BINNENLAND, V V Gemengd Nieuws. HIT WMfMlM.il gelokt en gekroesd. Bit kenmerk hangt sa men met de gcheelc beharing. Deze ver langt men fijn en lang en ook aan den hals gelokt. Er is, we merkten dit reeds bij hel melk vee op, verband tusschen beharing en de klierrijkhcid der huid en do meerdere of mindere ontwikkeling van hel onderhuids- bindweefsel. Wijl nu, zoonis we boven za gen, een sterke ontwikkeling van het laat ste, de vetgroei zeer bevordert, is er al licht verhand aan to wijzen tusschen haar groei en geschiktheid voor liet mesten. De fijne horens en de ijle lange beharing lm- hooren, als vormingen van denzelfden aard, bij elkander en hebben derhalve de zelfde waarde bij de beoordeeling. Het kossum snoot sterk ontwikkeld zijn. De ruime van ondcrluudsbindweefsol over vloedig voorziene huid laat zich daar goed onderkennon en bij de beoordeeling blijft het kossum dan ook nooit onbelast. Met de flanken (den vangst), de liezen, den srtaartwortel in de ribben behoort het tot wat men noemt de vetgrepen. Ook do staart moet fijn zijn evenals bij het melkvee doeh hij mag slechts middel matig lang zijn. Aan den staartpluim lvceht men hier minder waardeon toch moest ook hier, volgens sommiger redeneering, ook een flink gepluimden staart, een goed leeken zijn. Immers zoowel bij het mest- als bij het melkvee verlangt men een dunne huid en deze zal zeer gevoelig zijn, waardoor het dier buitengewoon veel last moet hebben van de vele insecten. Om deze te verdrijven, ge bruikt liet behalve dc tong. geregeld den staart. Nu zal elk lichaamsdeel door veelvul dig gebruik zich sterk ontwikkelen. Ik wees vroeger reeds op het groole gewicht (6^ KG.) van het hart bij Eneelschc renpaar den, terwijl in den regel dit orgaan slechts pl.m. 4 IvG. weegt. De snelle en krachtige bloedsomloop dwingt hij deze dieren het hart tot grooter werkzaamheid en daaruit is dan de sterke gewichtstoename van dit orgaan te verklaren. Bij diezelfde renpaarden heeft zich ook de borstkas verruimd, daar ook de longen in omvang zijn toegenomen. Om nu de borst holte toch voldoende te blijven beschermen heeft het zwaardvormig achter- of ondereind van het borstbeen zich verlengd. Zoo tracht men dergelijke afwijkingen en vervormingen te verklaren. De dunne, gevoelige huid, moet dus hij ons mest- en melkvee aanleiding gegeven hebben tot een flinken staartgroeï üefst nog wel met een pluim. Toch wordt, zooals ik reeds aangaf, alleen aan den staart wortel (vet- greep) meer aandacht geschonken. De fijnere staart met zijn kleinere kootjes wijst op een fijn beendergestel en heeft als zoodanig wel waarde. Nu is bij vroegrijp vee een fijn beendergestel regel, zoodat de vroeg rijpheid naar de zwaarte der bouten zich wel laat beoordeelen. Voor de beoordeeling van de vroegrijpheid bezitten we evenwel eenïge zeer opvallende kenmerken in de gerineere gestelhoogte, den kleinen kon en korten hals. Waar deze kenmerken dadelijk in het oog vallen, behoeft men werkelijk naar andere kenmerken voor de beoordeeling van 'deze ge- wenschte en belangrijke eigenschap niet om te zien. Zijn er nu nog meer kenmerken? Wel zeker, maar het is ermee als met enkele der reeds genoemdehun Vaarde voor een oor deelkundige vaststelling van een mest- of melktvpe, is uiterst gering. Daar komt voor ons nog bij. dat het mees te door ons gemeste vee ook wel degelijk tevens als melkvee van vrij goede kwaliteit is aan te merken. Het voornaamste streven in ons land is altijd geweest melkvee, maar dat niet onge schikt is om later gemest te worden. Hier dus staat het melktvpe voorop. In België is dat juist omgekeerd. Daar treedt liet mest- type meer op "den voorgrond en om dit zoo te vervormen, 'dat ook het melkgevend ver- de, maar er in werkelijkheid veel meer 'van begreep dan wij. De deur was' zachtjes geopend en Mina stond midden in de keuken, voor wij haar opmerkten. Met een enkelen blik begreep zij den toestand ze ging ons voorbij naar den anderen kant. j „Zijn mtoeder wil het dadelijk hebben,' sprak ze mot den rug naar ons gewend. Willem en ik stonden op zonder een woord te spreken en .gingen naar boven. Onze oude Mina beveelt in ons huis en wij schikken ons steeds naar haar. Ik legde het kind in Milly's bed en deze lachte dat onbeschrijfelijk, trotsch-tee- dere lachen der jonge moeders, dat den toeschouwrcr onwillekeurig aandoet. En een uur later, toen de dokter bij Milly was, kreeg ik een gedachte, die mij zoo prachtig toeleek, dat ik ze haast niet durfde uitdenken. Een oogenblik hield ik ze voor mij, daarna deelde ik ze aan Wil lem mee. „Willem," zei ik, terwijl ik hem onder zoekend aankeek. „Milly moet vannacht on gestoord slapen." Ik twijfelde niet, of Willemi zou mij da delijk begrijpen. Maar ik had me vergist. „Dat zullen we hopen," antwoordde hij, zonder in het minst te vermoeden, waar ik heen wilde. „Maar als de dokter nu zegt, dat ze veel behoefte heeft aan rust, en dat ze ook niet door het kind gestoord mag wor den?" ging ik voort. „Als het gaat schreien, kuil je naar de kamer gaan en het een beetje bedaren, stelde Willem voor. „Maar, man," riep ik boos over zooveel mogen meer tot ontwikkeling komt zal niet zoo gemakkelijk gaan. Vandaar dan ook dc vraag nog steeds in België naar melkvee uit Nederland ter verbetering van de melkpro ductie, een vraag, welke allicht eer toe dan af zal nemen. Laat ons zorgen aan die vraag te kunnen beantwoorden. Over onzen veehandel met het buitenland een volgende maal. Van het Hof. Uil Soesldijk wordt gemeld: 11. M. deKo ningin-Moeder heeft Donderdag aan een diner vcrecuigd graaf en gravin Beutinck, van Amerongen; jhr. 1L van Woede, Iïr, Mr. gezant te Rome, en mevrouw van Weede; gcneraal-majoor Petter, comman dant der 4c divisie infanterie te Amers foort enkele hoofdofficieren uit de gar nizoenen Utrecht en Amersfoort, zooomedc verschillende autoriteiten uit tie provincie Utrecht met lnmne dames. H, M. de- Koningin heeft aan een gebrek kig, arm meisje te Zaandam f30 geschon ken als bijdrage in de kosten van aankoop Conor naaimachine en van het v-olgen van een knipcursus. II. M. de Koningin-Moeder hcefL f40 ge schonken als bijdrage voor het aanschaf fen van een breimachine voor een ge brekkig meisje tc Amemuiden. Men meldt uit Apeldoorn: Hel is vrij zeker, dat II. M. de Koningin, die zich nog steeds zeer in acht moet nemen, de Stafen-Generaal dit jaar niet.in persoon zal openen. Men meldt uit Apeldoorn: Op den verjaardag van H. M. do Ko ningin zal er geen diner ten paleize zijn, maar een déjeuner. De gasten arriveeren per extra-trein omi één uur en vertrekken om 5.25 H. M. de Koningin-Moeder konn 30 dezer op 't Loo en vertrekt 1 September. Om het Loo. Naar aanleiding van het bericht in de „N. Zutph. Ct.", waarin betoogd werd, dat de bewaking van H. M. de Koningin op Het Loo onvoldoende is, schrijft de corres pondent te Apeldoorn van het „N, v. d. D." het volgende „Niet dan met groote bevreemding en schouderophalen heetf men te Apeldoorn dit zonderlinge nieuws gelezen, en zeker zou ik er het zwijgen toe hebben bewaard, ware het niet dat bedoelde correspondentie aanleiding heeft gegeven tot allerlei verkeerde gevolg-, trekkingen en plannen, welke laatste zeker op een teleurstelling zullen uitloopen. Tot aller geruststelling kan worden mede gedeeld, dat de bewakingsdienst, zoo buiten als binnen het paleis Het Loo, en in het Ko ninklijk Parkj sedert de laatste jaren bij zonder verscherpt is. Waar deuren of hekken met het oog op de gewone werkzaamheden korten tijd open staan, ontbreekt ook liet vereischte toezicht niet, en wie we! eens een bezoek bracht ten Paleize, of ongemerkt het Kon. Park wilde binnengaan, zal zeker ervaren hebben, dat de beambten op hun post waren. Zonderling is 't, dat de schrijver in de „N. Z. Crt." niets schijnt te weten van den recherche-dienst op Het Loo, wiens sur- Vfillance-systeem we, voorzichtigheidshalve, niet zuilen uiteenzetten, maar van welks be ambten (allen uitgezonden door de hoofd bureaus: in de groote sleden) 't bekend is, dat zij niet alleen toezicht houden op Het Loo. maar ook op alle wegen in den naas ten en verren omtrek, op de internationale tremen, welke Apeldoorn aandoen, etc. Me nige aanhouding van vreemdelingen zonder domthleid, „begrijp je dan niet? Misschien zorrien wc het kind den heelen nacht bij on; kunnen houden!" Verrast keek hij od. „Zouden we dra heusch kunnen doen?" vroeg hij zacntjes, zooais men vraagt naar iets, wat men vurig' wenseht. „Zeker," verklaarde :k. Toen wij den dokter hoorden komen, wachtten wij hem tins beiden aan de trap op. Ik weet niet ineor, wat we zc'iden, maar hij begreep ons, want hij knikteen lachte vcelbetcekenend. „Zeker, het zou een daad van barm hartigheid zijn, als u dezen penen nacht op het kind paste. Het vrouwtje moet zich gezond slapen." „liet is natuurlijk alleen om! ons nichtje," zei ik waardig. „Dat begrijp ik," zei hij met een ern stig gezicht, groep zijn hoed en ging weg. Iets schoen homl sterk aan te doen en ik vreesde, dat Milly ernstig "ziek was. Willem en ik konden, bijna niet gauw genoeg boven komen. Natuurlijk moesten we Mina in ons plan inwijden. Zo kwam juist aan met het spiritusstel en. de melk en wij beken,den haar onder sidderen an boveri wat wij voor hadden. Ze keek ons zeer verontwaardigd aan en telde daarna op "haar bruine vingers' op, wat ons in den nacht overkomen, zou. „Geen minuut slaap voor mevrouw en meneer. Morgen vroeg allebei hoofdpijn. Hoesten en niezen en rheumatiek, omdat u alle vijf minuten het bed uitmoet. En het wurm, natuurlijk in het bed gestikt1!" We maakten een gebaar van ontzetting. „Maar Mina, hoe kun je zoo iets zeg- gen?" middel van bestaan of van verdachte indivi duen is reeds te danken aan de waakzaam heid dezer rechercheur». Weet de' schrijver in do ,,N. Z. Ct." ook niets van den bewakingsdienst der Kon. ma rechaussees te Apeldoorn en is 't hem onbe kend, dat, gedurende de aanwezigheid van 't Hof op ITet Loo, te Iloog-Soeren een bri gade dor marechaussees is gevestigd, zooals van zelf spreekt ter surveillance in de Soe- rensche en Loosche hosselen, de omgeving van het Kor. Park en het Kon. Achterpark, waar II. M. en Z. K, II. zich veel op houden Wel geschiedt, het toezicht zoo onopge merkt mogelijk, zonder dut 't ooit de aan dacht, trekt, zelfs niet van II. M., maar dit belet niet, dat ieder die in Apeldoorn een weinig meeleeft, weet wat in de omgeving van Paleis en Kon. Park voorvalt, weet, dat, ook des nachts, de „bewaker met zijn duf- felsche jas" daar niet alleen staat. Zoolang het toezicht op Tiet Loo geregeld is als heden ten dage, mag zelfs de minste bezorgdheid misplaatst booten on is bewa king in anderen vorm zeker onnoodig. Onder do surveillanten zijn ook de oud gedienden flink vertegenwoordigd, getuige het korps Parkwachters van wie nog niot werd gesproken -vóór het Paleis, allen man nen naar het ideaal van zekeren inzender in het j,Koloniaal Weekblad" veteranen met forsche knevels en snorrebaarden, de breede borsten behangen met blinkend eere-metaal, houding stood.-» onberispelijk militair. Het vaderland kan dus voorloopig rustig zijn." liet woord is nu weer aan de „Nieuwe Zutph. Ct." Schade bjj den Enssiscli-Japanscheii oorlog. Blijkens bericht van Harer Majesteits ge zantschap te St. Petersburg is in de „St. Petersburger Zeilung" van 30 Juli12 Augustus j 1., ecu mededeeling opgenomen nopens het indienen van vorderingen we gens schade, geleden tijdens den Russisch- .Tnpanschcn oorlog, waarvan de vertaling luidt als volgt.: „De hij Keizerlijke oekase ingestelde bij zondere commissie ter beslissing in zake de door den Russisch-Japanschen oorlog in het leven geroepen vorderingen op (le schatkist, brengt 'ter kennis van belangheb benden, dat zij zitting houdt te St. Poters- burg in het Maria-paleis, bij de Blauwe Brug, en dat alle schriftelijke verklaringen nopens door den Russisch-Japanschen oor log veroorzaakte verliezen van eigendom men daarheen opgezonden moeien worden, alsmede dat de aan andere autoriteiten overgelegde verklaringen nopens bedoelde verliezen, aan de commissie door deze autoriteiten worden toegezonden zonder daartoe strekkend bijzonder verzoek dei- inzenders." („Stct.") Toelating In Mantsjoerlje. Blijkens mededeeling van Harer Maje steits gezantschap te Tokio moeten, inge volge een tusschen de opperbevelhebbers der Japansche en Russische bezettingslegers in Mantsjoerije getroffen regeling, personen die voornoemde landstreek wenschen te bezoe ken, hiertoe vergunning aanvragen onder opgave van naam, nationaliteit, beroep, als mede van plaats van bestemming. („Stct.") Herstellingsoorden. Van de Noderlandsche Vereeniging tot het oprichten en instandhouden van Her stellingsoorden voor Handels- en Kantoor bedienden en Handelsreizigers, omvangen wij hel volgende communiqué naar aan leiding van hel verlaten der vergadering van de Amslerdamsehe Propaganda-com- niissie Woensdag 22 dezer vergaderde le Rotter dam het Bestuur van de 'Nederlandsche Vereeniging tot het Oprichten en Lnstand- tk bracht het kind naar onze slaapka mer om hot uit tc kleeden. De kamer was aangenaam verwarmd en verlicht. Opeen tafeltje bij het bed stonden melk en fles- schen wal slond dat vreemd, daar waar zoo lang niets dan rndjn bijbel had gelegen. Het kind sliep, toen we het van Milly af namen; maar 'het werd, wakker, 'lachte ons toe en speelde met z-ijn ivoien ring. Ik trok het de kleertjes uil en mijn arme "oude 'handen werden weer vlug als vroe ger. Willem' wou het de sokjes en kousjes uittrekken. Daarna pakten wet bet warm in en legden liet in ons groote lied. En Willem was langen tijd bezig met het toe dekken en lachte daarbij genoeglijk voor zich heen. We waren van plan geweest, nog wat te lezen en we gaven ons de grootste moeite, maar het was ons onmogelijk on ze oogon, laat staan onze gedachten, opliet boek "gericht te houden. Mina slak het hoofd omi de deur. j „Mevrouw moet de lamp maar laten branden," sprak ze brommerig' alsof we haar raad noodig hadden„en roep mij maar als het schreit." Om de waarheid te zeggen, ik verlangd j er 'naar het 'kleine kopje tegen mij aan te voelen, en er was 'geen enkele re den, waarom ik niet aan dat verlangen toe zou geven. Zoo gauw waren we in ..g niet in bed gekomen t-n daa/r lag ik nu met het warme lichaampje tegen mij aan. Ik lag heel stil en luisterde naar hel rustige, zachte ademhalen, naar hot bijna onhoorbare bewegen, dat zijn eigen taal spreekt. Om twaalf uur stond ik op, om het kind drinken te geven, en terwijl ik houden van Herstellingsoorden voor Han dels- en Kantoorbedienden en Handelsrei zigers. Algemeen laakte men hel gedrag van de leden der Amslerdamsehe propaganda-com- rnissie op do buitengewone algemeene ver gadering van 5 Augustus 1.1. De maatregelen, door het Dagelijksch Be stuur genomen ter beëindiging van het ge schil, werden goedgekeurd. 'De functies werden verdeeld en do roos ter van aftreding als volgt opgemaakt: K. A. Warmenhovcu Jr., voorzitter, aflr. 1909; M. .T. van Vel zen, vice-voorzitter, aflr. 1909; N. A, A. Kampman, le secre taris, aflr, 1907; li. Triezenberg, 2e se cretaris, aftr. 1907; C. Buitenhuis, pen ningmeester, aftr. 1908; W. J. J, Velders, aftr. 1909; Jac. Verbergt, aftr. 1908. Na afdoening van enkele huishoudelijke zaken werd de vergadering gesloten. Dir. bel., lnvoerr. en accijnzen. Bij de rijks directbelastingen benoemd tot kommies-verificateur: ingang 1 Oct. 1906: tc Lohith, J. D. van den Biggelaar, koms. 2e kl. te Raarle-Nassaute Hoogezatid, G. Wierenga, koms. 2e kl. te AVedde; te Zwolle, 0. A. Iluijtker, koms. 2e kl. te Eindhoven. Verplaatst: ingang 1 September: H. Smit, koms. 2e kl, van Budel naar Deerne J. L. Adams, idem, van Eindhoven naar Maastricht; J. C. Ilessing, idem, van Kerk rede naar Maastricht; II. J. Videier, idem, van Vlaardingea (tijd.) naar Amstenrade<T. II. Reiber, koms. 3e kt., van Amstenrade naar Maastricht. Ingang 1 October 1906: C. J. van der Ent, verific. Arnhem, 's-GravenhageCr. J. Berenschot, idem Rotterdam (tijd), Haar lem; D. K. Bosgra, kom.-verific., Rotter dam, 's-GravenhageJ. L. de Boer, idem Iloogezand, RotterdamW. F. van Riet schoten idem Breda, idem; II. Broekman, idem Zwolle, Arnhem-J. D. Meilink, idem de Kempen, Breda; A. Feringa, koms. 2c kl. Vaals, Lobith; C. M. van Poelje, koms. t. w. 2e kl. Amb.-rech. 2e afd. id. („W. V. d. A. d. a. b.") Na de overstrooming. Men schrijft uit Ilontenisse Ruim vijl' maanden zijn verloopen na den noodlottigen vloed van 12 Maart en nog zijn de uitwerkselen van dien vloed goed merk- mnar. In den Zandpolder ligt een groot ge deelte van den grond onbebouwd, terwijl daar, waar haver, gerst of tarwe gezaaid is, deze klein van stroo gebleven is. In den Wilhelmuspolder is het zuidelijk gedeelte met koolzaad bezaaid, terwijl het meer noordelijk gedeelte nog woest en on bebouwd ligt. Men is daar bezig de zand laag, die op sommige plaatsen eenige deci meters dik _,is, weg te nemen, waardoor de kleilaag weder voor den dag komt. Ook hier is men voornemens nog koolzaad uit te zaaien. De Zeedijk aan den Wilhelmuspolder, waar de groote doorbraak plaats had, is bijna gereed. De geheele Zeedijk aldaar, nlsmedo die om den Kruispolder, zal aan merkelijk verhoogd worden. De gestoorde begrafenis. Ook het Centraal blad voor Israëlieten in Nederland behelst een relaas betreffende het gebeurde bij de begrafenis van den heer M. M. Frank, te Nijmegen. De redactie heeft zich, naar zij mede deelt, tot betrouwbare zijde omi inlichtin gen gewend, en vernam', dat een schrijven is gericht lot den garnizoenskonnnandant to Nijmegen, waarin de volgende lezing van het geval wordt, gegeven: Toen de lijkstoet op het Keizer Karei- plein was gekomen, en langs den Groes- beekschcn weg zijn tocht moest vervol gen, kwam een talrijke troep manschappen de melk Warmde, schreide het een beetje; Willem herhaalde zijn spelletje met de lu cifers en hel lachte hem 'toe en 'sliep weer in. Om vijf uur dezelfde geschiedenis en in dien tijd had ik geen oog toegedaan. Wie zal mij dat kwalijk nemen Er gin gen zulke piettige beelden aan mijn oog voorbij dag voor dag doorleefde ik weer het jaar, waarin hel ons vergund was ge weest ons eigen kind te verzorgen. Slapen Mij het genoegen het. kind in mijn armen te voelen verkorten? Dat zou ik niet graag gedaan hebben! Na het aanbreken van den dag werd de kleine wakker. Het. had goed geslapen en lag nu met wijd geopende blauwe oogen met zijn vuistje te spelen. Den heelen nacht had ik aan iets) gedacht, waarover ik nu tegen Willem! sprak. „Weet je nog wat in de la van mijn kleer kast ligt?" vroeg ik. „Ja," antwoordde "hij;dadelijk. „Daar heb ik al aan gedacht." „Zullen wij ze het kind eens aantrek ken?" stelde ik voor, „iDal heb jk' ook al gedacht," antwoord de Willem. De kamer was goed verwarmd, we had den de kachel niet laten uitgaan. We kleed den ons vlug aan, zetten onze stoelen bij do kachel en Willem haalde (1e la met do kleertjes van onzen kleinen lieveling. Ik 'nam een, geborduurd jurkje, dat ik zelf gewerkt had en trok het Milly's kindje over zijn nachtponnetje aan. En het klein tje was zoo lief en lachte en kraaide en drukte zich tegen mij aan en we von den een langen, witten, mantel., dien ik zelf geborduurd had en een mutsje, ook mïjn werk. En toen ik den kleinen aam van het regiment, dat onder uw commando staat, den Oranjosingel af. De politie-agent, die onzen stoet vergezelde, maakte don hoofdofficier, majoor Colette, opmerkzaam op de naderende begrafenisplechtigheid, snaar kreeg een zoodanig antwoord, dat hij tot onzen voorloopcr zeirle: „het is groot schandaal, ik kan er mets aan doen." En toen gebeurde iels, dat men voor onmogelijk zou houden. Niet alleen, dat de militairen door don lijkstoet heen vooiit- trokken, maar deze ordeverstoring ge- schiedde ónder de tonen van muziek, die ongeveer op bet oogenblik van de bot sing scheen gecommandeerd te zijn. Mijn broeder, die uit liet eerste volgrijituïg was gekomen, om den majoor te verzoeken niet op deze wijze voort le gaan, kreeg Len ant woord: „Ik ben hier niet te spreken." Er ontstond een onbeschrijflijke verwar ring en onzo voorlooper, de heer 11. v, d. Wijk, werd zelfs, met het geweer ge dreigd." De kolonel-commandant heeft op deze missive reeds geantwoord en een ernstig onderzoek toegezegd. Door den dienstdoenden agent van poli tie is ook rapport opgemaakt, waarvan waarschijnlijk het gevolg zal zijn een klacht, bij den officier van justitie teArn- houl, wegens overtreding van art. 1-16 van het Wetboek van Strafrecht. De com missaris van politie heeft reeds enkele ge tuigen gehoord, waaronder den heer Frank, zoon van den overledene, die bovenaange haald schrijven verzonden heeft. Zelfs de kunst moet wijken. Ongelooflijk, maar waar noemt onze zegs man het feit, dat in de mooie huizinge op den Kneuterdijk te 's-Hage, waar „Arts and Crafts" gevestigd is geweest, eenzg. Académie (le Billard zali" komen. Wij hopen, zegt het „Vad.", behalve voor onze stad, ook voor de buurt, dat het toch onjuist zal blijken! Een leelijk koopje. Als je aan iemand een fiets wil veikoo- pen en de adspirant-kooper komt dan ha een paar dagen terug met je fiets, die dui delijke kerdeekenen draagt, dat ze in de verdrukking heeft gezeten, of duidelijker gezegd, dat ze door een auto is gehavend geworden, en de man je dan kalni-weg ver telt, dat-ie van je fiets niets meer moet '.(eb ben, dan is dat tocli wel een reden om ge weldig boos te worden. Of dat nu echter een optreden wettigt als Hat van den per soon, wien gisterenmorgen bovenstaand geval overkwam, is nog zeer de vraag. De fietsverkooper in kwestie nam name lijk den kooper in spê, die hem het koopje geleverd had, zóó onderhanden, dat 's mans gezicht blauwe plekken en 's mans lippen roode wonden vertoonden. Gelukkig was de moeder van een der jon gelingen in de buurt om hofje van arbitrage te spelen. Bnrvoets kwam ze haar woning on de Oostveat uit en limiteerde zóó netjes haar attribuut van nijvere huisvrouw den stof fer dat de twistenden in een minimum van tijd „uit elkander" geslagen waren („Haarl. Dblrl") Een paradijs voor vrouwen. Vijf jongelingen uit Friesland, thans wo nende te Oneida (Amerika) hebben in een Friesch blad een advertentie geplaatst, waarin zij ieder een meisje ten huwelijk vragen, omdat"zij" in hun woonplaats moei lijk een huwelijk kunnen sluiten, daar er twintig jongelingen on slechts acht huw bare meisjes zijn. Uit den trein gesprongen. „De Vrije Hollander" (Oranje, City, Iowa) schrijft: Marie II., oud 05 jaar, van Friesland door de mouw wou steken, draaide en keerde hij zich, zooalsi ieder kinderarmpje het zeker doet, mUax zooalsi iik het maar mn één gezien had en toen het rose haritlj© uit de mouw te voorschijn kwam, kuste Willem'-.hot juist als vtroeger, voor jaren. „Klaar," zei ik, „Kijk nu eens, Willem!" Ik hield Milly's kindje op mijn schoot, irtet den rug naar ons toe. Het witte man- tefl'tje, het muitsje met de bloem op zij en do kant ei1 om! Willem vlijde zich te gen mjj aan en we schreiden samen, geen tranen van smart, maar van verlangen eu hoop op het toekomstige loven. We merkten niet, dat Mina met onze koffie binnenkwam. Zo zag de la op den grond en den inhoud ervan om' ons. heen. Ze wist wat. dat alles was, want ze had ons ventje ook op den aam' gedragen en hem niet vergeten. Een oogenblik stond ze stjltoen zette ze het blad op de tafel. „Hier is de koffie," zei ze m&i onbewo gen stem en ze was de kamer uit, voor we een woord konden spreken. Dadelijk 'daarna het kind schreide en ik 'legde het 'in Will ems turnen, om Mina toe te roepen, dat ze versehe m'elk hoven zou brengen ging ik naar de gang on daar vond ik Mina, onze oude dienstbode, tegen den muur staan schreien, alsof haar hart zou breken. Ik legde mijn hand op haar schouder,' maar zij weerde mij hef tig af. „Laat mij met fust," zei ze, terwijl zo het grijze hoofd schudde, „ga iveg en laat mij met rust,"

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1906 | | pagina 6