schoolknapheid en schep el-
haten.
VOOS DAMES.
YÖOR KINDEREN.
eu de daarmee samenhangende verwoestin
gen zijn verschillend. Als de temperatuur-
verhooging en daardoor hot smelten en los
worden der sneeuw langzaam in zijn v.ork
gaat, dan zal de vallende sneeuwmassa een
vod geringere zijn, dan bij een plotselinge
weersverandering, vooral als dit mot hevige
sneeuwbuien vergezeld gaat. Dan verlaat do
lawine haar gewone' bedding en breidt /.e
zich over gebieden uit, die bij normale om
standigheden rustig blijven, nu echter m
bewoging worden gebracht en op nieuwe ba
nen liet dal instorten. Tegen de kracht dezer
in beweging gebrachte massa's kunnen de
op gevaarlijke plaatsen aangeplante bossehen
weinig uitrichten, do grootste stammen wor
den als speelgoed weggesleurd en in woeste
vaart meegesleept. Heeft do lawine eens zulk
een kracht verkregen, dat. zo hoornen kan
ontwortelen, dan bestaat er voor haar geen
hinderpaal meer, bossehen, heuvels en rots
stukken worden afgeschaafd cn vermengen
zich met do sneeuw tot een vuile massa, die
met oorverdoovend gekraak in het dal stort
en paa tot rust komt als de helling op
houdt, of de tegenoverliggende bergwand een
beletsel vormt. Dit voorjaar is het gev
bizonder groot, daar er in de bergen gewel
dige menigten sneeuw liggen waar in den
laatsten tijd nog meer bijkwam. Er zijn dan
ook groote lawines neergevallen.
Een der meest gevreesde lawinen is die
van den Bristentock, die geregeld ieder jaar
terugkeert. Ze begint op den top 'vanden
Bristenstock, de bekende mooie pyramide.
die men vanaf het Yierwaldstattermeer op
den achtergrond van het Reuszdnl ziet en
eindigt pas bij Amsteg in liet Reuszbed.
In gewone omstandigheden volgt zij een
zelfden weg; bij haar storting nu eenigci
tijd geleden hebben de sneeuwmassa's echter
die bedding verlaten, ze werden ver daar
buiten geslingerd, waar ze dan de op de hel
lingen en weiden liggende sneeuwvelden in
beweging brachten. Hiertoe is dikwijls
slechts een kleinigheid voldoende, een
mensch of zelfs een'gems kan door zijn be
weging de grootste lawine veroorzaken. Na
dat de eenmaal op een anderen weg ge
brachte deelen van de Bristenstocklawine een
nieuwe lawine veroorzaakt hadden, nam ze
haar weg eerst over de sterk hellende wei
den en daarna door een honderdjarig bosch,
dat ze geheel omwierp, en stortte over een
deel van den Gotthard naar de bedding van
den Reusz. De krachtige boomstammen wer
den als lucifershoutjes geknakt en vormen
nu een grootschen chaos, dien men met ver
bazing beschouwt.
De schade, die door zulk een lawine wordt
veroorzaakt, loopt dikwijls in de tienduizen
den, niet alleen door wat ze op 't oogenbük
verwoest, maar meer nog doordat zé de 'rei
den voor goed onbruikbaar maakt. Op eigen
aardige wijze krijgt mcri hier een soort scha
deloosstelling. Wanneer, zooals bij deze la
wine, boomen van groote waarde worden ont
worteld en meegesleept, dan behoort de op
brengst daarvan aan hem, op wiens grond de
stammen zijn blijven liggen.
den zal blijven. Maar het rust ook uil en
wel dikwijls, meer dan 100.000 maal in 24
uur. Tussehen iedere twee hartslagen ligt
een pauze, die alleen met breuken van een
seconde te bepalen is. In die pauze rust het
hart uit en schept hot nieuwe kracht voor
zijn volgend werk.
Ghobrecckt hem goet.
In de laatste jaren heeft men nog al eens
de bewering kunnen hooren, dat allen die
in het leven uitgemunt hebben, slechte leer
lingen op school waren, terwijl uit do model-
leerlingen nooit iets groots werd.
Hon ging daardoor ineenon, dnt de school
en het leven in omgekeerde verhouding tot
elkaar stonden. Ofschoon het uit talrijke
voorbeelden blijkt dat deze meening onzin
is, is het toch goed, dat men in den laat
sten tijd sehodclmctingen heeft toegepast bij
schoolkinderen, --oldnten, ambtenaars, profes
soren enz. De heer Röse te Dresden deed
veel onderzoekingen, waaruit bleek dat de
grootste en langste hoofden ook hot meest
begaafd zijn en de schoolkinderen die hot
beste werken, ook meestal de grootste en
langste hoofden hebben. Daaruit blijkt, dat
in den regel reeds op school te zien is. wie
hot ver zal brengen. Het is dus dwaas, om
te beweren, dat alle groote mannen op school
niet deugden.
DE MARABOE.
Er bestaat wel geen vogel, die zoo op
sommige menschen gelijkt als de maraboe.
Men denkt oen kaalhoofdig oud heer in rok
en wit vest voor zich te hebben, die gaarne
goed en veel eet en 11a het eten zijn rust
neemt. Wat zijn neiging tot veel eten aan
gaat, gelijkt de maraboe ook innerlijk vee!
op een ouden gulzigaard, maar op de hoe
danigheid der spijzen let hij niet, want nij
verslindt alles, wat zich maar voordoet. De
maraboe hoort thuis in Oost-Afrika op 15
gr. Noorderbreedte. Zeer vee! komt bij voor
in Kartoem, waar hij slagerijen opzoekt, om
er den afval te verslinden. Hij nestelt in
bossehen en maakt zijn nest van dorre tak
ken op een boom. Hij eet alles wat liij be
machtigen kan. Om visch te vangen ver
eenigen zich een aantal dezer vogels, ze vor
men een kring en drijven elkaar de visschen
toe. Op het heetst van den dag vliegen do
rnaraboes heel hoogdan moeten ze een
schoonen aanblik opleveren. Daartoe moeten
ze echter wel heel hoog gaan.
EEN MEXICAANSCHE CRESUS.
Don Pedro Alvarado, van Parral, in den
Mexicaansuhcn staat Chihuahua, wiens
levensgeschiedenis uiterst romantisch is, be
gon met ie werken voor 15 ets per dag. Hij
ging op die manier twintig jaar voort, maar
vier jaar geleden werd zijn salaris tot 90 ets.
per dag verhoogd. Nu bedraagt zijn inkomen
dagelijks iets meer dan vijf en dertig duizend
dollars of dertien millioen per jaar. En daar
de Palmilia-mijn waaruit hij dit inkomen
trekt, steeds meer oplevert, kan dit weldra
verdubbeld zijn.
Van het eerste oogenblik af, dat de mijn
schatten bleek te bevatten, waardoor hij een
Cresus werd, gaf hij groote sommen aan de
armen van zijn land. In November 19 0 G gaf
hij bijv. tien millioen dollars aan de arme
Mexicanen om huizen voor zich te bouwen.
Don Pedro is een man van een beschei
den teruggetrokken natuur, maar toch houdt
hij er soms van eenige vertooning to maken.
'Vier jaar geleden leefde hij in een hut ter
waarde van misschien twee dollar»; nu be
woont hij een paleis, dat hem vijf millioen
dollar-s kostte. Er is een enkel tapijt in
waarvoor hij twaalf duizend dollar» gaf.
Zijn vader werkte in 'n ader op den Paimil-
laheuvel, totdat hij eens andere aderen ont
dekte, die in een zeker punt in de mijnen
schenen samen te komen. Hij kreeg een ver
moeden, dat als hij dit punt kon vinden, ?ijn
fortuin gemaakt zou zijn en wijdde daar dus
zijn geheele leven aan, hoewel hij geen vol
doende gereedschappen had.
Vier jaar geleden vond Pcdro dit punt.
Hij sloot een leening van honderd tachtig
duizend dollar, waarvoor hij zich machines
en werkkrachten aanschafte en binnen dertig
dagen had hij alles afbetaald. Twee jaar ge
leden bood Alvarado aan de Mexicaansche
schuld af te betalen. Hij vond, dat hij zijn
rijkdom aan Mexico verschuldigd was en
dien dus voor Mexico moest gebruiken. Maar
president Diaz kon om verschillende redenen
dit aanbod niet aannemen.
Een brug geheel an mahoniehout ge
bouwd, de eenige in haar soort, bestaat in
den staat van Chiapas, Mexico. De brug ia
over de Rio Michel gelegd en haar geheel
lengte bedraagt meer dan honderd vijftig
voet. Ze wordt gebruikt door voetgangers en
rijtuigen, en. ofschoon ze eenigszins ruw en
primitief is, is ze stevig. Geen van de plan
ken voor den vloer werd gezaagd, want in
die streek zijn geen zaagmolens, de boomen
werden geveld en gespleten.
In de dagen van Columbus kende men
slechts zeven metalen. Nu zijn er een en
vijftig in gebruik.
Valselie tanden van ivoor op plaatjes van
dezelfde stof met gouden draden aan elkaar
verbonden waren reeds 1000 jaar vóór Chris
tus in gebruik.
bcleijl, zoo ist hem
inner een last.
Pats.
Wie de kunst ver-tant liet goede in de
menschelijke natuur <>p le wekken mi le
laten spreken, kan groote dingen doen ook
in kleinen kring. Busken 11 not.
Beoefen volop wetenschappen en wel zoo
vee! mogelijk de beste, die mv natuur ver
heffen en uwen zin verbeteren; maar stel
kennis nooit bovenaan: aan de spits van ons
bestaan behoort godsdienst.
Mulder.
Smart en geluk hangen meer af van
we zijn dan van wat ons overkomt.
Multatuii-
wat
AYie het land eener reine, verbeelding heeft
gezien, kan nooit volkomen ongelukkig zijn.
A. Pierson,
Er zijn mensehen geweest voor wie de
droom van één nacht schooner was dan het
licht van duizend dagen, die in zich zelve
een rijk hadden heerlijker in het gouden
licht hunner eigen ziel dan het heinekohe
Jeruzalem in Gods glorie.
F. van lieden.
MODE.
Voor de bruidstoilotten wordt iu Parijs
rerb'azend veel werk gemaakt van het onder
goed. liet wordt uit batist of een andere stol
vervaardigd met fijn borduursel uit de hanci
gewerkt, echte Vnlenciennoskant en wit atlas-
lint versierd. Ilet corset, on de rok ?»jïi
meestal in overeenstemming met elkaar ge
maakt en wel uit glad atlas of satiii-orchiJó.
dat ecu patroon van blinkend wit op ccn
glansloozen grond laat zien. De tweede, lange
onderrok -is van wit brokaat en met mooie
kant, chiffonplissées, ruches, volants en ntlns-
lint rijk versierd. Ieder stuk op zich zelf
draagt den stempel van den fijnsten smaak.
Do fijne zijden kousen zijn mot kant go-
ïncrusteerdde schoenen ziin van wit rul
leder zonder eenige versiering. In plaat
van den vroeger altijd gebruikten tulen sluier,
draagt men tegenwoordig dikwijls een kan
ten sluier, in de meeste gevallen een kost
baar familiestuk. Deze laat het gezicht vrij
en wordt met een bosje oranje- of myrtfiii-
bloesem, waarbij men dikwijls wat made
liefjes of roosjes voegt, bevestigd. Hot kap
sel is hoog, of het haar wordt in het mid
den gescheiden, in beide gevallen komen,
waar het mogelijk is, kleine lokje3 te voor
schijn.
Men draagt maar weinig sieraden.
Laferrière liet een bruidstoilet zien, dat
de Parijsehe dameswereld in verrukking
bracht. Het was van zijden mousseline en
had een sleep van kant met oranjebloesems
bezet. Ieder afzonderlijk patroon der kant
kwam meer uit door een klein schijnbaar in
het weefsel gehaakt knopje. De kanten sluier
was bizonder smaakvol geschikt.
ons. Wio kan betwijfelen dat dit van maat
schappelijke 011 opvoedkundige invloeden af
hangt en van den aard van het vrouwelijk
tdcnnl dat we beschouwen als verschillend
van liet mannelijk ideiuil en een aanvulling
daarvan?
DE DIJITSCIIE KROONPRINSES.
Een Engelsehe dame, die de kroonprinses
van Duitschland dikwijls ontmoet, beschrijlt
haar als heel Russisch in haar uiterlijk, met
donkere schitterende oogen, mooie tanden
en een onbeschrijfelijke bevalligheid in haar
persoon cn manieren. De kroonprinses houdt
veel van muziek en neemt twee of drie piano
lessen per week van oen Russische pianiste,
mevrouw Sncher, met wie ze altijd in haar
eigen taal spreekt-. Als do Duitschers con
aanmerking op haar zouden willen maken is
het dat ze wat te veel houdt van alles wat
Russisch is en dnt ze meer aardt naar haar
Russische moeder dan naar hanr Duitsohen
vader. Zc is altijd hoogst elegant gekleed, en
wijdt, in tegenstelling inct de keizerin, vcol
aandacht aan haar kleeding. Zij is er tiotscli
op de mode in Berlijn aan te geven.
Men ziet haar veel met haar man en zo
schijnen altijd vroolijk en vol grappen. Zelfs
dc keizer, die wil, dat jonge menschen vol
maakt zijn, is met zijn schoondochter inge
nomen. Maar het door dc Berlijnscho bevol
king geliefde „Cecilchen" leeft niet alleen
voor hanr plezier; ze is een goede moeder.
De kinderkamer van deti toekomstigen erfge
naam van de Duitsche kroon is een model
voor jonge moeders, in zooverre ze naar de
aanwijzingen der prinses volgens de beste
hygiënische beginselen is ingericht en alles
is geschikt voor hot gebruik en mooi om te
zien. De meubelen zijn van ingelegd wit
hout, dat gemakkelijk schoon gemaakt kan
worden. De kinderwagen is zelfs naar haar
aanwijzingen gemaakt, zoodat zij er prettig
zelf mee kan rijden.
De prinses geeft, veel muziekpartij ties; en
zij en haar man houden veel van paarden.
Van haar Russische familie kreeg de prinses
bij haar huwelijk zulk een groote bruidsgift,
dat men meent dat ze 48 millioen per jaar
heeft. Zij en de kroonprins genieten met
elkaar van het leven, en, de prinses vergeet
anderen niet, zooals de armen in den om
trek van Potsdam kunnen getuigen.
stcenon pan, kookt azijn met peper, laurier-
hinden, kruidnagelen en giet dit or warm
over. dol» 1 den pot toe, komt het vlemeli
den volgenden d.tg mn en bro.nli het don
derden dag op de volgende mimici [n Wn
pan doet men rijkelijk vet en boter, legt het
vleeseb erin en giet den azijn enz. we». Xu
doet men er een ui, laurierbladen, kruid,
nagelen en peper bij, hint hel vlecseh hts.
den, giet- er water op en laat het langzaam
verdampen. Als het vlecseh zacht is, maakt
men de saus met room mm.
HET ONVERMOEIDE HART.
Men. noemt het hart een onvermoeiden
arbeider, want het moet kloppen van af het
eerste 1 begin van ons leven tot aan ons
laatste oogenblik. En daarbij volbrengt het
een arbeid, die verbazend groot is. De dok
toren hebben uitgerekend, dat een normaal
hart van een volwassen mensch, zooveel werk
verricht als noodig is om 1750 centenaars
een Meter hoog op te heffen. Om dit te
volbrengen zou een krachtig man met de
meeste inspanning langer dan twee uur moe
ten werken. En daarbij mag het hart nooit
stil staan, nooit rusten;, als het leven behou-
Een kolengraver kwam eens, terwijl hij
over het land liep dat aan Lord Derby toe
behoorde, den eigenaar tegen. De gr
vroeg of de man wel wist. dat hij op zijn
land liep.
„Uw land? Ik heb zelf geen land,"' was
het antwoord, „en ik inoet wel op dat van
iemand anders loopen. Hoe kwam u er aan.'
„O," riep zijn Lordschap, „ik kreeg het
van mijn voorouders!"
,.En hoe kwamen die er aan?" vroeg de
kolengraver.
„Ze kregen het van hun vooroudere," was
het antwoord.
„En waar kregen die het vandaan?"
„Ze streden er voor."
„Wel," zei de kolengraver, op den graaf
toegaande, „laten we er dan samen ook eens
om vechten."
..Welk uur mer had de motor, waardoor
je werd overreden?"
„Dat weet ik niet. Ik hoorde hem, rook
hem en voelde hem, maar'ik kon hem niet
zien."
„Heb je soms een muntje, waar je niet3
mee weet te doen?"
„Ja, hier is er een."
„Dank u, maar dit i9 een valsch."
„U vroeg er mij een, waar ik niets mee
wist te doen."
Moeder: „Je moet de hand voor den
mond houden, ais je hoest, Greetje."
Greetje: „Maar bij mij komen er geen
tanden uit, mama."
„Is de tandarts thuis?" vroeg iemand,
die van huis gegaan was met het voornemen,
dat nare ding er uit te laten halen.
„Ja, meneer," werd hem geantwoord.
„Hij kan u dadelijk helpen, als u dat ver
langt."
„O, neen, ik wou hem niet spreken. Ik
ben blij, dat hij thuis is. Ik was bang, dat
hij met dat slechte weer uitgegaan was en
kou zou Vatten. Goeden dag
NEDERLANDSHE WIJSHEID.
Schoon ijemant, bij geluck vol rijekdoms
Wöri ghet»t,
VROUWEN EN DE POLITIEK.
Mejuffrouw Caroline E. Stephen geeft
in de „Nineteenth Century" haar meening
te kennen over bovenstaand onderwerp. Ze
schrijft
We gelooven, dat het feit, dat de natuur
sommige lasten op onze schouders heeft ge
legd, ons ontslaat van andere die de man
met ons zou kunnen deelen.
Dat we tot nu toe geen politieke plichten
hebben gehad is, gelooven wij, het natuur
lijk gevolg hiervan. Het kan niet aan een.ge
brek aan waardeering van ons vermogen om
er deel aan te nemen, worden toegeschreven.
Eerder komt het doordat men andere plich
ten voor ons noodzakelijk vindt. Men ge
loofde tot nog toe, dat de tijd en de krach
ten der vrouw hot best werden gebruikt,
wanneer zij zich wijdde aan die plichten, die
zij alleen vervullen kan. En wie kan hot IjP-
iang schatten voor hel geheele volk van het
recht zich ongehinderd aan dien plicht te
geven?
Over de geschiktheid der vrouw voor het
stemrecht zegt ze:
Het is een vraag van groot belang en die
onze aandacht wel waard is. Want •nr is
geen twijfel, dat bijna alle vrouwen, of ze ge
trouwd zijn of niet, en welke bezigheid ze
verrichten, tijd zouden kunnen vinden om te
stemmen, als dat alles was. De vraag is 01',
ze zonder haar eigen werk te verwaarloozcn.
tijd hebbpn of gelegenheid om clie kennis te
verkrijgen van de candidaten of de zaken,
waardoor haar stem waarde zou verkrijgen
of de politiek niet buiten de sfeer oer
■vrouw ligt, en of het niet beter zou zijn,
dat de vrouw in haar eigen sfeer bleef.
Ze houdt aldus een pleit voor het be
houd der vrouwelijkheid
Wat is hot, dat do vrouw vrouwelijk
maakt of doet blijven? Waarom verwachten
we van een vrouw tecderheid, zachtheid cn
een begrip van de behoeften en het lijden
van anderen, verbonden met een vlugheid
en zekerheid om instinctmatig te oordectén
en een juist zedelijk onderscheidingsver
mogen, wat nooit in een man van dezelfde
maatschappelijke positie in die mate wordt
aangetroffen? Omdat dit haar is aangeboren,
zullen de meesten antwoorden. Ongetwijfeld
is dit verschil aangeboren, en hangt het af
van oorzaken boven ons bevattingsvermogen.
Daardoor zal het dan ook niet uit te wisschcn
zijn. Maar voor de opheffing van ons volks
leven hebben we niet genoeg aan het mini
mum van vrouwelijkheid. We wenschen niet
het laagste, maar het hoogste en zuiverste
typ» van vrouwelijkheid te behouden onder
Mrs. KELLEY.
Onder de Amerikanen, die hun fortuin
maken in de ijzer- en staalindustrie is ook
een dame, Mrs. Nannie II. Kellev, van
Ironton, Ohio. Ze bezit cn beheert een
fabriek, die per jaar ongeveer voor honderd
duizend dollars ijzer voortbrengt. Na den
achteruitgang der ijzermijnen in 1893 kocht
Mrs. Keiley de fabriek en tien duizend mor
gen ertsland voor een vijfde van de waarde
eri in de laatste acht jaren heeft ze er aar
dig voordeel van getrokken. Mrs. Keiley
een vrouw van grooten ondernemingsgeest,
ze wijdt zich uit liefhebberij aan zaken
niet omdat ze er door nood toe gedwon
gen is.
„Alles wat ze aanraakt, verandert in
goud," zegt een van haar buren. Ieder in
Ironton waardeert haar oordeel in geld
zaken. Ze kent hfiar werklieden bij naam
en er beeft bij haar nooit een weikstaking
plaats gehad. Nooit heeft haar plicht van
vrouw en moeder geïeden onder haar werk
als bestuurster van een zaak. Ze is in bet
kort een van de meest geachte leden van d
ijzer- en staalindustrie.
HET MEISJE VAN SP1NGES.
Het komt niet alle dagen voor, dat er
een standbeeld woidt opgericht voor c-011
vrouw. Des te meer trekt het de aandacht
dat er voor een eenvoudig meisje uit het
volk in haar geboorteplaats een prachtig
gedenkteeken wordt geplaatst.
Op het marktplein in Buchenstein in
Tirol wordt een standbeeld opgericht voor
Katharine Lnnz, het beroemde meisje van
Spiriges. Over het leven van die heldin uit
den Tiroier bevrijdingsoorlog in het jaar
1797 zijn allerlei sagen en vertellingen ver
liaald.
Ze werd in 1771 geboren in St. Vigi
in het Enneberger dal als het kind van arme
lieden en diende 12 jaar in- Spinges, tot
dat de Eransche tioepen hun inval deden
iu de vredige landstreek. Kmharina Lan/.
was een krachtig, vroolijk, heel mooi meisje
dat. door allen hoog werd geschat. Over <1
2den April 1797, den dag van den slag hij
Spinges waaraan zij deelnam met een hooi
vork gewapend, op den kerkhofmuur staande
midden in het heetst van liet gevecht, sprak
ze nooit tegen vreemden. Men vertelt ech
ter, dat de jonge heldin, toen nieuwe vijan
delijke scharen den berg opstormden, na drn
strijd om dc Tirolers in den rug aan to
leu, alleen op het kerkhof achterbleef en de
aankomende Fransehen met haar wonderlijk
wapen tegemoet trok. De vijanden schenen
haar voor een bovennatuurlijke verschijning
te houden en gingen verder, zonder haar
eenig leed te doen. Dat oogenblik heeft
Weoner beeldhouwer in het nieuwe stand
beeld vereeuwigd.
RECEPTEN.
Ilazelnotenmelk.
125 G. hazelnooten worden fijn gestooten
en met L, water dooreengemengd, dat
men door een schoonen doek laat loopen. De
achterblijvende massa wordt weer gewre
ven, terwijl men er langzamerhand nog Ij.
water bijvoegt. Het water wordt er weer uit.
geperst, daarna voegt men wat suiker bij de
lmzelnotenmelk.
Zuur vleesch.
Men waaoht het vleesch, legt het in een
ie
MIJN EERSTE BEROUW.
(Lel is oen heel eenvoudige geschiede
nis, die ik u ga vertellen, oen herinnering
uil mijn kindsheid, die mij dezer dagen
woer 1e binnen kwam.
Ik was ongeveer Vier jaar, een dik kind
mei rooric wangen, diik zwart haar en een
voorldurenden lach o.p 't gezicht; want ik
was heel vroolijk cn "(moei ik het zeggen?)
heel ondeugend. Dal. was echter niet hee-
lemaai mijn schuld: Uo menschen buiten,
bij wio ik mijn eerste! levensjaren door
bracht, hadden mij opg1 verwend.
Ik luid een heel vrij leventje bij di0
goede menschen, deed alles waar ik zin
in had en was gewend, dal. allen zich naar
mijn luimen voegden. Ik liep den lieden
dag maar rond in de berglucht van Forez.
liet liefst ging ik met mijn verzorgster bui
ten gras en kruiden zoeken voor Béline.
Béline was een geit, mijn eenige speel-
mmoraad; er bestond ccn innige vriend,
schap tussehen ons, en ze nam een grooto
plaats in in mijn eentonig leventje.
Onder do afleidingen, die ik had, her
inner ik mij het wckelijksch bezoek Van
een jongen, die net ais ik door moeder
Carnpan was opgevoed.
AVat hadden we dan dikwjjis prettige uur
tjes in den tuin vol bessenboompjes!'Ons
prettigste spel whs je zou het nooit
rildenmijn poppen to begraven. AVc
maakten een giroot gat. cn „plantten" ze
daar in, zooals ik het heel dichterlijk noem
de. We gooiden hel gat toe cn lieten do
poppen or in tot 'de volgende week.
Zo zullen etr daarna wol frisch hebben
uitgezien!
Vorder h'ad ik ook heerlijke dagen als
p'apa bij mij kwam.
D'an was ik mijn hoofd geheel kwijt. Moe
der Campan was van den vroegen ochtend
af dn de weer om haar eenvoudig huisje
netjes te maken; dan werd ik mooi aan
gekleed, en ik zag er prachtig uit!
Dat vond tenminste moeder Campan.
Als het tijd werd, dat de trein aankwam,
begon mijn hairt te kloppen van blijdschap;
en ik ging heel zachljes achter de deur
staan, ik had mijn plan. Als papa binnen
kwam en naar mij zocht,, zou ik hem on
verwachts om den hals vliegen en hem
kussen. Wat een verrassing, en wat genoot
ik zulke dagen, als ik hij papa op schoot
mocht zitten!
Je ziet wel, aal ik een kalm leventje
had. Men beknorde mij nooit. Soms riep
vader Campan mjj wel eens bij zich, om
mij de letters to Leuren; hij zette een ta
bouret voor zich, plaatste daar oen gront
boek op cn wees mij meL een heel ernstig
gezicht de letters aan.
Ik vond dat niets prettig-: a, b, L 1), z.
En ik had er gauw genoeg van. Ik liep
weg. „Die deugniet," zei hij dun enliep
mij lachend. 11a. Do lessen hielden dan ook
maar op. Ik weet trouwens niel, wio van
ons heiden er het gaiuvsl genoeg van had.
Maar op zekeren dag verscheen er een
wolk aan dien altijd blauwen hemel het
was tussehen Béline en mij. Men had mij
varboden alleen naar haar loc tc gaan:
maar op zekeren dag was ik ongehoorzaam
en ik 'ging stilletjes naar mijn vriendin.
Ik begon haar Le liofkoozen en gaf haar
handjes gras; maar Béline sprong, ik ook,
want wij waren beiden vroolijk. Zij had
écu lang touw cn ik kleine klompjes. Hos
gebourdc het? Ik weet het niet, maar hot
is zeker, dat na vijl minuten, touw cn
klompjes, pooten en beentjes zoo dooreen
geraakt, waren, dat alles vast zat. Ik trok
aan óén 'kant, Béline aan den anderen;
het. hielp niets.
De geit koos de wijste paxiij. en ging
bedaard liggen öm het meer op zijn gemak
to hebben. Maar ik werd woedend, ik be
gon Béline uit al mijn macht to schoppen
en als ik dat schoppen hoorde op de huid
van. het dier, had ik ea- plezier in!
Ik weet nipt meer hoe het afliep, maar
ik donk, 'dat moeder Campan do twee ge
vangenen kwam bevrijden.
Toon kreeg ik berouw (lach er niotonil)
een diep, ernstig, smartelijk berouw, da'
mij den gehoelen dag en zelfs in mijn slaap
vervolgde. Een groot» droefheid maakte
zich van 'mij meester. liet govool, dat ik
onrechtvaardig was geweest tegen een on
schuldig schepsel, maakte zich van nuj
meesier en kwelde mij. Ik had bohoefto
om het weer goed to maken.
Ik ging 'dus naar Béline met groote tro
nen op mijn wangen, de oogen vuil door
het wrijven erin mot mijn ongewasschen
handen, het hart zwaar va® droefheid en
zoo naderde ik haai: vterlegpn; ik PnS
togen haar aan staan, verborg hel gezicht
in haar 'lange haren, sloeg mijn armen om
haar hals en vroeg, terwijl ik haar kuste-
„Vergeef mij, Béline 1"
Zou z-e mij begrepen hebben?
KAS-NOISETTE.
I11 Frankrijk geven ouders hun kinde
ren in do eerste levensjaren dikwijls te
verzorging- aan menschen buiten.
fiSDBOKT TB* DKUKKMIJ y, d, 0GKIKDAM8QHS COÜRMOf