ALL EEL EI. Hij "was bozig zich te grimeeren; hij plakte zorgvuldig een mooion knevel op zijn geschoren bovenlipgeheel cn al op- jjfvandc in deze bezigheid, waarvoor hij in den spiegel keek, merkte hij mij eerst niet op, maar eindelijk riep hij'; „Alounetl Hoe kom' jij hier? Een oogenblik geleden sprak ik nog over je met Perrin." ifK 'r-irtvr nfhwiflir volg, dat hun handen erg vettig worden van de gelei, de zalf, of wat het dan mogt^zijn. De dames uit May fair hebben intussehen weer andere zorgen. Voor haar is de „Sea son" niet het bepaalde niets doen, zooals voor do mannelijke jeugd. Deze week was er onder andereu een verkoop van werk, vervaardigd door de leerlingen der school voor fraaie handwerken. Die school doet wel haar best, doch het schijnt dat men in Nederland in dat opzicht den Engelschen een heel eind de haas is. De ontwerpen wa ren op de uitzonderingen na, nog al zeer stijf, en in de kleurenkeus was men over het algemeen ook niet zeer gelukkig geweest. De kleinere voorwerpen, zooals „tea cosies", kus sentjes, tafelkleedjes, waren meest altijd te vol, men had te veel in een klein bestek willen geven. Alleen wanneer men groote voorwerpen had, zooals kamerschermen, tafelkleeden, bedspreien, zag men mooie, edel breed opgevatte, teekeningen. Daar wa ren ook meestal de kleuren wat rustiger en meer met elkaar in harmonie. Deze school, die men in South Kensington vindt, staat zeer in de gunst bij de koninklijke familie en dus ook bij den hoogen adel. De zuster des konings. Prinses Christiaan van Sleeswijkïïolstein, had zelve een groote „stall", waar ze de drie middagen, dat de verkooping duurde met enorm veel animo en energie bezig was haar waar aan den man te brengen. Of liever aan de vrouw, want het was er vol dames, waaronder we, met ons drieën of vieren mannen, maar een poover figuur maakten. Die dames waren intusschen zelve een kijkje meer dan waard en een harer merkte dan ook op, dat wat men daar aan toiletten en hoeden zag Op zich zelf het bezoek meer dan beloonde. Jammer maar dat de localiteit der school nogal klein is. Men had haast geen ruimte om de zaken, vooral de grootere, goed te be zien en bovendien had men er een massa „bric-h-brac", oude meubels, spiegels enz. te verkoop neergezet, die de geringe ruimte nog kleiner maakten. Daar waren zeer mooie, echte, ouderwetsche dingen te krijgen, voor wie geld^en ruimte had ze te koopen. Waar die allen vandaan kwamen is moeilijk te zeg gen, al vermoedt men het wel. Het is name lijk algemeen bekend, dat hier talrijke dames van hooge geboorte wonen, die, ook al door 'de verouderde wetten op liet erfrecht, in vrij bekrompen omstandigheden verkeeren. Die hebben uit haar voorvaderlijke huizen in tusschen allerlei moois mee ten huwelijk ge kregen en nu helpt haar dat om wat geld te maken, door die zaken te verkoopen. Wie tijd en geld heeft, kan hier nog steeds zeer mooie dingen machtig worden en tijd is heel vaak meer noodig om de aucties af te loo- pen, dan geld. Men heeft in de laatste jaren in de kringen van den adel intusschen be grepen, dat het wenschelijk was die ver koopen wat meer op den voet van „zaken" te regelen. Voorheen zocht ieder een auctionair of anderen tusschenpersoon op, die dan het meeste in den zak stak. Tegenwoordig kan een dame van stand, die kostbare dingen van de hand moet dóen, dat gedaan krijgen, door ze naar een bepaalde verkooping te zenden, zooals er nu een in 14 Brook Street, dus vlak bij Bond Street, wordt gehouden en die tegen het eind dezer maand afloopt. Daar heeft men een deskundig comité, dat de dingen voor de dames verkoopt, voor wat die werke lijk waard zijn en haar clan de geheele op brengst ter hand stelt. \ran 't jaar is de verkoop weer zeer goed geweest. Verleden jaar heeft men zelfs in ééne enkele week v oor 24.000 verkocht, Dat de tin duur is geworden zal de lezers en lezeressen wellicht minder interesseeren, dan het bericht, dat de glacé handschoenen het zullen worden. Dat kan voor menigeen een lieele misrekening worden. De oorzaak moet wezen, ckn men het leer voor allerlei andere dingen gaat gebruiken, vooral voor „Je hebt dat dus vandaag eens goed gedaan?" „Het is nu 't laatst van Maart je moest dus do huur maar opzeggen." Erna legde haar hand op de zijne en keek he.nï smeekend aan. „Wil je?" Hij begon "hardop te lachen. Hij doorzag zijn vrouw heel goed en had er plezier in te antwoorden: „Ik begon het hier nu juist zoo prettig te vinden met die aardige overbuur." .Erna stoof op. Alle voorzichtigheid was vergeten. „En daarom wil ik juist verhui zen, alleen daarom 1" riep zij uit. „Dat had ik juist van je willen hoorcn (Waarom speelde je eerst komedie voor mij?" „Jij speelt komedie voor mij, is 't niet? Die open balkondeuren, je: hier zijn in mijn afwezigheid." „Ben je daar werkelijk ingeloopen ik deed het. met opzet! Wat ben je dwaas in je jaloersehheid. Ja zeker, 'dwaas." Hij bleef voor haar staan: „Ik zal je dan maar zeggen dat ik het huis al opgezegd 'heb. Ik deed het op mijn eigen houtje, maar om' betere redenen dan jij. Nu heb ik er wel wat spijt van, want zoo'n kleine kuur zou uitstekend zijn geweest voor je ijver zucht." Zij begon te snikken. Hij lette daar echter niet op, leii zijn krant weg en ging liggen slapen. Mevrouw Erna was aan 't pakken. Wat bad ze naar dezen dag verlangd 1'sMid dags stond de groote gesloten verhuiswa gen voor de deur. En men droeg het cene stuk na het andere het huis uit: Erna was volstrekt niet zenuwachtig Zij verhuisde immers zoo gaarne. Zij was jkalm en tevreden. motorhocden of -petten. Dubbel duur zullen ze bovendien worden, nu de mode mee brengt, dat de dames korte memwen dragen, zoodat ze zooveel langer handschoenen noo dig hebben en zijde of andere stof behaagt toch op den duur niet. Dus, men moet of bij tijds inslaan, of zuinig wezen, of heide. Over het algemeen zal dit jaar de „sea son" wel niet, schitterender zijn, dan anders, doch er blijft toch nog genoeg gelegenheid om zich te vermaken en geld uit te geven, ook voor nnttiac instellingen, zooals de School O voor Fraaie Handwerken. Het bestuur van Crystal Palace heeft ook besloten een poging te wagen, om bet publiek te trekken, en tevens een hospitaal te helpendat in Wa terloo BoaJ, voor kinderen en vrouwen. Den Isten en 2den Juni, zal men er het bloe- tnen-corso van Nizza vertonnen. Men zal er de met bloemen versierde wagens kun nen zien, een bloemenkrijg zal gevoerd wor den. er zullen zilveren bekers en sommen golds aan de prijswinners voor de mooist versierde wagens worden uitgeloofd enz. De spoorwegmaatschappijen zullen extra-treinen en zeer late treinen laten loopen en als het weer dien Vrijdag en Zaterdag nu maar mooi wil wezen, dan kan liet feest een groot succes zijn. Het Crystal Palace moge op zich zelf al weinig interessant meer zijn, nu we aan zooveel beter en gemakkelijker bereik baar inrichtingen gewoon zijn, doch de tui nen er om heen zijn prachtig van ligging en bieden heerlijk veel ruimte. Doch het weer zal wel mooi wezen. Het is dit altijd, of ten minste bijna altijd in Juni en Juli, voor zoover men in Engeland van „weer" kan spreken. Feitelijk toch heb ben de Engelschen gelijk, 'die zeggen, dat zij geen „weer" hebben doch alleen monsters te zien krijgen van verschillende quali- teiten. Hoe het zij, wie Londen wil zien op zijn best, doet verstandig hier in Juni te komen. Tot zoowat half Juli toe is het hier alleraan genaamst. Tegen het einde van Juli en in Augustus is het wel eens wat warm. Doch het is dan nergens koel. In September krijgt men dan weer aangenamer temperatuur, zoo dat die maand voor den toerist ook aan beveling verdient. Toevallig sprak ik dezer dagen een Nederlandsch echtpaar, dat nu voor de tweede maal hier een korten tijd doorbracht. Zij waren den eersten keer in den winter gekomen en verklaarden uit één mond, dat ze zich haast niet konden voor stellen, nu in dezelfde stad te wezen, die met haar zonneschijn en mooi, frisch groen, haar parken on bloemen, gestoffeerd met elegante dames, fraaie equipages en al wat daarbij komt, zoo'n gansch anderen indruk maakte, dan het trieste, klamme, kille, grijs- behemelde Londen, dat ze den eersten keer te zien kregen. Men late zich vooral niet afschrikken door de lotgevallen van madame d'Angely welke door de Londensehe politie onrecht matig gearresteerd is, onder vermoeden dat zij tot de beruchte cohorte der straatmade lieven behoorde, welke hier 's avonds Pie- cadillv Circus en omgeving onveilig maken. Het is voor deze dame natuurlijk een hoogst onaangenaam geval. Doch aan den anderen kant vraagt men zich af, of zij niet zeer onvoorzichtig was door avond aan avond juist daar ter plaatse haar echtgenoot af te wachten. Een Parisienne zal toch zeker wel begrepen hebben, wnt al die meisjes beweegt daar heen en weer te drentelen. Zij moet ook hebben opgemerkt, wat iedereen dade lijk opvalt, 'dat cle politie daar zeer strenge orders heeft, toe te zien, dat die ongelukkige schepseltjes niet blijven stilstaan. Als men nu iets doet, wat anderen, hoewel met gansch andere bedoelingen, ook doen, dan loopt men gevaar tot die anderen gerekend te worden. Het is intusschen zeer dom van de politie, dat zij, na den flater begaan tc hebben, niet beleefd haar verontschuldigingen De nieuwe woning was veel mooier en ruimer en lag in een vo-ornamer stads gedeelte. „Nieuwe bezems vegen schoon," zei haar man lachend. ..Maar hel. is toch werkelijk een ideaal huis, vind je ook niet, man?" „Wie weet hoe lang het zal duren I" Erna schudde hef hoofd met krachtige overtuiging. „Wat. Ank je wel van mij?" Den volgenden Zondagmiddag gebruikte Bruno natuurlijk om het balkon in orde maken. Mevrouw Erna hielp hem daarbij en prees alle goede eigenschappen, van de woning en de straat. „Wat een heerlijk' plekje, een prachtig uitzicht en wat een mooie huizen in do buurt!" „Ik vind de straat toch wel wat smal." „Hoezoo?" „Men kan hier veel beter bij de overbu ren inzien dan in de andere straat." „Och je moet mij nu niet meer plagen, dat is voorbijl" „Werkelijk, brave vrouw? Kijk dan eens moedig daarheen." Erna .volgde zijn blik. Op de eerste verdieping tegenover hen zag zo een prachtig balkon. Het viel op door de groote menigte bloemen. In de schaduw van de wit en blauw ge streepte marquise stond een groote kooi met een papegaai. En in een zacht op en neer gaanden schommelstoel lag een inder daad bekoorlijke gestalte. Zo was geheel in lila chiffon met kant gehuld. Heel donker haar was in een dikke vlecht op het achter hoofd gelogd. De blanke, half ontbloote arm werd achter het hoofd gehouden. Groote, donkere oogen keken droomerig de yvereld jjn. aan do beleedigdc dame aanbiedt. Doch in elk geval, wie in een wereldstad nis Londen '.is, weet dat hij niet alleen leerlingen van 'n Zondagschool legen komt :en, even goed als men in andere opzichten zorgt zich van aller lei gebruiken en gewoonten op de hoogte te stellen, is het wenschelijk dit ook te doen in verband met het 's nachts laat op straat loopen. DE NIEUWE KONING VAN DENEMARKEN'. Een prins, vermoedelijk troonopvolger, op straat op een tram te zien wachten om daarna midden tusschen de menschen achterop ecu plaatsje to veroveren, is ze ker geen dagclijksch schouwspel. Vorsten maken gewoonlijk geen gebruik van tranis. Men kon dit echter eens per week te Ko penhagen zien, toen de kroonprins, de te genwoordige koning F reder ik VIII, nog aan de beroemde, oude Dccnschc univer siteit. studeerde. De meeste incnschen op de train wisten wel, dat hun medereiziger, de toekomstige koning van Denemarken, naar huis ging, om een avond, met zijn familie door te brengen; maar hij zag or gezond on sterk uit, zoodat doorgaans niemand er aan dacht h-am een plaatsje aan te bieden. Hij bleef dus maar buiten staan en praatte wat met de werklieden om hem been. Nadat bij aan do lioogeschool was ge weest, ging do kroonprins in het leger, waar hij evenzeer een voor vorsten onge woon leven leidde. Aan de academie had de prins een gewoon huis betrokken en leefde als zijn medestudenten. In helleger was hij even bescheiden, zelfbewust en flink. Hij is de eenige Europeesche vorst, die als gewoon soldaat in het leger ge diend heeft, zonder dat iets hem van zijn kameraden onderscheidde. Hij droeg de zelfde kleeren als de andere soldaten van zijn regiment, at hetzelfde eenvoudige voedsel, gebruikte ook een tinnen bord met ijzeren mes en vorkdroeg hetzelfde zware geweer, en maakte dezelfde lange vermoeiende marschen. Eerst nadat hij door flinke oefening do plichten en ver antwoordelijkheden van het beroep had loe ren kennen, wilde hij tot den rang van ser geant verhoogd, worden. Dit alles is lang geleden, want Frederik VIII is niet jong meer, men kan hem zelfs moeilijk meer tot den middelbaren leeftijd rekenen. Het was hem) beschoren te zien, hoe niet alleen een jongere broeder, maar zelfs zijn zoon een troon besteeg, terwijl hij zelf nog 'steeds kroonprins bleef. De eenvoud cn ernst, die hem onderscheidden als twintigjarig student en vijf cn twintig jarig krijgsman, hebben hem nu op twee en zestigjarigen leeftijd, nog niet begeven en door deze eigenschappen is hij een der meest geliefde vorsten van Europa. Frederik is de tweede vorst uit de jon gere linie SleeswijkIlolsteinSonderburg Gliicksburg, die in 1863 begon met de troonsbestijging van zijn vader, den over leden Christiaan IX. Eigenaardig is het, dat 'liet geslacht, waartoe bij behoort, niet Deensch, maar Duitsch is. De omstandighe den, die bet op den troon van Denemar ken brachten, waren dan ook buitengewoon. In het midden der vorige eeuw had bet Deensche koningsgeslacht, dat van 1448 af geregeerd had, geen erfgenamen meer. In 1852 sloten de Europcesehe-mogendheden, die den toestand wenschten te behouden zooals hij was, en' het gevaar van een op volgingsoorlog wilden voorkomeneen overeenkomst „het Verdrag te Londen" ge naamd. Hierbij woril een officier der Deen sche cavalerie, prins Christiaan, die tien Erna was verstomd. „Hoe vind je dat stemmingsbeeld hier tegenover?" „Ik stel geen belang meer in vreemden." „Des te beter, schalje, ik' natuurlijk ook niet. Maar ik ben toch heel tevreden met den ruil. Van een kanarie naar een pape gaai is een vooruitgang. Eu van een roode ochtendjapon naar een lila zijden gewaad is ontegenzeggelijk' een verbetering. Bo vendien heb ik altijd het meest'van brunet tes gehouden. .Zooals ik aan jou bewezen heb, bruinoogige lieveling!" Maar Mevrouw Erna had haar man al den rug toegekeerd cn was do kamer in gegaan. En toen hij haar volgde en den arm om haar heen sloeg, zag hij tranen in haar oogen. „Lieve, beste klndj" Zij verborg het hoofdje aan zijn borst. „Omdat ik zoo vreeselijk veel van je hou, ben ik zoo jaloerschi" „Maar dat is nu over, is *tniet „Ik geloof, dat het nooit over Kil gaan 1 Ik voel mij zoo ongelukkig." Hij drukte haar teeder tegen zich aan en sprak' zachtjes: „Het zal wel overgaan I Als ons kleintje or is, zul je geen tijd meer hebben voor zulke domme gedachten." En als zij beei verlegen naai' hem op kijkt, zegt hij vertroostend: „En mocht dit. niet helpen, dan is er al tijd nog een uitweg, dan verhuizen we maar weer." jaar tevoren' prinses Louise van Hessen- Cassel had gehuwd, tot troonsopvolgeir uit geroepen. Een jaar later hechtte de Deen sche Rijksdag zijn goedkeuring aan dit be sluit en in 1SG3 besteeg prins Christiaan den Dccnschen troon. Toen zijn vader koning werd, was prins Frederik twintig jaar en midden in zijn studiën aan de akademio; en deze wer den door de veranderde omstandigheden in 't minst niet onderbroken.. Do familie ging voort te leven op de eenvoudige ma nier, die men gewend was in de 'dagen toen de toekomstige vorst genoodzaakt.was tcekcnlosscn te geven. Niet minder door noodzakelijkheid ge dwongen dan omdat men het verstandig vond, werden koning Christin,ans kinderen heel zuinig opgevoed. Koningin Alexandra, en de keizerin-weduwe van Rusland mank ten haar eigen kleeren en koning George van Griekenland en de nieuwe koning Fre derik van Denemarken poetsten als kin deren hun eigen laarzern De koning liep zelf gewoon door de stad en vond het heerlijk als kinderen hem vroegen met. hen mee tc spelen. Het hof kende geen ver- tooning en de vorstelijke audiënties wa ren heel eenvoudig. Onder die omstandigheden leefde prins Frederik als jong niari. Nu hij in zijn va ders plaats getreden is, is het natuurlijk dat hij op dezelfde wijze voortgaat. Men verwacht ook in. Denemarken, dat j in geen enkel opzicht voor zijn vader zal onderdoen. Lichamelijk, geestelijk en zede lijk is Frederik VIII een krachtig man. Men ziet hom niet. aan, dat hij al zestig jaren telt en hij is flink en sterk als iemand van veertig. Alen hoeft hem slechts even aan te zien, om op to merken' dat hij een echt soldaat is, ofschoon hij niet oor logzuchtig is. Hij is nooit handelend op getreden in de politiek, maar houdt er zich uitstekend van op de hoogte. Hij houdt het voor een gewoonte de belangrijke de batten in de beide Rijksdagen bij' te wo nen. Hij stelt belang in het onderwijs, is ook het hoofd der vrijmetselaars 'in Dene marken en neemt een werkzaam aandeel in allerlei filantropische instellingen. Met een zoon op den troon van Noor wegen, een dochter aan het hof vari Zwe den, en nog andere huwelijken in het ver schiet, kan het gezin van Frederik VIII van evenveel invloed worden in Europa als dat van zijn vader was. DE VRUCHTBOOMEN. Onze vruchtboomen bezitten evenals alle planten het vermogen om ieder jaai te bloeien en rijke vruchten te dragen, Toch komt het zelden voor dat overvloe dige vruchtenjaren elkaar opvolgen. Het jaar 1904 was. zeer rijk aan vruch. ten en onderscheidde, zich ook door een zeldzaam groote vruchtbaarheid der woud- hoornen. Terwijl nu gewoonlijk op een goed vruchtenjam' een reek». van jaren volgt, waarin de boomen slechts weinig bloesems vertoonen, gaf de lente van 1905 een bloe sempracht te bewonderen, die zelfs die van het vorige jaar nog overtrof. Toch voldeed de oogst geenszins aan de ver wachting. Alen moet evenwel bedenken, dat het bloeien der boomen een gevolg is van de verschillende toestanden in het voorjaar. Terwijl de vruchtvorming meer afhangt van het weer en wat daarmee samenhangt '5n zomer en herfst, schrijven wij '"den bloei toe aan de voorafgegane verzorging eu aan dc omstandigheid, of het vorige jaar alles mecwc-rkte ter begunstiging van de ontwikkeling der bloemknoppen. Men kan toch in den herfst al zien of deknop, die zich dan vertoont, con Mad of een bloem bevat. Bij groote boomen, die 's zomers aan de eene zijde in de schaduw, aan de andere in de zon staan, valt het niet moeilijk uit te maken, dat zich aan den schaduw kant voornamelijk blad-, aan den zonkant, talrijke bloemknoppen ontwikkelen, dus zal men wel tot de slotsom mogen komen, dat de zonnestralen de bloemknoppen doen ontspruiten. De ondervinding bevestigt dit ookplanten, die vele jaren in de schaduw zonder bloemen bleven, beginnen, als dc omringende boomen zijn weggehakt on zij in do volle zon staan, bloemknoppen te zotten en dragen dan ook bloesems en vruchten. Hoe het zonlicht, op de plant invloed oefent, is voorloopig nog nietuit- gomaakt. Al is een rijke bloesemvorrning natuur lijk een verwachte voor een goed vruchten- jaar, toch is ze nog geen waarborg daar voor; want vooreerst kunnen vorst of re gen in den bloeitjjd plotseling allo hoop op een goeden oogst vernietigen, hetzij door de vernieling der bloesems of door dat zij de insekten, die voor do bestm- ving zorgen, verre houdeneri ook kan droogte de oorzaak zijn van bet afvallen der bloesems. De vruchtboom gebruikt ge durende en na den bl'oeityd verbazend veel water; is hier gebrek "aan, 'dan val len de bloempjes af. Hot meest komt dit voor by boomen, die in een grasveld staan, daar het gras veel water verbruikt, Daarom wordt steeds aangeraden in den omtrek van vruchtboomen een plek zonder gras Ie laten. Men doet ook goed in droge tij den den grond van water to voorzien; daardoor voorkomt men meteen het steen achtig worden bij peren. Vallen in het begin voel vruchten af tengevolge van de droogte, in lateren tijd wordt dit meer bewerkt 'door de rupsen van den appelvlinder (carpocapsa po mo nd la) en pruimenvliiidcr (c funebrana). Dc eerste richten in dc pit-, de laatste in de steenvruchten groote verwoestingen aan doordat zij zich met het vlcesch der on rijpe vruchten voeden; de zoogenaamde wormstekige vruchten, verschrompelen of verwelken, worden schijnbaar rijp en val len af. 't Is opmerkenswaard;dat de wormste kige vruchten zoo gauw rijp worden, dat zal wel tc verklaren zijn door het streven vim den boom, om ondanks den aanval der insekten, te zorgen voor zijn voort planting; het is dus hetzelfde verschijnsel wat ook doodelijk gewonde hoornen heen zien, als ze nog in liun laatste dagen voel bloesems voortbrengen. Onverklaard islet dat wormstekige vruchten vroeg afvallen. AVuar ceii hoorn' ergens gekwetst Wordt, is altijd het streven op te Merken, de wowl door sterker sap toevoer Ie genezen, lij wormstekige vruchten schijnt daarontegm iedere sap toevoer op to houden, zoodat niit alleen haar groei s tils taat, maar dc vrucl- ten afvallen zonder verklaarbare roder, daar de steel niet door de insekten is bc- seb"jdJ?d. ■Op deze vraag as nog evenmin een aut woord te geven als op die waarom' oi 'snachts zooveel moer vruchten afvaller, dan overdag. AVie er toe in de gelegenheid is, zal opmerken, dat s' avonds in den boomgaard slechts hier cn daar een vrucht ligt., terwijl er 'smorgens, ook als or 's nachts niet veel wind'was, zesmaal zoo veel liggen. Dit vallen heeft nachts niet altijd in dezelfde mate plaats, maar liet neemt tegen zonsopgang toe. Het afvallen der vruchten is. evenals het latere afvallen ''der bladeren een gevolg van de langzamerhand afnemende levens kracht, terwijl de- sapstroomang in den herfst langzaam' vermindert. Onder liet rijpen der vrucht wordt de steel houtachtig en vormt op de aanhechtingsplaats een kurkachtigo laag. De vochtigheid der lucht in dennaclit bewerkt ten eerste een toenemen derkurk- laag en daarmee een..sterker afstoolen clan overdag; ook wordt het gewicht der vruch ten "door den opliggendcn dahw grooter, waardoor verklaard wordt dat er 's morgens, als het gedauwd heeft, veel meer vruchten liggen dan na droge nachten. MOUNET-SULLY. Eenige vrienden vroegen onlangs aan Mounet-Sully of hij hun het begin, van zijn loopbaan wilde vertellen. „01" antwoordde'de groote kunstenaar, „ik heb alles aan liet toeval tc danken." „Het toeval?" „Ja zeker: ik kwam uil. het Conserva toire; geen engagement; niets op betoog, dus was ik wel ecnigszins ontmoedigd;ik had Oreste gespeeld en wachtte ongedul dig op een andere rol, die niet kwam'. Dat wachten ontmoedigt iemand en toen er eenige maanden waren voorbijgegaan, had ik plan gemaakt het 'ooneclleven en zelfs Parijs maar -op te gevm; ik nam afscheid van mijn vrienden, pakte mijn boeken en kleeren in, zei mijn studeerkamer vaarwel, zond mijn bagage naar het station, en ter wijl ik wachtte op den trein, die tc mid dernacht zou vertrekken, wilde ik nog eens genieten van het door mij gedroomde le ven. 'Ik ging naar "het Théatr&Fran^aia; men gaf Ie'Misanthrope. Bressant speelde Alceste; ik had mij eenige rruden aan hem voorgesteld, en liij had» eenige belangstel ling in. my getoond; voor het gordijn op ging, begaf ik mij naar zijn loge om hem mijn besluit mee te declen en hem vaar wel te zeggen. „Alet Perrin?" „Ja, don administrateur I Hij' zoekt een treurspeler: ik sprak hem' over je, maar wist in de wereld niet, waar ik je zoeken moest... Zou je hier willen komen?" „Zeker, maar „Ga dan gauw mee. Misschien is Per rin nog niet weg." In een oogenblik was hij aangekleed en de gang in, ik hem achterna, heel, zenuw achtig; in de kamer van den administra teur zat een bediende te slapen. „Mijnheer Perrin?" „Is. er niet." „Is hij naar huis gegaan." „Neen, ik denk, dat hij op het tooncel ismaar haast u, hij' zal "den anderen kant teruggaan. Bressant en ik haastten ons naar het tooncel, vanwaar wij Perrin juist zagen vertrekken; een woord deed hem' stilstaan. „Alijnheer Perrin, hier is do jonge kun stenaar, over wieit ik u gesproken heb; hij zou gaarne eens een onderhoud met u bobben; wil u boni' dat toestaan en wan neer?" „Schikt het u morgen?" „Heel goed, morgen dus." En den volgenden dag na hot onder houd was» Mounet-Sully aangenomen bij het Th 6 aire - Fr an ?ai S'hij Jict zijn bagage te rughalen en de 'toehoorders waren dank baar aan de spoorregcliug van dden tijd. Als er een trein was gegaan om' achtuur in plaats van om' twaalf zou Mounet-Sully nooit de beroemd© tooncelspeler zijii ge worden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1906 | | pagina 10