ALLERLEI.
V
li li i if I'
VOOR DAMES.
art. 171 dor Grondwet gezegd yvordf over
do# fiiiianck'clon Steun door don Staal aan
verschillende Gezindheden gegeven, hij een
'komende Giandwe tsherzienin« geschrapt
worde.
XUI. Tegel een voorstel, liij zulk een
Grondwetsherziening gedaan, om n.I. al
len fijiancieolon steun van,Staatswege aan
kerken gegeven op te heffen, en dat be
drag, een kleine 1 '2,000.000, Ie gebruiken
bijv. voor scholen, arbeid,eis-pensi-onnee-
ring, ziekteverzekering enz., zou ni.i.van
de zijde den Gereformeerde Kerken geen
bezwaar kunnen bestaan.
Algemeen Jieflerlnndsclt Yerbond.
Oe veteeniaing ..Jong Nedeihuut en Zuid-
Afrika. te Utrecht" -- daailoe aldaar eer
gisteravond bijeengekomen in een buiten
gewone algennvne ledenvergadering
beeft zich, onder instemming van al de
aanwezigen, aangesloten hij het Algemeen
Xcderlaiulseli Verbond.
Voorts werd beduien tot de voorloopigo
oprichting van een jongelieden-afdeeüng
van dat Verbond.
In een grootc - zoo spoedig mogelijk
bijeen te roepen vergadering van ffreelü-
sehe jongelieden, zal dan voor goed
worden overgegaan tot de^ oprichting eener
dergelijke afdeeliug van het Verbond.
Kooger Onderwijs ia Zuld-Afrikn.
In Zuid-Afrika is het weieer hel ideaal
van de Z.-A. II. geweest om mei den Vrij
staat een hoogescliool te hebben. Het was
o.a. een der punten van 'I federatie-pro
gram. De oorlog heeft in die wensehen na-
fnurlijk wijziging gchraehf. In den raad
van de universiteit de Goede Hoop te
kaapstad, waarin thans ook zitting heli-
hen vertegenwoordigers yan A'atal. Trans
vaal en Trans-Oranje, is nu uitgemaakt
dat Z.-A. vooralsnog slechts behoefte heeft
aan één sterke universiteit in sted.e van
afzonderlijke hoogeseholen.
Het laatstgenoemde plan is dus voorloo-
pig en zeker vont den eersten lijd van de
haan. ..Z.-A. Post",)
WALTER HA LEIGH.
De Engelsche admiraal Walter Raleigh,
beroemd door zijn ontdekkingstochten, zee
gevechten en tragische lotgevallen, werd
iti Haves bij Hudley iai Devonshire gebo
ren. Dikwijls luisterde de knaap daar aan
het strand met gjroote opmerkzaamheid
naar de vertellingen van zeelieden. De zee
zou ook op hom haar macht uitoefenen,
als man verwierf hij c-r groolen roem. maar
later vendel hij aan liet gerecht, dat hem.
for dood veroordeelde.
Eerst wijdde Raleigh, die in 1552 ge
boren weird, zich aan rechtskundige stu-
diën to Oxford en Londen, streed in Frank
rijk voor "de Hugenoot en en daarna in de
Nederlanden hjgen Spanje. Zijn oorste
zeereis maakte lüj in 1579 met zijn hal-
veil broeder Gilbert naar Noord-Amerika
een ontdekkingsreis, die geen gevolgen
had. Hij streed tegen de Ieren, die zich,
door de Spanjaarden ondersteund, tegen
hem verzetten, en verkreeg daarna van
koningin Elisabeth het stadhouderschap van
Cork en verse lullende goederen. Weer kreeg
hij lust naar Amerika te reizen; hij rustte
op eigen kosten twee schepen uit. landde
daarmee in Chesapeakebai en slichtte een
kolonie; ter «ore van zijn ongetrouwde
vorstin noemde hij die ..Virginia", Toen
de Spaanscbe armada Engeland bedreigde,
sloot hij zich met zijn schepen bij de En
gelsche vloot aan en werd daarom tot lid
van den geheimen raad benoemd. In 1592
stond hij aan hel hoofd van een doorhem
zelf uitgerust eskader, waarmee hij in
IVest-lndië Spaanscbe schepen wou gnan
veroveren, maar die onderneming slaagde
niet. De sage van het wonderland Eldo
rado. van de grootc goud- en zilversfhal
ten van Guyana verleidde hem tol steeds
heeft aan kalmeering dan aan opwekking,"
merkte ik op.
Met bewondering zag ik de manier, waar
op ze niet het paard omging. Ze had hel
dier geheel in haar macht.
Ze. scheen mijn gedachten te iaden, want
ze zei: „Ik zou graag een bircu-rijdster zijn,
niet om kunsten te doen, maar om wilde paar
den te temmen -— o, daar zijn we er al
Oom en tante stonden voor hel hui.- oils
lachend toe te wuiven.
..Zijn het geen beste meüsehcn. meneer
Duinwijk," vroeg mijn buurvrouw mij. ,.Jk
geloof heuseh, dat ze blij zijn, mij te zten,
ofschoon liet nu uit is met hun rusttijd."
fk wen! nu in alle vormen voorgesteld,
en daarna brak er een tijd voor me aan,
waarin ik al mijn kalmte noodig; had. Het
wa.- of alle.- tegen mij sainen.-pande. Ik
streed tevergeefsmijn versterkingen werden
geregeld omgeworpen, maar de citadel was
nog niet ingenomen.
Dit was het plan van aanval.
..Mijn zuster moet vandaag naar Arnhem,
-fe zult haar zeker wel even in de auto bren
gen?"
„Vandaag zal mijn schoonzuster je te
paard vergezellen, op je in-pec!ietocht."
„Vindt ti het goed, om vandaag een fiets
tocht met mij te maken?''
Doe moest dit eindigen? Ik vroeg dit
mijzelf geregeld af en toch kon er maar
één antwoord op die vraag zijn Er moest
een verbanning op volgen, gedwongen of uit
vrije verkiezing.
nieuwe avonturen; hij zeilde met vijfschc
pen naar Zuid-Amerika, veroverde het
eiland Trinidad, voer den Orinoko op, maftr
hel verlangde Dorado bleef een sage. In
1597 veroverde hij als onderbevelhebber
onder graaf Essex het eiland Fayal,
zonder het hevel van den graaf af te
wachtenmaar zijn vrienden redden
hem ioen nog voor den toorn van
den machtigen gunsteling. Toen Arabella
Gluurt haar aanspraken op den troon wil
de doen gelden, we.rd hij in de samen
zwering gewikkeld, gevangen genomen,teil'
dood veroordeeld, maar door den koning
mei gevangenisstraf begenadigd. Dertien
jaren bracht hij in den Towei door met
ivotciwchappel ijken arbeid. In llilö herkreeg
hij de rijltcid. Opnieuw word hij aange
trokken door hel Dorado van (itiyaiialiij
vertelde den koning over oen daar ont
dekte goudmijn en Jakobus, die zieh in
geldverlegenheid bevond, «af zijn toestem
ming toteen nieuwe expeditie. Raleigh,
die voor zieh hel vijfde deel dor te vin
den schatten bedong, stak als opperbevel
hebber van het uit veert ieti schepen be
staande, met avonturiers bemande, eska
der in zee; maar, zwaar ziek, bleef hij
op z'n admiraalschip voor de» mond van den
Orinoko liggende schepen, die de rivier
opvoeren, Teerden ondertusschon zonder
siieces terug. Het kwam tot een strijd met
de Spanjaardende Spaanscbe regcering
vroeg genoegdoening voor den vredebreuk.
De koning offerde zijn admiraal op. Ra
leigh werd voor een krijgsraad geroepen,
die het vroeger tegen hem uitgesproken
vonnis hernieuwde. Hij werd in 1G18 te
rechtgesteld.
IETS OVER 't GEVEN VAX CADHAl'X.
(Lil. een Engelscli tijdschrift.)
Gaden ux! Een pijnlijk onderwesrp! We spra
ken er eens over in gezelschap. Ik herin
nerde aait den tijd, toen ik met William
Smith samenwoonde. We wilden eikaar
natuurlijk iets geven. Ik had mijn zinnen
gezet op een hizomler mooi snort das,
maar zoo duur. dat ik hem niet voor mij
zelf kon koopen; ik kocht hem dus voor
William, hoewel hij een haard droeg ett
dus geen eer had van zijn dassen.
Hij wou dolgraag een bizonder soort
overhemdsknoopjes hebben, waar ik niets
om gaf. Maar hij kocht ze voor mij.
We toonden ons natuurlijk heel verrast
en zeiden, dut we dol blij waren met onze
cadeaux, en we waren ijselijk lief en har
telijk. Maar langzamerhand veranderde on
ze stemming. We gingen uit en toen we
weer terugkwamen, had onze hospita de
cadeaux omgeruild. We vonden dat een
heerlijke uitredding uit het 'dilemma, dat
dreigde ons beider jong, onschuldig leven
te vergallen. William zei, dat hij mij de
da? had gegeven en ik beweerde, dat hij
de knoopjes van mij had en alles was
in orde.
„Je mol nuttige dingen geven," zei
Spiffel, die voor advertenties reisde:„iets
dat niet alleen van dienst is voor den
persoon zelf, maar voor allen uit zijn om
geving. Ik gal' mijn schoonmoeder een kistje
niet allerlei medicijnen."
Hij zweeg een o ogen blik en toen, we
oji een slot schenen te wachten, voegde
hij er bij:
„0, ze maakt het heel goed. De familie
van mijn vrouw heefl een sterke gezond
heid."
„Ken je mijn jachtje Nellv?" vroeg Rlot-
chex.
..Ze gaf me verleden jaar een das. Ik
wist niet, dat er zooveel kleuren in do
wereld waren voor ik "die das gezien had
en hij was zoo breed, dat ieders aandacht
er op moest vallen.
,.ik moest hem natuurlijk dragon, un-
dfjp zou ik Nelly's hart gebroken hebben.
Ik deed hem aan, toen ik bij haar ging
eten. De paarden schrikten ervan,, de jon
gens maakten er opmerkingen over en het
meisje, dat de deur voor mij opendeed,
Het na- de dag voor Sint-X'icolaas. Ik
.-toud voor den stal te kijken naar liet drui
pen der goten, toen ik een lichten voetstap
achter mij hoorde. Ik kende dien maar al te
sued. Hoe vreemd liet ook moge klinken,
hoewel ik haar iedereü dag meer lief kreeg,
n ai en er oogenblikken, (lat ik bitter legert
haar gestemd na.-.
Ze legde haar hand op mijn armdie
aanraking ontroerde mij. Ze sprak haar
.-tem was muziek in mijn ooren.
„Is u te vee! verdiept in het kijken naar
de regendruppels, om naar mij te kunnen
luisteren?"
„Wat verlangt u van mij. juffrouw van
Bovcnvoorde?"
,,Ik wou, dat u me kon helpen. De vij
and staat voor de poort."
„Ik begrijp u niet." antwoordde ik
kortaf.
„O, is u in een vim uw domme buien
Ik moet dus duidelijker zijn. De meisjes
Van der Linden zijn in de kamer. In een
zwak oogenblik beloofde ik met ze naar
school te gaan om voor liet Sint-Nicolnas-
foesf te zorgen. Maar ik heb er geen lust
in. De onderwijzer zal er wel zijn, maar ik
boud niet van flirten met hem."
„Er zullen wel anderen ook zijn. Meneer
Van der Linden bijvoorbeeld. Hij zal zijn
zusters wel komen halen?"
Ik vermoedde, dat deze beer de door mijn
oom voor zijn schoonzusier bestemde echtge
noot was.
„Juist, en dat is de reden, waarom ik
bij it hulp kom zoeken en nu laat u mij in
den steek."
zetle haar monxl zoo wijd open, dat ik
dacht, dat hij nooit meer dicht zou kun-
n«iv Maar Nelly was er verrukt over en
vestigde er (geheel on.nfiodig) ieders aan
dacht op.
„Den volgenden dag mtfest ik de das
weer dragen, onulat i.k met Nelly zo'u
gaan wandelen np kantoortijd. .Te begrijpt,
wat ik er op hel kantoor over mocsthoo-
reu. Maar het ergste was dat de patroon
hol opmerkte, hij had wel blind moe
ten zijlij, als hij het niet gedaan, had
en er mij over sprak; hij beweerde, dat
ik tegen die regels van, het huis handelde,
dioor hel dragen van, zujk oen das en
d/at ik iets ordentelijks aan moest doen.
Ik zei, dut dit niiet moge,lijk was en ver
tel de hein de reden waarom; de Side
man was aangodoan. Hij had oe,n, doch
ter van Nelly's leeflijdi en een paar da
gen later verhoogde hij mijn salaris,"
„Het moeilijkste, is, om altijd dankbaar
te zijn. Het kond oir niet op aan, hoe
ongeschikt of onwelkom licit geschenk is,
je moet trachten hl ij to zijn en dankbaar
aan den geveir. Ik vrees, dat de, meeste
monschen moeilijk tevreden te stellen, zijn,"
merkte dei hulpprediker op, die nooit de
gelegenheid voorhij laai gaan, om zijn
inedeinenschen te verbeteren.
„Zeker," antwoordde 'Hotelier, ,.je zie.l
aan mijn das welke heerlijke gevolgen er
uit oen schijnbaar onwei'.kom cadeau kun
ncn voorlkotnen."
menig pajk slaag gegeven, om hem die
schuwheid n,f te. lep,ren."
GEVAT.
Als een bewijs van de brutaliteit van
Charles l.ever wordt oen verhaal over hem
verteld uit don lijd, toen hij nog consul
was in Triest. In dien tijd ging hij even
naar Engeland en bezocht lord Lyilon.De
twee schrijvers praait ten eenigen lijd met
elkaar, en eindelijk sprak lord Hytton,.lk
lam om verscheidene redenen blij. je hier
le zien. Je zuil straks in de gelegenheid
zijn, om je chef fe zien. Ik verwacht hem
ieder oogenblik,"
Lever werd bleek vah schrik. Hij her
innorde zich plotseling, da't hij Triest
verlaten had zonder verlof to hebben ge
vraagd. 11 ij trachtte zich bij Lytton te ver
ontschuldigen hij moest weg het
speet hem, maar Terwijl hij dit zat
te. beweren, werd de minister van builcn-
a'ndsche zaken aangekondigd.
„Zoo. Lever!" zoi lord 01 arend om ver
wonderd. „Ik wist niet, dat u Triest ver-
latei had."
„Neen, Mylord," antwoordde Lever ge
vat, „ik dacht, dat hel van meer eerbied
zou getuigen, als ik u zalf om verlof kwam
vragen,"
Een ongelukkig man wcird bij een rij
ken baTon toe gal a ten. Hij beschreef zijn on
gelukken en zijn ellende op zulk een roe
rende wijze), da;L de baron, met tranen it.
de oogen en een stem afgebroken door
snikken, tof. zijn knecht sprak
„Jap, laat dieti stumper uit. Hij "hroekt
mijn hart."
Tot de menschep, die er het schuldigs!
uitzien, behooreji een map, die van een
misdaad beschuldigd is, waaVaan hij geen
schuld heeft, en een jonggetrouwd patertje,
die trachten door te gaap voor oudge
huwden.
„Hebt ge iets te zeggen, voot het vonnis
wordt uitgesproken?" vroeg de rechter.
„Ja'(" antwoordde (le gevangene.
„IVat dan?" vroeg de rechter.
„Ik zal liet maar liever niet doen, daar
ik niet graag beleedigi'ng van het hof hij
de andere beschuldigingen zou voegen."
„Hoe is u over mijn kleinen jongen te
vreden, meneer?"
„0, heel goed; zijn vlijt la'at niets le
wensehen over, maar hot ventje is wat
e,rg apgstig en schuw."
„Net als thuis I Ik heb den jongen ml
„Wat wil u clan?"
„Niets het is te laat. Marie laat mij al
halen."
„Juffrouw Bella, mevrouw vraagt of u
komt," '/.ei dc dienstbode, die hef natte
paadje kwam afwandelen.
„Zeg dat ik kom," antwoordde ze vrion-
delijk. Maar toen liet meisje uit het gehoor
was, zei ze tot mij: „Ik zal u nooit meer
een gunst vragen, meneer Duinwijk."
"Ik voelde bcroinv.
„Als u geen lu»t heeft, met de Van dor
Lindens mee te gaan, kan u wel een uit
vlucht vinden," troostte ik.
„Ik heb niets tegen het gezelschap, maar
wel tegen het werk," antwoordde ze hoog.
Daarna liep ze met slatigen tred naar huis.
Terwijl ik do lange slanke gestalte na
keek, kwam ik plotseling tot een besluit,
fk moest een eind maken aan dezen val-
schen toestand en ging naar ooms studeer
kamer.
„Oom," zei ik, „ik ben hier heel geluk
kig» geweest, maar ik moet nu afscheid
van u nemen."
„Wat beteekent dat?" vroeg hij opsprin
gend.
„Ik nam de betrekking bij u aan, op
voorwaarde, dat ik niet verliefd zou raken
op juffrouw van Bevenvoorde. Ik heb mijn
belofte gebroken, dus moet ik gaan."
„Waarheen?"
„Ik zal wel iets vinden. U wil me mis
schien wel een getuigschrift geven?"
„Wat moet ik daarin zetten, dat je je
belofte gebroken hebt?" vroeg hij lachend.
„Nu, weet je wat jongen, we zullen er
ST. NICOLA AS-GEDACHTEN.
Ja', Kinderheilige, nog neemt mijn Vuntu aan,
En had de wereld slechts wat beier u.
versta,an,
Uw geest van weldoen en van liefde meer
begrepen,
'k Zou met uw napmdag nog geruster
kunnen dwepen.
De Genes let.
Slem verrijkt mejt te geven eu men wordt
:t,rni van te weigeren....
't Is uit ïSdehjdon voor den 'rijke, (ln)t
er annon zijn. Dc' aalmoes en is maar
't stoffelijk lovqu va.fi de cene, wijt ze feu
gclieole of ten dooie 't geestelijk levep vnji
de a,luiere is.
Gazelle.
Gij die veel geeft, vergeel, niet, dat
Hot hoe img meer is dan hef wal.
Heels.
11e wil, en niet do gaVe maakt don gever.
Lessing.
Voor den edelen geest verliezen rijke ga
ven hun waarde, als de gevers onvrien
delijk zijn. f
Shakespeare.
Kieschc oplettendheden voor andere mon
schen zijn altijd een bewijs van een fijn
gevoel en een liefdevol hapt.
Laprillard.
BERTH A "KRUPP.
In 1902 kwam Bertha Kruip p aan liet
hoofd van de zaak, die een naamlooze ven
nootschap was geworden. Haar opleiding
had haar daar geschikt voor gemaakt. Van
af haar eerste kindsheid ging ze met haar
vader in de fabrieken op on neer.
„Je zult mijn zoon zijn," zei hij; en hij
gaf haar een opvoeding, die haar geschikt
maakte voor de zaak. Er zijn weinig ar
tillerie-officieren, die de moderne kanon
nen botcsr kenpen dan zij. Zij heeft er
haar leven tusschem door gebracht. On
danks de oude hoeren, die in haf bestuur
zitten, is zij nog dc ziel van Essen. De
buitenwereld gelooft daar niet aan; offi
cieren geven niet gemakkelijk toe, dniteen
vrouw huns gelijke is in bekwaamheid,
maar de waarheid is, dat Bcirtha Krupp
de eenige en absolute gebiedster is in die
grootc zaak van de bestuursvergade
ringen lot dc werkkamers.
Haar veertig duizend werklieden weten
dit; en ze. houden van haar zelfs de
socialisten. Zij is dan ook niet van adel.
De Krupps hebben altijd aan lam demo
cratie vastgehouden. Ze zijn (irolsch op
hun burgerlijken naam. Tweemaal weiger
den ze den freiherrensiand -ze wilden
niet van adel zijn. Het laatste woord, dat
Bertha Krupp van haar vader hoorde,was:
Trouw geen ven-gulden dwaas I"
De dames Krupp maakten soms een reis
in het buitenland. Te Constantinopel werd
ze met bijna vorstelijke oeirbewijzein ont
vangen, want de sultan had .behoefte aan
kanonnen en crediet. En ovaral werd naar
haar hand gedongen. Ilet is zoo gemak
kelijk liefde fe voelen voor een meisje mot
12 millioen gulden 's janus. Br kwam een
prins van het oude geslacht Rousz vra
gen of ze zijn vrouw wou warden, er kwa
men edellieden en jonge officieren; waar-
dighcidsbekleedcrs' en diplomaten allen
zwermden om haar heen. Nu en dan werd
er echte liei'de voor haar gevoeld een
van de voornaamste werkliedèm, een dorps
dokter, een arme edelman; ze hadden haar
in stilte lief en gingen iveg.
„Ifaar liefde geldt het wcirk," zei het
volk van Essén. „Ze zal iemand trouwen,
over eenige dagen nog eens op terugkomen.
Je kunt het toch nog wel eenige dagen bij
ons uithouden. Spreek er nog maar niet met
tante of iemand anders over. Sint-Niehuas
moet je in ieder geval nog met ons vieren.
Alles is al voor het feest in orde gebracht."
Hoewel ik veel liever in eens vertrokken
nas, besloot ik ten genoegen van oom, nog
ulnar eenige dagen te blijven, maar de uren
vielen mij lang en als ecu berg zag ik op
tegen den feestavond, die unij wachtte.
Toon ik met- een loodzwaar hart naar be
neden wilde gaan, werd er op mijn deur ge
klopt en bracht do bediende mij een brief
vim mijn ooms hand. Ileel verbaasd deed ik
dien open. Wat zou oom mij te schrij
ven hebben, dat hij mij niet mondeling mee
kon doelen? Met grootc ontroering las ik,
dn: oom en tante hadden besloten mij als
hun zoon en erfgenaam te beschouwen.
Ik snelde naar de huiskamer waar oom
en tante heel genoeglijk bijeen zaten, blijk
baar wachtende op mijn komst.
„Oom, tanten, wat beteekent dit?"
„Dat zal ik je vertellen, jongen," ant
woordde oom in de grootste" bedaardheid.
„Na ontvangst van je brief schaamde ik
mij, dat ik mij zoo weinig om mijn zusters
zoon bekommerd had. Ik besloot dit zooveel
mogelijk goed te maken, liet ie hier komen,
om te zien wat-er in ie stak cn nu ken je
ons oordcel."
„Maar, oom u weet toch wat ik u gister
gezegd heb."
„Vergeef mij, dat ik je in 'dat opzicht
misleid heb. Ieder, die met haar in aan
raking komt, woédt op Bella verliefd. Ik
die haar kan helpen om haar industrie,,;
koninkrijk le doen bloeien."
Er heeirse.hle grootc verwondering ;ft |,t
sen, toen liet bekend werd welke keu'zè
zij gedaan had. Men keek elkaar mm
sprak:
„llimmelI Ze Iromvl uit liefde!"
Dat was waar. De lieer Von Lilden en
Halbacb heeft een eervolle loopbaan ach-
Ier zieh, llij is zelf niet rijk, ofschoonmen
iu zijn familie mooie landgoederen heeft
Hij heiioorl tol den minderen adel
is vermaagschapt aan liet regeeien'd |,'n'i.s
Lippe.
Eenige officieren uit hel llaliaansclieli'.
gcr kwamen naar Essen, om over nieuwe
kanonnen te spreken. Mei hen kwam ik
heer Von Bolden als gézaiilscliapsraiiit.llij
liep de- stad eens in, daar hij eigenlijk niel.s
mei de zaak te maken bad. Vooy de aai.
digo kléine huisjes zag Idj de vrouwen
zitten breien.
Te midden van haar zat" een jong meLL
Ze droeg een bruine blouse en had geen'
hoed op. Een hall' dozijn kinderen |uu(
zich om baar heen verzameld - ecu zat
op haar school; en hel meisje verteld,,
hun eon sprookje. De diplomaat werd duur
dit schouwspel getroffen, bij Ideef slaan
om naar hel aardige gioepje le kijken
Eindelijk koek bel meisje op e-ii spmJ,:
„ls daar?" en hij antwoordde: js
u bet?' eu ze gingen met elkaar door-de
stad van ijzer mi vuur.
Zoo wordt hcL verhaal iu Essen verteld
maar daair er nog vele andere lezingen vim
zijn, is hot niet zeker of bet waar is.
In ieder geval worden ze verloofd.
Dit huwelijk is van groot belang. Deku-
tliiigin van Essen hoeft, een verluizend
grootc nuirht. Niet alleen Intair millinenen
verschaffen haar die. Door he.i geven of
onthouden van do oorlogsmaterialen kan
zij het lot der volkeren beslissen.
Men spreekt ar in den laatsten tijd over,
dat dc regcering dil werk móest overne
men. Men beweert, dat de veiranlwooidr-
Iijkheifl te groot is voor eau jonge vrouw.
Het is dus mogelijk, dat haar op zekeren
dag niets zal worden overgelaten dan haar
nvillioenen en hef land haar de luncht ont
neemt. Dat zal eem droevig oogenblik voor
baar zijn.
Zij is de eenige niet vorstelijke persoon
die aan hel hoofd slaat, vatu een eigen
leger. Niét goedkeuring van den keizer
onderhoudt ze eau leger van liegenliondeut
man, dat gereed is om legen rouvors of
oproerlingen op te treden.
SINT-N1C0LA AS.
Cadeaux geven is een, kunst, die niet
iedereen verslaat. Er is- heel wat handig
heid en nadenken voor noodig, om vooi
ieder iets geschikts te vinden. En toch
doet het ons altijd liet meeste genpegcii
ais we merken, dat. er aan, onze liefheb
berijen is gedacht en, we krijgen liever een
kleinigheid met zorg gekozen, dan een kust
baat ooi werp, waaraan we «een hehooltc
hebben.
Cadeaux vertellen hun eigen geschiede
nis aan wie ze ontvangt, en die hun waar
de en bedoeling begrijpt en hel is even
onaardig maar. iels zonder nadenken Iu
koopen! als iemand precies te vragen naai
wat ze noodig heeft.
Er is iets onvriendelijks iu, aan- men-
srhen die hot hard noodig hebben alleen
nuttige dingen lei geven.. Men moei niet
v„)«eten, dat juist dezulken ook wel eens
wat poëzie in hun leven willen, hebben,
vooral op een avond, diei geacht wor.lt
overal blijdschap en vroolijkliciid aan ie
brengen.
Ook op een aardige; munieifaicls onivmir
gen is evenmin ieders wei'k. Kr zijn
menschen, djie. zich verplicht voelen, zoo-
dra' ze van iemand kits hebben gekregen,
dat mof eau tegengeschenk te jieanlwoor
den iu plaats tan zich blij te 1oon«n met
wat men hun gal'. Ze verslaan i\e knust
niet, dankbaar fe zijn cm. begrijpen niet,
dat, als men hum iets schonk, men dit
dacht dus, dat je ivel geen ni'!zondering op
dien regel zou vormen. Maar daar liet |®-
bodene altijd groote aantrekking op iemand
uitoefent, stelde ik.mijn voorwaarde. Ga nu
maar eens aan haar vragen, bomzij. er over
denkt."
Natuurlijk haastte ik mij naar Bella's
kamer.
„Juffrouw van Bevenvoorde," zei ik, ..goj1'1'
beu ik boei onaardig gewei;?!."
„Dat was u," a lil woord de ze. „Zal ik u
eens vertellen over het gezellige mutje, dat
ik op school doorbracht,"
„ik kan mij dat wel voorstellen. Wie
mocht zich in uw gunst verheugen
„O allen."
„11c vind flirten een akelig tijdverdrijf.
„U dreef me er toe. Ilun bloed koni<
over uw hoofd."
„Ik bevind mij in denzelfdeu toestand.
„Bedoelt u, dat ik met u flirt-" Ze ve
llet ontkennen, maar deed bet niet.
„Ts het geen flirten? Mag ik dan hopen,
Bella?"
„Dat kan ik u niet verhinderen. 1 !°°P
leeft in ieder mensehenhart,"
„Speel niet met mij, Bella, ik heb I
lang in wanhoop geleefd."
Ze antwoordde niet, maar keek mij aan,
en ik wist, dat ik op dezen Sittl-Nicmaaa
'1 grootc geluk' valt mijn leven gewonnen h.u