60"° Jaargang
Zondag 2 September 1906.
No. 12173
Tweede Blad
De Blauwe Halsketting1.
Uit de Pers.
Deze courant verschijnt dagelijks,met uitzondering van Zon-en Feestdagen.
Prijs per kwaï taalVoor Schiedam en V1 a a r d in g en fl. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per week: Voor Schiedam en VIaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor hel eerstvolgend nummer moeten des tniddags vóór een
uur aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Ifaven.)
Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl, 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsda g-, Donderdag-en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen, tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan "het Bureau te voldoen.
Interc- Telefoon
voor de Redactie No. 123.
voor de Administratie No. 103.
ENGEIiSCIlE BRIEVEN.
Van onzen Londenschen medewerker.
Wie in Londen eens een oogenblik wil
uitrusten van de drukte, hot rumoerden
stad, kan allicht een of andere square, of
wel een verlaten kerkhof tot parkje ver
anderd vinden. En wie in de buurt is van
den „Temple", gaat natuurlijk bij voorkeur
daarheen, oin in een van do vele „courts",
onder lommerrijke boomen, bij', een frisch
klaterende fontein Londen te vergeten.
't Is Jammer, dal de „Temple" al knap
jes oud wordt, zoodat men aanhoudend
aan 't 'herstellen is, nu hier, dan daar.
Zoo is men nu weer bezig met Essex Court,
vlak bij Essex Süeel, dat aan de noord
zijde aan '1 inzakken is. Essex Court is
nog betrekkelijk jong, daar de gebouwen
van 1G77 dateeren. Verder is gebleken, dat
de zoogenaamde „Plowding Buildings", die
uit de dagen van koningin Elizabeth her
komstig zijn, erg aan 't vervallen zijn. En
tot overmaat van ramp is een groote scheur
ontdekt in Brick Bourt, waar alle Neder
landers 'heengaan, ter eere van de nage
dachtenis van Oliver Goldsmith, den
schrijver van den „Vicar of Wakefield",
welke daar zijn kamer had. In sommige
deelen van B'orick Court kan men mooi
zwart eikenhouten paneelen zien, vooral
in No. 3, dat in 1706 na mi brand her
bouwd is.
De gebouwen in Inner Temple Lane, daar
vlak bij, waar dei groote woordenboek
schrijver, Samuel Johnson, gewoond heeft,
zijn reeds lang verdwenen en van andere
groote mannen uit Engeland's letterkunde:
Raleigh, Beaumont, Fletcher, Burke, She
ridan, Weet niemand met eenige zekerheid
te zeggen, Waar ze precies woonden.
Dat komt omdat de broederschap van
advocaten, aan wie de Tempte tegenwoor
dig behoort, zich sedert jaar en dag ver
bet "hebben tegen het plaatsen van gedenk-
steenen in de gevels. Jlen schijnt nu in
dit opzicht meegaander te worden, ten
minste Goldsmith's oude verblijf is tegen
woordig te vinden.
De Temple is tegenwoordig naar reeds
•liieïboven is opgemerkt, een der hoofd
kwartieren der rechtsgeleerde wereld, wel
ke op allerlei wijzen ook met slechte en
oneerlijke mensehen in aanraking komt,
hetzij om' zo 1e vervolgen, hetzij om ze
te verdedigen.
Djt laatste zal een man noodig hebben,
die al een zeer ongewoon terrein voor zijn
Werkzaamheden uitkoos.
Door hem bleek! dat men tot zelfs in
Mevrouw Pinkney Darrcll was jong, mooi
en pas getrouwd; om al welke redenen de
heer Pinkney Darrell zijn uiterste bost deed,
om het haar naar den zin te maken. Alleen
daarom want hij had er volstrekt geen
lust in ging hij naar haar rijken oom,
Benjamin Ford, zoodra hij hoorde dut ge
noemde oom uit Europa was teruggekeerd;
en hij haastte zich nu naar zijn eigen huis
in de voorstad, met een pakje in zijl zak,
een boek in zijn hand en een knorrige uit
drukking in zijn oog.
„Naar den duivel met oom Benjamin
bromde hij binnensmonds. „Wat hoeft hij
Polly iets te sturen. Daarom ging ik niet
naar hem toe
Op die onvriendelijke manier nam de heer
Barrel!, die een niet noemenswaard inkomen
had, de vriendelijkheid op van een heer
wiens vermogen angstwekkend groot was.
„Je oom Benjamin is terug,vertelde hij
thuis. „Ik heb hem verwelkomd. Hij zond
ja iets en leende mij een boek."
Terwijl het mooie jonge vrouwtje het pakje
openmaakte, legde do heer Darrell het boek
onnoodig heftig neer het is onaangenaam
niet een boek te worden opgescheept, waarom
'nen niet gevraagd heeft en dat men niet"
verlangnt te lezen - zoodat er een snippcr-
lie papier uitviel. De heer Darrell raapte
bot oq_, maar keek het niet dadelijk in. Polly
had het pakje opengemaakt en uitte een
kreet van vreugde.
„Een ketting," riep ze, opgetogen als een
kind. „Een blauwe kettingDenk je, dat
het turkooizen zijn? Dan zijn ze verbazend
.Veel waard. Wat een prachtige ketting
St. Paul's Kathedraal niet veilig schijnt
te wezen voor dieven. Vrijdagmorgen kon
men er ten minste het ongewone schouw
spel genieten van een oude dame, die jacht
maakte op een kerel, onder luid geroep
van „Stop thief": „houdt den dief", dat
daar ter plaatse een zeer cigenaardigen
indruk maakte. Hij had haar beurs weg
gepakt en werd zelf even buiten de kerk
aangehouden. Dat deze dingen kunnen ge
beuren, is een gevolg van de gewoonte
om hier de kerken den ganschen dag open
te laten (alleen 's Zondags zijn ze geslo
ten buiten de enkele uren van den dienst).
Daardoor verzamelen zich er allerlei
schooiers, die op de banken gaan zitten
dutten en het er lekker koel hebben.
Dat een dief een kerk tot operalieter-
rein kiest, is trouwens vaker vertoond.
Doch die heeren laten het niet daarbij.
Een van de nieuwste ram'pcn toch waar
mee de beschaving ons bezoekt, is onge
twijfeld de inbreker die per automobiel de
plaats zijner bestemming weel te bereiken
en te verlaten. Aan den oostkant van Lon
den reist een bende stelselmatig de dorpen
op die manier af, halen in één nacht uit
tal van huizen weg wat van hunne ga
ding is en verdwijneen spoorloos. De in
woners durven haast niet te gaan slapen,
organisceren vrijwilügerswachten en de po
litie uit Londen heeft haar knapste detec
tives uitgezoriden om' de bende te vangen,
doch tot nu toe zonder eonigen uitslag,
't Is een eigenaardige „vooruitgang" voor
de gemaskerde straatroovers, die te paard
der burgerij het leven onaangenaam maakt
tot deze tuf-luf-roovers, die ook' wel mas
kers zullen dragen, tegen het stof welis
waar, doch oven afdoende om niet herkend
te worden.
Zelfs dure petroleum zal hen niet hinde
ren; desnoods stelen ze dien. ook.
De petroleum is namelijk opgeslagen en
nu zoo duur, dat, naar deskundigen be
weren, het niet mogelijk' is de motor-om
nibussen met winst te laten loopen. In
zeker opzicht zou het niet onaangenaam
wezen, wanneer die voertuigen maar weer
verdwenen. Niet alleen maken ze een vree-
selijk leven, doch de grap van Punch is
ook volkomen te waardeoren voor wie ze
kent. liet sportblad verzekerde onlangs, dat
ze gedreven worden door stank. Doch waar
schijnlijk is 't, dat de fabrikanten al doende
leeren en omnibussen zullen bouwen, die
de kwalen der tegenwoordige missen en
bovendien minder brandstof noodig hebben.
Wie zoo'n bus ziet vullen merkt trouwens
ook op, dat de man daarmee belast, dit
meestal zoo ruw doet, dat er meer naast
dan ingegoten wordt.
Dat een inbreker gebruik maakt van een
automobiel, om gauw uit de voeten te komen,
is ten minste in den geest des lijcis. Doch
Ze deed hem om voor den spiegel en
ging voort:
„Hij past niet goed bij mijn katoenen
blouse, ik zal nu nieuwe toiletten moeten
aanschaffen. Wat een vreemd vlekje is er in
de grootste kraal
De heer Darrel had geen woord gespro-
kon. Hij keek naar het stukje papier, dat
uit oom Benjamin's boek wns gevallen.
„l'olly," sprak hij nu aarzelend, „ik ge
loof niet, dat het turkooizen zijn. Dit is een
kwitantie en het schijnt
Ze ging naar hein toe en keek naar de
kwitantie.
„Een halsketting 1.50 dollar", stond er
op met den naam van den koopman.
Mevrouw Darrell ging achteruit en keek
haar num met vlammende oogen aan.
„Zond hij met al zijn geld mij zoo'n
goedkoop ding?" vroeg ze half ongeloovig.
„Nu, 't is zoo beter, Polly," zej meneer
Darrel troostend. „Als bet geweest was, wat
je dacht zouden we er ons nooit naar heb
ben kunnen kleeden. Verbeeld je dat dit pak
van mij moest uitgaan in gezelschap van een
turkooizen halskettingtwee jaargelden als
het mijne zouden niet voldoende zijn ge
weest om je hoeden en handschoenen te koo-
pen, gezwegen nog van al het andere moois.
Geef er maar niets om. Je hoeft dit ding
niet te dragen."
Mevrouw Darrel maakte den ketting los en
liep er haastig mee naar de keuken. Toen ze
terug kwam waren haar handen leeg.
„Wat heb je er mee gedaan?" vroeg
de heer Darrel nieuwsgierig.
„Ik heb hem in den asebbak gegooid,"
antwoordde zijn vrouw en ze gingen aan de
gezellige tafel zitten. Na eenige oogenblikken
bracht de jonge vrouw, haar zakdoek naar
de oogen.
„Als hij me niets gestuurd had, zou ik
minder begrijpelijk is hot, dat de LonJonaars
te hoop loopen om iemand op een schildpad
door het water te zien „rijden". De beruchte
,.do Rougemont", die destijds allerlei ontdek
kingsreizen in Australië uit zijn duim zoog,
vertoont die meest nuttelooze wijze van rei
zen. 'k Was Vrijdag j.l. toevallig in het sta
tion der Midland Railway, toen ik een
„kruier" zag aankomen met een grooten
schildpad op zijn handwagen. ITct dier werd
naar den eonducleurs-waggon gebracht cn
kroop daar kalm in een hoek. Zijn baas gaat
er moe naar Liverpool, om zijn waterrijkunst
te vertoonen't is een vrij onwaardige ver
tooning voor een grijsaard, van de Rouge-
mont'a leeftijd, doch cr schijnen altijd men-
schon te vinden te zijn die er geld voor over
hebben zoo iets te zien. Meer begrijpelijk is
het dat de menschon hier (en elders) dol zijn
op dc moderne manieren om muziek voort te
brengen en altijd met troepen voor gramo-
phonwinkek staan te luisteren.
Sousa, zoo welbekend door de opgewekte en
opwekkende marschen die hij gecomponeerd
heeft en nog steeds componeert, en die tevens
grooten naam heeft gemaakt als orchest-di-
recteur, is nu begonnen met een beweging
tegen wat hij noemt „Canned music"mu
ziek in blikjes, of blikjesinuziek, Hij bedoelt
daarmee alle muziek welke Moor middel van
werktuigen als pianola's, gramophonen en
soortgelijke hulpmiddelen worden bewaard en
als 't noodig is, uitgevoerd. Sousa beweert,
niet ten onrechte, dat die dingen den smaak
boderven en het publiek onvatbaar maken,
echte artisten le waardeoren. Bovendien vreest
hij dat het muziekonderwijs er zoo weinig
winstgevend door zal worden, dat er te eeni-
ger tijd geen goed onderwijs meer zal te krij
gen zijri en geen artisten meer kunnen wor
den opgeleid.
Inconsequentie
Op een eigenaardig staaltje van inconse
quentie van dr. Kuyper is do/er dagen gewe
zen.
De „Limburger Koerier" gaf daartoe aan
leiding door de volgende mededeeling:
Onder het Kabinet Kuyper word den IGen
Maart 1903 krachtens art. 4, der Arbeidswet
een algemeens mnatrtgcl van bestuur afge
kondigd, welke ernstige moeilijkheden ople
verde voor de twee groote ceramische fabrie
ken „De Sphinx" en „De Cerainipuc" te
Maastricht. De directeuren dezer fabrieken
deden van hun bezwaren mededeeling aan
Minister Kuyper op een audiëntie, bij welke
gelegenheid zij uiteenzetten, dat dwang tot
strenge toepassing der voorschriften, in dat
Kou. besluit opgenomen, hen in de treurige
noodzakelijkheid zou brengen, hun fabrieken
stop te zetten.
„Minister Kuyper zoo schrijft de „Lim-
hot best gevonden hebbensnikte zij. „Maar
hij lette zelfs niet op de uitnoodiging voor
onze bruiloft en om mij met al zijn
geld zoo'n goedkoop lor te sturen het
is beneden alles
John Smith was een klein vuil ventje met
een vurig erlangen naar een wagentje. Hij
kreeg een weekloon van mevrouw Darrel om
boodschappen voor haar te doen hij over
haastte zich daarbij niet - en niet zoodra
had hij zijn weekgeld ontvangen, of zijn
grootmoeder nam het hem af-met de woor
den
„John, geef mij dat geld, dan kan ik er
je schoenen van laten verzolen."
John kon dus nooit denken aan sparen
voor zijn wagentje. Maar hij was eerlijk. Hij
kwam naar mevrouw Darrcll met de hand op
den rug, in welke hand hij iets vastgeklemd
hield.
„Ik heb iets in den aschbak gevonden,"
zei hij. „Zeker van u."
En hij liet den blauwen ketting zien.
„O, ik dacht, dat ik dat ding kwijt was,"
mompelde mevrouw Darrell bij zichzelf. Daar
na sprak ze hardop
„Je mag hem houden John. Ik heb hem
in den aschbak gegooid, omdat ik hem niet
langer wou hebben."
- Met een blik van verstandhouding ver
dween John. Er sprak verwachting uit rijn
oogen.
„Wat zou John 1 aan een ketting heb
ben?" vroeg mevrouw Darrell zich glim
lachend af. Ze was geheel verzoend met oom
Benjamin. Hot was niet aardig van hem, dat
hij haar zoo'n vod had gestuurd maar het
was beter dan het kostbare geschenk, waar
van ze een oogenblik gedroomd hnd.
Een week later reed John met het verlang
de wagentje over straat. Mevrouw Darrel
vroeg hem;
burger Koerier hoorde de bezwaren met
belangstelling aan, beloofde binnen korten
tijd in Maastricht te komen, deed aldus en
logde bezoeken af zoowel op „De Sphinx"
als op „De Ccramique"."
Wel is naar aanleiding van deze bezoeken
het koninklijk besluit niet ingetrokken, doch
er word sinds niet over gevallen, dat de di
recties der betreffende instellingen 't Kon.
besluit deden naleven voor zoover cenigszins
doenlijk was, om overigens 't absoluut on
doenlijke na te laten."
Thans is deze quaestie opnieuw branden
de geworden ten gevolge van een bezoek van
den nieuwen arbeidsinspecteur in de tweede
inspectie.
De „Ainhemsclie Courant" nu vergeleek
do handelwijze van dr. Kuyper tegenover de
Maastrichtsche aardewerkfabrieken met zijn
optreden tegenover de hnringspeetsters.
„Ondanks het verbod van nachtarbeid voor
vrouwen, had in verschillende plaatsjes aan
de Zuiderzee het bij nacht speten van bok
king in de haringrookerijen door vrouwen on
afgebroken plaats gehad onder het Minister
schap van den heer Lely, en groot was de
verontwaardiging over deze oogluikend toege
laten wetsovertreding; op dien grond vooral
werd de noodzakelijkheid van het ongelukki
ge Speetwetje verdedigd. Inderdaad was deze
handelwijze van den Minister Lely en zijn
onmiddellijke voorgangers een opzettelijke
wetsehennis, wat voorzeker in geen geval te
rechtvaardigen iseen andere vraag echter
was, of daarom op het wettelijk verbod van
vrouwenarbeid bij nacht moest worden terug
gekomen en niet een overgangsmaatregel vol
doende geweest ware om dit bedrijf na eoni
gen tijd in overeenstemming te brengen met
de wet. Maar wat den Minister Lely met het
volste recht tot grief gemaakt werd, 't werd
ter zake van de aardewerknijverheid te Maas
tricht door den voorsteller van het Speetwetje
geduld en toegelaten; een wijziging der voor
die nijverheid hinderlijke bepalingen word
door den Minister Kuyper niet uitgelokt,
maar „er werd sinds niet over gevallen,
dat de directies der betreffende instellingen"
het kon. besluit niet naar do letter toepasten,
maar slechts naar in baar kraam te pas kwam,
„Als dit. geen meten is met twee maten,
dan zegt de „Amh. Crl." terecht
weten wij 't niet.
Wat de Maastrichtsche kwestie zelve be
lieft, aan het alarmeerend bericht van de
„Limburger Courant" hechten wij niet veel,
vooral niet omdat, volgens de „Nieuwe
Koerier", naar veler oordeel hel nadeel,
door de fabrieken zeiven te lijden bij'stop
zetting, zoo aanzienlijk zal zijn, dat de
directies zich nog wrcl ter dege zullen be
denken, of zij niet liever de bepalingen
van het koninklijk besluit nakomen.
En nu hopen wij, dat de Regcering dat
besluit zal handhaven.
„John, hoe kom je aan dat wagentje?"
„Gekocht," antwoordde John met waar
digheid. „Ik gaf een neger de blauwe kralen
voor het wagentje," voegde hij er bij. „Het
is nieuw
„Vaarwel, letting!" fluisterde mevrouw
Darrel] lachend. Ze was langer aan den ket
ting herinnerd, dan ze gedacht hadmaar nu
was die toch weg.
's Maandags om tien uur zat mevrouw
Darrell met een opschrijfboek en potlood voor
zich, en zuchtte na eenigen tijd, terwijl de
rimpel op haar voorhoofd zich ontspande:
„Dat is gelukkig weer gedaan
„Dat" was liet maken van hel waschlijstje,
wat mevrouw Darrell verafschuwdecn de
persoon, die er mevrouw Darrell toe in de
noodzakelijkheid bracht, was juffrouw Jack
son, een negerin, die de klceren 's Maandags
kwam halen.
Het was nu Maandag en John bezat zijn
wagentje nog maar drie dagen. Mevrouw Dur-
rcll zag, toen ze uit de bladen van luiar kook
boek opkeek, juffrouw Jackson grinnekend
voor zich staan. Ze droeg haar Zondagsge
waad, dat opgesierd werd door een blauwen
ketting.
Juffrouw Jackson stond zoo, dat het licht
juist op haar viel. In de grootste kraal was
een wit vlekje.
Een bijgeloovige rilling ging over mevrouw
Darrell's rug.
„Wel, Amanda!" zei ze schertsend, „wat
ben je mooiWaar heb je die kralen van
daan?"
„Ik kreeg ze van een jongen koopman,''
zei Amanda blozend. „liet is Frank Wiggs
by. Hij verdient een boel. Die kralen hebben
hem heel wat gekost. Ze zijn prachtig, maar
ik ben den naam vergeten."
„Daar was de blauwe ketting weerdacht
In (le lijn van dr. Kuyper zou het heb
ben kunnen liggen om, eenmaal helaasbe
gonnen met een uitzondering toe te la
tely nog eens den goeden weg le ver
laten; deze Regeering moet zoo verstandig
zijn dit niet te doen.
In hel „Ilbld." schrijft G. zeer juist
„Mij dunkt, dat wettelijke bepalingen, in
hot belang van de arbeiders en vooral die
tot bescherming van jeugdige personen in
het leven geroepen, toch in geen geval
door de Maastrichtsche inrichtingen mo
gen worden nagelaten.
De onmogelijkheid tot het nakomen van
die bepalingen blijkt hier geenszins, daar
vrouwen door mannen en jeugdige per
sonen door ouderen te vervangen zijn, wat
in het tijdsverloop van 1903 tot 1906 ver
moedelijk zonder stoornis in het bedrijf
had kunnen geschieden.
Mocht het „onder meer" geen gewichti
ger reden inhouden, dan mogen wc hopen,
dat de Regcering alsnog een termijn zal
bepalen, waarbinnen tot naleving der wet
telijke bepalingen geleidelijk moet worden
overgegaan."
Onohstootelijke feiten.
De „Arnh. Crl." heeft betoogd dat „voor
den staal, de zekerheid ontbreekt, dat de
mïlliaenen uit 's Rijks schatkist voor het
onderwijs bestemd ook uitsluitend daaraan
worden besteed"; „dat thans reeds, na de
belangrijke verhooging ingevolge de wet-
Kuyper, het subsidie; voor vele scholen
veel te hoog is, qn voor een g rooi er of
kleiner deel niet ten goede komt aati het
onderwijs"; „dat de Staat het subsidie uit
keert maar onbekend blijft met de wijze
waarop het wordt besteed." „De Ned."
komt tegen een en onderop en verklaart dal
een ieder, die iets ook maar iets weet
van onze Schoolwet ook weet, dat er
geen cent, zelfs geen halve cent woidl,
uitgegeven kan worden, alvorens vaststaat:
lo. dat do onderwijzer over den gan
schen tijd, waarvoor subsidie wordt
uitgekeerd, onderwijs heefL gegeven;
2o. dat hij dat gedaan heeft in
alle vakken, die ook aan de openbare
school worden onderwezen; 3o. dat hij
zooveel uren onderwijs heeft gegeven,
als de wet eischt; 4o. dat hij aan trac-
temeut minstens het bedrag, dat het
Rijkuitkeert, heeft ontvangen; 5o. dat
hij voor het geven van het onderwijs
voorzien is geweest van dezelfde acte
van bevoegdheid ais de openbare on
derwijzer; 6o. dat zijn school steeds
onder het toezicht heeft gestaan van
de Rijksambtenaren; 7o, dat elke school
heel wat meer heeft uit te geven dan
het onderwijzerstractemenl en voor ver
goeding van bouwkosten slechts een
mevrouw Darrell, na Amanda's vertreken ze
zat een poos in gedachten. Oom Benjamin's
geschenk scheen groote neiging te hebben, om
terug te komen. Maar toen Amanda weer
kwam, droeg ze de kralen niet. Met de ge
waarwording van een slaapwandelaarster
vroeg mevrouw Darrell waar ze waren. liet
slot was gebroken, vertelde juffrouw Jack
son en nu had meneer Wiggsby ze terugge
nomen om ze te laten maken.
„Misschien heb ik ze nu voor 't laatst ge
zien," zei mevrouw Darrell bij zichzelf, maar
ze geloofde het niet. Ze begreep, dat ze vroe
ger of later weer een barer bekenden inet dc
kralen zou zien.
Juffrouw Martha Buchanan, die aan het
andere einde der stad woonde, kwam op vaste
tijden naar de woning der Darrells om schoon
te maken. Toen het haar dag was, kwam juf
frouw Buchanan mevrouw Darrell had
wel geweten dat dit gebeuren zou met
blauwe kralen om den hals. Op de grootste
kraal was een wit vlekje.
„Waar heb je die vandaan?" vroeg me
vrouw Darrell huiverend, inet haar oogen op
den ketting. Juffrouw Buchanan was zeer
gevleid en liet een dubbele rij glinsterende
tanden zien.
„Een neger, meneer Wiggsby, gaf ze'' mij,"
sprak ze.trotsch. „Ze zijn lang in zijn familie
geweest. Zijn grootmoeder droeg zc al, toen
ze nog een meisje was. Ze brak zelf het
slootje, en daarom wil hij het niet laten ma
ken hij wil den ketting houden zooals
die was."
En toen de nieuwe draagster van oom Ben
jamin's ketting zich omkeerde, zag mevrouw
Darrell, dat ze de einden 'met roode linten
aan elkaar had gebonden.,'
„Als die twee elkaar/ nu eens tegenko
men dacht mevrouw Darrell, die tot de
overtuiging was gekomen, dat ten opzichte
SCHIEDAMSCHE COURANT