Iïl n VOOR DAMES. uit den er ïeel Lals hste 3rk len icn Bk- el* er en ini m- Zo mt en en )e en li e ns i, r- o koning Lodewijlc van Beieren hem te j^OTrn. Dnarrm ging het, hem goed cn liet hij zijn dood aan zijn weduwe een aerecht i«b lci' waarde van 75.000 gld. ,f ;imr. Men kun gerust zeggen, dat. Wag er de hes1 betaalde componist is. ,,Lohen- II ;s meer opgevoerd dan nenige andere ^'ra cn de AVognervoorstolIingcn hebben g(r plaats dan die van eiken anderen meester. 1 puceim, de schrijver van „Tosca en „La Bohème", is de romponist, die er na Wng- ttr financieel het bert aan toe is. liet is ,y gemakkelijk na te gaan. hoeveel hij lerdienb onulat zijn inkomsten tiii /ooveei Sfrschi!lencle bronnen vloeien, maar zeker isk>t, dat hij een prachtig inkomen heeft. In'Amerika worden nog geen groote coin- noaistea gevondende vraag naar klassieke iniziek is daar nog zeer gering. Daar wordt Pt meeste geld verdiend met operettes en jrnppige liedjes. \?erbazend veel gek! maakt daarmee Re- linald de Kovenzijn inkomen wordt ge- sl,t op 85.000 gld. per jaar. Bijna even ted verdient AGctor Herbert met zijn luch tige composities, terwijl de makers van, in ilea smaak vallende vaudeville liedjes zeker tijti, er ccn gro°l inkomen mee to ver- Jienen. DE SNUIFDOOS. J)e nclittiende eeuw zag de heerschappij tan de snuifmen was er echter reeds veei nscger mee bekend geworden. -Tean Nicol, Je Frnnsche gezant' aan liet hof van koning Sebastiaan van Portugal, heeft, naar men de snuif in Frankrijk ingevoerd. Hij Sal Catharinn de Afcdici snuif voor haar hoofdpijn. Het middel hielp en werd alge meen gebruikt, men noemde het „horbe tl li reine". Toenlertijdc maakte ieder zijn eigca snuif. Men had toestelletjes bij zich, ge lijkende op nootmuskaat raspen, waardoor men zich dadelijk snuit kon verschaffen. F.erst vee! later werd snuif fabriekmatig ver- wrdigd en in de zeventiende eeuw ver schenen voor hot eerst de enuifdoozen in Frankrijk. liodewijk XIV was geen vriend van ta luk, hij snoot niet en zag het niet gaarne, Jat men het in zijn tegenwoordigheid deed. Desondanks breidde het snuiven zich onder lijn regeering uit, zelfs vrouwen en jonge meisjes versmaadden het niet ,,cen snuifje" te nemen. De goudsmeden wedijverden in kt vervaardigen van kostbare, smaakvolle sniiifdoozen uit geciseleerd, gegraveerd en ge ëmailleerd goud. Men mankte ze, uit schild pad, dat in goud gevat en met veelkleurig goud ingelegd werd, uit paarlmoer, ivoor en papiermaché met prachtige laksohilderingen. De porceleinfnbricken van Meiszen. Sèvres en Chantilly deden hun best door kostbare fabrikaten aan de eischen der snuifliefheb- hera te voldoen. De be9te miniatuurschil ders van den tijd versierden de deksels der doozen. Kostbare doozen vormden de meest ge liefde geschenken uit dien tijd, ook aan dames. Voorname lieden waren niet tevre den met dén. doos, men droeg ze in alle zakken, zette ze te pronk en was trotsch op kt bezit van bizonderc exemplaren. Mevrouw' de Pompadour bezat 'n groote vcr- zameling en prins touis Framjoia van Bour bon liet er 800 na. F rederik de Groote moet f 1500 hebben bezeten. In den tijd van mevrouw de Pompadour wrd het mode de doozen met diamanten te laten bezetten. Onder Lodewijk XVI nam de hartstocht nog toe en tijdens de omwentc hag speelde de doos zelfs een politieke rol. Napoleon was een sterk snuiver en gaf gaarne kostbare doozen weg; In het midden der negentiende eeuw neemt langzamerhand bet snuiven al' en daarmee houdt de vervaar diging van snuifdoozen op. GlORUb GARDUCCt. Een der grootste mannen op hot gebied der Itniiaanschc letterkunde is in de vorige maand heengegaan met den te Bologna op 72-jnrigen leeftijd overleden Giosuè Gar- ducei. Hij behoorde tot die gelukkigen, wier betreken!- met eerst door liet nageslacht wordt begrepenzijn tijdgenooten schatten hem reeds in zijn volle waarde. Hij verkreeg reeds in 1890 de waardigheid van senator van het koninkrijk Italië do hoogste on derscheiding, die de Jtaliaansehe regeering kan verleenen verscheidene jaren werd hem ecu jaargeld van 7200 gld. gegeven en zijn verdienste ten opzichte van de dicht kunst werd door de Nobelstichting erkend, toen zij hem den Nohelprij.-, toekende. Onder groote deelname van een ontzaglijke menschcnmenigtc- had zijn begrafenis plaats. Ieder voelde, dat men een held verloor op het gebied der dichtkunst. is "wRtoling zelfs voor eten overwinnaar hachelijk: was geweest. Hij borg do ban kt thans ui de wijde broekzakken; uit ton tvaarvan een stuk getaand touw te voorschijn kwam. Miskchien had de rustige houding van 'M knaap gedurende de boetpredikatie van '!n ^ccr Lampsens wel het ^eest ertoe 'gedragen, dezen mede naar binnen (c 0(11 fenan, cn op hel gezegde van den "Cpi', aan Michiel to vragen: „Wat ff dan Igebeurd?" t -AlijnhceirI me vrind Jam hebben zetre- --u en dat heb ik ze betaald gezet - '1 nieL weer, doen." o 'toon van den jongen waaropi hij rlit A (ivpff zoo ,vaSt en .bepaald, dat liet ■ra vrpgev verbandle. Moeder Alida deed, J E°c<l. Lijsfoeth mompelde: ,,'t is tocl n '"totpio jongen, maar mijnheer zal wol ver] ee re li." "h^hl'wat, knaap!" begon (te hrer Lamp- 7l®'re,ng. ,,jo spreekt of je een goeie W hebt verricht. jn"^?or. lni'ï •fiwvoehlen togen twee. tegen ,e' Nicl Jpn Company in. "'„s F Mil aan lint wiel waart gtebl A 1 hernppn Lampsons, ,,was dit allies f gebeurd. Denk je dat. ik je in dienst voinen 5tó|j om c]j(>n WOg 11 dl je vrinden! de straatslijpers ie, wppaa?" -,l ■iMijnheorl" antwoordde Alichiel; „ik kan vbl-™0'" ■mnrir do baas, die me j, het raairi zotte, in de lijnbaan bit 1J) daar moest ik vol naar Wi zien <m er woei een stevige bries, zaS ik het water toten kon ik 0p draaient,Ik ging hben, en 'eirv S''r;FK' ™nd. 'ik T Jammert. den tog, T, "ooraen J® 'Sh oiiiclat-ie zulke kden.eji iieit. krek afc zijn moeder Lijs, vefe't iv.;." v DE HOOGSTE MACH1NESCHOOR- STEEXEX TER WERELD. De hoogste mnchinesehooretecn bevindt zieh te Glasgow; hij is 123 M. hoog. Een andere reusachtige schoorsteen is in Newark, in den Staat New-,Jersey gebouwd; deze is 111 M. hoog en men heeft er honderd tien dagen aan gewerkt. Men had er 950.000 stecnen voor noodig. De middellijn is op den bodem 8 M., aan den top 3 M. groot. De bliksemafleider, die er op geplaatst is, en die 15'AL hoog is, is bijna van den grond af niet te zien. In het stadje Batte, in den Staat Mon tana in Amerika is een schoorsteen van de zelfde afmetingen van dien te Newark. Daar deze schoolsteen op een bc-rg is gebouwd, bevindt zijn top zicli 176(1 M. boven de op pervlakte van den Atlantischen Oceaan. EEN DWERG-XTJi.PAARD. Een Engelsche natuuronderzoekater, juf frouw Dorothea Bate, die met grooten ijver op Cyprus en Kreta rondsnuffelt, ontdekte op Cyprus het volkomen geraamte van een dwerg-nijipaard. Dc hoenderen lagen natuur lijk door elkaar, maar de.-kundigcn in Lon den zijn erin geslaagd, het geheid weer in elkaar te zetten, zoodat het, nu een der voor naamste bezienswaardigheden van de paleon tologische ui'docling van het museum van natuurlijke historie vormt. Het dier is wel liet kleinste dor familie der rivierpaardon. Cuvior maakte er voor honderd jaar reeds melding van, zonder dat hij echter een plaats noemde, waar het gevonden werd. zijn schoondoe,liter, Jeanne's moeder. Deze ermoeddo het een of ander geheim, en vroeg' hem wat du roden was vnn dit vreemd gedrag. Ziende, dat hij er niet aan kon ont komen biechtte llugo bedeesd alles op. UIT KTNDEROPSTELLEX. Op een schooi werd een opstel opgegeven ovei- de verkeerde uitwerking van den ster ken drank. De volgende zinnen kwamen in de gemaakte opstellen voor: ,,Tegenwooidig worden veel meiinehen in de gevangenis ge zet wegens het plegen van zelfmoord mdoi den invloed van sterken drank." „Sommigen denken, dat misbruik van sterken drank goed isj anderen nemen het als een geneesmiddel." „Doktoren zeggen, dat een toenemend sterftecijfer het leven verkort." „Alcohol heeft invloed on de meeningen vnn een dokter." Landlooper: „Een eentje, juffrouw, voor een armen man, die in een week geen eten heeft geproefd." Juffrouw: „Arme man, daar heb je een kwartje." Landlooper: „Dank u wel, juffrouw. Ja, ziet ii, u moet weten, dat ik influenza had en mijn smaak kwijt was." Onderwijzer: „Vertel mij eens iets over den dood van. Julius Cesar." Leerling: „Ik wist heelemanl niet, dat de arme man ziek was." De plotseling rijk geworden kleermaker Smit speelt, den grooten meneer. Hij laai uijv. oesters voor zijn ontbijt komen. Terwijl hij fliiik toetast, kan zijn vrouw niet besluiten mee te eten en zegt: „Zon ik zulk tuig in mijn maag stoppen?" „Dacht je soms, dat ik het lekker vind," is zijn antwoord. Bedelaar: „Ik smeek u om een kleinig heid, meneer. Ik weet nog niet, waar ik van nacht mijn hoofd zal neerleggen." Reiziger: „Dan ben je net als ik, ik weet zal gaan." veel gedragen zullen worden, zijn guipure en kant de voornaamste. Men zal ze wit of crème houden, dat verouderde onnavolg bare wit van de oude kanten, die onze voor ouders zoo kostbaar hebben bewaard, of men zal ze nemen in de lint van de japon die ze moeten versieren. Veel echte kant, Ter- sche en andere soorten. In de fijne kanten ziet men veel mooie numaakr-els, onder an deren sommige tulesoorten, geborduurd in den stijl Louis XVI of Empire. De kanten ol guipure blouses zijn evenveel hl trek als het vorige jaar, maar terwijl men ze vroo- gei eenvoudig droeg, bekleedt men ze tegen woordig met ornamenten in de stof van den rok. Ze komen ook minder uit, daar ze lndf vei borgen zijn of onder groote bretels in den vorm van een fichu, of onder een korten holéro met epauletten, die de kant slechts aan de mouwen en in het, borststuk laten zien. Bij de guipure en de kant ziet men veel passementerie in de kleur van de stof waar op zo zijn aangebrachthot zijn guirlan des van groote bloemen, bladeren, druiven, die zich om de gewone teekeningen slinge ren of kleine rozetten in twee of drie rijen gerangschikt; men plaatst ze op soepele stof laken" taf, fluweel of iets dergc-lijks, men moet slechte zorgen, dat liet geheel los blijft en juist omdat do passementerie vaiV zich zelf iets stevigs heeft, is de keus der stof, die ze versiert, van groot belang. Zog hun, dat de Frnnsche hoffelijkheid nooit meer aan het licht trad, dan nu ze een vrouw heeft uitgekozen om de looncelspecl- kunst te doen eeren en den looneelspeler op dezelfde lijn te plaatsen als de andere scheppende kunstenaars VICTOR HUGO AI.8 GROOTVADER. Max O'Kell vertelt het volgende omtrent Victor Hugo: „Jeanne Hugo, de kleindochter en lieve ling vnn den dichter wou de letters niet beren; zoodat luiar moeder haar op zekeren dag vertelde, dat zij geen dessert zou krij gen voor ze de twaalf eerste letters vnn het alfabet kende. „Het eerste wat het, kind deed was naar haar grootvader ioopen, die als altijd gereed was om haar nail te hooren, maar nu on machtig om haar te helpen. Maar om luiar sympathie te tonnen, beloofde hij, dat hij ook geen dessert zou eten, zoolang als zij 'i niet kreeg. Jeanne vo:id dat best. „Dagen aaneen nam llugo telkens.onder een ander voorwendsel geen de-sort. Maar op een avond, toen Jeanne vroeg naar bed was gegaan, werd er een soort kaas opgediend, waarvan hij buitengewoon veel hield. „De geur dood hem aangenaam aan, en Hugo was bijna voor de verzoeking bezwe ken, toen hij zich de plechtige belofte her innerde, die hij aan hel. kind gedaan had en niet van de kaas nam, tot verbazing van fi ook nog niet naar welk hotel ik ,,\Vnjt, du.rf jo zeggen, v'k'gd!" bo'rslLijs- be-th, rood van toorn, pit. „Dal zal jerno waar makeei Lammert was op zijn wcirk, lougtjnaa'rl" e'n ze strekte de hand uit om haat" woorden^ van een (strenge kastijding velrgezeld te1 doen 'gaan. Michael wals i\a hel 'celrst wat onthutst, flat de la,nge Lijs zoo in <fe nabijheid wasp maak' toe,n hij -haar verdachte jxwve'ging zag, de^nfedc, hij >eon voetstap achteruit, en voegde haat dibige,nd tegemoet: „Il'aakmc niet aan, hooir je. of jh krijgt van het.pak van je zeun." „Wal? heb je dibtn gfirairbld," riep ze buiten zichzelf van, wcxle, ai stoof op hem toe. Alida b?bld haatr echter tege,n „Duulry'romv I sla 'om jiiot sla mie jon gen ruiet'." Moede vam 't glekijf, maakte de heer Lampkehs zich geiteed te vertrekken. Hij wondde zich n'og ktemnaaJ tot den knaap: „Vraag die> vrouw vergiffenis gauw." „Dat doe ik tu-et," antwoorddb Middel boslotein, „Lamntert heit tae vrind Jan gcMageinik hleb geen kwaad gedaan." „Kom mo nooit weter, onder de oogen," heet mijnWeea' Lmnpsbiis den driftig ge worden knaap toe, wibn Jan Company op helt puilt stond te Wdpefi,. „Ga niet, mijn heter!" riep Alida hem toe,. „Ik vat. Wel dal. UEd. h*m niet weer om 'nemen wilt och God! hc'c zal zijn vader wezien!" Zr\ vfcendft hitter.. Afichid zag nauwdijk'si haar tranbn of hij vloog tnnar haar toe: „hche-i uit, mde- d,erl schei uit och, wbes nijet boos op me," siprak hij vlefend, terwijl hij haar hand zocht te vatten. Ze (weerde hiuni af,. „AVerkelii," snikte zijn, armoe tijen isi niets, maar zoo'n jongen och Ilee.re God! dnj. 's. hard,'." „Moei Lijsbeth I", stameklq Michiiel, ter wijl hij eeinsiklaps naar dezc^ toeschoot, „me XEDERLANDSCHE WIJSHEID. Een grootsch verleden is een plicht Jcr tot-komst. Wallis. Toorn, afgunst, haat, n! 't aardsehe (gaaf) voorbij. Onsterflijk blijft het hemelsehe ons ver kwikken, Eeuw uit, Eeuw in, bezielt (ons) poëzy Potgieter. Het welzijn van den mensch is niet in over vloei, Een stil en danckbaar hert. maakt rauwe boonen soet. Want dat recht der menscheiden, Dats pinen ende arbeiden. Boendale. Men moet karaktemeigingen leiden, niet uitroeien: niets is een gebrek in een nor maal mensch, alle* kan het worden; alles is noodig, maar liet moet boheersclit worden en onder de macht komen dor hoogere harmo nie van al onze gaven. Vosmaer. IJdel is hij, die zijn hope stelt in men solien otte schepselen. Thomas ii Kempn. Onder de MODE. garneersels. die dit voorjaar moedor 'denkt dat ik schuld heb, moei Lijs- Lot li'siraf me, sla me weer, omdat ik je 'Lammert gesOagon hpb, die me vrind Jan plaagde dia maax loe," an hij bood haar zijtn ragt Lijslbeth kloog niot want zo\ was vbr- baawT 'Ze dacht dat._ de jongen dol was. Mijnheer Lampsens scheten het. echter be ter te begrijpen, waait hij mompelde: „er rif toch wpt in, dien. jongen. Moeder!" ring hjj voort, rich tot Alid.a koerende, „droog je tranen; ik zal hef nog e'ens.' met je zoon wagen', iVog éénst, maar ook dan geen pardon xneerf. Jongienl het is een slecht kind dat zijn, moeder doet schreien, maar het berouw kan Veel goed maken'. Beloof me dat je voortaan jestliap- pelijk zult gedragen en je kunt morgen weer aan do lijnbaan komen." „O, mijnheer! wal, een pak neemt IJEd'. van me hart!. Toe. Michiei! bedank mijn fioer!" Michiei scheen maar half voldaan. Hij was blij dat zijn moeder lm ar tranen droog de, maar naar de lijnbaan..,.! lochwou mioeder het hebben stamelend bracht (hij zijn dank uil,. „Beloof jr- beterschap vroeg Lamp sens nogmaals. „Mijnheer! u moet nte tnaar diep inde lijnbaan zetten, waar ik niets zie dan de huizen," was het 'antwoord,'. 'De beer Lampsens 'dfxchf nu de kans gunstig om op hot gemoed vap den knaap fo werken; hij hield hem het onvoegzame van rijn gedrag voor, izei dat hij zijn dag geld lot zijn straf ve-rniiiiuterde tot op een hal ven stuiver, maar dat, zoo hij zich tol iOogvtmaand goed hield, hij het merken zou in zrjü loon,..." Aioeder sprak met haar oogen en ge baren onder die predikatie mee. Ze dacht alles gewonnen do knaap SARAH BERNHARDT. Uit een brief, dien Sarah Bernhardt aan den heer Jules Ilnret schreef, naar aanlei ding van de door haar verlangde decoratie, nemen we het volgende over: „U vraagt mij, of ik geloof, dat ik die eer verdien. Als ik ja zeg, zul u me trolscii vinden; zeg ik neen, dan zal u me schuldig oordeelen. Ik wil tl gaarne het „waarom" van dit omdat" zeggen. Sedert negen-cn-twmtig jaar geef ik aan het publiek wat er in mijn ziel leeft. Ik heb honderd twaalf rollen ge peeld. Ik heb gestreden als geen ander mensehelijk wezen. Door mijn onafhankelijke mtuur, die do leugen haat, heb ik mij ver bitterde vijanden gemaakt. Wie ik mij ver waardigde te bestrijden, heb ik overwonnen en vergeven. Ze zijn mijn vrienden gewor den. Het slijk, waarmee anderen mij wierpen, viel als stof ter neer, gedroogd door de brandende zon vnn mijn geloof en mijn wil. Ik heb getracht het hoogtepunt der kunst to bereikenik ben er nog nietik heb nog minder tijd te leven over dan ik al ge leefd hebmaar wat doet het er toeIedere pas brengt mij dichter bij mijn doelDe uren, die mijn jeugd met zich namen, heb ben mij mijn moed en mijn vroolijkheid doen behoudenwant mijn doel is hetzelfde en daar ga/ik op af. Ik heb hot Fransche woord geplant in het hart der btiiienlandschc letterkunde, cn daarop ben ik het meest trotsch. Dank zij mijn kunst, is de Fransche taal tegenwoor dig die van liet jonge geslacht. Ik weet het omdat professoren het mij gezegd hebben, en dames te New-York het mij bevestigden. In Argentinië hadden studenten te mijner eer Rneine, Corneiile. Atolière en de feuil letons van Jules Lemfiitrc uit het hoofd ge leerd. Te Canada trokken afgevaardigden en senatoren mijn rijtuig voort onder het her haald geroep van „Leve Frankrijken, na iedere voorstelling zongen de studenten de Marseillaise, wat dc Engelsehen met den hoed in do hamJ aanhoorden. Als men vindt dat de onderscheiding, die men mij wil aanbieden niet in overeenstem ming is met mijn talent, zeg hun dan dat ik de strijdster hen voor een grootsche kunst voor een kunst, die d" zeden verbetert! Ik hen de getrouwe priesteres van de poëzie RICTIARD WAGNER EN ZIJN MODEMAAKSTER. Zentien brieven, die Wagner in de jaren 18G-1186S aan een modemaakster in Wee- non schreef, doen een blik slaan in de toilet geheimen vim den grooten man. Dadelijk uit den eersten brief zien we. dat Wagner de modiste nog niet betalen 'kan, daar liet hem „in 't geheel niet naar wciisch gaat"hij had dus toen reeds in Alaart 1864 iets van haar ontvangen, wat niet zoo heel weinig was, daar hij het niet be talen kon. En liet was niet iets voor zijn vrouw, wat hij bij haar kocht, het was voor hein zelf bestemd. Hij verlangt een kamer japon van rose atlas met eiderdons gevoerd en in ruiten genaaid, met zachte witte atlas gevoerd. De onderste rokwijdte moet zes ba nen breed zijn; dan moet er een ruche van hetzelfde aangezet worden, die van de taille af steeds breeder wordt en liet voorstuk afsluit. Daarbij een brcede sjeip van vijf el lang, aan de einden in de volle breedte van hot goed, in liet midden wat smaller. Eens bestek hij tegelijkeen rose kamer japon, een blauwe dito, een groene dito met rose lint, een donkergroene zonder borduur sel of ruches, zonder sjerp. Een anderen keer spreekt hij van een witte kamerjapon met een blocinenpatroontje, en van een nieuw- rocde met z.ware atlasvoering. Bovendien moe.st de modiste hem nog honderden ellen zijden lint van allerlei soort en kleur bezorgen en kostbare blondckan- ten ook moest ze hem steeds nieuwe staten met prijsopgave zenden. Voor haar moeite schijnt ze wel goed, maar ;eer ongeregeld betaald te zijnbeloften van een spoedige betaling wisselen 'af met de zending van grootere en kleinere sommen geld. Eens ontving ze 2500 gkl„ oen andoren keer bedraagt de rekening hoewel er al telkens iets vail was afbetaald -zelfs 3010 gld. NIEUWTJES OP AIODEGEBIED. Waaiers. Alen neemt niet meer de vee ren van struis vogels, maar die van papegaaien en andere -veelkleurige vogels voor de versiering van waaiers. Is de waaier gesloten, dan lijkt het of dc vogel mot toegeslagen, vleugels ligt te slapenis hij open dan schijnt do vogel zich te bewegen. Er ontbreekt niets aan, noch de vleugels, noch de staart. Haarspelden. De nieuwste haarspelden zijn groen, van kleur, van dat eigenaardige groen, dat do tint der zee weergeeft. Ze zijn breed en plat met goud ingezet, of peervormig, geheel in gelegd. Dezelfde vorm komt voor in rood koraal; en voor rouw in bruin «taal met zwarte kralen versierd. Ecliarpcs. Men draagt de ëchaqies om mee naar partijen te gaan niet meer van zijden mous seline of van zijden voile, maar van gerim pelde tule in de tint van de japon met ruches van dezelfde tule. RECEPTEN. Appelen met rijst. Een kopje rijst wordt in melk met wat boter, zout cn een citroenschilletje gekookt. In een andere pitn stooft men fijn gesne den appelen niet suiker. Nu' bestrijkt men een vorm goed met boter, legt om de andere eer. laag rijst met rozijnen en een laag (scheen zoo aandachtig te luisteren, al dwaalden zijn blikken ook van tijd tot lijd het raam uit. Eensklaps echter, ter wijl mijnheer Lampsens juist hetxwrendst van straf en helooning sprak, schoen hij alles en allen vergeten; want met een kreet van verrassing sprong hij' naar vo ren „Kijk, Jan! riep hij' den neger toe, /„'daar heb je dm kotter van Krijn. Wat reeft 'i zijn zeilen; 't is of 'i hang is'voor (de hrres.." Alijnhhee.r Lampsens was meer dan ooit geërgerd!. Hij stond verlegen met/ zijn fi- lamxr en voelde zich persoonlijk beleedigd. Do man, wiens woorden de vroedschap Izelfs mot eerbied opving, \VorA met min achting bejegend door e.enl knaap. Alida ,stond verslagen en tlurfdej niet spreken. Jammer'dat Lijsbelh reeds heengegaan was, (want ze had g'ctriomfee'rd'. V Miebiel, druk aan ilret redeneeron met (Tan. die in Izijn verstikking (teelde, wist (van niels. i Alijnhcor Lampsteris he'rslelde zich ech- |lcr spoedig en verweet zich bijkans zijn klcingriedigheid. '„Aioeder!" zteï hij goedig tot Alida. „zend y 1 on jongen naar hij "deugt hier niet 'en je, zou jie bezondigen tegen God. door Rem hier te houden. Als ik je helpen kap, kom dan, bij me er ligt juist ven Oost in,jtevaaretor van mes roe." Ilij ging on H-e-t mrteder on zoon alleen. Er werd gediriigd, er werd geschreid, maar ■in het eind gaif moGder toe en dc jongen ging mjet Jan Company- hel risegat uil,'. 'Acht cn vetorlig jaren later gaf do Zo- Imermaand asm dag ziooals ze nooit ge schonken bad en nooit wleer schenken zaf. Ondoordringbaar voor het oog' was hot Snastbosch in do haven, en dc wimpels en vlaggen, wapperend cn zwatelend) op den i zuid-oosten 'wind, woeilen uit,, alsof zo nog hunkerden naar dien strijd, westwaarts 'heen, waar leen |t rotsche vijand versla gen was,. 'Als dc golven der zee wiegden desaam- gepakLc volkslioopfen heen en. weder op hel hoofd van de havhnf De brand ende zon scheen riieL te kwellen, schoon ze den tong turn het verhemelte deed kleven*. Telkens als een sloep, pijlsnel voortslui- vend bij het uitslaan van haar zes paar vleugelen, den steiger^ bereikte, ging eeai ihoezee uil dri massa's op, dat het salvo der 'kartouwen verdoofde.. Alaar -nóg was do starende menigte, niet voldaan.. 11 ij was nogj ginder, die in een vierdaagschbn strijd de eer der republiek had gehandhaafd, en de vlag van Britan nic doen Strijken,. 'Daar donderde het gjeischnt. der „Zeven Provinciën" uil 'zijn veertig stokken aan bakboord, het hoezee va'n Janmaat paar de 'zich met liet gbjuich op de ree,. 'De steiger, waarop dö 11oog Afoge'ndo Ileereu Gbconiifteerden beidden, kraakto hij het voortstuwen der volkshoopen, wui vende met vendels en» mutsen,. Vaders til den hun zonen omhoog en vezen op den man, die in. het blinkende harnas, nre.t den bevelhcbbersslaf in de hand, groetende in dc sloep slond, van wier vlaggcsteng de driekleur uitwoei, „De ziel van 's Lands vlooi," klonk het, hier; „dei hand die do maat sloeg 'in hel grof muziek der karton wen." klonk het verder; „bcstevafir! beste- vnar!" klonk hel. allerwege. De Luiten an l-A d rnira al-G en e ra al Alichiel Adiïaanszoon de Ruiter stapte aan wal'.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1907 | | pagina 11