t. I :in o No. 12354 Derde Blad. ,t), Praatjes over we, mil en net wal. AT Jaargang. Zondag T April 1907 m: Con-; :eld, FRANSCHE BRIEVEN. L- en aar. rote ei) tut ALLERLEI. ÏH- SE» i stlis oere ver- *K m, 'lëa, iland, Bui- t. -I pCt, erean 4. ittëa 0, iPOt. 4 «r«n rzijn. SCHIEDAMSCHE COURANT. Deze ccmrant verachijat d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen Prijs per kwartaal: Voor Schicda m en V1 aardingen fl. 1.25.Franco per post fl. 1.65. Prijs per week: Voor Scliiedarn en Vlaardingen 10 cent Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middag» vóór es* uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 111 '(hoek Korte Haven.) Prijs der Advertentiën: Van 1G regels fl. 0.92; iedere regel inesr 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te hekomen. In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en'Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan bet Bureau te voldoen. Interc. Telefoon voor do Redactie No. 123. voor de Administratie No. 103, alk juiir, bnr if (Van onzen Parijschen medewerker.) Parijs, 30 Maart 1907. Terwijl ik deze regelen schrijf, voorspelt hot weer, in het Seinedal tenminste, een prachtige Paschen. Vanmorgen streek, nadat do zon door den nevel was gebroken, voor het eerst van 't jaar, een lenteadem door do lucht. Aan de „Gare du Nord" was het reeds vol reizigers, zij die op reis gingen om de feestdagen buiten door te brengen en rij die reeds in de Hoofdstad aankwamen om daar hun Paschen te vieren. In stilte nu, benijdde ik eerstbedoelde categorie. Ts name lijk Parijs op Zon- en feestdagen, voor hen die er wonen,, meestal het tegendeel van ccn lustoord, bij heerlijk lenteweer wordt het ccn Tantalusplang er den dag door te brengen. De wandelplaatsen zoowel als de Boulevards, dc hoofdwegen die er heenleiden en do mid delen van vervoer zijn dan alle even. vol en in beslag genomen. Men voelt, men ruikt, men betast, zou men bijna mogen zeggen, den verjongenden adem van het „Müdchen airs der Fremde", doeli men is niet in staat zich er te goed aan te doen. Men is en blijft Ic Parijs, waar op den dag des Hoeren (thans juister den dag van den repos hebdo- mndaire te noemen) ten minste 2 inillioen, in Zondags gewaad gestoken inenschen op bepaalde punten samenvloeien, elkaar ver dringen, elkaar onaangenaam bejegenen, al thans met min of meer vijandige of afgun stige blikken begroeten. Neon, wie van den luister' van Parijs op een lentedag wil genie ten, kieze daartoe nooit een Zon- of feestdag. Met Paschen vooral ontvliede hij indien hij kun, zoover mogelijk de stad, waar vreemde lingen, provincialen benevens Zöndagsheoren en dames dan naar hartelust kunnen rond- tieren. In Parijs, waar in den laafsten tijd zoo wel tradition verloren gnnn, is liet vieren van genoemde christelijke feestdagen vrijwel in stand gebleven. En dat niet alleen in zoover het reizen en trekken, liet uit- of naar buitengaan, het op zijn „Paaschhcst" zich uitdossen aangaat, maar ook wat andere ge bruiken en gewoonten betrof. Zoo is er geen mama (zelfs al heeft zij een ultra- radicalen atheïstischen echtgenoot) die aan haar twee- tot zesjarige spruiten niet in de week vóór Pasehen de legende dei- klokken vertelt. Geen scheiding van kerk en staat is. naar men mag vertrouwen, bij machte aan te kinderlijk gemoed zijn illusie en poëzie Ic benemen. De mama's waken daarvoor en hebben daarin groot gelijk. ,,Dc kerkklok- hen, dus verhalen zij, zijn gedurende bet eerste gedeelte der stille week niet geluid. Pat komt, omdat ze naar Rome vertrokken 2|jn, waar de Paus ze moet inzegenen. Wan neer het Goede Vrijdag geworden is en men 'eer haar metalen klank hoort, zijn ze uil «ome terug. Ze hebben eieren meegebracht, eieren donkerrood evenals de gewaden der kardinalen. Die eieren leggen ze neer in den km, op de binnenplaats of op de venster bank.» En om te beletten dat de kinderen «aar voor liet aanbreken van Paasch-Zondag '®(is gaan kijken, vertelt de mama or bij dat de klokken op haar terugreis zeer dicht langs den grond zweven en dus gemakkelijk hinderen zouden kunnen doodmaken. Aldus »wdt oc eeil dichterlijk v tonvendsel gevon den voor de paaschgeschenken der kinderen en voor de ontzaglijke uitstallingen van sui- ';r- en chocolade-eieren waarvan dc indus- no en handel te Parijs nog altijd even ho- nngrijk'is als vroeger. Wellicht heeft redfs 'nn t jaar liet artikel „paaschei" nog meer gevonden dan andere oeuf koopen, dan wanneer ze bijna tegelijkertijd ten verkoop aangeboden worden. Dat is dui delijk. En voor dat duidelijk economisch verschijnsel heeft de Parijsche volkstaal de pittoreske maar eenigszins geheimzinnige, speciale vakuitdrukking bedacht, die een oningewijde waarschijnlijk niet zoo spoedig zou kunnen ontcijferen. Er is in die Paaschgcbruiken meer ge heimzinnigs. Zoo heb ik gehoord dat in Bretagno door kinderen, die dc boerderijen rond gaan om er eieren te vragen, het vol gend liedje gezongen wr-dt: Alleluia pour les mujons Les avocats sont des fripons Les procureurs sont des voleurs Alleluia deze waardeering van eerzame be- Een en ander over de verpleging van ont vee en vat daarmede samenhangt. jaren, want a mangó le poisrem." hfca denke niet dat ik me vergis en dat w behoort gelezen te worden dat de riscli f eb en niet hot ci de visch heeft opge ien. Het laatste is, hoe vreemd het klinke, D i, u zeer 'iel geval geweest. j slechts oen metafoor, want heide, en e'> worden hier verondersteld van °I ehocoiaad vervaardigd te zijn. De Anii !SC! toch, heeft hier alleen de beteekenis 'n April-visch. En met het werkwoord ganger wordt hier aangeduid het „opeten» zin van doodmaken of vernietigen. VOCi i f* nano°haalde uitdrukking wordt alleen te wijnen gegeven dat liet artikel „Paaschei" ee 'SGn invloed heeft gehad op hef debiet Vr-N' a,'tikol „Aprilvisch", om de een- dicle i .r.°c'cn' Paschen oh 1 April zeer ul l elkaar vallen. Indien er een week zal '|!1®er tijdruimte tusschen beide bestaat tet publiek meer van de twee artikelen Wat roepen met het Paaschfeest heeft uit te staan, is mc nooit duidelijk geworden. On getwijfeld zijn de metselaars, zonder nog aan de „vrije" te denken, ten allen tijde hono rabele burgers geweest, maar dat advocaten en procureurs reeds in de middeleeuwen zoo slecht hekend stonden dat er speciaal met Paschen voor hen gewaarschuwd diende te worden wil er bij mij niet in. Niet alleen de kinderen hebben in Frank rijk en te Parijs deel in de Paaschweclde. De dames eveneens worden dan goed be dacht. Gelijk men met Nieuwjaar aan de vromv des huizes bij wie men eenige mak"* gedineerd Heeft een zak bonbons brengt, kan men lmar ter gelegenheid van het Paaschfeest een bouquet aanbieden of wel een kunstei, waarin, ais surprise, een geschenk is beslo ten. Men wil dat die étui's in den vorm van eieren het eerst onder Bodewijk XIII in zwang zijn gekomen en verkocht werden door iemand, die een. winkeltje had op den Pont Nettf. Later kwain er groote weelde Hij in het spel. Zoo beschilderden Watieuu en andere beroemde schilders Paascheiercn, die zeer duur werden betaald en voor een cadcnu ii la mode doorgingen, lieden ten dage zul len. naar de meer dan weelderige ótalages in de groote magazijnen te oordeelen, de aanzienlijke dames van allerlei werelden, voor zeker nog wel eadeaux ontvangen, die in prijs niet onderdoen voor die der 17e eeuw. In omvang zijn ze waarschijnlijk sinds dien tijd zeer toegenomen, want thans ziet men Paascheiercn van carton, waarin men ge makkelijk oen kind van een paar jaar zou kunnen pakken. Ik heb vernomen dat ge vierde schooneii van het „Tont Paris" soms zulk een groot aantal van die eitjes ontvan gen, dat ze er geen raad mee weten en er zei ven wel een winkeltje van zouden kunnen opzetten. Wat den burgerstand betreft, die laat zich ook niet geheel en ni onbetuigd nan de paascheieren. Reeds een maand voor Pasehen ziet men bij alle „marchnnds de vin" de roudc of paarse eieren op de toonbank uitge stald. Die worden dan, hard gekookt, dooi de werklui onder oen glas wijn genuttigd. Aan de Halles Centrales, waar jaarlijks on geveer 500 inillioen kippen en ganzcn-cicren worden aangevoerd, geschiedt in Februari of Maart tevens het verven. Bij tienduizend tegelijk worden de eieren in kuipen gelegd en begoten met een oplossing van aluin cn campechehout. Naar men ziet neemt alles te Parijs ongehoord groote afmetingen aan, het geen weer van bijzonderen invloed is op het maatschappelijk leven. Want natuurlijk leidt het groot aantal of cle opeenhooping tot spe cialisatie, Zoo bestaat er het afzonderlijk be roep van onderzooker der eieren, m i r e u r genaamd (in verband met iiriroir spiegel miner is gelijk doen afspiegelen). Deze spe cialist heeft een bijzondere handigheid om, in ongelooflijk korten tijd, te beslissen of een ci good is voor de consumptie door het tegen liet licht te houden en er door te kijken. Wanneer men niet weet welke carrière te kiezen kan men, gelijk men bemerkt, te Parijs nog wel eens iets vinden. En tege lijkertijd is het duidelijk dat al het gehas pel over kerk en staat lang niet voordeelig is voor de burgerij. Wat zouden de „mi- reurs" moeten beginnen indien uit de schei ding het afschaffen der Christelijke feest dagen voortvloeide en daaruit weer- het -ver minderen van de eieren-consumptie. Combes zou dan nog meer op zijn geweten hebben dan thans reeds het geval is. Doch geluk kig is het nog niet zoover gekomen. Parijs heeft van 't jaar, evenals altijd, weer ont zaglijke hoeveelheden eieren verbruikt, die van chocolade, suiker, cnrton. porselein er in begrepen. En Paschen zal, indien het weer zijn schoone beloften vervuld heeft, opnieuw het verjongingsfecst geweest, zijn na een verschrikkelijk boozen winter! JUVENIS. (Vervolg). Het heldere, zonnige weer der laatste da gen heeft reeds menigeen naw buiten ge lokt. De heerlijke, ons koesterende zomer warmte, de zuivere, fijne, ingeademde lucht, zij brengen ons in een opgewekte voorjaars- stemming, die weldadiger werkt, naarmate we ons langer hef genot van een wandeling in Gods schoone natuur Heb beu moeten ont zeggen. Heerlijker ontspaning kennen we nietze sterkt bet lichaam en verfrischt en verheft onzen geest. Wel werken de heldere, doch nog vrij koude nachten nog remmend op het ontwa kend leven; maar crocus, speenkruid en mu delief verheffen zich al tusschen en boven de jonge grassprietjes, ja de sneeuwklokjes schij nen. hun besten tijd reeds gehad te hebben, liet zuiver wit hebben ze reeds ingeboet, de klokjes vergelen en verschrompelen al. De knoppen der boomen zwellen en enkele heesters ontplooien reeds de jonge, tcere blaadjes, of, indien ze nog niet zoo ver zijn, wijzen toch de - witte punten der knoppen erop, dat hun rusttijd voorbij is, dat ze in werking zijn. Het is of peer eu aalbes wed ijveren, wie de knoppen het eerst ontwik keld zal hebben, naijverig nis ze zijn op de hun steeds vóórzijnde stekelige kruisbes. Dat alles op te merken, daar oog voor te hebben, die Paaschprediking van herleving en opstanding te verstaan, schenkt verhef fend genot, is een niet genoeg te wanrdeeren voorrecht. De wintertijd moge voor een oogenblik den natuurliefhebber met een zekere jaloezie doen denken aan dc bewoners der tropische gewesten, waar de natuur in haar rusttijd eeri niet zoo geheel doodseh uiterlijk ver toont, dadelijk verdwijnt die jalocrschheid, als hij aan zijn voorjaar denkt. Dat elk na jaar bijna geheel wegsterven der natuur moge iets droevigs hebben, de heerlijke voorjaars dagen zijn er te vcrblijdender en opwekken- der door. Het is eigenaardig, hoe groot verschil er is in de plantenwereld der verschillende streken der aarde; zelfs elk land hoeft, ge lijk men het uitdrukt, zijn eigen flora. Toch is dit verschijnsel voor ons niet vreemd. Wij" weten, dat zoowel de klei, als dc zand- en veengronden hun eigenaardig er op thuis- behoorendo planten bezitten, en boe dezelfde planten, doch op verschillende gronden voor komend, sterk in vorm en omvang uitéén- loopen. Waar zulke verschillen reeds optre den binnen de enge grenzen van ons kleine land, daar is het zeer verklaarbaar, dat verafgelegen streken het plantenkleed een geheel ander beeld vertoont dan bij ons. In ons land is het alleen verschil van grond soort dat invloed uitoefent, elders doet be halve verschil van grondsoort, ook een ander klimaat zijn invloed gelden. De verpleging door den rncnsch, roept ook veranderingen te voorschijn, zooals zeer sterk le zien is aan de in de laatste jaren hier uit Japan ingevoerde dwergplanten. Wie zich ver beeldt, dat dergelijke minatuurplantcn ren beeld geven van de Japansclie flora, iieefl het glad mis. Neen die dwergplanten Ico nen aan, hoever de mcnscli hef er in ge bracht heeft, zelfs ccn piant in het nauwe keurslijf van het „mooi vinden" van een Ja panner samen te persen. Niet alleen een plant is ocldcr afhanke lijk van grondsoort, klimaat en verpleging het dier is het evenzeer. Breng het dier over op een anderen bodem en spoedig zullen ver anderingen, vooral ia het produktievermo- gen van bel. dier, optreden. Een zelfde verschijnsel is waar te ne men. zoo het dier onder invloed van een an der klimaat komt. Niet altijd treden zulke veranderingen dadelijk op. Is liet bij de verplaatste dieren soms slechts in geringe mate op te merken, bij hun nakomelingen treden de afwijkingen in toenemende mate sterker naar voren. En dat ook de verzor ging door den mensch op het dier van in vloed is, daarvan leveren de paarden soms sterke voorbeelden. Wie mecnen mocht, Groningsche blaarkoppen zeer goed op schrale zandgronden te kunnen aanhouden, zonder dat hun voortreffelijke eigenschappen achteruitgaan, zou zich zeer vergissen. Deze invloeden doen zich vooral ook dan sterk gevoelen, nis men vee tor verbete ring van eigen inlandscli vee gaat invoeren. Reeds bij herhaling hebben we gelegenheid gehad erop te wijzen, dat alleen zulk fok- materiee! is nnn te bevelen, hetwelk afkom stig is uit streken', die, zoo wat grondsge steldheid nis wat klimaat betreft, overeen komen met ons eigen land. Dat bovendien de verpleging (voedingsverzorging c-nz.) dient plaats te hebben op de wijze, waarop de dieren het gewoon waren, ligt voor de hand. Men kan alzoo als vaststaand aannemen, dat elk dier zich kenmerkt door in- en uit wendig? kenmerken, die te beschouwen zijn als gevolgen van bodem, klimaat en verple ging, en dat steeds, als dc oorzaken zich wijzigen, ook de gevolgen, na korter of lan ger tijdsverloop, in het dier zelf of zijn na komelingen. 7:ch zullen wijzigen. Evenals bij de plant, de kenmerken dor moederplant in de jonge planten zijn weer te vinden, zoo vindt men ook bij het dier de kenmerkende eigenschappen der ouders terug. Ik sprak zoo even van de moeder plant en niet van liet mocderdier. doch wel van de ouders. Toch had ik ook bij de plant van oude- kunnen spreken. Daar valt echter voor den oningewijde een samen werking tusschen organen of individuen vuil verschillend geslacht nimmer in hot oog en daarom sprak ik van moederplant. Bepalen we ons echter tot het dier, clan is het ons allen bekend, dat met oen zekere standvastigheid de kenmerken der ouder.-, in de kinderen overgaan. Stemmen de ken merken der ouders overeen, zoo zullen \ank die kenmerken in nog sterker mate bij de kinderen optreden, dan ze bij de ouders eik afzonderlijk aanwezig waren. Niet onjuist te dus dc uitdrukking, de kinderen erven de eigenschappen en ken merken der ouders en spreekt men in den zelfden zin van de verervings kracht der ouders. Waar wij dus door kruisen, nieuwe eigen schappen in ons vee willen brengen, daar is er ons veel aangelegen de verervings- kraclit der ouders cn inzonderheid die van het vnderdier te kennen. Dat bij die beoordecling der vercrvingskraclit het vnder dier vooral genoemd wordt ligt voor de hand. Zoowel het. vader- als het mocderdier oefenen invloed uit, brengen hun eigenschap pen over, daarin bestaat weinig of geen er- schil. Doch liet mannelijk fokdicr wordt ge regeld gebruikt tot dekking van een groot aantal vrouwelijke fokdicren. Waar nu de laatste alleen haar eigenschappen overbren gen op één of twéé jonge dieren, daar brengt het mannelijk fokdier zijn eigenschappen soms op vijf+ig of meer dieren o\er. Daarom vooral vc«tigt men steeds de aandacht op de verervingskracht der vaderdicrcn. Zoowel uiterlijke als innerlijke kenmerken en eigenschappen vererven. Ook dit zal wei nig toelichting behoeven. Geschiktheid tot vleesch- en vetaanzetting, vroegrijpheid, -vruchtbaarheid, melkrijkheid iiet zijn alle kenmerken en eigenschappen die evengoed vererven als bijvoorbeeldhaarkleur, grover of fijner, korter of langer bewoliing enz. Ziehier een reeks eigenschappen, waarvan wij mei zekerheid weten, dat ze. overerven cn waarvan dc eerste behooren tot de inwendige de laatste tot de uiterlijke kenmerken en die alle als goede eigenschappen zijn aan te merken Maar evenals goede eigenschappen overer ven. zoo gaan ook de minder gewensehte op de jonge dieren over. Van kwade zeugen zal men liefst geen biggen aanhouden om later nis fokmateriaal te gebruiken. Dam pige paarden gebruikt men evenmin voor cle fokkerij, als paarden die lijden aan duizelig heid. stille kolder, cornage, grauwe en zwarte staar enz. Men gaat zelfs zoover, dat men ziekten, waarvan men lang niet met zeker heid weet dat zij overerven, al is het ook maar in aanleg, beschouwt als gebreken, die een fokdier ongeschikt maken om langer als zoodanig gebruikt te worden. Men vreest do kracht der vererving zoozeer dat men als regel kan stellengebruik alleen nis fokdicren, volkomen gezonde dieren, met de verlangde uitcr- 1 ij kc kenmerken en van een zacht, g o e d a a r d i g li u m e li 'trok de aandacht, yan den vijand; daxle- iijk regende het kogels en bommen naar die zijde. Daar Zijne Majesteit, Zijn. gelei de niet noodeloos wilde blootstelden, gaf hij hun bevel zicli beschut te houden en h'ield slechts generaal Pajol, kapitein Ilen- dccourt en den graal Daviilicrs bij zich. Weinig oogcnblikken later "doodde een bom den kapitein Tlcndecourt. Later barst oen bom naa'st hem. die zijn adjudant en zijn ordonauce-ofiicier wondt. Jlij zoekt den dood, die litem' niet wil.... Tegen elf uur wil bij zich voegen bij generaal Douav om ie weten of liet nog mogelijk i's door to breken naar Mézièrek. De ierugtrekken- den bonden hem tegen, zijn adjudanten 'kunnen hom slechts meekrijgen, als do vijand dicht genoeg Jnj hem, i's, om hem le doen voezen, dat bjj hun levend in handen zal vallen'. Hij gaat naar Sedan terug om te trachten er door de poort van Mézicre's weer pit to iraan. Meer dan 30.000 'soldaten rullen dc straten reeds, de projectielen regenen in de stad als op Hot slagveld; een bom barst op de brug, legen het paard van den keizer en doodt twee paarden naakt hem. Men gelooft, dal hij dood üsHij komt echter meteen kalm gezicht uil. den look te voedsellijn .Ben warme toejuiching begroet, die 'koelbloedigheid. Da menjgte wordt zelden geroerd door het ongeluk, maar altijd door moed. G-cloovcndc, dal allo yerdcro weerstand nutteloos is, heelt do ongelukkige vorst tdcchls een gedachte: bet onnoodigc bloed vergieten to doen ophouden. <0ji zijn bc- Val wordt de wille vhvg in do citadel ge- hcschenmaar bijna onmiddellijk daarna wordt ze er weer afgehaald door generaal Faure, die ziet, dal de strijd weer oploeft. Do keizer wacht, maar zonder hoop. jDc strijd in, het noorden, in hot -vesten 'duurt voort, en, mjeii weet met welk een hevigheid. In, bot zuiden verzamelt Wimpf- fen eenige duizenden mannen, gaal er mbo naar Balanj neemt dit in, weet zich slaande 1» honden en drijft met een mees terlijke beweging den vijand naar Bazcilles. Maar daarachter bevindt zich de golioclo reserve van von der 'Conn, en zijn ge duchte artillerie-. 'Onder een regen van kanonkogels strijden de Fransclien tot aan do .plek, waar liet vuur dep schansen de 'Beitersehen tegenhoudt. Het was vijf uur. Het gevecht had lot 'zoo lang geduurd rondom' hel boscli yan Gar'ennic. Maar nu vuurden, de kanonnen hiel langer alleen ojit den omtiek van Se dan. De koning van Pruisen liet alle |Wur- lembergsclie batterijen op de stad zelf 'richten. Van all'e kantien teruggedrongen, haastten do Franscho troepen zich naar de borst weringen, naai do straten! dei* stad, naai de grachten, waar gebroken rijtuigen, lecgo proviandwagens, ontredderde kanonnon la gen, Door die menigte, waaruit men wan hoopskreten hoorde opgaan, holden woes te en bloedende jp aardenen cle bommen, die suizend in de verwarde menigte yic- lon, zetten er het werk ,van dood en ver hiel in g voort. Het wast vrecselijk om aan NAPOLEON UI TE SEDAN. Het volgende is vertaald uit een pas ver schenen boek van Dr. A. Möny: „Notes d'Ambulance." t t's Morgeus om 7 uur had de keizer zich niettegenstaande de hevige pijnen, diohet paardrijden hem veroorzaakte, naar 3azeil- 'les begeven. Toen hij den maarschalk ont r.ioette, dien men gewond wegvoerde, bleef 'hij staan om hem eenig-ol woorden toe te spreken, waarna hij zijn weg vervolgde. De groep officieren, die ,do keizer omringde; te zien. De kreten van angst mengden zich met bet gedonder van vijf honderd ka nonnen, die onophoucVlijk losbarstten. Do Maas voerde de lijken moe. De Fransche generaals bevonden zich midden tusschen de manschappen. „Wo kunnen ons toch zoo niet laten nemen", riep generaal Ducrot. „Ik weet niets anders te doen", ant woordde generaal Douay, „dan dal wc als tirailleurs gaan veenten. itfs ge' iets be ters weet voor te stellen, ben ik berei^ u to volgen." ln dien vreeselijken toestand, begaf men 'zich slechts met moeite' naar den keizer. „Ik ken de, ramp*', sprak de vorst; „ik geef alle eer aan hot leger; tiet heeft zich ppgcofferdnu, is het nrijn beurt. Ik zal oen wapenstilstand vragen n da keizer lapt voor den tweeden "koer de witte vlag hjfechen. Daar reeds twee Pruisische offi cieren on overgai'c hadden aangedrongen, zendt hij generaal Reillo' naar koning Wil helm met eenige door hem zelf geschreven woorden „Mijnheer mijn Brawler, „Daar ik niet to midden mijner troepen heb kunnen sterven, blijft mij n'iets anders over. dan miiri degen' aan Uwe Maiestcit Jl te geven." De koning vroeg aan generaal Reille, of de degen, dio door den keizer werd gegeven, die ran Frankrijk was. Men antwoordde hem, cVat".dit nieti hot jjeval 'PW iLD d y,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1907 | | pagina 9