60"° Jaargang Zondag 2 September 1906. No. 12173 Tweede Blad De Blauwe Halsketting1. Uit de Pers. Deze courant verschijnt dagelijks,met uitzondering van Zon-en Feestdagen. Prijs per kwaï taalVoor Schiedam en V1 a a r d in g en fl. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per week: Voor Schiedam en VIaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor hel eerstvolgend nummer moeten des tniddags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Ifaven.) Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl, 0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsda g-, Donderdag-en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen, tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan "het Bureau te voldoen. Interc- Telefoon voor de Redactie No. 123. voor de Administratie No. 103. ENGEIiSCIlE BRIEVEN. Van onzen Londenschen medewerker. Wie in Londen eens een oogenblik wil uitrusten van de drukte, hot rumoerden stad, kan allicht een of andere square, of wel een verlaten kerkhof tot parkje ver anderd vinden. En wie in de buurt is van den „Temple", gaat natuurlijk bij voorkeur daarheen, oin in een van do vele „courts", onder lommerrijke boomen, bij', een frisch klaterende fontein Londen te vergeten. 't Is Jammer, dal de „Temple" al knap jes oud wordt, zoodat men aanhoudend aan 't 'herstellen is, nu hier, dan daar. Zoo is men nu weer bezig met Essex Court, vlak bij Essex Süeel, dat aan de noord zijde aan '1 inzakken is. Essex Court is nog betrekkelijk jong, daar de gebouwen van 1G77 dateeren. Verder is gebleken, dat de zoogenaamde „Plowding Buildings", die uit de dagen van koningin Elizabeth her komstig zijn, erg aan 't vervallen zijn. En tot overmaat van ramp is een groote scheur ontdekt in Brick Bourt, waar alle Neder landers 'heengaan, ter eere van de nage dachtenis van Oliver Goldsmith, den schrijver van den „Vicar of Wakefield", welke daar zijn kamer had. In sommige deelen van B'orick Court kan men mooi zwart eikenhouten paneelen zien, vooral in No. 3, dat in 1706 na mi brand her bouwd is. De gebouwen in Inner Temple Lane, daar vlak bij, waar dei groote woordenboek schrijver, Samuel Johnson, gewoond heeft, zijn reeds lang verdwenen en van andere groote mannen uit Engeland's letterkunde: Raleigh, Beaumont, Fletcher, Burke, She ridan, Weet niemand met eenige zekerheid te zeggen, Waar ze precies woonden. Dat komt omdat de broederschap van advocaten, aan wie de Tempte tegenwoor dig behoort, zich sedert jaar en dag ver bet "hebben tegen het plaatsen van gedenk- steenen in de gevels. Jlen schijnt nu in dit opzicht meegaander te worden, ten minste Goldsmith's oude verblijf is tegen woordig te vinden. De Temple is tegenwoordig naar reeds •liieïboven is opgemerkt, een der hoofd kwartieren der rechtsgeleerde wereld, wel ke op allerlei wijzen ook met slechte en oneerlijke mensehen in aanraking komt, hetzij om' zo 1e vervolgen, hetzij om ze te verdedigen. Djt laatste zal een man noodig hebben, die al een zeer ongewoon terrein voor zijn Werkzaamheden uitkoos. Door hem bleek! dat men tot zelfs in Mevrouw Pinkney Darrcll was jong, mooi en pas getrouwd; om al welke redenen de heer Pinkney Darrell zijn uiterste bost deed, om het haar naar den zin te maken. Alleen daarom want hij had er volstrekt geen lust in ging hij naar haar rijken oom, Benjamin Ford, zoodra hij hoorde dut ge noemde oom uit Europa was teruggekeerd; en hij haastte zich nu naar zijn eigen huis in de voorstad, met een pakje in zijl zak, een boek in zijn hand en een knorrige uit drukking in zijn oog. „Naar den duivel met oom Benjamin bromde hij binnensmonds. „Wat hoeft hij Polly iets te sturen. Daarom ging ik niet naar hem toe Op die onvriendelijke manier nam de heer Barrel!, die een niet noemenswaard inkomen had, de vriendelijkheid op van een heer wiens vermogen angstwekkend groot was. „Je oom Benjamin is terug,vertelde hij thuis. „Ik heb hem verwelkomd. Hij zond ja iets en leende mij een boek." Terwijl het mooie jonge vrouwtje het pakje openmaakte, legde do heer Darrell het boek onnoodig heftig neer het is onaangenaam niet een boek te worden opgescheept, waarom 'nen niet gevraagd heeft en dat men niet" verlangnt te lezen - zoodat er een snippcr- lie papier uitviel. De heer Darrell raapte bot oq_, maar keek het niet dadelijk in. Polly had het pakje opengemaakt en uitte een kreet van vreugde. „Een ketting," riep ze, opgetogen als een kind. „Een blauwe kettingDenk je, dat het turkooizen zijn? Dan zijn ze verbazend .Veel waard. Wat een prachtige ketting St. Paul's Kathedraal niet veilig schijnt te wezen voor dieven. Vrijdagmorgen kon men er ten minste het ongewone schouw spel genieten van een oude dame, die jacht maakte op een kerel, onder luid geroep van „Stop thief": „houdt den dief", dat daar ter plaatse een zeer cigenaardigen indruk maakte. Hij had haar beurs weg gepakt en werd zelf even buiten de kerk aangehouden. Dat deze dingen kunnen ge beuren, is een gevolg van de gewoonte om hier de kerken den ganschen dag open te laten (alleen 's Zondags zijn ze geslo ten buiten de enkele uren van den dienst). Daardoor verzamelen zich er allerlei schooiers, die op de banken gaan zitten dutten en het er lekker koel hebben. Dat een dief een kerk tot operalieter- rein kiest, is trouwens vaker vertoond. Doch die heeren laten het niet daarbij. Een van de nieuwste ram'pcn toch waar mee de beschaving ons bezoekt, is onge twijfeld de inbreker die per automobiel de plaats zijner bestemming weel te bereiken en te verlaten. Aan den oostkant van Lon den reist een bende stelselmatig de dorpen op die manier af, halen in één nacht uit tal van huizen weg wat van hunne ga ding is en verdwijneen spoorloos. De in woners durven haast niet te gaan slapen, organisceren vrijwilügerswachten en de po litie uit Londen heeft haar knapste detec tives uitgezoriden om' de bende te vangen, doch tot nu toe zonder eonigen uitslag, 't Is een eigenaardige „vooruitgang" voor de gemaskerde straatroovers, die te paard der burgerij het leven onaangenaam maakt tot deze tuf-luf-roovers, die ook' wel mas kers zullen dragen, tegen het stof welis waar, doch oven afdoende om niet herkend te worden. Zelfs dure petroleum zal hen niet hinde ren; desnoods stelen ze dien. ook. De petroleum is namelijk opgeslagen en nu zoo duur, dat, naar deskundigen be weren, het niet mogelijk' is de motor-om nibussen met winst te laten loopen. In zeker opzicht zou het niet onaangenaam wezen, wanneer die voertuigen maar weer verdwenen. Niet alleen maken ze een vree- selijk leven, doch de grap van Punch is ook volkomen te waardeoren voor wie ze kent. liet sportblad verzekerde onlangs, dat ze gedreven worden door stank. Doch waar schijnlijk is 't, dat de fabrikanten al doende leeren en omnibussen zullen bouwen, die de kwalen der tegenwoordige missen en bovendien minder brandstof noodig hebben. Wie zoo'n bus ziet vullen merkt trouwens ook op, dat de man daarmee belast, dit meestal zoo ruw doet, dat er meer naast dan ingegoten wordt. Dat een inbreker gebruik maakt van een automobiel, om gauw uit de voeten te komen, is ten minste in den geest des lijcis. Doch Ze deed hem om voor den spiegel en ging voort: „Hij past niet goed bij mijn katoenen blouse, ik zal nu nieuwe toiletten moeten aanschaffen. Wat een vreemd vlekje is er in de grootste kraal De heer Darrel had geen woord gespro- kon. Hij keek naar het stukje papier, dat uit oom Benjamin's boek wns gevallen. „l'olly," sprak hij nu aarzelend, „ik ge loof niet, dat het turkooizen zijn. Dit is een kwitantie en het schijnt Ze ging naar hein toe en keek naar de kwitantie. „Een halsketting 1.50 dollar", stond er op met den naam van den koopman. Mevrouw Darrell ging achteruit en keek haar num met vlammende oogen aan. „Zond hij met al zijn geld mij zoo'n goedkoop ding?" vroeg ze half ongeloovig. „Nu, 't is zoo beter, Polly," zej meneer Darrel troostend. „Als bet geweest was, wat je dacht zouden we er ons nooit naar heb ben kunnen kleeden. Verbeeld je dat dit pak van mij moest uitgaan in gezelschap van een turkooizen halskettingtwee jaargelden als het mijne zouden niet voldoende zijn ge weest om je hoeden en handschoenen te koo- pen, gezwegen nog van al het andere moois. Geef er maar niets om. Je hoeft dit ding niet te dragen." Mevrouw Darrel maakte den ketting los en liep er haastig mee naar de keuken. Toen ze terug kwam waren haar handen leeg. „Wat heb je er mee gedaan?" vroeg de heer Darrel nieuwsgierig. „Ik heb hem in den asebbak gegooid," antwoordde zijn vrouw en ze gingen aan de gezellige tafel zitten. Na eenige oogenblikken bracht de jonge vrouw, haar zakdoek naar de oogen. „Als hij me niets gestuurd had, zou ik minder begrijpelijk is hot, dat de LonJonaars te hoop loopen om iemand op een schildpad door het water te zien „rijden". De beruchte ,.do Rougemont", die destijds allerlei ontdek kingsreizen in Australië uit zijn duim zoog, vertoont die meest nuttelooze wijze van rei zen. 'k Was Vrijdag j.l. toevallig in het sta tion der Midland Railway, toen ik een „kruier" zag aankomen met een grooten schildpad op zijn handwagen. ITct dier werd naar den eonducleurs-waggon gebracht cn kroop daar kalm in een hoek. Zijn baas gaat er moe naar Liverpool, om zijn waterrijkunst te vertoonen't is een vrij onwaardige ver tooning voor een grijsaard, van de Rouge- mont'a leeftijd, doch cr schijnen altijd men- schon te vinden te zijn die er geld voor over hebben zoo iets te zien. Meer begrijpelijk is het dat de menschon hier (en elders) dol zijn op dc moderne manieren om muziek voort te brengen en altijd met troepen voor gramo- phonwinkek staan te luisteren. Sousa, zoo welbekend door de opgewekte en opwekkende marschen die hij gecomponeerd heeft en nog steeds componeert, en die tevens grooten naam heeft gemaakt als orchest-di- recteur, is nu begonnen met een beweging tegen wat hij noemt „Canned music"mu ziek in blikjes, of blikjesinuziek, Hij bedoelt daarmee alle muziek welke Moor middel van werktuigen als pianola's, gramophonen en soortgelijke hulpmiddelen worden bewaard en als 't noodig is, uitgevoerd. Sousa beweert, niet ten onrechte, dat die dingen den smaak boderven en het publiek onvatbaar maken, echte artisten le waardeoren. Bovendien vreest hij dat het muziekonderwijs er zoo weinig winstgevend door zal worden, dat er te eeni- ger tijd geen goed onderwijs meer zal te krij gen zijri en geen artisten meer kunnen wor den opgeleid. Inconsequentie Op een eigenaardig staaltje van inconse quentie van dr. Kuyper is do/er dagen gewe zen. De „Limburger Koerier" gaf daartoe aan leiding door de volgende mededeeling: Onder het Kabinet Kuyper word den IGen Maart 1903 krachtens art. 4, der Arbeidswet een algemeens mnatrtgcl van bestuur afge kondigd, welke ernstige moeilijkheden ople verde voor de twee groote ceramische fabrie ken „De Sphinx" en „De Cerainipuc" te Maastricht. De directeuren dezer fabrieken deden van hun bezwaren mededeeling aan Minister Kuyper op een audiëntie, bij welke gelegenheid zij uiteenzetten, dat dwang tot strenge toepassing der voorschriften, in dat Kou. besluit opgenomen, hen in de treurige noodzakelijkheid zou brengen, hun fabrieken stop te zetten. „Minister Kuyper zoo schrijft de „Lim- hot best gevonden hebbensnikte zij. „Maar hij lette zelfs niet op de uitnoodiging voor onze bruiloft en om mij met al zijn geld zoo'n goedkoop lor te sturen het is beneden alles John Smith was een klein vuil ventje met een vurig erlangen naar een wagentje. Hij kreeg een weekloon van mevrouw Darrel om boodschappen voor haar te doen hij over haastte zich daarbij niet - en niet zoodra had hij zijn weekgeld ontvangen, of zijn grootmoeder nam het hem af-met de woor den „John, geef mij dat geld, dan kan ik er je schoenen van laten verzolen." John kon dus nooit denken aan sparen voor zijn wagentje. Maar hij was eerlijk. Hij kwam naar mevrouw Darrcll met de hand op den rug, in welke hand hij iets vastgeklemd hield. „Ik heb iets in den aschbak gevonden," zei hij. „Zeker van u." En hij liet den blauwen ketting zien. „O, ik dacht, dat ik dat ding kwijt was," mompelde mevrouw Darrell bij zichzelf. Daar na sprak ze hardop „Je mag hem houden John. Ik heb hem in den aschbak gegooid, omdat ik hem niet langer wou hebben." - Met een blik van verstandhouding ver dween John. Er sprak verwachting uit rijn oogen. „Wat zou John 1 aan een ketting heb ben?" vroeg mevrouw Darrell zich glim lachend af. Ze was geheel verzoend met oom Benjamin. Hot was niet aardig van hem, dat hij haar zoo'n vod had gestuurd maar het was beter dan het kostbare geschenk, waar van ze een oogenblik gedroomd hnd. Een week later reed John met het verlang de wagentje over straat. Mevrouw Darrel vroeg hem; burger Koerier hoorde de bezwaren met belangstelling aan, beloofde binnen korten tijd in Maastricht te komen, deed aldus en logde bezoeken af zoowel op „De Sphinx" als op „De Ccramique"." Wel is naar aanleiding van deze bezoeken het koninklijk besluit niet ingetrokken, doch er word sinds niet over gevallen, dat de di recties der betreffende instellingen 't Kon. besluit deden naleven voor zoover cenigszins doenlijk was, om overigens 't absoluut on doenlijke na te laten." Thans is deze quaestie opnieuw branden de geworden ten gevolge van een bezoek van den nieuwen arbeidsinspecteur in de tweede inspectie. De „Ainhemsclie Courant" nu vergeleek do handelwijze van dr. Kuyper tegenover de Maastrichtsche aardewerkfabrieken met zijn optreden tegenover de hnringspeetsters. „Ondanks het verbod van nachtarbeid voor vrouwen, had in verschillende plaatsjes aan de Zuiderzee het bij nacht speten van bok king in de haringrookerijen door vrouwen on afgebroken plaats gehad onder het Minister schap van den heer Lely, en groot was de verontwaardiging over deze oogluikend toege laten wetsovertreding; op dien grond vooral werd de noodzakelijkheid van het ongelukki ge Speetwetje verdedigd. Inderdaad was deze handelwijze van den Minister Lely en zijn onmiddellijke voorgangers een opzettelijke wetsehennis, wat voorzeker in geen geval te rechtvaardigen iseen andere vraag echter was, of daarom op het wettelijk verbod van vrouwenarbeid bij nacht moest worden terug gekomen en niet een overgangsmaatregel vol doende geweest ware om dit bedrijf na eoni gen tijd in overeenstemming te brengen met de wet. Maar wat den Minister Lely met het volste recht tot grief gemaakt werd, 't werd ter zake van de aardewerknijverheid te Maas tricht door den voorsteller van het Speetwetje geduld en toegelaten; een wijziging der voor die nijverheid hinderlijke bepalingen word door den Minister Kuyper niet uitgelokt, maar „er werd sinds niet over gevallen, dat de directies der betreffende instellingen" het kon. besluit niet naar do letter toepasten, maar slechts naar in baar kraam te pas kwam, „Als dit. geen meten is met twee maten, dan zegt de „Amh. Crl." terecht weten wij 't niet. Wat de Maastrichtsche kwestie zelve be lieft, aan het alarmeerend bericht van de „Limburger Courant" hechten wij niet veel, vooral niet omdat, volgens de „Nieuwe Koerier", naar veler oordeel hel nadeel, door de fabrieken zeiven te lijden bij'stop zetting, zoo aanzienlijk zal zijn, dat de directies zich nog wrcl ter dege zullen be denken, of zij niet liever de bepalingen van het koninklijk besluit nakomen. En nu hopen wij, dat de Regcering dat besluit zal handhaven. „John, hoe kom je aan dat wagentje?" „Gekocht," antwoordde John met waar digheid. „Ik gaf een neger de blauwe kralen voor het wagentje," voegde hij er bij. „Het is nieuw „Vaarwel, letting!" fluisterde mevrouw Darrel] lachend. Ze was langer aan den ket ting herinnerd, dan ze gedacht hadmaar nu was die toch weg. 's Maandags om tien uur zat mevrouw Darrell met een opschrijfboek en potlood voor zich, en zuchtte na eenigen tijd, terwijl de rimpel op haar voorhoofd zich ontspande: „Dat is gelukkig weer gedaan „Dat" was liet maken van hel waschlijstje, wat mevrouw Darrell verafschuwdecn de persoon, die er mevrouw Darrell toe in de noodzakelijkheid bracht, was juffrouw Jack son, een negerin, die de klceren 's Maandags kwam halen. Het was nu Maandag en John bezat zijn wagentje nog maar drie dagen. Mevrouw Dur- rcll zag, toen ze uit de bladen van luiar kook boek opkeek, juffrouw Jackson grinnekend voor zich staan. Ze droeg haar Zondagsge waad, dat opgesierd werd door een blauwen ketting. Juffrouw Jackson stond zoo, dat het licht juist op haar viel. In de grootste kraal was een wit vlekje. Een bijgeloovige rilling ging over mevrouw Darrell's rug. „Wel, Amanda!" zei ze schertsend, „wat ben je mooiWaar heb je die kralen van daan?" „Ik kreeg ze van een jongen koopman,'' zei Amanda blozend. „liet is Frank Wiggs by. Hij verdient een boel. Die kralen hebben hem heel wat gekost. Ze zijn prachtig, maar ik ben den naam vergeten." „Daar was de blauwe ketting weerdacht In (le lijn van dr. Kuyper zou het heb ben kunnen liggen om, eenmaal helaasbe gonnen met een uitzondering toe te la tely nog eens den goeden weg le ver laten; deze Regeering moet zoo verstandig zijn dit niet te doen. In hel „Ilbld." schrijft G. zeer juist „Mij dunkt, dat wettelijke bepalingen, in hot belang van de arbeiders en vooral die tot bescherming van jeugdige personen in het leven geroepen, toch in geen geval door de Maastrichtsche inrichtingen mo gen worden nagelaten. De onmogelijkheid tot het nakomen van die bepalingen blijkt hier geenszins, daar vrouwen door mannen en jeugdige per sonen door ouderen te vervangen zijn, wat in het tijdsverloop van 1903 tot 1906 ver moedelijk zonder stoornis in het bedrijf had kunnen geschieden. Mocht het „onder meer" geen gewichti ger reden inhouden, dan mogen wc hopen, dat de Regcering alsnog een termijn zal bepalen, waarbinnen tot naleving der wet telijke bepalingen geleidelijk moet worden overgegaan." Onohstootelijke feiten. De „Arnh. Crl." heeft betoogd dat „voor den staal, de zekerheid ontbreekt, dat de mïlliaenen uit 's Rijks schatkist voor het onderwijs bestemd ook uitsluitend daaraan worden besteed"; „dat thans reeds, na de belangrijke verhooging ingevolge de wet- Kuyper, het subsidie; voor vele scholen veel te hoog is, qn voor een g rooi er of kleiner deel niet ten goede komt aati het onderwijs"; „dat de Staat het subsidie uit keert maar onbekend blijft met de wijze waarop het wordt besteed." „De Ned." komt tegen een en onderop en verklaart dal een ieder, die iets ook maar iets weet van onze Schoolwet ook weet, dat er geen cent, zelfs geen halve cent woidl, uitgegeven kan worden, alvorens vaststaat: lo. dat do onderwijzer over den gan schen tijd, waarvoor subsidie wordt uitgekeerd, onderwijs heefL gegeven; 2o. dat hij dat gedaan heeft in alle vakken, die ook aan de openbare school worden onderwezen; 3o. dat hij zooveel uren onderwijs heeft gegeven, als de wet eischt; 4o. dat hij aan trac- temeut minstens het bedrag, dat het Rijkuitkeert, heeft ontvangen; 5o. dat hij voor het geven van het onderwijs voorzien is geweest van dezelfde acte van bevoegdheid ais de openbare on derwijzer; 6o. dat zijn school steeds onder het toezicht heeft gestaan van de Rijksambtenaren; 7o, dat elke school heel wat meer heeft uit te geven dan het onderwijzerstractemenl en voor ver goeding van bouwkosten slechts een mevrouw Darrell, na Amanda's vertreken ze zat een poos in gedachten. Oom Benjamin's geschenk scheen groote neiging te hebben, om terug te komen. Maar toen Amanda weer kwam, droeg ze de kralen niet. Met de ge waarwording van een slaapwandelaarster vroeg mevrouw Darrell waar ze waren. liet slot was gebroken, vertelde juffrouw Jack son en nu had meneer Wiggsby ze terugge nomen om ze te laten maken. „Misschien heb ik ze nu voor 't laatst ge zien," zei mevrouw Darrell bij zichzelf, maar ze geloofde het niet. Ze begreep, dat ze vroe ger of later weer een barer bekenden inet dc kralen zou zien. Juffrouw Martha Buchanan, die aan het andere einde der stad woonde, kwam op vaste tijden naar de woning der Darrells om schoon te maken. Toen het haar dag was, kwam juf frouw Buchanan mevrouw Darrell had wel geweten dat dit gebeuren zou met blauwe kralen om den hals. Op de grootste kraal was een wit vlekje. „Waar heb je die vandaan?" vroeg me vrouw Darrell huiverend, inet haar oogen op den ketting. Juffrouw Buchanan was zeer gevleid en liet een dubbele rij glinsterende tanden zien. „Een neger, meneer Wiggsby, gaf ze'' mij," sprak ze.trotsch. „Ze zijn lang in zijn familie geweest. Zijn grootmoeder droeg zc al, toen ze nog een meisje was. Ze brak zelf het slootje, en daarom wil hij het niet laten ma ken hij wil den ketting houden zooals die was." En toen de nieuwe draagster van oom Ben jamin's ketting zich omkeerde, zag mevrouw Darrell, dat ze de einden 'met roode linten aan elkaar had gebonden.,' „Als die twee elkaar/ nu eens tegenko men dacht mevrouw Darrell, die tot de overtuiging was gekomen, dat ten opzichte SCHIEDAMSCHE COURANT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1906 | | pagina 5