Ingezonden. ALLERLEI. t De k lev dij van sommigen ie zelfs vrij onge geneerd, om niet te spreken van fmitnsie- costumen, zooals oen spierwit linnen zomer- puk, dut de awde royalist Ruudry d'Asson soms aantrekt. Tiet gros dor député zijn dan ook gewone menseden en hun waardig heid alleen maakt hen niet tot een staatsbur ger, die door elkeen met groeten eerbied wordt lwjegettd. Gemiddeld is op de trak tementen van een vierde der kamerleden door de sehulJoisehors beslag gelegd. Voor deze categorie zal de verhooging \on 0 tot In,000 franks dier hozoiding, hot vorige jaar door de kamer aangenomen, waarschijnlijk niet het minst onwelkom geweest zijn. On gelukkigerwijs heeft een beslissing van don voorzitter der Panische rechtbank, ia kort geding, onlang" uitgemaakt dat do GOOO franks, welke de deputes dij- meer zou Ion ontvangen, geheel en a! ton hate zou komen tier selnildeischors, die conservatoire maat regelen hadden genomenMen ziet dal in derdaad de door hot Algemeen Stemrecht verkozen™ in sommige opzichten weinig boven het gros dee kiezers verheven zijn. Mirabeati heeft trouwens gezegd, dat de ver tegenwoordiging een verkleind -spiegelbeeld der natie heheotde te vormen. Zij het ook al niet voor zoover de politieke meeningen aangaat, dan zou hij thans voorzeker tevre den kunnen wezen wat betreft de zeden der moeste Fnutsehe Kamerleden, die geni-t in hun devies mogen schrijven Homo Sum en wat daar verder volgt. JKYEXrS. A/ei opneming icnrdt gee-, instem miniTer Red( die hcdoeli. Oapt/ u-Ordt nhnmre ieingoegceen. De Herziening der Armenwet. In het Januari-nummer van het ..Tijd schrift van Armenzorg en Kinderbescher ming"' komt een zeer lezenswaardig opstel voor waarin in klemmenden betoogtrant wordt uiteengezet hoe dringt nd noodzakelijk het is de Armenwet van 1851 te herzien, flel Tijdschrift raadpleegde 5 autoriteiten op het gebied van Armenzorg, omtrent de wijzi gingen die men aangebracht wenschte te zien. Deze uitspraken lijken mij belangrijk ge noeg om er een kort overzicht van te geven, overtuigd, dat zoo zakelijke bespreking van dit gewichtig onderwerp, bekendheid in wij- deren kring in hooge mate verdient. De heer ITovy acht het grondbeginsel eener goede Armenwet armoede te voorkomen' Hij wil dit bereiken door in 't leven roepen en regelen der invaüditeits-, ouderdoms- en weduwen-pensioneering, door Invordering van handel en nijverheid, regeling der in komende rechten in protectionistischen zin, inrichting van ered iet weien voor de kleine neringdoenden en Bevordering van staatsver zekering tegen buitengewone werkeloosheid, nevens staatsoptreden tc-gen misdadige ar moede als gevolg van slecht gedrag. Deze schrijver wenscht eerder duidelijk uitgesproken, te zien, dat niemand recht heeft op onderstand van staatswege, maar dat deze in handen blijve der kerkelijke en particuliere liefdadigheid. De overheid geve steun aan bevoegde liefdadige instellingen die op 'goeden grondsh g berusten en bewijzen kunnen dat zij zonder dien steun niet bij machte zijn voldoende hulp te verkenen zij late zich echter niet direct in met be deeling. omdat zij daartoe het orgaan mist en beperke zich tot. het bevorderen van de pogingen door de particuliere liefdadigheid aangewend en verleent haar voorlichting bij de organisatie van haar werk. Me vrouw Muller T.ulofs zou wonschen: lo. afschaffing van Atr. 21 Art. 21 luidt: ,,geen burgerlijk be stuur mag onderstand verïeenen aan armen dan na zich. voor zoover mogelijk, te heb ben verzekerd dat z.ij die niet van kerkelijke rekenen en zei dat 'et een bolletje was heil si Michiel niet weg moeten jagen om dat "i een botterik was en een kwanselaar. In school kon je 'ern bijna nooit vinden, maar altoos op strand, waai 'i zijn hol blok liet dobberen als een vlieboot; maar mijn Lammert „Jou Lammert.'" kreet Alida Jans m woede ,,is een bleeke melkmuil die <le kat in donker knijpt, en ai wat mijn jongen doet, ziet 'et Jicht, weet je, daar hou ik van; op dat gluipen en dat sluipen heb ik 'et niet, en mijnheer Laniji.vns denkt er ook zoo over, want die ziet van den jon gen wat door de vingers, en die houdt veui van 'cm, veul meer dan van den aar. Het had een hevige kijfpartij kunnen wor den, als het getier van een hoop jongens, dat zelfs de geheele haven in opschudding bracht, I.ijsbeth niet het hoofd wenden .eri Alida nieuwsgierig had doen oprijzen, ter wijl zij ter sluiks een traan wegveegde dien zij buurvrouw lang genoeg had verborgen. Zij hief de klink van de deur op en trad naar buiten. Te midden van een hoop met stokken gewapend, waarvan eenige in de' hoogte ge heven, met mutsen en doeken prijkten, en de standaards schenen van een optrekkend vendel, bemerkte het starend oog van Ali da, die door een angstig voorgevoel werd gekweld, haar zoon Mich fel naast den ne ger, algemeen onder den naam van Jan Company bekenrï. Alida ontsnapte een kieet van pijnlijke verrassing; in een oogopslag vermoedde zij de waarheid. Michiel, dien ze in de lijnbaan van den heer Lampsens werkzaam dacht, was d« oude kuren weer begonnen en had zeker aan het hoofd van zijn kornuiten, die hem liefhadden of vreesdon, weer de eene of andere kloppartij geleverd. Hij, al tijd haantje de voorste, was hun hopman," 2o. instelling vim een centraal register, in verband met oprichting van armenraden. 3e, regeling van het Burgerlijk Armbe stuur. -Ie. oprichting van werkhuizen. De schrijfster zegt: ,,ln 1003 bedroegen de uitgaven voor onderstand van de gemeenten rechtstreeks en van burgerlijke en gemengde instellingen la en i\) f S.SG3.000 tegen die van de ker kelijke en bijzondere (Iv en c) f 9.770.000 ven verschil te gering om met eeuigou grond van juistheid te mogen beweren, dat de armenzorg in Nederland in don jnro lilOG kan worden overgelaten aan kerk en parti culieren." Ook de volstrekte onvermijdelijkheid" van art. 21 is oen niet juist te omgrenzen denkbeeld gebleken ett de practijk heeft reeds geleid tot de zoogenaamde „dubbele bedeeling." Een öQ-jarige ervaring heefl volgens schrijfster geleerd, dat de bedoeling van den wetgever van 185-1 ten eenenmale heeft schipbreuk geleden, Gok waar samenwerking (het parool der moderne armenzorg) zoo hoog noodig is, wordt dit door de wet van '54 onmogelijk gemaakt. De nieuwe wet verplichte alle instellin gen van weldadigheid tot dezelfde opgaven omtrent alle door haar ondersteunden voor een (''-ruraal Register dat alle ondersteunden in Nederland omvat. Om aan bedenkingen van kerkelijke zijden tegemoet te komen, verdeeie men het _Vn- traal Register in twee dooien. éé*n zuiver korkol'jk en één gemengd register. Het eer ste omvatte alle kerkelijke bedeelden, het tweede de overigen. Het zuiver kerkelijke wil de schrijfster absoluut geheim hebben, tot op het oogr-n- blik waarop de geheimhouding overbodig wordt, d.w.z. wanneer oen kerkelijk bedeelde zich om ondersteuning wendt tot andere instellingen en dan modedoeling, rosp. sa menwerking gebiedend noodig is. Zóó zullen we dan eindelijk ons land kun nen verrijken met. een volledig en bet-romv- haur overzicht van den waren omvang der armoede en van haar oorzaken. Dan oppert schrijfster bedenkingen tegen dc werking van het Burgerlijk Armbestuur. Immers de bedeeling van het B. A. is totaal onvoldoende, het helpt niet, hot lenigt geen armoede, geeft geen raad, trekt zich in geen geval het lot der verzorgden aan. Het B. A. is hier geen verwijt van te makelt, liet doet wat de wet van 1854 voorschrijft. Oprichting van werkhuizen vindt schrijf ster noodzakelijk om te komen tot een strenge control;' op die behoeftigen wier armoede door luiheid, zorgeloosheid of verkwisting door eigen schuld ontstaan, voortdurend op kosten van anderen trachten te leven. De overheid ondersteune de armen op voorwaarde van hun arbeidsprestatie opdat het verdiende geld aan vrouw en kinderen ten goede kome. Geen nieuwe armenwet kome tot stand zonder dat die wet gepaard ga met een wettelijke regeling van do zorg voor drank zuchtigen. De armenwet stelle den armen verzorging in staat om door de aanvraag van ondc-r-ourateelc-stelling een dam op te werpen tegen een der hoofdoorzaken, die armoede, te voorschijn roept. Sanatoria en asyls dienen voor de drankzuchtigen opge richt te worden. De heer Schölvinck acht een „Centraal Register**' noodzakelijk en hij vestigt be halve dien de aandacht op het instellen van wat hij noemt ,,het recht van verhaal" en ..het domicilie van onderstand". of bizendere instellingen van weldadigheid kunnen erlangen en dan slechts bij vol strekte onvermijdelijkheid." ..Ach God!" zuchtte zij, en in haar angst wist ze niet wat te doen hem Ie gemoet snellen om te tuchtigen, of in huis gaan en zich voor aller oog verschuilen. I.ijsbeth, die spoedig bemerkte' wal er gaande was, ondervond oeri mengeling van blijdschap en droefheid. Zij zag haar zoon daar niet hij; die was zeker aan zijn werk. In moederlijken trots hief zij het hoofd op, maar een oogenblik later zag zij Alida aan en ia.s m haar oogen zooveel smart, dat ze er naar van werd, en den glimlach die om haar lippen speelde, bedwong. Toch streelde het haar voor een poos, dat ze nog kort geleden de waarheid had gespro ken in hef woord: „daar komt toch niets van 'cm als 'i hier blijft." Zij kon zich niet weerhouden even een half zegevierenden blik naar buurvrouw Aal te werpen, die 't bemerkte, en thans besloten wat ze doen zou, in huis trad en de deur dicht wierp, inmiddels kwam de stoet nader en hield, lacy, vlak vóór Alida's woning slilter wijl het gejuich verdubbelde, dat zich thans voor moeders oogen oploste, in: „Hoezee, Michiel l" Plotseling was echter alles stil en Alida, die snikkend naast do spinde was neergevallen en het." gelaat verborg met de slippen van haar bouwen, stond nieuws gierig naar de oorzaak ervan, op, en trad ter sluips naar het venster dat Lijsbeth verlaten had. Zij zag den heer Lampsens hij den hoop, hoorde hem de wilde jeugd straf vermanen, uit elkaar jagen, en ten laatste, de klink van haar deur in de hand, Michiel gebiedend in huis wenken. Eeni ge jongens gehoorzaamden en dropen af; de moesten echter bleven, en daaronder de neger die Michiels linkerhand vasthield. „Rouwe karnuiten," zoo klonk het uil den deftigen rnond, „moet je zoo de schrik wezen van je ouders cn rebellie brengen op 'slleeren straten En jij, jonge deugniet Het „reeht van verhaal" vril hij uitge oefend zien door liet B. A. dat den vader hij wijze van belastingschuld verplicht en zulks door een vonnis van den kantonrechter bekrachtigd, do tuin de door hem verlaten vrouw en kinderen verleenden onderstand, terug te Indalen. „Domicilie van onderstand" wil deze schrijver voorgeschreven zien hij die geval len wadrbij de gemeenten bij wie de bedeel den het laatst onderstand genoten de bc- voegdhi id wenscht te geven dezen onder- Mand U' verhalen op de vroeger door den bedeelde bewoonde gemeente. De heer Snoeck Ilenkemans drukt den wensch uit tot oprichting van oen uilge- breiden Armenraad en ziet daarin de hoek steen aan hot ge-houw ran den arbeid tot verzorging der armen. IIij wenscht den voor zitter in den secretaris van dien Rand be noemd ie zien door den koning, hetzij uit- hotzij huilen den leden van dien Raad. Men «•hoppe een krachtig lichaam, dat \ertrou- won wekt door zijn samenstelling uit ver tegenwoordigers der voornaamste armbestu ren. da" niet heeiv-cht, maar leidt, dat niet knelt maar vereenigt, dat geen enkele in stelling het werk uit de handen neemt, maar allen het werk vergemakkelijkt. Kn wrder zegt deze schrijver resumoerend, dut 3 zaken onverwijlde regeling eisclron. Ie lietero aanwijzing hunner taak aan Oeimvnt chest uren 2e t Instelling van Annenraden in grooto Gemeenten met bestrijding der administratie kosten uit de Rijkskas: 3e. invoering van Pen train Registers, De liter Bod. Bons zon eveneens wonschen Nornndenng in de vomschriften voor het B. A„ het karakter van politie-zorg moet daaruit verdwijnen. De Armenzorg worde van oxerheidswoge uitgeoefend, alleen door eigen reglementen in aard en omvang van den enderstand beperkt. Het B. A. moot het recht hebben den te verïeenen onder stand, door arbeid te doen verdienen. De grooterr lasten voor do gemeenten door Jen toevloed van behoeftigen naar de groote Meden, kunnen door subsidie uit de Rijks kas verlicht worden. Voor de inrichting der Burgerl. Amib. denkt de schrijver zich het Elberfeldsche stelsel als hot meest annbelovenswiutrdige, het sluit in zich dat een groot aantal arm bezoekers in vele gemeenten noodig zal blij ken. Deze behooren bij voorkeur onbezol digd te zijn. Schrijve* wil verder eischen gesteld zien wan ra m de reglementen der particuliere ver- eenigingen voor armenzorg hebben te vol doen zoonis openbaarmaking van haar tvrekzanmheden en van het geldelijk beheer. Samenwerking tussehon verschillende ver- eenigingen van armenzorg dient verplichtend te woiden gesteld: daartoe oprichting vpn Armenraden en Centrale Registers. Deze Armenraden zullen toezicht houden op den arbeid der verschillende vereenigingen, zoo noodig adviezen geven en zoodanige mede- deelingen openbaar maken als zij noodig achten ter voorlichting en waarschuwing van het publiek. De wet geve eveneens voor schriften voor het gemeenschappelijk behan delen van de belangen van een zelfde arme door verschillende instellingen. <T. G. PAUL GERIIARDT. Den I2den Maart was liet drie honderd jaar geleden, dat de Duitsche dichter Paul Gerhardt tc Grnfenhainichen bij Witten berg geboren werd. Zijn klassieke liederen zijn ook bij ons bekend, hij bracht daarin het eenvoudige gevoel tot uitdrukking, en bediende zich daarom ook met voorliefde van de oude bij het volk in gebruik zijnde ê.chl- vormen, en in zijn verzen heerseht zulk (het drong Alida door merg on been, want het gold haar Michiel) je groeit op voor galg en rad en zoo een wil ik niet onder me werkvolk." Alida kon het niet langer harden. Zij trok de deur open en stond met rood bekreten oogen en gevouwen hond voor den ver bolgen koopman: „Drijf zoo niet, mijnheer Lampsons: och! ik weet niet wat ik zeggen zal in mijn desperado 1 De koopman had een goed en vroom hart, maar verdroeg geen losbandigheid. de door praktijk gevormde man, die een zelf gewonnen vermogen bezat, kon weten hoe kostbaar de tijd is en hn.» noo dig de orde en de arbeid. Waf hij van zichzelf eischic, vroeg hij even «(rang van anderen en. hoe hein ook de geest, de vlugheid en stoutheid van Michiel Adriaans- zoon hadden ingenom'sn, die eigenschappen welke ibjj hem hoog stonden aangeschre ven, konden hem de'oogen niet doen slui ten voor de wild- en wo-estlyeid van den straatslijponden en ordeloozcn knaap, dien hij in den beginne wol eens schertsend oen Watergeus noemde, maar later met hard heid tot zijn plicht had vermaand en ein delijk verjaagd. Door de lieden van Adriaan Michiels en Alida Jans vermurwd, had.hij den jongen teruggenomen, dien hij thans weder aan het hoofd eener baldadige bende zag. Bewogen door de smeekende blikken der moeder, ,die zoo welsprekend haar hartc- weo ,te kennen gaven, keerde hij zich tot haar >en ging zachter voort: „'t Doet rne lood, (moeder! dat ik zoo'n straffe verma al nc 'moet houden, maar dje deugniet „Die [deugniet mijn vriend is," viel de neger [driftig in. Deze was op een schip van jde Compagnie herwaarts gekomen, en stond -op het punt weer als hoogbootsman sehe-op He gaan. Hij'was het voorwerp van een natuurlijk rhyünus, dat- men er niet aan een streven naar juistheid denkt. Het spreekt van zelf, dat in dien veelbewogen tijd van den dertigjarigen oorlog hel geestelijke. lied vooral op den voorgrond trad. De dichters gaven uitdrukking aan hun eigen gemoeds leven. Paul Gerhardt vormt om zoo te zeg gen den overgang van de objectiviteit* van het oude kerklied tot de, subjectiviteit. Hij wordt dan ook beschouwd als de lamste en meest volkomens der streng kerkelijke dich ters, die tegelijk een nieuwe richting insloeg. Zijn meer dan honderd geestelijke liederen zijn alle van de beste soort, we hoeven al leen maar te wijzen op zijn„Beveel gerust UW wegen". Dit, zoowel als vele andere zijner liederen zijn zoo oprecht gcloovig, dat iedere christelijke gemeenschap er mee kan instemmen. Ze zijn groot, edel en mooi door verhevenheid en kinderlijkheid, door ernst en opgewektheid, door kracht en zacht heid, door natuur en kunst, het zijn echte volksliederen, waarvan een krachtige werking uitgaat. Paul Gerhardt studeerde te Wittenberg in de theologie en gaf daarna les in Berlijn. Tijdens den oorlog slaagde Ipj er niet in een prodikantsplaats te verkrijgen, pas in 1651, werd hij tot predikant in Mittenwalde beroe pen in 1057 verhuisde hij naar Berlijn, waar hij tot hulpprediker aan de Xikolai- kerk werd benoemd. Hier kwam hij in strijd met de «likten van tien grooten keurvorst Prederik Wilhelm, Deze wenschte eenheid tussehon de Luthorsehon en Gereformeerden te latwerken. Men wilde ook Gerhardt het odikt doen ond<-rtoekonen, waarhij de ver melding van verschil in de genoemde belij denissen verboden werd. Hn kon dit niet met zijn geweten overeen brengen en moest daarom zijn ambt verlaten. Do hem trouw geblevenen deden echter wat in hun ver mogen was om' den grooten keurvorst te zijnen gunste to veranderen. Ook diens ge. mulin, IjOtiise Henrietta, prinses van Oranje, deed haar bost voor hem en Paul Gerhardt werd weer in zijn ambt hersteld, maar met de bepaling, dat hij ook zonder een door hem afgelegde belofte het voorschrift van den keurvorst zou nakomen. Dit bezwaarde zijn geweten en hij vond zich genoodzaakt dit openlijk te erkennen, wat wederom hot verlies van zijn betrekking tengevolge had. Na eenigen tijd, werd hij te Liibben aan de Spree herwpen, waar hij tot zijn dood toe arbeidde. Na zijn dood verschenen zijn liederen m verschillende uitgaven. De in 1707 door Feustling bewerkte uitgave bevat de volgen de beoordeeiing van zijn geestelijke gedich ten „Geen overtollig woord vindt men in Gerhnrdts liederen; er spreekt een rijpe geest, overtuiging, geloof en leering uit; er is niets gedwongens, niets gemaakte, niets onnatuurlijks inde rijmen zijn uitgezocht, gemakkelijk en bizonder schoon, de bedoe ling helder en duidelijk, de meeste melo dieën zijn naar die van Luther en andere oude meesters; alles er in La vertroostend- en geeft kracht." DE EEUW VAN DE LUCHT SCHEEPVAART. De luchtscheepvaart heeft haar groote be- teekenis van tegenwoordig te danken aan de invoering van den motor. Daardoor is het luchtschip minder ufhankelijk geworden van wind en weer. Alle luchtvaartuigen, die door gas gedragen worden, zijn lichter dan de lucht. Daarnaast bestaan nu vliegmachines, die zwaarder dan de lucht zijn. Van deze laatste zijn er drie geprobeerd in Frankrijk en twee im Duitschland. Het door graai Zeppelin uit aluminium vervaardigde lucht schip is volkomen stijf, de andere gelijken meer of minder op de gewone luchtballons. veler nieuwsgierigheid en ook van veler spot. IDaarbij kwam, dat hij de taal slechts gebrekkig Iko.n. spreken, heigeen echter don meer topmorkzamo.n hoorder niet ergerde, maar Veeleer aantrok, daar er harmonie, uil ge-boren werd In denkbeeld cn vorm Do .naïveteit, de kinderlijke eenvoud van do.n Iknaap, kwant er der te beter door uit. '.De kennismaking van den jongen Mé c-liicd, Hie bijna altijd bij Janmaat zat, was' voor Hear neger een groote aanwinst, hij (kreeg een vriend en jn dien vriend een (beschermer. Kr moest zeker iets gewichtigs zijn voor gevallen, dat hom, den nederigen knaap, moed igaf een heer als Jaimpsens was, in de. reden te vallen. Het gejaagde in zjjn bewegingen, het zenuwachtig trillen, toen hij daar aan Michiels zijde .stond, beves tigden dal vermoeden en het ward zeker heid '[oen hij vervolgde: „Hij slaag heeft gehad voor mij, hjj ge vochten troeft voor mij, tegen twee, togen drie hij geen deugniet is, maar een goej-o jongen." Moeder Alida wrou hem wel om den hals gevlogen zijn; zij vergat dat hij zwart was on ri-ep (tem too: „Toe, .Tan, vertel dat iaan mijnheer ik wist het w-el Michiel lis geen sleehtert." De troep was van tijd tot tijd vergroot, en 'de heer Lampsens, wien het Verdroot in )het midden van een hoop jongens, als aanvoerder Van een straatschenderij to blij ven (staan, en toch tor wille der moeder en, Saat ik rechtvaardig zijn, ook om dien van Hen jongen (het fijne ,van de zaak wildo Kvcten, wenkte 3 vei den in huis. Hij kon (het niet Verhinderen dat vrouw Lijs beth en. eenige der' grootste knapen mee naar {binnen slipten. „Wat tóe je er uit," Hop Alida, toen ze ibinnen waren. Ze had .het in hetedrst De motor wordt niet alleen gebruikt ou de door gas godragen luchtschepen. I)e broeders Wright in Dayton in Ohio en de Braziliaan Santos Dumont in Parijs, heli- bon hom op een voor 't eerst dooi* Otio Li- lienlhal in 1891 vervaardigd vliegtoestel gezet, dat zwaarder is dan de lucht. Van deze vliegmachines verwachten vele deskun digen grootere veranderingen in het men- sehelijk leven dan van de motorluchtsehepen, die lichter zijn dan de lucht. Santos Dié' mont, die in 1903 zijn luchtschip reeds tot een groote volkomenheid had gebracht, hoeft iti de laatste jaren zijn aandacht naa da vliegmachine gewijd. Den 12don November heeft hij te Bagatelle bij Parijs voor 't eerst con afstand van 210 M. met deze ma- chine „zwaarder dan de lucht" afgelegd c-u nu bouwt hij zijn nieuwe vliegmachine, die volmaakt moet worden. De gebroeders Wright moeten in Amerika in 3 905 al 2-1 Engclsche mijlen hebben afgelegd, zonder dat zij zich wilden laten zien. Dc „Daily Mail" heeft ÏG'.OOO, pond uitgeloofd voor die vliegmachine „zwaarder dan de lucht", die van Ixroden nam Manchester kan gaan. De technische ontwikkeling van het lucht- vaartuig zal in do toekomst van grooten invloed zijn op de macht.sverdeeling in deze wereld. Als hot door gas gedragen oorlog* luchtschip het eenige luchtvaartuig was, zou dat volk den grootsten invloed verkrijgen, dat het meeste kapitaal en de groot- ste nijverheid bezit. Voor de motor- luchtschepen in den oorlog zijn slechts weinig manschappen noodig. Deze moeten echter geoefende technici zijn. Slechts een industrieel volk kan zich goede oorlogs- luclilschopen aanschaffen, En onder die vol ken zijn er weer enkele, die bizonder ge- schikt zijn voor dc vervaardiging van een motor van zoo klein mogelijk gewicht. De kleine, lichte benzinemotor, waarop de in dustrie vnn de automobiel zoowel als die van het bestuurbare luchtschip berust, is eerst door Daimler uitgevonden. Daarna begon vooral in Frankrijk de ontwikkeling van het automobilisme, Voor de industrie van dn automobiel zoowel als van het bestuurbare luchtschip eigent Frankrijk zich vooial. Er zijn weinig steden zoo geschikt voor kost baren sport als Parijs. Als de luchtschepen meer en meer voor oorlogsgchruik worden in gericht, zou het mogelijk zijn, dat Frankrijk vooraan kwam te staan in de rij der mo gendheden. Engeland zon door de luchtschepen uit zijn isolement worden opgeheven. Voor den luehtsclripper is Engeland geen eiland nicer! Do toestand van Europa zou een geheel andere worden. INKOMSTEN VAN COMPONISTEN. In de muzikale wereld is liet evenals overal elders oen feit, dat zij, die het meeste geld verdienen, niet het belangrijkste werk verrichten. De groote kunstenaars worden niet naar verdienste beloond. De menschen zijn geneigd de uitvoerders van een muziek stuk hooger te schatten dan de samenstel lers ervan. De uitvoerende kunstenaar ver dient meer geld, wordt meer besproken cn door het publiek toegejuicht. Beethoven, Verdi, AVagner en Puccini zijn voor het publiek namen, geen persoon lijkheden. Niemand stelt belang in hen. Ze hebben geleefd of leven om anderen in staat te stellen hun talent te toonen." Die anderen vertolken ons de meesterwerken en oogsten daarvoor onzen dunk in. Beethoven bleef zijn leven lang arm. Dc tijden zijn nu wei veranderd. Zulk een 'meester zou tegenwoordig niet meer afhan kelijk hoeven te zijn van den een of ande ren rijken beschermer, tenzij hij iemand was als Wagner, die niet dadelijk door de wereld begrepen werd. Deze had een zwnren strijd te voeren, tot- niet (opgemerkt, want de smart over zijn wangedrag had haai* dat do-en vergeten. „Jongen-en ze wou iets ..recht toor nigs tin dim toon teggen, piaar hel lukte nie.t. „Jongen! je ziet er nJU als een slons, haveloos «Is een bedelaar, kwaje jongen!" Terwijl zo die woorden sprak, dacht ze minder aan de oorzaak van dien toestand, dart «wel aan het gevolg. Hoe zou zij lie.m weer opknappenZe was ex niet een dia een volle tasch had cn maar een ander wambuis kon koopen, in plaats van het nu aan flarden gpsdteu nte. dat pi zoo dikwijls nvhs gelapt! Hij, trien dit. 'alles gold, stond minder neergeslagen *en bedeesd clan men denken zou. Hij sloeg zijn glinsterende bruine oogen misschien wat al te. vrij in het rond, en (had nu eens mijnheer Lampsens, dan' weer tójn moeder aangezien. De elfjarige was niet groot, maar wol breedgeschou derd .voor zijn leeftijd; zjjn gestalte had iets (ineengedrongens, dat kracht te ken nen (gaf. Zijn uere-öldo handen getuigden, dat hij ze roeren molest, maar liet.ook kon, 'en bewezen do waarheid van ht'l gezfegde fijner kameraden, dat h\j „pootig" was. Dié indruk werd niet vterslo-orddoor hél breecfe voorhoofd en do hoogroode wan-' gén, .waarover oén bruinet tint lag een bewijs dat hij zich nooit be lang van de buitenlucht sp-cfentfo. Be muts schuin op do bruine lokkétn, gaf hém iete los en bevalligs, dat, veiGenigd, met zijn, schalk se hen oogopslag, ied'er did hem onbevoor oordeeld aanzag, voor hém innam. 'Op dit oogeavbiik wapen d'a wangen roo- dep (geklteurd dan gewoonlijk en gutste hem het izw-eét vjitn liet voorhoofd. De toestand van (zijn wambuis wettigde dd klacht zij ner moeder, want do linkermouw was halverwege uit het armsgat gescheurden zijn [rug, met slijk bedekt, toonde dat de

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1907 | | pagina 10