Ingezonden.
ALLERLEI.
t
De k lev dij van sommigen ie zelfs vrij onge
geneerd, om niet te spreken van fmitnsie-
costumen, zooals oen spierwit linnen zomer-
puk, dut de awde royalist Ruudry d'Asson
soms aantrekt. Tiet gros dor député zijn
dan ook gewone menseden en hun waardig
heid alleen maakt hen niet tot een staatsbur
ger, die door elkeen met groeten eerbied
wordt lwjegettd. Gemiddeld is op de trak
tementen van een vierde der kamerleden
door de sehulJoisehors beslag gelegd. Voor
deze categorie zal de verhooging \on 0 tot
In,000 franks dier hozoiding, hot vorige jaar
door de kamer aangenomen, waarschijnlijk
niet het minst onwelkom geweest zijn. On
gelukkigerwijs heeft een beslissing van don
voorzitter der Panische rechtbank, ia kort
geding, onlang" uitgemaakt dat do GOOO
franks, welke de deputes dij- meer zou Ion
ontvangen, geheel en a! ton hate zou komen
tier selnildeischors, die conservatoire maat
regelen hadden genomenMen ziet dal in
derdaad de door hot Algemeen Stemrecht
verkozen™ in sommige opzichten weinig
boven het gros dee kiezers verheven zijn.
Mirabeati heeft trouwens gezegd, dat de ver
tegenwoordiging een verkleind -spiegelbeeld
der natie heheotde te vormen. Zij het ook
al niet voor zoover de politieke meeningen
aangaat, dan zou hij thans voorzeker tevre
den kunnen wezen wat betreft de zeden der
moeste Fnutsehe Kamerleden, die geni-t in
hun devies mogen schrijven
Homo Sum en wat daar verder volgt.
JKYEXrS.
A/ei opneming icnrdt gee-, instem miniTer Red( die
hcdoeli. Oapt/ u-Ordt nhnmre ieingoegceen.
De Herziening der Armenwet.
In het Januari-nummer van het ..Tijd
schrift van Armenzorg en Kinderbescher
ming"' komt een zeer lezenswaardig opstel
voor waarin in klemmenden betoogtrant
wordt uiteengezet hoe dringt nd noodzakelijk
het is de Armenwet van 1851 te herzien,
flel Tijdschrift raadpleegde 5 autoriteiten op
het gebied van Armenzorg, omtrent de wijzi
gingen die men aangebracht wenschte te zien.
Deze uitspraken lijken mij belangrijk ge
noeg om er een kort overzicht van te geven,
overtuigd, dat zoo zakelijke bespreking van
dit gewichtig onderwerp, bekendheid in wij-
deren kring in hooge mate verdient.
De heer ITovy acht het grondbeginsel eener
goede Armenwet armoede te voorkomen'
Hij wil dit bereiken door in 't leven roepen
en regelen der invaüditeits-, ouderdoms- en
weduwen-pensioneering, door Invordering
van handel en nijverheid, regeling der in
komende rechten in protectionistischen zin,
inrichting van ered iet weien voor de kleine
neringdoenden en Bevordering van staatsver
zekering tegen buitengewone werkeloosheid,
nevens staatsoptreden tc-gen misdadige ar
moede als gevolg van slecht gedrag.
Deze schrijver wenscht eerder duidelijk
uitgesproken, te zien, dat niemand recht
heeft op onderstand van staatswege, maar
dat deze in handen blijve der kerkelijke en
particuliere liefdadigheid. De overheid geve
steun aan bevoegde liefdadige instellingen
die op 'goeden grondsh g berusten en bewijzen
kunnen dat zij zonder dien steun niet bij
machte zijn voldoende hulp te verkenen
zij late zich echter niet direct in met be
deeling. omdat zij daartoe het orgaan mist
en beperke zich tot. het bevorderen van de
pogingen door de particuliere liefdadigheid
aangewend en verleent haar voorlichting bij
de organisatie van haar werk.
Me vrouw Muller T.ulofs zou wonschen:
lo. afschaffing van Atr. 21
Art. 21 luidt: ,,geen burgerlijk be
stuur mag onderstand verïeenen aan armen
dan na zich. voor zoover mogelijk, te heb
ben verzekerd dat z.ij die niet van kerkelijke
rekenen en zei dat 'et een bolletje was
heil si Michiel niet weg moeten jagen om
dat "i een botterik was en een kwanselaar.
In school kon je 'ern bijna nooit vinden,
maar altoos op strand, waai 'i zijn hol
blok liet dobberen als een vlieboot; maar
mijn Lammert
„Jou Lammert.'" kreet Alida Jans m
woede ,,is een bleeke melkmuil die <le kat
in donker knijpt, en ai wat mijn jongen
doet, ziet 'et Jicht, weet je, daar hou ik
van; op dat gluipen en dat sluipen heb
ik 'et niet, en mijnheer Laniji.vns denkt er
ook zoo over, want die ziet van den jon
gen wat door de vingers, en die houdt
veui van 'cm, veul meer dan van den aar.
Het had een hevige kijfpartij kunnen wor
den, als het getier van een hoop jongens,
dat zelfs de geheele haven in opschudding
bracht, I.ijsbeth niet het hoofd wenden .eri
Alida nieuwsgierig had doen oprijzen, ter
wijl zij ter sluiks een traan wegveegde dien
zij buurvrouw lang genoeg had verborgen.
Zij hief de klink van de deur op en trad
naar buiten.
Te midden van een hoop met stokken
gewapend, waarvan eenige in de' hoogte ge
heven, met mutsen en doeken prijkten, en
de standaards schenen van een optrekkend
vendel, bemerkte het starend oog van Ali
da, die door een angstig voorgevoel werd
gekweld, haar zoon Mich fel naast den ne
ger, algemeen onder den naam van Jan
Company bekenrï.
Alida ontsnapte een kieet van pijnlijke
verrassing; in een oogopslag vermoedde zij
de waarheid. Michiel, dien ze in de lijnbaan
van den heer Lampsens werkzaam dacht,
was d« oude kuren weer begonnen en had
zeker aan het hoofd van zijn kornuiten,
die hem liefhadden of vreesdon, weer de
eene of andere kloppartij geleverd. Hij, al
tijd haantje de voorste, was hun hopman,"
2o. instelling vim een centraal register,
in verband met oprichting van armenraden.
3e, regeling van het Burgerlijk Armbe
stuur.
-Ie. oprichting van werkhuizen.
De schrijfster zegt:
,,ln 1003 bedroegen de uitgaven voor
onderstand van de gemeenten rechtstreeks
en van burgerlijke en gemengde instellingen
la en i\) f S.SG3.000 tegen die van de ker
kelijke en bijzondere (Iv en c) f 9.770.000
ven verschil te gering om met eeuigou grond
van juistheid te mogen beweren, dat de
armenzorg in Nederland in don jnro lilOG
kan worden overgelaten aan kerk en parti
culieren."
Ook de volstrekte onvermijdelijkheid"
van art. 21 is oen niet juist te omgrenzen
denkbeeld gebleken ett de practijk heeft
reeds geleid tot de zoogenaamde „dubbele
bedeeling."
Een öQ-jarige ervaring heefl volgens
schrijfster geleerd, dat de bedoeling van den
wetgever van 185-1 ten eenenmale heeft
schipbreuk geleden,
Gok waar samenwerking (het parool der
moderne armenzorg) zoo hoog noodig is,
wordt dit door de wet van '54 onmogelijk
gemaakt.
De nieuwe wet verplichte alle instellin
gen van weldadigheid tot dezelfde opgaven
omtrent alle door haar ondersteunden voor
een (''-ruraal Register dat alle ondersteunden
in Nederland omvat.
Om aan bedenkingen van kerkelijke zijden
tegemoet te komen, verdeeie men het _Vn-
traal Register in twee dooien. éé*n zuiver
korkol'jk en één gemengd register. Het eer
ste omvatte alle kerkelijke bedeelden, het
tweede de overigen.
Het zuiver kerkelijke wil de schrijfster
absoluut geheim hebben, tot op het oogr-n-
blik waarop de geheimhouding overbodig
wordt, d.w.z. wanneer oen kerkelijk bedeelde
zich om ondersteuning wendt tot andere
instellingen en dan modedoeling, rosp. sa
menwerking gebiedend noodig is.
Zóó zullen we dan eindelijk ons land kun
nen verrijken met. een volledig en bet-romv-
haur overzicht van den waren omvang der
armoede en van haar oorzaken.
Dan oppert schrijfster bedenkingen tegen
dc werking van het Burgerlijk Armbestuur.
Immers de bedeeling van het B. A. is
totaal onvoldoende, het helpt niet, hot lenigt
geen armoede, geeft geen raad, trekt zich in
geen geval het lot der verzorgden aan. Het
B. A. is hier geen verwijt van te makelt,
liet doet wat de wet van 1854 voorschrijft.
Oprichting van werkhuizen vindt schrijf
ster noodzakelijk om te komen tot een strenge
control;' op die behoeftigen wier armoede
door luiheid, zorgeloosheid of verkwisting
door eigen schuld ontstaan, voortdurend op
kosten van anderen trachten te leven.
De overheid ondersteune de armen op
voorwaarde van hun arbeidsprestatie opdat
het verdiende geld aan vrouw en kinderen
ten goede kome.
Geen nieuwe armenwet kome tot stand
zonder dat die wet gepaard ga met een
wettelijke regeling van do zorg voor drank
zuchtigen. De armenwet stelle den armen
verzorging in staat om door de aanvraag
van ondc-r-ourateelc-stelling een dam op te
werpen tegen een der hoofdoorzaken, die
armoede, te voorschijn roept. Sanatoria en
asyls dienen voor de drankzuchtigen opge
richt te worden.
De heer Schölvinck acht een „Centraal
Register**' noodzakelijk en hij vestigt be
halve dien de aandacht op het instellen van
wat hij noemt ,,het recht van verhaal" en
..het domicilie van onderstand".
of bizendere instellingen van weldadigheid
kunnen erlangen en dan slechts bij vol
strekte onvermijdelijkheid."
..Ach God!" zuchtte zij, en in haar angst
wist ze niet wat te doen hem Ie gemoet
snellen om te tuchtigen, of in huis gaan
en zich voor aller oog verschuilen.
I.ijsbeth, die spoedig bemerkte' wal er
gaande was, ondervond oeri mengeling van
blijdschap en droefheid. Zij zag haar zoon
daar niet hij; die was zeker aan zijn werk.
In moederlijken trots hief zij het hoofd
op, maar een oogenblik later zag zij Alida
aan en ia.s m haar oogen zooveel smart,
dat ze er naar van werd, en den glimlach
die om haar lippen speelde, bedwong. Toch
streelde het haar voor een poos, dat ze
nog kort geleden de waarheid had gespro
ken in hef woord: „daar komt toch niets
van 'cm als 'i hier blijft." Zij kon zich niet
weerhouden even een half zegevierenden
blik naar buurvrouw Aal te werpen, die
't bemerkte, en thans besloten wat ze doen
zou, in huis trad en de deur dicht wierp,
inmiddels kwam de stoet nader en hield,
lacy, vlak vóór Alida's woning slilter
wijl het gejuich verdubbelde, dat zich thans
voor moeders oogen oploste, in: „Hoezee,
Michiel l" Plotseling was echter alles stil
en Alida, die snikkend naast do spinde was
neergevallen en het." gelaat verborg met de
slippen van haar bouwen, stond nieuws
gierig naar de oorzaak ervan, op, en trad
ter sluips naar het venster dat Lijsbeth
verlaten had. Zij zag den heer Lampsens
hij den hoop, hoorde hem de wilde jeugd
straf vermanen, uit elkaar jagen, en ten
laatste, de klink van haar deur in de hand,
Michiel gebiedend in huis wenken. Eeni
ge jongens gehoorzaamden en dropen af;
de moesten echter bleven, en daaronder de
neger die Michiels linkerhand vasthield.
„Rouwe karnuiten," zoo klonk het uil
den deftigen rnond, „moet je zoo de schrik
wezen van je ouders cn rebellie brengen
op 'slleeren straten En jij, jonge deugniet
Het „reeht van verhaal" vril hij uitge
oefend zien door liet B. A. dat den vader
hij wijze van belastingschuld verplicht en
zulks door een vonnis van den kantonrechter
bekrachtigd, do tuin de door hem verlaten
vrouw en kinderen verleenden onderstand,
terug te Indalen.
„Domicilie van onderstand" wil deze
schrijver voorgeschreven zien hij die geval
len wadrbij de gemeenten bij wie de bedeel
den het laatst onderstand genoten de bc-
voegdhi id wenscht te geven dezen onder-
Mand U' verhalen op de vroeger door den
bedeelde bewoonde gemeente.
De heer Snoeck Ilenkemans drukt den
wensch uit tot oprichting van oen uilge-
breiden Armenraad en ziet daarin de hoek
steen aan hot ge-houw ran den arbeid tot
verzorging der armen. IIij wenscht den voor
zitter in den secretaris van dien Rand be
noemd ie zien door den koning, hetzij uit-
hotzij huilen den leden van dien Raad. Men
«•hoppe een krachtig lichaam, dat \ertrou-
won wekt door zijn samenstelling uit ver
tegenwoordigers der voornaamste armbestu
ren. da" niet heeiv-cht, maar leidt, dat niet
knelt maar vereenigt, dat geen enkele in
stelling het werk uit de handen neemt, maar
allen het werk vergemakkelijkt.
Kn wrder zegt deze schrijver resumoerend,
dut 3 zaken onverwijlde regeling eisclron.
Ie lietero aanwijzing hunner taak aan
Oeimvnt chest uren
2e t Instelling van Annenraden in grooto
Gemeenten met bestrijding der administratie
kosten uit de Rijkskas:
3e. invoering van Pen train Registers,
De liter Bod. Bons zon eveneens wonschen
Nornndenng in de vomschriften voor het
B. A„ het karakter van politie-zorg moet
daaruit verdwijnen. De Armenzorg worde
van oxerheidswoge uitgeoefend, alleen door
eigen reglementen in aard en omvang van
den enderstand beperkt. Het B. A. moot
het recht hebben den te verïeenen onder
stand, door arbeid te doen verdienen. De
grooterr lasten voor do gemeenten door
Jen toevloed van behoeftigen naar de groote
Meden, kunnen door subsidie uit de Rijks
kas verlicht worden.
Voor de inrichting der Burgerl. Amib.
denkt de schrijver zich het Elberfeldsche
stelsel als hot meest annbelovenswiutrdige,
het sluit in zich dat een groot aantal arm
bezoekers in vele gemeenten noodig zal blij
ken. Deze behooren bij voorkeur onbezol
digd te zijn.
Schrijve* wil verder eischen gesteld zien
wan ra m de reglementen der particuliere ver-
eenigingen voor armenzorg hebben te vol
doen zoonis openbaarmaking van haar
tvrekzanmheden en van het geldelijk beheer.
Samenwerking tussehon verschillende ver-
eenigingen van armenzorg dient verplichtend
te woiden gesteld: daartoe oprichting vpn
Armenraden en Centrale Registers. Deze
Armenraden zullen toezicht houden op den
arbeid der verschillende vereenigingen, zoo
noodig adviezen geven en zoodanige mede-
deelingen openbaar maken als zij noodig
achten ter voorlichting en waarschuwing
van het publiek. De wet geve eveneens voor
schriften voor het gemeenschappelijk behan
delen van de belangen van een zelfde arme
door verschillende instellingen. <T. G.
PAUL GERIIARDT.
Den I2den Maart was liet drie honderd
jaar geleden, dat de Duitsche dichter Paul
Gerhardt tc Grnfenhainichen bij Witten
berg geboren werd. Zijn klassieke liederen
zijn ook bij ons bekend, hij bracht daarin
het eenvoudige gevoel tot uitdrukking, en
bediende zich daarom ook met voorliefde van
de oude bij het volk in gebruik zijnde ê.chl-
vormen, en in zijn verzen heerseht zulk
(het drong Alida door merg on been, want
het gold haar Michiel) je groeit op voor
galg en rad en zoo een wil ik niet onder
me werkvolk."
Alida kon het niet langer harden. Zij trok
de deur open en stond met rood bekreten
oogen en gevouwen hond voor den ver
bolgen koopman: „Drijf zoo niet, mijnheer
Lampsons: och! ik weet niet wat ik zeggen
zal in mijn desperado 1
De koopman had een goed en vroom hart,
maar verdroeg geen losbandigheid.
de door praktijk gevormde man, die
een zelf gewonnen vermogen bezat, kon
weten hoe kostbaar de tijd is en hn.» noo
dig de orde en de arbeid. Waf hij van
zichzelf eischic, vroeg hij even «(rang van
anderen en. hoe hein ook de geest, de
vlugheid en stoutheid van Michiel Adriaans-
zoon hadden ingenom'sn, die eigenschappen
welke ibjj hem hoog stonden aangeschre
ven, konden hem de'oogen niet doen slui
ten voor de wild- en wo-estlyeid van den
straatslijponden en ordeloozcn knaap, dien
hij in den beginne wol eens schertsend oen
Watergeus noemde, maar later met hard
heid tot zijn plicht had vermaand en ein
delijk verjaagd. Door de lieden van Adriaan
Michiels en Alida Jans vermurwd, had.hij
den jongen teruggenomen, dien hij thans
weder aan het hoofd eener baldadige
bende zag.
Bewogen door de smeekende blikken der
moeder, ,die zoo welsprekend haar hartc-
weo ,te kennen gaven, keerde hij zich tot
haar >en ging zachter voort: „'t Doet rne
lood, (moeder! dat ik zoo'n straffe verma
al nc 'moet houden, maar dje deugniet
„Die [deugniet mijn vriend is," viel de
neger [driftig in. Deze was op een schip
van jde Compagnie herwaarts gekomen, en
stond -op het punt weer als hoogbootsman
sehe-op He gaan. Hij'was het voorwerp van
een natuurlijk rhyünus, dat- men er niet aan
een streven naar juistheid denkt. Het spreekt
van zelf, dat in dien veelbewogen tijd van
den dertigjarigen oorlog hel geestelijke. lied
vooral op den voorgrond trad. De dichters
gaven uitdrukking aan hun eigen gemoeds
leven. Paul Gerhardt vormt om zoo te zeg
gen den overgang van de objectiviteit* van
het oude kerklied tot de, subjectiviteit. Hij
wordt dan ook beschouwd als de lamste en
meest volkomens der streng kerkelijke dich
ters, die tegelijk een nieuwe richting insloeg.
Zijn meer dan honderd geestelijke liederen
zijn alle van de beste soort, we hoeven al
leen maar te wijzen op zijn„Beveel gerust
UW wegen". Dit, zoowel als vele andere
zijner liederen zijn zoo oprecht gcloovig, dat
iedere christelijke gemeenschap er mee kan
instemmen. Ze zijn groot, edel en mooi
door verhevenheid en kinderlijkheid, door
ernst en opgewektheid, door kracht en zacht
heid, door natuur en kunst, het zijn echte
volksliederen, waarvan een krachtige werking
uitgaat.
Paul Gerhardt studeerde te Wittenberg
in de theologie en gaf daarna les in Berlijn.
Tijdens den oorlog slaagde Ipj er niet in een
prodikantsplaats te verkrijgen, pas in 1651,
werd hij tot predikant in Mittenwalde beroe
pen in 1057 verhuisde hij naar Berlijn,
waar hij tot hulpprediker aan de Xikolai-
kerk werd benoemd. Hier kwam hij in strijd
met de «likten van tien grooten keurvorst
Prederik Wilhelm, Deze wenschte eenheid
tussehon de Luthorsehon en Gereformeerden
te latwerken. Men wilde ook Gerhardt het
odikt doen ond<-rtoekonen, waarhij de ver
melding van verschil in de genoemde belij
denissen verboden werd. Hn kon dit niet
met zijn geweten overeen brengen en moest
daarom zijn ambt verlaten. Do hem trouw
geblevenen deden echter wat in hun ver
mogen was om' den grooten keurvorst te
zijnen gunste to veranderen. Ook diens ge.
mulin, IjOtiise Henrietta, prinses van Oranje,
deed haar bost voor hem en Paul Gerhardt
werd weer in zijn ambt hersteld, maar met
de bepaling, dat hij ook zonder een door
hem afgelegde belofte het voorschrift van den
keurvorst zou nakomen. Dit bezwaarde zijn
geweten en hij vond zich genoodzaakt dit
openlijk te erkennen, wat wederom hot verlies
van zijn betrekking tengevolge had. Na
eenigen tijd, werd hij te Liibben aan de
Spree herwpen, waar hij tot zijn dood toe
arbeidde.
Na zijn dood verschenen zijn liederen m
verschillende uitgaven. De in 1707 door
Feustling bewerkte uitgave bevat de volgen
de beoordeeiing van zijn geestelijke gedich
ten
„Geen overtollig woord vindt men in
Gerhnrdts liederen; er spreekt een rijpe
geest, overtuiging, geloof en leering uit;
er is niets gedwongens, niets gemaakte, niets
onnatuurlijks inde rijmen zijn uitgezocht,
gemakkelijk en bizonder schoon, de bedoe
ling helder en duidelijk, de meeste melo
dieën zijn naar die van Luther en andere
oude meesters; alles er in La vertroostend-
en geeft kracht."
DE EEUW VAN DE LUCHT
SCHEEPVAART.
De luchtscheepvaart heeft haar groote be-
teekenis van tegenwoordig te danken aan
de invoering van den motor. Daardoor is het
luchtschip minder ufhankelijk geworden van
wind en weer. Alle luchtvaartuigen, die door
gas gedragen worden, zijn lichter dan de
lucht. Daarnaast bestaan nu vliegmachines,
die zwaarder dan de lucht zijn. Van deze
laatste zijn er drie geprobeerd in Frankrijk
en twee im Duitschland. Het door graai
Zeppelin uit aluminium vervaardigde lucht
schip is volkomen stijf, de andere gelijken
meer of minder op de gewone luchtballons.
veler nieuwsgierigheid en ook van veler
spot. IDaarbij kwam, dat hij de taal slechts
gebrekkig Iko.n. spreken, heigeen echter don
meer topmorkzamo.n hoorder niet ergerde,
maar Veeleer aantrok, daar er harmonie,
uil ge-boren werd In denkbeeld cn vorm
Do .naïveteit, de kinderlijke eenvoud van
do.n Iknaap, kwant er der te beter door
uit. '.De kennismaking van den jongen Mé
c-liicd, Hie bijna altijd bij Janmaat zat, was'
voor Hear neger een groote aanwinst,
hij (kreeg een vriend en jn dien vriend
een (beschermer.
Kr moest zeker iets gewichtigs zijn voor
gevallen, dat hom, den nederigen knaap,
moed igaf een heer als Jaimpsens was, in
de. reden te vallen. Het gejaagde in zjjn
bewegingen, het zenuwachtig trillen, toen
hij daar aan Michiels zijde .stond, beves
tigden dal vermoeden en het ward zeker
heid '[oen hij vervolgde:
„Hij slaag heeft gehad voor mij, hjj ge
vochten troeft voor mij, tegen twee, togen
drie hij geen deugniet is, maar een
goej-o jongen."
Moeder Alida wrou hem wel om den hals
gevlogen zijn; zij vergat dat hij zwart
was on ri-ep (tem too: „Toe, .Tan, vertel
dat iaan mijnheer ik wist het w-el
Michiel lis geen sleehtert."
De troep was van tijd tot tijd vergroot,
en 'de heer Lampsens, wien het Verdroot
in )het midden van een hoop jongens, als
aanvoerder Van een straatschenderij to blij
ven (staan, en toch tor wille der moeder
en, Saat ik rechtvaardig zijn, ook om dien
van Hen jongen (het fijne ,van de zaak
wildo Kvcten, wenkte 3 vei den in huis. Hij
kon (het niet Verhinderen dat vrouw Lijs
beth en. eenige der' grootste knapen mee
naar {binnen slipten.
„Wat tóe je er uit," Hop Alida, toen
ze ibinnen waren. Ze had .het in hetedrst
De motor wordt niet alleen gebruikt ou
de door gas godragen luchtschepen. I)e
broeders Wright in Dayton in Ohio en de
Braziliaan Santos Dumont in Parijs, heli-
bon hom op een voor 't eerst dooi* Otio Li-
lienlhal in 1891 vervaardigd vliegtoestel
gezet, dat zwaarder is dan de lucht. Van
deze vliegmachines verwachten vele deskun
digen grootere veranderingen in het men-
sehelijk leven dan van de motorluchtsehepen,
die lichter zijn dan de lucht. Santos Dié'
mont, die in 1903 zijn luchtschip reeds tot
een groote volkomenheid had gebracht, hoeft
iti de laatste jaren zijn aandacht naa da
vliegmachine gewijd. Den 12don November
heeft hij te Bagatelle bij Parijs voor 't
eerst con afstand van 210 M. met deze ma-
chine „zwaarder dan de lucht" afgelegd c-u
nu bouwt hij zijn nieuwe vliegmachine, die
volmaakt moet worden. De gebroeders
Wright moeten in Amerika in 3 905 al 2-1
Engclsche mijlen hebben afgelegd, zonder
dat zij zich wilden laten zien. Dc „Daily
Mail" heeft ÏG'.OOO, pond uitgeloofd voor die
vliegmachine „zwaarder dan de lucht", die
van Ixroden nam Manchester kan gaan.
De technische ontwikkeling van het lucht-
vaartuig zal in do toekomst van grooten
invloed zijn op de macht.sverdeeling in deze
wereld. Als hot door gas gedragen oorlog*
luchtschip het eenige luchtvaartuig was, zou
dat volk den grootsten invloed verkrijgen,
dat het meeste kapitaal en de groot-
ste nijverheid bezit. Voor de motor-
luchtschepen in den oorlog zijn slechts
weinig manschappen noodig. Deze moeten
echter geoefende technici zijn. Slechts een
industrieel volk kan zich goede oorlogs-
luclilschopen aanschaffen, En onder die vol
ken zijn er weer enkele, die bizonder ge-
schikt zijn voor dc vervaardiging van een
motor van zoo klein mogelijk gewicht. De
kleine, lichte benzinemotor, waarop de in
dustrie vnn de automobiel zoowel als die van
het bestuurbare luchtschip berust, is eerst
door Daimler uitgevonden. Daarna begon
vooral in Frankrijk de ontwikkeling van het
automobilisme, Voor de industrie van dn
automobiel zoowel als van het bestuurbare
luchtschip eigent Frankrijk zich vooial. Er
zijn weinig steden zoo geschikt voor kost
baren sport als Parijs. Als de luchtschepen
meer en meer voor oorlogsgchruik worden in
gericht, zou het mogelijk zijn, dat Frankrijk
vooraan kwam te staan in de rij der mo
gendheden.
Engeland zon door de luchtschepen uit
zijn isolement worden opgeheven. Voor den
luehtsclripper is Engeland geen eiland nicer!
Do toestand van Europa zou een geheel
andere worden.
INKOMSTEN VAN COMPONISTEN.
In de muzikale wereld is liet evenals
overal elders oen feit, dat zij, die het meeste
geld verdienen, niet het belangrijkste werk
verrichten. De groote kunstenaars worden
niet naar verdienste beloond. De menschen
zijn geneigd de uitvoerders van een muziek
stuk hooger te schatten dan de samenstel
lers ervan. De uitvoerende kunstenaar ver
dient meer geld, wordt meer besproken cn
door het publiek toegejuicht.
Beethoven, Verdi, AVagner en Puccini
zijn voor het publiek namen, geen persoon
lijkheden. Niemand stelt belang in hen. Ze
hebben geleefd of leven om anderen in staat
te stellen hun talent te toonen." Die anderen
vertolken ons de meesterwerken en oogsten
daarvoor onzen dunk in.
Beethoven bleef zijn leven lang arm. Dc
tijden zijn nu wei veranderd. Zulk een
'meester zou tegenwoordig niet meer afhan
kelijk hoeven te zijn van den een of ande
ren rijken beschermer, tenzij hij iemand was
als Wagner, die niet dadelijk door de wereld
begrepen werd.
Deze had een zwnren strijd te voeren, tot-
niet (opgemerkt, want de smart over zijn
wangedrag had haai* dat do-en vergeten.
„Jongen-en ze wou iets ..recht toor
nigs tin dim toon teggen, piaar hel lukte
nie.t. „Jongen! je ziet er nJU als een slons,
haveloos «Is een bedelaar, kwaje jongen!"
Terwijl zo die woorden sprak, dacht ze
minder aan de oorzaak van dien toestand,
dart «wel aan het gevolg. Hoe zou zij lie.m
weer opknappenZe was ex niet een dia
een volle tasch had cn maar een ander
wambuis kon koopen, in plaats van het
nu aan flarden gpsdteu nte. dat pi zoo
dikwijls nvhs gelapt!
Hij, trien dit. 'alles gold, stond minder
neergeslagen *en bedeesd clan men denken
zou. Hij sloeg zijn glinsterende bruine
oogen misschien wat al te. vrij in het rond,
en (had nu eens mijnheer Lampsens, dan'
weer tójn moeder aangezien. De elfjarige
was niet groot, maar wol breedgeschou
derd .voor zijn leeftijd; zjjn gestalte had
iets (ineengedrongens, dat kracht te ken
nen (gaf. Zijn uere-öldo handen getuigden,
dat hij ze roeren molest, maar liet.ook
kon, 'en bewezen do waarheid van ht'l
gezfegde fijner kameraden, dat h\j „pootig"
was. Dié indruk werd niet vterslo-orddoor
hél breecfe voorhoofd en do hoogroode wan-'
gén, .waarover oén bruinet tint lag een
bewijs dat hij zich nooit be lang van de
buitenlucht sp-cfentfo. Be muts schuin op
do bruine lokkétn, gaf hém iete los en
bevalligs, dat, veiGenigd, met zijn, schalk
se hen oogopslag, ied'er did hem onbevoor
oordeeld aanzag, voor hém innam.
'Op dit oogeavbiik wapen d'a wangen roo-
dep (geklteurd dan gewoonlijk en gutste hem
het izw-eét vjitn liet voorhoofd. De toestand
van (zijn wambuis wettigde dd klacht zij
ner moeder, want do linkermouw was
halverwege uit het armsgat gescheurden
zijn [rug, met slijk bedekt, toonde dat de