STADSNIEUWS.
TLAARDINOEN
Hers Ie "Kamer.
Eindverslagen zijn uitgebracht over wnign
wetsontwerpen waaronder tint tot gnedkeu-
ring van een overeenkomst tot receding van
het verkeer met gedistilleerd nan cie Duitseh-
Nederlandsehe grens, dat evenmin als de
andere ontwerpen tot bedenkingen in de uf-
deelingen lieol't aanleiding gegeven.
Mhiistcrleelo plannen.
Do Ttaagscbo correspondent van ,,De
Tijd" schrijft
„Algemeen heerscht hier in politieke
kringen nieuwsgierigheid naar wat op de
jongstleden gehouden buitengewone vergade
ring der ministers is behandeld.
Doorgaans welingelichten verzekeren dat
zij is gewijd geweest aan de vaststelling dei-
houding van het Kabinet, hij de a.s. hegioo-
tingsdebntten. Bepaald zou dan zijn, dat, on
middellijk na de algemeeae beschouwingen
Financiën aan de beurt zou komen. Vallen
do belastingplannen, dan gaat het hecle Ka
binet heen. Keurt men echter het financieel
beleid van het ministerie goed, dan zni het
zich als g e heel onverschillig houden als
hij Oorlog of Marine de betrokken bewinds
lieden tuimelen. Algemeen wordt geloofd, dat
de ministers aan 't behoud van hun zetels geen
groote waarde hechten,"
„Men zal echter wél doen" aldus „De
Tijd", deze berichten onder de noodigo
reserve te aanvaarden, zeggen wij met onzen
correspondent."
Jiicnvo "Waterweg.
In het Voorloopig Verslag der Tweede
Kamer betreffende de Watcrstaatshegrooting
voor 1907 wordt omtrent den "Waterweg van
Rotterdam naar zee het volgende verhan
deld
Sommige leden waren van oordooi, dat
deze waterweg niet meer voldoet aan de
eischen der scheepvaart. Dc grootte en do
diepgang der transatlantische schepen nemen
voortdurend toe, ook ten gevolge van liet
feit. dat, de diepte van het Suoz.kanaal van
3 op 9 meter gebracht is. Men vroeg, op
welke diepte de waterweg zonder buitenge
woon hoogo uitgaven gebracht kan worden en
of do minister bereid is een voorstel tot
verdieping te doen.
Andere leden achtten verdieping van den
waterweg niet noodig. Zij meenden, dal het
voldoende is te zorgen, dat de meest diep
gaande schepen den steiger aan den IToek
van Holland kunnen horeiken, om aldaar
zooveel af te laden, dat zij tot Rotterdam
kunnen doorvaren. Ook werd aangevoerd,
dat verdere verdieping van den "Waterweg
bezwaar zou opleveren voor de havens der
kleine gemeenten langs 'dien weg.
Gemeenteraads-verkiezing.
Ter vervulling der vacature, ontstaan
door het bedanken van den heer G. Visser
Bzn. als lid van den Gemeenteraad in dis
trict Til, is door B. on W. bepaald dat
de verkiezing daarvoor zal plaats hebben
op Dinsdag 27 November a.s., de stemming
en zoo noodig do herstemming op 11 en 20
December a.s.
Dienstdoende Schutterij.
Het navolgende Koninklijk Besluit is op
genomen in het gisteravond verschenen num
mer (no. 2G2) van de „Staatscourant".
Het besluit is gedateerd 24 October
(Staatsblad no. 2G9).
"Wij WTLIIELMINA, bij de gratie Gods,
Koningin der Nederlanden, Prinses van
Orunje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onzen Minister van
Binnenlandsche Zaken van 19 October
1900, no. 211 S., afdeeling Militie en
Schutterijen, betreffende een verzoek van
Burgemeester en "Wethouders van Schiedam,
daartoe gemachtigd door den Raad dier ge
meente, om gelijkstelling voor de toepassing
der wet op de schutterijen van 11 April
1827 (Staatsblad no. 17 gewijzigd en aan
gevuld bij de wet van 15 April 1880.
Staatsblad no. 64), van de dienstdoende
schutterij dier gemeente en haar leden met
de rustende ■schutterij en haar leden
Gezien artikel 28 van bovenvermelde wet
van 11 April 1827 en artikel 45. eerste
lid, der Landweerwet (Staatsblad no. 100
van 1901; no. 73 van 1900). alsmede Ons
hesluit van 14 Januari 1903 (Staatsblad
no. 34)
Hebben goedgevonden en verstaan
te bepalen, dat. te rekenen van 1 Ja
nuari 1907
voor de toepassing der wet op dc schutte
rijen van 11 April 1S27 (Staatsblad no.
17; gewijzigd en aangevuld bij de wet van
15 April 1SSG, Staatsblad no. 04), met do
rustende schutterij en haar leden zal zijn
gelijkgesteld de dienstdoende schutterij en
haar leden in de gemeente Schiedam.
Onze Minister van Binnenlandsche Zaken
is belast met de uitvoering van dit besluit,
dat in het „Staatsblad" zal worden geplaatst
en waarvan afschrift zal worden gezonden
aan het Departement van Oorlog.
Albrechtsberg. den 24sten October 1906.
WILHELMTNA.
De Min. van Binnenl. Zaken,
P. RTNK.
Uitgegeven den negenden November 1906.
De Minister van Justitie,
E. E. VAN KAALTE.
Bij Kon. Besl. is, met ingang van 16 De
cember, benoemd tot inspecteur 'der di
recte belastingen, invoerrechten en accijn
zen te Vlaaxdingcn, G. L. van Lanschot
Hubrecht inspecteur dier middelen te Am
sterdam.
Telefonie en telegrafie.
Tengevolge sterke toename van het tele
fonisch verkeer ten Rijkstelegraaf kantore al
hier, zal binnenkort een derde iniorlocale
telefoondraad worden in dienst gesteld.
Opmerkelijk is het, dat, niettegenstaande
deze uitbreiding, ook liet telegrafisch verkeer
blijft toenemen.
Concert.
De zangvereeniging „Excelsior", onder-
atdeeling van de S. D. A, P. alhier,
zal een uitvoering geven op Zondag 11
November a.s. in het gebouw Conslantin
aan de Hoogstraat.
Daarbij zal mevr. Anna Oldeboom (zang)
van 's-G ravenhage haar welwillende mede
werking verkenen.
Door de politie werden gisteren hier
aangehouden Uvcej minderjarige jongens
die zwervende' werden aangetroffen en te
Amsterdam bleken, thuis te| behooren. Zij
zijn naar Delft gebracht om vandaar ver
der door de politie naar Amstelrdam te
worden geleid.
Hedenmorgen aan de vischmarkt aange
voerd bot, schol, tong en rog, de prijzen
waren voor bot vanaf 0.301.05, schol
vanaf 0.371 1.074, tong 1.724, rog
vanaf /0.27i1,224. Alles por koop.
De kermis.
Gisteravond beeft in het Verkooplokaal
de openbare vergadering plaats gehad die
was belegd op initiatief van de Schiedarn-
sche Winkeliersverconiging, ter bespreking
vaar bet Kermisvraagstuk.
De heer S m i t. voorzitter der S. "W. V.,
opende de vergadering met een kort woord
van welkom, waarbij hij met vreugde con
stateerde, dat ditmaal dc belangstelling
der winkeliers grooter bleek dan bij do
gewone vergaderingen der S. IV. V.; lot
zijn spijt heeft hij daar altijd de ervaring
opgedaan, dat de winkeliers te dezor steile
nog maar heel weinig gevoelen voor liet
vereenigingsleven en het gemeenschappelijk
behartigen van de gemeenschappelijke be
langen.
Spr. zal in deze vergadering geen no
tulen doen lezen of andere huishoudelijke
zaken, do S. W. V. betreffende, ter tafel
brengen, omdat deze vergadering is be
legd ingevolge den wonsoh van den Bur
gemeester, die gaarne dc meening van de
burgerij zou vernemen omtrent de wen-
schelijkheid der kermis.
Waar deze vergadering was belegd dooi
de S. W. V., meende spr. dat de bespre
king van het kermisvraagstuk zich moest
beperken tot de stoffelijke zijde van het
vraagstuk ten opzichte van den Schie-
damschen middenstand.
Spr. herinnert er vervolgens aan dat in
1904 door de S. W. V. oen enquête is ge
houden over dat vraagstuktoen werden
500 circulaires verzonden met het verzoek
de daarin voorkomende vragen te beant
woorden. Het resultaat daarvan is geweest
dat er van die 500 circulaires 163 wer
den terugontvangen, waarvan er 44 onin
gevuld waren, zoodat zich slechts 119
winkeliers uitspraken. Straks zal spr. zeg
gen hoe die antwoorden zijn geweest.
'Op een vraag van den heer Blommen-
dal, waarom dit vraagstuk slechts van
één zijde mag bekeken worden, antwoordt
de v. orzitteir, dat de S. W. V.slechts
de stoffelijke belangen van den .winkelstand
te behartigen heeft.
Be heer Papen huizen meent, dat
de zedelijke zijde van dit vraagstuk den
strijd meer "beheerscht dan de stoffelijke
zijde en dat die ook den grondslag vormt
van de beweging tot afschaffing der ker
mis.
Be heer Th ijs se begrijpt niet waarom
de kermis moet worden afgeschaft, waar
zij drukte op straat geeft en de meeste
winkeliers van die drukte profiteeren.
Be voorzitter zegt dat er wel win
keliers zijn die van do kerrnisdrukte pro
fiteeren, maar er zijn er ook die daarvan
schade lijden.
De heer 0 d vindt het beter alleen de
stoffelijke zijde hier te behandelen omdat
de ethische zijde reeds veroordeeld is.
Spr. heeft de ervaring opgedaan, dat in
zijn vak, het slagersbedrijf, door de ker
mis schade wordt geleden.
Be heer Trouwborst zegt dat nu 3
jaren achtereen dezelfde kwestie hier ter
stede is opgeworpen en hij verbaast zich-
dat de winkeliers elkander onderling niet
beter steunen. Er is een groot aantal win
keliers die van de kermis voordeel heb
ben en hij meent, dat de andere winke
liers die standgenootcn moesten helpen om
die winsten te behouden. Dc winkeliers
raken toch al genoeg in de klom, zoodat
men zich krachtig en gezamenlijk moest
verzetten tegen alles wat den middenstand
kan bonadeelen. De winkeliers dragen zwa
re lasten en kunnen geen verdiensten
missen.
De heer Zoetmulder sluit zich hier
bij aan. Spr. wijst er op, dat, wordt de
kermis in deze gemeente afgeschaft, die
dan weer opduikt op particulier terrein,
zooals in den Haag in de Diergaarde, of
onder anderen vorm, zooals de voorjaars-
markt in Amsterdam, die 3 weken duurt,
er de kermis in het Tolhuis.
Met dergelijke veranderingen wordt niets
anders bereikt dan een extra verdienste
van den winkelier afgenomen, zonderccni-
ge verbetering in de bestaande toestan
den to brengen.
De heer v. d. Zee is het eens met den
heer Odé. Ook in sprekers vak, kurken
snijder en schoenenvarkooper, wordt door
de kermis schade geleden, Bovendien heeft
een koffiehuishoudcr hem verteld dat ook
deze niet zooveel extra verdiensten van de
kermis had, omdat in, de week vóór en in
de week mï de kermis groote slapte in
de zaken was te bemerken.
De heer Trouwborst wijst er nog op
dat allo jaren dezelfde adressen inkomen
en steeds van eenzelfde categorie van men-
schen. liet is gemakkelijk genoeg iets dat
bestaat op te ruimen, maar niet zoo ge
makkelijk iets op te richten. Merkwaardig
vindt spr; het dat dezelfden, die hieragee-
reu voor afschaffing der kermis, in andere
gemeenten zich vermaken in den draai
molen en andere vermakelijkheden.
De lieer Diresch vraagt of er winke
liers in eonsumtieartikelen ter vergadering
zijn die hun meening over de kermis wil
len zoggen.
t)e heer S m i t, voldoende aan do zoo
even gedane toezegging, deelt nu mede dat
bij de in 1904 gehouden enquête de uitslag
was als volgt:
Voor behoud verklaarden zich
1 op zedelijke gronden.
35 op stoffelijke gronden.
39 zonder opgave van reden.
75 voor behoud.
Voor afschaffing verklaarden zich:
14 op zedelijke gronden.
19 op stoffelijke gronden.
11 zonder opgave van redenen.
44 voor afschaffing.
Er waren er dus 19 die de kennis
wensehten af te schaffen, omdat ze er
nadeel van hadden, en ,'35 die ze wilden
behouden, omdat ze er winst van hadden.
Uit bet aantal ingekomen antwoorden
leidt spir. af dat de winkelstand zich voor
bet vraagstuk niet warm maakt.
De heer Pap en hu i zen herinnert er
aan dat de voorzitter zooven heeft gecon-
stateert, dat de winkeliers hier nog niet
veel voor het vereenigingsleven voelen, wat
dan ook wel de oorzaak zal zijn van het
gering aantal ingekomen antwoorden. Die
een antwoord hebben gegeven, voelen dus
wat meer voor gemeenschappelijk werken.
Van die' winkeliers- bobben zich op stof
felijke gronden 35 verklaard voor behoud
en 19 voor afschaffing, zoodnt die uitspraak
is geweest zeer positief vóór het behoud
der kermis.
Zoo noodig kan echter nog eens een
enquête gehouden worden.
De voorzitter zal van deze laatste
opmerking nota nemen. Aan den heer
Trouwborst merkt spr. op, dat in dit jaar
ook een adres is ingekomen van de on
derwijzers tot afschaffing van de kermis.
Spr. voegt hierbij dat, als de onderwij
zers de kermis zóó noodig achten voor het
kind, zij dan wel jaren lang hun plicht
verwaarloosd hebben.
De heer v. d. Hoeven meent, dat een
voorstander- der afschaffing er op uit is
gegaan om tot het zenden vatn adressen
aan te dringen. Hij ziet dan ook in die
heeie beweging niets dan een soort drij
verij.
De heer Pa pen huizen weet mee te
deelen dat er verschillende onderwijzers
op een hen gedaan verzoek het adres heb
ben geleekend, hoewel de geheele kwes
tie hen volkomen onverschillig laat.
De voorzitter zegt dat elkeen het
recht heeft er een meening op na te
houden en daarvoor te. propageeren. Spr.
meent overigens, dat de onderwijzers niet
zóó lichtvaardig een adres zullen onder
teekenen.
üe heer v. d. Zee ziet niet de gawenschte
belangstelling van den winkelstand bij de
behandeling van dit vraagstuk.
De heer Papenhuizen constateert
nog eens dat de enquête van 1904 is uit»
geloopen ten gunste van het behoud "der
kei-mis.
De lieer B 1 o m m e n d a 1 zegt dat mort
zich over lichtvaardigheid ook in deze
kwestie niet al te zeer moet verbazen,'. Die
lichtvaardigheid ontmoet ineni zelfs bij de
mannen die vooraan staari in den strijd
voor afschaffing der kermis.
Na de kermis van 1904 heeft spr. ineen
eenvoudig stadsberi'Iilje geschreven, dat
de kermis een rustig verloep had en dit
heeft hem een duchtigcn aanval bezorgd
van een tegenstander der kermis. Spr. is
toen op informatie uitgegaan bij dien aan
valler en bij door dezen opgegeven adres
sen, maar wat die hem wisten mede te
deelen, waren feiten die men eiken dag
op straat kan waarnemen.
Een hunner deelde hem mede dat hij,
om het kermisvuil van zich af te schud
den, Zondagsmorgens om 4 uur langs de
dijken en builen wegen was gaan fietsen
en hij was toen getroffen door het groot
aantal paren dat hij daar in het gras
had aangetroffen. Bij nader gestelde vra
gen bleek dat die paren, meestal in groote
groepen bijeen, daar rustig zaten te keu
velen over de genoegens van de afgeloo-
pen kermis, de vrije natuur nog een uurtje
verkiezende boven dc duffe, warme zol-
d er afs chc idink je swaar zij hun legerstede
hebben.
Zoolang de kermisbestrijders geen krach
tiger argumenten weten aan te voeren,
meent spr. dat zij indien ze tenminste
als ernstige mannen willen aangemerkt
.worden heler doen voorloopig dien
strijd te staken.
De he.er Dresch vindt het een nadeel
van de "kermis, dat gedurende die week
een gemeenteverordening ongestraft wordt
overtreden, n.l. die betreffende de sluiting
van café's op het vastgestelde uur.
De' voorzitter acht "tverstandig van
de politie dat zjj op dergelijke dagen van
opgewonden beid niet al te streng de hand
aan de verordening houden.
De lieer Kamman ziet juist in dat
openblijven der café's een bewijs dat daar
geen wanordelijkheden voorkomen.
Do heer Litsenbu.rg deelt uit zijn
kastelcinservaring mede dat de politie
steeds komt waarschuwen wanneer het
sluitingsuur is aangebroken en nimmer
maken de bezoekers bezwaar om dan te
vertrekken, ook niet in do kerinisweek.
De heer S c h o 11 e zegt dat de kaste
leins gewoonlijk een doorioopendé vergun
ning hebben om later dan het vastgestel
de. sluitingsuur open te blijven.
De heer Dries zegt dat behalve op Za
terdag- en Zondagavond gewoonlijk de ca
fé's toch om 12 uur verlaten zijn.
Pc- neer Zoet in u 1 d e r zegt, dat hij in
do kermisweek steeds vrij goede zaken
maakt.
Do heer Kamman zegt dat het adres
van de onderwijzers sprecht van het na
deel der kermis voor het kind, maar liet
ligt voor de hand, dat zij vooral zullen
trachten voor wat het kind ontnomen
wordt iets anders in de plaats te geven.
En zeer waarschijnlijk zal dat dan ook
zijn een feejs.1, waarbij een draaimolen,
het zoo begeerde vermaak voor het kind.
Of dat, kind nu in een draaimolen zit op
dagen dat men spreekt van kermisvermaak,
of van Koninginnefeest, of welk feest dan
ook, dunkt hem nogal gelijk.
Over de kennis in verband tot dc ouders
spreekt dat adres niet.
Do heer Ver hoeve merkt op, dat door
den voorzitter wel de stoffelijke belangen
op don voorgrond zijn gesteld, maar dat
dit vraagstuk ook een belangrijke zede
lijke. zijde Heeft. Hot is niet de vraag of
er op de kermis enkele misbruiken zijn
waar te nemen, want die zijn bij alle fees
ten, van welken aard ook, waar ie ne
men. De vraag moei zijn of dc zedelijke
nadoelen grooter zijn dan de stoffelijke
voordedenis dat het geval, dan zouden
do stoffelijke voordeden moeten wijken
voor de zedelijke nadeden. Spr. vraagt
daarom: zijn den voorzitter, die als lid
van onze vroedschap in de gelegenheid
as meer te zien en te hooren clan anderen,
o.a. do politierapporten wel zal tek in
zage hebben gehad, zijn den voorzitter
feilen van de laatste kermis bekend, die
als motief voor de afschaffing deir kermis
kunnen worden aangevoerd?
Do Voorzitter antwoordt dat hij de
politierapporten niet heeft gezien; van de
rijkspolitie zijn ze niet ter inzage te krij
gen. Spr. voegt hieraan toe, dat de rap
porten van rijks- en van gemeentepolitie
gewoonlijk een geheel andere meening be
vatten.
De heer v. d. Hoeven ziet in de nc-
tie tegen de kermis de hand van den
burgemeester. Deze heeft hem, in de mee
ning dat spr. nog secretaris daarvan was,
gevraagd wanneer een adres der S. D.
A. P. zou inkomen.
Toen de Burgemeester verleden jaar
-voortdurend op de kermis ronddwaalde,
heeft men reeds begrepen dat het de
laatste Schiedamsehe kermis zou zijn. Spr.
gelooft dan ook wel dat de Burgemeester
de indiening van adressen heeft bevor
derd.
üe voorzitter wenscht een verkeer
de meening te weerleggen. Hij kan verkla
ren dat de heer Versteeg evenzeer tegen
de kermis is als dr. Brants. Wanneer nu
Je kermis wordt afgeschaft, zal dat ge
weten worden aan dr. Brants, hoewel deze
er de voorkeur aan zou geven de kermis
geleidelijk in te krimpen.
De heer Dresch meent dat van een
volksfeest een opvoedende kracht moet
uitgaan, doch op de kermis hoort men lie
derlijke taai en ziet men schandelijke too-
neelen, die zeker niet veredelen. Het ge
halte van de kermis wordt jaar pp jaar
minder en is ook voor den tcgenwoordi-
geri tijd geheel overbodig,, aangezien het
geheele jaar door verscheidenheid van
ontspanning te Rotterdam wor.dt aange
boden.
De heer T h e ij s s o betwijfelt of het
nu juist wel de kermis js die de kinde
ren verwildert. Het geheele, jaar door
zijn ze even lastig en ondeugend op straat
en hinderen ze de winkeliers.
De heer Blonimendal heeft den
lieer Diresch hocle dikke woorden hooren
gebruiken en,, hoewel spr. den heer Dresch
gaarne op diens woord wil gelooven, zijn
cr misschien wel personen in de verga
dering die wei eens nader, zouden willen
ingelicht worden omtr.ent de schandelijke
toonoekm, die den heer Dresch hebben ge
troffen. Spr,. is geboren Schiedammer en
heeft getrouwelijk de kermissen hier be
zocht en daarop aandachtig rondgekeken,
maar nooit heeft hij zulke frappante schan
delijke tooneelen waargenomen.
Spr. staat in die opvatting niet alleen,
jneent zelfs in zeer goed gezelschap te
zijn; immers heeft de heer, Smit in de
vergadering van don Gemeenteraad van
20 December 1904, de afschaffing dor ker
mis warm bestrijdende, verklaard dat de
tooneelen, die men Zaterdags-en Zondags
avonds op de Hoogstraat en in hctBr.oers-
veld zietj, wel zoo erg zijn als. die men op
de kermis ziet. Te vergeefs heeft de heer
Smit dan ook meermalen erop aangedron
gen dat de politie daartegen kr.achtiger
zou optreden.
De heer Zoetmulder wijst er nog op
dat de meeste winkeliers geen gelegenheid
hebben om de ontspanningen te Rotterdam
to gaan bezoeken zoodat de kermis voor hen
de eenige gelegenheid is om nog eens iets
anders te zien dun hun toombank.
De heer T rouwhorst zegt dat de
Carnavalsfeesten in Brabant en de Flardin-
ga-feesten in Vlanrdingen dezelfde scha-
duwzijden vertonnen als de kermis.
De heer De Goederen merkt op dat
er 2500 menschen met de kermis in do
stad komen die hier 2 A 3 weken leven en
geld besteden, wat natuurlijk aan den win
kelstand ten goede komt.
De heer Dresch herinnert aan zijn
vraag of de winkeliers in consumjitie-arlikelon
schade lijden door de kennis.
De heer K u iri rn a n deelt mede dat een
winkelier in speelgoed hem heeft medege
deeld dut de kermis voor hom een goede
week was.
De heer y. Zomer e n (fruithandelaar)
zegt dat het jaar dat de kramen met hun
front nuar zijn winkel zijn gekeerd voor licni
vóórdeelig is, doch het jaar dat zij anders
geplaatst zijn, nadeelig is. Dooreen genomen
verspeelt hij dus de winst van het eene jaar
in het daarop volgende. Daaruit concludeert
hij echter dat de winkeliers die wonen waar
tijdens do kermis het verkeer alle jaren is
daarvan groot voordeel hebben.
De heer v. D o o r n, sclioenenhandelnar,
zegt dat hij voordeel heeft van-de kermis.
De hpor W i rx el, slager, heeft even
eens voordeel van de kennis. Hij voegt
daaraan toe dat de kinderen na een vacan
tia van 4 weken meer ontaard zijn dan na
de kermis.
De lieer-v, d. Zee keurt het af dat liet
adres van de onderwijzers hier wordt afge
kamd, nu er geen der ondertcekemiara
hier is om het te verdedigen.
De heer IC a m lil a n zegt dat de onder
wijzers hier hadden behooren te zijn om hun
adres te kunnen verdedigen en de nadoelen
der kennis uiteen te zetten.
De heer Zoetmulder heeft gehoord
dat een deputatie der vereeniging „Ver
gunning" niet ontvangen is door den Bur
gemeester en vraagt of dat waar is.
Dc heer Trouwborst bevestigt dit en
voegt er aan toe dat den dag voor het be
zoek behoorlijk belet is gevraagd.
De heer Zoetmulder vindt het ge
drag van den Burgemeester of van B. en
\V„ wie het ook geldt, af te keuren.
De heer Kamman wenscht dat de ver
gadering zich thans uitspreke over het ker-
mis-vraagstuk.
De heer V e r h o e v e meent dat te con-
stateeren valt dat er winkeliers zijn die
voordeel, anderen die nadeel hebben van de
kermis. Hier kan worden uitgemaakt of de
winkelstand op stoffelijk overwegingen de ker
mis wenscht te behouden of afschaffen. Aan
den Raad blijft dan de beslissing of de
stoffelijke voordeden opwegen tegen de zede
lijke nadeelen.
De heer Bubberman wijst er op dat
de gemeente bij afschaffing van de kermis
G A 7 duizend gulden niet meer zal ont
vangen terwijl zij wel een aanvrage oni sub
sidie za! krijgen van een op te richten ver
eeniging tot veredeling van volksvermaak
die allicht 2 duizend gulden zal vragen. De
gemeente zal dus een nadeelig verschil heb
ben van 9000 ongeveer en hij vraagt of
dit zal moeten worden teruggekregen uit de
belastingen.
De Voorzitter meent dat dit be
drag op een begrooty-^ van een half milüoen
niet zooveel uitmaakt.
Hierna ontspint zich nog een debat over
de vraag of er een stemming zal plaats heli-
ben en wie er aan zullen deelnemen.
Ten slotte wordt besloten dat zal worden
gestemd vóór of tegen de kermis door alle
aanwezige neringdoenden. De uitslag dier
stemming is dat 25 stemmen worden uitge
bracht vóór de kermis en 9 er tegen1
stem werd in blanco uitgebracht.
De heer Dirkzwage r, die deze ver
gadering bijwoonde, verklaarde vóór de stem
ming nog dat hij vóór deze vergadering beslo
ten was om mede te werken aan de af
schaffing der kermis, maar dat hij na het
hier gevoerde debat tot andere gedachten
was gekomen, omdat hem gebleken is dut
de winkeliers wel voordeel daaruit trekken.
De vergadering werd hierna door den
V oorzitter gesloten met een woord
van dank voor de opkomst en de wanne be
langstelling die bij het debat over dit
vraagstuk was gebleken.
GeTeilde en verkochte onroerende goederen.
Geveild 9 November.
Notaris "W. A. van Bolder Dz.
Een woonhuis èn erve, met vrije boven
woning, en open plaatsje, aan de Nietnv-
straat No. 31 en aan de Gruttersteeg No. 2,
groot 31 centiaren, ƒ,1275.
Een woning en erve, met vrije bovenwo
ning, nevens perceel I, aan de Grutter
steeg No. 4, groot 20 centiaren, 520.
Een woning en erve, aan de Prinsensteeg
No. 17, groot'24 centiaren, ƒ480.
Een woning en erve aan de St.-Anna-Zus-
ƒ515.
Een woning en erve, nevens perceel H
aan de St.-Anna-Zusterstraat No. 6, groot
pl.m. 30 centiaren, 630.
Geëindigd is het faillissement van J. Pee-
reb'oom, rijwielhandelaar4 rclinge"
Naar we vernemen zul en de sclneiU».
ningen ten dienste van riet voorbereiden'
militair onderricht heden 1 'dag' 2 uur aar-
vangen op het terrein s de gemeen t
lijko opslagplaats nabij i -1|gasfabrick.i in
de nabijheid wonende p -Imen en door
het Hof en de Hoflaan /■delende teen-
schen behoeven zich dooi Met knallen der
geweren dus niet te' lat'Ü verschrikken,