1 No. 12286 Zijn eigen Vrouw. (50"e laargang Woensdag 16 Januari 1907 12 nu, 14 V. NATIONALE MILITIE. EN, 5, BUITENLAND. fff P e r e i BINNENLAND, den «j 'ononis. Xe: int b R«4 Pel;c# Tiel «SJCII sS •Vroet wtinii 'n aan SCHIEDAMSCHE COURANT 18. m ui ta vaa wat«. 3.—. 5.46 ioren, )69ü 3.06 3.40 3.40 J[ 3431 emea. onctrt lasuls ereen, m Ko- Igeesi lonn, meert nraai Koor, d die neer! dvan Ipera uiétê ONTHEFFING run WEUKEIIJKEN DIENST iimetolfte art. 113, eerste zinsnede, der Miiitiewet E' 5 190!. Deze courant vci'sduj'nl d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaalVoor S clued n rn en V1 a ax d i n g e n fl. 1.25. Franco per post fl. 1.65. Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingpn 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Ad ver ten tien voor liet eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur fan het bureau bezorgd, zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven.) Prijs der Ad vertent i ën: Tan 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zy innemen. Advertentiën. bij abonnement op voordeeliga voorwaarden, Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de .nummers, dio Dinsda g-,'Donderdag-en Z aterdagavo nd verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tol den prijs van 40 cents per- advertentie, bij vooruitbetaling aan liet Bumeau te voldoen. Interc. Telefoon voor de Redactie No. 123. voor de Administratie No. 103. axawpuwaii am. De Burgemeester- van Schiedam, brengt ter kennis van geestelijken, bedienaren van den godsdienst, zendelingli'oraion en broeders- 'diakonen aan eene godsdienstige vereeniging, als mede van studenten in de godgeleerdheid en jcndelingkweekelingen, die aan eene inrichting van ouderwijs tot geestelijken, bedienaren van den gods dienst of zendelmgleeiaren ivonlen opgeleid, proef- brocders, die tot broeder-diakor.en vnn eene gods dienstige vereeniging worden opgeleid, en Roomsch- Katholieke oidebroeders, die tot eene binnen het Rijk gevestigde kloosterinrichting behooren, in deze gemeente, voor de lichting van 19U7, voor de militie hebben geloot en voor den dienst door den militieraad zijn aangewezen of bereids in voorgaande jaren bij de militie zijn ingelijfd en krachtens ait. 113, eerste zinsnede, der Jfilitiewel 1901, voor tin jaar van den workelijken dienst zijn ontheven: dat volgens art. 80 van het Koninklijk besluit san 2 December 1901 (staatsblad no. 230), de AANVRAGEN om ontheffing van den weikelijkcn dienst, vermeld in de eerste zinsnede van art. 113 der wet en gericht aan II. M, de Koningin, door de dienstplichtigen, die ontheffing wenschen te bekomen, eigenhandig onderteekend met de VER- KISCHTE BEWIISSTUKKEN moeten worden inge diend bij den Burgemeester der gemeente, binnen welke zij voor do militie zijn ingeschieven, en wel. lo. in de laatste tien dagen van Januari door hen, bedoeld in do eerste zinsnede van art 96, onder to. dor wet en in Je laatste 'tien dagen van Maart door hen, beioeki in die zinsnede onder i2o door hen, die op een ander tijdstip ter inlijving by de militie rnoaten worden afgeleverd, binnen tien dagen na de dagteekeningvan den oproepings brief; 3o door hen, die opnieuw van den werkeiijken dienst wenschen ontheven te worden, in de laatste tien dagen der maand, op één na voorafgaande aan de maand waarm de duur vnn de verleende of laatstelijk verleende ontheffing eindigt; 4o door de ingehjfden bij de militie, die voor het eerst voor ontheffing in aanmerking wenschen te komen, zoodra zij mcenen op ontheffing nan- iprank te kunnen makenen dat het overgelegd bewijsstuk niet vioeger rnag afgegeven zijn dan tien dagen vóór de inlevering er van bij den Burgeiueestei en dat de aanvrage op ongezegeld papier kan worden geschreven. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 15d<>n Januari 1907 De Burgemeester voornoemd, M. A. BRANTS. Schiedam, lö Jan. 1907. RUSLAND. De minister van financiën, Kokol'tscff, heeft verschillende rapporten gepubliceerd j over den staat der Russische financien. De einduitkomst van het financieel overzicht is dat, dank zij de leening van 1906, het de licit van dat jnar en van het vorig jaar is gedekt en er een overschot van 53 millioen roebel is. Dit eindcijfer zal wel eenigc verwondering wekken als men nagaat dat de oorlog met Japan, en niet het minst de rovolutionnaire beweging een gcduchten klap aan de staatskas toebrachten. In verge lijking met enkele rijke staten, die sedert jaren niet geteisterd werden door oorlog of binnenlandsche woelingen, is liet finaneieelc exposé van Kokoftseff nog het meest roos kleurige. Het is waar dat bedoelde „rijke" Staten groote sommen ten koste loggen aan sociale hemrmingen, die in Rusland na tuurlijk genegeerd worden, maar de cijfers worden volgens den Parijschen corrcsp. van de „Petit RIeu" zoo handig gegroepeerd, dat men mag veronderstellen dat de begroo ting in werkelijkheid minder bevredigende resultaten heeft. Te Parijs is men dan ook algemeen van gevoelen dat deze truc van Kokoftseff berekend is op het sluiten van een nieuwe leening. De czaar zal ditmaal echter stellige bewijzen moeten geven dat hij met de bijcenroeping der tweede Doenia de constitutioneele periode wil beginnen. Totdat de czaar afdoende waarborgen wenscht te geven dat het Russische par lement recht van meespreken heeft in regee- ringszaken, blijft het verschaffen van, geld aan de autocratie een misdaad in dezen zin dat men zich medeplichtig maakt aan. de bloedpolitiek van de tegenwoordige Rus sische regeering. Zooals in 't kort onder ..laatste berich ten" gisteren werd gemeld heeft de czaar besloten het miniaterie-Stolypin te hand haven en het te steunen in een eventueelen strijd met de nieuwe Doema. In een eigenhandig schrijven aan Stoly- pin herinnert de czaar - aan het tijdstip van de benoeming van den minister-presi dent, wien de taak op de schouders werd gelegd in het land de rust, verstoord door revolutionnaire woelingen, te herstellen. Binnen maand is het ministerie-Stolypin door krachtdadig optreden erin geslaagd een merkbare verbetering in den toestond te brengen, niettegenstaande het moorddadig optreden der revolutionnairen en de talrijke misdaden, ten doel hebbende het den regee renden kringen „lastig te maken". De czaar somt daarna do wetsontwerpen op, die het ministerie voor de aanstaande Doema-zit- ting voorbereidt en de dringend noodige maatregelen, die ten uitvoer gelegd moesten worden, voordat genoemde vergadering bij eenkomt. Daan-oor betuigt de czaar den heer Stolypin en het gehecle ministerie zijn dank en spreekt hij het vertrouwen uit, dat na de ophanden zijnde opening van de Doema en den Rijksraad het ministerie-Sto lypin dezelfde diensten moge blijven bewij zen ter verwezenlijking van de plannen van den czaar, want slechts in de samenwer king van. de nieuwe wetgevende lichamen met de door den czaar benoemde jegce- ring, ziet hij een waarborg voor de wette- Roman naar het Engelsch van FLORENCE WARDEN. I1S. chc ge- •n). ran mn te, ie, fe il-, en au 'd- 26) Brinckman was zenuwachtiger dan zij hem ooit gezien had. Ilij werd rood, hij stotterde, kon geen woorden vinden en toen t Thomas Wijo blijkbaar volgens afspraak, ®tn met Theodora alleen liet, zag zij dat hij «aar iets onaangenaams of iets pijnlijks had mee te deolen. „Komt u hier met een boodschap van mijn man, meneer Brinckman?" vroeg zij zoodra zij alleen waren. 1 „Ja," „Betreffende dezelfde zaak veronder stel ik." „Ja. Ik ken ik heb u in kennis stellen mot eenige nieuwe wendingen die de zaak genomen heeft, dat is, die do zaak j temen zal wanneer u niet van opinie veran- ,erï- hlaar ik hoop, mevrouw, dat een ge- ""inwisseling met uw Vader, die geheel j'yan dezelfde meening is als wij, u tot andere inzichten gebracht zal hebben. Werkelijk, at hoop ik van ganscher harte. Het zou doodjammer gisch zijn, wat zeg ik, het zou tra in j worden wanneer u bij uw vroegere rj(§3Bjn zou willen blijven volharden." T «gisch?" vroeg Theodora terwijl zii riijwendig beefde, want haar bezoekpr was 'Jkbaar geheel te goeder trouw en meen- de wat hij zeide. .„Wel, de gevolgen zouden vrceselijk 'Jni zoowel voor u als voor uw oh voor hem meneer Dixon, wanneer u %rolhoudt, Ilij zou gedwongen zijn tot een zeer onaangename, een wanhopige handel wijze, die tot icderen prijs vermeden moet worden." „Kan u niet duidelijker spreken? Welke handelwijze bedoelt u Inplaats van te antwoorden aarzelde Brinckman, die in den grond een goedhartig man was, hoewel niet over-scrupuleus was wat betreft de middelen om in 't onderhoud van een groot gezin te voorzien. Hij kuchte on peuterde aan een groote enveloppe die hij eenigc minuten to voren, bijna stoetsge wijze uit de diepte van een grooten city-bag had opgedolven. Theodora werd bleek; zij gevoelde eenigen angst. Wat kon er in die enveloppe zitten dat de hardvochtige zakenman haar liever niet wilde laten zien?" „Wat is dat?" vroeg zij scherp. „Het het is een papier," antwoordde hij, „dal, ik u liever niet wil laten zien, voel liever niet. Ik zou u willen overtuigen, wan neer dat mogelijk is, dat uw eh dat meneer Dixon niet in twijfel verkeert om trent de middelen waarvan hij gebruik zal maken wanneer u blijft volharden bij uw gedrag, dat hij niet het gedrag vindt van een vrouw die haar plicht begrijpt." En Brinckman, minder op zijn gemak dan ooit, speelde met de enveloppe die hij in de hand hield en keek naar den grond. „Wat is dat? Laat het mij zien," beval Theodora op scherpen toon. Mot een uitdrukking op zijn gezicht van kalme wanhoop haalde Brinckman het papier uit de enveloppe, vouwde het open en wees naar een regel waarop een naam in potlood was ingevuld. lijke orde en de toeneming der krachten van den Staat overeenkomstig de behoeften van het tot nieuw leven geroepen Russische rijk. Ook minister Kokofzeff werd verblijd met een eigenhandig schrijven van den czaar, waarin hulde wordt gebracht aan do verdiensten van den minister ten op zichte van financiën van het land en de uitvoering van de voorloopige begrooting van het jaar 1906. In het schrijven wordt erop gewezen, dat de Russische waarden in het buitonland weder veel meer worden gevraagd en het volk weder geregeld spaar penningen naar de banken brengt, twee bewijzen voor toenemend vertrouwen in den financieelen vooruitgang van het land. GEMENGDE MEDEDEELINGEN. Duitachland. I3e Parijsche „Libcrté" verneemt uit Ber lijn, dat keizer Wilhelm en de czaar over eengekomen zijn op do 2e Haagsche vre desconferentie de vermindering van de oor logstoerustingen van het program ai te voeren. Italië, Volgens de „Temps" ontving het Vati- caan dezer dagen chèques tot een bedrag van '150 millioen lire, door bemiddeling van een Duitsche katholieke bank. Ook de katholieken in de Veroenigde Staten zen den veel geld aan het Vaticaan ter on dersteuning van de Fransche geestelijken. Een collecte in de kerken te Rome ge houden voor hetzelfde doel, bracht 3000 lire op. Spanje. Tengevolge van de katholieke betooging te Bilbao zijn Zondag 8 personen gewond en een 30-tal werden gearresteerd. De buitenlandsche gezanten te Teheran hebben Zondag den nieuwen Sjah hun felici- tattebezoek gebracht. De Sjah richtte een paar vriendelijke woorden tot .elk der ge zanten. Hierop begaf het gehecle corps diplomatique zich naar den Takieh-schouw burg om den overleden Sjah de laatste eer te bewijzen. Iniusschen schijnt het, dat de pas opge treden Sjah nog gedwongen zal worden zijn recht op den troon met dc wapens te ver dedigen. Karawanen, die uit het Zuiden naar Teheran kwamen, berichtten, dat Abul- Fath Mirza, de derde zoon van Muzaffer- ed-Din, ti-ocpen bijeen trekt om zijn broeder den troon te betwisten. Hij heeft zich door zijn volgelingen reeds tot Sjah laten uit roepen. Marokko. In de gil urn a ni té" komt een scherp arti kel voui* van Joints legen de Engelse he jingo-pers, meer in het bijzonder tegen de „Daily Telegraph", die voortdurend Duitsch- land beschuldigt van kuiperijen in Ma rokko. Het is te hopen, zegt Jaurès, dat de regeeringen van Frankrijk en Spanje en de bevelhebbers der eskaders het oor sluiten voor die misdadige ophitsingen. Maar de dubbelzinnige toestand, in het leven geroe pen door de voorbarige tusschenkomst van Frankrijk en Spanje, kan, wanneer ze nog langer gerekt wordt, gevaarlijk worden. De publieke meening in Spanje toont zich reeds ongeduldig en zenuwachtig. Hel ge vaar kan eerst dan als geweken worden be schouwd, wanneer Frankrijk en Spanje zijn teruggekeerd tot een eerlijke uitlegging van de akte van Algesiras. Daar de veiligheid in Tanger is hersteld, dank zij liet optre den van den Maghzen, kunnen Frankrijk cn Spanje niets beters doen dan, in overleg met den sultan, de politie organiseerea en hun eskaders terug roepen. Mochten er later eens ter verbetering van de handelsbetrekkingen met alle landen uitgebreide maatregelen noodig zijn, dan moeten alle mogendheden, die de akte van Algesiras hebben onderteekend, gemeen schappelijk de verantwoordelijkheid daar voor op zich nemen. Anders zou ten gevolge van - het geknoei van Fransche vrijbuiters en Engelsche jingo's en kuiperijen vtan Duitsche chauvinisten een toestand van overprikkeling en daardoor gevaar voor bot singen ontstaan. Z u i d-A f r i k a. Te Brandfort werd, naar de „Volksstem" meldt, op Dingniinsdag, ten overstaan van ruim een duizend mcr.sehcn een prachtig mo nument onthuld ter nagedachtenis van de vrouwen en kinderen, die aldaar elders ge durende de oorlog in de konsentratic-karn pen het leven moesten laten. Bezielende toespraken werden gehouden door ds. Stuiting en andere voormannen. Voor op het monument staat: Voor vrijheid en voor recht. Ter nagedachtenis van de afgestorvenen in liet Brandfort Vrouwen Kamp te Keer- oni, gedurende de Anglo-Boercn oorlog 1899—1902. Aan de rechterzijde van de gedenksteen „Uw bitter lijden, sterven en uw tranen mogen, kunnen en zullen nooit tot in het verste nageslacht vergeten worden!" Aan de linkerzijde: „Zo ik u vergeet, zo vergetc mijn rechterhand zichzelve! Uw kruis hebt ge gedragen, uw kroon reeds ontvangen." Achterkant: „Deze gedenksteen werd op gericht 11 Augustus 1906 door de gemeen te -van Brandfort, Vrienden en Bloedver wanten, rnet de innige overtuiging dat er nimmer te vergeefs is geleden noch ge streden." Nadat ds. Stuiting de insk/ipsie op de gedenksteen, die 11 voet hoog is en op een bruin graniet voetstuk (van Tafelberg) ribt, had voorgelezen, zei hijDe gedenksteen stelt voor een vrouw die oen kruis draagt. Dit is een voorstelling van „het kruis", dat de moeders van ons volk gedragen hebben, liet kruis, dat de landers van het volk ge dragen hebben, Imlen we hopen, dat uit ons volk nog zulke edele moeders en kinderen ■eboren woiden Voor het vrouwengeslacht moeten we alle eerbied hebben, zij hebben in de oorlog evengoed haar opofferingen ge maakt voor onze zaak, ze zijn vernederd ge worden, dieper konden ze niet vernederd worden, maar ze hebben alles met blijmoe digheid gedragen. Hoe dieper de vernede ringen, hoe blijmoediger zo alles droegen. Nimmer behoeft het Afrikaner vrouwen ge slacht zich te schamen! Vereenigde Staten. Wat nog nooit in Amerika is voorgeko men is thans geschied. Een roodhuid is ge kozen tot senator in den staat Kansas in -Amerika. De man is zijn loopbaan begon nen als jockey. China. China schijnt zich langzamerhand geheel en al te willen moderniseeren. Er zijn slap pen gedaan tot invoering van een grondwet; er is een verbod afgekondigd op het opium gebruik, thans wordt uit Sjlmnglmi bericht, dal het ministerie van oorlog een marine- akademie te Tientsin zal oprichten en ma rine-instituten te Nanking, Woetsjang, Footsjnn en Kanton ter opleiding van offi cieren van dc marine. Japnnsche en Engel sche zeeofficieren zullen als onderwijzers op treden. Hofbericht. II. M. dc Koningin heeft dezer dagen het bescherm.'vrouwschap over do 13e Rnv- ter-hulde aanvaard. Zij keek er naar cn zag dat de naam was „mevrouw Oclavia Dixon." Een kreet van verbazing en verontwaar diging kwam over haar lippen. Zij begreep 5t. Brinckman. durfde haar blik niet te ont moeten. „U meent," zeide zij na een korte pauze, „dat dit een soort bewijs van eigendoms recht is of zoo iets, op den naam van de vrouw die zich de eerste vrouw van mijn man noemt! U meent dat hij mij ver stoot „Ik vrees dat hij niet anders kan," sta melde Brinckman zonder op te zien. De pauze die volgde was waarschijnlijk on aangenamer, - pijnlijker voor den man dan voor do vrouw. Zij word afgebroken door een schelklinkend lachje van Theodora. Zij was opgestaan on Brinckman die een stcel- schen blik op haar wierp zag dat do blos op haar wangen teruggekeerd was, dat zij liet hoofd omhoog hield en haar oogen fon kelden, dat zij schooner, schitterender was dan ooit. „liet is slechts met potlood geschre ven, ziet u. Bedenk u, geef toe, wees ver standig en „En men zal mij vergeven, veronderstel ik?" riep zij verachtelijk uit. „O neen, meneer Brinckman het zou slecht en wreed zijn de plannen van meneer Dixon in den weg te staan. Zeg hem alsjeblieft uit mijn naam en terwijl zij sprak ging ze naar de deur en wendde trotsch het hoofd om niet een gebaar dat zijn bewondering wekte „zeg hem dat ik hem gelukwcnsch met de omstandigheid dat hij keus van vrouwen heeft zoo gelukkig zijn slechts weinig mannen in tijd van nood cn dat hij de rechte nu gekozen heeft Prins Hendrik in den Raad n Z. K. II. de Prins heeft heden pX/11- bare vergadering bijgewoond van den Raad van State cn daarin voor het eerst als stemgerechtigd lid zitting genomen. En met een trotsch lachje zweefde zij de kamer uit. HOOFDSTUK XI. In de gang ontmoette Theodora haar va der, die buiten had staan wachten in angst cn spanning over wat er gebeuren zou. Hij greep zijn dochter bij den arm en zag haar onderzoekend aan. „Wat is er? Wat is er? Zeg liet me," zei hij gebiedend, daar hij door den zonder lingen glans in haar oogen begreep dat er iets ernstigs moest zijn voorgevallen. Zij stond stil, maar zij scheen hem nau welijks te zien. „Wat er gebeurd is?" herhaalde zij op vreemden, schellen, onnatuuriijken toon en zonder hem aan te zien. „Wel alleen dit, papa, dat Bill mij verstoot, dat hij verkozen heeft van meening te veranderen en dc vrouw te erkennen, die beweert dat zij rech ten op hem heeft en van wie hij verklaarde dat zij een indringster was, en haar den rang en titel van mevrouw Dixon te ver kenen." „Dat is jou schuld, het is alles je eigen schuld," siste haar vader haar toe. „Je weet heel goed dat hij zoo iets niet gedaan zou hebben wanneer je verstandig waart geweest en gedaan had wat hij wenschte." De uitdrukking op Theodora's gezicht veranderde. Er kwam een glans van harts tochtelijke verontwaardiging in haar oogen, zoo intens dat hij onwillekeurig een stap achteruit ging, alsof zij een belecdigdo kei zerin was geweest in plaats van zijn eigen dochter. „Wanneer dat waar is," zei ze, „wan neer hij werkelijk zulk een laaghartige ellen- Onze Ministers. De Minister van Waterstaat, vergezeld van de hecren F. Doffegnies, administra teur aan het Departement, R. O. van Ma nen, inspecteur-directeur le klasse, zijn to Maastricht geweest, .ten einde eenige ge bouwen te bezoeken, die voor Rijkssubsi die in aanmerking komen, als: Domonica- nerkerk, oud-stadhuis enz. Ridderorde. Bij Kon. besl. is benoemd tot ridder in de deling is om zijn eigen vrouw te verstoeten voor een andere, van wie hij weet dat zij hem bedrogen heeft, alleen omdat hij daar door geldelijk voordcel zou kunnen hebben, dan geloof ik, niettegenstaande al de nadoe len van mijn tegenwoordige positie, dat het maar goed is dat ik van hem af ben!" Zij waren nu in de eetkamer en terwijl zij nog praatten kwam Brinckman die meer dan terneergeslag jn, die verschrikt cn ang stig was over de vastberadenheid cn moed der jonge vrouw en do moeilijke complicaties welke het gevolg zouden zijn, zachtjes ach ter hen binnen en sprak hen met grooten ernst toe. „Mevrouw Dixon, meneer Wije, geloof mij er is geen enkele reden de zaak zoo tragisch op to nemen, kloneer Dixon is werkelijk gedwongen dien weg in te slaan; liet betcekent meer voor hem dan een van u beiden kan begrijpen. Geheel geiuïneerd te zijn, iets wat u, mevrouw, zoo kalm onder de oogen ziet, zou beleekenen het geruï neerd zijn vnn nog vele anderen. Om dat te vermijden, om te vermijden dat de ramp zich verder uitbreidt dan absoluut nood zakelijk is wordt hij gedwongen een slap ie doen die hem tegenstaal, waarvan hij groo ten afschuw heeft. Ik durf niet meer te zeggen, alleen nog ditde naam is nu nog slechts met potlood geschreven „Maar hij kan zonder uitstel mot inlri geschreven worden," viel Theodora hom hef tig in de rede, niettegenstaande dc klach ten en protesten van haar vader. (Wordt vervolgd.J

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1907 | | pagina 1