59""1 Jaargang Zondag 7 Januari 1906. No. 11973. Derde Blad. ENGELSOME BRIEVEN. ALLERLEI. SCHIEDAMSCHE COURANT Dew courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaar dingen fl. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiên voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vódr een uur aan het bureau bezorgd zijn. fiSureau! Boterstraat ®8, Prjjs der Advertentiên: Van 16 regels fl. 0.92iedere regsS meer 16 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiên bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier van zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde Jtlei&e advertendffn opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan hel Bureau te voldoen. Intero. Telefoon Mo. K8Ü. LXXII. KERSTFEEST. (Vaan ouzaii Lo-ndcuiscth-o nicdfciwerkor.) London, 30 Dccom'b-or 1905. Neurons komlc» zoo duidelijk uit diab d'o band bussolicn Korstfocst en kerk eerst» later gelogd is, ate in Engeland. V-aiii oudtehca' is heb con volksfeest ge weest, dlait» wtellieht 'hot best vtongefcken wordt met d'o Vastoiravoinidprct ton onzout in Brabant oir Li-mbwrg. De gciivoonto zidh to vorkTocden v'i.ndit. men nog toiiug- in do „■Pantomimes", d'o malle, doah suh.ittoreinc!) gmoric-ocwto vert-ooningbn 'd.fe vanaf 2'd'on ICekstdagl i;n bijna a-lT-o theaters opgov'oord wordbrn on waarin, d'o dtolsto travcsti-iollcaii, i'c-dcr d'ic niet volslagen nielanoho.liaus is, db'en gillen van 't labheii, Het» publiek verkleedt zidh nu niet meer. Dodn vroeger was clkdi» algemeen in do groote „bal" der buitenhuizen „the mumming aud blio loafstealiug and' oblieti" Christmas sports were performed" men vcirklccddb zicilii en speelde allien] ei Kerstmissnelik-tjcs, zooals broo-d'stefau on. cforgclijikcui. De particuliere iheradtcn welke do Lords en de leden van dtan landadel er op na hiel den, trokken oir 'Kerstmie hum fraaie tad:- - herds met -do geborduurde wapcinschildeu aam en dedlsn clmomiaaJ don voltklo kcratt, d'a.t or „•largesse'', gestibsuik in gjold, zou gegeven» wordieu. Ook hi de g'ewouo buiige:r°teinin'Ctn brengjt ou 'bmdTb Kerstmis groote opigowoncten- ilibid on ecu feiestotij|te dbemniiing1. Heb huis krijgt een extrai-boimt on wie op Kerst- moiigCai wat vroeg dioor London's stirattai wandielt kam -ménig -meddiboze hulisvii-ouw of zel'fs huiisbeer harig zien. -nikst- ihat „lappen" dW rniiton, o-pdat- ook dilo feestelijk blinken. Eu zoo ik 't altijldi geweest In eon onveil boek (1707) geibiteH „Bell- maniês TroasuÊry", vindt mem een toespellin-g op -d'c druikte die „öhraiatoas E:Vo" in eïko huislibiidlilng veroorzaakt, in oen vors, waar in o.a, de voegend© regels voork'omteir „U]> Doll, Peg, Susan; you all spoke to me Betimes to call you, and! 't is now past [three Get up on your 'butit-e-nda, and' rub your [eyes, Foil- Shame, no 'longer lye a-bed', but rise The pewter still" to scouir, and house to clean, And you a-biedi! good giirls, what is 't you moan!" i) En. Clare verzekert in zijn „Shepherd's CalOindbr „Elatili house ife swept tlhe cfey before, And windtoiw'S stock -with evergreens, TIks snow1 is besom'-di from the door, And comfort crowns the- -ootLaiga Scones. Gilt holly with, its (foamy pricks, And yew and! box, with bonnes small', Thcs'o deck- the u.nuscd! oandilesbfdks, And pkituiips .hanging .bijl the wald." 2) Dock eon hoofdzaak ook dit IiBiiiuniea't aan. helt VasteiniVondigdbruilc was lekker en vte-ol eten. Hot menu, voor een voMagWü, ondlcr- weitsclli keirstdlilne'r luidt a-te volgt: Roast- beef mot pldimipudldimg, kalkoen mdt rib- stok, kippon met ham, kapoew mek worst, ribstuk-kon. en „bouten" van schapen j tus- schon on, na d!vb allés massa's vlad'em en pasteien. Eni onder -al clie pastijen vooral do ldkkeirsfe, dei „miin'ce pie". iZioo'n dinto was geen 'halve maat regel" on zalfs dlo bijizalkon, die pastijen, wa ren. dit ïii'et, wat uiiit hot voiligend'c blijkt In, de „Kowcasbte Cfemidto" van 6 janu ari 1770 staat niamelijik! 'E volgend „nieuw tje" Veii'eden (Maandag; word va.n Howich veuVoerdi maan Berwick, ton einde» d'aar naa-r Lou-dtet verecheepb te Wordbin, voor Sir Hc-nxy Groy, 'bart,, een pastei, waavoor do vtollgonde .grrondistoff'eiui gébruikt» wa-ron2 'bushels meel, 20 l't. ■boter., 4 ganzen, 2 kal koenen, 2 komijn en, 4 wilde» oeiuidieai, 2 w-'o-J- cocks, 6 snippen «11 4 patrijlzen; 2 ucai's tongien», 2 cturfows, 7 bladklbirdis en f> du; ven». De pastei. Was gebakken door Mrs Dor .- bhy Pattorton, .huidho'udster op Howick. »Zo was aan d'o ,bencd:enzijd& bijina 9 voet m omvang en woog1 12 stouo. Twee man moes ten haam cKragem, clodh', bovendien waren omckea' den sdhotol raderen aang-hraolit, zoodiat zij1, eenmaal; op de tafel, gemakkelijk van. den eanen ga»Sli) maar dien anderen kou gWodbn wonden." D«- lafskaimmpling vain dezen Sir Heinmy Grey licet mui Graaf Gleey en is op 't oogpn- ■b'lïk gooverncur-ge'uer.aal! viam Canada. Vroe- glea' was 'lïij (bestierder w Kfoodceis. Do Jebkersbe pastei is dla»n de „minoo pie". Haam roem: is o. a. in alle statiglioiid' gteon- gön cl'oor Charlos Pybuö, die, prachtig, ge- diinillct, uitgiaf „Tlw Alinoe Fye, a heroio epistïei, 'dodiaated! to A Plum Pudidingjh1." Het begint ale volgt O King of Gates, whose pastry bounded [reign Is felt and1 own'di o-'or piastoy's wide domain! Whom greater gluttons own their sovereign [Lord1. Tha.it even bow'id/ 'btaieiath the d'nlfbiug [sword Than cvc»p heiartl too famous bell1 of Bow, Or giaz'd with, transport on a. Lord Mayor's [showl3) Bij, liet eten dan iminccl pies woWdt, ooik nu; nog, zeeir bijgel.oo-vig! g'een woordl ge- spro'lcen torwajdi ziji die met hun ipdfei g'oreed zijin id hiu.iv best doen dia anderen aaaii het praten to make-in, DP treden hiervoor is, d'ait voor tedere mninoo pia zwijgend! gegeten, men in; heb vblig'cii.d! -jaiiur één ntaandl go- Ink iheeft. „Jin," verzekert Pybus ons in böven- igönotim-d vCi-s, ,,-dei miuce ipye ihcdMsdhb ver buiten d'o grenzen viaaii ziijjn eigen'» rijjk. „Trough foreign Is biltudes ihiis ipowV extends, „And! only terminal tee, wihen eating ends. Hail then, exalted! pyo, wihbse» highi renown Danes, D-utcihmen, Russians with applauses crowm!" 4) Eon Binder© lokkarmijl was de „bnawin". In December komen: groote massa's daar van naair Lond'an, Voonal uit C'amtelrbniry on Oxfordshire. Het wea'd! rtoiegier -gemaakt van 't v'l-ccsch van. groot© vwkens, did men in. lualf-wiiilidcn s'ca.at Sie'b opgroeien. Wenden ze eiudbSjk oipgeslotani om» vetgemest, te -\vo»i-- dicm, dan werd1 ten lijjf met i-ieman en 'gor dels gesnoerd!, om te maken dat hun v'.eesck vast en; „brawny" werd'. Heit komt'ter markt iu i-olam. van 2 voet liamgt en 10' dkniim 'dbor- dnodfe, gepakt iin itictonan -mandiën. Met vkescih is gekookt met ossenbeen.deren, die hét tob een -lijlmige, göLatiinbusa miassa ma ken. D'at het een zwaar- ikostje lis, beiliiorft geien bet-oog en togiaiiwoordijgi -vindt men het dam ook niet meea1 zoo algemeen all's vroe- ger. In dan. „Inner Temple." gingen db a»dlvo- caiten ouiditijdb, na dbn 'toewkduenst, op Korst- xnorgen naa-r 'dbi graote h'aili, waar zei ontbe ten mat „bnawn", moetend! en er malvteij bij dironkem. Bijl Ihbt dliiner wend1, als eerste gerecht», opgebracht een, groote, fraaie willki- zwijjnsk-op, op een ailVoren sciho-bel („plat ter"). Dilt gebeurt, nu nog to Oxford, in Qu'oen'a CoU'ega, tör 'hiariïm-eiritiiS aan dto diaippéro daad vairii een standen,t. Deze Hop namielijik in. het naburig boscsli. van Slotover, stodteroncl in Arisfot-otes, toen een woedend ■ijn, niet wij|d geopeudeu muil ap hebben ki-eeg hijl weea- ilibngea* cn snakto er .maar te ..soupere even the head of hl'kc swiinc, that he of alle" 7). De kok moest cr- kennon„That 'head! I no have." 8) Zijino Majesteit wond' zeer boos en liteb dton ko,k do keus„De zwijnskop of jouw 'kop." En zoo kwam» idb anmi met den kop van dien Sanacleien aandragen: „The swai'te vis when the king sceth," „What dlewil! is this?" Tih-o king onicd Audi gia.ii to lauglt as ho were wod'o, What! is Saracen's f'esh thus good? That, iMsvbr erst, I nought wist." 9) De koning komt dan tolt db condlusie, id'at hijl en zijln ma,nsciha,p'pen nooit weer bom-ger behowen te lijiden. Ze morte.i do Saiaceuea mwar bakken en- braden en roos- tea"en „-Now I havo lit ,p»roVcd onco. -For hunger ore I be wo, I and my folk shall eat mo10) Aldus de „right pTensaiuit- luistfory" van dezen Korst-mifficlhotel. hem toestaof. Onze stuidbuit», onvörvaardi, stilet torn zijhi boek in 'de koel, tor meerdbro vorachpilddng' van. het beest erbij- roepönd „Graeoum est": 'tis Gtróbkedh.. Hot dier stikte tai in en zoo vcirwö'ii da wijpheid clen woestataird. Een ancfora 'liegeudo vonklaart» waarom juist db ziwijhskop' wordt hiinncingiobradlit. Tbcn -Rïahlaird. I Voo»r Abro lag, kroeg hij vaTecteliijlk do jürihlt en de iblocdteui-gieiB Mei- pen hem niet. Doo-r de opboden van lvet geiheefe 'Ibgcr gton'as hijl wtemwel' en, eenmaal beterende», kreeg illijl -groote-n trek: in var- fcau-svfcesch. Docilii dit was incrgens te któjl- 'gen, zoodat op raad! v.am een» oudbn ijizier- vretor van 'n ridder db kok „Tallies a; Sairacem», young and fat, And sodden, full! hastily With powder and with spicery, And' with saffron, of .gPod colour." 5) Do kiotnlfag smutdei fliiik vain 't hartig maaOI en toen hij genoeg1 Wadt: „Hls cih-aimhditain hèn wrapped warm, lie fay amd slept, anld'- swot a» stoimd!, And tecum a whoks and sound." 6) Wil'dra had! iliiijj sieihoon igelogenheiidi rij|n it- -rxtei to vieren,, want zijm kaanp wei'd! door Satoiin aa.uigavainJoii'. Doah. Biohard! vloog met .,ijin sicrijjd'bijili op iu an droef dtan vili,n !HH-t Verlies terug. N« wat gorust to 1) „Op Door, Griet, Suus! Je hebt me alle drie gevraagd je bijtijds te wekken on nu is'tal over drieënmaakt dat je op jo onderstel komt cn wrijft je oogon' uit. Sobaamt je, ligt niet langer in bed, maar staat op; de tinnen kannen dienen nog geschuurd, het huis schoon gemaakt en jelui ligt nog te bed! Meisjeslief wat moet dat bedui don?" 2) „Elk huis wordt 's daags te voren ornge- veegd, de vensters siert men met steekpalm, de sneeuw wordt om de deur weggebezemd en elk hutje ziet er gezellig uit. Gulden hulst met door nige stekels, ijf eu dwergpaliu met hunne kleine besjes versieren do ledige kandelaars en de schil derijen aan den muur." 3)- „0 Koning aller Lekkernijen, wiens heer schappij, door pastijkorst begrensd, gevoeld wordt voor het groot domein der PasteiWien grooter aantal gulzigaards als souvereinen heer erkennen, dan ooit zich bogen onder het riddormnkend zwaard, dan ooit de beroemde klok van Bow hoorden slaan, of met verrukking staarden, na, i den op tocht des Lord Mayors 4) „Zijn macht strekt zich uit tot vreemde landen, en eindigt eerst, waar 't eten eok op houdt. Heil u, verheven pastei, wiens grooten roem Denen, Hollanders en Russen met gejuich bekronon." 5) „Hij nam een Saraceon, jong ca vet en braadde die heel haastig, met kruid- en speoerijen on met saffraan van goede kleur." 6) „Zijn Kamerheer pakte hem warm in. bij ging liggen en sliep en zweette 'n uur en werd geheel en al gezond." 7) „Hij wou soupeeron van don kop van dat zwijn, waarvan hij had gegeten." 8) „Dien kop heb ik niet." 9) „Toen dc koning dat zwarte gezicht zag, riep hij; „wat voor den duivel, is dit?" en begon te lachen toen hij 't wist. Wat, is Saraeencn- vleesch zoo goed Dat bob ik vroeger nooit ge weten." 10) „Nu -ik 't eens geproefd heb, zullen mijn volk en ik er weer van eten, voor we weer last van den honger krijgen. En hij ontwikkelde zijn denkbeelden; hij hielden met het schrijven van wetemicluip- HENRYK SIËNK1EW1CZ. .Uenryk Sienkiewicz, de beroemde schrijver en vurige Poolsche patriot, heeft dezer da gen een Fransch dagblad-schrijver bij zich ontvangen,tot wien hij eerst sprak over de droefheid, die zijn hart vervulde, als hij dacht aan de rampen, die zijn ongeluk- big land moest ondergaan. Polen, qu,o va tl is? En de meester vertelde in het kort, wat op 'L oogeiibiik in Polen omgaat. „De nieuwe toestand is," sprak hij, „dat de meeste Polen, geroerd door do blijken van sympathie van de liberale Russen, ge reed staan om vrienden en bondgenooten tc worden van liet Russische volk, als dit hun een betrekkelijke vrijheid verleent. „Wat Polen verlangt, is niet de onaf hankelijkheid, maar een soort zelfrcgccring, die hot in staat sto.lt zijn gewoonten cn tradities te handhaven. Als de Russische regeering die autonomie wil toestaan, zal zij geen 'trouwer onderdanen hebben dan de Polen. De zelfregcering aan Polen toe- gesLaan, zal Rusland ten goede komen dat gesteund in plaats van bestreden door hel andere Slavische volk, weer sterk en machtig zal worden en geschikt om aan den Pruisischen invloed weerstand te bie den." Dit is ook do opvatting van de Poolsche volkspartij, die strijdt voor de in stand hou ding der Poolsche taal cn volksgebruiken, die de boeren onderwijst cn de werklieden aanzet om een vaderlandslievende, maar kalme, verstandige houding aan te nemen. Naar aanleiding hiervan verhief Sienkie w-icz zijn stem legen tie handelingen der socialisten. „De socialisten," zei hij, „spe Jen Duilschlaiui in de kaart." was een oven groot vriend van liet volk als 'de socialisten.. Docli deze kunnen vol gens hem slechts tot twee uitkomsten ge raken: of zij zullen er niet in slagen de sterksteu te blijken en dan zal Polen de gevolgen der terugwerking ondervinden of zij zuilen zegevieren; maar dan zuilen tie Pruisen 'zich met of zonder toestemming van Rusland van Polen meester maken. In beide gevallen zal, tengevolge van bet hulpmiddel van algcmecnc werkstakingen de ondergang van Polen ten voordeelt' van Pruisen volgen. Hoe bevreesd was de schrijver voorden noodlott'igen invloed tier Pruisen! Hij heeft hen altijd bestreden, omdat hij in ben de erg ste vijanden der Polen ziet, daar zij zich steeds zullen verzetten tegen do Poolsche zelfregcering. De "Poolsche socialisten zien het Prui sische gevaar niet in. Zij ontvangen geld van de Duitsche socialisten, en vergelen, dat dezen vóór aïtes Duilschers zijn on dat, als zij strijden voor de zaak der so cialisten, zij tegelijk voor dc zaak van Dutschlaiul werken. Langen tijd sprak de meester over 'dit onderwerp: dc Pruisen, de onverbiddelijke vijanden der Polen, die voor geen middel terugschrikken om hen eindelijk geheel Ie vernietigen. Daarna besprak hij de zaak der Joden, liet is wel onmogelijk, daarover 'te zwij gen, waar in Warschau bijv. liet. vierde, deel der bevolking uil. Jodon bestaat. liet is geen vraagstuk van godsdienst, maar van ras. Sicnkicwicz is te edel van aard om dc gewelddaden der antisemieten goed tc keu ren. Hij is dc eerste om de Russische moorden te betreuren; en bij heeft altijd zijn best gedaan, om iedere gewelddaad tegen de Joden in Polen tegen ie houden. Maar hij beweerde, dat. dc Joden aan de zaak. der Polen schade doen, omdat zij niets voor dat land voelen. „Zeker," zei 'hij, „een deel der Joden zijn goede Polen; maar de meerderheid, van Duitsche afkomst, zijn dat land toe gedaan. De meeste van deze Iaalstcu zijn door Rusland uitgebannen, nadat zc het vroeger door Duilschland waren., en kwa men in Polen een toevluchtsoord zoeken." En altijd maar weer op hetzelfde punt terugkomende, sprak hij de vrees uit., dat de toekomst, óf een vrceselijke omwente ling, óf een inval der Pruisen zou brengen. Zijn ideaal is de zelfregcering van Po len, gesteund, door een even machtig als vrijzinnig Rusland; dal. zouden haat stillen; dc Slaven vcreenigen; con gcme-enschappc- lijkcn arbeid doen ontstaan, die- met de stoffelijke welvaart een heilzamer! vrede zou teweegbrengen en de macht, noodig om de vruchten daarvan te plukken. Maar het noodlot is Polen niet gunstig; en de groote vaderlander wanhoopt bijna aan de verwezenlijking van dat ideaal als een deel van het volk tracht dit te be reiken met middelen zoo geweldig, dat zij tot regeeriuglooslieid zullen leiden en dientengevolge tot afhankelijkheid van de Germanen. Toch is Sicnkicwicz vast "besloten, tot het einde toe den strijd voor de goede zaak vol te houden. Hoewel hij zeer ver moeid is door zijn letterkundige werkzaam, heden, bezit hij nog dc- geestkracht om al tijd door voor zijn land te- strijden. Door zijn genie heeft hij. dan ook bij gedragen tot den roem, dien het dappere en ridderlijke Polen geniet. Hij heeft zich zeer verdienstelijk gemaakt voor zijn va derland. Mocht hij eens de groote vreugde smaken, zijn land vrij eu gelukkig te zien Hij heeft juist ecu grooten geschiedkun digen roman voltooid: „Op het Veld van Eer", die over ecnige maanden in het Fransch zal uitkomen. jHot is het Polen uit den tijd yau Sobiczki, dat zijn bloed vergoot voor Europa door de Turken tot onder de muren van Weciien terug te drij ven. „Op "hel.' veld yan eer!" Dit zou, men ook kunnen zeggen yan het leven van den groolen schrijver, den wnardigen nakome ling van dc dappere strijders van eertijds. Want Sienkiewiez is niet alleen een ro manschrijver van talent, hij is ook nog een man van groot karakter, een bclangelooze natuur. De ïnensch is bij hem de gelijke van den schrijver! pelijke verhandelingen dan met liet onder zoeken door middel van den leloscooji, hebben uügenmuk.1 dat de maan een hemel lichaam is, dal de moeile van het bcslu- deeren niet loont, behalve voor zoover het aardig is de beweging ervan na te gaan. Ondanks het feit, dat bijna ieder, die de maan bestudeerde, de een of andere kleine verandering waarnam cn die van tijd tot lijd wereldkundig maakte, gelooven de meesten onzer nog wat zc in hun jeugd leerden, dal. de maan een uitgedoofde kra ter is, die zich door het wereldruim be weegt. een hemellichaam, waaraan dich ters hun zangen kunnen wijden, maar dat niet waard is door den telescoop te wor den waargenomen. Sedert Galilei den telescoop uitvond, is het bekend, dal. or op de maan booge ber gen en kraters zijn. Ofschoon de narde en de maan uit dezelfde massa gevormd zijn, slaan die kraters, wal. hun aantal cn grooi.le aangaat, ver Jmven. de aard- sclie. Er zijn er op zijn minst.Lveehonderd- luizend, misschien wet een niitlioen, want wij kunnen gerust aannemen, dat er vele te klein "zijn voor onze waarneming. Zij Sluilen zoo "dicht aaneen, dal (iaiileï, die in spijl, van zijn wetenschap dichterlijk van aard was, ze met do oogeu uil. een pauwe- sluart i'crgeleek. Langen tijd heeft men gemeend, dat de kraters op de maan alle uitgedoofd waven. Nu verzekert professor Piekering. een ster renkundige uit Harvard, die twintig jaar aaneen zijn sludio van do maan heeftgu- inaalcl, dat, hoewel de meeste uitgedoofd zijn, er nog werkende onder gevonden wor den. In een groolo vlakte, die men eeuwen geleden de „Zee der Helderheid" doojite, bevindt zich een krater, die, naar den Zweedsclien natuurkundige L'uiunous heet. Bij de geweldige afmetingen van sommige andere kraters vergeleken, is Linnaeus zeer onbeduidend; maar ofschoon zijn middel lijn r.u slechts 1 p) K..M. is, was die niet altijd zoo klein. Ongeveer drie eeuwen ang lic-el't men de geschiedenis van dezen rater bijgehouden. Op een maankaart,die in 1651, dus veertig jaar nadat Galilei den telescoop ingang deed vinden, gemaakt werd, was hij een groote krater. Ju dien lijd kon men nog niet goed de middellij nen berekenen. Toch blijkt, dat Linnaeiu; vrij groot was uil hel feit, dat men lieni kon zien. Tegen het eind der achttiende eeuw zegt een Duilseh niaanhesclirijver ervan, dal.hij ,cen heel klein, rond, schitterend plekje" is. Toen men nauwkeurige metingen kon verrichten, bleek Linnaeus een middellijn Ie hebben van omstreeks 7 K.M. In do laatste eeuw werd ze herhaaldelijk genieten en zelden kwamen twee geleerden tot een zelfde uitkomst. De oeue vond II, de an der ruim 12 K.M. Eens kou men lunnliee- leinaal niet vinden, tot men hem later terugzag als een kralertje van i/« K.M. doorsnede. Daarna nam hij weer toe iu omvang; cn nu is hij tot l'/i» K.M. geko men. Zouden uitgedoofde vulkanen op zoo onverklaarbare wijze van omvang veran deren Ecu ander voorbeeld van een werkenden krater is Plato, die den vorm heeft van een grooten ring. Op den bodem van dien krater verheffen zicli verschillende kegels, Gedurende de laatste twintig jaar heeftmen dien bodem nauwkeurig bestudeerd niet bet doel, het aantal en de ligging van die kegels vast te stellen. Het eerste onder zoek leverde er zes en dertig op, later telde men er acht en dertig, nu vindt men er op oen maankaart twee en veertig. Tel kens als men ze. in schels bracht, vond men, dat enkele verschoven waren, andere minder goed onderscheiden konden worden of geheel verdwenen waren, terwijl men weer nieuwe ontdekte, die op geen enkele kaart waren aangegevefl. Die afwijking iu de ligging der kegels wijst er duidelijk op, dat ei- werking is iu den krater. Met behulp van fotografieën, een nauw keurige vergelijking van vroegere en latere kaarten en hel. nauwlettend be-sLudeercu van de hiorhovongciioemde plaatsen, die. aan verandering onderhevig schijnen, zal jncn de waarheid van bet hier verhaalde kunnen bevestigen. IETS OVER DE MAAK. Sterrenkundigen, die zicli meer bezig UIT EEN REISBESOIIHI.IVING DOOR DE SAHARA. Dc Sahara is niet, zooals men gewoon lijk meent, een groote uitgestrektheid zand,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1906 | | pagina 11