B
i
bondag 6 Januari 190?
Praatjes ever vee, walde ei boe wat.
a
?60sto Jaargang
Berde Blad.
Van Y en Amstel.
iP'
v W)
IÉ
-
- I
59.
V
AILEHLEL
ftf t
Dezo courant verschijnt dagelijks,met uitzondering van Zon-en Feestdagen.
Prijs per kwartaal; Voor Sc hie d a m en VI aar din gen fl. 1.25. Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weck: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor liet eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
uur aan liet bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven.)
maswuKKiKW
Bwchy—nnis
,Fs
oor is
irotti
Misschien is te Schiedam en omstreken
hetzelfde wonder geschied, maar hier te
Amsterdam hoorde men ctr overal van spire-
ken!
Gedurende de Kerstmis sneeuw, veel
sneeuw, bergen sneeuw op alle verkeers
wegen cn in allo straten. Daarna nóg moer
van dat witte goedje, totdat het verkeer
per as vrijwel gestremd was, de dagolijk-
sche leveranciers, het eenvoudig maar op-
l gaven om brood en melk of vlecsch te
brengen en hier en daar in de huizen zelfs
l gebrek aan. brandstoffen kwam.
De voetgangers hadden het ook zwaar
te verantwoorden. Ze trapten door do
I mulle sneeuw heen als in het duin en die
niet uit moest, bleef thuis.
Hoe zou de stad van zulk een gewel
dige massa sneeuw bevrijd woTclen? Mo
dunkt, de Directeur der stadsreiniging moet
er slapeloozo nachten door gehad hebben,
want het was een p-r-o-b-l-ee-m, een her.
senpijnigend raadsel.
En toen kwam er dooi en word detoe-
stand nog erger, want sneeuw is ellendig
voor hot verkeer, maar een voet hoogwa
ter, dat op den nog bevroren grond boven
de straatsteenen blijft staan, is voor den
stedeling (die geen geboren riviermensch
is) om wanhopend te worden.
Vooral sneeuwwater.
Daaraan is ft dan ook toe te schrijven
dat op Nieuwjaarsavond de meeste schouw
burgen niet zóó goed bezet waren als in an
dere jaren. Men waadde tot zijn enkels
in de sneeuw- en ijswaterpiassen, die zoo
wel de oude als de nieuwe stad onbegaan
baar maakten.
Toen kwam het wonder.
Den 2en Januari, Woensdag dus, ont
waakte iedereen die naar zijn kantoor moest
met het allesbehalve opwekkende gevoel
van te moeten gaan zwemmen. Bezorgde
huismoeders hadden reeds overschoenen,
dikke sokken, alles in duplo gereed ge/et
en met bezorgdheid weiden de gordijnen
opengeschoven en de sfiaat geïnspecteerd.
En, o wonder, de gehecle stad was
schoon, maagdelijk rein, alle straten za
gen er uit als een pasgeschrobd boeren
deel in do zon sneeuw en sneeuwwa
ter waren verdwenen, de straten waren
zelfs droog I Dat had hem de wind ge
daan, de zoele stormwind, die van Dins
dag op Woensdag hot werk der straatrei
niging had overgenomen,
Eerste moraal: maak voortaan straten
schoon met wind, met gecomprimecrden
stormwind en niet meer, o, Hollandsche
schoonmaaksters, met emmers Vol water.
Tweede moraal: Heb geen zorgenvoor
don tijd, als het water aan de enkels is,
is de redding nabij.
Ik had 't zooevcn over de schouwbur
gen, Nieuwjaarsavond brac-ht de traditio-
neele wensehen van Thomasvacr cn Pie
temei en de algemieene opinie van het
publiek is, dat die wensehen dit jaar nogal
aardig zijn. Do critici oftewel hoeren too-
neelverslaggevcrs wanen er, naair wat ik
zoo hier en daar in de koffiekamer 'van
den stadsschouwburg hoorde, minder te
vreden over. Maar1 't maakt een groot ver
schil om die wensehen cn wcnschjes eerst
te moeten lezen en ze niet, kcrsversch, na
den zwaren 'Gijsbrechtpudding, zoo losjes
te hooren aanhuppelen, óver de voetlichten
heen, do feestelijk geruide en goedgestem-
de schouwburgzaal in.
De wensch van Piioternel ^.an don Bur
gemeester sloeg in. Maar do clou was de
verschijning van den geest van admiraal
De Ruyter, die, ronduit als een zeeman
betaamt, zeide hoe hij zijn 300ste geboorte
feest herdacht wdtelo zien:
„Ik vlamde nooit op ijd'len lof of
huldekl anken
Voor iets als 't Rembrandtsfeest moet 'k
(feestelijk bedanken 1
Neen, mij geen straatrumoer, geen ronddans
om oen. pop,
Maar eras big ga en stil ter Nieuwe Kerk
nren op,
En daar mij wordt verweten dat ik te
allen tijdon,
De burgerkeun'gen meer mocht dan do
vorsten lijden,
Zoo smeek ik u: boft daar dan 't Oud
t Wilhelmus aan,
En ik, dat zij mijn feest! 'k zal in
uw- middeisi: staan!"
Dat pakte en de gehecle zaal stond op
en zong hot „Wilhelmus" mee, dat mooie
lied, waarbij jonge cn oude Hollandsche
har-ten een oogenblikje sneller gaan klop
pen.
Men klaagt wel eens over de Holland
sche laksheid, men vreest een niet weer
bare natie rondom zich te zienmaar
als het gevaar voor de deur staat, als het
heilig moeten er is, dan zal de eerste
toon van het oude „Wilhelmus" do me-
3iigtc doen ontvlammen. Wie dan, op het
juiste moment, dat lied inzet, zal Holland
zien opstaan, weerbaar*, moedig, onvervaard
als Besitcvoer.
De Stadsschouwiburgzaal was op dien
avond in donker cn alleen De Ruyters
beeld liclrlto foi-wil beschenen, op het too-
neel. Maar toen dam* die honderden
spontaan begonnen te zingen, was het
alsof een warm zonlicht ons omringde en
ons hoopvol koesterde, hoopvol waar het
soms zoo hopeloos met hel „allen weer
baar" schijnt.
Het nieuwe jaar bracht 'Amsterdam een
nieuwen wethouder. Do heer De Sauvage
Nolling zal den heer Van Hall als weüiou-
der van onderwijs opvolgen. Bij eerste
stemming kwamen 25> der 44 stemmen dit
verkondigen in de Raadszaal. Er is veel
vreugde in het eenej, minder en heelemaal
geen vreugde in hot andere kamp der on-
derwijswereldjes.
Wanneer men weet dat boven dat eene
kamp do vlag van den Nedcrl. Bond van
Onderwijzers en boven het andere dat van
liet Nederl. Onderwijzersgenootschap waait,
dan begrijpt men do rest
Toch zal de heer Noltimg, door zijn ptrak-
üsc.hen blik en zijn langjarige ervaring aan
vele ouders van schoolgaande kinderen
een welkome verschijning zijn op don stoel
in de kamer van den wethouder ten stad- j
huize, waarop zijn voorganger zoo statig- I
lijk en gewichtig troonde. I
Bij hem zal men steeds een tegemoet- j
komende welwillendheid vinden en het is
le hopen, dat hij de koe tpf de koeien,
want die zijn er nog velen in onze scholen)
eens flink bij de horens gaat pakken, nici
alleen bij het lager-, maar ook bij het mid
delbaar en, last not least, hij het gymnasiaal
onderwijs.
Vooral daar vergulde hij weder den ver
geten spreuk: Non scolae sed vitac
disci mus, wij loeren niet voor de school,
maar voor het leven.
Ten slotte valt er nog een belangrijk
feit te consiatcerende Oosterdoksluis,
waarover ik reeds vroeger schreef, wordt
verbreed op 25 meter. Dat hebban wij te
danken aan de voortvarendheid van on
zen Burgemeester, aan den drang van de
groot-industrie el en (de scheepsbouwers, die
er een ton voor betalen) en aan R"inbrandt.
Als Rembrandt niet geleek! had was zijn
geboortefeest niet gevierd, was er geen
scbip naar hem genoemd, was dat schip
niet te Amsterdam gebouwd en had te
Amsterdam niet in do Ooslerdoksluis be
klemd gezeten cn„cn Phi teas Fogg
sloot zijn kamerdeur", zooalb het heet in
Jules feme's „Reis om de Wereld",
Een en ander over de verpleging van ons
vee en wat daarmede samenhangt.
(Vervolg).
Mais, ondermclk en wei noemden we een
vorig maal do voedermiddelen, die in hoofd
zaak bij het mesten van varkens in gebruik
zijn. Tevens beloofden we deze voedermid
delen nader te bespreken.
Mais is een voedingsstof, die rijk aan
zetmeel en vet is, doch in vergelijking
met andere zaden niet veel eiwit bevat.
Zij kan alzoo niet gerekend worden tot de
vocdermiddclen, die een nauwe voedingsver
houding geven. De mais wordt door alle
landbouwdieren evenwel goed verteerd en
geeft zelden aanleiding tot storingen in den
gezondheidstoestand. Daar wij weten dat
het varken met zorg gevoederd moet worden
juist om storingen bij de spijsvertering te
voorkomen, zoo is derhalve dit voedermiddel
voor varkens wel aan te bevelen. ITet is ech
ter de vraag of het in zoo groote hoeveel
heden gegeven mag worden, als vaak plaats
hoeft, ook in onze omgeving.
Tiet plantenvet in de mais heeft een laag
smeltpunt en zal derhalve slap, week vet
geven. Dit is oorzaak dat onze herkauwers
met hun hard vast vet, door het gebruik
Van mais een zachter vet krijgen en hun
met vet doorregeld vleosch er smakelijker
door wordt.
Tiet varken heeft echter reeds een meer
slap vet en wordt het derhalve met o\ er-
wegend veel mais gevoederd, zoo zal do reu
zel en het spek er slapper door worden en
ook zal de smaak van het vleesch er onder
lijden. Toch heeft de ondervinding geleerd,
dat zelfs ruim de helft van het voeder uit
mais kan bestaan, zonder dat de minder
gwenschte eigenschappen van vleesch en
vet, bovengenoemd, zich vertoonen; bedenkt
men evenwel dat het in het dierenlichaain
aangezette v e t niet alleen afkomstig is van
het in het voeder aanwezige vet, maar ook
van het vcrvocderde eiwit en zetmeel,
dan wordt liet verklaarbaar, hoe alleen te
grooto hoeveelheden vervoederde mais tot on-
gewenschtc uitkomsten lijden,
Uit verschillende proeven is do v e t a a n-
zetting uit vervoederd zetmeel dui
delijk gebleken. Een vooral zeer leerzame
proef nam Fr. Soxhlet in 1S8018S1 met
3 varkens van pl.m. G maanden. Deze die
ren waren van ongeveer gelijke zwaarte en
werden geruimen tijd op volkomen de zelfde
wijze gevoederd en verpleegd. De gewichts
toename was gedurende dien tijd van no. 1
10.36 KG., no. 2 39.35 KG. en no. 3
37.95 en hun levend gewicht bedroeg toen:
99,36 KG., 99.60 KG. en 06.00 KG.
Men kan uit deze getallen zien, dat de die
ren vrij gelijk waren in elk opzicht en dat
men derhalve aan* mocht nemen bij het ver
dere mesten tot een gelijke uitkomst te zul
len geraken. liet eerste proefdier werd nu
geslacht en nauwkeurig onderzocht hoeveel
vet in het dier aanwezig was. Naar verhou
ding moesten nu de andere proefdieren een
zoowat glijke hoeveelheid vet bevatten. Met
deze twee proefdieren werd nu do eigenlijke
proef genomen.
No. 2 levend gewicht 99.60 KG.
werd gedurende 75 dagen geniest en ont
ving in dien tijrl in zijn voedsel 9.93 KG.
eiwit en 0.3 KG. vet; de rest was zot-
meel. Rij het slachten bleek dit dier 10.0S2
KG. vet te hebben aangezet. Tn het voe
der had het ontvangen 0.3 KG. vet, alzoo
was er 9,782 IvG. vet uit het vervoederde
eiwit en zetmeel ontstaan. Door geregeld
de uitwerpselen van het dier te onderzoeken
had men vastgesteld, dat uit het opgenomen
eiwit zich hoogstens 1.799 KG. vet had
kunnen vormen. Er moest derhalve 9,782
KG. min 1.779 KG. is gelijk S.003 KG.
vet gevormd hebben uit het. vervoederde
zetmeel.
No. 3 levend gewicht 96,60 KG.
werd gedurende 82 dagen op dezelfde wijze
gemest, ontering in 'dien tijd 11.31 KG.
e i w t cn 0.34 KG. vet en bleek na het
slachten aangezet te hebben 22.18 KG.
v e t. De' v e t-aanzettmg was derhalve aan
zienlijk grooter dan hij no. 2. waar echter
tegenover stond, dat no. 2 dubbel zooveel
vlceseh had aangezet als no. 3.
Het dier had opgenomen 0.34 KG. vet;
uit het vervoederde eiwit kon zeker niet
meer dan 3,685 KG. vet zijn gevormd, al
zoo te zaïncn 4.025 KG. vet. liet totaal
van de vetaanwns beliep 22.18 KG., zoo
dat er 22.18 KG. min 4.025 KG. is ge
lijk 18.155 KG. vet uitliet zetmeel
der voedingsstof was gevormd.
Uit deze proeven blijkt derhalve zeer dui
delijk, dat een groote hoeveelheid vet uit
zetmeel en daarmee
atoffon kan ontstaan.
Er was in deze gevallen in het dierlijk
lichaam 4 h 5 maal zooveel vet voortge
bracht, als er onder de gunstigste omstan
digheden uit het gegeven vet en eiwit ge
vormd had kunnen worden. Maar hieruit laat
zich nu ook zeer goed verklaren, de betrek
kelijk geringe invloed van het plantenvet
der maisj het zetmeel van dit voedermiddel
is de hoofdbron voor de vetaanzetting.
Neemt echter de mais een te groote plaats
in onder de voedermiddelen, dan zullen zich
do minder gcwonschte gevolgen der voede
ring van haar plantenvet doen gevoelen. Van
daar dat we een vorig maal er op wezen
in den aanvang meer gerstcmecl te geven.
Bij liet afmesten mag maïsmeel gerust do
hoofdschotel voor het mestvorken zijn.
Maar is maïsmeel e i w i t r ij k genoeg
om als mestvocder diénst te doen? Zooals
we reeds vroeger aangaven behoeft het var-
,ken, in welke richting het ook gemest wordt
vleesch mesting of v e t mesting
geen nauwe, dus zeer eiwitrijke voeding. E.
Meiszl voederde ongeveer gelijke varkens
met 3 verschillende vooderrantsoenen. In
het eerste was zoowat een dertiende
deel van het voeder o i w i t, in, liet tweede
was het een achtste deel en in het der
de waren zelfs twee doelen eiwit tegen
over v ij f deelen n i e t-e i w i t. Tlij had dus
overeenkomstige
Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën hij abonnement op voordeeligo voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te hekomen.
In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs
van. 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon
voor do Redactie No. 123.
voor de Administratie No, 103.
zeer ruim, naast een middelmatig
en zeer n a u w voederruntsoen. En welk
uiikemrt verkreeg hij? Met het ruime
voederrantsoen verkreeg hij de hoogste
vleesch- en v e t-aanzot. Ook bij het
zeer n a u w e voederrantsocn was de
v 1 e e s c h a a n w a s goed, doch de v e t-
a a n w a s maar matigdoch bij het m i d-
d c I m a t i g e rantsoen was zoowel
vleesch- als v e t a a n z e t in verhouding
onbevredigend
Waar hier liet ruime voederrantsoen, nog
ruimer was, dan het geval is bij maisvoede-
ring, daar behoeft derhalve geen vrees to be
staan, dat mais ongeschikt zou zijn als mest-
voer voor varkens.
In liet belang eoncr goede spijsvertering
is het voor liet varken van belang ze\en
h acht maal zoon eel water als dioge
stof op te nemen. Ontvangt een varken
mais dan is een achtste dool van het gewicht
daarvan water, bij erwten is het waterge-
halte iets hoogev en bij gerst evenzoo. Steeds
zal or dus veel water moeten gegeven wor
den.
Geven we nu wei (zuur of zoet) in plaats
van water, b.v.b. op 100 L. wei GAG
KG. meel zoo zal water niet behoeven ge
geven te worden, daar alleen in de 100 D.
wei omtrent 93 L, w a l e r is, waartegen
dus in wei en meel samen ruim 1.2 KG.
droge stof komt te staan. Is liet meel
van maïs afkomstig zoo zal het vet der maïs
het gebrek aan vet in de wei voldoende
opheffen. Gebruikt men in plaats van w e i
oud ermel k, zoo zal deze door haar
hooger vetgehalte zich beter laten gebrui
ken bij gerste- en erwtenmee), omdat deze
aanzienlijk minder vet bevatten dan ntai's.
Men ziet hieruit, dat het gebruik van
wei of ondermclk zeer goed naast
mais- of ander meel is toe te passen, niet
alleen om de voederwaarde, die zij vertegen
woordigen, maar omdat zij levens aan het
voeder de verlangde hoeveelheid water toe
voegen. Ook karnemelk cn zure (niet
z w a r e, zooals er een vorig maal stond)
ineik zijn zeer goed te gebruiken mits men
maar in het oog houdt, dat zij een hooger
voederwaarde hebben dan wei en onder-
mei k. Eigenlijk dient men ook wei cn on
dermclk scherper uit elkander to houden,
dan vaak gedaan wordt, daar ondermclk, wat
voederwaarde betreft, zeer dicht bij karne
melk staat. Het zal dan ook in de meeste
gevallen alleen bij het vervoederen, van wei
aanbeveling verdienen, toe\oeging van water
achterwege te laten.
Uit het voorgaande is wel op te maken,
dat de praktijk, waar ze bij liet voederen
van varkens in het algemeen en bij het
mesten in het bijzonder, aan maïs, wei
karne- en ondermclk, zoo groote plaats in
ruimt een vrij goede keuze heeft gedaan.
Deze voedermiddelen zijn niet te duur, zijn
goed en gemakkelijk verteerbaar en kunnen
goede resultaten geven. Alleen, het zij her
lmald, uitsluitend maïsmeel te geven is niet
aan te bevelen.
Bovcu bleek uit de proeven, door E.
Meiszl genomen, dat met weinig eiwitrijke
vocdermiddelcn goede resultaten waren te
verkrijgen. Dit moet ons echter niet ver
leiden in die richting te overdrijven. De
ondervinding in onze omgeving leert, dat
mot vooderrantsoenen ruimer dan. die voor
onze runderen in gebruik, er zeer goede
resultaten worden verkregen, doch ruimer
dan 1:6, alzoo 1 deel e i w i t op 6 doelen
n i e t e i w i t, moet men dan ook niet gaan.
Een mengsel van maïsmeel met w e i
geeft a! reeds een ruime voedingsverhou
ding, 2:15. Vervangt men mais door gerst
zoo wordt de verhouding wel beter doch
niet veel. Komt daarentegen 1 KG. erwten
meel inplaats van 1 ICG. mais of gerst,
zoo komt de voederwijdtc in orde. In het be
gin zij men niet te spaarzaam met eiwit, op
het eind komt de tijd, dat men liet door meer
vet en zetmeel te gebruiken, kan uitsparen.
De vocdermiddelcn als aardappelen, bieten
enz., in andere streken meer in gebruik
naast de besproken meelsoorten, laten we
hier onbesproken als voor ons van minder
belang.
DE 'OUD-GRIEKSCJIE TOONEELSPELER
Als we tegeinvoordig een oud-Grickschen
tooneelspeler op de planken zagen verschij
non, zouden we waarschijnlijk van hem
schrikken of om hem lachen Men stelle
zich voor: Ten eerste stond hij op een
tooneel van minstens tien voet, hoog. Dan
droeg hij eigenaardige schoenen (kolhuirricn)
met liooge houten onderstellen. Verder
kreeg hij een hoogen pruik op, die zijn ge
slalto nog langer deed schijnen en had al
naar do rol, waarin hij optrad, een groot
masker voor het gezicht Natuurlijk moes
ten nu de overige ledematen cem'gs/ins in
evenredigheid tot deze vergroote gestalte ge
bracht worden. Daarom werden buik en
borst, armen en boenen opgevuld en droeg
hij groote handschoenen. Vim zijn schou
ders hingen bonte, sleepcndc onderkleeacn
tot aan do voelen neer; de bovenkleden
waren verschillend in klem* cn vorm.
Zulk een tooneelspeler bewoog zich na
tuurlijk niet gemakkelijk. Als hij viel, kon
hij alleen niet crps©um. Hartstochtelijke be
wegingen waren uitgesloten, evenals strijd
en dergelijke. Daarom word zoo iets niet
voorgesteld, maar kwam de bode, die in
de Grioksche looneelspclen oen groote rol
had te vervullen, berichten daaromtrent
mecdeelcn. De voorstolling had dus een in
gehouden plastisch karakter, dal ook weer
op de taal van den dichter terugwerkte.
Maar, zal men vragen, waartoe diende die
lastige kloeding, waarvoor was dal masker,
waarvoor die kof,luimen, waarop men als
op stelten liep.
Voor dal alles bestond een goede roden.
De slof dor tragedie werf door de dich
ters aan de mythe ontnomen Boden, hel-
d'en, de groote koningen der s igo waren
de hoofdpersonen Ze waien volgens Home
rus, dien men den schepper der Grioksche
mythologie genoemd hecfL, ook uitcilijk ge
weldiger dan de mmsolien Daaimee hield
men rekening; men moest hem die zoo'n
held weergaf, dus m de eerste plaats groo
ter cn verhevener doen schijnen. Daarbij
moest men do geweldige grootte van het
oude theater in acht nemen. Hel operage
bouw te Weenen, dat twaalf nnlliocn mark
heeft gekost, heeft 3000 zitplaatsen, het
Dsonysos-theater to Athene had ex 30.000
en was bovendien van boven open Men
kon dus geen fijn spel geven; de mimiek'
dor tooneelspelcrs zou alleen reeds door
den grooien afstand voor een doel van liet
publiek verloren zijn gegaan. Daarom ge
bruikte men voor iedere rol een ander mas-
kor, waardoor ook mogelijk gemaakt werd,
dat éón tooneelspeler in verschillende rol
len optrad. De groote mondopening van
die linnen of houten maskers, die ons het
meest opvalt, was noodig voor de verster
king van de klank der stem.
Er was een groot aantal van die mas
kers voorhanden. Er zijn zes soorten be
kend voor voorname mannen van hoogen
leeftijd, acht voor jonge mannen, elf vrou-
wen- en verschillende bcdiendenmaskers.
Men heeft zeer juist opgemerkt, dat men
op hot Grioksche tooneel geen afzonderlijke
karakters weergaf, maar slechts verschil
lende klassen uit de maatschappij.
IIET MAKEN VAN RAILS BIJ DE
C ARNEGIE-M A ATS CI IAPPIJ.
iWie een kijkje neemit in do werkplaat
sen der Camegie-maatschappij, ziet hoe
erts, waarvan er misschien een half inil-
lioen ton aanwezig is, cokes en kalksteen
voortdurend met karren nana- elf groote
ovens worden gevoerd. Deze zijn niet to
verzadigen monsters. Ze moeten iedere
minuut met tien ton gevoed worden.
Ieder oogenhük worden de ovens „af
getapt", cn het gesmolten ijzer vloeiit in
kleinere karren en wordt daarin gevoerd
naar een ijzeren bak, die heen cn weer
geschommeld, kan woi*den. Hierin wordt liet
ijzer dooreengomengd, tot het alles van
dezelfde hoedanigheid is geworden. Dan
komt er een tweede trein aanrollen, deze
ontvangt een lading ijzer van omstreeks
tweehonderd 'ton uitdien mengbak en brengt
die naar de plaats, waar liet ijzer in staal
wordt veranderd met oen snelheid ran vita-
Ion per minuut.
Daarna wordt het staal met groote schep
pen in vormen gegoten, die met een
derden trein vervoerd worden. Als de
vormen gevuld zijn, gaat de trein om
streeks vijftig el verder, waarna hij stopt.
Zoodra het staal tol gloeiende staven
is gevormd, worden ze in gasovens ge
plaatst, zoodat zo met heel koud wor
den. Hiervandaan worden ze hij éón tege
lijk op een electrischen wagen naar de
rollen gebiacht, om gevormd te worden.
Ze worden voor- en achteruit tusschcn
de rollen doorbewogen, die ongeveei; wer
ken als een wringmachinc. Telkens alsear
slaaf tusschcn de rollen doorgaat, wordt hij
langer en dunner. Al gauw lijkt hij opeen
gloeienden worm, die zich kronkelt om los
te komen. Er vliegen vonken van of, ter
wijl hij zieh zoo tusschcn de rollen in be
weegt. Zoo is het een rail geworden.
Na een seconde komt hij er uit alsof
hij erin geslaagd was aan zijn kwelgeesten.