beide Onderzoekers dor Indische wijsbe
geerte waren zelf in ludië en lieten zich
door Brahmanen de moeilijke plaatsen in
de wijsgeerige geschriften verklaren. Duit-
schers en Indiërs spraken daarbij met
elkaar in 't. Sanskriet, zooals men vroeger
in Europa zich van 't Latijn bediende. Uit
die geschriften leert mem een geheel an
der Indië kennen, dan het wonderland, dat
de slechts mot de oppervlakte1 in aanra
king komende globetrotters ons schilderen.
Een diep geestelijk leven wordt door de
voornamen geleid en de pers is in han
den van zeer bekwame personen.
De oude Indiërs hebben dikwijls genoeg
geweldige kracht getoond en al heeft die
eigenschap onder godsdienstige en wijs-
geerige bespiegelingen gesluimerd, gestor
ven is ze niet cu eenmaal zal ze misschien
de wereld nog eons verrassen.
DE POËZIE DER MATUURVOLKEN.
Er ontstaat hoe langer boe meer belang
stelling voor de poëzie der natuurvolken
onder de réi za me la ars. Leon Charpenlier
Iieeft onlangs gedichten der Kaffers be
kend gemaakt Zooals dit bij natuurvolken
meestal het geval is, zijn liet vooral krijgs
liederen, o,n wel eens zins ruwe: „Ont
waak, Amakos-as, wapen u voor don krijg!
Zooals de wind. die het boseh in bewe
ging brengt, als hij daaroverheen vaart,
hoor ik een geluid, dat van m*re komt.
liet is niet de donder uit de wolken, ook
ui M het brullen van den leeuw op de ber
gen, maar de stem van hem, die daar bo
ven is en mij beveelt, zijn wil te doen
kennen. Hij bevoelt mij, n te roepen, wilde
zoons van Krabeku, den blanken man uit
liet land te jagen en hem terug te werpen
in de zee, De zee, die hom hier heenbracht,
eischt terug, wat hij heeft uitgeworpen."
Dit de liederen der Kaffers spreekt dik
wijls veel liait. Een lied ecner weduwe
klaagt:
„Waarheen zijn onze> mannen gegaan,
zoover dat ze niet kunnen terugkeeren?
En hoe komt het. dat 'die veel eischemic
plaats nooit vol wordt?"
Er is een soort legende van een moor
denaar zijns broeder.-. Een kleine vogel
vervolgt Mhcilo. die om een mooie witte
koe Alaeilonnmieh doodde, van wien de
vogel zooveel hield, met zijn steeds her
haald: „Thiiil Thiri!" en bewerkt daar
door de ontdekking en, bestraffing van
den misdadiger.
Ook voor de idylle toonen de Kaffers
gevoel. Dat bewijst het verhaal van het
meisje, dat naar het veld ging, om voor
haar moeder een meloen te plukken. On
derweg ontmoette ze jongens, die haar
schoonheid roemden, en had zooveel ple
zier in hun gespreikken, dat ze eindelijk
den meloen met hen deelde. De vertoorn
de moeder verklaarde daarop aan haar
dochter, dat zij groene krokodillenoogen
had; ze doodde haar en stampte haar
lichaam tot stof. De woestijnwind droeg dit
stof naar de zee. Een krokodil nam het
op: er ontstond ecu wondorschoonevrouw
uit, die hij meenam naar den bodem van
het water. Daar leefden ze gelukkig met
elkaar.
DE RUSSISCHE AIOUJIK,
De Rmsi-che moujik is een der merk
waardigste menschcnsoorten. Ondanks zijn
moeilijk leven, het strenge klimaat, en het
feit dat hij het nooit verder dan totmou
jik kan brengen, is hij een humorist. Alen
kan gerust zeggen, dat geen boer in Euro
pa zulk een hard leven leidt als de Rus
sische. Als daglooner verdient hij buiten
gewoon weinig. De Russische moujik kent
doorgaans den smaak van vleo-vh niet
zwart brood is zijn gewone voedsel, afge
wisseld met een soort soep, gemaakt van
kool. fn drinken i< de moujik ook alle an
deren do baas. eu liet is algemeen be
kend, dat de nationaio drank zijn vloek is.
De Russische b-oer drinkt dezen, onaar,ge
mengd eu is er zoo aan gewend, dat hij
eenige malen ptt dag dronken kan zijn,
zonder dat het hem schjjnt te schaden
EEN PAS ONTDEKTE JlTITERZUtL.
Een der merkwaardigste en voor de ge
schiedenis van 't mee-te belang zijnde
vondsten, die op Romeinsch-Germaanschen
bodem gemaakt worden, werd in liet mn
seum te Alaiuz geplaatst. De zuil is 9AI.
hoog en versierd met 28 voorstellingen in
hoog-relief, meestal afbeeldingen van go
den. Een inschrift vermeldt, dat deze zuil
werd opgericht voor keizer Nero; de ver
vaardigers lieeten Sainus en Scverus.
Van het verguld zilveren beeld van Ju
piter is nog slechts een voet overgeble
ven. De stukken van deze zuil werden
in het nieuwe deel der stad Alainz ge
vonden, meer dan 1000 stukken, van de
grootte eener vuist tot groofe blokken
moesten met veel moeite tot een geheel
worden vereerdgd.
EEN ItOAIEINSCIIE WERKPLAATS.
Een iloineinsche werkplaats, waar mun
ten werden vervaardigd, vond men in een
gewelf in de buurt van Kayosvar (Honga
rije). Behalve snietkroezen, die nog over
blijfselen van gesmolten brons bevatten,
vond men drie stempels ter vervaardiging
van gouden munten, verder vormen van
munten, zilveren, bronzen en ijzeren stem
pels en 300 munten. Het onderzoek wees
uit, dat de werkplaats uit de eerste eeuw
na Christus' geboorte dagteekent. Alen
vond bovendien in het gewelf een groot
aantal prachtig bewerkte bronzen sieraden:
beeldjes, oorbellen, armbanden enz., en
vorder 'de voor do vervaardiging honoo-
digdo werktuigen als boren, hamers, tan
gen, enz.
HET VOORDEEL VAN NIET LANG
TE ZIJN.
Toen Thiers omstreeks twintig jaar was,
werd hij verliefd op een jonge dame uit
een aanzienlijke familie, hij vroeg haar
tot vrouw en werd aangenomen, Van een
uwelijk kon echter nog niets, komen door
den bekrompen toestand zijner geldmidde
len; dus, vertrok hij naaf Parijs.
Eerst sclrreef Thiers dikwijls; daarna be
gon zijn 'hartstocht voor het mooie meisje
te verminderen en bij schreef nog mau,r
bij tusschenpoozenen eindelijk heelemaa,!
niet meer. llaa.r vader maakte zich daar
boos over en ging naar Parijs om den on
trouwe over zijn gedrag te onderhouden.
Toen hij Thiers' woning had ontdekt, eisch-
te de vader, dat hij óf zijn belofte aan
zijn dochter zou vervullen, óf hem (den
vader) op de gewone wijze met pistolen
voldoening zou geven.
Hoewel Thiers geen veehtersbaap was,
vond bij het beter cenige minuten meteen
wapen om te gaan, dat hij niet kende, dan
zijn leven lang met een vrouw, die hij
maa,r al te wel kende.
Het duel had pi up Is eu Thiers schoot in
de lucht; maar de vader lK-sehomvde het
duel niet als een gra,p en hij deed zijn
'best, bet ongelijk, zijn dochter aangedaan,
te wreken, Ilij mikte zoo goed, dat zijn
kogel door den hoed van Thiers ging. Als
de laatste iets grooter was geweest, zou
de latere president der Fra,nsche republiek
toen zijn loopbaan geëindigd hebben.
EEN EDELAIOEDIG KUNSTENAAR.
De Engelsche schilder Bough was een
zeer goedhartig man. Een weduwe ver
loor haaf eenig kind en treurde er over,
dat ze geen monument op het gra,f van
haar lieveling kon bekostigen. Ze vertelde
Bough, een vriend van haar overleden echt
genoot, haar verdriet. Iljj keek haar ern
stig aan en sprak: „Onzin, mijn beste me
vrouw. AVanrom treurt u daar nu om?
Zou uw kind' er iets aan hebben, als or
een gedenkteeken op zijn graf werd ge
zet?"
..Het is het laatste wat ik voor mijn
jongen zou kunnen doen," was haar ant
woord1. „Had ik er toch het geld maar
voor
Bough raadde haar aan bloemen op
het gxlaf te plaatsen, „Huil nu maar niet
mceit, alles zal wel terecht komen," zei
lijj. en verliet de kamer.
Den volgenden morgen kwam Bough
in he.t atelier van een beeldhouwer met
epn teekening voor een grafmonument. Hij
vroeg hem er niets van te zeggen, maar
het voor hem uit te voeren en te laten
plaatsen op het aangeduide graf. Bough
betaalde natuurlijk het werk.
D© weduwe ging dadelijk, toen zo het
monument had' gezien, naar Bough, om
hei hem 'te vertellen.
„0," zei d-eze, „ik heb u wel gezegd dat
alles terecht zou komen. AYees nu maar
dankbaar, dat liet er ,is en tob er niet
over, hoe hel er kwam."
Karcllje: „Ik vin'1 jc vader niets aar
dig, hij is kleermaker en je loopt altijd
mei oude kleeren."
Willem: „Jouw vader is niet veel be
ter. Hij is tandarts en je broertje heeft
nog geen een, tand."
lootje heeft haar pop naar den winkel
gebracht om er een nieuwen kop op te
laten zetten. Als ze baar terug komt ha
len kan de juffrouw haar niet vinden.
„Ik begrijp het niet," zegt ze, „ik heb haar
toch een nummer gegeven."
,,Ze heet Franciska," ze,gt Lotje verlegen,
„niisschicjn kan u haar daaraan kennen."
„Waar is dat stuk koefc geblevc,n, Piet?"
vroeg mevrouw Jansen.
„Ik nam hei om het aan een armen
jongqn te geven," verklaarde Piet dee
moedig.
„Dat was braaf van je^" vond zijn
mooier.
„En," ging Pie| voort, „ik kon geen ar
men jongen, vinden, dus at ik' het maar
zalf op."
„Die dame naast ons zegt, dat ze, der
tig is, maar ik wqet zeker, dat ze zes en
deirtig moet zijn."
„W-el," was het antwoord, ,,ze zal op haar
zqsde jaar hebbep loeren tellen."
De* vrede, een schat bij velen onbekent,
Die overtreft triomfen sonder ondt;
D'olijf bcthaegt mij boven den laurier I
Vondel.
VOOR ])AM ES.
MODE.
Hei karakteirtelieke der tegenwoordige
mode, do korte of halflanger mouw, de uit
gesneden japon meit het kanten stuk en
de Fok van zachte jtof zijn al veel be
sproken geworden. En daarbij donken de
dames, difë al vier of vijf kruisjes achter
den rug hebben, aan dei klachten barer
moeders en grootmoeders, dat men geen
mooiiem arm of hals meer zag, dat de
lioogo japonnen en de lange mouwen de
huid slap en ziekelijk maakten. Jaren lang
liet men alleen op eon bal armen en hals
onbedekt. Nu schijnen we, wqer nuair de
mode onzer grootmoeders tqrug te koeren.
De huid schemert door het open stuk aan
den hals, en zelfs bij huisjaponnen, schaat-
sonrijkostuums, bij alle toiletten blijft do
arm onbedekt. Daardoor Van de lucht veoil
beiter op het lichaam inwerken, wat door
de gezondheidsteor zoo sterk geëischt wordt.
Üok de zachte soepel© weefsels zijn veel
hygiënischer dan de stijve, dieht ineen
geweven stoffen. Vooral daar zo. onge
voerd blijven, liet is bekend, dat die klce-
dimg de gezondste is, die de lucht tolde
huid Iaat toetreden en die, zonder dat
ze zwaar o-f dik is de lichaamswarmte doet
behouden. Die beide eigenschappen bezit
een poreus weefsel. Want lucht is de slecht
ste warmtegeleider, In de kleine ruimten
tusschen de draden van het lo-ssei weef
sel wordt de lichaamswarmte hel best
bewaard en kan toch de uitwaseming der
huid snel en ongehinderd ontwijken. Een
zeer belangrijke functie der huid, haar uit
waseming. is dus mogelijk. En nog iets
anders is mogelijk, al is het in beschei
dener mate: de toetreding van licht.
De afsluiting der huid van licht en lucht
heeft bij veel menschen verslapping der
huid veroorzaakt cn een ziektetoestand ge
schapen, die door lucht- of zonnebaden
genezen moest worde,i\.
Bij de vervaardiging der onderkleeron
is men reeds lang die richting uitgegaan
om den noodigen luchttoevoer a,un het
lichaam te verschaffen en zo aan de vor
men vap het lichaam aan te passen.
NEDERLANDSCI1E WIJSHEID.
Altijt is afgunst, yijanlschap, haeit eu nij-
d-ighejt gewent te, schrollen en haar ver
gift uit tej braken op of tege.ns 't gene clat
uitmunt 1 Pool.
Icidere poging om eenvoudiger en na
tuurlijker te worden, wordt e.erst bejegend
rnejt geschreeuw over gezochtheid.
Vosmaqr.
d'Eeinsame met sijm seilven niet verlegen,
Eejn besigh' Eensaeimheit houdt Vooreen
soeslcn segrn.
Huygens.
Elke deugd heeft onechte zusters, die
do famillie schande aandoetnl
Multatulil.
BEVALLIGHEID OF KRACHT IN
DE VROUW?
Alejuffrouw Alice Blythe Tucker van het
Adelphii-College hield onlangs een rede
o-ver de lichaamsoefeningen der jonge
meisjes. „Ze ontwikkelen de spieren," be
weerde ze. „maar te. weinig die eigen
schappen, waar in vroeger tijd de nadruk
op werd gelegd. De bevalligheid van be
weging wordt opgeofferd apn de kracht
en volharding, die vereischt worden bij
het openluchtspel. Zij, die da,arbij do aan
voerster is, mist va,ak het vermogen een
kamer met bevalligheid, en waardigheid
binnen te komen."
In den ouden tijd zou zulk een gesuis
zwaar zijn aangerekend. Toen voelde de
vrouw niets voor kra.cht, zc sprak niet
over een roeping in de, wereld. Haar roe
ping was te behagen en, zc voelde :„Wi,e
leeft am te behagen, moet behagen schep
pen in het leven," Alaar nu is alles ver
anderd. Veel jonge meisjes geven, niet om
gezelschappen en do vormelijkheid daar
aan verbonden,, ze gaan er alle-en heen ten
genoegen van haar betrekkingen en wij
den zich aan het, een of ander werk. De
tijden, waarin les gegeven, werd in ma
nieren, de tijden van de „pruimpjes en
prisma's" zijn voorbij. We mogen er dank
baar voor zijn.
Er zijn echter teekens, die er op wij
zen, dat de vergoduig van. kracht, afge
scheiden van bevalligheid, voorbij zijn,. Dc
vrouw heeft een st,ap vooruit gedaan; maar
ten koste van het behaaglijke. De vrouw
der toekomst, zal sterk zijn, maar zoo
dat ze er t,c,gelijk bevallig bij is. Ze zal
al haar krachten gebruikgn in, haar eigen
sfeer. Ale.n kan con. vrouw niet. gemakke
lijk van ongelijk ovcrLui.ge,»,; maar als ze
het zelf inzie,t
De toekomst zal ons de bevallige vrouw
weergeven.
eerst in een ro|s was geslagen,- Ei' ont
brak nog maar 'één dag aary liet jaar,
toen do keizerin haar leven, verloor door
den dolk van Lucchcnj, en toen de dame,
die in het geheim was ingewijd, liet kistje
uit dc zee wou ophalen, zag ze, "dut du
ketting doorgesneden was Door wien
dat i-s een onopgelost, raadsel I
MEVROUW CURIE.
Alevirouw Curie werd bij haar eerste voor
dracht aan de Soirbonne mot «en .storm
achtig applaus begroot. Ze had verlangd
van alle overige bijvalsbetuigingen ver
schoond te blijven. Dok had ze bedankt
voor een adres, dat mem liaru' wilde over
handigen. Ale vrouw Curie sprak ovcrelec-
taicitoit. Ze- gaf een beknopt overzicht der
theorieën, die de grondslagen vormen voor
onze beschouwingen over eleclmiciteil, over
het electromagnetdsme. Ze sprak heel kalm
zonder gebaren. Haar eenvoudige zwarte
japon wea'd slechts door een broche ver
sierd. Aan haar vinger zag mem den smal-
len gladden trouwring.Zo verklaarde
de werking van het radium, en haalde daar
bij het work van Becqueirel aan, waaruit an
dere ontdekkingen zijn voortgekomen, Zo
sprak niet over zichzelf. Slechts eenmaal
moest ze hot werk van haair man aanha
len, waarbij ze eenvoudig sprak van „me
neer Curie". Na hel einde der voordracht
werd haar een nieuwe bijvalslxiluiging ge
bracht. Ze ging ovem eenvoudig en be
daard, als ze gekomen. was.
KANTEN KRAGEN.
Opengewerkte- stukken, kanten kirngen
enz., die meestal mot de hand genaaid
worden, kan men gemakkelijk met de naai
machine vervaardigen. Alen do-el liet. best,
als men uit zacht papier het stuk knipt,
daarop aangeeft, hoe dc afzonderlijke dee
km moeten liggen en ze or daarna met
zorg op vasthecht, zoodat men de ma
chinenaad tegelijk niet de kaait en het pa
pier maakt. Doo-r den ondergrond van
papier wenkt men veel nauwkeuriger, daar
de kant veel beleir op 'dc juiste plaats
wordt gerimpeld of geplooid dan in dc
hand; bovendien voorkomt hef papier een
verschuiven dar kantdoelen bij het naaien,
wat bij lichte stoffen zoo gemakkelijk ge
beurt. Als hel wcirk klaar is, word! het
op het papier gestreken, waarna (lil eruit
wordt gehaald.
RECEPTEN.
Broodpudding.
Vier fijn gesneden kadetjes worden in
melk geweekt,, met- vier eierdooiers ver
mengd, met suiker, vanille cn rozijnen sma
kelijk gemaakt, dan wordt «r het geklopte
wit der vier eieren bijgevoegd on wordt
a>!es irn een met boter bestreken en met
meel bestrooiden vorm gebakken,
Yleesclipaslei.
Alen maakt een deeg van 1,4 K.G.
vleesch (half kalfs- en half varkensvlcesch)
een geweekt kadetje, eon ei, wal gesmol
ten boter, ui, zout en peper. Onderwijl
heeft men aardappels niet al te gaar laten
koken en in schijfjes gesneden en een
champignonsaus klaargemaakt. Nadat men
een vorm goed met boter heeft bestreken,
bedekt men don bodem met de helft van
het doeg, legt er dan laagsgewijze plakjes
vleesch en aardappelen op, giet er een
dool van de saus op en voegt er do rest
van het deeg ovorheen. Dan wordt het
geheel mot een gerezen deeg bedekt.
Alen bestrijkt de pastei met ei of met ge
smolten boter en laat ze bakken.
VOOR, KMDEREJf.
EEN" VERLOREN PAARLSN0E1L
Alen vertelt kt AVeenpn, dat keizer Frans
Jozef op den bodem der zee bij Korfu
laat zoeken naar een, pracht,igen halsket
ting zijner gestorven vrouw, de vermoor
de keizerin Elisabeth. De keizerin vonjl
i-n de laatste jaren van. haar leven .geen
plezier meer in haar talrijke juweclem
maar zc was zeer gehecht aan een prach
tig pa arls n oer, dat ze „de tranen, der jonk
vrouw" noemde. Op zekeren dag bemerk
te zc, dat de paarlcn hun glans verloren.
Kort daarna meende zo in, den droom een
geheimzinnige stem te hooren, die Jwar
meedeelde, dat de jraarlen door een bi-
zonder middel hun glaqs tpiug konden
krijgende ketting moest in de zee -wor
den afgelaten en daar een jaar blijven
liggen. De keizerin deelde haar droom aan
een vertrouwde mee, en in, den stjllen
nacht gingen, zc beiden dc zee op om
den kettving te doen. zipkende paarlen
lagen in een, kistje, dat van vele gaatjes
voorzien was, zoodat het water er ge
makkelijk in kon dringen. Dit kistje werd
toen aan een, langen ketting in de zee
afgelaten, waarna "het einde- van den ket
ting door een ring getrokken werd, die
DE Al AN DIE NIET GELUKKIG AVAS.
Er was eens een man, chic heel ongeluk
kig was. Toch was hij heel rijk: bij be
zat kasteden, jachtgrondon, uitgestrekte
grondbezittingen in verschillende streken;
zijn 'kelders bevatten staven goud en va
ten wijn. Talrijke bedienden, die hij ruim
betaalde, hieven hem getrouw; zij toonden
bun gehechtheid niet alleen aan hun mees-
Ier, maar ook tan al diens bezittingen.
Die man heelto Fantasio.
Op den foren van een 'zijner kasteden
dacht Fantasio aan het eind van zekeren
zomerdag aan zijn ongeluk.
„AVat zijn de menschen dwaas, clio mij
mijn schatten benijden," dacht hij; „zij
weten niet, dat ik de lmlft van die goe
deren zou willen geven voor bun huiselijk
leven. Daar verlang ik naar!"
OLchoon hij veel menschen kende, had
hij dit nooit tot iemand anders dan tof
zichzelf gezegd, want zijn kennissen dach
ten altijd juist als hij en gaven hom in
alles gelijk. Alaar hij had dc gewoonte
aangenomen, om als hij, alleen was in den
toren van zijn kasteel hardop te denken.
Terwijl hij dit deed, zag hij con man
netje verschijnen zoo groot als een kat.
Er ging eon witachtig glinsterend licht van
hem uit, dat niet van deze wereld is.
„lederen avond brengt de wind mij uw
klachten over," sprak de vreemde bezoeker.
„Ik woon op een der starren en zedfs dooi
de wolken hoen hoor ik uw stem. Ik bon
hier gekomen, omdat uw klachten altijd
dezelfde zijn en iik er een eind aan kan
maken. Kijk eens naar dezen steen. Ik zal
u dien geven. Hij is eenig. Leen hem nooit
uit en houd hem altijd bij u, als hij in
uw bezit is. Hij heeft do eigenschap alles
wat hij aanraakt to veranderen naar liet
verlangen van dengene, die hom vasthoudt.'
Fantasio naderde den kleinen man en
keek nieuwsgierig naar den steen; hij was
eivormig cn zoo groot als eon boon!
Het mannetje wreef den steen tusschen
zijn vingers, daarbij veranderde de steen
in ecu zuiveren diamant.
,Wat wou je nu het allerliefst?" vroeg
de geheimzinnige persoonlijkheid.
Hoewel Fantasio zich zoer ongelukkig
voelde, "wist bij toch niet, goed, wat hij
verlangde. „Laat eens zien, ik zou-
niet meer alleen in mijn kasteel willen
zijn; ik zou een vrouw willen hebben en
veel kinderen, die allen veel van mij hiel
den."
„Neem den steen, doe zooals i'k je ge-
zegd licb en jo wenscli zal vervuld wor
den." Nadat hij dit gezegd had, verdween
hot 'mannetje. Fantasio was alleen opzijn
tor cm met" don, steen, ,itn welks macht hij
niet geloofde. Toch wreef hij he,m uit
nieuwsgierigheid; ©n de steen schitterde
nog meer dan vroeger.
„Ik wil een tievo vrouw hebban, die van
mij houdt," sprak hij en onmiddellijk zag
hij een jonge, vriendelijk lachende vrouw
naast zich staan.
Den volgenden dag werd de bruiloft ge
vierd.
Na oei)igen -tijd had hij ook verscheidene
kinderen, maar toch was hij nog niet ge
lukkig. Hoewel zijn vrouw heel lief was,
verbeeldde hij zich, dat ze er niet lief meer
uitzagzijn kimdeiron waren aardig en ge
hoorzaam; maar Fantasio vond zo ver
moeiend cn druk. Ilij 'betreurde don tijd,
toen mij nog alleen was. En toen deed hij
iels heel leelijks. Hij nam den steen tus
schen zijn vingers, raakte daarmee don
schouder zijner vrouw aan cn sprak:
„Ik wou, dat je een witte kat was."
Dadelijk was or in plaats van zijn vrouw
een witte poos in de kamer, die hemsmee-
kend aanzag cn droevig miauwde.
Omdat dc opvoeding zijner kinderen hem
nog moeilijker zou vallen, zonder hun moe
der, veranderde hij zijn kinderen met be
hulp van zijn hüecin in vier jonge katjes,
die de moeder volgden. De kal vluchtte
met haar vier kleintjes in het bosch.
„Hé!" dacht Fantasio, „nu zal ik het
rustiger krijgen. Het was niet het huise
lijk leven, dal aan mijn geluk ontbrak. Ik
houd meer vaal de vrijheid."
Alaar korten tijd daarna begon «hij zich
weer te vervelen. Ilij wist niet meer, waar
naar hij verlangen zou, tot hij eens, toen
hij een vogel zag, wens elite ook te kun
nen vliegen. Ilij herinnerde zich, dat de
arend de koning der vogels was en weldra
zagen zijn bedienden uit den toren een
prachtigen arend opstijgen, die Fantasio
was. Ilij hield in een. zijnpr klauwen den
s'teen. De arend verhief zich boven dc
hoogste bergen, boven de wolken. Het was
een mooi gezicht; Fantasio genoot van
het gevoel boven alle landen en menschen
ie zijn; hij vond het heerlijk zoo snel dooi
de lucht te gaan, maar daar hij zijn vleu
gels moest bewegen om zich in de lucht
op tc houden, werd hij moe, daalde op
de aarde af en rustte uit op rotsen, die
wat harder waren dan de sofa's vim zijn
kasteel.
Toen weef bij den sbeen met zijn klauw,
streek hem driemaal over zich heen en
werd "wear zichzelf.
„AUiegen is niet zoo'n groot genot, als
ik gedacht had. Ik stijg liever in een lucht
ballon op," dacht hij. „Een mcnsch zijn
is heel vervelend, want men wordt nooit
goed begrepen, maair een dier wezen is
nog veel vervelender, men wordt dan in
't geheel niet begrepen; als ik eens oen
ding word, dat zou misschien prettig zijn."
Ilij word een rots en verborg den steen
in een zijner spleten.
Alaair Fantasio vond het als rots nog
veel vervelender dan als mensch en als
dier. lederen dag ondervond, hij iets ver
nederends. De kinderen kro-pen op zijn
rug cn deden hem pijn met hun mossen.
De zee maakte hean nat, en op andere
oogcnhlikken verhaUe de zon hem ween'.
Fantasio werd maair gauw weer een mensch.
Daar hij niets meer te wenschen had,
en zich ongelukkig voelde, omdat hij geen
verlangens had, hinderde de steen hein
meer dan dat hij hem aangenaam was.
Eens kreeg hij lust hem in de rivier
te gooien cn het geluik niet meer na te
loopen, maar te wachten tot het bij hein
kwam» Hij bedacht echter, dat liij eencl-iei'
en een ding was geweest, maar nog geen
plant.
Hij wreef dus den steen, hield hem te
gen hel voorhoofd en voelde, dat zijn voe
ten in de aarde drongen en wortel scho
ten, zijn beencn, zijn lichaam werden een
boomstam; zijn hoofd en armen wordende
lange buigzame takken van een wilg-Alaar
Fantasio bad or niet aan gedacht, dat een
boom geen handen heeft. Hij liet den steen
vallen, die op de narde zijn toovorkrac-ht
verloor.
Fantasio, die zicli nooit gelukkig gevoelu
had, zoolang hij mensch was1, betreurde nu
zijn verledenHij zuchtte, klaagde en ween
de altijd.
Alen ziet dikwijls een witte kat met vier
kleine katjos onder zijn gebladerte; zc
schijnen de klachten van den boom te be
grijpen, maa.r kunnen er niets aan veran
deren. Na deze vreemde geschiedenis is
dc wilg zoo droevig en noemt men hem
treurwilg.
Dit is natuurlijk een sprookje. Het is op
geschreven door iemand die naar een treur
wilg luisterde. AA'ic hel' leest, moet als hij
het een of ander verlangt, maar eens aan
den sbeen denken, dat kan hem misschien
voor ontevred'enliml behoeden,
Gedrukt ter Drukkerij v. d. Schiedamsche Courant.