VOOR DAMES. YOOR KiSdEREN. f E p T t earis Gsdrukt tkr Drukkerij v. d, Schiedamsghs Gouiutrr. EEN ZELDZAME VONDST, Bij liet guveu in de buurt van Ottmars- heim deed een arbeider de voor Duitsch- land zeer zeldzame vondst van een klein oud-Egyptisch beeldje, een zoogenaamde „Usehebti". Een uschebti is een uit brons, hout, groen ol blauw porcelein vervaar digd beeldje, zooals er dozijnen in de mu seums bewaard worden, la het oude Egyp te geloofde men, dat de overledene aan de andere zijde van het graf veldarbeid moest verrichten. Om hen voor 'dien arbeid te vrijwaren, gaf men hem die uschebti mee. Weid de overledene door het noemen van zijn naam door Osiris voor den veldar beid opgeroepen, dan antwoordden de uschebtis in zijn plaats en volbrachten ook zijn arbeid. Gewoonlijk waren ze van de volgende spreuk voorzien: „0, gij uschebti, als de overledene tot den arbeid wordt opgeroepen, die daar ge daan moet worden, als een wiens plicht het is het veld te bewerken en te be sproeien, dan zult gij antwoorden: „Hier hen ik." 'Ottmarsheim ligt aan den ouden Ro- meinsehen straatweg, die langs den lin ker Rijnoever naar het Noorden voert. Ottmarsheim zelf is van Romeinschen oor sprong. JIct is dus best mogelijk, dat een Romeinsch soldaat, die eens in Egypte was, het beeldje meenam en hier verloor. RUSSISCHE OPYOED1NG. •Over het leven van do kinderen der Rus sische hoeren schrijft iemand „De jongsie kinderen worden altijd stijf in doeken gewonden, zoodat men ze ge makkelijk neer kan leggen zonder gevaar, dat 'hun iets zal overkomen. Toen ikeeu hoerenhuis binnentrad, was mijn eerste ge dachte, dat de Russische boeren beeldjes -hadden, waarvan het hoofd buitengewoon veel op een levend wezen leek. Een van die heelden lag op oen plank. Ik bekeek het aandachtig, en zag de oogen draaien en het hoofd bewegen. „Wel, dat is een kind!" riep ik verbaasd. „Wat zou het anders zijn?" vroeg de moeder. Toen ik het kind nauwkeuriger be schouwde, trof mij zijn buitengewone vuil heid. Ik kon niet nalaten te vragen of de moeder het kleintje dikwijls wasebte. „Wasschen 1" schreeuwde de moeder bijna uit! „WasschenI Een kind was schen? Je zoudt het dooden!" „Ik durfde niet, meneer," was hot 011- noozele antwoord, „u sliep zoo heerlijk," Een landlooper ging voor een huis in 't gras liggen en deed of hij ervan at in de hoop daardoor medelijden op te wekken. „Arme man," riep de bewoonster van liet huis uil, ,,lieb je werkelijk zoo'n hon ger, dat je gras eet?" „Ja, mevrouw," was het antwoord. „Ga dan met mij mee bij de keuken, daar is het gras veel hooger." Een Buiische dienstbode, die voor het eerst in een diergaarde was geweest, was het meest verbaasd over den adelaar met één kop. Zo had ze in het Duitsche wa pen nooit anders dan met twee koppen gezien. Ecnige jaren geleden was Santos Du- mont, de bekende luchtreiziger, getuige bij ceu testament. „Zeg mij eens," vroeg ecu rechter, „had dc erflater niet de ge woonte hardop te 'praten, als hij alleen was?" „Ik weet het niet," zei Santos Duniont. „Weet u het niet, en u was zijn beste vriend? Iloe komt het, dat u het niet weet?" „Omdat ik nooit bij hem was, als hij alleen was," antwoordde de luchtreiziger. Luitenant A. „Waarom woon je niet meer tegenover de meisjesburgerschool?" Luitenant B. „Ik wou niet langer, dat de ouders bet schoolgeld geheel voorniets betaalden." EEN HERINNERING AAN DEN SCHILDER BOUCtII. Op zekeren avond werd de Engelsche schilder Bough uilgenoodigd bij een der eerste lords. Zijn buurman aan tafel sprak tot hem: „meneer Bough, ik ben een be wonderaar van uw schilderijen." „Dank u, het doet mij genoegen dit te hooren," antwoordde Bough „Heeft u er al gekocht?" „Neen, nog niet," was het antwoord;en terwjjl hij Bough aankeek ging hij voort: „Ik heb u wel eens meer ontmoet, maar ik herinner mij niet waar en wanneer." „Ik herinner 't mij wel," zei Bough, wiens oogen tintelden van pret; „verle den Maandag in George Street, bij de bank. Ik ging daar langs, toen u te paard zat. U vroeg mij om even uw paard vast te houden. Ik deed het en kreeg een six pence. Ik had meer verwacht, maar ik kocht er toch een ons tabak voor." Iedereen lachte, benalve het slachtoffer. Het was werkelijk gebeurd. In zijn losst kleedmg met zijn vilten hoed en korte pijp was Bough voor een sjouwer aan gezien en haa men nem dat karweitje op gedragen. „Ik. had je gezegd, dat-je mij om zes uur zou roepen, waarom heb je het niet gedaan?" voor het aanvoeren van groote massa's was hij ongeschikt. Er ontstonden onaan genaamheden tusschcn concertbestuur en directeur, eindigende, dat S, in 1853 ver vangen werd door Tauseh. Een kunstreis met zijn Clara naarNe- derland bezorgde hem gelukkige dagen; want Schumann had om gezondheidsrede nen afleiding noodig. Zijn geheel© leven was S. een zenuwlijder geweest, veeltijds van een sombere, in zichzelf teruggetrok ken natuur, vaak opvliegend; en ware do trouwe GLaxa hem niet altijd tot steun en liulpe geweest in den strijd des levens, het had er met S. al reeds vroeg onge- lukkig uitgezien. Hoewel een verblijf te Scheveningen in den zomer van 1853 wel eemge verbetering voor kijn geschokt zenuwgestel opleverde, openbaar-de zich in den daarop volgenden winter sporen van verstandsvoi bijstelling. Den 27 Februari 1851 verliet hij heimelijk zijn woning en wierp zich in een aanval van waanzin van de Rijnbrug in het water door schippers gered, werd hij muur zijn woning gebracht. 'Onmiskenbare - teekenen van 'krankzinnigheid vertoonden zich bij hem, waarom hij werd verpleegd in het krankzinnigengesticht van Dir. Richarz te Enucnich bij Bonn, waar hij de twee laat ste levensjaren doorbracht en den 29 Juli 1856 stierf. Schunranns werken zijn nooit zoo popu lair geworden, nooit zoo algemeen begre pen als die van Mendelssohn, vooral zijn groote koorwerken konden in dit opzicht niet met Elias en Paulus wedijveren;niet tegenstaande zij misschien groote» ra uzi- NEDERLANDSCfÏE WIJSHEID. Het hoogste goed, dat weinigen ontfingen, Bestaef in niet geschapens, maar alleen In 't kennen van 't oneindig eenigh Eens, Begin en eint van ons bespiegelingen. Vondel. De mensehen speten meestal coroedie met elkaar-, en als ze hot niet doen, verandert de comedie van den Schijn in do tragedie der Werkelijkheid. V, Loosjes. En ieder minnend hart is kunstenaar De kunst is heiige liefde en leeft van sterven. Perk. Veel kan hij hopen, wien veel heugt; Veel met zachtmoedig oog beschouwen; 't Ileriim'ren is een groote deugd. Beets-. Wat niet in eigen ziel gegroeid is, be zit men niet. en men moge nu en dan 'n peer plukken van den boom, die uit buurmons tuin z'n takken over onze schut ting buigt, onze boom wordt 't daar door niet, Multatuli. DE HELDIN VAN DE GESCHIEDENIS VAN DEN HALSKETTING. Do gravm Lainothe de Valois, die de oorzaak was van het bekende proces over don halsketting van Maria Antoinette, toon de reeds als jong meisje een grooten aan leg tot zwendelarij. Lodewijk XV ver schafte haar oen jaargeld, op voorwaarde dat zij in een klooster ging. Maai- dit leven trok haar niet aan, zij ontvluchite en trouwde met den armen graaf Lainothe, die haar waardiglijk bijstond in haar be driegerijen. Hun levendige geest, innemend uiterlijk en vooral nun mensehenkennis wa ren bun een krachtig wapen in den strik' om het bestaan en weldra haddon ze een kring van avonturiers en spelers om zich heen, Ivaaromter do beruchte Cagliost.ro de meest bekende is. Den kardinaal de Rohan, die bij Maria kale belcekenis hebben en van diep poë tischen aanleg zijn. Zij konden, vooral in de eerste jaren na hun ontstaan bij het grooie publiek niet makkelijk ingang -vinden, Ook zijn eemige opera „Genoveva" had geen succes. Zijn grootste gaven uitten zich in zijn liederen zijn kamermuziek, en het allermeeste in zijn klaviercompositien. iletheerlijke A-moll concert, de drie sonaten, de Davidsbündter tanzc komen voor op het repertoire van de eerste rangs-piano-virtuoscn, en deze al leen kunnen die werken naar den eisch vertolken. Deze klaviermuziek bdiooit lol'hel zeer moeilijk uitvoerbare onder de pianohlera- tuur; ook zijn kleinere pianostukken als im promptus, Arabesken, Noveletten; zelfs de kinderscenen stellen nog hooge cisdien in technisch opzicht zoowel als in voor drachtkunst, en menig halfrijp dilettant-pia nist, die de gaven van poëtische voordracht mist, mishandelt met het kalmste geweten deze keurige, dichterlijke muziekstukken. Onze Hollandsche muziekdirecteuren zijn niet teil achter gebleven in het uitroe ren van Schumanns werken. Reeds vroeg Lij dig werden in 1850 onder Lubeck to's-Hagc koorwerken uitgevoerd; en later hebben Ven- hulst, Nicolas, Richard Hol, Bargiel, fami lielid van Schumann, alle voorliefde be toond voor zijn scheppingen. Waarlijk, Schumann verdient do lauwe ren, die het tegenwoordig geslacht om het hoofd van den idealen meester gevlochten heeft P. T. Antoinette in ongenade gevallen was, wist zij te doen gcloovcn, dat hij zich jegens de koningin verdienstelijk kon maken, door in stilte een ketting van de waarde van een inilüoen zesmaal honderd duizend francs voor haar to koopen. Dc vorstin zou het geld langzamerhand van het door haar be spaarde terugbetalen en ze zou den kar dinaal zeer dankbaar zijn voor den haar bewezen dienst Om zijn twijfel weg te ne men, toonde ze hem verscheidene eigen handige natuurlijk vervalschte brie ven van Maria Antoinette. In haar naam gaf ze Rohan do verzekering, dat de ko ningin een geheime briefwisseling met hem wou beginnen. Dc gravin gaf hom dan ook vele kleine briefjes, waarin hean steeds ge heimhouding werd aanbevolen. De koningin was oen weldadige vrouw, die veel stille armen voorthielp, en als ze soms niet goed bij kas was, verlangde ze van den kardinaal, den groot aalmoezenier, steeds nieuwen voorraad. In korten tijd gelukte liet dc gravin Lainothe den man op die maaier 160.000 francs ai te zetten. Do kardinaal had er volstrekt niets meer tegen, nadat hij de volmacht van de ko ningin had gekregen om den koop van den ketting te sluiten. Do ondertcekening van die volmacht luidde: „Maria Antoi nette van Frankrijk." Dat was een grooie domheid van de bedriegster en den bedro gene, daar een koningin altijd alleen met haar naam ont)~* 'eekent. De kardinaal had trouwens Clagiosb r, zijn intiemen vriend, om raad gevraagd en deze verklaarde: dat de zaak de gelukkigste gevolgen voor hem zoowel als voor Frankrijk zou hebben. De kardinaal overhandigde den ketting aan zijn vriendin, die hem op haar beurt aan haar man gaf. Deze verkocht de en kele steenen aan Londensche juweliers en particulieren. Toen de beloofde afbetaling niet plaats had, kreeg de kardinaal argwaan; maar de gravin Lainothe wist hem steeds weer te bevredigen. Zo bezwoer hem, dat de op dracht van de koningin was en betaalde hem 30.000 francs uit. Zijzelf leefde er intusschen goed van. De verkoop der juweelen bracht haar ongeveer viermaal honderd duizend francs op; ze hield nu paarden, rijtuig, bedienden, kocht een huis en liet dit prachtig inrichten. Eindelijk waagde de juwelier, die zoo lang op zijn geld moest wachten, en dien men steeds had zoeken te paaien, door hem voor te houden, dat de koningin het sieraad zonder medeweten van haai- man had gekocht, den stap om den koning de rekening voor te leggen. Het gevolg daar van was, dat de kardinaal en de gravin de Lamothe gevangen genomen werden, liet proces duurde een jaar; den 31sten Mei 1786 werd het vonnis uitgesproken. De gravin, die zich in het eerst krahk- zinnig hield, werd tot levenslange gevan genisstraf, haar man tot de galeien veroor deeld, terwijl de kardinaal en Cagliostoo vrijgesproken werden. Na een jaar wist de gravin te ontsnap pen en naar Engeland te vluchten, van waaruit ze allerlei smaadschriften over de koningin uitgaf. Ilaar man verscheen weer te Parijs in den tijd van het schrikbewind. Het tegen hem uitgesproken vonnis werd door de nieuwe gerechtshoven vernietigd. MARIA PIA VAN PORTUGAL, Een der meest vorstelijke vrouwen, die ooit een koningsixoon gesierd hebben, is de koningin-weduwe Maria Pia van Por tugal, wier man den 19den October 1889 stierf, diep betreurd door zijn volk. Maria Pia is de dochter van Viktor Emanuel 1 van Italië. Nog altijd in spijt van haar59 jaar een bekoorlijke verschijning van groote elegantie, is ze met haar donkere oogen en haar heerlijk, roodblond haar, haan-op bruisenden levenslust aan bet Portugee- sche hof naast haar mooie schoondochter, koningin Amalia, de aantrekkelijkste vrou wengestalte, die haar vorstelijke waardig beid hoog weet te honden. Haar "vrijge vigheid is ook inderdaad vorstelijk; do Porlugeezen, die over het algemeen spaar zaam van aard zijn, vinden haar over 't algemeen te veikwistcnd. Al geeft zcook veel uit voor baar toiletten, die als toon beeld van sierlijkheid gelden en steeds in Parijs vervaardigd worden, ze besteedt even groote sommen voor liefdadige doeleinden, zo heeft o. a. „crèches" gesticht in Por tugal, waar men daaraan meer behoelte heeft dan ergens anders. De koningin houdt moestal verblijf in het Palac-ia Real, een slot, waarvan het grootste deel nog uit den Moorsohen tijd afkomstig is. Men heeft er wonderschoone kijkjes op een prachtige omgeving met het uitzicht op den Atlanti- sclien 'Oceaan. De koningin, door de toovoraehtigschoc- ne natuur opgewekt, heeft een reeks kun stig uitgevoerde teekeningen gemaakt, die con sieraad vormen van haar werkkamer, terwijl in vele andere vertrekken van het paleis duizenden historische herinneringen doen denken aan het glanstijdperk van Portugal, den tijd van koning Emanuel met den bijnaam o venturoso den geluk kige onder wien Vasco di Gaina den zeeweg naar Indië ontdekte. liefde. Niet slechts vrouwen, ook mannen gebruikten ze tot sieraad. Ja, de weelde, die toen in kant heersehte, had tengevolge, dat er wettelijke voorschriften tegen wer den uitgevaardigd. Later is toen door de minder gunstige tijden de kantindustrie ach teruitgegaan, tot ze in de maatschappelijk betere nieuwere Lijden met zijn hoogcre esthetische beschaving wper lot een hoogte steeg, die bijna aan de ndddeleeuwen her innert. En ze kan nu ongestoord in haar nieuwe ontwikkeling voortgaan; daar het niet waarschijnlijk is, dat er wetten tegen uitgevaardigd zullen worden. De vroeger door haar kantindustrie be kende landen Italië, België, Frankrijk zip bet nu \yeer, Vooral Brussel ontwikkelt zich altijd weer tot een centrum, dat de kantmarkt der wereld beheerscht; in Ame rika heeft men de voornaamste afnemers van het kostbare weefsel. In België wor den op de verschillende scholen voor kant werk alle oudere en nieuwe bewerkingen onderwezen. Men heeft, zooals men weet, klujipcl-en naaldkanl, maar aan de laatste wordt om haar sierlijkheid, lichtheid en soepelheid de voorkeur gegeven. Tot de kostbaarste, fijnste, met de band genaaide kantsoorten behooren de points d'Alempn en de points d'Argenton. RECEPTEN. Gevujde wortelen. Van de goed geschraapte wortelen snijdt men boven een stuk als deksel af, holt zo uit, en hakt hetgeen men er uitgehold heeft, goed fijn. Dan doet men er twee eieren, een beetje zuren room, wat zout, wat paneermeel en ©en klein beetje gesmol ten boter'bij, roert alles flink dooreen, vult er de wortels mee, bindt er het dekseltje weer op en kookt ze in water met wat zout en boter ol bouillon gaar. Dan doet men er wat paneermeel bij, om bet nat gebonden te maken. Gestoofde Savoyekool. Men snijdt de kool fijn, nadat de bui tenste bladen en de stronk .verwijderd zijn, strooit er zout op en op iedere kool on geveer 10 zwarte peperkorrels, en zet het met kokend water op, zoo, dat het water juist hoven de kool staat. Zoo moet de kool een kwartier goed koken. Itet water wordt er dan afgegoten en voor soep ge< bniikt. Nu komt op iedere kool ecu klontje boter van de grootte van een half ©i, men roet er één of 2 gehakte uien bij, on laat de kool open staan smoren; dekte men ze toe, dan zou ze licht van kleur ver anderen. Moet er wat vocht bijgedaan, dan is het 't beste om er krachtigen bouillon op te gieten, maar als men dien niet heeft, kan men het water van de kool gebiui- ken. KANT. Reeds in die zestiende eeuw deed de kant haar overwinningstecht door 'de be schaafde landen van Europe. De mode deed toen overal kanten aanbrengen, op waaiers, "handschoenen, kragen, hoeden enz. Dichters hebben haar bezongen, schil ders als Bellini, Titiaan, Watteau, Rubens en Van Dijk schilderden haar met voor- DIE ARME POPPEN! Al zegt men nog zoo dikwijls tegen Li line, dat ze niet met de jongens moet speten, het helpt niets. Toch moet ze ei' altijd voor boeten met bulten op het hoofd en gescheurde klee- ren. Maar ze vergeet al die akeligheid, zoodra haar broers haar weer een spel voorstellon, dat haar prettig toelijkt. Terwijl ze in da kinderkamer met haar poppen speelt, hoort Liline de jongens door het huis hollen. Ze maken zoo'n leven, dat Liline niet meer aan haar poppen denkt. "Wat zouden haar broertjes en hun vriendjes nu weer voor ©en spel hebben uitgevonden? De kindermeid raadt Liline aan, er zich niet me© te bemoeien. „Nu mevrouw uit is, durven ze alles. Zo hebben ai mijn plumeaux kapot ge maakt, om er hun petten, hun haar en h/un ceintuur me-c 'te versieren. Ze noe men dat wildemannetje speten. Ik zou maar stilletjes hier blijven." Liline besluit dus zich aan haar poppen to wijden. Zij bezit er minstens vijftien van allerlei grootte en kleur, van hout, caoutchouc en porselein. Zij heeft or, clie kunnen spie ken, andere, die loopen, een die zwemt, een "die huilt, verscheidens die de oogen sluiten cn den mond openen, en dadelijk een die uit een ^uigflesGh drinkt. Maai die mag niet dikwijls haar kunsten ver tonnen, want na haar maaltijd moet men altijd haar blikken maag met zand schoon maken. Alle poppen zijn mot volmaakt in orde. De een mist een arm, de ander een been, Fommige hebben ©en platten neus,' andere zijn kaal. Maar Liline houdt van ze alle maal evenveel. Ze heeft haar kinderen op een rij ge zet en speelt schooltje met haar, als mei verbazend veel geweld drie vechtende jon gens komen binnen vliegen. Angstig bergt Liline haar poppen, daar na kijkt zo naar het gevecht, dat trouwens niet ernstig gemeend is. liet zijn twee wil den, die een blanke willen gevangen ne men, en deze, die weet welk lot hem wacht en met welke saus men hem zal opeten, verdedigt zich met den moed der wanhoop. Hij moet echter bezwijken voor de meerderheid en Liline ziot hem mee- steepen door de kannibalen, di© woeste kreten uitstooten. Liline ging ook mee om te kijken, hoe het met den ong-bniklrim» zou afloopen. Die ongelukkige Lil ir tegenwoordig heid alleen deed begrijpen wolk voordeel men b öxituur van een vrouwelijk elcme ukken. „Speel je met ons mee?" vroegen de broers. „Dan mag je de vrouw zjjn der walden Je zult ze overal volgen. Jo zult hun te drinken geven en hen he]pcn als ze gewond zijn of gevangen genomen. Maar men mag je niet zien. Anders zou den de blanken je nemen." De blanken dat zijn haar broers. Ze had don best voor wildon kunnen spelen, maar om do vernielde pkuneaux wikten ze lie ver de veeren aan hun mondjes geven daar ze begrepen, dat hun oudere deze niet zoo erg zouden beknorren als hun kinderen. Ze stellen daarom de bescha ving voor. Voordat het spel wordt voortgezet, moet Inline eerst verkleed worden. De blanken hebben geen kenteeken, omdat men zich in hen niet kan vergissen. Maar Liline be hoort tot de wildon. Daar er geen veeren meer zijn, behalve die van de kippen (een stelt werkelijk voor ze bun uit te trekken) besluit men een oud beestenvel, dat vroeger voor kleedje diende, te gebruiken, en met behulp van touwtjes maakt men er voor Liline een bonten mantel van. Liline verzet er zich wat tegen, en beweerl Hat niet de kanni balen maar de Eskimo's zich o-p die ma nier kleoden. Mem luistert ©dhter niet naar die verstandige opmerking van haar. Zoo toegetakeld en met de bende naar den tuin gegaan, kwijt Liline zich nauw gezet van haar taak. Ze loopt van den een naar den ander, deelt drinken en be velen uit en verbergt zich zoo goed moge lijk achter boornen en struiken. Maar het dieren-""-"], waarin ze gewikkeld is, verraadt zoo goed haar tegenwoordigheid, dat zo weldra do gevangene is van de blanken. Ze ontnomen de arm© Liline met ge- weid bet bonton kleed, waarin men haar met zooveel moeite had gewikkeld. Aan een stok gebonden, wordt bet ©en over* winniiigsteeken, Hel is op den vijand ver overd. Daarna houden d© blanken krijgs raad over de keuze der pijnigingen, die men de ongelukkige zal doen ondergaan. Liline weet wel, dat bet maar een spelletje is; maar toch krijgt ze er spijt van, dat ze er in hoeft toegestemd bij de wilden te gaan, nu haai* broems haar de handen en voeten binden en baar op den kruiwagen van den tuinman leggen, die daar 'juist van pas staat. Voorafgegaan door dc dierenhuid bij wijze van vaandel, stelt d© stoet der blanken zich in beweging en Liline, in haar krui wagen uitgestrekt, wordt in galop door do paden van den tuin gereden. Haar broeders, die van vreugde gillen, reggeu- „Schreeuw toch eens, om de wilden to hulp te dom komen, dan kunnen wij te gen ze vechten." Eerst begint Liline uit de grap te roe pen, maar weldra roept ze in ernst om hulp. Ze wordt zoo geschud op het hardo hout van haar voertuig zonder veeren, dat haar lichaam haar overal pija doet, vooral omdat haar geen vrijheid vau beweging wordt gelaten door haar gebonden handen en voeten. j „Laait me er uiiti" gilt ze. „Best, schreeuw nog maar wat harder," antwoorden haar broers; die hun rol al te ernstig opnemen. „Als je goed schreeuwt zulten de wikten wol komen." D© wilden komen ook werkelijk, cn er ontstaat een gevecht om den kruiwagen. Liline zal de prijs- der overwinning zijn en ze ziet zich dan ook van links naar rechts trekken. De een trekt haar bij den aren, de ander bij een boen. Eindelijk blijft ze in handen der wilden. De blanken vluch ten naar de kinderkamer, waar ze zich opsluiten. De wilden verschijnen voor do dichte deur. Moordlust heerscht in de bei- do •kampen, liet is de oorlog met al zijn verschrikkingen. Liline, bevrijd van. haar banden, 'hoeft dolle pret. Hel is toch maar echt speten met jongens 1 Opeens hoort ze achter de deur woor den, die haar doen verstijven van schrik. Een van haar broers, die de poppen heeft ontdekt, sprak: „Daar zijn de kinderen van de vrouw dei* wilden. Laten we ze dood maken." „Wil je mijn kinderen met rust laten 1" roejit Liline boel ontdaan. „Het is maar vuur de grap," antwoordt haar een stem. Maar Liline is niet gerust. Zo zijn wd in staat, him bedreiging uit te voeren. Het lachen van haar broers achter d© deur, de vreemde getaidom en het stilzwijgen, dat er op volgt, doen baar groote ongelukken duchten. Tevergeefs tracht ze de wilden over te baten de deur open te breken, de wilden, stoute jongens als zo zijn, heb ben plezier in haar angst. Eindelijk wordt de dom* geopend, de blan ken ontsnappen door bet venster, de wil den gaan hun langs denzelfden weg ach terma en LiiLine blijft alleen verstomd staan voor bet treurige schouwspel, dat z© daar ziet. Al haar poppen liggen o-p den vloeren het is een vreeseJijk. mengsel van armen, boenen, hoofden, pruiken, handen cn "voe ten los van het lichaam, waartoe ze eens behoorden. Van de pop, die kon loopen, retaken de gebroken veeren van haar be- jweegkraebt uit de zijden. De sprekende pop liet uit baar open buik het mechanisme 'zien, dat voor haai* hot orgaan van de spraak was. Liline begreep den gdhxselen omvang van haar ongeluk. Haar moederhart was ven techeurd. Ze was innig verontwaardigd op 'de stoutejongens cn vervuld© het huis met do uitingen van haar wanhoop. g ll d a H K IS' di h< eb F m la b!i 'dc nii va be 'dr da pil aai Pa nei oni liti Vffll we 'Tw nor t nai op blij mei „N mei nur ner deti is ncn uw van naei reel die 2 ii reeli won 'dit 'deta

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1907 | | pagina 10