Gbdb.het tbr E
¥0 0r1)am:es.
EEN PRACHTIGE BIBLIOTHEEK.
Y00R KINDEREN,
Vvias ©n "Napoleon' slcclits, vooif zich zelf
hand hide.
"Dadelijk antwoordt, hij:
„Mijnheer mijn "Broeder,
De om-skuidighedcn betreurende,, waar
onder wij elkaar ontmoeten, noem ik don
(togen wan Uwe Majesteit, aan en ik ver
zoek haar oen van uw officieren te benoe
men miot do volmacht, om to onderhande
len over de overgave van 'het leger, dat
zoo dapper heeft gestreden onder uwe aan
roering. Van mijn kant heb ik generaal
von Moltkö 'daartoe,' benoemd,"
De keizer koos e.r generaal, Wimpffen
voor uit. üezie gaat dus naar von Moltko
en verkreeg deze voorwaarden: „tietFran
sche leger zal do wapens neerleggen cn
zal krijgsgevangen zijn. Tengevolge van de
dappere verdediging van het leger, zullen
de officieren hun wapens behouden." De
generaal vraagt een wapenstilstand van 2d
uur, om' den mad in te winnen van de
andere generaals. „Ik geef u tijd tot 9 nui-
's morgens", antwoordt von Moltk©„daa
val het vuren hervat, worden, als alles
niet heslist is."
Den morgen "vtan den 2dert September
maosten d.e geneitaa'lsl op twee na
met den dood in het. hart, erkennen, dat
hot onmogelijk was.' aan verdere verdedi
ging te denken. i
Nauwelijks 110.000 Franschen. met 3G0
kanonnen, hadden weerstand geboden aan
242.000 Duitschors met 726 vuurmonden!
ALBASTBEWERKING.
Te Vo-lterra wordt voornamelijk het al-
host bewerkt. De geheele bevolking van
dit Tosüaanscho stadje wijdt zich aan de
ze industrie. Men vindt het albast in tal
rijke groeven in do, omringende heuvelen,
vtan. waar men het met ezels of muildieren
vervoert. 1
Het albast is het overhcerschende ele
ment in de stad en omringt er alles met
zijn glinsterend stof. Rjj de minste wind-
Vlaag ziet men stofwolken oprijzen, die als
de zon er op schijnt, schitteren als dia
manten.
Vtan de vijftien duizend inwoners der
stad is twee derde deel bezig het albast
te bewerken. Maar die menigte werklieden
js, niet in ateliers bijeen, ieder gezin werkt
thuis en legt zich meestal op een bepaald
soort der industrie toe.
De olbastbewcrker wil niets weten van
verdeeling vtan arbeid, llij wil de kunste
naar zijn, die het geheele werk zelf maakt.
"Wie in de woning wan zulk een kunste
naar binnentreedt, lioeft niet bevreesd te
zijn, dat men hem tot koopen zal uitnoodi-
gen, daar alles al van te voren verkocht is.
De bewerker, die meestal maar enkele
voorwerpen maakt, krijgt daar zulk een
handigheid in, dat hij zonder model of
meten, zijn beeldje maakt, met een juist
heid en vlugheid, die u verbaasd doen
staan. Dit bewonderenswaardig gemak is
niet alleen te danken laan 'de langdurige
ondervinding, door hel steeds weer op
nieuw behandelen van hetzelfde onder
werp, maar ook aan de natuurlijke gave,
daar de kunst bijna twintig eeuwen in hun
geslacht is beoefend.
De Etruskers bewerkten reeds in hun tijd
dezelfde steensoort op bijna dezelfde wijze
als do tegenwoordige bewoners van Vol-
teroa.
Toch moet men erkennen, dat, sedert de
oprichting van een bertdhomvschool de
aibastindustne een koer pn een vlucht ge
nomen heeft, die haar zeker in bloei zul
len do-en toenemen. De bewerkers loeren
nu beter parlg treKJcen van do .eigenschap
pen en blijven niet bij de steeds herhaald#»
onderwerpen. 1
Ten bewijze van deze opleving van dc
albastbewerking dient, dat de voortbrenging
hoewel zo vcrtiendubbeld is, niet aan alle
aanvragen kan voldoen.
NIEUWE EILANDEN.
In den loop der tijden was do mensch
reeds dikwijls in de gelegenheid op te mer
ken, hoe, onder den invloed van vulkani
sche werkzaamheid, zich plotseling nieuwe
eilanden vormen. In do vorige eeuw ge
beurde dit in Europa dikwijls in de Mid-
dellandsche zee. In Juli 1831 ontstond tus-
schen Sicilië en fantelleria, tengevolge van
een vulkanische uitbarsting een eilandjf}
dat ongeveer een honderd meter in om
vang en zestig meter hoog was. liet bestond
voornamelijk uit zand en asoh en werd
tegen het einde van hetzelfde jaar reeds
weer weggespoeld. Van even korten levens
duur waren vulkanische eilanden, die in
ïn i638, 1720, 1757 en 1811, in de groep
der Azoriseho eilanden ontstonden. Een
zelfde lot ondergingen e-enige eilanden, die
zich bij de kust van IJsland vormden.
Er zijn echter ook voorbeelden van ei
landen, die langen tijd bleven bestaan. Dat
was het geval met eenige kleine eilanden,
die in 1866 in do nabijheid van Santorin
in de Egeïscho zee werden gevormd. Meer
dan honderd jaar lang is de Beringzeehet
tooneel van merkwaardige eilandenvormin-
gen. In 1796 ontstond tijdens een hevige
uitbarsting het eiland Joanna B omi stans-
la, dat door volgende uitbarstingen steeds
jrr omvang toenam, tot het in 1819 een
omvang had van vier geografische mijlen
en een hoogte van zeshonderd meter. In
latere jaren werd het tengevolge van vul
kanische werkzaamheid, nu eens kleiner,
dan weer grooter, maar bet. bestaat nu
uog. In dit gebied heeft zich in hel vorige
jaar in de Beringstraut een nieuw eiland
gevormd, dat 's zomers door een Ameri-
kaansche kotter ,,1-Vrry" ontdekt, en daar
naar ,,tVrr\®lamt" genoemd werd. Hot
dankt zijn oorsprong ook aan vulkanisch;
werking. Men kan niet vooruit zeggen, of
het zal toenemen en een blijvend eiland zal
zijn. of dat het weer in do golven verdwij
nen zal. r
EEN MERKWAARDIGE HUWELIJKSREIS,
Reuters correspondent te Home had on
langs een gesprek met majoor Powell-Cot
ton, de stoutmoedige ontdekkingsreiziger.
Zijn laatste reizen waren in Dost-Afrika.
De majoor was van plan om te gaan trou
wen, maar daar hij zijn reis niet wilde
onderbreken, liet hij zijn meisje naarAtri-
ka komen. Hot huwelijk Juut plaats in 1905
en daarna hoeft mevrouw Doweü-Colton al
le moeiten en bezwaren van do reizen met
haar man gedeeld. Onder anderen hebben
ze vier maanden onder de Pygmeeën mid
den in liet tturi-bosch gewoond.
Majoor Powelt-Cotlon vertelt over die
reis: „De verbazing van die kleine nicnsch-
jes, toen ze mijn vrouw zagen, was merk
waardig., ze hadden nog nooit ecu blanke
vrouw gezien. Het meest waren ze ver
wonderd over haar lange haar, dat ze ten
genoegen van do dwergen los liet hangen,
als zo rondom onze tent liepen. Wc had
den nooit «enigen last van hen gedurende
ons verblijf. Ik lief mijn vrouw wel eens
alleen als ik op de jacht ging. Zij had
iets van hun taal geleerd en bewees hun
geneeskundige hulp. Ze werd altijd met den
grootslen eerbied door hen behandeld.
In October had de majoor aan do oevers
van de Sassa-rivier, bij het Albert Edward-
rneer in hot grootste levensgevaar ver
keerd. Hij bevond zich in een land, waar
leeuwen hun verblijf hielden, die lederen
nacht om het kamp brulden, maar voor
den morgen verdwenen. Op zekeren mor
gen zag hij echter een grooien leeuw, die
naar de oever der rivier terugging. Hij
schoof op hem en verwondde hef dier ge
vaarlijk, dat zich in een boschje terugtrok.
Anderhalf uur later kwam do majoor, die
meende, dat het dier te erg gewond was,
om zich te bewegen, langs dat boschje
met eenigen zijner mannen, die liet dier
met aarde gooiden. Eerst bewoog het zich
niet, maar op eens richtte het ich onder
luid gebrul op en kwam op majoor Powell-
Colfon af. "Deze vuurde onmiddellijk, maar
do kogels troffen den leeuw niet cn toen
•do majoor zich omkeerde orn een ander
geweer te krijgen, zag hij, dat zijn bediende
gevlucht was. Daar er geen tijd was om
opnieuw te Iaden, sloeg de majoor den
leeuw met zijn geweer op den kop en
wilde zich onthoeren om weg te gaan. liet
gewonde dier sloeg zijn klauw-en in den
rug en de beenen van den majoor en trok
hem op den grond. De woedende leeuw
scheurde de jas van zijn slachtoffer in
flarden en trachtte tevergeefs diens hoofd
op te heffen. Terwijl majoor Powell-Cofton
onder het dier lag, sloeg oen van zijn vol
gelingen hem met een slok op den kop.
Tegelijk sloeg een ander hem met de zweep
tusschen de oogen. Dit. leidde de aandacht
van het dier af en op dat oogenhlik schoot
een ander hem dood. Men bemerkte toen,
dat majoor Poweli-Colton niet minder dan
zeventien wonden had.
De beroemde bibliotheek van Lord Am-
horst in Didlington Hall zal door Bomhard
Quaritch in Londen verkocht worden. Er
zijn niet minder dan 17 werken van den
eersten .Edgelschen drukker Caxton in, die
minstens 360.000 gulden zullen opbrengen.
Daaronder is het eerste in dc; Engolsehe
taal gedrukte bock: „Lefevres Recuyell of
the Historyes of Troye" 1474 in het eenige
volledige exemplaar. Daaraan sluiten zich
aan, werken van Caxtons opvolgors: Lofton.
Maehlinia, Wynkyn de AVorde e. a. Er is
ook hof onvergelijkelijke met houten tellers
gedrukte boek: „Apocalypsis St. Johannis",
omstreeks 1455 in Holland gedrukt, verder
een bijbel, omslrccKs 14,55, een Cicero van
1465 uit de drukkerij van Gutenberg. Do
eerste Straatsburgsche en Keuischc druk
ken zijn er ook goed vertegenwoordigd en
uit het stadje Culenrborg is er een eigen
aardig vroeg exemplaar: ,jSpicghel onser
Besondernis", gedrukt door Veld en er in
1483. Ook zijn er kostbare Italiaansche druk
werken, zooals het eerste in Italië gedruk-
<to boek: „LacLaulinus", van 1465, uitliet
klooster van Subiaco,
MINIATUREN.
"Wie tegenwoordig over miniaturen spreekt,
denkt aan de sierlijke medaillon-schilderijen
der achttiende en negentiende eeuw cn zal
verbaasd zijn, als men hem zegt, dat er voor
meer dan duizend jaar een miniatuurschilde
ren bestond in den echten zin van het
woord. Miniaiiuirschilderen is namelijk niets
anders dan het met menie (in het krijn mi
nium) geschilderde, waaionder men de hand
schriften uit de middeleeuwen kan aerstaan,
die keurig in roode kleur geschreven en van
talloozc initialen en brullen voorzien waren.
Eerst in den laakten tijd heeft het spraak
gebruik zich van het woord miniatuur mees
ter gemaakt en het in gedachten van het
Fransche .voord mignon afgeleid. De vroe
gere schrijfwijze mignatuur gaf daar ook
grond voor. De miniatuur der middeleeuwen
verdween, toen na do uitvinding der boek
drukkunst ook de houtsnede ontstond. Tegen
liet einde der zeventiende, vooral echter in
de achttiende en negentiende eeuw, kwam
hel woord miniatuur weer in bovengenoemde
beteekenis op. Men zegt er over jn eci oud
boekje: waarin het onderscheid tusschen mi-"
niauuirschildercn en under schilderen be
staat: dat ze voel teerder en sierlijker is,
\nn dichtbij gezien wil worden; en slechte
voor kleine voorwerpen gebruikt, wordt;
alleen op perkament cn andere dergelijke
bladen voorkomt en de kleuren eenvoudig
met gomwater worden aangemaakt.
De overbeschaafde tijd der Fransche Lode-
wijken, de periode van het rococo en het
barok, schiep het aanvankelijk kleine en
steeds kleiner wordende, op koperplaten,
daarna op ivoor of perkament geschilderde
„mïjiïutuurportret." Dit bleef bestaan tot dc
uitvinding van de fotografie door Dagucrre.
Toen kon de miniatuur zich niet meer slaan
de houden. Zo verdween en leeft nog voort
in de herinnering van hen, die met liefde
aan het „porceleinon tijdperk" terugdenken.
VORSTELIJKE TAALKENNIS.
Vorsten spreken over liet algemeen goed
talen. Koning Eduard. die zoo veel reist,
spreekt het Fransch beter dan menig
Franschmnn cn kent ook uitstekend Duitsch.
De ezaar van Ru,Ja tul spreekt Fransch even
goed als zijn eigen taal en kent de verschil
lende dialecten. De Duilscho keizer spreekt
Fransch on Engelsch volmaakt goed en leent
ook zijn Latijn. Dc jonge koning \an
Spanje spreekt met gemak Duitsch, Fransch
en Engcheh. De koning van Portugal
spreekt Fransch, Engelsch, Duitsch cn
Spaansch. De koning van Italië spreekt
Fransch en Duitsch meesterlijk en kent ook
de verschillende Italiaansche dialecten.
„Prachtig," zei een bezoeker van een oud
Engelsch landhuis, een schilderij bewonde
rend. „Dat moet een beroemd oud mees
ter zijn."
„O, neen meneer," zei de portier, „het
is de oude mevrouw."
„Voor we trouwden," klaagde een dame,
„nam je altijd een rijtuig voor me. Nu vindt
je de tram goed genoeg."
„Dat komt, omdat ik zoo trotsch op je
ben. In een rijtuig ziet niemand je; in een
tram kan ik met je pronken."
Jonge dame: ..YreeadijkStond u in de
woestijn op eens voor een tijger? AVat deed
u wel?"
Reiziger (trotsch) „Ik nam een kiekje
van hem."
Klant: „Heeft men ooit bij u gestolen?"
AVinkelier: „Neen. alles is hier zoo goed
koop, dat dieven, als ze iets noodig hebben,
het hier komen koopen."
i
Hij: ,,AVat ga jo dit voorjaar doen?"
Zij: „Volkomen rust nemen."
Hij„Op welke manier?"
Zij„Ik ga een maand op reis, een week
naar Parijs, dan over Zwitserland naar Rome,
Venetië enz."
NEDERLANDSCHE AVIJSHEID.
AVij zijn 't incnsehelijkst, waar wij den
mensch geheel schijnen te hebben uitgetrok
ken. AVallis,
Men kent des f.ijds waardij, wanneer hij
ons ontglijdt. Atendel.
Een die gedeurigh swetst van dat hij wil
bestaen,
En brengt niet anders thuis als slechte een
malle waen.
Cats.
AVat in de kinderjaren
Het harte boeit ea tooit
Blijft eeuwig in. 't geheugep,
En men vergeet het nooit.
V. Lovcling.
Zalig die waken,
Zij worden bewaakt
Zij zien den engel, als 'i kwad-.: genaakt.
Ten Kate.
AVecs als het licht op oeverriet,
Doe al weet teer is tot u neigen.
J. AV in kier'Prins.
De wetenschap met haar cijters en weeg
schalen, haar begrippen en formules, draagt
op het gelaat de trekken van de stroeve
deftigheid het geloof is de dichterlijke, hel
dere, zonnige beschouwing des levens.
- de Bussy.
MODE.
In Parijs draagt men tegenwoordig een
manteltje van de eene kleur bij een. rok van
een. andere ti.it. Men ziet bijv. een kort
groen laken manteltje met zwart zijden galon
een heel korte taille, met drie kwart lange
mouwen in een reve machtige manchet -
met een vestje van crème geborduurd caeh-
mire over een kanten stukbij een havanna
noot-kleurigcn laken rok in Directoirc-stijl.
Nieuw is ook het glad maken van de
schouders en het vormen van vierkanten aan
den hals. In tailor-made japonnen kan dit
gebeuren door een glad stuk van fluweel of
laken,dat aan het boveneind van. de mouw
gelegd wordt om daar een soort epaulet to
vormen. De hals wordt vierkant uitgesne
den en met een chemisette van tule of iets
anders gevuld.
Voor gekleede japonnen, blijven nog altijd
de prinsesse-modellen in den smaak en men
zal smaakvolle vercenigingen kunnen zien
van rijke Pompudour-brocades met. blauwe
of Rose-du-Barrij fluweelsoorten. Jammer
is hot dat men de rokken een korter aan
zien geeft, door er van onder een broeden
rand fluweel of zoo iets op aan te brengen.
Men ziet veel git, wat te vreemder is, daar
zwart voor avondkostuums niet gedragen
wordt, behalve wanneer het verlevendigd
wordt door gekleurde borduursels.
DE A'ROUAVEN IN MAROKKO.
A'an Marokko is over 't algemeen weinig
bekend, maar vooral van de vrouwen weet
men weinig, daar ze zeer streng afgezonderd
worden gehouden. Alleen bij sommige hes-
ten, als bruiloften, ziet men op de platte
daken der huizen een aantal vermomde vrou
welijke gestalten te voorschijn komen, zoo
dat men zich ongeveer een voorstelling kan
maken van het aantal vrouwen, dat in een
huis bijeen is. Een buitenlander, al was hij
de boste vriend van den huisheer, kan in
Marokko onmogelijk in een harem binnen
komen en met een vrouw spreken. De vrouw
uit den harem, die haar bestaan, zonder ern
stige plichten ter vervulling met spel en beu
zelarij voortsleept, heeft zeker geen nuttig
leven.
Anders is het met de vrouw der vrije be
woners uit de vlakte van Burbarije.
Ilïer heelt de vrouw haar waardigheid
bewaard. In het Noorden van liet land ver
toont zij zich slechts dicht gesluierd in de
straten in het Zuiden kijken meisjes en
vrouwen vroolijk lachend de wereld in en
verheugen zich als haar schoonheid bewon
derd wordt. En schoon zijn ze dc meisjes
van Marokko! Maar ze hebben een lu-el
eigenaardige schoonheid, waaraan Europea
nen eerst moeten wennen. In de jaren, waar
op bij ons een meisje nog een kind is, heeft
de Marokkaansche ree.-L haar volle ontwik
keling bereikt.
Bijna overal in Marokko wordt do vrouw
door den man gekochtmaar bij do verschil
lende stammen gebeurt dit op verschillende
wijze. De koopprijs, die meestal met kamee-
len, schapen cn tentdoek betaald wordt,
hangt af van den leeftijd van liet meisje en
den rijkdom en het aanzien van den vader.
Het komt niet zelden voor, dat de minnaar
voor zijn uitverkorene 25 kameelen en 200
schapen, kleederen en sieraden geeft, waar
onder een paar buitengewoon grooto oorrin
gen en enkele mooie metalen gespen .nooit
mogen ontbreken. Heeft de jonge man den
koopprijs betaald, dan beginnen dc bmilofts-
fpesleüjkhcden, die bij de stammen van
Bcni Guil daarmee aanvangen, dal de nog
ongetrouwde jonge meisjes uit het dorp zin
gend om het paar heen dansen en het met
cön harden, strik uit kemelhaar binden, pit
deze omstrikking moet de bruigom zich los-
koopen door den eersten kus, dien hij zijn
bruid geeft, waarop zij hem als toeken barer
gelijkwaardigheid een zachten tik op de
linkerwang geeft. Door dezen kus en. slag,
dio allen in koor begeleiden met do woor
den „Een lang leven wenschen we u is
do eigenlijke plechtigheid van het trouwen
voltrokken, waarna het bruiloftsmaal begint.
Dit duurt dikwijls verscheidene dagen en
gaat geheel op kosten van den bruigom.
Het meisje uit Zuid-Marokko neemt niets uit
haar vaderlijke tent mee naar den nieuwen
wigwam.
Bij de woestere bewoners van het Atlas
gebergte hcerscht nog do vrouwenroof, en
do vader krijgt slechts dan betaling voor zijn
dochter, als hij moedig en 'krachtig genoeg
is, om haar van zijn schoonzoon terug te
lmlen.
liet vroege huwelijk en het warme kli
maat van het land maken, dat de vrouwen
er spoedig verwelken. Op den leeftijd van
25 jaar tellen ze in Marokko reeds tot de
oude vrouwen en grootmoeders; haar met
veel rimpels bedekt gelaat is dan meestal
leeliik.
P AARLEN.
In de eerste dagen van do Amerikaan-
sche paarlindustrie werden dc kleine stukjes
paarl als waardeloos ter zijde geworpen, maar
nu worden ze zorgvuldig bewaard en afzon
derlijk bij het ons verkocht. Ze worden ge
vonden in liet vlcesch van de oester en
brengen nog van 2 tot 30 gld. op. Door
de nieuwe manier waarop men edelgesteen
ten plaatst, is er grooie vraag naar gekomen.
Kostbare paarlen zijn niet, zooais men alge
meen gelooft, rond of langwcipig van vorm.
Atecl mooie soorten hebben de zonderlingste
vormen, een feit, dat door hun oorsprong
verklaard kan worden, want geleerden ver
tellen dat een paarl ontstaat doordat een
vreemde zelfstandigheid in de schelp dringt
en inwerkt op de oester, zoodat deze een
vocht afscheidt dat hard wordt ea een kost
bare paarl vormt.
EEN KANTSOORT.
Dc bewoonsters van de Philippijnsche
eilanden maken een bizonder mooi soort
van kant uit den ziidoachtigen vezel van
ananas-bladen.
RECEPTEN.
Geroosterd brood met merg.
Neem het merg uit de pijp, verdeel het in
stukjes en laat die één minuut in kokend
water met zout liggen. Leg daarna het merg
op een zeef, vermeng het met zout, peper,
peterselie en wat citroenplaats het op
stukjes warm geroosterd brood en dien het
zoo voor.
Sardines il la mode.
Neem de sardines uit do olie en leg ze
op vloeipapier. Doe wat AVoreestersaus op
een soepbord, laat daar de sardines drie
minuten in liggen, leg ze daarna op een
klein bakblik dut even bedropen is eu laat
dit vijf minuten in een matig warmen oven
staan. Leg iedere sardine op een stukje ge-
rooslcrd brood, doe dnnr hei fijn gewreven
geel van hard gekookte eieren op en dien
het heel warm voor.
HET VIOOLTJE.
De lente hield haar intocht; boomen en
struiken tooiden zich met i'risch groen en
een zacht windje speelde over de' groene
weiden. Twee lichte gestalten zweefden over
do aarde. De eene zag er heel lief uit, ze
bewoog zich zacht over de bebloemde velden
haar voet raakte bijna de aarde niet aan.
Op haar gezicht zag men een. vriendelijken
lachde wind bewoog zacht haar golvend
gewaad.
Een prachtig kleurenspel zag men op
dit gewaadhet had den fluweelachtige:!
gloed van een viooltje, en het gewaad was
zoo licht, alsof het uit duizenden geurige
bloemblaadjes gemaakt was. Het was do
godin der bescheidenheid. Ze kwam om de
kinderen der aarde haar groet te brcn^ca,
cn hen gelukkig te maken tot loon van
edele daden en van een eenvoudig leven.
De gelukkigen, bij wie zij zich ophield,
zageri haar nooit; alleen den aangename:;
geur merkten zij op en daarmee kwamen
tevredenheid en dankbare blijdschap in hen.
De tweede godin was prachtig gekleed en
met allerlei sieraden behangen. Wat schit
terde dat alles. Haar gewaad was van zware
zijde en er blonk een glinsterend kroontje
op haar hoofd. liet sehoone gelaat werd ech
ter ontsierd door een hard, hoogmoedig
lachje, plet was de godin van den trots ea
den hoogmoed. Zc kwam om haar volgelin
gen op te zoeken en zich te verheugen in
den aanblik van haar macht op aarde.
AVat waren ze verschillend, die heide ge
stalten, zooals zij daar samen voortzweefden.
Een vrooliike spelende kinderschaar na
derde de weide; do kinderen genoten van
hun vrijheid. AVonderiijk, zo koken niet naar
den glans en de schittering; hun oogen
merkten de godin van den hoogmoed niet
op, die daar voorbij ging.
Ze bleven echter vol bewondering staan,
toen ze de mooie kleuren van hot bloemen-
klced zagen. De jonge oogen werden nog
helderder, de jonge harten nog gelukkiger,
toen de- godin der bescheidenheid lamw
hen ging.
„Die kinderen gun ik je,"sprak de liot-
sehe hoogmoedig. „AVncht maar oen paar
jaar, dan kennen ze je niet meer."
De godin in het bloemenkleed keek lmnr
gezellin met een langen, treurigen blik aan,
maar ze zweeg eu wees op een menigte
groote jongens eu meisjes, die over de weide
liepen.
„Deze behooren mij allen toe," roemde dc
godin van den hoogmoed en naderde zelfbe
wust de nionschen. Ze scheen werkelijk ge
lijk te hebben, want dc jongens bleven be
wonderend staan, en de meisjes keken verlan
gend naar de schitterende pracht van het
gewaad. Allen waren verrukt en prezen luid
keels de macht en heerlijkheid der trotschc.
Het gevoel van tevredenheid verliet hen
echterafgunst, hebzucht en begeerte maak
ten zich van hen meester.
Niemand scheen de nadering der andero
godin te vermoeden.
Alleen één jong meisje stond afgezonderd
van cle anderen. liet was de mooiste en
liefste van allen. Zc keek maar even naar do
trotschc gestalte, maar plotseling schrikte
ze en riep de anderen, die nieuwsgierig bij
haar kwamen.
„A\rat een heerlijke geur, wat een prach
tige kleuren, als van -duizenden bloem
blaadjes," sprak ze.
Allen stonden om haar heen en werden
vroolijk en opgewektVergeten waren de
hooggaande plannen, dc trotschc droomen
van aardsche pracht, en "ergeten stond dc
trotsehe godin alleen. Gelukkige, tevreden
menschcn omringden het lieve meisje: ze
deelden haar vreugde, zagen de prachtige
kleuren en genoten van den heerlijken geur.
Toen de godin van den hoogmoed bemerk
te, dat haar macht gebroken was, werd ze
toornig. AVocdend viel zc haar liefelijke ge
zellin aan.
„Kent het mij niet meer, dit afvallig ge
slacht, dan is er ook geen plaats voor u
riep ze en woeste haat sprak uit haar mis
vormd gezicht.
Dreigende wolken kwamen opzetten cn
een hevige storm brak los,
Dc strijdenden werden door eeii wervel
wind opgenomen en naar verafgelegen plaat
sen gevoerd.
Terwijl zij omhoog stegen, maakten zich
echter houderden zachte, teere bloemblaadjes
los uit het gewaad van de godin der be
scheidenheid.
De bloemblaadjes vielen op de aarde; ze
vielen diep in het zachte gras, zoodat zc
niet. door den wervelwind meegevoerd kon
den worden.
Den volgenden morgen stonden overal m
het gras kleine, blauwe bloempjes, die zich
beseb kien nnn het oog van den wandelanr
onttrokken en diep in het groen verborgen
bloeiden. Alleen hun zachte geur verraadde
hun aanwezigheid. De godin van den hoog
moed leeft helaas nog in vele, vele men-
schenharten en speelt daar haar verderfelijk
spel, maar cr bleef van haar geen aandenken
achter en geen bloempje tooit de aarde als
een herinnering aan haar. De groet der
andere godin is ons echter gebleven. Het
blauwe bloempje der bescheidenheid bloeit
steeds opnieuw. Hei viooltje geurt in het
gras, als de lente haar intocht houdt en
boom en struik door niuj>- groen getooid
worden. Dan waait de tovind over dc
vlakten er» voert ons den zachten, lekkeren
geur tegen, ons herinnerend aan de bekoor
lijke godin der bescheidenheid.
itUKXEMJ V. d. SCHIEDAMiGHE COURAMT,