HET PAUK VAN, IIAGENBECK. Carl Hagenbeek"Wio heeft den naa'm wel niet eens gehoord van den man aan wien niet alleen dierentuinen en eigenaars van menagoriën en circussen, maar ook (alrijke particulieren uit de oude cn de nieuwe wereld een grooler of kleiner deel hunner dieren danken, en die in betrek king staat met personen in de verst af gelegen streken van Azie en Australië, zoowel als in do- met sneeuw bedekte vel den van Groenland cn de. brandende zand woestijnen van Afrika, Tot voor eenige jaren bevond zich de dierenwereld der firma in een voorstad van Hamburg, St. Panli. Nu wordt er een half uur huilen Hamburg een patk voor aangelegd, dat als het voltooid is, zijns gelijke bezwaarlijk zal vinden, in ieder ge val een der grootste bezienswaardigheden der stad zal zijn. Het park is mi reeds acht hektaren groot; in den loop der tijden zullen er echter nog acht hektaren bijgevoegd wor den. Er wordt ook een slnnsvogelboerderjj in gericht, daar de ervaring geleerd heeft, dat do struisvogels het klimaat goed kunnen verdragen. Men heeft in 't algemeen merk waardige uitkomsten gehad met het over brengen van tropische en subtropische die ren. Het roofdierenhol bevindt zich aan den voet van een kunstmatige rots. Het is niet door traliewerk afgescheiden van het ove rige park, maar door een vijf meter diepe gracht. Op het uur van de voede ring gaat de wachter naar de rots om zijn beschermelingen met een krachtige zweep naar binnen te drijven. Een iwoe- pf driemaal herhaald zweepgeklap is in den. regel voldoende om de dieren le bren- *gen, waar hij ze hebben wil. Zoover ons bekend is, beeft dit roofdierhol in geen dierentuin zijnsgelijke. Staat men voor den grooten parkvijver, waar men alle denk bare zwemvogels en stellloopers bijeen ziet, dan bemerkt men aan den anderen kant de herkauwers en daar achter hot plat form van het roofdierhol, waar leeuwenen tijgers rondloopen, op de toppen boven hen groote roofvogels, condors, gieren en adelaars, die alle met dunne op eenigon afstand onzichtbare kettingen vastzitten, terwijl op de rotspartij op den achtergrond gemzen, steenbokken enz. zich bewegen. Daarbij heeft men nergens traliewerk aan gebracht of dit is zoo gedaan, dat men het niet ziet en den indruk krijgt, alsof al die dieren een onbeperkte vrijheid ge nieten, DE RIDDERORDEN VAN" WILHELM II. De Duitsche keizer is, zooals men weet, grootmeester van al zijn orden en be schermheer van de orde van Sint-Jan. Hij draagt die onderscheidingsteekenen op al zijn uniformen. Daarentegen bezit hij niet de orde „Voor de verdienste", noch bet ijzeren kruis en zelfs niet de orde van Wilhelm II, die hij in 1896 stichtte ter belooning van groote diensten op het ge bied van politieke en sociale economie. Van de buitenlandsche orden bezit de keizer de meeste; toch zijn enkele hem ,nog niet verleend, zooals die van het Gulden Vlies omdat deze Oos'enrijk- sche orde een katholieke is en het groot kruis van het legioen van eer men be grijpt, waarom deze hem niet gegeven werd. Geen enkel Fransch staatshoofd heeft na 1870 de orde van den Zwarten Adelaar ontvangen. De laatste Franschman, die deze orde had, was Mac-Mahonhij had haar in 1861 gekregen ter gelegenheid van de kroning van koning Wilhelm te Königs- berg. Deze bezat het grootkruis van het le gioen van eer; en zelfs nadat, hij keizer ,van Duitschland was geworden, droeg hij haar nog bij enkele gelegenheden, zooals hjj zeide, om den Franschen gezant te eeren. ZELFONTWIKKELING. De hertog van Argyll zag eens toen hij in zijn tuin wandelde een Latijnsrh exem plaar van een van Ncwlons werken op het gras liggen, en daar hij dacht dat men het uit zijn boekerij had weggehaald, riep hij iemand om het naar huis te brengen. Maar Edmund Stone, de zoon van den tuinman, vertelde, dat dit boek hem toe behoorde. „Aan jou?" vroeg de verbaasde edelman „Kun je dan Newton in'tLatijn begrijpen?" „Wel eenigszins," antwoordde Edmund. „Hoe kom je aan die wetenschap" vroeg "de hertog. „Tien jaar geleden heb ik loeren lezen," antwoordde Stone. „Toen ik dat eenmaal kende, kon ik mijzelf verder helpen. Ik zag eens, dat de metselaars aan uw huis werkten en de architect een liniaal en passer gebruikte en zijn berekeningen maak te. Ik vroeg wat hij eigenlijk deed; men .vertelde mij, dat er een wetenschap be stond, rekenkunde genaamd. Ik kocht daar een boek over en bestudeerde dat. Men zei mij, dat er nog een andere weten schap bestond, de-meetkunde. Ik las, dat er over die wetenschap goede boeken be stonden in het Latjjn, dus kocht ik een Latijnsche dictionnaire en leerde die taal, toen hoorde ik, dat er ook goede Fransche boeken over geschreven waren; ik kocht dus weer een dictionnaire en leerde ook die taal. Is het niet waar, dat wij ons zelf alles kunnen Ieeren, als wij de zes en twintig letters van het alfabet kennen?" DE ARCIIaOKATILOS. Zelfs zij die Gvieksch kennen, zullen waarschijnlijk niet weten wat dit Grieksch klinkende woord heteekent. Men noemt in Griekenland archiiokapilos een man, die heimelijk naar antieke schatten graaft en ze in 't geheim verkoopt. In do dorpen, die bekend zijn, omdat men or antiqui- teiten vindt, is haast geen hoer, die geen archiiokapilos is. Deze schatgravers arbei den met groote, fijne boren (trivili), ze hooren het dadelijk aan den klank, als die boor op een grafsteen stoot. Ze trekken hem dan snel terug, maken eon toeken op do plaats en koeren 's nachts terug om het graf te openen en re borooven. Daar echter veel van wat men in die graven vindt uiteen valt als men hot er dadelijk uit wil wegnemen, laat men bet eerst eenige uren in de open lucht staan cn haalt het bij zonsopgang weg. In Corinthe, Argos, Tanagra enz. zijn op die wijze tal rijke graven geopend en van hun schat ten beroofd geworden EEN HUIS VAN 4S VERDIEPINGEN. Een verzekeringsmaatschappij zal in de avenue Madison te New-York het groot ste gebouw ter wereld doen bouwen, liet zal 48 verdiepingen hoog zijn en zal 714) millioen gulden kosten. PRIJS VAN HANDSCHRIFTEN. Rij een verknoping van handschriften in Frankrijk heeft men eenige prijzen aangc- teckend, die waard zijn opgemerkt te wor den. Een brief van Lodewijk XVI bracht 40 gulden op. Dat is een mooio som. Maai de koningen worden ook hog op prijs ge steld. Louis Philippe's handschrift bracht '20 gulden op; dat van Lodewijk NVIH10 gulden; van Karei IX en Karei X ging een handschrift voor 7i/_> gulden; een van Hen drik III bracht 5 gulden op, on een van den graaf de Cliambord 12'/o gulden. De voortbrengselen der republiek wor den veel minder gevraagd. .Tules Grévy spant de kroon met 8 gulden; FélixFaure «n Sadi-Carnot gingen voor 4 gulden en Casimir-Perier voor 2.5 gulden. Een handschrift van generaal André werd verkocht voor vijftien centen. „Dat moot al een zeer eerlijk en waar heidlievend man zijn." „Waarom denk je dat?" „Hij is twee maanden buiten geweest en vertelde mij, dat hij niet gelukkig is geweest met visschen." Schuldenaar (tot dem binnenkomenden schuldeischer)„Ik ben juist bezig een postwissel aan u te schrijven." Schuldeischer„Eindelijk 1" Schuldenaar; „Zoodra ik geld heb, zal ik hem verzenden." Do directrice van een meisjesschool vond een brief in het schrift van een 11-jarig meisje. „ïk hoop, Farmy, dat het geen minnebrief is," sprak ze ernstig. „Verbeeld u!" antwoordde de elfjarige „aan zulke dwaasheden doe ik al in geen jaren meer." Slager: „Als het vleesch opslaat, brom men de klanten, als het afslaat brom ik!.,. Dan laat ik toch liever de klanten brommen! NEDERLANDSCHE WIJSHEID. Danken, liefhebben en vertrouwen, wie dat heeft geleerd, heeft onder al het ver gankelijke het eeuwige gevonden, Groenewegen. Hel minnend oog bedriegt En schat ook 'L leelijk schoon. Vondel. Hierin ligt al de. ernst, al de zwaarte onzer verantwoordelijkheid, dat er van ons geëischl wordt, niet iets te doen, maar iets te zijn. Do Russv. Er is te zijn. dikwijls hart toe noodig om hard Melati van Java. 0, 'I. Mysterie zonder weerga, dat ik overal het goed in mijn eigen als ik weerga, dat ik daar het kwaad ontmoet. Gezelle. De scherpe kling kwetst maar in 't bloed, Kwa tongen snijden in 't gemoed. Huijgens. VOOR DAMES. MODE. In de nieuwe voorjaarsmode zal men veel combinaties van stoffen zien. Laken japonnen zullen fluweelcn hiais, vestjes en heele bolero's hebben; ook fluweelen ja ponnen met laken vestjes enz. zullen ge dragen worden. Evenzoo verecnigt men zijde en laken. De verschillende stoffen moeten echter yan dezelfde kleur zijn, behalve natuur lijk wanneer de eene slof gestreept of ge ruit is. Dan moet de hoofdkleur hiervan met de grondstof overeenkomen. Een eigen aardigheid is, dat men. de zij en het laken bijna nii»t yaji ftltear Qftd.ejvpheiden. De nieuwe lijne lakensooiieu zijn zoo glanzig en zacht, dat. ze op zij lijken, te meer daar de nieuwe zijsoorten watdof zijn. Men ziet ook wel zeer van elkaar ver schillende stoffen bijeendragen. Zoo neemt men fluweel bij zijden mousseline. Voor de mouwen in dergelijke japonnen gebruikt men de beide stoffen. De zwaar dere stof begint dan bij den schouder, of als men er de lichtere neemt, schikt men zo zoo, dat ze zwaar schijnt. KONINGIN ALEXANDRA. Alexandra Caroline Marie Charlotte Louise Julie van Slceswijk Holstein Son- derhurg-Gliicksburg, koningin van Enge land, werd in 1844 geboren in het een voudige paleis van Gutc. Daar to Kopen hagen leefde de toekomstige erfgenaam van de DeenscJie kroon. Chrisliaan, met z.ijn gezin op zeer eenvoudige wijze. Met hnar goudblonde haren, haar blau we oogen, haai' l'rissche tint cn lm ar voor name manieren was koningin Alexandra men zou bijna kunnen zeggen ze is 'I nog van oen buitengewone schoonheid. Ze wist dan ook spoedig de harten der En- geischen tc winnen en werd het middel punt van een elegant en vroolijk hof, dat een gedeelte van do aristocratie schade loos stolde, voor de strenge etiquette van Windsor. Koningin Victoria wilde die voor lmar waardigheid on eenvoud, De prinses van "Wales trok te "Marlbo rough House alle mooie vrouwen tot zich. De prinses was altijd zeer elegant. Ze toekent modellen van hoeden en re gelt den snit van japonnen en mantels, die ze wil gedragen hebben. Ze hecht hei grootste belang aan iedere plooi cn bestudeert daar de uitwerking van. De grootste modenaaisters volgen haar voor beeld, omdat ze een toonbeeld is van goe den smaak. Ze kleedt zich gaarne in'twit, zelfs als ze een kolenmijn bezoekt. Als ze thuis is, of als ze naar haar zoon te York-House gaat, is ze zoo een voudig gekleed, dat de wachten haar soms niet herkennen. Ze heeft ook haar eigen opvattingen; zoo heeft ze nooit een crinoline willen dragon. Altijd heeft ze een ketting om. Onlangs, tijdens de lange afwezigheid van den hertog en de hertogin van York, ver scheen de koningin van Engeland te Hyde- Park met haar kleinzoon op schoot inbaar rijtuig; daarna kruinen de Londenscheda mes niet meer uit rijden gann zondereen kind op schoot te hebben. Wie geen kind of kleinkind heeft, leent, er een van haar vriendin. De koningin houdt van bloemen en ka merplanten. Alle Engelsche salons zijn dan ook in tuinen omgeschapen. Alexandra rijdt uitstekend paard, in dat opzicht heeft zo haar gelijke niet. Als uit stekende musicienne, hoewel ze altijd, evenals haar moeder, een weinig hard- hoorend is geweest, is ze tot docter inde muziek van de universiteit te Dublin be noemd. Ze heeft geen bepaalde vriendin, behalve haar hofdame, de oude gouvernante ba rer dochters, miss Knollys. NV at nog ver wonderlijker is, ze heeft geen vijanden, daar ze de liefdadigheid, bescheidenheid en goed heid in persoon is. DE RUSSISCHE STUDENTE. De heer d'Haussonville, lid van. de aca demie fran^aise, vertelt over de Russi sche studente: „Ik zou nroeite gehad hebben, om mij in den geest van die jonge meisjes in te denken, als ik niet het geluk had ge had verscheidene malen een van die trek vogels in mijn werkkamer te zien binnen komen. Irr Frankrijk opgevoed, waar haar familie haar in haar jeugd had gebracht, had ze in België den graad van docler in de sociale wetenschappen verworven. Ze was te Parjjs teruggekomen om er werk te zoeken. Toen ik haar' voor 't eerst zag, droeg ze een groot handschrift. Het was een werk over Mme. de Staël, beschouwd als filosofe, moralisfe, romanschrijfster, enz. enz. Dat werk, waarvoor ze mij' 'ver zocht had haar te helpen, aan een uitgever, gaf blijk van veel onderzoek en een zeld zame geestesontwikkeling, ik was echter genoodzaakt haar tc zeggen, dat dit werk, dat in Rusland reeds was uitgegeven en daar veel aan haar landgonooten had kun nen Ieeren, voor ons Franschen geen nieu we gezichtspunten meer opende on zij 'er wel niet in ,zou slagen er een uitgever voor te vinden. Ik zag, dat ik haar pijn had gedaan. Ik toonde haar wat deelne ming door haar te vragen in welke rich ting ze haar leven wou leiden. „Ik wil mij aan, de zaak der mensch- beid wijden," antwoordde zij. „Hoe?" „Door het verspreiden, van juiste denk beelden," Ik waagde het njet, haar te vragen wat die juiste denkbeelden waren, want dan zouden, we het waarschijnlijk oneens zijn geworden, en dat wou ik vermijden. Ik zei dus maar dat het een vaag plan was, dat moeilijk was uit te voeren; dat het leven, van een vrouw ajleen ver van haar land heel treurig wap en dat ze misschien wijzer zou doen, door naar Rusland terug te keeron, waar haar familie haar gaarne zou ontvangen en wapr ze op bescheiden voet goed zou kunnen doen. Maar" die raa,d vond geen ingang bjj haar. „Ik wil niet voor niets gewerkt heb ben/' zei ze, En ik voelde, dat dat zwakke uiterljjk en die zachte manieren een vasten wil verborgen. Toch ging ik voort: „Voelt u zich soms niet bedroefd en onjmoedigd?" „Zeker, evenals iedereenmaar dan is er een gedachte, die mij ajtijd troost." „Welke?" „Die, dat de dood aan alles eon einde maakt." Na dal trolsche en smartelijke antwoord sprak ik p.iet meer, want ik wilde geen wijs geurig of sociaa.1 twistgesprek begin nen; maar ik krpog eprbied voor haar en toen hot vogeltje, dat zich eenigen tijd hij mij had opgehouden, zijn vlucht had hern.omejn, had ik een gevoel, dat het zich wel in richting zou kunnen vergissen, maa.r dat het in ieder goyal hoog zon vliegen." STUDEERENDE VROUWEN IN FRANKRIJK. Het aantal vrouwelijke studenten aan Fransche hoogeseholen he,droeg het vo rige jaar 2264. Ze waren, op de, volgende wijze over de verschillen,do faculteiten ver deeld 88 in, de rephten, 721 in de ge neeskunde, 64 in de farmacie en 1393 in do wijsgeerige vakken. Te Tomsk in Siberië is een hoogeschool voor vrouwen geopend, voorloopig nog maar mof twee faculteiten,, de wpgoerige en, geschiedkundige. Te Schöneberg heeft de ondenvjjzercs- senbond bij de overheid een verzoek in gezonden om een vrouwelijke schoolarts. Men, heelt geantwoord, dat het verzoek in overweging genomen zal worden. RECEPTEN. Gebakken appels. Kleine gave appels worden geschild, van he,t klokhuis ontdaan, dan wordt iedere appel ip suiker-water gedoopt en in jam ge,wcnteld, daarna in beschuitkruimels. Dan plaatst men, de appels naast elkaar in een met boter bestreken, braadpan, bedruipt zo rijkelijk met boter, bestrooit ze met sui ker en laat ze in den oven bakken, ter wijl men, ze herhaaldelijk bedruipt. Amandeltaart. 250 Gr. geschilde en, fijn gemaakte aman delen, 250 Gr. suiker, 12 eieren, de schil van een hal ven citroen. De amandelen, de suiker, 6 geheele eieren, 6 eierdooiers, worden een uur lang met elkaar geklopt, dan wordt het geklopte overige eiwit met het citroensap er door gemengd, de massa in een met boter bestreken en met be schuitkruimels bestrooiden, vorm gedaan en een uur lan,g in oen matig heeten oven gebakken. TO OR KINDEREN. DE KREKEL. Vervolg op de fabel van. La Fontaine. „Dans nu maar!" had de zelfzuchtige mier uit de fabel tot den, krekel gezegd. En, hij danste, de arme krekel, maar ein delijk kon, hij niet meer en hij zocht een schuilplaats onder een grooten steen. Het werd al donker en hij begon te huilen, maar daar de krekels maar óón, soort ge luid kunnen maken, leek het of hij zong. „Wat is dat?" klonk een stem. En. iemand lichtte den steen opeen heel hleek, slecht gekleed jongmensch. „Een krekel in den herfst! Hoe zou die nu nog in leven zijn?" Terwijl hij dit zei, nam hij hem in de hand, om hem te verwarmen. „Ik leef nog, omdat ik niet wil ster ven," zei de krekel. „En dat zou toch gebeurd zijn, als u me niet te hulp was gekomen." „Mijn hulp zal niet van langen duur zijn. Ik ga ook sterven," „Waarom?" Toen vertelde dc man, dat hij een rond reizend zanger was, en de bewoners der kasteelen hem meestal de deur voor den neus sloten. „Mij heeft men ook dc deur voor den neus gesloten," zei cle krekel en hij ver telde zijn 'gesprek met de mier. „Laten we nu maar niet langer hier blijven," ging hij voort. „We moeten een nachtverblijf zien le vinden. Vooruit!" Op de mouw van, den jongen man ge zeten, begon hjj zoo vroolijk te' zingen, dat de ongelukkige met moed verder ging. Hij liep maar steeds voort. Eindelijk kwam hij aan den voel van een berg, waarop een geweldig groot kasteel, slon,d. Er scheen licht door dc vensters. De groote poort was open en, niemand hield er He wacht bij. De zanger kwam eerst op (een binnenplein, toon in een groote zaak 'waar soldaten bezig waren hun wapen,s op te knappen. Allen sche nen. verontwaardigd, ze praatten zoo drek, dat ze niet merkter\, dat er iemand bin nenkwam. „Die dwaze prinses Fleura,n$o," zei een soldaat. „Die gekke vicomte," voegde een, aryler er bij. „Alleen, te willen, trouwen met mooi weer!" „Niet in den oorlog te willen gaan voor hij' getrouwd is 1" „Wat zal de koning er van zeggen?" zei de oudste soldaa,t. ,,'Ovex acht dagen moet de vicomte met zjjn, troep bij het leger zijn,"' t „De oude graaf is wanhopend.". ,De gravin ook." „Wij ook 1" riep een, reusachtig soldm uit, terwijl hij met groot gewold zijnhri,! op den groi\d gooide. De zanger sprong achteruit om den helm niet op de voeten, te krijgen en 3[ond voor een lange gang. Hij liep die tre.,,, de, ging een, trap op en kwapi in ceil vertrek, waar klaarblijkelijk de graAf V" gravin en hun zoon Enguorrap droevik een groote tafel zaten. In 'iet anderceiaj der zaal zal prinses Fleurange, de nicht? en verloofde van den vicomte. „Enguerrand," smeekte de oude h«r „je moet bepaald voor het eind van dó volgende week vertrekken. Anders houd» men je voor een lafaard en, wij worden er voor gestraft." „Ik ga niet, voorda.t ik met Flourange getrouwd ben," zei de koppige jongeman De gravin ging naar Flourange toe* „Je ziet in welk gevaa;r je ons alien brengt. Wil je morgen niet je bruiloft vieren?" „Ik wil alleen trouwen in den zomer met mooi weer," antwoordde do prinses De zanger had zich achter het gordijn verborgen gehouden. Hij luisterde naardo wanhopige menschen, maar ook naar den kleinen krekel, die op den kraag van zijn mantel gekropen was en hem iets in 'toor fluisterde. De zanger ging opeens midden in. de zaal staan. „Wie geeft je verlof hier binnen to ta rnen riep de graaf. „Maak dat je wez komt!" 6 „Wat is u in een slecht humeur," schert ste de zanger. „Breng hem naar de gevangenis," z« de oude heer woedend, „Als ik dat wil?" „Als jij 't wilt! Waar kom je vandaan, onbeschaa,mde?" „Ik ben Ramjnotomajuro," sprak de jon ge-. man. „Rama... Ramona... Ra?" vroeg do graaf. „Ja, Raminotomaturo, de loovenaarvan don keizer van Indiö. "Wat i's 'mea hier achterlijk, dat men mijn naam aog niet eens kentl Ik kom om u uit cle ver legenheid te "helpen maar het is al laat, ik zal het u na het eten uitleggen," En de uitgehongerde stumper ging aan de welvoorziene tafel zitten. Enguerrand en de gravin, bevende van blijde verwachting1, haastten zich omhein te bedienen. ,'De graaf herhaalde maar steeds: 1 „■O 1 machtige Rama RamiHa- tono als u ons kon helpen!" De zanger at en dronk meer dan een uur. Toen er niets meer op tafel stond dan leege scholels en lcoge karaffen, ver klaarde do zoogenaamde Loovenaar: „Laat de kerk in orde brengen, versier haar met bloomen, morgen voor vieren zal Fleurange uw zoon trouwen." Men hoorde drie kreten van blijdschap, Fleurange bleef onverschillig in haar hoekje zitten, zo had niets gehoord. Den volgenden morgen gingen Enguer rand en de prinses ajs naar gewoonte in den boomgaard wandelen. Wat was het .treurig, die boomgaard zonder bladen, zonder bloemen en waar het gras ging verdorren! Enguerrand dacht: „Die loo venaar heeft ons bedrogen. "Waaromzou vandaag voor vieren Eensklaps hoorden ze een krekel zingen. Fleurange bleef verwonderd stil staan, Men hoorde een tweeden en een der den krekel, toen een vierden en vijfden. De heele boomgaard was vol van het ge zang der kleine beestjes. En omdat men dat gezang alleen maai' in de warme zo merdagen hoor!, kreeg men het gevoel alsof het zomer was. Fleurange klapte in de handen en riep verheugd uit: „Hot is zomer, want de krekels zingen! Ik wil vandaag wel trouwen, Enguerrand." Ze trok een wit fluweelcn japon aan, waarschuwde iedereen en men ging naar de kerk. De bruidsstoet was er niet min der prachtig om, (Lat hij zoo in der haast was samengesteld. Men zag er Raminato- maturo, den toovcnaar, die in November de krekels had weten wakker to maken, bedekt met .kostbaarheden, die do graaf hem al schreiende len geschenke had>ge- geven. Men zag er ook de soldaten van Enguerrand, 'wier wapens, die een maand Jang iederen dag gepoetst waren, blonken als spiegels. Het krekelgezang hield niet op en men had óndanks den noorden wind en den grauwen hemel het gevoel, plsof hel zomer was. 1 Raminotomaturo zocht tegen den avond zijn,. vriendje op. Deze was helaas uitgeput door zijn, ge zang; hij was van den eenen boom naar den, anderen gevlogen, om te doen dsn- ken, dat er een menigte krekels waren, pn, nu was hij stervende. Hij lag1 aan den voet van, een plataan met uitgestrekte vleu gels en, stijve pootjes. „Mijn arme krekel," zei do jongeman. „Ik kwam hier om je te bedanken en moei ik nu zien, dat je ligt te sterven van de kou!" „Ik sterf niet -van kou," antwoordde do krekel, „maar doordat jk te voel gezon gen. heb. Maar ik treur er niet om. Ik hen voor het gciux van, u, allen gezorgd. M'jn dood is dus mottig1." Met die woorden, stierf hij en Ramino tomaturo begon, te schreien. Zoo was het oin.de van den krekel, di0 zoo slecht door de mier ontvangen >vas. pe un nu: Ho 2de I ver Rep ling ove diei 1 1/4 1/4 1/4 4/4 r 14 1/4 1/4 3 1/5 1/5 lfe 1/5 1/5 V ver! te r bij bij b»j b Yi gers var 'din vert raed bepr hevi ilea bom lang aan sertc «•egc roep ÖKBRUKï Tl» DftUKKERIJ V, <J, SCBIBDAMeOHl COP*^' lk- 01 m schril middi de ki »9 ik Sopln cn bl le ve iemai gezicl was. Ik sp ,3 „0 dank, dg z arm, an eei midde dot ir ttsJK «sr^jSjfiöt Hiin»igaiS«MMMIB WTHI M^wap«Wte>BP>caaatt«n«waw«a<waaattia«a^^ „H Jk 1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1907 | | pagina 10