DöfipaoieHarwiéliiol
BINNENLAND.
Een bezoek aan de dooden.
Kunst en Wetenschap.
belspel, verzekert (niet zender ccnig
leedvermaak, misschien) een voornaam
woordvoerder van links. Onmoge
lijk'? 't Is een groot, en in 's levens
praktijk een gevaarlijk, immers ontmoe
digend woord.
Waar een wil is, is een weg, ken
wil moot er zijn, enkel en uitsluitend
gericht op 's lands belang.
Welnu en daarom weigeren wij
die verzuchting: „onmogelijk", te on
derschrijven die wil bestaat. Zoo
niet, of nög niet, onder de politieke
partijen, dan elders,
Is er dan in Nederland geen koning
schap? Een koningschap waarin wij
ons verheugen, omdat het staat boven
de partijen, omdat wij grond hebben
voor de overtuiging, dal de Draagster
ran de Kroon niet alleen bezit de
macht, maar ook den w i 1 om
juist in een gevaarlijke 'crisis als deze
de beslissing te geven die is iu
's 1 a 3i d s belang
Bij de Kroon berust deze grooie in
vloed ton goede En hoe venvai der, hoe
hachelijker de toestand, des le grooter
is de dienst, dien de natie verwacht
van den monarch.
Eit als wij nu Jetten op het bijna
eenstemmige: „blijf!", het aftredoM
Ministerie toegeroepen op den vrucht
baren arbeid die voor de hand ligt
op den hoogen zin dei mannen die
hel bewind voerden tot dusver: dam
hopen wij niet dal, hoe dan ook,
maar met erkenning van de be
ginselen, waaraam deze mannen vast
houden de goede weg zal worden
ingeslagen
Hofbericht.
II. M, de Koningin on II. M. de Ko
ningin-Moeder begaven zich gisteren. Ieder
afzonderlijk, naar Scheveningen en reden
tot het eindpunt van den Slrandboulevanl,
van waar bij helder weder de gisteren nabij
het Wassenanrsche Slag gestrande boot ..Ve
nus" zichtbaar was.
Dat do hervormingsmnairegelen, die hij
als minister had voorgesteld en zoo wakker
verdedigd, hem den terugkeer in het leger
■•oor de toekomst hoogst moeilijk maakten,
was duidelijk.
De sympathie die hij zich in den lande
door zijn optreden verwoiven lmd, zal cr
door dit offer niet minder op worden.
Begrijpen wij clen toestand goed. dan is
zijn ontslagaanvrage uit het leger tevens te
beschouwen als een voorteoken, dat zijn aan
blijven. als minister niet waarschijnlijk is.
V r «descon lercnti
Naar men aan het Hnagsche Correspon
dentiebureel uit goede bron mededeelt, is
de Nederlandsche regeeri.ig bereid 1 Juni
a.s, de afgevaardigden ter tweede Vredes
conferentie to 's-Gravcnhage te ontvangen.
Defemle-vraagMnk.
Naar wij vernemen bestaat bij eenige
R.-K. Jriesvezeenigingon, aangesloten bij
den Algemecnen Bond, het voornemen,
voor do jaarvergadering van den Bond
in Mei a,s. als punt van behandeling
hel instellen van oen commissie in zake
het defensie-vraagstuk op te geven.
De Bond telt thans 73 centrale, of daar
mede gelijk le stellen vereenigingen.
(„Centr.")
Nationaal Historische Partij.
De Nationaal-IIislorische Partij zal Don
derdag 28 dezer een partijvergadoring hou
den in het Gebouw voor Kunsten en We
tenschappen te UlrechL Punt van behande
ling is de verkiezing van de Prov. Staten.
Gezondhelilscominis-ie».
In de jongste vergadering van de gezond
heidscommissie te Assen sprak deze ah haar
meening uit, dat het wenseheiijk zou zijn,
ah de Regeering een meer nauwkeurige om
schrijving gal vari den verkkring der ge-
zondheidscommissiën, waaruit duidelijk haar
bevoegdheid blijk!De commissie deed le
daartoe noodige verzoeken.
Raad yan State.
Openbare vergadering van den Raad van
State, afdeehng voor de geschillen van be
stuur, op Woensdag 27 Febr. des voormid
dags to elf uur.
Baron van Pallandt. t
Gisteren is te Alphen op het kerkhof in
het familiegraf het lijk bijgezet vim J. W.
baron Van Pallandt van Oud-Beierland, op
perjagermeester van H. M. de Koningin, te
Arnhem overleden.
Om 10,5 uur stoomde de trein binnen met
het stoffelijk overschot. Daarop zette zich
de stoet in beweging, die geopend werd door
de lijkkoets, die rijk was behangen met tal
van prachtige kransen, waarbij ook een tan
H. M. de Koningin, wier grootmeester de
baar volcde. Ook Prins ïlendrik en de Ko
ningin-Moeder zonden vertegenwoordigers
Tegen elf uur was de stoet op den dooden-
akker aangekomen, waar de plaatselijke
autoriteiten tegenwoordig waren. In allen
eenvoud had de bijzetting plaats.
Bij dn geopende groeve werd de afgestor
vene herdacht en dank gebracht aan het
•Vorstelijk Huis voor de hulde den ontsla
pene bewezen.
Het ontslag van generaal Staal.
„Het Vaderland" schrijft:
Het bericht, dat generaal Staal den mili
tairen dienst, waarin hij een zoo eervolle po
sitie bekleedde, gaat verlaten, kunnen wij
niet laten passeeren zonder een woord van
waarachtige en hartelijke waardeering voor
hetgeen generaal Staal in het belang van het
leger heeft verricht.
floml ran gemeente ambtenaren
Tot leden van het bes tun/" van den Nc-
derlandsclien Bond van gemeente-ambtena
ren zijn benoemd de hoeren 11 Volding,
seci'cdaris van Fianekor (door de afd.
Friesland), J C. F. Blelz, burgemeester
en secretaris van Weespercarspel (doorde
afd. Noord-Holland) en S. "Wijbenga, se
cretaris van Stad-Dolden (dooi de afdeo-
lirtg Overijsel).
Park te slenteren, toen hij een kinderstem
iets hoorde uitroepen. Hij'keerde zich om
en zag een klein meisje op hem afkomen.
„Zoo, Judy, waar kom jij vandaan?"
vroeg hij.
„Ik ben weggdoopen van Josie," ant
woordde ze, terwijl ze vroolijk naast hem
liep.
„Maar dat mag niet," zei hij verwijlend.
„Wat zal die arme juffiouw Josie het naai
vinden. We moeten haar gaan zoeken."
„We kunnen haar niet vinden," was hot
antwoord. „Meneer Langstein is hij haar
en hij wou me een zoen geven, daarom
liep ik weg." verklaarde ze „Ik dacht dat
u in de- verte, aankwam, daarom kroop ik
achter een boom, tot ze omkeerden om mij
te zoeken en toen liep ik bard weg en
u was hel."
„Juffrouw Josie zal wel heel boos op
je zijn," sprak hij ernstig.
„Wel neen Ze had ook wel willen weg-
loopcn - ze houdt heelemaa! niel van
hem."
Het kind was onverbeterlijk, de zwaarte
der schuld drukte haar volstrekt niet. Ze
praatte maar opgetogen voort. Hij riep
een rijtuig aan en liet zich door hetpark
rijden, om Josie op te zoeken, maar zoo
als Judy gezegd had, was ze echt weg
geloopen.
■Tudy genoot van het ritje O" zc praatte
maar aan één stuk door. Hut feit, dat ze
dadelijk na haar thuiskomst naar bed ge
zonden weid, verstoorde volstrekt haar
vroolijkheid niet. Ze wist bij ondervinding,
dat ze voor verboden genoegens boeten
moest.
Dit bezoek was het eerste van vele an
dere; om Judy te zien, zei Kes teven tot
Naturalisatie van gehuwde vronwen.
Door dp Yereeniging ter behartiging ran
de belangen "der Vrouw te Rotterdam is
aan die Tweede Kamer een adres gericht
naar aanleiding van hot Ontwerp tot wij
ziging van dp Wet op hot Nederlanderschap
pn het Ingezetenschap, waardoor perso
nen, die krachtens art 7, sub 5 dierwet
het Nederlanderschap verloren hebben, in
staat woidien gesteld het Nederlanderschap
zonder onkosten terug te bekomen.
Adressante wensdht op een onbillijkheid
te wijzen, „n.l. dat de gehuwde vrouw,
dpo Volgens art. 5, sub 3 dier wet, dooi
de naturalisatie aan haar man verleend,
van rechtswege daarin deelt, en, derhalve
niet alleen zonder daarin bewilligd le heb
ben, maar ook zonder het zelve te weien
en zelfs tegen haar bepaald verlangen, hel
Nederlanderschap kan verliezen, daardoor
in zeer ongunstige condition verkeert";
en zij verzoekt daarom „bij de aanstaande
herziening der wet het 'daarheen te willen
leiden, dat art, 5 der bestaande wet in
dien zin worde gewijzigd, dat de gehuwde
vrouw eerst dan in de naturalisatie van
haar man zal worden begrepen, indien zij
binnen een bepaalden termijn na cïie na
turalisatie haar verlangen daartoe aan d'en
minister van justitie kenbaar heeft ge
maakt".
Dir. bel. Invoerr. en Ace.
Bij den dienst der Directe Belastingen,
Invoerrechten en V'ecijnzen zijn verplaatst,
met ingang van 1 Maart: Ai Kroonstui-
ver, asp.-voriL, van Amsterdam naar '01-
denzaal: J. Visser, koms. te water2e kl.
van Aimb. reel'-, (le afd.) naar Amb. rcch.
('2e afd.).
De redding van de laatste, levende schip
breukelingen uit het wrak van de Berlin''
is een welkom lichtpunt in deze internatio
nale ramp.
„Goddank, vandaag i& het heter te doen,"
waren de eerste woorden van een pleeg
zuster toen zij de redding vernam. „Gisteren
niets dan dooden, allemaal dooden, die ach
ter elkander werden binnengebracht. Voor
de levenden kwamen w ij, zusters, hier, maar.
heiaas, bracht liet noodlot niet anders dan
lijken aan. Heden werd ons gemoed weer wat
verlicht. Levenden kwamen aan, de gered
den kwamen zelfs in vrij goeden toestand
binnen, maken het vrij wel. Nooit hebben
wij zoo iets gezien, too vele dooden en zcio
weinig geredden."
De redding.
Tegen één uur gistermiddag ging de red
dingboot onder commando van kapitein G.
Janssen andermaal een poging tot redding
ondernemen. Aan boord bevonden zich, naur
het Vail." meldt, liehatve do kapitein F.
Sekeles, stuurman P. de Zeeuw, P. llooge-
waard en A. Boone, als matrozen, uitmaken
de de vaste bemanning, en voorts Frans
Blokland (matroos-stoker), II, van Mastrigt,
J. van Mastrigt, machinist, C. van der
Haven, idem, en J. Boei, stoker.
Achter de reddingboot aan werd gesleept
een kleine jol. schijnbaar een nofedopje.
Mot dat schuitje werd de redding in
hoofdzaak uitgevoerd door de volgende ma
trozen van het loodswezen: te weten van de
loodskottcr van den Hoek van HollandT.
van Duijn, P. Jansen, Klaas Ree, Jacobus
D. Schoonbeek, en van de loodsstoomboot
van HellevoetsluibII. Vermeulen, C. de
Gorter, J. Braam, Piet Ruijg, M. J. Regoort
en J. Steehouwer.
Het stelsel was van den bezaltsteenen dam
uil. te ageeren. En met dat doel werd
Mastrigt, van de reddingboot, het eerst aan
wal gezet. Hij kroop in den lichtstandaard,
die aan het eind van de pier op korten af
stand van het wrak staat en waar de hooge
zeeën tegen aansloegen. Lang heeft hij daar
gewacht voor hij handelend kon optreden.
Van de mannen van het loodswezen werd
Klaas Ree het eerst op den dam gezet, te
midden van de golven.
Uit de jol was met het schiettoestol een
lijn geschoten, over het steenen hoofd, ter
wijl de verbinding tusschen liet wrak en de
pier werd verkregen door een touw, dat van
het wrak over boord hing en gelukkig juist
In de richting van de pier woei.
Langs dat touw lieten de op hot schip aan
wezige personen zich toen zakken op de pier.
Dit vorderde van de uitgeputte krachten
van de ongelukkigen, die gedurende twee
dagen en een verschrikkelijken nacht de groot
ste ellende hadden uitgestaan, ontzettende
inspanning, Verscheidcnen moeten dan ook
meer naar beneden zijn gevallen dan dat
zij zich lieten glijden.
Elf stonden er zoo op de pier. Maar nog
meerderen moesten op het wrak zijn.
Twee dames en een. jong meisje vertoonden
zich, maar zij durfden hun Jofgenooten niet
navolgen. 4
Er zou bovendien ook nog een andere
vrouw op hot wrak geweest zijn, die ergens
zichzelf. Misschien was er ie-ls waars in.
Judy was nooit ver van Josie.
Op een dag in November ging hij naar
Dr. Ashley om hem een oude „eerste uit
gaaf" te laten zien. dip hij den vorigen
dag gekocht had.
„Vertel ons eens een sprookje," zei Judv
bij maniei van groet „Josie en ik zijn al
leen en u kan zoo mooi vertellen."
„Mag ik op den doctor wachten, juf
fiouw Onslow?" viocg lijj. „Judy en ik
zullen heel rustig wezen."
„Zeker," antwoordde ze, terwijl ze een
handwerkje opnam „Kom wat dichter hij
het raur, het is koud vandaag."
Judy klom op zijn schoot en smeekte:
„vertel nu."
„Er was eens een jonge man," begon
hij. „Hij was niet heel rijk en niet heel
knap en niet heel wijs. Hij woonde in oen
park, waar de menschen den heel en dag
niets uitvoerden. Nu waren veel van die
menschen heel dom, zoodat de jongeman
begon te denken, dat hij heel knap was,
daarom bemoeide hij zich niet meer met
de anderen en ging alleen zitten denken.
Eens had hij werkelijk een verstandige ge
dachte.
Hij 'besloot uit het park te gaan on de
overige wereld te bekijken. Hij was heel
verbaasd, toen hij zag, dat hij altijd moest
klimmen e" d"l de wegen hoe langer hoe
moeilijker v en.
De lucht word hoe langer hoe tneer be
wolkt tot hij eindelijk de zon niet meer
zag. Toen hij in het donkerste deel van
de wereld kwam, zag hij een prinses. Zij
was heel anders dan alle andere prinses
sen. Zij had geen gouden kroon of paleis,
maar ze was zoo mooi, dat ieder dadelijk
zag dat ze een prinses was.
Ze werkte den bedien dag voor ande
ren. Nu was het land heel donker, maar
het vreemde was, dat waar de prinses
kwam de zon scheen.
fn dal land waren allerlei draken
groote akelige dingen en dat stemde
de prinses heel droevig.
De jonge man stelde daar veel belang
in en hij lotte steeds op de prinses, want
hij was verliefd op haar geworden, zoo
dra hij haar zag. Maar het ergste was dat
hij hoe meet hij haar liefhad dos Le dui
delijker inzag, dat hij haar niet waard was
Ilij was niet heel knap en kon haar geen
paleis of een gouden kroon geven ol'ieLs
wat de prinses toekwam^
Toen dacht hij erover weg te gaan en
te werken om te zien of hij rijk kon wor
den. maar hij durfde niet uit vrees dat
oen van de draken haar weg zou voeren
en hij dan niet in staat zou, zijn haar te
rug to vinden. En hel zou hem niets
helpen of hij al rijk was, als hij de prinses
verloren had. Wal vind je, dat hij moest!
Boen? Ilij hield zooveel van haar, dat hij
haar met zich wilde voeren."
„Ik vind, dal hij met de prinses moest
trouwen on dan rijk worden om haar pa
leizen en kronen en diamanten, en alles
te geven, wat ze noodig had," was het
antwoord.
Besteven keek naar juffrouw Onslow,
maar zij hield haar hoofd zoo voorover
gebogen, dat hij niets zag dan haar krul
len. ilij fluisterde iets tegen hot kind, dat
langzaam do kamer uitging.
„Josie," zei hij, toen de "deur dicht was,
„wat zal de prinses doen?"
„Ik donk dal ze hem zal trouwen," was
het antwoord.
zittende in een hoek, meer dood was dan
leefde.
Vermoedelijk zullen de vmuwen zijn afge
schrikt door het voorbeeld van een andere
dame. die wel een uur aan het touw had
gehangen, omdat een hevige bui het onmo
gelijk maakte, dat zij kon nederdalen, zon
der de zekerheid in de golven terecht te ko
men en tegen de steenen te v,orden gesla
gen.
De geredden werden achtereenvolgens van
de pier gebracht op de stoomboot van het
loodswezen Hellevoetsluia.
Aan boord van dat vaartuig bevond zich
Prins Hendrik, die zich ten tweede male
(eerst met de loodsboot Jan Spanjaard)
naar huiten begaf, toen de reddingboot af-
,-Qpr. Z. K. II. werd behalve dooi- de leden
van zijn gevolg, begeleid door den bnrgv
meester van 's-Gravenzande, mr. J. Bruut,
en de directeuren der Zuid-IIollandselic
Redding-Mij., de heeren Moens, Wiersma en
Biek. Zoolang de redding duurde, was Z.
Iv. II. alzoo in de onmiddellijke nabijheid.
Aan boord van de Ilellevoefsluis werd aan
de geredden door de doktoren en de beman
ning de eerste hulp verleend. Zij waren ge
heel stijf en verkleumd van koude; allen
konden evenwel goed spreken.
Met groote belangstelling volgde de Prins
nlles wat werd verricht. Zelfs was Z. K. II.
behulpzaam bij het brengen van hulp nan
de schipbreukelingen. Zoo vertelde frtiulein
Gahlei-, een der geredden, later, dut de-
Prins haar zijn burnous omdeed. (De Prins
droeg klein-generaalsunifonn).
Eerst te ruim vijf uur kwam de Helle-
voetsluis naar binnen, en langzaam in de
Berglmven. Daar stonden vele automobielen
gereed voor liet vervoer der geredden. Op
draagbaren werden zij in wollen dekens ge
wikkeld van boord gedragen.
Eerst daarna verliet de Prins de stoom
boot. geestdriftig toegejuicht door de me
nigte, die rond de haven stond geschaard,
en een luid „leve de Prins" aanhief.
De geredden vonden een liefderijke opne
ming In het Hotel ..America" van den heer
Tuin. waar ook de gisteren geredde Tersche
kapitein Parkinson nng vertoeft.
De gieren vpn hot strand.
In de „N. Rolt. Ct." vinden wij een in
gezonden stuk ran R., uit Vlaardingcn,
waarin deze vertelt, hoe de aan gespoelde
lijken beroofd werden.
„Niet zoodra was er n.l. een lijk aan
gespoeld, of eenige kerels, strandjutters
gepanmd, wierpen zich, als gieren op hun
prooi, rukten de ringen van de vingers,
waf dikwijls zeei moeilijk ging, daar deze
in het wptci gezwollen waren, ontnamen
het geld en horloge en trokken met hun
buit af.
Ooggetuigen verzekerden mij, dat zich
dit -reeds eenige malen luid herhaald.
Iemand onder de menigte toonde e-en gou
den ring on vertelde, dat hij dien van
een der aangespoelde lijken had genomen
en toen hem op het ongepaste daarvan
gewezen werd, zei hij: „Ja, maar het mocht,
want er was politie bij."
Naar gemeld wordt, heeft de Minister
van Justitie thans het korps veldwachters
doen versterken.
Van een ontroerend droeven tocht cioor
de rouwkapel schrijft de correspondent van
„De Telegraaf":
Ik ging de groote loods binnen van de
Hollandsche Spoorwegmij-, door haar goe
de zorgen in een chapolle ardenle her
schapen. Rouwfloers tegen de wanden en
in het midden twee lange rijen witte ba
ren, waarop de lijken lagen in wit om
hulsel, met onbedekt hoofd en rouwfloers
over de borst.
Wij liepen er langs, e-eisL no. 35, Hel-
fensteyn, uit Londen; no. 11, Wood, van
de équipage; no. 25, een stoker van de
équipage; no. 2, Halsworih, een passagier
uit Bradfort; no. 12, G. W, Bonne tl; no.
4, Rosenqiust, van de équipage: no. 16,
een onbekend man.
Dan volgde een eikenhouten kist, waar
in het stoffelijk omhulsel van mr. Barton
was neergelegd.
Yeider ging onze zware gang naar een
32-jarigeti man, Bell genaamd; no. 23 is
nog onbekend Weer een kist met no. 17.
mr. Anderson; no. 31, Grossüls, een
Franschman, hevig veTwond, met bloemen
bedekt; no. 7, een dame-passagier; no. 9,
een dame, nog onbekendno. 18, een dame,
genaamd Boomes, de stewardess der
„Berlin", die allerbodrocvetids verminkt
was.
Toon hebben we ons even afgezonden!.
Als je zelf twee lieve jongens thuis hebt
en je komt plots te staan voor het lijkje
van een lieven, kleinen jongen, die met
zijn manner gezichtje schijnt te liggen sla
pen, als je dan denkt aan de ouders, die
de reis van hun krnllebol met alle zorg
hebben voorbereid en hem op zijn weg
volgden van uur tot uur, die zijn bedje
voor hem hebben klaar gezet lezers, ik
moest even wpg, mijn keel ging dicht.
Gij wilt Wieten wat hier gebeurd is, gij
hebt er vecht opmaar het is me nog
nooit zoo te moede geweest. De emotie,
die ui mij schokt, de stilte bij al die lij
ken van zooveel jonge mannen en vrou
wen, het gevoel van berusting, dal dan
over je komt en het gevoel van zuivere
liefde voor al die ongelukkigen, wier dood
nu een drama scheppen gaat, elk in zijn
eigen kring... ik luid dien kleinendoode
wel willen kussen.
Verder ging ik. No. 30 is een dame.
Oh! mysterieuse dood, met een glimlach
op het regelmatige gelaat, Ruttel gelice-
ton; no, 15 is een dame, onbekend. Dan
mr Moor, de hofmeester, met bloemenb
dekt; vervolgens het toegedekte lijk va
iemand, wiens familie verzocht had rt"
doode met het witte laken bedekt te T
ten; no. 21 is Bulmer, passagier; no jj
F. Coop, een van de equipage; no p
Louis Gysen, passagier; no 28 is zoomr
vormd, dat lrot lijk is toegedekt en nop
onbekend; no, 29 is John Washington
passagier; no. 24 Pawicks, passagier-
33 Bullock, équipage; no. 34 J, Keen,6™
page; no. 8, een bediende der óquipaL
no. 3, Lamotte, passagier; no. 13 >j'
Wennberg, van het Opera-gezelschap
Even later na deze telling werden wM,
twee lijken ingebracht. Zoo zullen m«r
dere steeds volgen...
B ij de levenden.
Do geredden zijn1. Frl. Johanna Gal.
Ier, uit Dresden, Permusserstrasse 3-
Frl. Buttol; 3. Fr!. Schrötcr, beiden'vM
het DuiLscho Opera-gezelschap4. dehw
II. C. Jaboulel Verschore, wonende te Idis
Dept. la 'Dröme, Frankrijk; 5. de heerlla
rold Prodessin, Lossingstrasse Altena bi'
Hamburg; 6. Emit .Tung, uit WurtemW
allen passagiers.
Voorts de leden van de equipage: Car
ter (steward); 8. Farthing (schcopsjón
gen); 9. Fisher (matroos); 10 Pond (stokei).
11. Levergraft.
Ontzettend is het lot der vrouwen, dit
op het wrak achterbleven.
Hartverscheurend moot haar gejammci
geweest zijn. toen zij zagen, dat de booten
zich gereed maakten naar binnen, te gaas.
Ook de bemanning van den in den avoid
voorbijvarende schepen hoorde haar hulp
geschrei. De dames, die zich aan boord
bevinden zijn rnevi. Theile, uit Dresden, on
mevr. Wennberg, uit Berlijn, benevens een
zestienjarig dienstmeisje van een harer
Beiden hchooren, evenals de geredde da
mes, tot het üuitsche Opera-gezelschap,
mevr. Wennberg verkeert in een hijzonder
tragische positie. Immers wordt zij nog
gered, dan zal zij ervaren, dat haar man
bel.ooit tot de bij de ramp omgekomenen
(liij is gisteren aangespoeld).
Omtrent den toestand aan boord deelde
mej. Gitbler mede, dat na de catasirophe de
menschen gaandeweg over boord zijn ge
slagen. Er waren ton slotte 15 over. Kort
voor de redding verdween nog een dame
in do golven, iloo haai naam was wist
men niet. De overgeblevenen drongen om
steun te Rebben togen de koude dicht
tegen elkaar aan. Dooi het krampachtig
aan elkander vasthouden waien haai dc
kloederen van het lijf gescheuul, zoodat
zij nog slechts enkoio stukken ondeikleedc-
ren aan had. En zoo stond zij bloot ge
steld aan het koude zeewater, den storm,
sneeuw en hagel.
Allen roemden zeer do houding der ma
trozen, die zooveel mogelijk hulp boden
en hun laatste rantsoen met hun loigenoo-
ten doelden. Sedert gisteren ontbrak even
wel alle voedsel.
Mej. Gabler roemde ook zeer de vrien
delijke houding van don Prins.
Als een bewijs hoe groot het mensche-
lijk weerstandsvermogen kan zijn, zij to®
gemeld, dat een jong matroos, hij het ont
schepen weigerde over den loopplank te
worden gedragen, zooals de anderen, cn
op zijn bloote voeten wandelde, een si
gaar in den mund, hot eerste waarnaar
hij geviuagd had.
Eon bewijs van hartelijkheid gaE de kleine
geredde scheepsjongen, die dadelijk vroeg
of de stoker, onder wiens bescherming hij
stond, ook wel gered was.
De voornaamste zeerampen.
Het vergaan van de „Berlin" telt mede
onder de belangrijkste zeerampen van den
laatsten tijd, hoewel zij in verschrikking
en ellende do ramp van de „Generaal Slo-
cum" niet overtreft. Dit schip ging 1G Juni
1904 onder op de East River te NovAork
met 1000 passagiers, meest vrouwen cn
kinderen.
In 1895 verging de „Reina Regente
een Italxaansche kruiser, waarbij 401 men
sehen omkwamen; in hetzelfde jaar zonk
de „Elbe" op de Noordzee (352 slachlof
fors). De „Salier" zonk in 1896 aan de
kusto van Spanje (280 slachtoffers); dc
„Koeang-Ping", een Japanschc boot, sprong
in dat jaar uit elkaar (500 slachtoffers).
In 1898 verging de „Bourgogne" (150 slacht
offers) in 1903 de „Insulaire" (200 slacht
offers); in 1905 de „Ililda" (128 slacht
offers); on de „Sirio" verging bij Carta
gena (Spar.je) op 5 Augustus 1906 (200
slachtoffers).
(Zie verder Eerste B'ad).
ui
IC
hc
cc
on
ve
fa
on
ne
Vi
lei
en
Dc Z.-Afrikaansche tentoonstelling
't Schijnt, dat de Zuid-Afrikaanscho tcn'
toonstelling, welke Zaterdag te Londen
zal geopend worden, toch niet zal over
gv bracht worden naar Amsterdam. Op he
laatste oogenblik zijn moeilijkheden gere
zen, en deze hebben er toe geleid, dat ar
gohcole plan is afgesprongen.
Bij dit bericht van het „N. V. d. *D-
herinneren wij, dat de Staatscourant ju's
gisteravond dc benoeming meldde van®
leden der Staatscommissie, voor deze ten
toonstelling.
„Uit zeer goede bron" verneemt echter
ook de berichtgever te Londen van de .it'
ll. Ct.", dat de Zuid-Afevikaansche ten
toonstelling te Amsterdam niet zat door
gaan. Voor drie dagen, seint hij, is oncomg-
beid ontstaan tusschen 'lEngelsche cn
het Nederlandsche comité over de f'nan'
cieele regeling, J