59""1 Jaargang
Zondag 7 Januari 1906.
No. 11973.
Derde Blad.
ENGELSOME BRIEVEN.
ALLERLEI.
SCHIEDAMSCHE COURANT
Dew courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaalVoor Schiedam en Vlaar dingen fl. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weekVoor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiên voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vódr een uur
aan het bureau bezorgd zijn.
fiSureau! Boterstraat ®8,
Prjjs der Advertentiên: Van 16 regels fl. 0.92iedere regsS
meer 16 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiên bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hier
van zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde Jtlei&e advertendffn opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan hel Bureau te voldoen.
Intero. Telefoon Mo. K8Ü.
LXXII.
KERSTFEEST.
(Vaan ouzaii Lo-ndcuiscth-o nicdfciwerkor.)
London, 30 Dccom'b-or 1905.
Neurons komlc» zoo duidelijk uit diab d'o
band bussolicn Korstfocst en kerk eerst» later
gelogd is, ate in Engeland.
V-aiii oudtehca' is heb con volksfeest ge
weest, dlait» wtellieht 'hot best vtongefcken
wordt met d'o Vastoiravoinidprct ton onzout
in Brabant oir Li-mbwrg. De gciivoonto zidh
to vorkTocden v'i.ndit. men nog toiiug- in do
„■Pantomimes", d'o malle, doah suh.ittoreinc!)
gmoric-ocwto vert-ooningbn 'd.fe vanaf 2'd'on
ICekstdagl i;n bijna a-lT-o theaters opgov'oord
wordbrn on waarin, d'o dtolsto travcsti-iollcaii,
i'c-dcr d'ic niet volslagen nielanoho.liaus is,
db'en gillen van 't labheii,
Het» publiek verkleedt zidh nu niet meer.
Dodn vroeger was clkdi» algemeen in do groote
„bal" der buitenhuizen „the mumming aud
blio loafstealiug and' oblieti" Christmas sports
were performed" men vcirklccddb zicilii en
speelde allien] ei Kerstmissnelik-tjcs, zooals
broo-d'stefau on. cforgclijikcui.
De particuliere iheradtcn welke do Lords
en de leden van dtan landadel er op na hiel
den, trokken oir 'Kerstmie hum fraaie tad:- -
herds met -do geborduurde wapcinschildeu
aam en dedlsn clmomiaaJ don voltklo kcratt,
d'a.t or „•largesse'', gestibsuik in gjold, zou
gegeven» wordieu.
Ook hi de g'ewouo buiige:r°teinin'Ctn brengjt
ou 'bmdTb Kerstmis groote opigowoncten-
ilibid on ecu feiestotij|te dbemniiing1. Heb huis
krijgt een extrai-boimt on wie op Kerst-
moiigCai wat vroeg dioor London's stirattai
wandielt kam -ménig -meddiboze hulisvii-ouw of
zel'fs huiisbeer harig zien. -nikst- ihat „lappen"
dW rniiton, o-pdat- ook dilo feestelijk blinken.
Eu zoo ik 't altijldi geweest
In eon onveil boek (1707) geibiteH „Bell-
maniês TroasuÊry", vindt mem een toespellin-g
op -d'c druikte die „öhraiatoas E:Vo" in eïko
huislibiidlilng veroorzaakt, in oen vors, waar
in o.a, de voegend© regels voork'omteir
„U]> Doll, Peg, Susan; you all spoke
to me
Betimes to call you, and! 't is now past
[three
Get up on your 'butit-e-nda, and' rub your
[eyes,
Foil- Shame, no 'longer lye a-bed', but rise
The pewter still" to scouir, and house to
clean,
And you a-biedi! good giirls, what is 't you
moan!" i)
En. Clare verzekert in zijn „Shepherd's
CalOindbr
„Elatili house ife swept tlhe cfey before,
And windtoiw'S stock -with evergreens,
TIks snow1 is besom'-di from the door,
And comfort crowns the- -ootLaiga Scones.
Gilt holly with, its (foamy pricks,
And yew and! box, with bonnes small',
Thcs'o deck- the u.nuscd! oandilesbfdks,
And pkituiips .hanging .bijl the wald." 2)
Dock eon hoofdzaak ook dit IiBiiiuniea't
aan. helt VasteiniVondigdbruilc was lekker
en vte-ol eten.
Hot menu, voor een voMagWü, ondlcr-
weitsclli keirstdlilne'r luidt a-te volgt: Roast-
beef mot pldimipudldimg, kalkoen mdt rib-
stok, kippon met ham, kapoew mek worst,
ribstuk-kon. en „bouten" van schapen j tus-
schon on, na d!vb allés massa's vlad'em en
pasteien. Eni onder -al clie pastijen vooral
do ldkkeirsfe, dei „miin'ce pie".
iZioo'n dinto was geen 'halve maat
regel" on zalfs dlo bijizalkon, die pastijen, wa
ren. dit ïii'et, wat uiiit hot voiligend'c blijkt
In, de „Kowcasbte Cfemidto" van 6 janu
ari 1770 staat niamelijik! 'E volgend „nieuw
tje" Veii'eden (Maandag; word va.n Howich
veuVoerdi maan Berwick, ton einde» d'aar naa-r
Lou-dtet verecheepb te Wordbin, voor Sir
Hc-nxy Groy, 'bart,, een pastei, waavoor do
vtollgonde .grrondistoff'eiui gébruikt» wa-ron2
'bushels meel, 20 l't. ■boter., 4 ganzen, 2 kal
koenen, 2 komijn en, 4 wilde» oeiuidieai, 2 w-'o-J-
cocks, 6 snippen «11 4 patrijlzen; 2 ucai's
tongien», 2 cturfows, 7 bladklbirdis en f> du;
ven».
De pastei. Was gebakken door Mrs Dor .-
bhy Pattorton, .huidho'udster op Howick.
»Zo was aan d'o ,bencd:enzijd& bijina 9 voet m
omvang en woog1 12 stouo. Twee man moes
ten haam cKragem, clodh', bovendien waren
omckea' den sdhotol raderen aang-hraolit,
zoodiat zij1, eenmaal; op de tafel, gemakkelijk
van. den eanen ga»Sli) maar dien anderen kou
gWodbn wonden."
D«- lafskaimmpling vain dezen Sir Heinmy
Grey licet mui Graaf Gleey en is op 't oogpn-
■b'lïk gooverncur-ge'uer.aal! viam Canada. Vroe-
glea' was 'lïij (bestierder w Kfoodceis.
Do Jebkersbe pastei is dla»n de „minoo pie".
Haam roem: is o. a. in alle statiglioiid' gteon-
gön cl'oor Charlos Pybuö, die, prachtig, ge-
diinillct, uitgiaf „Tlw Alinoe Fye, a heroio
epistïei, 'dodiaated! to A Plum Pudidingjh1."
Het begint ale volgt
O King of Gates, whose pastry bounded
[reign
Is felt and1 own'di o-'or piastoy's wide domain!
Whom greater gluttons own their sovereign
[Lord1.
Tha.it even bow'id/ 'btaieiath the d'nlfbiug
[sword
Than cvc»p heiartl too famous bell1 of Bow,
Or giaz'd with, transport on a. Lord Mayor's
[showl3)
Bij, liet eten dan iminccl pies woWdt, ooik
nu; nog, zeeir bijgel.oo-vig! g'een woordl ge-
spro'lcen torwajdi ziji die met hun ipdfei g'oreed
zijin id hiu.iv best doen dia anderen aaaii het
praten to make-in, DP treden hiervoor is,
d'ait voor tedere mninoo pia zwijgend! gegeten,
men in; heb vblig'cii.d! -jaiiur één ntaandl go-
Ink iheeft.
„Jin," verzekert Pybus ons in böven-
igönotim-d vCi-s, ,,-dei miuce ipye ihcdMsdhb ver
buiten d'o grenzen viaaii ziijjn eigen'» rijjk.
„Trough foreign Is biltudes ihiis ipowV extends,
„And! only terminal tee, wihen eating ends.
Hail then, exalted! pyo, wihbse» highi renown
Danes, D-utcihmen, Russians with applauses
crowm!" 4)
Eon Binder© lokkarmijl was de „bnawin".
In December komen: groote massa's daar
van naair Lond'an, Voonal uit C'amtelrbniry on
Oxfordshire. Het wea'd! rtoiegier -gemaakt van
't v'l-ccsch van. groot© vwkens, did men in.
lualf-wiiilidcn s'ca.at Sie'b opgroeien. Wenden ze
eiudbSjk oipgeslotani om» vetgemest, te -\vo»i--
dicm, dan werd1 ten lijjf met i-ieman en 'gor
dels gesnoerd!, om te maken dat hun v'.eesck
vast en; „brawny" werd'. Heit komt'ter markt
iu i-olam. van 2 voet liamgt en 10' dkniim 'dbor-
dnodfe, gepakt iin itictonan -mandiën. Met
vkescih is gekookt met ossenbeen.deren, die
hét tob een -lijlmige, göLatiinbusa miassa ma
ken. D'at het een zwaar- ikostje lis, beiliiorft
geien bet-oog en togiaiiwoordijgi -vindt men het
dam ook niet meea1 zoo algemeen all's vroe-
ger.
In dan. „Inner Temple." gingen db a»dlvo-
caiten ouiditijdb, na dbn 'toewkduenst, op Korst-
xnorgen naa-r 'dbi graote h'aili, waar zei ontbe
ten mat „bnawn", moetend! en er malvteij
bij dironkem. Bijl Ihbt dliiner wend1, als eerste
gerecht», opgebracht een, groote, fraaie willki-
zwijjnsk-op, op een ailVoren sciho-bel („plat
ter"). Dilt gebeurt, nu nog to Oxford, in
Qu'oen'a CoU'ega, tör 'hiariïm-eiritiiS aan dto
diaippéro daad vairii een standen,t. Deze Hop
namielijik in. het naburig boscsli. van Slotover,
stodteroncl in Arisfot-otes, toen een woedend
■ijn, niet wij|d geopeudeu muil ap
hebben ki-eeg hijl weea- ilibngea* cn snakto
er .maar te ..soupere even the head of hl'kc
swiinc, that he of alle" 7). De kok moest cr-
kennon„That 'head! I no have." 8)
Zijino Majesteit wond' zeer boos en liteb
dton ko,k do keus„De zwijnskop of jouw
'kop." En zoo kwam» idb anmi met den kop
van dien Sanacleien aandragen:
„The swai'te vis when the king sceth,"
„What dlewil! is this?" Tih-o king onicd
Audi gia.ii to lauglt as ho were wod'o,
What! is Saracen's f'esh thus good?
That, iMsvbr erst, I nought wist." 9)
De koning komt dan tolt db condlusie,
id'at hijl en zijln ma,nsciha,p'pen nooit weer
bom-ger behowen te lijiden. Ze morte.i do
Saiaceuea mwar bakken en- braden en roos-
tea"en
„-Now I havo lit ,p»roVcd onco.
-For hunger ore I be wo,
I and my folk shall eat mo10)
Aldus de „right pTensaiuit- luistfory" van
dezen Korst-mifficlhotel.
hem toestaof. Onze stuidbuit», onvörvaardi,
stilet torn zijhi boek in 'de koel, tor meerdbro
vorachpilddng' van. het beest erbij- roepönd
„Graeoum est": 'tis Gtróbkedh.. Hot dier
stikte tai in en zoo vcirwö'ii da wijpheid clen
woestataird.
Een ancfora 'liegeudo vonklaart» waarom
juist db ziwijhskop' wordt hiinncingiobradlit.
Tbcn -Rïahlaird. I Voo»r Abro lag, kroeg hij
vaTecteliijlk do jürihlt en de iblocdteui-gieiB Mei-
pen hem niet. Doo-r de opboden van lvet
geiheefe 'Ibgcr gton'as hijl wtemwel' en, eenmaal
beterende», kreeg illijl -groote-n trek: in var-
fcau-svfcesch. Docilii dit was incrgens te któjl-
'gen, zoodat op raad! v.am een» oudbn ijizier-
vretor van 'n ridder db kok
„Tallies a; Sairacem», young and fat,
And sodden, full! hastily
With powder and with spicery,
And' with saffron, of .gPod colour." 5)
Do kiotnlfag smutdei fliiik vain 't hartig
maaOI en toen hij genoeg1 Wadt:
„Hls cih-aimhditain hèn wrapped warm,
lie fay amd slept, anld'- swot a» stoimd!,
And tecum a whoks and sound." 6)
Wil'dra had! iliiijj sieihoon igelogenheiidi rij|n
it- -rxtei to vieren,, want zijm kaanp wei'd! door
Satoiin aa.uigavainJoii'. Doah. Biohard! vloog
met .,ijin sicrijjd'bijili op iu an droef dtan
vili,n !HH-t Verlies terug. N« wat gorust to
1) „Op Door, Griet, Suus! Je hebt me alle drie
gevraagd je bijtijds te wekken on nu is'tal over
drieënmaakt dat je op jo onderstel komt cn
wrijft je oogon' uit. Sobaamt je, ligt niet langer
in bed, maar staat op; de tinnen kannen dienen
nog geschuurd, het huis schoon gemaakt en jelui
ligt nog te bed! Meisjeslief wat moet dat bedui
don?"
2) „Elk huis wordt 's daags te voren ornge-
veegd, de vensters siert men met steekpalm, de
sneeuw wordt om de deur weggebezemd en elk
hutje ziet er gezellig uit. Gulden hulst met door
nige stekels, ijf eu dwergpaliu met hunne kleine
besjes versieren do ledige kandelaars en de schil
derijen aan den muur."
3)- „0 Koning aller Lekkernijen, wiens heer
schappij, door pastijkorst begrensd, gevoeld wordt
voor het groot domein der PasteiWien grooter
aantal gulzigaards als souvereinen heer erkennen,
dan ooit zich bogen onder het riddormnkend zwaard,
dan ooit de beroemde klok van Bow hoorden
slaan, of met verrukking staarden, na, i den op
tocht des Lord Mayors
4) „Zijn macht strekt zich uit tot vreemde
landen, en eindigt eerst, waar 't eten eok op
houdt. Heil u, verheven pastei, wiens grooten
roem Denen, Hollanders en Russen met gejuich
bekronon."
5) „Hij nam een Saraceon, jong ca vet en
braadde die heel haastig, met kruid- en speoerijen
on met saffraan van goede kleur."
6) „Zijn Kamerheer pakte hem warm in. bij
ging liggen en sliep en zweette 'n uur en werd
geheel en al gezond."
7) „Hij wou soupeeron van don kop van dat
zwijn, waarvan hij had gegeten."
8) „Dien kop heb ik niet."
9) „Toen dc koning dat zwarte gezicht zag,
riep hij; „wat voor den duivel, is dit?" en begon
te lachen toen hij 't wist. Wat, is Saraeencn-
vleesch zoo goed Dat bob ik vroeger nooit ge
weten."
10) „Nu -ik 't eens geproefd heb, zullen mijn
volk en ik er weer van eten, voor we weer last
van den honger krijgen.
En hij ontwikkelde zijn denkbeelden; hij hielden met het schrijven van wetemicluip-
HENRYK SIËNK1EW1CZ.
.Uenryk Sienkiewicz, de beroemde schrijver
en vurige Poolsche patriot, heeft dezer da
gen een Fransch dagblad-schrijver bij zich
ontvangen,tot wien hij eerst sprak over
de droefheid, die zijn hart vervulde, als
hij dacht aan de rampen, die zijn ongeluk-
big land moest ondergaan. Polen, qu,o
va tl is? En de meester vertelde in het
kort, wat op 'L oogeiibiik in Polen omgaat.
„De nieuwe toestand is," sprak hij, „dat
de meeste Polen, geroerd door do blijken
van sympathie van de liberale Russen, ge
reed staan om vrienden en bondgenooten
tc worden van liet Russische volk, als dit
hun een betrekkelijke vrijheid verleent.
„Wat Polen verlangt, is niet de onaf
hankelijkheid, maar een soort zelfrcgccring,
die hot in staat sto.lt zijn gewoonten cn
tradities te handhaven. Als de Russische
regeering die autonomie wil toestaan, zal
zij geen 'trouwer onderdanen hebben dan
de Polen. De zelfregcering aan Polen toe-
gesLaan, zal Rusland ten goede komen
dat gesteund in plaats van bestreden door
hel andere Slavische volk, weer sterk en
machtig zal worden en geschikt om aan
den Pruisischen invloed weerstand te bie
den."
Dit is ook do opvatting van de Poolsche
volkspartij, die strijdt voor de in stand hou
ding der Poolsche taal cn volksgebruiken,
die de boeren onderwijst cn de werklieden
aanzet om een vaderlandslievende, maar
kalme, verstandige houding aan te nemen.
Naar aanleiding hiervan verhief Sienkie
w-icz zijn stem legen tie handelingen der
socialisten. „De socialisten," zei hij, „spe
Jen Duilschlaiui in de kaart."
was een oven groot vriend van liet volk
als 'de socialisten.. Docli deze kunnen vol
gens hem slechts tot twee uitkomsten ge
raken: of zij zullen er niet in slagen de
sterksteu te blijken en dan zal Polen de
gevolgen der terugwerking ondervinden of
zij zuilen zegevieren; maar dan zuilen tie
Pruisen 'zich met of zonder toestemming
van Rusland van Polen meester maken.
In beide gevallen zal, tengevolge van bet
hulpmiddel van algcmecnc werkstakingen
de ondergang van Polen ten voordeelt' van
Pruisen volgen.
Hoe bevreesd was de schrijver voorden
noodlott'igen invloed tier Pruisen! Hij heeft
hen altijd bestreden, omdat hij in ben de erg
ste vijanden der Polen ziet, daar zij zich
steeds zullen verzetten tegen do Poolsche
zelfregcering.
De "Poolsche socialisten zien het Prui
sische gevaar niet in. Zij ontvangen geld
van de Duitsche socialisten, en vergelen,
dat dezen vóór aïtes Duilschers zijn on
dat, als zij strijden voor de zaak der so
cialisten, zij tegelijk voor dc zaak van
Dutschlaiul werken.
Langen tijd sprak de meester over 'dit
onderwerp: dc Pruisen, de onverbiddelijke
vijanden der Polen, die voor geen middel
terugschrikken om hen eindelijk geheel Ie
vernietigen.
Daarna besprak hij de zaak der Joden,
liet is wel onmogelijk, daarover 'te zwij
gen, waar in Warschau bijv. liet. vierde,
deel der bevolking uil. Jodon bestaat. liet
is geen vraagstuk van godsdienst, maar
van ras.
Sicnkicwicz is te edel van aard om dc
gewelddaden der antisemieten goed tc keu
ren. Hij is dc eerste om de Russische
moorden te betreuren; en bij heeft altijd
zijn best gedaan, om iedere gewelddaad
tegen de Joden in Polen tegen ie houden.
Maar hij beweerde, dat. dc Joden aan de
zaak. der Polen schade doen, omdat zij
niets voor dat land voelen.
„Zeker," zei 'hij, „een deel der Joden
zijn goede Polen; maar de meerderheid,
van Duitsche afkomst, zijn dat land toe
gedaan. De meeste van deze Iaalstcu zijn
door Rusland uitgebannen, nadat zc het
vroeger door Duilschland waren., en kwa
men in Polen een toevluchtsoord zoeken."
En altijd maar weer op hetzelfde punt
terugkomende, sprak hij de vrees uit., dat
de toekomst, óf een vrceselijke omwente
ling, óf een inval der Pruisen zou brengen.
Zijn ideaal is de zelfregcering van Po
len, gesteund, door een even machtig als
vrijzinnig Rusland; dal. zouden haat stillen;
dc Slaven vcreenigen; con gcme-enschappc-
lijkcn arbeid doen ontstaan, die- met de
stoffelijke welvaart een heilzamer! vrede zou
teweegbrengen en de macht, noodig om de
vruchten daarvan te plukken.
Maar het noodlot is Polen niet gunstig;
en de groote vaderlander wanhoopt bijna
aan de verwezenlijking van dat ideaal als
een deel van het volk tracht dit te be
reiken met middelen zoo geweldig, dat
zij tot regeeriuglooslieid zullen leiden en
dientengevolge tot afhankelijkheid van de
Germanen.
Toch is Sicnkicwicz vast "besloten, tot
het einde toe den strijd voor de goede
zaak vol te houden. Hoewel hij zeer ver
moeid is door zijn letterkundige werkzaam,
heden, bezit hij nog dc- geestkracht om al
tijd door voor zijn land te- strijden.
Door zijn genie heeft hij. dan ook bij
gedragen tot den roem, dien het dappere
en ridderlijke Polen geniet. Hij heeft zich
zeer verdienstelijk gemaakt voor zijn va
derland. Mocht hij eens de groote vreugde
smaken, zijn land vrij eu gelukkig te zien
Hij heeft juist ecu grooten geschiedkun
digen roman voltooid: „Op het Veld van
Eer", die over ecnige maanden in het
Fransch zal uitkomen. jHot is het Polen
uit den tijd yau Sobiczki, dat zijn bloed
vergoot voor Europa door de Turken tot
onder de muren van Weciien terug te drij
ven.
„Op "hel.' veld yan eer!" Dit zou, men
ook kunnen zeggen yan het leven van den
groolen schrijver, den wnardigen nakome
ling van dc dappere strijders van eertijds.
Want Sienkiewiez is niet alleen een ro
manschrijver van talent, hij is ook nog een
man van groot karakter, een bclangelooze
natuur.
De ïnensch is bij hem de gelijke van
den schrijver!
pelijke verhandelingen dan met liet onder
zoeken door middel van den leloscooji,
hebben uügenmuk.1 dat de maan een hemel
lichaam is, dal de moeile van het bcslu-
deeren niet loont, behalve voor zoover het
aardig is de beweging ervan na te gaan.
Ondanks het feit, dat bijna ieder, die de
maan bestudeerde, de een of andere kleine
verandering waarnam cn die van tijd tot
lijd wereldkundig maakte, gelooven de
meesten onzer nog wat zc in hun jeugd
leerden, dal. de maan een uitgedoofde kra
ter is, die zich door het wereldruim be
weegt. een hemellichaam, waaraan dich
ters hun zangen kunnen wijden, maar dat
niet waard is door den telescoop te wor
den waargenomen.
Sedert Galilei den telescoop uitvond, is
het bekend, dal. or op de maan booge ber
gen en kraters zijn. Ofschoon de narde
en de maan uit dezelfde massa gevormd
zijn, slaan die kraters, wal. hun aantal
cn grooi.le aangaat, ver Jmven. de aard-
sclie. Er zijn er op zijn minst.Lveehonderd-
luizend, misschien wet een niitlioen, want
wij kunnen gerust aannemen, dat er vele
te klein "zijn voor onze waarneming. Zij
Sluilen zoo "dicht aaneen, dal (iaiileï, die
in spijl, van zijn wetenschap dichterlijk van
aard was, ze met do oogeu uil. een pauwe-
sluart i'crgeleek.
Langen tijd heeft men gemeend, dat de
kraters op de maan alle uitgedoofd waven.
Nu verzekert professor Piekering. een ster
renkundige uit Harvard, die twintig jaar
aaneen zijn sludio van do maan heeftgu-
inaalcl, dat, hoewel de meeste uitgedoofd
zijn, er nog werkende onder gevonden wor
den.
In een groolo vlakte, die men eeuwen
geleden de „Zee der Helderheid" doojite,
bevindt zich een krater, die, naar den
Zweedsclien natuurkundige L'uiunous heet.
Bij de geweldige afmetingen van sommige
andere kraters vergeleken, is Linnaeus zeer
onbeduidend; maar ofschoon zijn middel
lijn r.u slechts 1 p) K..M. is, was die niet
altijd zoo klein. Ongeveer drie eeuwen
ang lic-el't men de geschiedenis van dezen
rater bijgehouden. Op een maankaart,die
in 1651, dus veertig jaar nadat Galilei
den telescoop ingang deed vinden, gemaakt
werd, was hij een groote krater. Ju dien
lijd kon men nog niet goed de middellij
nen berekenen. Toch blijkt, dat Linnaeiu;
vrij groot was uil hel feit, dat men lieni
kon zien.
Tegen het eind der achttiende eeuw zegt
een Duilseh niaanhesclirijver ervan, dal.hij
,cen heel klein, rond, schitterend plekje"
is. Toen men nauwkeurige metingen kon
verrichten, bleek Linnaeus een middellijn
Ie hebben van omstreeks 7 K.M. In do
laatste eeuw werd ze herhaaldelijk genieten
en zelden kwamen twee geleerden tot een
zelfde uitkomst. De oeue vond II, de an
der ruim 12 K.M. Eens kou men lunnliee-
leinaal niet vinden, tot men hem later
terugzag als een kralertje van i/« K.M.
doorsnede. Daarna nam hij weer toe iu
omvang; cn nu is hij tot l'/i» K.M. geko
men. Zouden uitgedoofde vulkanen op zoo
onverklaarbare wijze van omvang veran
deren
Ecu ander voorbeeld van een werkenden
krater is Plato, die den vorm heeft van
een grooten ring. Op den bodem van dien
krater verheffen zicli verschillende kegels,
Gedurende de laatste twintig jaar heeftmen
dien bodem nauwkeurig bestudeerd niet bet
doel, het aantal en de ligging van die
kegels vast te stellen. Het eerste onder
zoek leverde er zes en dertig op, later
telde men er acht en dertig, nu vindt men
er op oen maankaart twee en veertig. Tel
kens als men ze. in schels bracht, vond
men, dat enkele verschoven waren, andere
minder goed onderscheiden konden worden
of geheel verdwenen waren, terwijl men
weer nieuwe ontdekte, die op geen enkele
kaart waren aangegevefl.
Die afwijking iu de ligging der kegels
wijst er duidelijk op, dat ei- werking is
iu den krater.
Met behulp van fotografieën, een nauw
keurige vergelijking van vroegere en latere
kaarten en hel. nauwlettend be-sLudeercu
van de hiorhovongciioemde plaatsen, die.
aan verandering onderhevig schijnen, zal
jncn de waarheid van bet hier verhaalde
kunnen bevestigen.
IETS OVER DE MAAK.
Sterrenkundigen, die zicli meer
bezig
UIT EEN REISBESOIIHI.IVING
DOOR DE SAHARA.
Dc Sahara is niet, zooals men gewoon
lijk meent, een groote uitgestrektheid zand,