60"* Jaargang Zondag 3 Maart f907. No. 12326 r, v°" •L.ïi.iS. m Derde Blad. Een belangwekkende vraag, Schilderachtige cijfers. I Deze courant raracMjnt d a g e 1 ij K s, met uitzondering van Zon- en -stdrnmn per post II. ï.Ot'ï. Prijs [>er week: Voor Schiedam oh VI aard ineen 10 cent Afzonderlijke nmnmois 2 een 1. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Adveilcntiën vow hel eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan bet bureau bezorgd zijn. I Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven.) Prijs der Advertentiën: Van 1G regels £1. 0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar dc plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan bet Bureau te bekomen. In de nummers, die Di nsd a g-, D o ndor dag- en Z ater d ag avo ud verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. lntorc. Telefoon voor do Redactie No. 123. voor do Administratie No. 103. II (Slot.) Aan het eind van ons eerste artikel stel den wij de vraag, hoe vvrj moeten handelen om ons zelfstandig volksbestaan zoo krach- lig mogelijk te handhaven, eventueel tot de oprichting van een Europocschen Sta tenbond. Het antwoord op die vraag, voor zoover het in do practische politiek gegeven wordt, klinkt gemeenlijk aldus, „het kruit 'droog houden on verder zoo koest mogelijk blijven." De in dit antwoord aangegeven gedrugs- lijns is niet zonder meer verwerpelijk, „Droog houden en zoo weinig mogelijk de aandacht trekken", is zeker wijze poli tiek. Doch men overdrijve niet. Het zich- mstig-houden sluit denken en bespreken in eigen hing niet uit en mag zeker niet tot struisvogelpolitiek leiden. En dat' doet het helaas maar al to vaak. Men meent, dat men niet opgemerkt wordt, omdat men bij^ do groote wereldgebeurtenissen zoo weinig mogelijk spreekt over de verhouding van Nederland tot hot buitenland. En zoojcomt het, dat men zich opwindt over hel wapen hot leger dal men wellicht eens zal moeten gebruiken, dat men zelfs kabinetscrisissen veroorzaakt over ten klein (blijvend) gedeelte van dat wapen, doch dat men zoo zorgvuldig mo gelijk zwijgt over de omstandigheden, waar in men dat wapen zou kunnen moeten gebruiken, over de middelen, die er zou den beslaan om de afschrikwekkende kracht an dat op zichzelf zwakke wapen groo- ter te maken, om dat wapen zoo goed mogelijk te gebruiken. 2 Niet te ontkennen is het intusschen, dat er in deze wonderlijke gedragslijn van ons volk in .don kaatsten tijd een veran dering ten goede is gekomen. Enkelen cn gelukkig niet van de minsten dur ven tegenwoordig spreken van een toenade ring tot België, en deze kwestie heeft zelfs aanleiding gegeven tot een fl nis Ier-debat, waarbij echter de meerderheid was aan de ajfle van de „koestl" roependen. Doch de monschen, die tegen de struisvogelpolitiek zijn, hebben zich niet zoo gemakkelijk laten muilbanden. Zij zijn rustig hun gang ge gaan En zij hebben zich niet gestoord aan hot betoog van hen, die komen ver waren, dat een verbond met België niet goed zou zijn en dat men dus niet een onadenng tot België moet zoeken. Terecht. Want al is het zeer zeker ver eert om van een verbond met België te spreken en waarschijnlijk odk niet ver- ..'n daaraan te denken, een toenadering vnl- ï?f. ^erfandsche tot het Belgische gewicht hÜCh altfiC! 00n Zaak' vanSIoot gewicht, burners al toenaderend wendt botdo kleinere volkeren aan de 8 chte van groote gemeenschappelijke be- oïVe hebi)en< verkri^ mo"CGa eco- sche en eultuursnmenwerking, die eiden landen veel grooter soliditeit geven, al is er van een verbond of toch' l?, gcen sPnlke- IJet spreekt konnn 'lt bot 'JUi tonland moet re- ook i! 'net. ?'Ulk 0011 inniger verhouding, beid™ i C0U aan!oiding tot tusschen- w'tten komen ontnomen. elhVndien, d° Belgen °n de Hollanders dan L P feZ° wijze jonden hebben, van -n sP°edlg voor de bevolking men n Staton hot oogeohlik ko- kine r aansluitillK de bevol- slenn i\ ze tweo kloinc staten moreden zijn 0 kfJgen. Heel moeilijk zal dat niet »i i! n °r ln al di0 kleino landon> '«et veel Denemarken en Zwitserland zoo- sche aan !NToderlandsche en Belgi- staat im? i doot dcnkon- Ook hierbij ver 0D usscho'1 Hot idee van een verbond men vooral achtorgrond' ook Hierbij denke tuSSch adn samenwerking en steun chen de verschillende volkeren, aan een te na komen. De geweren van de drie anderen mochten eens van zelf afgaan. En al zijn 5 millioen nienschen hij' de te genwoordige machtsverhoudingen in Euro pa vrijwel quaniité nógligoablc, vier maal zooveel monschen, die uit eigenbelang on- gostoorden vrede wenschen, zullen dat nog in langen tijd niet zijn. De toenadering, waarover Bjönson schrijft, is dus uiterst belangrijk voor het behoud van den wereldvrede, voor de handhaving van de nationale zelfstandigheid der kleine staten en voor do verkrijging van do zeker heid, dat, werden eens do verecnigde sta ton van Europa opgericht, deze kleine slaton volmaakt zelfstandig en uil eigen vrijen wil zullen loetreden. Doch ook uit een ander oogpunt is die toenadering zeer gewenscht. De kleine lan den zijn bewaarplaatsen van een zeei eigenaardige beschaving; het zou bizonder jammer zijn, als zij hun rol in de geschie denis der menschhcid niet zoo lang mo gelijk speelden. Zeer zeker heeft het nationalisme, het chauvinisme zelfs in de groote landen een machtigen invloed op de ontwikkeling van kunst on wetenschap in don meest uitge- broiden zin. Doch aan den anderen kant is liet toch ook zeer wenscholijk, dat zich een wetenschap en een kunst ontwikkelen, die niet zoo onmiddellijk onder don in vloed slaan van hot grool-nationalismë, als zij dat in de groote, krachtige landen doen. In die landen heeft men aan zich zelf genoeg. Daar staat dus de beschaving beslist in het toeken van die nationaliteit. Daar kijkt men weinig over de grenzen, om dat men in eigen land genoeg heeft en over de grenzen vaak den gehaien concur rent ziet. Geheel anders is het in de kleino landen. Daar verruimt men den blik, doordat men noodzakelijkerwijs over de grenzen moet kijken. Dan dwingt een beperkt taalgebied vaak tot het aanleeren van vreemde talen. Daar is over het geheel een objectiviteit, die men in de groote landen niet zoo vaak aantreft, en trouwens ook niet ver wachten kan. Het is natuurlijk uiterst moeilijk de be- teekenis van deze opmerking. Zij is, mec- nón wij, van Bjdrnson zelf in het be stek van een courantenartikel ook maar aan te duiden. Doch het moet niet moeilijk- vallen bijna in elk vak op te merken, hoezeer do beschaving der voornaamste kleine landen iets eigenaardigs heeft, waar van het behoud van groot gewicht moet zijn voor den gang dor geheele beschaving. Handhaving van do nationaliteit, bescher ming van doze eigenaardige, hoogstaande beschaving, ziedaar in hoofdzaak het twee ledig doel dat do Noorse he dichler-politi- cus zich voorstelt van do toenadering der voornaamste kleine staten. Björnson spreekt van verbond en zal dientengevolge vele Nederlanders en dus wellicht ook enkelen van de naar hun moening gevraagden stu denten kippenvel bezorgen. Wij hopen in tusschen, dat men niet al te veel zal hech ten aan dat woord, dat ook ons niet ge lukkig on juist gekozen lijkt. „Innige toena dering van de bevolking", ziedaar datgene, waarnaar zonder bezwaar gestreefd kon worden. Enwanneer men bedenken wil, dat mot dit streven zoo groote belangen, als wij hebben aangegeven, verbonden kunnen zijn, dan hopen wij, dat men de vraag van dezen ziener niet mot een laatdun kend lachje ?al op zij schuiven, maar dat men - en dus ook de sttideerende jonge lui zich daarmee eens ernstig zal wil len bezighouden. Het is werkelijk een groote gedachte, het nadenken meer dan waard Vergelijken wij nu de uitgaven voor brandweer in de gemeenten der verschil lende provincies (in 1903) met elkaar, dan krijgen wij dit staatje. B r a n d w e o r. Kosten. Provincie. Bevolking. meer fr^„ vomeren, aan e zal bevoH°n vcrkeer' d;d do kennismaking dea tot ï;'0? 0,,f Iangz''l|nerhand zal leb de «aal Lm-VTS z66vor' hoeff mcn een- zij het I gevestigd, dat krachtige, rnensM tcrid officïouso banden, bindend di® kndca aaa olkaar ken, oók' Z grootere roofvol- zich nop 'wel61 ZiJ" eon vcrband zien, Wat /Ir"5 Jfnger ^denton een van de kleinen wat al Het buitenste uiterlijk. IX. dot laatst spraken wij van de vuurbo- bostrijding in de Nedorlandsche steden en constateerden wij het enorme verschil van opinio dat op dit punt blijkt te "bestaan over de uitgebreidheid van (de gemoento- zorg, zoodat de Amsterdammer om zijn eigendom -tegen brand .e beschermen 935 maal zooveel geld uitgeeft als b.v. dc Hol lendoorn aar en ruim 13 maal zooveel als de Maastrichtenaar. Trouwens ook dc Bo- verwijkor besteed aan zijn brandweer ruim 178 maal zooveel als de man uit Hellen- doorn en ruim 40 maal zooveel als de Boxtelaren. Limburg 304,279 7,364 2.4 Overijsol 354,914 16,218 4.5 N,-Brabant 581,713 27,561 4.7 Zeeland 223,427 11,266 5.04 Gelderland 597,016 33.415 5.5 Friesland 350,746 21,397 6.1 Groningen 312,451 20,797 6.6 Drente 159,122 14,059 8.8 Utrecht 268,159 34,702 12.9 Zuid-Holland 1,240,846 219,013 17.6 Noord-Holland 1,038,530 464,304 44.7 Is er dus dezelfde groef in uitgaven, die wij ook bij andere posten gevonden heb ben en die geschiedt naarmate de provin cies meer centraal gelegen zijn, opmerkc lijk blijft hier toch het groote verschil tusschon Limburg en Noord-Holland en het feit, dat men ook in Noord-Holland nog ruim tweo en half maal zooveel per hoofd aan de brandweer uitgeeft als in Zuid- Holland. De verklaring zal wel liggen in de enorme uitgaven van Amsterdam, dat alleen bijna tweemaal zooveel uitgeeft aan de brandweer als alle gemeenten van Zuid- Holland samen. Ja Amsterdam geeft alleen meer aan de brandweer uit (i 408,925) dan alle gemeenten van alle provincies van Nederland, met uitzondering van Noord-IIolland, samen (f 405,822) 546,534 monschen uit een stad in een pro vincie geven hiervoo- dus meer uit dan de 4.392,673 in de andore provinciën. In derdaad een zonderlinge verhouding 1 Indien wij de kosten voor de Brand weer van enkelen gemeenten (begrooting 1907) nu nog wat nader bekijken, komen wij al spoedig tot de ontdekking, dat niet alleen do bodragen zeer uiteenloopen, maar dat ook de wijze, waarop liet geld besteed wordt, lang niet overal dezelfde is. Verdeden wij op het voetspoor van do officieele statistici de kosten in twee deden, in uitgaven voor personeel en uit gaven voor materieel, da.n krijgen wij het volgende staatje: Brandweer. Belooniüg Uitgaven Gemeenten: personeel: materieel: Totaal Gulden. Gulden. Groningen 8810 3715 12525 Haarlem 2575 7476 10051 Arnhem 3025 6730 9755 Nijmegen 4125 4125 Dordrecht 3041 3010 6051 Leeuwarden 5654.50 2052 7706.50 's Hertogen!). 1550, 1100 2650 D(dd 2310 1150 3460 Zwolle 1419 810 2229 Schiedam 2000 1690 3690 Gouda 1800 800 2600 Alkmaar 1705 2195 3900 Middelburg 1615 1060.04 2675.04 Assen 375 347.50 722.50 Alen moot bij de bcoordecling van dit staatje erop letten, dal verschillende ge meenten hier weer vermoedelijk dezelfde uitgaven op ^verschillende posten boeken. Zoo vinden wij in Nijmegen niets voorliet personeel. Wel komt er in het hoofdstuk „kosten van brandweer" een post voor „beproeving, gebruik enz. van de brand- hluschmiddelen", .waaruit toelagen etc. wellicht ook betaald worden. Doch de Arn- hemsche begrooting, die natuurlijk naar het zelfde systeem is ingericht, heeft ook zulk een post en kent daarnaast nog posten voor brandweerpersoneel, die dc Nijmoogscho bogrooting niet kont. Opmerke lijk is het, dat de twee grootste steden van het Noorden onevenredig veel aan hun personeel betalen, terwijl Groningen bovendien nog onevenredig weinig voor zijn materieel besteedt. Voor laatstgenoem de stad zal do verklaring van dit verschijn sel wol vooral daarin te zooken zijn, dat daar een vaste brandweer bestaat, die in dc meosto sleden van die grootte onls breekt. Ton slotte geven wij voor heden nog do kosten van openbare verlichting in to taal en per hoofd der bevolking volgens de rekening over 1903, eerst van cenige grooiere steden, daarna van kleinere plaat sen, telkens in opklimmende reeks. Ook hierbij dient opgomerkf, dat de cijfers hier gedeeltelijk zeer willekeurig zijn gegeven en dat met name op1 die voor de gemeen ten in Noord-Brabant wel niet veel pijl is to trekken 0 p e n b a re voo r 1 i c K t ïng. Kosten, r Per hoofd Inwoneae. Totaal, d. bevolk. Gulden. Cent. Tilburg 44787 Den Bosch 32891 323 0.9 Nijmegen 47673 5088 10.6 Maastricht 35639 6255 17.5 Gouda 23552 4250 18.04 Rotterdam 357474 146056 40.8 Schiedam 27943 13043 46.6 Haarlem 68518 32084 46.8 Assen 11789 5636 47.8 Leiden ■55470 29800 53.6 Alkmaar 19416 10768 55.4 Middelburg 19206 10688 55.6 Arnhem 47673 26898 56.1' Dordrecht -72994' 24283 56.4 Utrecht 110648 61210 58.03' Leeuwarden 33936 19958 55.8 Zwolle 31973 1975G 61.7 Amsterdam 546534 365530 66.8 Groningen 70609 51131 72.4 Den Haag 229803 149827 86.9 Sittard 6508 22 3.3 llellendoom 7913 170 2.1 Delfzijl 8298 820 9.8 Loosduinon 5989 1122 18.7 Boxtel 7101 1479 20,7 Zwijndrecht 6139 145G 23.7 Culemborg 8522 2067 24.2 Rhenen 5817 1427 24.5 Enkhuizen 7318 3313 45.2 Franekor 7393 3443 46.5 Zierikzee 6948 3274 47.1 Meppel 10529 5570 52.9 Maassluis 8336 4600 55.1 Beverwijk 5856 4002 68.3 Wat do sleden aangaat, komt in hoofd- uit het Noorden, terwijl in het Zuiden het licht heel goedkoop of niet is. Opmerkelijk is verder, dat hier liet verscliil tusschen kleine en groote ge meenten lang niet zooveel gewicht in de schaal legt als wij dat by andere posten aangetroffen hebben. ALLERLEI. PERZIE EN ZIJN BESCHAVING. De onlangs gestorven Shah van Perzië heeft slechts 11 jaar geregeerd. In zijn vroegst© jeugd werd, hij tol stadhouder in de provincie Aserbcidschan benoemd, en won daar door zijn rechtvaardigheidszin de harten van het volk. Toen zijn vader den eerslen Mei 1896 vermoord werd, be steeg itiij don troon en liij wist doorzijn gezond versland en zijn streven naar rechtvaardigheid een populariteit te ver worven, waarin slechts weinig Shahs zich verheugen mochten. Diep doordrongen van de noodzakelijkheid om zijn in vele op zichten achterlijk rijk te hervormen, on dernam hij, evenals zijn vader, herhaalde maten ©en peis naar Europa en hij werd oveTal met sympathie ontvangen, en dat niet alleen wegens de groote menigte dia manten ©n paarlen, die hjj en zijn gevolg met zich voerden en om de dikwijls fa belachtige inkoopcu van sieraden en kunst voorwerpen, die hij te Parijs, JVeencn, Eer lijn en Petersburg deed, maar ook omzijn eenvoudige, innemende persoonlijkheid. Op die reizen kreeg hij allerlei indruk ken, en al gelukte hot hem ook niet al het goede, dat hij in ,de middelpunten dor beschaving opmerjete, in zijn rijk in te voeren, daar zware ziekte zijn work- krachL verlamde, toch heeft hij veel nut tigs tot stand gebracht en in zijn, tol dus ver despotisch geregeerd land den grond slag gelegd tot een parlementairen regee- ringsvorm. Mazaffered-Din bezat niet dat dichtors en schrijverstalent, dat zijn vader onder scheidde. Toen deze, in zijn gewoonten, eigenaardigheden en opvattingen nog zeer Aziatische^ persoonlijkheid reizen ondernam naar de Eufopeesehc hoven, maakte men zich vroolijk over den vermakelijken Shah va11 Perzië, die bij zijn eten geen niesen ■york gebruikte, loen echter de in dicht kunst, geschiedenis en politiek niet onbe dreven vorst zijn in klassiek Perzisch ge schreven reisbeschrijvingen uitgaf, was men niet weinig verbaasd over de gees tige, scherpzinnige en treffende wjjze waarop deze Oosterling wist te oordeelen over de Westersche vorsten en volkeren. Ook^ bezat hij een kostelijken humor, en onwillekeurig herinnert men zich daarbij, dat de verhalen uit de „Duizend en één nacht", die zoo rijk aan humor zjjn, voor het grootste deel ook op Perzischen bo dem spelen. Perzië was al Vroeg een beschaafd land, het kan op een schitterend verleden, te- fugzien, loen het op liet gebied dorbut- tenlandsche politiek toonaangevend was on de uitdrukking „koning derkoningen" niet slechls een spreekwijze, maar een feit was. Sedeft Perzië in 1856 door de bezetting van Hegat met Engeland in strijd ggraakte, is het Oosterscho rijk inwendig zoo achteruitgegaan, dat het zich daar van nu nog niet hepsteid heeft Ofschoon de Pefzcn, die den godsdienst van den Islam aanhangen, veel overeen komst hebben met do Tipten in hun. le vens- en wereldbeschouwing, verschillen zij 'toch ook in menig opzicht Van hen. Terwijl ©r bijv. in Turkije, bijna geen theateg bestaat,'is de tooneelspeclkunstin Perzië op een tamelijk ïioogen trap. Algemeen wordt opium gebruikt, waar door ge-est en lichaam schade lijden. Ge- druktheid, traagheid, gebrek aan 'geest-en wilskracht kenmerken den aan opium ver slaafde. In Perzië is de straf geen noodweer tot zelfbehoud van de maatschappij tegen hen, die hun bestaan bedreigen, maar ze is een daad van wynak, vandaar de wreed heid en verfijning dor Toegediende straf fen. De vo.rst cn de gouverneurs hebben een groot a^antar neulen te hunner be schikking, die hen op al hun reizen ba- geleiden. De sltraf volgt gewoonlijk meesIjal dadelijk op een gegeven toeken en inde persoonlijke tegenwoordigheid van den heerscher. In vroegere tijden werden de straffen met gruwelijke wreedheid voltrok ken. Vóó,r Nassrcd-Din ^jas bjjv. liet blind maken een dpgelijksche giraf. De misda digers werden door do straten gesleept, de vingers van de rechterhand werden hun afgehouwen, do oogen en de neus wer den hun afgesneden, of ze werden mot gloeiende tangen geschroeid, Nog weelderiger dan in Europa, bloeit er de kwakzalverij, cn wonderdokters vin den o,r veel te doen. Hoe weinig hot eigendom der onderda nen voor de willekeur der vore ten ver zekerd is, blijkt ons uit wat Nassr ed- Din in zijn eerste reisdagboek verhaalt. Toen dezo vorst in Sanssouci de beroem de tuinen van Fmlerj,k den Groote be zocht, was hij verrukt over de rozen- prachl, die hij daar zag en vroeg aan den pruisischen hofbeambte, aan welken van zijn onderdanen de groote koning dien prachligen tuin ontnomen lind. Toen de beambte antwoordde, dat Frederik deGroo- te den tuin voo,r zijn eigen geld hadlja- ten aanleggen, schudde de Shah ongeloo- vig het hoofd. Hij schroef hierover ia zija dagboek: „Die vorsten van Pruisen hebben dus reeds ten tijde van Frederik den Groote niets van hun onderdanen weggenomen. Ik heb de tuinen van Ilisiani, Nabichan, Nizameh en nogj eenigo anderen kalm la ten aanleggen cn zich ontwikkelen, en toen ze gtroot en mooi waren, nam ik z,e. Waar om ook niet, zo maakten dfc tuinen toch van het geld, dat ze als gouvlemeur, mi nister enz., zich heblien. weten te verze keren ;uitj mijn staatskas, dus met mijn, geld!" Uit dit alles blijkt dat de Perzische be schaving iets heel eigenaardigs is en dat de nieuwe Shah Mohammed Ali Mirza, dq o yds Ie zoo'n en opvolger van Muzaffer-ed- Din - geboren den 21 Juni 1872 —even als zijn nieuw gevormd parlembnt cn dy verlichte personen uit zijn volk nog een, zwtiar werk vood, zich 'hebben, om "hlet Aziatische rijk op de hoogte van 'n beschaaf den Europeeschien sthat te brengen. EEN VASTENAVONDGERRUIK IN ITALIË. Hal di Rose, did poëtische stifeek van lEalië. is weinig bekend, wat toe te schrij ven is aan zijn slechte Verkeerswegen, en, de weinige, gtistvrijheid zijner bewoners, een ,nog prionitievte volksstam, die mot zjji geheolle ziel aan zijn oude gebruiken en gewoonten, zielfs 'aan bijgeloof enarg- Vaan verknocht is. Toch viert ook "-dit cfeil zijn karnaval en op welke wijzielEeo, spreekwoord in Val di Rose zegt: „Ieder mensch heeft zijn vijand", daarom vin den ze <ïal ook ieder feest een tegenstan der moet hebben, en de vijand van hot karnaval js de leelijkie, brommende heks, een pop Van oude kteeren en stroo, die op een kriein wagentje rondgereden wordt. „Scheer je weg!" hoort jnpy haar toero»_- SCHIEDAMSCHE COURANT MMB—fQ—1M—i „j "UV «J.V4.AV llWiUj IYWJL

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1907 | | pagina 9