DöfipaoieHarwiéliiol BINNENLAND. Een bezoek aan de dooden. Kunst en Wetenschap. belspel, verzekert (niet zender ccnig leedvermaak, misschien) een voornaam woordvoerder van links. Onmoge lijk'? 't Is een groot, en in 's levens praktijk een gevaarlijk, immers ontmoe digend woord. Waar een wil is, is een weg, ken wil moot er zijn, enkel en uitsluitend gericht op 's lands belang. Welnu en daarom weigeren wij die verzuchting: „onmogelijk", te on derschrijven die wil bestaat. Zoo niet, of nög niet, onder de politieke partijen, dan elders, Is er dan in Nederland geen koning schap? Een koningschap waarin wij ons verheugen, omdat het staat boven de partijen, omdat wij grond hebben voor de overtuiging, dal de Draagster ran de Kroon niet alleen bezit de macht, maar ook den w i 1 om juist in een gevaarlijke 'crisis als deze de beslissing te geven die is iu 's 1 a 3i d s belang Bij de Kroon berust deze grooie in vloed ton goede En hoe venvai der, hoe hachelijker de toestand, des le grooter is de dienst, dien de natie verwacht van den monarch. Eit als wij nu Jetten op het bijna eenstemmige: „blijf!", het aftredoM Ministerie toegeroepen op den vrucht baren arbeid die voor de hand ligt op den hoogen zin dei mannen die hel bewind voerden tot dusver: dam hopen wij niet dal, hoe dan ook, maar met erkenning van de be ginselen, waaraam deze mannen vast houden de goede weg zal worden ingeslagen Hofbericht. II. M, de Koningin on II. M. de Ko ningin-Moeder begaven zich gisteren. Ieder afzonderlijk, naar Scheveningen en reden tot het eindpunt van den Slrandboulevanl, van waar bij helder weder de gisteren nabij het Wassenanrsche Slag gestrande boot ..Ve nus" zichtbaar was. Dat do hervormingsmnairegelen, die hij als minister had voorgesteld en zoo wakker verdedigd, hem den terugkeer in het leger ■•oor de toekomst hoogst moeilijk maakten, was duidelijk. De sympathie die hij zich in den lande door zijn optreden verwoiven lmd, zal cr door dit offer niet minder op worden. Begrijpen wij clen toestand goed. dan is zijn ontslagaanvrage uit het leger tevens te beschouwen als een voorteoken, dat zijn aan blijven. als minister niet waarschijnlijk is. V r «descon lercnti Naar men aan het Hnagsche Correspon dentiebureel uit goede bron mededeelt, is de Nederlandsche regeeri.ig bereid 1 Juni a.s, de afgevaardigden ter tweede Vredes conferentie to 's-Gravcnhage te ontvangen. Defemle-vraagMnk. Naar wij vernemen bestaat bij eenige R.-K. Jriesvezeenigingon, aangesloten bij den Algemecnen Bond, het voornemen, voor do jaarvergadering van den Bond in Mei a,s. als punt van behandeling hel instellen van oen commissie in zake het defensie-vraagstuk op te geven. De Bond telt thans 73 centrale, of daar mede gelijk le stellen vereenigingen. („Centr.") Nationaal Historische Partij. De Nationaal-IIislorische Partij zal Don derdag 28 dezer een partijvergadoring hou den in het Gebouw voor Kunsten en We tenschappen te UlrechL Punt van behande ling is de verkiezing van de Prov. Staten. Gezondhelilscominis-ie». In de jongste vergadering van de gezond heidscommissie te Assen sprak deze ah haar meening uit, dat het wenseheiijk zou zijn, ah de Regeering een meer nauwkeurige om schrijving gal vari den verkkring der ge- zondheidscommissiën, waaruit duidelijk haar bevoegdheid blijk!De commissie deed le daartoe noodige verzoeken. Raad yan State. Openbare vergadering van den Raad van State, afdeehng voor de geschillen van be stuur, op Woensdag 27 Febr. des voormid dags to elf uur. Baron van Pallandt. t Gisteren is te Alphen op het kerkhof in het familiegraf het lijk bijgezet vim J. W. baron Van Pallandt van Oud-Beierland, op perjagermeester van H. M. de Koningin, te Arnhem overleden. Om 10,5 uur stoomde de trein binnen met het stoffelijk overschot. Daarop zette zich de stoet in beweging, die geopend werd door de lijkkoets, die rijk was behangen met tal van prachtige kransen, waarbij ook een tan H. M. de Koningin, wier grootmeester de baar volcde. Ook Prins ïlendrik en de Ko ningin-Moeder zonden vertegenwoordigers Tegen elf uur was de stoet op den dooden- akker aangekomen, waar de plaatselijke autoriteiten tegenwoordig waren. In allen eenvoud had de bijzetting plaats. Bij dn geopende groeve werd de afgestor vene herdacht en dank gebracht aan het •Vorstelijk Huis voor de hulde den ontsla pene bewezen. Het ontslag van generaal Staal. „Het Vaderland" schrijft: Het bericht, dat generaal Staal den mili tairen dienst, waarin hij een zoo eervolle po sitie bekleedde, gaat verlaten, kunnen wij niet laten passeeren zonder een woord van waarachtige en hartelijke waardeering voor hetgeen generaal Staal in het belang van het leger heeft verricht. floml ran gemeente ambtenaren Tot leden van het bes tun/" van den Nc- derlandsclien Bond van gemeente-ambtena ren zijn benoemd de hoeren 11 Volding, seci'cdaris van Fianekor (door de afd. Friesland), J C. F. Blelz, burgemeester en secretaris van Weespercarspel (doorde afd. Noord-Holland) en S. "Wijbenga, se cretaris van Stad-Dolden (dooi de afdeo- lirtg Overijsel). Park te slenteren, toen hij een kinderstem iets hoorde uitroepen. Hij'keerde zich om en zag een klein meisje op hem afkomen. „Zoo, Judy, waar kom jij vandaan?" vroeg hij. „Ik ben weggdoopen van Josie," ant woordde ze, terwijl ze vroolijk naast hem liep. „Maar dat mag niet," zei hij verwijlend. „Wat zal die arme juffiouw Josie het naai vinden. We moeten haar gaan zoeken." „We kunnen haar niet vinden," was hot antwoord. „Meneer Langstein is hij haar en hij wou me een zoen geven, daarom liep ik weg." verklaarde ze „Ik dacht dat u in de- verte, aankwam, daarom kroop ik achter een boom, tot ze omkeerden om mij te zoeken en toen liep ik bard weg en u was hel." „Juffrouw Josie zal wel heel boos op je zijn," sprak hij ernstig. „Wel neen Ze had ook wel willen weg- loopcn - ze houdt heelemaa! niel van hem." Het kind was onverbeterlijk, de zwaarte der schuld drukte haar volstrekt niet. Ze praatte maar opgetogen voort. Hij riep een rijtuig aan en liet zich door hetpark rijden, om Josie op te zoeken, maar zoo als Judy gezegd had, was ze echt weg geloopen. ■Tudy genoot van het ritje O" zc praatte maar aan één stuk door. Hut feit, dat ze dadelijk na haar thuiskomst naar bed ge zonden weid, verstoorde volstrekt haar vroolijkheid niet. Ze wist bij ondervinding, dat ze voor verboden genoegens boeten moest. Dit bezoek was het eerste van vele an dere; om Judy te zien, zei Kes teven tot Naturalisatie van gehuwde vronwen. Door dp Yereeniging ter behartiging ran de belangen "der Vrouw te Rotterdam is aan die Tweede Kamer een adres gericht naar aanleiding van hot Ontwerp tot wij ziging van dp Wet op hot Nederlanderschap pn het Ingezetenschap, waardoor perso nen, die krachtens art 7, sub 5 dierwet het Nederlanderschap verloren hebben, in staat woidien gesteld het Nederlanderschap zonder onkosten terug te bekomen. Adressante wensdht op een onbillijkheid te wijzen, „n.l. dat de gehuwde vrouw, dpo Volgens art. 5, sub 3 dier wet, dooi de naturalisatie aan haar man verleend, van rechtswege daarin deelt, en, derhalve niet alleen zonder daarin bewilligd le heb ben, maar ook zonder het zelve te weien en zelfs tegen haar bepaald verlangen, hel Nederlanderschap kan verliezen, daardoor in zeer ongunstige condition verkeert"; en zij verzoekt daarom „bij de aanstaande herziening der wet het 'daarheen te willen leiden, dat art, 5 der bestaande wet in dien zin worde gewijzigd, dat de gehuwde vrouw eerst dan in de naturalisatie van haar man zal worden begrepen, indien zij binnen een bepaalden termijn na cïie na turalisatie haar verlangen daartoe aan d'en minister van justitie kenbaar heeft ge maakt". Dir. bel. Invoerr. en Ace. Bij den dienst der Directe Belastingen, Invoerrechten en V'ecijnzen zijn verplaatst, met ingang van 1 Maart: Ai Kroonstui- ver, asp.-voriL, van Amsterdam naar '01- denzaal: J. Visser, koms. te water2e kl. van Aimb. reel'-, (le afd.) naar Amb. rcch. ('2e afd.). De redding van de laatste, levende schip breukelingen uit het wrak van de Berlin'' is een welkom lichtpunt in deze internatio nale ramp. „Goddank, vandaag i& het heter te doen," waren de eerste woorden van een pleeg zuster toen zij de redding vernam. „Gisteren niets dan dooden, allemaal dooden, die ach ter elkander werden binnengebracht. Voor de levenden kwamen w ij, zusters, hier, maar. heiaas, bracht liet noodlot niet anders dan lijken aan. Heden werd ons gemoed weer wat verlicht. Levenden kwamen aan, de gered den kwamen zelfs in vrij goeden toestand binnen, maken het vrij wel. Nooit hebben wij zoo iets gezien, too vele dooden en zcio weinig geredden." De redding. Tegen één uur gistermiddag ging de red dingboot onder commando van kapitein G. Janssen andermaal een poging tot redding ondernemen. Aan boord bevonden zich, naur het Vail." meldt, liehatve do kapitein F. Sekeles, stuurman P. de Zeeuw, P. llooge- waard en A. Boone, als matrozen, uitmaken de de vaste bemanning, en voorts Frans Blokland (matroos-stoker), II, van Mastrigt, J. van Mastrigt, machinist, C. van der Haven, idem, en J. Boei, stoker. Achter de reddingboot aan werd gesleept een kleine jol. schijnbaar een nofedopje. Mot dat schuitje werd de redding in hoofdzaak uitgevoerd door de volgende ma trozen van het loodswezen: te weten van de loodskottcr van den Hoek van HollandT. van Duijn, P. Jansen, Klaas Ree, Jacobus D. Schoonbeek, en van de loodsstoomboot van HellevoetsluibII. Vermeulen, C. de Gorter, J. Braam, Piet Ruijg, M. J. Regoort en J. Steehouwer. Het stelsel was van den bezaltsteenen dam uil. te ageeren. En met dat doel werd Mastrigt, van de reddingboot, het eerst aan wal gezet. Hij kroop in den lichtstandaard, die aan het eind van de pier op korten af stand van het wrak staat en waar de hooge zeeën tegen aansloegen. Lang heeft hij daar gewacht voor hij handelend kon optreden. Van de mannen van het loodswezen werd Klaas Ree het eerst op den dam gezet, te midden van de golven. Uit de jol was met het schiettoestol een lijn geschoten, over het steenen hoofd, ter wijl de verbinding tusschen liet wrak en de pier werd verkregen door een touw, dat van het wrak over boord hing en gelukkig juist In de richting van de pier woei. Langs dat touw lieten de op hot schip aan wezige personen zich toen zakken op de pier. Dit vorderde van de uitgeputte krachten van de ongelukkigen, die gedurende twee dagen en een verschrikkelijken nacht de groot ste ellende hadden uitgestaan, ontzettende inspanning, Verscheidcnen moeten dan ook meer naar beneden zijn gevallen dan dat zij zich lieten glijden. Elf stonden er zoo op de pier. Maar nog meerderen moesten op het wrak zijn. Twee dames en een. jong meisje vertoonden zich, maar zij durfden hun Jofgenooten niet navolgen. 4 Er zou bovendien ook nog een andere vrouw op hot wrak geweest zijn, die ergens zichzelf. Misschien was er ie-ls waars in. Judy was nooit ver van Josie. Op een dag in November ging hij naar Dr. Ashley om hem een oude „eerste uit gaaf" te laten zien. dip hij den vorigen dag gekocht had. „Vertel ons eens een sprookje," zei Judv bij maniei van groet „Josie en ik zijn al leen en u kan zoo mooi vertellen." „Mag ik op den doctor wachten, juf fiouw Onslow?" viocg lijj. „Judy en ik zullen heel rustig wezen." „Zeker," antwoordde ze, terwijl ze een handwerkje opnam „Kom wat dichter hij het raur, het is koud vandaag." Judy klom op zijn schoot en smeekte: „vertel nu." „Er was eens een jonge man," begon hij. „Hij was niet heel rijk en niet heel knap en niet heel wijs. Hij woonde in oen park, waar de menschen den heel en dag niets uitvoerden. Nu waren veel van die menschen heel dom, zoodat de jongeman begon te denken, dat hij heel knap was, daarom bemoeide hij zich niet meer met de anderen en ging alleen zitten denken. Eens had hij werkelijk een verstandige ge dachte. Hij 'besloot uit het park te gaan on de overige wereld te bekijken. Hij was heel verbaasd, toen hij zag, dat hij altijd moest klimmen e" d"l de wegen hoe langer hoe moeilijker v en. De lucht word hoe langer hoe tneer be wolkt tot hij eindelijk de zon niet meer zag. Toen hij in het donkerste deel van de wereld kwam, zag hij een prinses. Zij was heel anders dan alle andere prinses sen. Zij had geen gouden kroon of paleis, maar ze was zoo mooi, dat ieder dadelijk zag dat ze een prinses was. Ze werkte den bedien dag voor ande ren. Nu was het land heel donker, maar het vreemde was, dat waar de prinses kwam de zon scheen. fn dal land waren allerlei draken groote akelige dingen en dat stemde de prinses heel droevig. De jonge man stelde daar veel belang in en hij lotte steeds op de prinses, want hij was verliefd op haar geworden, zoo dra hij haar zag. Maar het ergste was dat hij hoe meet hij haar liefhad dos Le dui delijker inzag, dat hij haar niet waard was Ilij was niet heel knap en kon haar geen paleis of een gouden kroon geven ol'ieLs wat de prinses toekwam^ Toen dacht hij erover weg te gaan en te werken om te zien of hij rijk kon wor den. maar hij durfde niet uit vrees dat oen van de draken haar weg zou voeren en hij dan niet in staat zou, zijn haar te rug to vinden. En hel zou hem niets helpen of hij al rijk was, als hij de prinses verloren had. Wal vind je, dat hij moest! Boen? Ilij hield zooveel van haar, dat hij haar met zich wilde voeren." „Ik vind, dal hij met de prinses moest trouwen on dan rijk worden om haar pa leizen en kronen en diamanten, en alles te geven, wat ze noodig had," was het antwoord. Besteven keek naar juffrouw Onslow, maar zij hield haar hoofd zoo voorover gebogen, dat hij niets zag dan haar krul len. ilij fluisterde iets tegen hot kind, dat langzaam do kamer uitging. „Josie," zei hij, toen de "deur dicht was, „wat zal de prinses doen?" „Ik donk dal ze hem zal trouwen," was het antwoord. zittende in een hoek, meer dood was dan leefde. Vermoedelijk zullen de vmuwen zijn afge schrikt door het voorbeeld van een andere dame. die wel een uur aan het touw had gehangen, omdat een hevige bui het onmo gelijk maakte, dat zij kon nederdalen, zon der de zekerheid in de golven terecht te ko men en tegen de steenen te v,orden gesla gen. De geredden werden achtereenvolgens van de pier gebracht op de stoomboot van het loodswezen Hellevoetsluia. Aan boord van dat vaartuig bevond zich Prins Hendrik, die zich ten tweede male (eerst met de loodsboot Jan Spanjaard) naar huiten begaf, toen de reddingboot af- ,-Qpr. Z. K. II. werd behalve dooi- de leden van zijn gevolg, begeleid door den bnrgv meester van 's-Gravenzande, mr. J. Bruut, en de directeuren der Zuid-IIollandselic Redding-Mij., de heeren Moens, Wiersma en Biek. Zoolang de redding duurde, was Z. Iv. II. alzoo in de onmiddellijke nabijheid. Aan boord van de Ilellevoefsluis werd aan de geredden door de doktoren en de beman ning de eerste hulp verleend. Zij waren ge heel stijf en verkleumd van koude; allen konden evenwel goed spreken. Met groote belangstelling volgde de Prins nlles wat werd verricht. Zelfs was Z. K. II. behulpzaam bij het brengen van hulp nan de schipbreukelingen. Zoo vertelde frtiulein Gahlei-, een der geredden, later, dut de- Prins haar zijn burnous omdeed. (De Prins droeg klein-generaalsunifonn). Eerst te ruim vijf uur kwam de Helle- voetsluis naar binnen, en langzaam in de Berglmven. Daar stonden vele automobielen gereed voor liet vervoer der geredden. Op draagbaren werden zij in wollen dekens ge wikkeld van boord gedragen. Eerst daarna verliet de Prins de stoom boot. geestdriftig toegejuicht door de me nigte, die rond de haven stond geschaard, en een luid „leve de Prins" aanhief. De geredden vonden een liefderijke opne ming In het Hotel ..America" van den heer Tuin. waar ook de gisteren geredde Tersche kapitein Parkinson nng vertoeft. De gieren vpn hot strand. In de „N. Rolt. Ct." vinden wij een in gezonden stuk ran R., uit Vlaardingcn, waarin deze vertelt, hoe de aan gespoelde lijken beroofd werden. „Niet zoodra was er n.l. een lijk aan gespoeld, of eenige kerels, strandjutters gepanmd, wierpen zich, als gieren op hun prooi, rukten de ringen van de vingers, waf dikwijls zeei moeilijk ging, daar deze in het wptci gezwollen waren, ontnamen het geld en horloge en trokken met hun buit af. Ooggetuigen verzekerden mij, dat zich dit -reeds eenige malen luid herhaald. Iemand onder de menigte toonde e-en gou den ring on vertelde, dat hij dien van een der aangespoelde lijken had genomen en toen hem op het ongepaste daarvan gewezen werd, zei hij: „Ja, maar het mocht, want er was politie bij." Naar gemeld wordt, heeft de Minister van Justitie thans het korps veldwachters doen versterken. Van een ontroerend droeven tocht cioor de rouwkapel schrijft de correspondent van „De Telegraaf": Ik ging de groote loods binnen van de Hollandsche Spoorwegmij-, door haar goe de zorgen in een chapolle ardenle her schapen. Rouwfloers tegen de wanden en in het midden twee lange rijen witte ba ren, waarop de lijken lagen in wit om hulsel, met onbedekt hoofd en rouwfloers over de borst. Wij liepen er langs, e-eisL no. 35, Hel- fensteyn, uit Londen; no. 11, Wood, van de équipage; no. 25, een stoker van de équipage; no. 2, Halsworih, een passagier uit Bradfort; no. 12, G. W, Bonne tl; no. 4, Rosenqiust, van de équipage: no. 16, een onbekend man. Dan volgde een eikenhouten kist, waar in het stoffelijk omhulsel van mr. Barton was neergelegd. Yeider ging onze zware gang naar een 32-jarigeti man, Bell genaamd; no. 23 is nog onbekend Weer een kist met no. 17. mr. Anderson; no. 31, Grossüls, een Franschman, hevig veTwond, met bloemen bedekt; no. 7, een dame-passagier; no. 9, een dame, nog onbekendno. 18, een dame, genaamd Boomes, de stewardess der „Berlin", die allerbodrocvetids verminkt was. Toon hebben we ons even afgezonden!. Als je zelf twee lieve jongens thuis hebt en je komt plots te staan voor het lijkje van een lieven, kleinen jongen, die met zijn manner gezichtje schijnt te liggen sla pen, als je dan denkt aan de ouders, die de reis van hun krnllebol met alle zorg hebben voorbereid en hem op zijn weg volgden van uur tot uur, die zijn bedje voor hem hebben klaar gezet lezers, ik moest even wpg, mijn keel ging dicht. Gij wilt Wieten wat hier gebeurd is, gij hebt er vecht opmaar het is me nog nooit zoo te moede geweest. De emotie, die ui mij schokt, de stilte bij al die lij ken van zooveel jonge mannen en vrou wen, het gevoel van berusting, dal dan over je komt en het gevoel van zuivere liefde voor al die ongelukkigen, wier dood nu een drama scheppen gaat, elk in zijn eigen kring... ik luid dien kleinendoode wel willen kussen. Verder ging ik. No. 30 is een dame. Oh! mysterieuse dood, met een glimlach op het regelmatige gelaat, Ruttel gelice- ton; no, 15 is een dame, onbekend. Dan mr Moor, de hofmeester, met bloemenb dekt; vervolgens het toegedekte lijk va iemand, wiens familie verzocht had rt" doode met het witte laken bedekt te T ten; no. 21 is Bulmer, passagier; no jj F. Coop, een van de equipage; no p Louis Gysen, passagier; no 28 is zoomr vormd, dat lrot lijk is toegedekt en nop onbekend; no, 29 is John Washington passagier; no. 24 Pawicks, passagier- 33 Bullock, équipage; no. 34 J, Keen,6™ page; no. 8, een bediende der óquipaL no. 3, Lamotte, passagier; no. 13 >j' Wennberg, van het Opera-gezelschap Even later na deze telling werden wM, twee lijken ingebracht. Zoo zullen m«r dere steeds volgen... B ij de levenden. Do geredden zijn1. Frl. Johanna Gal. Ier, uit Dresden, Permusserstrasse 3- Frl. Buttol; 3. Fr!. Schrötcr, beiden'vM het DuiLscho Opera-gezelschap4. dehw II. C. Jaboulel Verschore, wonende te Idis Dept. la 'Dröme, Frankrijk; 5. de heerlla rold Prodessin, Lossingstrasse Altena bi' Hamburg; 6. Emit .Tung, uit WurtemW allen passagiers. Voorts de leden van de equipage: Car ter (steward); 8. Farthing (schcopsjón gen); 9. Fisher (matroos); 10 Pond (stokei). 11. Levergraft. Ontzettend is het lot der vrouwen, dit op het wrak achterbleven. Hartverscheurend moot haar gejammci geweest zijn. toen zij zagen, dat de booten zich gereed maakten naar binnen, te gaas. Ook de bemanning van den in den avoid voorbijvarende schepen hoorde haar hulp geschrei. De dames, die zich aan boord bevinden zijn rnevi. Theile, uit Dresden, on mevr. Wennberg, uit Berlijn, benevens een zestienjarig dienstmeisje van een harer Beiden hchooren, evenals de geredde da mes, tot het üuitsche Opera-gezelschap, mevr. Wennberg verkeert in een hijzonder tragische positie. Immers wordt zij nog gered, dan zal zij ervaren, dat haar man bel.ooit tot de bij de ramp omgekomenen (liij is gisteren aangespoeld). Omtrent den toestand aan boord deelde mej. Gitbler mede, dat na de catasirophe de menschen gaandeweg over boord zijn ge slagen. Er waren ton slotte 15 over. Kort voor de redding verdween nog een dame in do golven, iloo haai naam was wist men niet. De overgeblevenen drongen om steun te Rebben togen de koude dicht tegen elkaar aan. Dooi het krampachtig aan elkander vasthouden waien haai dc kloederen van het lijf gescheuul, zoodat zij nog slechts enkoio stukken ondeikleedc- ren aan had. En zoo stond zij bloot ge steld aan het koude zeewater, den storm, sneeuw en hagel. Allen roemden zeer do houding der ma trozen, die zooveel mogelijk hulp boden en hun laatste rantsoen met hun loigenoo- ten doelden. Sedert gisteren ontbrak even wel alle voedsel. Mej. Gabler roemde ook zeer de vrien delijke houding van don Prins. Als een bewijs hoe groot het mensche- lijk weerstandsvermogen kan zijn, zij to® gemeld, dat een jong matroos, hij het ont schepen weigerde over den loopplank te worden gedragen, zooals de anderen, cn op zijn bloote voeten wandelde, een si gaar in den mund, hot eerste waarnaar hij geviuagd had. Eon bewijs van hartelijkheid gaE de kleine geredde scheepsjongen, die dadelijk vroeg of de stoker, onder wiens bescherming hij stond, ook wel gered was. De voornaamste zeerampen. Het vergaan van de „Berlin" telt mede onder de belangrijkste zeerampen van den laatsten tijd, hoewel zij in verschrikking en ellende do ramp van de „Generaal Slo- cum" niet overtreft. Dit schip ging 1G Juni 1904 onder op de East River te NovAork met 1000 passagiers, meest vrouwen cn kinderen. In 1895 verging de „Reina Regente een Italxaansche kruiser, waarbij 401 men sehen omkwamen; in hetzelfde jaar zonk de „Elbe" op de Noordzee (352 slachlof fors). De „Salier" zonk in 1896 aan de kusto van Spanje (280 slachtoffers); dc „Koeang-Ping", een Japanschc boot, sprong in dat jaar uit elkaar (500 slachtoffers). In 1898 verging de „Bourgogne" (150 slacht offers) in 1903 de „Insulaire" (200 slacht offers); in 1905 de „Ililda" (128 slacht offers); on de „Sirio" verging bij Carta gena (Spar.je) op 5 Augustus 1906 (200 slachtoffers). (Zie verder Eerste B'ad). ui IC hc cc on ve fa on ne Vi lei en Dc Z.-Afrikaansche tentoonstelling 't Schijnt, dat de Zuid-Afrikaanscho tcn' toonstelling, welke Zaterdag te Londen zal geopend worden, toch niet zal over gv bracht worden naar Amsterdam. Op he laatste oogenblik zijn moeilijkheden gere zen, en deze hebben er toe geleid, dat ar gohcole plan is afgesprongen. Bij dit bericht van het „N. V. d. *D- herinneren wij, dat de Staatscourant ju's gisteravond dc benoeming meldde van® leden der Staatscommissie, voor deze ten toonstelling. „Uit zeer goede bron" verneemt echter ook de berichtgever te Londen van de .it' ll. Ct.", dat de Zuid-Afevikaansche ten toonstelling te Amsterdam niet zat door gaan. Voor drie dagen, seint hij, is oncomg- beid ontstaan tusschen 'lEngelsche cn het Nederlandsche comité over de f'nan' cieele regeling, J

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1907 | | pagina 6