A J. w 60*" Jaargang. Tweede Blad Bali. Zondag 16 September 1906 No. 12185 HEX las 1E1LAND& BALI LAVA ru% o C .t JAVA RAN; SCHIEDAMSCHE COURANT Deze CöOranivnatKJrijnt dage lij kis, mei ^uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Sehled a m cn VI aard ingen II. L25. Franoo per post IJ. 1.65. prijs per week: Voor Schiedam en VI aard in gen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 'cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advcrtcnliën voor het eerstvolgend nummer moeten, des middags vóór oen uur aan het bureau, bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven.) Prijs der Ad vo rten liön: Van 16 tegels 11.0.02; iedere regel meer 15 cents. Reclames 80 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. t 1 'I! t ■'tlmn,*"» Advertentien bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven liiervsöi zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Di n sd a g-, Dond e rdag- en Z aterd ag avond verschijnen, worden zoogenaamde kleine ad vertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, hij vooruitbetaling aan tiet Bureau te voldoen. Intcrc, Telefoon voor de Redactie No. 123. voor de Administratie No. 103. Het is ons aangenaam onzen lozers hierbij te kunnen aanbieden een duidelijke kaart van 't eiland Balï, waarheen deze week een ex peditie is gezonden om eenige vorsten daar Ie dwingen den wil van liet gouvernement te gehoorzamen. Wij bobben omtrent do oor zaak, die tot dc expeditie aanleiding gaf, reeds herhaaldelijk medcdeelingon gedaan. Bali is een eiland met een oppervlakte van een groote Nederhmdschc provincie, gelegen tegenover den oostpunt van Java en ten wes ten van Lornbok. Het land is verdeeld in 8 groote genieen ten, rijkjes, met een vorst of vorsten aan het hoofd. Twee dezer landschappen onder ons di rect bestuur, Boeloleng en Diembnina, zijn welvarend, rustig, gelijk van den gang van zaken op de hoogte te blijven, zonder in do geschillen tussclicn- beido te komen", schreef men in 1899. En in 1900 moest men nog zeggen: ,,ln April 1898 en ook in 1899 werden aan de be trokken vorsten dc nadeclen van den bestaan- den toestand onder hel oog gebracht en hun de raad gegeven om in vrede en vriend schap met elkaar te leven, ter bevordering van dc belangen der aan bun zorg toever trouwde bevolking." Deze vertoogen verhin derden niet, dat tegen het eind van 1899, op last van den radja van Bangli, opnieuw vijandelijke invallen in Gianjar gedaan en vele desa's in dc ascli gelegd werden. Do onmacht ligt hier duimdik opraad cn vertoogen, overigens geen middelen om aan de misstanden een einde te maken. Intussclien, toen wij ons vasten voet hadden' weten te verwerven in Gianjar, het hart van 't eiland, kwam hierin wel verbe tering niet alleen, dat alles, wat de gren zen van dit landschap betrof, kon worden geregeld en dat men voortaan geen invallen daar meer gedoogde, ook was nu in Zuid- diens zoon, Anale Asoeng Ketoct Djilantik, stond onder den invloed van zijn vader's broeder, den bekenden Gocsli Gdó Djilan tik, die op 9 September 189-1 van Lombok was teruggekeerd.Deze vond bij z ja terug komst eenige zijner poenggawa's hem en het Gouvernement vijandig gezind, ten dooie als een gevolg van Lomboksche invloeden, ten deele op aanstoken van uil ons direct gebied, Boeleleng, geweken elementen, die gedurende vele jaren in Karang Assem verblijf hielden. Bovendien hadden enkele invloedrijke poeng gawa's in Karang Assem grieven tegen Dji lantik inon verweet hem liet Gouvernement meer genegen te zijn dan zijn leenheer, den vorst van Lombok, liet gevolg was een samenzwering, die hem noodzaakte geduren de eenigen tijd zijn pocri te verluien, maar in December 189-1 daarin teruggekeerd, stel de liij orde op zaken cn kon alras verzekeren zich verantwoordelijk (c stellen voor de aan gelegenheden in zijn landschap, liet bleek dan ook, dat hij geheel in staat was om de rust te handhaven, aan sommige ons vijandig gezinde elementen had hij hun gezag onl- Inderdaad is cr sedert dien kalmte en rust in Gianjar gekomen. De buren durfden niets meer tegen dat landschap te onderne men de bevolking kon zich aan den suwah- arbeid wijden instede van de wacht te be trekken aan de grenzen; duizenden bouws sawith, die jaren lang hadden braak gele gen, werden weder in bewerking genomen. Vooral ook/'oindat de irrigatiegeschillen met de vijandelijke grensstaatjes thans werden beëindigd en niet meer word toegelaten, dat men het water daar afdamde om Gianjar in ongelegenheid te brengen. Dc wegen en bruggen werden verbeterd, de verminkende straffen werden afgeschaft, kortom Gianjar begon te genieten van do weldaden, ver bonden aan rust, veiligheid en Gouvernc- mentsloezicht. Toen op 2 Januari 1901 Dewa Gdó Raka werd geinstalleerd als stedehouder van het Gouvernement, logden alle poenggawa's cn mantris in Gianjar met hem den eed van trouw af aan de Indische Regeering. Sedert dien is de oeconomische toestand van dit landschap veel verbeterd, en in alle VUOR TO fï HO* HAN DUIVEN E1LP.ND ICOt-AHS eSZ-T LOK A (VI aAWAN .^-TAMOCKO V..~ Y V l. O K SaM ,B W A Hn q A, L - XBANO 3AR. UriC A 60EHAWA ATO j O 77 w- V cr,m 5,eeoLrifL- ST A AT BAti «PADANCjj^ P.TE.PE.KONG NOEBAN^ Prurs 5ES KÖÜ5AM BA ÖANDOAH KETLWCL noesa parsiOPj MBEM E.PUOA TO t-NlNqAN ANGAtS ',|V!S* Jo&j J L HO E CABO - DOB P O f^COS oitUjttïfeN Gianjar word steeds door alle andere rijk jes belaagd, vooral door toedoen van Klocng- koeng, dat, als het zelf geen kans zag tegen dit landschap op te treden, toch invloed op de andere potentaatjes uitoefende, wanneer het gold Gianjar te bestoken. In 1S95 doet Bangli een invasie in Gian jar, een paar jaar later had Gianjar te lij den van Kloenkoeng. zoowel als van Bangli, spoedig gevolgd door Badoeng, dat het ook al op Gianjar gemunt had, en ook bleek het noodig een grensregeling te treffen tus- sehon Tabanan en het gedeelte van hel vroe gere Mengwischc landschap A bean Scowl, voor zoover dat lij Gianjar was gevoegd. Het scheen wel, of het innerlijk verzwakte Gianjar een prooi zou worden van zijn vij andige naburen, evenals vroeger met Mcn- gwi het geval is geweest. En in deze om standigheden bleef cr Gianjar weinig meer over dan zich in de armen tc werpen van liet Gouvernement, dat rust binnen- en bui tensland kon waarborgen. Zeer stevig is dc band, die Tabanan aan Badoeng verbindt; in 1002 sloot men een brachte belastingen overvloedig voorziende in eigen behoeften. rp 1 wee stuurde® Indische der landschappen, waarvan do be- ziin stedehouders van de Kef# Bcgoering (Karang Assem en •lanjur), gehoorzamend aan onze amhtc- narcn, die lnin indireetoii invloed uitoefe nen op rechtspleging en wegenoiiderhpiul cn irrigatie, doch toch in hool'dzauk zelf standig bleven. Vier der landscheppen, Kloengkloeng, Bangli, Badoeng en Tabanan, zoo goed als geheel onafhankelijk, al beloofden zij bij contract, dat zij geen vreemde naties zou den toelaten in hun gebied, dat eigendom is van het Ned.-Ind. Gouvernementdat zij hijstand zouden verlcenen aan schipbreu kelingen, gouvernemcuts-oiiderdaiiendal zij Hes zouden aanwenden wat hun riikie tot :-iil cn voordeel zou kunnen strekken. Ja, in den loop tier jaren beloofden zij "°g meer: geen wcduwenverbnmding, recht 'ot mijnbouwkundige opsporingen nan het ouverneinont, uitlevering van misdadigers, nuiar toch, zij bleven zoo goed als onafhan- -olijk. Vandaar wreode straffen, groote wille- nir, onderlinge geschillen. Daartegenover ■•ouden onze ambtenaren machteloos. „Paar de geschillen der rijkjes onderling geen merkbaren invloed uitoefenen op den politic-* 'li toestand van ons rcelilslrcoksch gebied, - nalde het bestuur er zicli toe zooveel mo- Bali een basis geschapen voor rustig onder zoek, eerste voorwaarde om misstanden te loeren kennen en begrijpen. Want vroeger kreeg ons bestuur slechts sporadisch kennis van hetgeen daar in liet onafhankelijk gebied voorviel, waartegen men slechts kon ageeron door een „ernstige aanbeveling om tegen herhaling te waken of „door den rad ia het noodigc voor te houden." Zoo in 895 bij liet poori-schnn- daal te Kloengkloeng, waarbij enkele perso nen op wreode wijze werden ter dood ge bracht; zoo in 1900, toen in Bangli een paar Chineezen verschrikkelijk werden dood gemarteld. Een goede stap mi de richting tot meer invloed was de oprichting in December 1902 van een bureau voor inlandsche zaken te Singaradja, aan het hoofd waarvan oen controleur bij hol Binnenlandsch Bestuur werd geplaatst, wiens werkkring uitslui tend zou bestaan in dc behartiging van dc politieke zaken in bet onafhankelijk gebied, en niet meer samengekoppeld zou zijn met het waken voor de agrarische zaken in onze afdcclingen Boeleleng cn Djcinbrana. Gaan wij nu den toestand in de verschil lende landschappen na in de laatste jaren, dan valt liet volgende op te merken: Op 22 Maart 1S95 was het lijk van don in 1S93 overleden bestuurder van Karang Assem, Gocsti Gdó Poetoe, verbrand en nomen, terwijl de overige hoofden on pries ters hem trouw en gehoorzaamheid luidden gezworen. In Juni 388) kon hij dan ook worden aangesteld lot stedehouder of gemachtigde van hot gouvernement in Kuraim; Assem, met dezelfde verplichtingen, waartoe in 18-J9, zijn leenheer, de vorst van Lombok, zich had verbonden, en sedert dien voert hij niet krachtige hand liet bestuur. In Gianjar was in Jan 1891 de Vorst, Dewa Pahang, overleden cn daar ziin zoon Anak Agocng Gdó Poelra door zijn achter lijkheid niet voor opvolging in aanmerking kwam, werd deze door zijn vader's broeder tot kind aangenomen, terwijl deze met den titel van Dewa Gdó Raka den troon besteeg. De nieuwe Vorst, een goedmoedige, doch minder krachtige persoonlijkheid, icon zich echter op den duur niet staande houden tegen zijn Vorstelijke naburen, die, allen trachtten hun invloed in zijn gebied te 'zijnen koste uit tc breiden. En zoo kwam het, dat hij en zijn poenggawa's^ oor "zoo veel deze vreemde inmenging vooral van Kloengkoeng 'duchtten, zich in 1900 onder bescherming stelden van 't Gouvernement, om rust te verkrijgen in de schaduw van den machtigen boom, die zijn bladerdak reeds over Boeleleng, Djenibrana en Karang As sem uitstrekte, tot welzijn van allen, die zich daaronder ophielden. belangrijke aangelegenheden pleegde men hier overleg met het Europeesch bestuur, dat alle moeite had om steeds den tocgc- venden en zwakken stedehouder, die den klassieken naam Dewa Manggis heeft aan genomen, overeind te houden en te leiden in de goede richting. Gianjar verbond zich om 5000 uit lumr belastingen af te staan aan jaarlijkscho vergoeding voor dc in liet belang van het landschap getroffen maat regelen. Evenals te Karang Assem is de Gianjar een goed sfeencn huis gebouwd, waarin onze ambtenaren kunnen verblijven. De handel bloeide, goede oogsten van rijst, koffie, en klappers, brachten welvaart in dit gebied, dat thans binnen- en buitenslands met rust wordt gelaten, en waarin onze ambtenaren van den waterstaat ook hier en daar duurzame irrigatiemiddelen botiwen op kosten van do ingelanden der water schappen. We1 kwam voor eenigen tijd een opstand voor, daar de bevolking van liet district Blahbatoeli aan lumr poenggawa de ge hoorzaamheid opzegde, maar de grief der bevolking werd gegrond bevonden en de poenggawa Goesti Ngocrah Oka werd ni ren andere desa geïnterneerd, waarna bij bij persoonlijk verzet met eenige volgelingen liet leven liet. Omtrent de onderlinge verhouding dor rijkjes het volgende: verbond tegen Kloengkoeng, omdat men zeer goed gevoelde, hoe dat rijk do hand luid in een opstand van de Mengwisehc desa's, die bij Badoeng waren gevoegd. Door vereenig- de Badoengsche en Tabanansche troepen wer den die desa's bezet en werd de orde cr weder hersteld. Kloengkoeng cn Karang Assem staan steeds op gespannen voet, en daar ook Ban gli dv erfvijand van ons leenrijkje is, be hoeft liet geen betoog, dal er een band ze- staat tussclien Kloengkoeng eii Bangli, door bloedverwantschap nog gestevigd. Intusschen gebeurde er iets, dat niet meer kon uitblijvendc toenemende invloed van het Gouvernement op Bali, die zich steeds vermeerderende kennis omtrent de toestan den van dl rijkjes zelf en omtrent de on derlinge geschillen moest leiden lol een conflict. Dit was onvermijdelijk. Want ont stond zoo bij ons bestuur de zucht om ver betering aan te brengen, aan de andere zijde gevoelde men zich ook krachtig genoeg om in te. grijpen, wijl kennis identiek is met het zien van de mogelijkheid lot verbete ring. Waren dergelijke conflicten vroeger door bot zenden van een oi' meer oorlogs schepen geregeld, wij vermeldden het reeds bij Badoeng en bij Kloengkoeng, thans bad het geschil een meer heftig karakter. De botsing, die moest ontstaan, als men de historische lijn volgde, is gekomen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1906 | | pagina 5