60"* laargang Zondag 24 Februari 1907 m Mo. 12320 Derde Blad. Een belangwekkende vraag. ERANSCHE BRIEVEN. V ALLERLEI. SCHIEDAMSCHE COURANT Deze courant, verschijnt, d a g e l ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, Prijs per kwartaal: Voor S c h ie d a m en Yl a ar din ge rt/fi. 1.25. Prance per post fl. 1.C5. Prijs per week: Voor Schiedam on VI aar dingen 10 cent Afzonderlijke umnmem 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen, Advertentiën voor liet eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Huron No. Ml (hoek Korte Haven.) Prijs der Advertentiën: Van 16 regels £1. U.D2; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar do plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen, In de nummers, die Dinsda g-, Donder dag-en Zaterdagavo n d verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tol den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan. het Bureau te voldoen, Interc. Telefoon voor do Redactie No. 123. voor de Administratie No. 103. (Van onzen Parijschen medewerker.) EEN PAR1JSCIIE MISDAAD. Parijs, 10 Februari 1907. In 't algemeen kan uien zeggen dat de toestand, de levenswijze en do ontwikkeling \an den werkman m de landen van Midden- Europa niet heel veel van elkander verschil len. Niettemin komt liet me voor dat de „ouvricr" in Frankrijk zijn collega's van Duitschland, België en Nederland wel een weinig de buas is. Hij heelt ongetwijfeld giooter algemeene ontwikkeling, al gaat deze ook gepaard met niet weinig oppervlak kigheid en eenzijdigheid (negatieve hoeda nigheden. min of meer eigen aua alle Pranschen) en hij geniet in alle mogelijke bcteekenissen meer dan vreemde ambachts lieden van het leven, dut hij dan ook beter kent dan zij. Vooral geldt zulks voor Parijs, alwaar de werkman uit den aard der zaak vaak in aanraking komt met veel wat ten doel heeft de maatschappij te verfijnen of Ie beschaven. Een Parijsche werkman bezit dientengevolge een soort van ti i t e r 1 ij k e cultuur, die men (c vergeefs hij zijn klasge- nootcn vun andere natiën zoekt. Hij maakt in het publiek vertoon van voimeii, spreekt in afgeronder zinnen, weet van do hem on middellijk omringende dingen meer dan zijn vak alleen meebrengt. Voor een groot ge deelte ia echter daarvan oorzaak, de don Franschen aangeboren, vlugheid van begrip cu beweging, de handigheid in één woord, die zich ook op intellectueel gebied open baart. En die aanleg kan geconstateerd worden reeds bij zeer jonge kinderen uit het voik. In onze dagen waarin kinderen in Eet algemeen reeds veel vroeger wijs en rijp zijn dan in de vorige eeuw, spannen de zonen en dochters der Parijsche ouvriers voor zeker de kroon. Men behoeft spruiten, van vijf of zes jaar bijvoorbeeld, slechts gade Ie slaan om versteld te staan van de alwe tendheid op liet terrein van hot dngelijksch leven waarvan ze blijk geven. Indien ze niet tevens een zekere levendigheid en onge durigheid over zich hadden zouden ze op volwassen menschen gelijken. Ze leven teel op straat en vooral de Parijsche straat is leerrijk doch meestal niet voor het goede ca sclioonc. Het meest nu, valt zulks op bij de meisjes. Een Pnrisiennelje van oen jaar of acht uit ecu der volksbuurten is vaak, moreel (of liever immoreel) rijp voor liet leven. Heluos niet voor den strijd des levens Het zou niet aangaan aan die omstandig heid het treurig uiteinde toe to schrijven van de arme Marthe Erbelding, het elijnrig dochtertje van een werkman, op even schan delijke als gruwzame wijs verleden weck vermoord door een getrouwd man van om streeks vijf-en-twintig jaar. Muur toch mag men zeggen dut dit vroegrijp wichtje mede hrt slachtoffer is geworden vun bijzondere, Parijsche toestanden. De meisjes uit het volk vallen, een weinig vroeger of een wei nig later, in zoo grootcn getale een schatting gelijk, opgelegd door een moder nen Minotaurusals offer vun de, geest en lichaam verslindende, Seincstad dat liet zelfs verwondering mag baren dat de Pn- njsche moeders niet nauwlettender bij haar dochtertjes de wacht houden dan hef geval is. Alleen wanneer moord in liet spel komt hetgeen betrekkelijk zelden geschiedt Hordt de aandacht gevestigd op het gevaar dat de kinderen loopcn en gaat men er wist toe over met ontzetting te denken aan ad groot aantal dat geschandvlekt wordt zon er er door bijkomende omstandigheden •het leven bij in te schieten. Het is inderdaad geenszins met voorbe dachten, rade geweest dat SoleiUant, hot doch k'rtje uit een bevriend gezin, door hem on der voorwendsel van een matinee in een volkscafé-concert, op zijn kamer gelokt, Horgd en door het hart gestoken heeft. Het 'ina hooft zich waarschijnlijk tegen de schandelijke pogingen 'van den man verzet uj om 'Ul'p geroepen oï wel heeft de dader ren oogenblik gehad waarop hij lïiet meer meester was van zijn wil en aan reflexbewe-, gingen heef* moeten gehoorzamen. De wijze •j.iarop hij v. - met het lijkje heeft gehan- llei in linnen zakje gewikkeld, zelf aar de Candigne van den Oosterspoorweg *»6f"de, alwjaar binnen een paar dagen de n dekking noodzakelijkerwijs moest volgen bewijst dat er geen beraamd plan bij den dader bestond. Uit een criminalistisch of filosofisch oogpunt zijn. de moord on de han delingen die er op volgden dan ook van minder gewicht. Ter karaktoriseering van de personen en zalen dient de nadruk gelegd op de omstandigheid dat een jonge, uiter lijk gezonde, rnet een jeugdige vrouw ge huwde man een misdaad van specialen aard pleegt op een kind, met welks ouder, hij bevriend was, en behoort voorts gewezen te worden op liet onverstand en de lichtzinnig heid der nioedm», die twaalfjarige dochtertjes zonder noodzaak toevertrouwen aan dc hoede van jonge lieden van de andere sekse. Het spreekt van zelf clan net volk niet zoover gaat om uit een feit van den dag de juiste moraal te trekken. De menigte is voornamelijk getroffen geweest door dc uiter lijke omstandigheden, waaronder de moord heeft plaats gehad. De emotie, daardoor on der de talrijke en met kinderen gezegende werkliedenbcvolking teweeg gebracht, was werkelijk ontzettend en drong gedurende een week alle andere gebeurtenissen op den achtergrond. Van zelf spreekt dat ieder don moordenaar liei'll op stel en spiong geguil lotineerd vveiisehte te zien en dat allo huma nitaire gevoelens aangaande de afschaffing van de doodstraf, in den Inatsten tijd van socialistische zijde zoozeer onder het volk verbreid, op eens weggevaagd schenen. Zulks is niet meer dan meiiselieÜjk. Een gruwel daad als die van SoleiUant wekt natuurlijk bij ieder afgrijzen en de groote, te hoop ge- loopen menigte is als collectiviteit gelijk wil den natuunnensch, ot aan het kind en aldus ten hoogste vatbaar voor gevoelsin drukken, welke door geen redeucenng ge wijzigd worden. Doch in de manier waarop, de stemming der menigte tot uiting kwam is weder een speciale Parijsche factor te eonslutoeren. De begrafenis bijvoorbeeld van het arme meisje werd bijgewoond door een volksmenigte, die zonder overdrijving op 50.000 zielen geschat kan worden. Een gansche wagen vol kransen en bloemen ver gezelde den stoet. Van heinde en ver wa ren die blijken van belangstelling ontvan gen. liet bestuur der kerk van den Heiligen Ainhroaiu» had kosteloos een prachtige» ijkdionsL georganiseerd. De gemeenteraad had een graf ter beschikking gesteld van het slachtoffer. In die verheerlijking van een onbekend, ongelukkig omgekomen wichtje is alweer een groot deel snobisme en reclame- zucht te onderkennen. Te Parijs is men doorgaans voor anderer leed vrij onverschil lig want het cynisme, dal een der groote kwalen der wereldsteden vormt, heeft er out zettende vorderingen gemaakt. Doch zoodra het een feit geldt, dat gedurende eenige dagen het voornaamste onderwerp heeft uit gemaakt van alle dagbladen zonder uitzon dering, wil iedereen er deel aan hebben ol nemen, brandt ieder van verlangen in één adem genoemd te worden met hetgeen er mee in verband slaat, vindt ieder hel wichtig de dingen van nabij le beschou wen, ten einde met meer recht van spre ken dan een ander zich er over te kunnen uitlaten. Dat alles is ei, mede, oorzaak van dat Marthe Erbelding te voren verloren onder de honderdduizenden verkmanskindo ren der Groote stad, een begrafenis heeft gehad, gelijk aan menig weldoener der meuschheid niet ten deel valt. Zoo komt het ook dat SoleiUant, deels gedegenereerd of ziekelijk product, deels bandiet, in alien ge val een onbeteekenend verdierlijkt wezen, ge lijk er duizenden in Parijs worden aangc troffen, plotseling een vermaardheid en een beteekenis heelt verkregen, als menig be langwekkende natuur er te vergeefs voor zich zelve zoekt en als de Parijsche straat roevers, die in de wandeling „Aprachen' genoemd worden en die uit pure snoeverij of begeerte naar publiciteit een moord be gaan, hem waarschijnlijk zullen benijden de gelegenheid, doch er heerschte gedrang zonder vrooliikheid. SoleiUant, de moorde naar van Marthe Erbehlnur» is Cr in ge- gevoelden voor een neutraliteitsverbond shutgd een nan alles gewende bevolking le doen sidderen onder zijn dierlijke daad. JÜVENIS. De groote Noorsche dichter Bjornsijerno Bjornson heeft onlangs aan het bestuur van een studentengezelschap te Delit gesciuo- ven, dat hij wel in Holland wilde komen spreken, doch dat hij gaarne eerst zou wil len liooren, dat de Nedcrlandsche studenten iets der kleine staten, W.it de Nedei'huidsulie studenten daarop wel hebben geantwoord of zullen antwoor den? Indien wij, uitgaande van de belangstel ling die voor zulke vragen in de pers en onder het publiek blijkt te bestaan, ons een beeld zouden maden vormen van de be langstelling onzer studeerende spes patriae in deze vraagstukken, zouden wij tot de conclusie moeten komen, dat over dit onder werp over het geheel bijna niet gedacht wordt en zeer zeker niet gedacht wordt in de krin gen der meer warmbloedige studenten. Onze buiteukmdsche politiek, is taboe in Neder- and. Misschien is er geen lezerspubbek zoo goed op de hoogte van buitenlandscho toe standen als het Nederlandsehe, misschien wordt er nergens ter wereld zooveel gerede neerd en beschouwd over de buitenland sohe politiek in liet algemeen als in Neder land. Doch zoodra niet komt de kwestie wm de verhouding van Nederland tot het bui tenland aan de orde, of het drukke gepraat verstomt en de wijzen leggen met nadmkke- iijk gebaar hun vingers op hun monden met de uitnoodiging om toch vooral de debatten stof elders te zoeken dan in onze verhou ding tot het buitenland. En als hoogste wijsheid wordt dan gefluisterd„Wij wor den toch op een goeden dag geannexeerd of verdeeld. Laten wij ons nu zoo lang moge lijk koest houden, dan stellen wij hot tijd stip, waarop met die annexatie of verder ling een aanvang zal worden gemaakt, zoo lang mogelijk uit." Zoo althans spreken zij die iets gevoelen voor ons zelfstandig volks- De hierboven beschreven misdaad wier echt Parijsche phvsionomie ik in eenige regels heb trachten aan te geven, heeft een week lang zóózeer de gemoederen vervuld, dat ze zelfs niet zonder invloed is gebleven oj) de viering van den „Mnrdi-Gras". kur- navaLdag, die nog moer dan feestdagen, bij den arbeidenden en zwoegenden Parijzenaar in eere wordt gehouden. Er kwant bij dat het weer zoo somber en guur was als 11100 het slechts niet zou kunnen wonschen. Doch niettemin was te bespeuren dut in de lagere volksklasse, die zich nog altijd gaarne ver kleedt en er van houdt met trompetten als anderszins eenig feestelijk rumoer te ma ken, do ware lust ontbrak. De Boulevards waren nagenoeg zoo vol ale altijd Eïj bedoel- bestailn, die nog eenig inzicht hebben in do beteekenis van het nationale moment in de beschavingsgeschiedenis. Grooter misschien nog is het getal van hen, die niet eens zoo veel belangstelling meenen te hebben voor ons nationaal volksbc-taan, van ben die zich zelf totaal onverschillig wanen of die zelfs opkomen tegen de neiging om onze nationa liteit te handhaven. liet zijn de menschen voor wie zat iets beperkts als staatsgrenzen niet bestaat, de menschen wier gedachten direct zoo hoog vliegen, dat zij al die natio nale verschillen en verschilletjes niet meer kunnen waarnemen, dat zij slechts zien den mensch-aardbew'oner, hij zij dan Papoea, Ne derlander of Braziliaan. Het zijn do men schen. die slechts op de ontdekking van een communicatiemiddel met Mars wachten om te verklaren, dat liet aardsehe zoogenaamde kosmopolitisme ten slotte een treurig soort van liet sedert lang overwonnen nationalisme is, en dat alleen zonnestelsel-kosmopolitisme nog ceiiigen zin heeft. Het zijn de menschen, die verachtelijk de schouders ophalen voor vaderlandsliefde en die in hun"neiging om de grenzen zoover mogelijk uit te zetten voor liet oogenblik zeker geen kleiner staatsver band zouden willen accepteeren dan dat van de Vereenigde Staten van Europa. Nu is er zeer zeker in deze thcoriën iets aantrekkelijks. Ja liet is misschien niet onwaar én niet ongewenseht. dal wij ten slotte zullen komen tot zulk een Europee- schen statenbond. Doch ieder, die begrijpt welk een krachtige factor bet nationalisme nog is, ieder, die hot buitenland werkelijk kent en weet hoe geweldig hoog e.i sterk de muren zijn, welke tiisschea de verschil lende volkeren door do geschiedenis zijn op getrokken, ieder, die theorie weet te onder scheiden van praktijk, zal inzien, dat dit vermoedelijk een droom voor een verre toe komst is en dat er nog heel wat botsingen van nationaliteiten zullen voorkomen, voor dat zich in Europa een hooeere slaatseen- heid gevormd heeft. De groote vraag is dus: „Zal Nederland zijn onafhankelijkheid bij die botsingen kun nen handhaven en zal het dientengevolge in den over wie weet hoeveel jaren te vormen Europoeschen Statenbond als zelfstandige staat dun wel als wingewest van een ande ren staat komen? Velen zullen bet gewicht van deze vraag inzien, doch velen ook zullen er zich afma- ken met de vrijwel gedachtenloos uitge- preken meening. dal wij hel toch niet zoo- mg kunnen uithouden, dat wij ons dan maar in 's hemelsnaam moeten laten au- nexeeron en dat dit nog zoo erg niet zou zijn. Die laatste meening komt in negentig m de honderd' gevallen voort uit onbe kendheid met de toestanden buitensland», een onbekendheid die bij de min-beschaaf- den uit algemeene onwetendheid voortvloeit n die bij de ineor beschaafden dikwijls het gevolg is van een korte, gebrekkige ken nismaking met het buitenland. Men kent het buitenland niet, men heeft alleen gedu- endo een aangename zomerreis, zelf in een prettige stemming zijnde, den moeien bui tenkant van het mooiste gedeelte van het vreemde land gezien en men staat rnet zijn meening klaar„Het zou nog zoo erg niet zijn." Doch vraag eens of dit waar is aan wie beter kunnen oordeelen, vraag bet eens aan de Nederlanders, die hun eigen land goed rennen, die daar niet onder den druk van buitengewone teleurstelling of miskenning geleefd hebben en die naderhand de gela denheid hebben gekregen goed kennis te ma ken met het buitenland. Tien tegen een, dat allen n zullen antwoorden met het beroem de, echt Hoilnndsehe: „Oost, West, Thuis best." Eu hoe ware het ook anders mogelijk? Teder wortelt zoo geweldig diep c-n met zulke fijne vertakkingen in den bodem, waarop hij geboren is. ieder is zoozeer het produkl van zijn eigen omgeving, is zoo in alles af hankelijk van die omgeving, dat iiij zonder die omgeving is nis een plant, die men, ter wijl zij in vollen wasdom is, heeft overge plant. Het merkwaardige in het geval is slechte, dat men zich niet zoo gemakkelijk reken schap geeft vnn de beteekenis van die wor tels, dat vooral ook jongelieden niet begrij pen en bijna niet begrijpen kunnen, hoe een mensch, ook in dezen tijd van levendig verkeer bij uitnemendheid, ten slotte niet is een roerend goed maar slechts een deel van dit groote onroerende goed: den bodem vnn zijn «treek, van zijn vaderland. Doch wanneer riten dat eenmaal heeft in gezien. wanneer men begrepen heeft, dat men slechts leeft in en door zij ik omgeving en zijn vaderland, wanneer men het besef heeft dat wie dus aan het vaderland raakt, in zeke ren zin aan het eigen leven raakt, dan is de kwestie van het behoud van dat vader land een van de belangrijkste die er Ito staan, dan gevoelt men, dat men zich alleen dhn normaal zal kunnen ontwikkelen, indien dat vaderland blijft. Dan ook ziet men in dat, al gaan wij ten slotte naar de oprieh ting van een Èuropeeschen Statenbond, hot voor de ontwikkeling van 'den Nederlander niet onverschillig is of hij in dien bond komt als Nederlander dan als overwonnene door de een of andere groote mogendheid. E11 ais men zoover is dan komt de vraag weer terug: TToo nu te handelen, opdat wij het Nedcrlandsche volksbestaan zoo lang en zoo krachtig mogelijk handhaven, om hor desnoods ten slotte als zelfstandige eenheid deel te zien worden van een hoogere een beid? (Wordt vervolgd.) g<-- door de omhooggestuwde golven gebeukt, let wijl de dochter van den kapitein bid! tot Christus, die de zee bij Galilee tot stilte wist te brengen; de oude klok, die bij de trap staat te tikken; de peinzende persoon op de historische brug dit zijn onder werpen, die zeer alkdaag'-ch zijn, maar door Longfellow zijn weergegeven op wijze, die er lederen lezer de schoonheid van doel zien. Vooral door zijn liefde voor kinderen en rouwen heelt Longfellow zijn landgenoo- ten weten te winnen. Zooals in do kalme, lardige verzen van „The Children'slloui", waarin de dichter zich gewillig gevangen geeft aan de lachende eitjes, die zijn stu deerkamer binnenkomen en zich van hem meester maken. Het blinde 'meisje van Cas- tcl-Cuilló, cu het slapende kind, waarbij do vader zit te wachten tot het wakker wordt, uit vrees dat het gestorven mocht zijn. 13e gelukkige kinderen, die op de trap spelen hij de oude klok, en de dorpskin deren, die, als ze van school terugkomen, bij den smid gaan kijken. Als Longlellow over vrouwen schrijft, doet hij dat altijd met eerbied. En er zijn niet veel bladzijden, waarop liiel met tee- ierheid gesproken wordt over de vrouw, «ie liet hui» vult met een zachte vrien delijkheid, die hel tol een aanlach para dijs maakt. Als Longfellow mets anders had geschre ven dan Evangeline" en Iliawatha", zou hij reeds de dankbaarheid v.m zijn volk verdiend hebben I11 „Iliawatha" gaf bijeen gedicht uit de ooispronkclijkc wouden van Amerika. Longfellow's leven was evenals zijn ge dichten eenvoudig, maar 111001 en waar. Bij bezat die vastheid van karakter, die niet van zijn doel afwijkt en door de macht zijner persoonlijkheid leefde hij in een sfeer boven die van dc a.lledaag«chc menschen. Nooit dacht hij aan geidinakenen hoewel hij legen het einde van zijn leven een aar dig inkmen had, maakte hij geen verande ring 111 zijn levenswijze. Verscheidene ja ren was hij arm; en een zijner vrienden vertelt van liein, dat hij zich heel geluk kig voelde, toen hij cen'som van achthon derd dollars op de bank bezat. Zijn persoonlijke waardigheid, zijn be daarde humor waarvan hij een goe den voorraad bezat zijn liefde voor alles wat gezond en krachtig is, zijn har telijke vriendschap en zijn gelukkig huis houden dit alles maakte zijn leven tot een goed leven Toen zijn buste in Westminster Abbey werd gejdaatst, sprak zijn vriend Lowell de volgende woorden. ..ik heb nooit een mooier karakter gekend. Ik was dagelijks de getuige van dc mildheid zijner hand, zoowel als van die van zijn geest. Zijn natuur was een gewijde grond, waarin geen onreinheid kon doordringen." LONGFELLOW. In deze maand is liet honderd jaar leden, dat de Amerikaansche dichter Long fellow geboren werd. In de Vereenigde Staten was bij vijftig jaar lang do eerste dichter. Zijn verzen worden op de scho len opgezegd.' zo worden in de meest af gelegen boerderijen gelezen; ieder mensoh van eenige beschaving kent zc. Veel van wat hij schreef is zoo dikwijls aangehaald, dat liet er banaal door wordt maar zijn „Psalm of Life", en zelfs zijn „Excelsior" zijn toch nog steeds in staat iemand to ontroeren; en wat meer is', zo wekken op tot oen edel bezielend ideaal, tot een leven dat meer is dan het loven van het lichaam, daar liet met kracht streeft naar waarheid, rechtvaardig heid en gerechtigheid. Toch staat Longfellow nog in een ander opzicht nader tot de harten van hen voor wie hij schroot, en wel in wal bekend is geworden onder den naam van „the Simple Life. Hier kan het dichtersoog de schoon heid en de bekoring opmerken van wat tot het dagelijksch. leven behoort. De dorssmid, krachtig en gespeird naast zijn aambeeld, het wrak van een schip HOE DE VERLOREN GERAAKTE TELE GRAAFKABEL IN DEN ATLANTISCHE» OCEAAN TERUGGEVONDEN WERD. De lieer Cyrus Field, een Amerikaan, die in 18G7 deelnam aan de expeditie om den telegraafkabel te herstellen, vertelde daaromtrent het volgende: „Nadat wij den kabel te Nevv-foimdland hadden bevestigd, moesten wij midden op zee trachten terug' te vinden wat in het vorige jaar verloren was gegaan. Dit heeft heel wat bewondering verwekt en velen vroegen mij, boe het gedaan werd. Het schijnt moe'lijk op den bodem der zeeiets terug le vinden; maar het is niet zoo lastig, als men marr weet hoe men liet moet doen. „We zochten natuurlijk maar niet in liet wilde; er waren van dc knapsteEn- gelsche zeelui bij ons aan boord men schen, die de zee kennen, zooals een ja ger ieder plekje in hel boseli kent. Kapi tein Moriarly was er bij, die er getuige van was geweest, dat de kabel was ge broken; en doze deed met kapitein Ander son zulke nauwkeurige waarnemingen, dat ze recht op de plaats konden afgaan. Na dat ze die gevonden hadden, werden cr eenige boeien geankerd; ze waren genum merd en ieder van een vlaggeslok oneen lantaarn voorzien, zoodat ze steeds gezien konden worden. Toen we zoo onze niaat- gonomen hadden, gingen we drie mijten achteruit en toon een haak mde, dreven wc er langzaam heen iet gaan den bodem der zee dreg- Eerst was het wat onhandig in iep water te vijsohen, maar onze mn raakten er susu jjewoon en gooi-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1907 | | pagina 9