet geheel ten onrechte.
Immers, do directe of indirecte voordoo
ien die dó Gemeente uit iets trekt, kunnen
aanleiding zijn, dal daarvoor onkosten wor
den gemaakt, of risico wordt gcloopen.
Waar cahier hier die voordooien vrijwel
problematiek: zijn, dunkt, hel ons verkeerd,
niet alleen onkosten te maken, wauL dat
is in dit geval niet noodig, maar ook risico
te loopen, en dit zou wel degelijk het geval
kunnen zijn. Wij zullen straks gelegenheid
hebben daarop terug te komen.
Om te. bewijzen dat hier volstrekt, geen
voordeden van de overwinterende schepen
ie behalen zijn, gaat natuurlijk niet aan;
liet zal zeer .zeker wel eens voorkomen, dat
iemand daarvan iels profiteert, me ar van
eenig belang zal dat zeer zeker -.iet. zijn.
Immers, de schepen die bier moeten over
winteren, worden naar hun ligplaats ge
bracht, de bemanning verlaakt onmiddellijk
weer naar Schevcningcn en in hot voor
jaar komen zo eerst.terug om de schepen
weer te lialcn, die dan elders voor de vis-
scherij weer worden klaar gemaakt..
Wij hebben reeds vroeger uitvoeriger daar
over een en ander meegedeeld.
Wal; de voordooien zijn die de gemeente
trekt uil, het havengeld dier visscherssche
pen, blijkt, het. best. uit een vergelijking van
hel. havengeld bier met. dat. te Vlaardingen,
Maassluis en Scheveningen.
S c h i e d a m
Hier wordt voor een visehsehip dat op
de haven komt betaaldper reis 2 cent
per M3, met hel. recht om hier te blijven
liggen van 10 October tot. 30 Juni.
Bij abonnement, voor een geheel jaar
wordt 10 et. per M3. betaald.
Voor een bom van 140 M8. is dit dus:
om te overwinteren f2.80, om een heel
jaar te varen f 1.4.
Het nieuwe tarief, dat echter nog geen
goedkeuring heeft, en dus nog niet. van
kracht is, luidt:
4 cent per M3. per reis of voor elke 20
dagen vertoevenbij ■aarabonnement 20 cent
per M8.
V1 a a r dingen:
Geen jaarabonnementen; per reis 5cent.
per M3; voor overwintering cent per
M3. voor elke maand die liet schip daar ver
toeft.
Maassluis.
Bij jaarabonnement 30 cent per M3. ;per
reis 5 cent por M3.; voor overwin tering 2
per maand.
Scheveningen:
Bij jaarabonnement 70 cent per M3. ;per
reis 20 cent per M3., na etkc 14 dagen
vertoeven opnieuw betalen. Voorts vcr-
p 1 i. c h Lend c e n m a 11 a a n b oord.
Vlaardingen en Maassluis zijn dus bij de
berekening por reis naar bet nieuwe
S c h ied amsche tariei', nog 2,5 °/o lioo-
gcr, en Scheveningen 500 n/o. Bij abonne
ment. is dit in Maasluis 50 0/0 en in
Scheveningen 350 0/0 liooger.
Voor de beschuldiging door een ander
raadslid uitgesproken tegen den havenmees
ter, zijn deze voordeden, zooals wij reeds
zeiden, van ondergeschikte beteekenis. Die
beschuldiging toch hield in, dat de haven
meester er op uitzouzijn,devisschersche-
peti te weren en daarom onder het voorwend
sel dat. er geen ruimte ineer beschikbaar is
in de havens, de Scheveningsche schepen
weigert ben een plaats ter overwintering
aan te wijzen.
Dat raadslid heeft dit niet bij wijze van
vermoedens aangeduid, opdat daarnaar
Luellen Frayne pakte bol, tijdschrift uil,
terwijl ze er aan dacht, boe haastig baar
man, die den vorigen,dag .begraven was;
het zou gedaan hebben, boe koortsachtig
gejaagd zijn magere vingers langs de in
houdsopgave zouden zijn gegleden. Zij had
zijn dood kaliii opgenomen, hoezeer ze hem
ook had liefgehadde vier jaren zijner
ziekte met de herhaalde verontrustende
bloedspuwingen, hadden zijn heengaan doen
■gelijken op een telkens opnieuw verteld ver
haal. Maar toch, nu zij het papier-in de
mand gooide, was hot haar, alsof zij de
teleurstelling op zijn gelaal. las, wanneer
hij zijn naam niet gevonden bad en zij
moest, het even uitsnikken. Zij keek langs
de met sneeuw bedekte heesters van haar
tentje naar 'de dorpsstraat. „Daar gaat
Maniie Dort," dacht zij, maar Mamie Dorts
worstelen tegen den wind, gaf haar geen
afleiding. Zij dacht er over, hoe vreemd
het was, dat het tijdschrift, dal. hem vier
jaar .geleden al voor zijn. vertelling had
betaald, 'die '-nooit-had geplaatst. Ja, dat
was vreemd, maar nog veel vreemder was
het, dat zij,' die Henry Frayne had liefge
had vanaf den tijd, dat. zij samen school
kinderen waren, daarover telkens weer een
soort van verlichting had gevoeld, hoezeer
de teleurstelling op zijn gelaat haar ook
pijn.deed. Zijn verhalen, waarvan sommige
een onderzoek zou kunnen worden ingesteld,
maar in do meest krasse bewoordingen, en
op voor dezen spreker zeldzaam heiligen
toon, heeft hij deze beschuldiging in de
openbare raadszitting uitgesproken.
Hel. scheen dus we), dat dit bedachtzame
raadslid volkomen op de hoogte, was. Toch
hebben wij in het belang van deze publieke:
zaak gemeend, een onderzoek onzerzijds in
le stellen, opdat of de juistheid óf de on
juistheid dezer beschuldiging voor ons zou
blijken.
Wat ons bij dit onderzoek is gebleken,
wijst op volkomen onjuistheid der beschul
diging. Wij doelen tor molivcering hiervan
hot volgende mede:
Van Schiedam uit varen het volgend aan
tal schepen in abonnement:
5 loggers van de reedorij ,,üc Schie";
11 loggers van don reeder A. van der Toorn;
8 loggers van den reeder .Tnc. den Duik;
terwijl er bovendien, van hier geregeld va
ren 2 loggers van den reeder Jnc. den Duik
die niet geabonneerd zijn.
Alzoo tesamen. 2G loggers.
Die loggers hebben daardoor het, recht
op een ligplaats in onze havens, gedurende
den winter.
Wanneer men nu nog weet, dat er voor
de werf van de firma Gebr. van der Meer
7 loggers en l bom liggen .cn nog 1 logger
verwacht, werd, dan zijn dal. reeds dadelijk
35 schepen, die hier den. winter zullen door
brengen.
Voor een deel hebben die schepen reeds
ligplaats gekregen.
Blijft, dus de waag of er nog andere
ligplaatsen beschikbaar zijn.
Over bet. algemeen zullen slechts lig
plaatsen voor overwinterende vischschepen
kunnen worden aangewezen voor woonhui
zen, omdat de plaatsen voor fabrieken en
pakhuizen moeten beschikbaar blijven vooi-
bot lossen en. laden van schepen in en
uil. die fabrieken en pakhuizen; bovendien
moet rekening gehouden worden niet. de
noodzakelijkheid dal. spoelingschouwen da
gelijks voor de branderijen moeten kunnen
komen. Hieromtrent is bovendien ecu zeer
besliste order door B. en W. aan den ha
venmeester gegeven, die reeds sedert. 1903
van kracht is.
De reden, die natuurlijk nog geldt, is
do volgende:
Een logger kan gewoonlijk slechte in de
haven varen hij ccnigszins lioogen water
stand; bij laag water en zoolang de Ooste-
wind heerseht., is de diepgang dier schepen
te groot, zoodat ze dan zoodanig aan den
grond geraken, dat ze onmogelijk te verha
len zijn.
Dit is niet op een veronderstelling ge
baseerd, maar het. feil heeft zicli voorge
daan, toen, niettegenstaande de waarschu
wing van den havenmeester, een logger
ligplaats kreeg voor de Bakkerstraat; de-
heer lloozing had daartoe de vergunning ge
geven cn toen heeft de havenmeester zich
daarbij neergelegd. "Wij zullen deze lijdens
geschiedenis thans niet vorder bespreken,
doch door deze oorzaak wordt, het aantal
opgenomen waren in dagbladen en vijfde-
rangs. tijdschriften, waren een ware beproe
ving voor haar geweest, zoo opgeschroefd
overgevoelig, zoo omvaar-als zij zo vond.
Zij had ze- altijd beschouwd als even vreemd
aan Henry's ware natuur als de buien van
dronkenschap van Thomas Hutt, Mn buur
man, het aan juffrouw Hutt schenen.
„Dat is Tom niet," zei juf bouw Hutt
dikwijls. „Tom is de beste,' oppassendste
man, die er bestaat in die buien is hij
zichzelf niet."
Èvenzoo dacht mevrouw Frayne over
Ilenry, maar daar zij -stil- van aard was,
zei zij alleen totzichzelf„Dat is Henry
niet al die ziekelijkheid, Henry heeft een
opgewekte natuur."
Zij had nooit veel van de verhalen ge
zegd, maar toen de belangrijke gebeurte
nis in het leven van Ilenry Frayne de
aanneming door een goed tijdschrift van
een zijner vertellingen plaats had, was
zijn vrouw daarvan geschrikt. Hoe zou zij
het kunnen verdragen die nonsens, die niet
werkelijk Ilenry was, in een goed tijdschrift
gedrukt te zien?
Deze vraag kwam zelfs nu hij haar op.
Zij had altijd gevreesd, dat hij iets zou
schrijven over den 'dood van een kindje.
Eens had hij een verhaaltje geplaatst, waar
in ccn man en vrouw er over praatten,
wat. zij wel zouden voelen als ze hunkind
moesten missen. Ha het lezen van die ge
schiedenis sprak Luellen Frayne de eenige
harde woorden, die!" zij ooit haar man had
aan te wijzen ligplaatsen reeds zeer be
perkt.
Er is echter meert
Aan liet eind der Nieuwe Haven kunnen
geen schepen worden neergelegd, omdat
daar hel. water door de spuurig in de Korte
Haven verbazend trekt, zoodat een schip,
dat. daar zonder eenig opzicht voor Sa 9
maanden wordt, neergelegd, zeer veel kans
loopt, losgerukt te worden en voor despui-
opening te geraken, waar het natuurlijk ge
vaar loopt schade te maken en te krijgen.
Voor die schade zou de gemeen
te a a n s p r a k e 1 ij k z ij n.
Aan de noordzijde van het z.g. kippen-
brnggeljo kan evenmin een logger worden
neergelegd, omdat, de schepen, dfe daar
passecren, een sterke bocht, moeten ma
ken cn die voor lange aakschepen dan vrij
wel onmogelijk zon worden. Bovendien moet.
de gelegenheid voor lossen en laden voor
de branderij van den heer Tak worden open
gehouden.
Nabij de Oranjebrug liggen voorts groote
houtvlotten, die daar alle beschikbare
ruimte in beslag nemen. Die vlotten behoo-
ren aan Schieilamsche firma's, en van de
houtindustrie is dit. jaar moer havengeld
ontvangen dan van alle vischschepen lesa-
nien. Er is dras geen enkel motief, waar
om die vlotten zouden moeten plaats ma
ken voor die vischschepen.
YoorLs moet. voor binnenschepen, die hier
in don winter goederen aanbrengen, gelegen
heid blijven om bier den winter door te
brengen, wanneer de vaart, voor deze sche
pen gestremd wordt. Zij hebben liet recht
om tot 30 April hier te blijven liggen.
Wat. nu de bommen betreft, deze kunnen
niet in havens opgelegd worden, waar het
water zat worden opengebroken. Immers,
men kan met vrij groote zekerheid voor
spellen, dat ernstige schade aan die bom
men zal worden veroorzaakt bij het ijsbre-
ken, omdat de vorm dier sche pen het langs
glijden van het gebroken ijs niet bevordert
en die schepen maar zeer licht gebouwd
zijn. Ook deze schade zou duo r d e
gemeente moeten vergoed wor
den.
Dat ook dit. geen denkbeeldig bezwaar
is, kan worden aangetoond uit liet feit.,
dat. een hom door liet ijs in de z.g. bonx-
menliaven, is lekgeslooten en gezonken,
zelfs zonder dat het ijs. door een ijsbrekcr
mol. kracht daartegen aangeduwd werd;en
kel door drijvend ijs werd. deze schade ver
oorzaakt.
Dat dit niet. alléén bier in aanmerking
genomen wordt, kan men in alle plaatsen
waar bommen overwin teren, zien. In geen
enkele gemeente krijgen die bommen lig
plaats, waar de scheepvaart gedurende den
winter zoo lang mogelijk wordt volgehouden
Wij zouden dit. stuk nog kunnen iiitbrci
den met een opsomming van lasten on on
aangenaamheden, die particulieren zoowel
als ambtenaren van de aanwezigheid van
visschersschepen het gelreclc jaar door 011
dervinden, tengevolge van liet bijna, abso
toegevoegd: „Wat was hot dwaas van mij,"
zei zij „dat. ik het altijd zoo betreurde,
dat wij geen kinderen hebben wij zou
den ons anders misschien everx'"bcspotto-
lijk hebben aangesteld als die menschen."
Zij dacht aan die woorden, terwijl zij daar
zoo alleen zat. Hoe had zij ze kunnen uit
spreken? De oude, oude klacht Van be
roofden werd nu ook door haar-geuit: „Had
ik je maar terug, was je nog maar eens
hier!" En tocli huiverde zij zelfs nu, toen
zij het tijdschrift opnam. Als het verhaal
nu cans geplaatst was. Als de menschen
erin al die dwaze dingen zeiden, waarboven
Henry, haar Henry, verre verheven was.
Zij fluisterde weer haar gewone: „Henry
was zoo goed, hij was zoo goed. Van tijd
tot tijd 'dergelijke verhaaltjes uitgeven is
niet zoo erg als bij tijden te veel te drin
ken." Zij opende nu het tijdschrift, maar
bedacht zich, dat het verhaal niet geplaatst
kon zijn, omdat ze er anders eerst druk-
proeven van zou hebben ontvangen. Dit
was een troost. Het stond er dus niet in.
Tocli keek ze even en liet het tijdschrift uit
de handen vallen. „Darius en zijn Doch
ter,, door Henry Frayne". Daar stonden de
woorden en' ze voelde nu geen vrees meer,
alleen liefde. „Henry, Henry," sprak ze
hardop, „het is hier! Je verhaal is hierl"
„Riep u binnen? Ik hoorde het niet heel
goed. Wat waait het-' Haar huur vrouw Hult,
kwam de kamer in. „Wat een Kerstavond I
Echt oudenvetscli weer, zooals we 't in ver
scheidene jaren niet gehad hebben."
Mevrouw Frayne stond op, om haar. be
zoekster een stoel te geven, en liet daarbij
hot tijdschrift bijna vallen. Jui'fx-ouw J-Iutt
raapte het nog "tijdig op.
„Daar kwam ik voor," sprak ze met een
zachten. klank in haar stem, die anders vrij
ruw was. „Ik moest het eyen tegen 11 zeg
gen. Koen, ik zal niet gaan zitten. Ik kom
er maar even over praten. Ofschoon u het
tijdschrift nog ingepakt vond, had ik hot
ingezien dien nacht, toen ik koffie zotte
voor de wakers ik keek het in 0111 den
tijd te verdrijven. Maar ik vergat de kof
fie. Dit moest ik zeggen, dat er een licht
voor mij door opging omtrent Henry Frayne
Ik was bedroefd, omdat hij dood was, maar
vooral omdat hij de man was van de
beste buurvrouw, die ik ooit gehad hel
en ook een beetje, omdat hij altijd vricn
dclijk voor mij was. Maar 0, mevrouw
Frayne, toen ik dat verhaal las, was ik
bedroefd, omdat h ij dood was, bedroefd
omdat Henry Frayne was heengegaan. Neen,
u heeft natuurlijk liever verder nog geen ge
zelschap ik wil niet gaan zitten. Dag me
vrouw, ik wcnsch u een gelukkig neen,
dat meen ilc niet, een dragelijk Kerstfeest."
Toen de bezoekster weg was, liet me
vrouw 'Frayne zich herend in haar stoel
achterover vallen. Zij was een vrouw van
eenige ontwikkeling, daar haar vader lxaai-
naar een 'school in de naburige stad had
gezonden, waar zij tegelijk met Henry Fray
ne „ontleding" en dergelijke dingen had
geleerd, waarvan juffrouw Jlult niets wis
lute gemis aan welwillende medewerking
dezer'zeelieden. Doch waar deze industrie
hier aan enkelen voordeden kan aanbren
gen, moet. men bereid zijn, de lasten cn
onaangenaamheden, die daarbij schijnen te
beboeren, eenvoudig op den koop toe to
nemen.
Van overwinterende schepen is echter het
voordeel zóó gering, en het belang der ge
meente volstrekt daarbij niet, betrokken, zoo
dat het ons inziens een dwaasheid zou zijn,
ernstige risico daarvoor op de gemeente
te leggen.
Waar nu de eenige plaats, die mcl ge
ringe risico voor dc gemeente voor de bom
men aan te wijzen zou zijn, de z.g.n. bom-
nienhavon, dit jaar daarvoor niet, kan wor
den beschikbaar gesteld, omdat deze liaven
gebruikt moot worden voor den aanvoer van
zand ten behoeve van de opspuiting van
het terrein achter dc Groenelaan, zal ccn
ieder nu wel lol. de conclusie komen, dat
er werkelijk geen plaats meer beschikbaar
is in cenige Schiedainscho liaven, voor het
opleggen van visschersschepen gedurende
dezen winter.
Zooals wij reeds vroeger zeiden, is dus
de 'beschuldiging tegen don Havenmeester
ongegrond.
Dat door die krasse beschuldiging tegen
het hoofd van den havendienst, liet, gezag
in do haven niet zal worden versterkt,ligt
voor de hand.
De havenmeester is verantwoordelijk voor
alles wal. de havendienst betreft, een raads
lid niet. Wil dus dc Raad meegaan met
den wensch om meer schepen toe te la
ten dan 'de havenmeester op zijn verant
woording durft nemen, dan zal ook alles
wat daaruit, voortvloeit, ten volle drukken
op de Raadsleden, die onmogelijk zóó goed
deze zaak kunnen beoordeelen als een man
die zijn geheelc leven bij de scheepvaart
heeft doorgebracht.
'Men zal dus zeer positief de zekerheid
moeten liebhcn, dat de havenmeester in
strijd met zijn plichten handelt 0111 last te
geven tot wat hij, in overeenstemming met
hot Dagelijksch Bestuur, als strijdig melde
belangen der gemeente acht.
öemengii Nieawti
liet vermiste meisje,
Dozo week hébben, we, schrijft, de „Zwo-l-
scihe -Courant", eens een bezoek: gebraakt
aan .liet bewuste Naatje VooRt-man het
op dó iMono'p door mej. C. VV. B. F. zoo
Verwaarloosde mtoisje. Zij: bevindt zich,
titans redelijk wei, ofschoon haar voorkomen
nog véél' to wcnschen overlaat. Biji dén.eer
sten oogopslag' lijkt zo op een oud! verwaar
loosd verfomfaaid! nvoedefrtjo. terwijl, liaan-
loopen en li-aar -houding nog teek enen, ge
ven van -hd> geleden© leed. Zijl gevoelt
nérgens pijn, wat ze trouwens ook nooit
heeft gehad. Zijl is goed gezond1 en zo dadhfc
nu, voldoende kracht te bezitten, waarneer
zo d'aarto© geroepen, wend, naar Zutfen te
kunnen, reizen. Op de vraag of zij; wan
neer alles cons was afgoloopcu bij, cfe j-uf-
maar zij had altijd hol. meest gevoeld voor
wat zij noemde „gezond versland", en dat
bezat juffrouw Hutt. „Als zij het. mooi
vond, kon het niet dwaas zijn!" Zij nam
het hoek weer op. Daarbij overviel haar
weer dc twijfel. Boeken, waren zoo iets
heel anders dan hot werkelijke levenzij
vreesde 1111, dat hel. gezond verstand van
haar buurvrouw, waarop men in het. da
gelijksch leven zoo vast Icon vertrouwen
door overgevoeligheid, tol. zwijgen werd
gebracht, als er sprake was van verdichte
geschiedenissen. Zij bedacht met. schrik,
dal een uitstekend man van zaken uit het
dorp een hoek had gelezen over de een of
andere nieuwe geneeswijze en na dien tijd
beweerde, dal hij geen jicht meer had,
schoon hij er meer dan ooit door gebogen
ging. Neen, op juffrouw Hutts verklaring
kon zij zich niet. verlatenzij moest zelf
lozen. Zij stak de lamp aan, maar terwijl
zij dit. deed, werd er weer geklopt.
«Wel, Emily," sprak zij tot de nieuwe
bezoekstex-, „kom je d.oor dat weer!"
Het jonge meisje, dat binnenkwam, maak
te haar cape los en zette den hoed af. „Ja,
daar ben ik. Ik heb n in deze vacanlic
nog niet gezien, behalve behalve gis
teren."
Zij zweeg, buiten adem van haar loopen
tegen den wind en uit verlegenheid over
het toonen van haar medegevoel in ver
driet. Zij keek mei haar groote bruine
oogen vol onuitgesproken troostwoorden
naar het tengere persoontje in 't zwart te^
SCHIEDAMSCHE COURANT.