B i bondag 6 Januari 190? Praatjes ever vee, walde ei boe wat. a ?60sto Jaargang Berde Blad. Van Y en Amstel. iP' v W) IÉ - - I 59. V AILEHLEL ftf t Dezo courant verschijnt dagelijks,met uitzondering van Zon-en Feestdagen. Prijs per kwartaal; Voor Sc hie d a m en VI aar din gen fl. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per weck: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor liet eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan liet bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven.) maswuKKiKW Bwchy—nnis ,Fs oor is irotti Misschien is te Schiedam en omstreken hetzelfde wonder geschied, maar hier te Amsterdam hoorde men ctr overal van spire- ken! Gedurende de Kerstmis sneeuw, veel sneeuw, bergen sneeuw op alle verkeers wegen cn in allo straten. Daarna nóg moer van dat witte goedje, totdat het verkeer per as vrijwel gestremd was, de dagolijk- sche leveranciers, het eenvoudig maar op- l gaven om brood en melk of vlecsch te brengen en hier en daar in de huizen zelfs l gebrek aan. brandstoffen kwam. De voetgangers hadden het ook zwaar te verantwoorden. Ze trapten door do I mulle sneeuw heen als in het duin en die niet uit moest, bleef thuis. Hoe zou de stad van zulk een gewel dige massa sneeuw bevrijd woTclen? Mo dunkt, de Directeur der stadsreiniging moet er slapeloozo nachten door gehad hebben, want het was een p-r-o-b-l-ee-m, een her. senpijnigend raadsel. En toen kwam er dooi en word detoe- stand nog erger, want sneeuw is ellendig voor hot verkeer, maar een voet hoogwa ter, dat op den nog bevroren grond boven de straatsteenen blijft staan, is voor den stedeling (die geen geboren riviermensch is) om wanhopend te worden. Vooral sneeuwwater. Daaraan is ft dan ook toe te schrijven dat op Nieuwjaarsavond de meeste schouw burgen niet zóó goed bezet waren als in an dere jaren. Men waadde tot zijn enkels in de sneeuw- en ijswaterpiassen, die zoo wel de oude als de nieuwe stad onbegaan baar maakten. Toen kwam het wonder. Den 2en Januari, Woensdag dus, ont waakte iedereen die naar zijn kantoor moest met het allesbehalve opwekkende gevoel van te moeten gaan zwemmen. Bezorgde huismoeders hadden reeds overschoenen, dikke sokken, alles in duplo gereed ge/et en met bezorgdheid weiden de gordijnen opengeschoven en de sfiaat geïnspecteerd. En, o wonder, de gehecle stad was schoon, maagdelijk rein, alle straten za gen er uit als een pasgeschrobd boeren deel in do zon sneeuw en sneeuwwa ter waren verdwenen, de straten waren zelfs droog I Dat had hem de wind ge daan, de zoele stormwind, die van Dins dag op Woensdag hot werk der straatrei niging had overgenomen, Eerste moraal: maak voortaan straten schoon met wind, met gecomprimecrden stormwind en niet meer, o, Hollandsche schoonmaaksters, met emmers Vol water. Tweede moraal: Heb geen zorgenvoor don tijd, als het water aan de enkels is, is de redding nabij. Ik had 't zooevcn over de schouwbur gen, Nieuwjaarsavond brac-ht de traditio- neele wensehen van Thomasvacr cn Pie temei en de algemieene opinie van het publiek is, dat die wensehen dit jaar nogal aardig zijn. Do critici oftewel hoeren too- neelverslaggevcrs wanen er, naair wat ik zoo hier en daar in de koffiekamer 'van den stadsschouwburg hoorde, minder te vreden over. Maar1 't maakt een groot ver schil om die wensehen cn wcnschjes eerst te moeten lezen en ze niet, kcrsversch, na den zwaren 'Gijsbrechtpudding, zoo losjes te hooren aanhuppelen, óver de voetlichten heen, do feestelijk geruide en goedgestem- de schouwburgzaal in. De wensch van Piioternel ^.an don Bur gemeester sloeg in. Maar do clou was de verschijning van den geest van admiraal De Ruyter, die, ronduit als een zeeman betaamt, zeide hoe hij zijn 300ste geboorte feest herdacht wdtelo zien: „Ik vlamde nooit op ijd'len lof of huldekl anken Voor iets als 't Rembrandtsfeest moet 'k (feestelijk bedanken 1 Neen, mij geen straatrumoer, geen ronddans om oen. pop, Maar eras big ga en stil ter Nieuwe Kerk nren op, En daar mij wordt verweten dat ik te allen tijdon, De burgerkeun'gen meer mocht dan do vorsten lijden, Zoo smeek ik u: boft daar dan 't Oud t Wilhelmus aan, En ik, dat zij mijn feest! 'k zal in uw- middeisi: staan!" Dat pakte en de gehecle zaal stond op en zong hot „Wilhelmus" mee, dat mooie lied, waarbij jonge cn oude Hollandsche har-ten een oogenblikje sneller gaan klop pen. Men klaagt wel eens over de Holland sche laksheid, men vreest een niet weer bare natie rondom zich te zienmaar als het gevaar voor de deur staat, als het heilig moeten er is, dan zal de eerste toon van het oude „Wilhelmus" do me- 3iigtc doen ontvlammen. Wie dan, op het juiste moment, dat lied inzet, zal Holland zien opstaan, weerbaar*, moedig, onvervaard als Besitcvoer. De Stadsschouwiburgzaal was op dien avond in donker cn alleen De Ruyters beeld liclrlto foi-wil beschenen, op het too- neel. Maar toen dam* die honderden spontaan begonnen te zingen, was het alsof een warm zonlicht ons omringde en ons hoopvol koesterde, hoopvol waar het soms zoo hopeloos met hel „allen weer baar" schijnt. Het nieuwe jaar bracht 'Amsterdam een nieuwen wethouder. Do heer De Sauvage Nolling zal den heer Van Hall als weüiou- der van onderwijs opvolgen. Bij eerste stemming kwamen 25> der 44 stemmen dit verkondigen in de Raadszaal. Er is veel vreugde in het eenej, minder en heelemaal geen vreugde in hot andere kamp der on- derwijswereldjes. Wanneer men weet dat boven dat eene kamp do vlag van den Nedcrl. Bond van Onderwijzers en boven het andere dat van liet Nederl. Onderwijzersgenootschap waait, dan begrijpt men do rest Toch zal de heer Noltimg, door zijn ptrak- üsc.hen blik en zijn langjarige ervaring aan vele ouders van schoolgaande kinderen een welkome verschijning zijn op don stoel in de kamer van den wethouder ten stad- j huize, waarop zijn voorganger zoo statig- I lijk en gewichtig troonde. I Bij hem zal men steeds een tegemoet- j komende welwillendheid vinden en het is le hopen, dat hij de koe tpf de koeien, want die zijn er nog velen in onze scholen) eens flink bij de horens gaat pakken, nici alleen bij het lager-, maar ook bij het mid delbaar en, last not least, hij het gymnasiaal onderwijs. Vooral daar vergulde hij weder den ver geten spreuk: Non scolae sed vitac disci mus, wij loeren niet voor de school, maar voor het leven. Ten slotte valt er nog een belangrijk feit te consiatcerende Oosterdoksluis, waarover ik reeds vroeger schreef, wordt verbreed op 25 meter. Dat hebban wij te danken aan de voortvarendheid van on zen Burgemeester, aan den drang van de groot-industrie el en (de scheepsbouwers, die er een ton voor betalen) en aan R"inbrandt. Als Rembrandt niet geleek! had was zijn geboortefeest niet gevierd, was er geen scbip naar hem genoemd, was dat schip niet te Amsterdam gebouwd en had te Amsterdam niet in do Ooslerdoksluis be klemd gezeten cn„cn Phi teas Fogg sloot zijn kamerdeur", zooalb het heet in Jules feme's „Reis om de Wereld", Een en ander over de verpleging van ons vee en wat daarmede samenhangt. (Vervolg). Mais, ondermclk en wei noemden we een vorig maal do voedermiddelen, die in hoofd zaak bij het mesten van varkens in gebruik zijn. Tevens beloofden we deze voedermid delen nader te bespreken. Mais is een voedingsstof, die rijk aan zetmeel en vet is, doch in vergelijking met andere zaden niet veel eiwit bevat. Zij kan alzoo niet gerekend worden tot de vocdermiddclen, die een nauwe voedingsver houding geven. De mais wordt door alle landbouwdieren evenwel goed verteerd en geeft zelden aanleiding tot storingen in den gezondheidstoestand. Daar wij weten dat het varken met zorg gevoederd moet worden juist om storingen bij de spijsvertering te voorkomen, zoo is derhalve dit voedermiddel voor varkens wel aan te bevelen. ITet is ech ter de vraag of het in zoo groote hoeveel heden gegeven mag worden, als vaak plaats hoeft, ook in onze omgeving. Tiet plantenvet in de mais heeft een laag smeltpunt en zal derhalve slap, week vet geven. Dit is oorzaak dat onze herkauwers met hun hard vast vet, door het gebruik Van mais een zachter vet krijgen en hun met vet doorregeld vleosch er smakelijker door wordt. Tiet varken heeft echter reeds een meer slap vet en wordt het derhalve met o\ er- wegend veel mais gevoederd, zoo zal do reu zel en het spek er slapper door worden en ook zal de smaak van het vleesch er onder lijden. Toch heeft de ondervinding geleerd, dat zelfs ruim de helft van het voeder uit mais kan bestaan, zonder dat de minder gwenschte eigenschappen van vleesch en vet, bovengenoemd, zich vertoonen; bedenkt men evenwel dat het in het dierenlichaain aangezette v e t niet alleen afkomstig is van het in het voeder aanwezige vet, maar ook van het vcrvocderde eiwit en zetmeel, dan wordt liet verklaarbaar, hoe alleen te grooto hoeveelheden vervoederde mais tot on- gewenschtc uitkomsten lijden, Uit verschillende proeven is do v e t a a n- zetting uit vervoederd zetmeel dui delijk gebleken. Een vooral zeer leerzame proef nam Fr. Soxhlet in 1S8018S1 met 3 varkens van pl.m. G maanden. Deze die ren waren van ongeveer gelijke zwaarte en werden geruimen tijd op volkomen de zelfde wijze gevoederd en verpleegd. De gewichts toename was gedurende dien tijd van no. 1 10.36 KG., no. 2 39.35 KG. en no. 3 37.95 en hun levend gewicht bedroeg toen: 99,36 KG., 99.60 KG. en 06.00 KG. Men kan uit deze getallen zien, dat de die ren vrij gelijk waren in elk opzicht en dat men derhalve aan* mocht nemen bij het ver dere mesten tot een gelijke uitkomst te zul len geraken. liet eerste proefdier werd nu geslacht en nauwkeurig onderzocht hoeveel vet in het dier aanwezig was. Naar verhou ding moesten nu de andere proefdieren een zoowat glijke hoeveelheid vet bevatten. Met deze twee proefdieren werd nu do eigenlijke proef genomen. No. 2 levend gewicht 99.60 KG. werd gedurende 75 dagen geniest en ont ving in dien tijrl in zijn voedsel 9.93 KG. eiwit en 0.3 KG. vet; de rest was zot- meel. Rij het slachten bleek dit dier 10.0S2 KG. vet te hebben aangezet. Tn het voe der had het ontvangen 0.3 KG. vet, alzoo was er 9,782 IvG. vet uit het vervoederde eiwit en zetmeel ontstaan. Door geregeld de uitwerpselen van het dier te onderzoeken had men vastgesteld, dat uit het opgenomen eiwit zich hoogstens 1.799 KG. vet had kunnen vormen. Er moest derhalve 9,782 KG. min 1.779 KG. is gelijk S.003 KG. vet gevormd hebben uit het. vervoederde zetmeel. No. 3 levend gewicht 96,60 KG. werd gedurende 82 dagen op dezelfde wijze gemest, ontering in 'dien tijd 11.31 KG. e i w t cn 0.34 KG. vet en bleek na het slachten aangezet te hebben 22.18 KG. v e t. De' v e t-aanzettmg was derhalve aan zienlijk grooter dan hij no. 2. waar echter tegenover stond, dat no. 2 dubbel zooveel vlceseh had aangezet als no. 3. Het dier had opgenomen 0.34 KG. vet; uit het vervoederde eiwit kon zeker niet meer dan 3,685 KG. vet zijn gevormd, al zoo te zaïncn 4.025 KG. vet. liet totaal van de vetaanwns beliep 22.18 KG., zoo dat er 22.18 KG. min 4.025 KG. is ge lijk 18.155 KG. vet uitliet zetmeel der voedingsstof was gevormd. Uit deze proeven blijkt derhalve zeer dui delijk, dat een groote hoeveelheid vet uit zetmeel en daarmee atoffon kan ontstaan. Er was in deze gevallen in het dierlijk lichaam 4 h 5 maal zooveel vet voortge bracht, als er onder de gunstigste omstan digheden uit het gegeven vet en eiwit ge vormd had kunnen worden. Maar hieruit laat zich nu ook zeer goed verklaren, de betrek kelijk geringe invloed van het plantenvet der maisj het zetmeel van dit voedermiddel is de hoofdbron voor de vetaanzetting. Neemt echter de mais een te groote plaats in onder de voedermiddelen, dan zullen zich do minder gcwonschte gevolgen der voede ring van haar plantenvet doen gevoelen. Van daar dat we een vorig maal er op wezen in den aanvang meer gerstcmecl te geven. Bij liet afmesten mag maïsmeel gerust do hoofdschotel voor het mestvorken zijn. Maar is maïsmeel e i w i t r ij k genoeg om als mestvocder diénst te doen? Zooals we reeds vroeger aangaven behoeft het var- ,ken, in welke richting het ook gemest wordt vleesch mesting of v e t mesting geen nauwe, dus zeer eiwitrijke voeding. E. Meiszl voederde ongeveer gelijke varkens met 3 verschillende vooderrantsoenen. In het eerste was zoowat een dertiende deel van het voeder o i w i t, in, liet tweede was het een achtste deel en in het der de waren zelfs twee doelen eiwit tegen over v ij f deelen n i e t-e i w i t. Tlij had dus overeenkomstige Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën hij abonnement op voordeeligo voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te hekomen. In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van. 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon voor do Redactie No. 123. voor de Administratie No, 103. zeer ruim, naast een middelmatig en zeer n a u w voederruntsoen. En welk uiikemrt verkreeg hij? Met het ruime voederrantsoen verkreeg hij de hoogste vleesch- en v e t-aanzot. Ook bij het zeer n a u w e voederrantsocn was de v 1 e e s c h a a n w a s goed, doch de v e t- a a n w a s maar matigdoch bij het m i d- d c I m a t i g e rantsoen was zoowel vleesch- als v e t a a n z e t in verhouding onbevredigend Waar hier liet ruime voederrantsoen, nog ruimer was, dan het geval is bij maisvoede- ring, daar behoeft derhalve geen vrees to be staan, dat mais ongeschikt zou zijn als mest- voer voor varkens. In liet belang eoncr goede spijsvertering is het voor liet varken van belang ze\en h acht maal zoon eel water als dioge stof op te nemen. Ontvangt een varken mais dan is een achtste dool van het gewicht daarvan water, bij erwten is het waterge- halte iets hoogev en bij gerst evenzoo. Steeds zal or dus veel water moeten gegeven wor den. Geven we nu wei (zuur of zoet) in plaats van water, b.v.b. op 100 L. wei GAG KG. meel zoo zal water niet behoeven ge geven te worden, daar alleen in de 100 D. wei omtrent 93 L, w a l e r is, waartegen dus in wei en meel samen ruim 1.2 KG. droge stof komt te staan. Is liet meel van maïs afkomstig zoo zal het vet der maïs het gebrek aan vet in de wei voldoende opheffen. Gebruikt men in plaats van w e i oud ermel k, zoo zal deze door haar hooger vetgehalte zich beter laten gebrui ken bij gerste- en erwtenmee), omdat deze aanzienlijk minder vet bevatten dan ntai's. Men ziet hieruit, dat het gebruik van wei of ondermclk zeer goed naast mais- of ander meel is toe te passen, niet alleen om de voederwaarde, die zij vertegen woordigen, maar omdat zij levens aan het voeder de verlangde hoeveelheid water toe voegen. Ook karnemelk cn zure (niet z w a r e, zooals er een vorig maal stond) ineik zijn zeer goed te gebruiken mits men maar in het oog houdt, dat zij een hooger voederwaarde hebben dan wei en onder- mei k. Eigenlijk dient men ook wei cn on dermclk scherper uit elkander to houden, dan vaak gedaan wordt, daar ondermclk, wat voederwaarde betreft, zeer dicht bij karne melk staat. Het zal dan ook in de meeste gevallen alleen bij het vervoederen, van wei aanbeveling verdienen, toe\oeging van water achterwege te laten. Uit het voorgaande is wel op te maken, dat de praktijk, waar ze bij liet voederen van varkens in het algemeen en bij het mesten in het bijzonder, aan maïs, wei karne- en ondermclk, zoo groote plaats in ruimt een vrij goede keuze heeft gedaan. Deze voedermiddelen zijn niet te duur, zijn goed en gemakkelijk verteerbaar en kunnen goede resultaten geven. Alleen, het zij her lmald, uitsluitend maïsmeel te geven is niet aan te bevelen. Bovcu bleek uit de proeven, door E. Meiszl genomen, dat met weinig eiwitrijke vocdermiddelcn goede resultaten waren te verkrijgen. Dit moet ons echter niet ver leiden in die richting te overdrijven. De ondervinding in onze omgeving leert, dat mot vooderrantsoenen ruimer dan. die voor onze runderen in gebruik, er zeer goede resultaten worden verkregen, doch ruimer dan 1:6, alzoo 1 deel e i w i t op 6 doelen n i e t e i w i t, moet men dan ook niet gaan. Een mengsel van maïsmeel met w e i geeft a! reeds een ruime voedingsverhou ding, 2:15. Vervangt men mais door gerst zoo wordt de verhouding wel beter doch niet veel. Komt daarentegen 1 KG. erwten meel inplaats van 1 ICG. mais of gerst, zoo komt de voederwijdtc in orde. In het be gin zij men niet te spaarzaam met eiwit, op het eind komt de tijd, dat men liet door meer vet en zetmeel te gebruiken, kan uitsparen. De vocdermiddelcn als aardappelen, bieten enz., in andere streken meer in gebruik naast de besproken meelsoorten, laten we hier onbesproken als voor ons van minder belang. DE 'OUD-GRIEKSCJIE TOONEELSPELER Als we tegeinvoordig een oud-Grickschen tooneelspeler op de planken zagen verschij non, zouden we waarschijnlijk van hem schrikken of om hem lachen Men stelle zich voor: Ten eerste stond hij op een tooneel van minstens tien voet, hoog. Dan droeg hij eigenaardige schoenen (kolhuirricn) met liooge houten onderstellen. Verder kreeg hij een hoogen pruik op, die zijn ge slalto nog langer deed schijnen en had al naar do rol, waarin hij optrad, een groot masker voor het gezicht Natuurlijk moes ten nu de overige ledematen cem'gs/ins in evenredigheid tot deze vergroote gestalte ge bracht worden. Daarom werden buik en borst, armen en boenen opgevuld en droeg hij groote handschoenen. Vim zijn schou ders hingen bonte, sleepcndc onderkleeacn tot aan do voelen neer; de bovenkleden waren verschillend in klem* cn vorm. Zulk een tooneelspeler bewoog zich na tuurlijk niet gemakkelijk. Als hij viel, kon hij alleen niet crps©um. Hartstochtelijke be wegingen waren uitgesloten, evenals strijd en dergelijke. Daarom word zoo iets niet voorgesteld, maar kwam de bode, die in de Grioksche looneelspclen oen groote rol had te vervullen, berichten daaromtrent mecdeelcn. De voorstolling had dus een in gehouden plastisch karakter, dal ook weer op de taal van den dichter terugwerkte. Maar, zal men vragen, waartoe diende die lastige kloeding, waarvoor was dal masker, waarvoor die kof,luimen, waarop men als op stelten liep. Voor dal alles bestond een goede roden. De slof dor tragedie werf door de dich ters aan de mythe ontnomen Boden, hel- d'en, de groote koningen der s igo waren de hoofdpersonen Ze waien volgens Home rus, dien men den schepper der Grioksche mythologie genoemd hecfL, ook uitcilijk ge weldiger dan de mmsolien Daaimee hield men rekening; men moest hem die zoo'n held weergaf, dus m de eerste plaats groo ter cn verhevener doen schijnen. Daarbij moest men do geweldige grootte van het oude theater in acht nemen. Hel operage bouw te Weenen, dat twaalf nnlliocn mark heeft gekost, heeft 3000 zitplaatsen, het Dsonysos-theater to Athene had ex 30.000 en was bovendien van boven open Men kon dus geen fijn spel geven; de mimiek' dor tooneelspelcrs zou alleen reeds door den grooien afstand voor een doel van liet publiek verloren zijn gegaan. Daarom ge bruikte men voor iedere rol een ander mas- kor, waardoor ook mogelijk gemaakt werd, dat éón tooneelspeler in verschillende rol len optrad. De groote mondopening van die linnen of houten maskers, die ons het meest opvalt, was noodig voor de verster king van de klank der stem. Er was een groot aantal van die mas kers voorhanden. Er zijn zes soorten be kend voor voorname mannen van hoogen leeftijd, acht voor jonge mannen, elf vrou- wen- en verschillende bcdiendenmaskers. Men heeft zeer juist opgemerkt, dat men op hot Grioksche tooneel geen afzonderlijke karakters weergaf, maar slechts verschil lende klassen uit de maatschappij. IIET MAKEN VAN RAILS BIJ DE C ARNEGIE-M A ATS CI IAPPIJ. iWie een kijkje neemit in do werkplaat sen der Camegie-maatschappij, ziet hoe erts, waarvan er misschien een half inil- lioen ton aanwezig is, cokes en kalksteen voortdurend met karren nana- elf groote ovens worden gevoerd. Deze zijn niet to verzadigen monsters. Ze moeten iedere minuut met tien ton gevoed worden. Ieder oogenhük worden de ovens „af getapt", cn het gesmolten ijzer vloeiit in kleinere karren en wordt daarin gevoerd naar een ijzeren bak, die heen cn weer geschommeld, kan woi*den. Hierin wordt liet ijzer dooreengomengd, tot het alles van dezelfde hoedanigheid is geworden. Dan komt er een tweede trein aanrollen, deze ontvangt een lading ijzer van omstreeks tweehonderd 'ton uitdien mengbak en brengt die naar de plaats, waar liet ijzer in staal wordt veranderd met oen snelheid ran vita- Ion per minuut. Daarna wordt het staal met groote schep pen in vormen gegoten, die met een derden trein vervoerd worden. Als de vormen gevuld zijn, gaat de trein om streeks vijftig el verder, waarna hij stopt. Zoodra het staal tol gloeiende staven is gevormd, worden ze in gasovens ge plaatst, zoodat zo met heel koud wor den. Hiervandaan worden ze hij éón tege lijk op een electrischen wagen naar de rollen gebiacht, om gevormd te worden. Ze worden voor- en achteruit tusschcn de rollen doorbewogen, die ongeveei; wer ken als een wringmachinc. Telkens alsear slaaf tusschcn de rollen doorgaat, wordt hij langer en dunner. Al gauw lijkt hij opeen gloeienden worm, die zich kronkelt om los te komen. Er vliegen vonken van of, ter wijl hij zieh zoo tusschcn de rollen in be weegt. Zoo is het een rail geworden. Na een seconde komt hij er uit alsof hij erin geslaagd was aan zijn kwelgeesten.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1907 | | pagina 9