makkelijke manier is om rijk te worden, vergeet mon, dat zelfs als men hot rechte soort oesters vindt, er slechts éón van de vijftig oen parel bevat. Een parelvissclier moet even volhardend als bekwaam zijn. In de Mississippi-valloi legt men zich hoe langer hoe meer op dit bedrijf loc. De meeste visschers hebben een boot waaraan van achteren een lange paal is bevestigd met honderden lijnon mei aas. De boot drijft langzaam voort en de oesters ne men het aas tot zich. Ze worden inge haald, zoo gauw als de lijnen vol zijn. Dat is het makkelijkste deel van het werk. Het openmaken der oesters is een heel werk; maar de meeste visschers houden zo óf boven een zacht vuur óf laten ze in de zon drogen, waardoor de schelpen zich makkelijk laten scheiden. Het oogen- blik van spanning komt, als de inhoud van de schelp wordt nagezien. De parels be vinden zich altijd bij de schelp en kun nen er met de vingers worden uitgehaald. Soms zitten ze er los in, dan bestaat de kans, dat ze er uit vallen, daarom zoekt een ijverig parehisscher op de bedding van don stroom om te zien wat er uitkomt. Zoodra een oesterbank uitgeput is, gaat men naar een ander deel der rivier. Som mige banken schijnen meer parels te be vatten dan andere, maar men let bij den verkoop op de grootte en dikte der parels. SIM Oh* STEVIN ALS TAALZUIVERAAR. In liet Programma van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen te Haar lem, voor het jaar 1906, wordt een en ander verteld uit het leven van Simon Ste- vin. Er wordt daar medegedeeld, dat hij o.a. een werktuig samenstelde, dat tegelijk als spade voor lossen grond, als houweel voor harden grond en als bijl voor het om kappen of doorhakken van wortels kon die nen. S te vin noemde bet gereedschap een spabylhou, aldus in toepassing brengende zijn stelling, dat de Nederduitsche taal juist daarom zoo voorhoffelijk was, wijl zij meer dan eonigc andeTe woorden van één let tergreep bevat, die naar vaste regelen tot samengestelde woorden waren te vereeni gen. In zijn vurige vaderlandsliefde was hij niet alleen een bekwaam pleiter maar ook een standvastig bevorderaar van de zuiverheid zijner moedertaal. In geen zij ner geschriften, hoe vervuld ook van kunst termen, treft men een aan vreemde talen ontleend woord aan. Hij schreef een ver toog oin aan te toonen, dat'tNedcrlandsch alle andere talen in bruikbaarheid over trof en beweerde dit boven Archimèdes voor te hebben, dat hij zich in het Nederlandse!) kon uitdrukken, terwijl Archimedes zich met het Grieksch moest behelpen. In zijn ijveren voor het Nederlandsch had liij tot bondgenoot zijn vriend en be wonderaar Hugo de Groot. Indien deze beide groote mannen tot ons konden wederkeeren, hoe zouden zij te moede zijn, indien zij vernamen dat een paar jaar geleden ambtenaren van Buitenlandsche Zaken den Minister wis ten wijs te maken, dat een met een vreem de mogendheid gesloten en naar gezanten- gebruik in de Fransche taal gesteld ver drag, niet in onze landstaal onder deNe- derlandschc staatsstukken moest opgeno men worden, omdat het Ilollandsch zich niet leende tot het uitdrukken van collec tieve begrippen. („Neerlandia".) TERMIETENW".OA*ING EN. In de tropen tracht de natuur in alles het reusachtige te bereiken. Onze mieren hoopen worden daar de geweldige termie tenwoningen met verschillende verdiepin gen. De termieten toonen in hun levenswijze groote overeenkomst met de mieren; ook zij leven bijeen in goed "georganiseerde sta ten, waarin sommige voor de instandhou ding der soort, andere voor de verdedi ging der woning, weer andere voor hel werk zorgen. De wijfjes leggen duizenden eieren, die door de arbeiders in de kinder kamers worden gebracht. De woning, die van leem is opgetrokken, is dikwijls 13 M. hoog en zoo stevig en hard, dat ze zware lasten kan dragen. Tsclvu- di vertelt, dat het hem niet gelukte er met een zwaren hamer een stuk af te slaan en dat een geweerkogel, die op 40 pas afstand er tegen werd afgeschoten in den buitenkant bleef zitten. De termietenwoning heeft den vorm van een suikerbrood en evenals bij een goti sche kerk is de hoofdtoren door talrijke kleinere torens en torentjes omgeven. De woning ontstaat bij de stichting van de kolonie uit kleine suikerbrooden, die op den bodem bijeenkomen, en hooger opstij gen tot alle snmen een reusachtigen koe pel vormen. Het geheel© complex wordt door een muur ter dikte van een kinder hoofd omgeven. Tusschen dien muur en de verschillende kamers loopen tallooze gan gen als trappen schots en scheef door elkaar, eindigen op den' bodem of zetten zich onder de aarde builen de woning voort tot aan de huizen der menschcn, waarin de termieten op roof uitgaan. De inboorlin gen, die de termieten als lekkernij veror beren, gebruiken ontvolkte termieten wonin gen dikwijls voor bak- en broodovens, berg plaatsen, enz. Vast dat de naamvals-n sinds eeuwen "Bijna geheel uit de lovende, algemene taal verdwenen is. Dat geldt niet alleen voor de zeventiende eeuw, maar ook voor de zestiende. Waar in sommige dialekten den gezegd werd en nog wordt 1 was dit zowel de vorm voor do eerste als voor de vierde naamval. Dr. Kallewijn. heeft overtuigend aange toond, dat de naamvals-n, zooals wij die kennen, kunstmatig weer ingevoerd is. Wie door hem niet overtuigd is, kan overvloed van bewijs-materiaal vinden in bet onlangs verschenen proefschrift van Dr. R. van Hal teren„Het Pronomen in het Nederlandscli der zestiende eeuw", blz. tS50. Enkele daar aangehaalde voorbeel den zijn: in de menscho, voor de Prince, de cappe en maeckt d e monninck niet, van do Paus, op de levenden Godt, looft de Hcere, roept de man weder, van de co- ninck, enz. (Uit „Vereenvoudiging", orgaan van de Vereeniging tot vereenvoudiging van onze schrijftaal.) DE „EERBIEDWAARDIGE OUDHEID" VAN DE NAAMVALS-N. Het schrappen van de naamvals-n is in veel konservatieve ogen een schending van de taal. Toch staat het wetenschappelik EEN VERMAKELIJK BOEKJE. Door den heer Marshall Brown werd een Engelsch boekje uitgegeven van vergissin gen en fouten. Onder de Iersche anekdoten, die er een groote ruimte in bekleoden, komen de vol gende voor Verleden Donderdag verloren bij Tippe- rary een groot varken. Het had geen merk op het oor, behalve oen korten staart en een kreupelen poot. „Voor het front," riep een sergeant tot zijn troep. „Op je plaats en dio er zijn roepen present, de anderen roepen afwe zig." Een ïersc-h advokaat pleitte voor zijn cliënt „Heeren van de jury, denk aan zijn ar me moeder zijn eenige moeder!" In een hotel stond op een wijnlijst: „In dit hotel laten de wijnen den reizi ger niets meer te hopen." ANTWOORDEN VAN SCHOOLKINDEREN. Een meisje, waaraan gevraagd werd wat zout was, antwoordde, dat is wat de aard appelen leelijk doet smaken, als het ver geten wordt erin te doen. Op de vraag: waarom koken wij ons voedsel, antwoordde een kind: „Er zijn vijf manieren om aardappelen te koken. Als we ons voedsel rauw aten, zouden we sterven." Een ander meisje schreef: „Het voed sel wordt verteerd door de longen. De spijsvertering geschiedt als er iets met de longen gebeurt. Dan assimileert het voed sel door de luchtpijpen en de jioriën. Het voedsel wordt dan in de maag gebracht. Als men iets hards eet, kan men het niet verteren en bijgevolg krijgt men een in digestie." EEN GESLAAGDE LIST. Mejuffrouw Branscombe, eens een be roemd actrice, vertelt hoe eens de zoon van een kolonel verliefd op haar werd en haar weken lang op haar reizen volgde. Toen zijn ouders dit bemerkten, ging de kolonel naar juffrouw Branscombe en smeekte haar, zijn zoon niet te trouwen. Ze zei, dat ze er niet aan dacht, dit te doen. „Ik zal het hem zeggen," zei de kolonel. „Doe dat niet," raadde juffrouw Brans combe aan. „Er is een beter middel om hem te genezen. Ik zal vanavond na afloop van de comedie een ouden hoed en japon aantrekken en mij zoo leelijk mogelijk ma ken. Kom dan met uw zoon bij den uit gang en laat hij naar me kijken, als ik langs hem kom." Dit gebeurde en het werd zoo goed uit gevoerd, dat juffrouw Branscombe hoorde hoe de jongen tot zijn vader zei: „Wat valt ze mij tegen, en ik dacht nog wel, dat ze mooi was." „Ben je zeker, dat meneer niet thuis is?" vroeg iemand, die er uitzag alsof hij geld kwam vragen. i „Twijfelt u aan meneers eigen woor den?" was het antwoord van den be diende. „Heeren van de jury," sprak een ad vokaat, „bedenk, dat mijn cliënt hardhoo rend is, en dus de stem van zqn geweten niet kan verstaan," „Jongen," zei een vader, „zou je je nu niet eens vestigen en Suze tot vrouw ne men? Ze houdt van je en zou je geluk kig maken." „Neen, vader, dat gaat niet Ze past niet bij me." „Maar waarom' niet?" „Om haar verleden." „Haar verleden? Wat is daar op aan te merken?" t „Het is te lang!" - EEN KLEIN ABUIS. Uit no. 1 van het nieuwe geïllustreerd maandblad „De Handel" Aan een vee-exporteur wordt het vol gende telegram verzonden, daar men de waarde van een partij schapen, die per stoomschip zal worden verladen, moet we ten met het oog op de assurantie: „Telegrafeer waarde schapen." Blijkbaar begaat de telegraafbeambte bij het overseinen een klein abuis, want het antwoord, dat van den vee-exporteur wordt ontvangen, luidt: „Schapen loopen hierin de wei." („Historisch.) „Is dat dus de bewoner van het dorp, van honderd vier jaar?" vroeg een rei ziger aan iemand, met wien hij een praatje maakte. yjCeen wonder, dat je trotscli op hem bent." „Ik hen heelemaal niet trotsch op hem," antwoordde de dorpeling. „Hij heeft niets gedaan dan oud worden en daar heeft hij tijd genoeg voor gebruikt." NEDERLANDSCIIE WIJSHEID. Ghij weet waer dat ghij sijt, maar niet waer gij suit komen. Die wel is blijf 1 Hooft Gelukkig voor den scnoorsteen derwijs- geeren is de volledige uitlegging der we reld niet zoo eenvoudig, als ze (wel eens) wordt voorgesteld I Busken Huet. Alle vele en es niet goet, Mate es goet tallen spele. Want dien ghenoeght dat hi heeft, Hi es die rijeste, die loeft. Boendale. Wij gelooven zoo willig wat wij wen- schenl Potgieter. Die tijdt heeft, en tijdt laet glijen, Kan zijn leven niet bedijen. Cats. In eiken vuilen plasch van voet- of wagenspeur, die blankgeloopen staat, vol morzig regen wa Lr, verschijnt het evenbeeld der bloote zonne, en laat er nen lach uit henengaan van liefde en lichtgeschater. Gezelle. dige vrouw. De Barones Burdett— Coutls werd bemind om wat zij was, niet om wat zij had. Haar edele natuur was niet be dorven door het bezit van haar groote rijk dommen. „Wat heb ik aan mijn geld," schreef ze aan Dickens, „als ik niet probeer er goed mee te doen?" Y00R DAMES. MODE. Er is geen groote verandering in de mode dezen winter, de stijl is ongeveer de zelfde gebleven als die van het vorige jaar. Er schijnt echter een besliste voorkeur voor 'den 'nauwsluitenden rok. De rokken zijn langer dan ooit, meestal rond van vorm of gegeerd. Als ze al geplooid zijn, zijn de plooien zeer weinige; de rok met veel plooien heeft afgedaan. In Parijs wordt vooral het korte lijfje gedragen 'en het is jammer, dat deze mode, die op zichzelf zoo mooi is, niet ieder goed staat. Maar ieder die niet bepaald een slanke gestalte heeft, moet van het korte lijfje afzien, want de dikte der heu pen komt er altijd meer door uit, terwijl de buste er kleiner door lijkt Maar voor iemand met een goed figuur, kan men geen betere mode bedenken dan de Em- pire-rok met zijn sierlijke lijnen. Voor avondmantels wordt deze stg'1 min der genomen dan verleden jaar, men geeft nu de voorkeur aan den mantel van kimonovorm met zijn eenvoudige lijnen of den nieuwen cape, die zoo gemaakt wordt, dat er een soort mouw in is. Een andere mantel, die .dezen winter veel gedragen wordt, heeft een groot vierkant stuk van voren en van achter, rijkelijk geborduurd, friet soutache opgelegd en met rjjen knoo- pen versierd, pe reehite mantel wordt aan dit stuk bevestigd en de wijde mouw is aan den buitenkant van onder tot boven met soutache bezet en toegeknoopt. Men kan de mouw ook gedeeltelijk los dragen, zoodat de kanten ondermouw te zien komt. De barones burdett—coutts. Julian Voung vertelt hoe hij met de on langs overleden barones BurdettCoutts, toen frog miss Coutts, én nog eenige an dere vrienden den 3den December 1866 stond te kijken naar de nadering van de Reform-demonstratie, die 'toen gehouden •werd. De straten waren-vol menschcn, die uren hadden staan wachten. Het midden van de straat werd vrij ge houden door bereden politie, om den op tocht ongestoord te kunnen doen door gaan. Men had gezegd, (lat er niet min der dan honderd duizend menschen zou den optrekken naan Lord Ranelagh. Ze liepen in "rijen van zes of acht. Toen ze bij Stratton Street kwamen^ kregen ze miss Coutls in het oog, hoewel ze volstrekt niet vooraan stond,; en ineen oogenblik werd er uitgeroepen niet alleen door de deelnemers aan den optocht, maar door alle omstanders: „Three cheers voor miss Coutts 1" wat door alle volgendjen werd overgenomen, en niet ophield,voor de menigte voorbij was. Ik zag nooit iets als deze volksgeestdjrift. Iedere hoed werd afgenomen, ieder oog was op haar geves tigd, iedier gelaat blonk van plezier, als zij met grooten. eenvoud, en een vrien delijke beweging van haar hoofd; de al- gemeene groeten beantwoordde.^ Meer dan twee uur weergalmde 'de lucht van hoezee's, algemeen en hartelijk gemeend de uitdrukking van een nationaal gevoel. Het was meer aan aardig om haar zacht heid te zien en haar buitengewone zelf- beheersching. Het eenige droge oog inden kring was haar eigen. Merkwaardig was het, dat zulke eerbe wijzen werden gegeven aan ©en eenvou- PRÏNSES MARIE VAN ROEMENIË. Een der mooiste kroonprinsessen van Europa is do vrouw van kroonprins Fer dinand van Roemenië. Zij is de dochter van den overleden hertog van Saksen Co- burg Gotha en een nicht van koning Eduard door haar moeder, de groothertogin Maria van Rusland is zij een nicht van den czaar. Op haar zestiende jaar werd zij Ferdinands vrouw. Men herinnert zich hot liefdesavontuur van dezen jongen man, die de neef is van koning Karei van Roemenië. Carmen Syl- va, de sentirncnteele en eenvoudige ko ningin, had oen hofdame, Helena Vaca- resco. 'Ze waren veel samen en er werd besloten dat de prins en de hofdamo een paar zouden worden. De koning was het daar niet mee eens: de hofdame werd van het hof gebannen, de jonge prins naar het buitenland gezon den. Hij ging naar Sigmaringen. Daax ont moette hij prinses Mario. Haar schoonheid en bevalligheid deden hem do verbannen hofdame vcTgeten. Hij nam haar totvrouw en bracht haar naar Boekarest, de stad met de witte muien en roode dakon en zestig kerken. Prinses Marie van Roemenië rijdt veel paard in de Carpathischo bosschen en doet aan schilderen. Ze is levendig en vroo- lijk houdt van dansen on zingen. Ze houdt zich ook bezig met haar 4 kinderen, waar van de oudste, Karei een flinke jongen van 13 jaar is. Haar zomerhuis is het ver gulde oostorsche kasteel van Sinaia; 's win ters woont ze in hot groote paleis te Boe karest, dat er somber uitziet als eenDuitsoh kasteel uit het leentijdperk. De stad Berlijn heeft in een jaar 30.000 gescheiden vrouwen moeten onderhouden. In de meeste gevallen was de vrouw ge dwongen geweest haar man te verlaten, omdat hij aan den drank was. Het geltü der studeerende vrouwen te Berlijn bedraagt ongeveer 770 het tiende deel van het geheele aantal studeerenden. In Parijs hebben weer twee dames, Mme, Benezeich en Mme. Mille, don eed als ad vokaat afgelegd. Met Mme. Petit en Mme. Chauvin, die voor twee jaar als advoka- ten werden toegelaten, zijn er dus nu vier vrouwelijke advokaten in Parijs. RECEPTEN. Salade. Men neemt beetwortels, augurken, sel derij en aardappelen, snijdt die in schijfjes en doet er de volgende saus overheen: hardgekookte eieren worden met azijn, zout, mosterd en wat suiker fijn geroerd, daar na wordt er olie en dikke, zure room aan toegevoegd op ieder ei ongeveer een le pel vol. 'Chocoladepudding. 250 gram chocolade en 1/2 L. melk wor den met elkaar gekookt. Dan voegt men er langzaam 5 geklopte eieren en suiker bij en laat de massa door 'n zeef in een vorm loopen. In een warm waterbad, dat echter niet mag koken, moet het mengsel staan, tot 'tvast is. Men dient er geslagen room bij voor. YOOR KINDEREN. DE WONDERBLOEM. Voor vele, vele jaren loefde er eens een koning. Hij regeerde over oen groot rijk en was een rechtvaardig, goed vorst voor zijn volk. Tot zijn vele gewoonten behoor de ook die van verkleed en ongekend door zijn hoofdstad te dwalen, om zoo alles goed te kunnen opmerken. Bij zulk een gelegenheid kwam hij eens in een afge legen, meest door armen bewoond stads gedeelte. Bijna aan het einde daarvan stond een bouwvallig huis, door een goed onderhouden tuintje omgeven. In een perk stond een zeer vreemdsoortige bloem van zeldzame kleurenpracht. De koning, die veel van bloemen hield, bleef verwonderd staanin zijn tuin, waaraan zooveel geld werd besteed, had hij toch nog nooit zoo iets moois gezien. Nieuwsgierig om den eigenaar der bloem te leeren kennen, trad hij het 'huisje bin nen en vroeg aan een oudachtige vrouw of ze ook een glas water voor hem had. Vriendelijk gaf ze hem het gevraagde, zonder "natuurlijk te vermoeden wie de vreemde was. In de kamer, waarheen ze hom geleidde, zag hot er armoedig maar heel zindelijk uit. Aan het raam zat een wonderschoon meisje te borduren. De koning had nog nooit zulk mooi blond haar en zulke edele trekken gezien. Verbaasd over dit onverwachte bezoek stond ze op en groette den vreemde. De koning verontschuldigde nu zijn bin nenkomen met zijn bewondering voordo mooie bloem. Hij vroeg het meisje, of zij de eigenares van de bloem was en of" ze hem die zou willen verkoopen. 1 „Ik kan die bloem tot geen prijs afge. ven-," klonk het verlogen antwoord. Het gelukte den koning woldra doorzijn vriendelijke manieren do beide vrouwen wat vertrouwelijker te maken en hij ver. nam van het "jonge meisje de volgende geschiedenis „Ik kom uit verre landen. Mijn vader wiens eenige dochter ik ben, was devorsj van een groot rijk. Maar door onrecht vaardige oorlogen werd zijn land veroverd en hij met mijn goede moeder gedood. Als door een wonder ontkwam ik met mijn getrouwe verzorgster aan clen dood, door dat wij er in slaagden ongemerkt weg te vluchten. Na lang omdwalen en allerlei ontberingen vonden we hier een onderko men bjj brave lieden, die nu helaas ge storven zijn. Niemand kent mijn afkomst- we leven teruggetrokken, verdienen ons brood 'doordat ik fjjne handwerken maak, die Marion in de stad verkoopt. In dien vreeselijken tijd van onze vlucht had ik een merkwaardig avontuur, waardoor ik 1 de zeldzame bloem heb vcr'-regen. Wekwa-I men toen 'door een dicht woud, ik was doodmoe en smeekte Marion om mij een poosje te laten liggen. De goede ziel spreid de een wollen deken voor mij uit, wikkel- do mij daar zorgvuldig in en zei dat ik maar rustig moest gaan slapen. Ze ging zelf niet slapen, maar zocht naar takjes en boschbessen. Ik had een poosje gesla pen, toen ik door een wonderlijk geluid ontwaakte. Het klonk als het steunen van een zieke en scheen vlak bij mij voortge bracht te worden. Ik sprong verschrikt op, riep angstig 'om Marion, maar kreeg geen antwoord. Zoo alleen in de groote eenzaamheid van het bosch werd ik heel bang; ik vouwde de handen, zooals mjjn moedertje het mij geleerd had en bad God om Zijn bescherming. Toen ik kort daar na w-eer de klaagtonen vernam, ging ik onbevreesd in do richting, vanwaar ze kwa men. Daar vond ik een stokoude vrouw weeklagend ter aarde liggen, ze was on der een voor haar te zwaren bos hout neergevallen en kon niet meer opstaan, Spoedig benijdde ik de vrouw van den last, doopte-mijn zakdoek in een voorbij- stroomend beekje en bevochtigde daarmee haar voorhoofd en slapen. Toen niaakteik een beker van groote bladen, vulde dien met water pn gaf liaar te drinken. Tot mijn vreugde herstelde zo zich spoedig, stond met mijn hulp weer op en verzocht mij haar naar haar nabijgelegen hutje te brengen. Ik nam het hout op mijn rug, geleidde do oude vrouw voorzichtig en bracht haar zoo thuis. 'Onderweg moest ik haar onze "treurige geschiedenis hertellen. Troostend vermaan de ze mij steeds goed en behulpzaam ie blijven. Bij het afscheid dankte degocde oude mij voor den bewezen dienst, nam daarbij 'uit een wonderlijk gevormd kastje eenige zaadkorrels en gaf die mij metde woorden„Pas goed op deze korrels, zaai ze, als je achttien jaar bent in goede aai de, dan zal er een zeldzame bloem, „dank baarheid" uit bloeien, daardoor zul je eens je geluk vinden." Met vriendelijken dank zei ik haar vaar wel en ijlde naar mijn verlaten legerstede terug, waar ik Marion in don grootslen angst en vertwijfeling over mijn onver klaarbare verdwijning vond. Ze weende van vreugde, toen ze mij gezond terugzag, luis terde vol verbazing naar wat mij overko men was en prees mijn flinkheid. Sedert zijn er jaren voorbijgegaan. Eenige dagen geleden op mjjn achttienden verjaardag heb ik volgens de vermaning van het vrouwtje de zaadjes in de aarde gelegd on daaruil is nu die wonderschoono bloem te voor schijn gekomen," Met deze woorden eindigde de prinses haar verhaal. De blik van den koning rustte nog eenigen tijd op haar lieflijke gestalte, daarna sprak hij „Uw geschiedenis, lieve prinses, hoeft mij zeer getroffen. Ik smeek u mjj uit deze onwaardige omgeving in mijn huis te vol gen, ik ben rijker en hooger geplaatst dan u het vermoeden kan en zal met vreugde ieder uwer wenschen vervullen." „Ik dank u voor uw goedheid," ant woordde ze hem eenvoudig, „maar ik blijf bij Marion, die mij een tweede moeder is geweest en aan wie ik naast God helle ven dank." „Het zij verre van mij, u van haar ie willen scheidon, want ik heb ook de groot ste verachting voor iedere ondankbaarheid," antwoordde de koning. Toen beloofde de prinses aan zijn venset gehoor te geven, en gaf hem verlof haar met Marion na een week te komen halen. Gelukkig over deze belofte nam de koning afscheid en keerde in do vroolijkste stem ming naar huis terug. Toen de week verstreken was, waarin alle voorbereidingen tot de ontvangst van zijn nieuwe beschermelingen getroffen wa ren kwam de koning ze zelf in een prach tige koets afhalen. In zijn paleis vernamen ze tot haar groo te verbazing wie hui gast was. De voorspelling v: n het dankbare oude vrouwtje kwam prat lilig uit. De bloem was op den juisten tijd uit gekomen, zo bracht de koningsdochter veel geluk, want de koning nam haar spoedig tot vrouw en het volk begroette jubelend de jonge schoone koningin. J GXDRUXT TM DRüKKSRII V. d. SCBIKDAKICHB GOURAJfïi ft lies vrij, de ve 3 z win pert niet der kb! 3?) Tl ar durft Er rij d ld Hi gend Zij aaar ■'«rat roan juist i „U nen," „II K®nn iBOüaubm BaMkÜ KasamssutoHi 100 „H hui di „M, Heeft II bet

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1907 | | pagina 10