VAN DE LONDENSCIIE BOEKENMARKT.
VOOR DAMES.
VOOR KINDEREN.
vinding, zag dal hut was wat hij verlangde
en. kocht de patenten or voor.
De invooung van het nieuwe systeem, dal
AVcstinghomo toepaste niet behulp van
verscheidene eigen uitvindingen op ieder
veld van de electrische nijverheid, vond
verst veel tegenwerking. Men beweerde dat
do nieuw o stroom zeer gevaarlijk was en
slechts met de grootste moeite werden die
vooroordeclon overwonnen.
De giootste triomf van, l\et nieuwe elec-
tiischo systeem werd behaald door de toe
passing ervan ie Chicago. JIet contract
voor vlo verlichting van de tentoonstelling
werd door Westinghouse gestoten vooreen
nulliocn dollars minder dan denlaagslen
inschrijver, en bleek zoo uitstekend, dat
hot nieuwe svsteem daardoor de algemee-
110 goédkeuring verkroeg.
Het is moeilijk om te zeggen, wat de
voornaamste eigenschap van den heer Wcs-
tinghouso is. Wie- hom liet host kennen,
noemen hem „de man die werkt"; en het
is niet waarschijnlijk, aar tiij zelfs in deze
dagen van bedrijvigheid door iemand in
werkzaamheid wordt geëvenaard. Van de
vijftien duizend patenten, die hij bezit,
zijn er meer dan drie honderd op eigen
uitvindingen. Up zestigjarigen leeftijd heeft
hij nog lust en tijd tol, verdere onderzoe
kingen.
Voor den heer "Westinghouse bestaat er
geen verloren tijd op een dag. Hij regelt
het werk van zijn duizenden beambten,
zelfs terwijl hij met zijn secretniis van
falniek tot fabriek gaat in zijn eigen auto
een huis op wielen, eenig in de vol
making en het gemak voor het dagelijksch
leven van een der bezigste menschen der
wereld. Iljj brengt daar zooveel tijd in
door, dat hij bijna als een zijner huizen
te beschouwen is.
De heer Westinghouse gaat op aangename
wjjzo met zijn werklieden om. Hij haat pu
bliciteit en spreekt met verontwaardiging
over de wijze waarop menschen als Rocke
feller door de pers van hun land bespro
ken worden. AVestinghouse geeft veel aan
allerlei instellingen van liefdadigheid, maar
steeds zonder er zijn naam hij te noemen.
Menige uitvinder, die met de grootste moei
lijkheden te kampen had, weet echter, dat
"VVestinghouse hem den weg tot succes ont
sloten heeft.
Van de duizenden, die in aanraking ko
men met zijn krachtige persoonlijkheid, ver
geten weinigen den indruk door don „man
die werkt", op hen gemaakt.
ELECTRISCHE VISSCHEN.
Over de electriciteit zei Goethe: „Zeis
het doorgaande, alomtegenwoordige ele
ment, dat al het sto-ffelijk bestaande ver
gezelt en evenzoo liet atmosferischemen
Kan zich haar zeor goed als wereldziel
denken."
Inderdaad opennaart de eleclriciiteit zich
aan ons in alle levende kracht: zij veroor
zaakt "beweging, licht en warmte, lloe ver
haar werking gaat, wie zou liet kunnen
zeggen? Van jaar tot jaar worden de ver
wonderlijkste ontdekkingen vermeerderd
over nieuwe eigenschappen van deze ge
heimzinnige macht, en hoe meer wc van
van haar loeren kermen, dos te meer zien
we haar uitgebreid.
Nog lieerscht er groote onwetendheid om
treilt veel levensverrichtingen, nog begrij
pen wij niet, hoe bijv. de gedachten van
de hersenen uit naai' de uitvoerende
lichaanisdeelen worden overgebracht. Mis
sehien speelt ook hierbij de elecfcrieiteit
een rol.
Het is reeds sedert lang bekend, dat in
de spieren electrische werkingen, plaats
hebben. Galvani kon reeds den poot van
een kikvorsch in beweging brengen dooi
de zenuw daarvan met een^ spier in aan
railing te brengen,. .-Ids men den kuitspier
van oen kikvorsch doorsnijdt, valt een
electrische stroom waar te nemen. Door
iedere verandering der rijpste beslanddee
len wordt ïn levend weefsel positieve en
negatieve electriciteit ontwikkeld. Zoolang
de scheikundige werkingen, q.p alle plaat
sen van een weefsel dezelfde zijn, ontstaat
er geen spanning, maar is ze op twee ver
schillende plaatsen verschillend, dap kan
de electriciteit naar buiten afgeleid
en door een galvanometer merkbaar ge
maakt worden. Zulke electrische spannin
gen heeft men ontdekt in spieren, zenu
wen, in de huid en in klieren.
Behalve deze door scheikundige invloe
den te voorschijn geroepen stroomen wor
den ook door wrijving of door de in de
lucht aanwezige spanningen in de haren
electrische verschijnselen veroorzaakt. Men
kan uit mensclicnharen onder gunstige om
standigheden vonken doen ontstaan en door
streden met de hand uit het vel der kat
een knetterend geluid "te voorschijn roe
pen. Sommigen schrijven zelfs den angst,
dien enkele menschen voor het onweer
hebben, too aan electriciteit.
Over het algemeen zijn deze verschijn
selen in dierlijk weefsel slechts door zeer
nauwkeurige onderzoekingen op te mer
ken; er zijn echter zekere visschen, die
sterke electrische stroomen in. hun lichaam
ontwikkelen. Rij hen zijn bizonderc in
richtingen voorhanden om de electriciteit
te bewaren. Zij bezitten zeer kunstig go-
bouwde werktuigen die bestaan uit over
elkaar liggende platen van dwarsgestreepte
spiervezels, waarlussehen zich vochtige la
gen getleiachtige massa's bevinden. Zoo ont
staat «enigermate oen Voltasche zuil. In
die platen dringen aan één kant talrijke
zenuwuiteinden binnen, die zich netvormig
zoo dicht vertakken, dat een vlak, deelec-
trische plaat, gevormd wordt. Veel zulke
zuilen vormen met elkaar hot olcctrische
werktuig.
Bij verschillende roggen liggen zo aan
beide zijden van den staart als een schroef
vormige 'doorschijnende massa dicht on
der de huid. Haar werkzaamheid vertoont
icli hier slechts in zeer zpvakke ontla
dingen.
Andere visschen kunnen daarentegen zeer
sterke slagen ultdeelen. De meest bekende
aarvan zijn de sidderrog, de sidderaal en
de siddonwenlelaar.
De sidderrog leeft in do zeeën dor warme
tuehtsti'iuek. Hij hoeft ecu gladde huiden
do gestalte van een. tamelijk vlakke schijf,
die in eon vlcozigon staart uitloopt. Het
electrische werktuig noemt dc geheeloruim
te ,jn tusschen den kop, de Kicuwdeksels
en de borstvin, do zuiltjes liggen loodrecht
op de richting van het. lichaam.
Do sidderaal bewoont de watoren van
MiddeiyZuid-Amerika. Ilij lijkt qp onzen
aal, maar hij mist de rugvin, en zijn "huid
is niet met schubben bedekt, doch glad.
Daar het gehcele achterste gedeelte van het
lichaam tot aan het uiteinde van den staart
door twee grootere en, vier kleinere zui-
lenbundcls wordt ingenomen, zijn de-maag,
en darm dicht achter de voorvinnen ge
plaatst en dc aarsopening bevindt zich bij
de keel.
Ook in de oude wereld leeft een elec
trische riviervisch, de sidderw enlelaar. Zijn
mondopening is omgeven 'door drie paar
baardharen, zooals bij den gewonen w-en-
telaar, bij mist een rugvin, maar "heeft
een kleine vin vóór de staartvin op den
rug. Hij leeft in den Nijl.
De electrische visschen gebruiken hun
merkwaardige eleclriciteitswerktuigcn voor
namelijk om de yijanden te verschrikken
en ook orn hun buit te bemachtigen. A.
■on Humboldt schildert do vangst van den
iddoraal. Hij vertelt dat de Indianenpaar-
den drijven in de door tallooze electrische
visschen bewoonde kolken. Do verontruste
alen verdedigen zich 'door electrische sla
gen. De paarden worden woest, willen uit
het water gaan, maar worden weer "te
ruggedreven. Eenige bezwijken onder de
aanhoudende aanvallen der visschen, zij
zinken verdoofdneer en verdrinken. Ten
slotte verliezen echter de electrische werk
tuigen hun kracht; de- alen worden moe,
zoeken bescherming aan den oever en
worden daar met speren gevangen.
Do siddewj"1 ontlaadt 'zijn batterij, na
dat hij in do nabijheid van hen. arisch is
geslopen, beneemt dezen daardoor het ver
mogen zich te bewegen en eet hem dan op.
Andere electrische visschen kunnen
slechts zwakkere slagen uitdeelenzij zul
len dus waarschijnlijk slechts kleine die
ren eten of gebruiken de electrische kracht
alleen als verdedigingsmiddel.
den weg. IGj liep dus tegen dc lodder en
deed zich pijn.
De Turk werd woedend en bracht den
boer voor den kadi.
Maar cr "was geen woord uit den boer
te krijgen. Ilij werkte met de handen, maar
sprak geen woord.
Dc kadi sprak: „Wal. moet ik mot dien
man beginnen, hij is blijkbaar doofstom."
„Doofstom?" riep do klager hoouend. „Op
de markt brulde hij „uitwijken", zoodat dc
hccle stad hot liooren kon."
„Waarom bon je dan niet uitgeweken?"
vroeg de boer en hij had zijn proces ge
wonnen.
„Dat is een klein stukje fazant, dat je
mij daar brengt, kcilner," merkte iemand
in een restauratie op,
„Ja, meneer," was hot antwoord, „maar
het zal u heel wal tjjd nemen 0111 het. te
verwerken."
„Ik heb je Verleden week oen stuk
loesch gegeven", zei een dame tot een
bedelaar. „Ik had niet gedacht je nu weer
hier te zien."
,Ik heb hel niet opgegeten", was zijn
antwoord.
,Zcg, je vergoot dat 'tientje toch hiel,
dat ik je ecu half jaar geleden leende?''
,Noon, zeker niet!"
,Maar je zei, dat je het maar voor een
korten tijd noodig had."
„Dat was ook zoo. Ik heb het geen
twintig minuten gehouden."
Een nieuw tooneelspelwerd met go-
fluit en kreten van afkeuring hegroot..
,,'t 'ls moeilijk 0111 'te weten, wat hef,
publiek wil", sprak de diep bedroefde
schrijver.
,,'t Is nu gemakkelijk genoeg", sprak de
tooneeldirecteur, „liet -verlangt zijn geld
terug".
ACETYLEENGAS.
Proeven aan de Cornell universiteit ge
nomen toonen aap, dat de stralen yam
een acetyleenlamp, die grooterdoordrin
gend vermogen bezitten dan flievanelec-
trisch licht of gas, in hun werking op
planten veel overeenkomen met het dag
licht, en als het mogelijk was om dat
kunstlicht aanmerkelijk te versterken,
is 'het waarschijnlijk, dat piein Iets zou
verkrijgen, dat veel' -op Ret echte zon
licht gelijkt. De gevolgen van deze ontdek
king zijn natuurlijk van groote beteekenis,
zooals het volgende, voorbeeld aantoont.
Een oogst van zeven en dqrtig radijsjes
die overdag onder gewoon daglicht en 's
nachts onder Hen invloe.d van acetyleen
stralen gegroeid waren, wogep honderd ze
ven en dertig wichtjes. Terwijl daarente
gen acht en dertig radijsjes, diev,op de
gewone wijze gegroeid waren, maar een
en veertig wichtjes wogen, dus minder
dan de helft. Deze uitkomstep waren na
tuurlijk in denzelfden tijd en, behalve het
"verschil in licht, onder "dezelfde, omstan
digheden verkregop. i
Voor de eerste uitgaven van Shakespeare
geeft men tegenwoordig verbazend groote
sommen. De eerste, nog wel'geschonden
uitgave van den „Zomernachtsdroom'
(1600) bracht f3000, di© van „Koning Lear'
(1608) i 3600 en die van „De koopman
van Venetië" (1600) f4500 pp.
Hoe ook boeken aan mode onderhevig
zijn blijkt hieruit, dat het boek van Kipling,
„School Boys Lyrics", dat in 1881 to La
hore werd gedrukt, eens f1620 opbracht,
terwijl het onlangs voor f42 ging.
Men zag dat een dame in oen bibliotheek
aan de boeken rook. Toen men haar naar
de reden daarvan vroeg, antwoordde ze
„ik neem altijd boeken, die naar tabak rui
ken. De beste boeken worden door heoron
gelezen."
rMen gelooft, dat de oudste boom ter we
reld in "Ceylon staat. Hijwordt op twee
duizend twee honderd jaar geschat. Om
streeks 300 jaar v. C. zou er naar Ceylon
een tak zijn gebracht van den boom waar
ondor Gautama gezeten "had. Hieruit is do
boom ontstaan, die door pelgrims vereerd
wordt. Men heeft zelfs een tempel to zij
ner eer opgericht en hij is door alle eeuwen
heen met eerbied behandeld geworden
Een Turksche hoer liep met een ladder
op do „markt en 'riep luidkeels dat men
uit moest wijken.
Een rijk© Turk vond, dat ieder plaats
voor hem moest maken en ging niet uit
NEDERLANDSCIIE WIJSHEID.
Voor al u sa ken wel besipt,
Wanneer u schip zeylt voor de wint:
Want die in 't gijben eens misdoet,
Verliest wel licht'lijok lij ff en goet.
Cats.
Do treurenden zijn even zeldzaam pis
do reinen van hart; iemand, die waarlijk
treurt, is van niet atlledaagschen geestes
adel.
Dort!.
Na het doen van het grootste is er
niets heerlijker voor den monsch te "doen,
dan te werken opdat het komt.
A. Verwey.
Persoonlijke invloed js voor de zedelijke
wereld van meer beteekenis, 'dan algemeene
maatregelen.
de Bussy.
Niet de wijzen en verstandigen dezer
wereld zijn het, die het raadsel des levons
begrijpen, doch de kinderen Gods, de rei
nen van hart voelen de oplossing.
Quack.
geen geduld noodig, want dan vindt men
vanzelf sprekend, wat anders onverdraag
lijk zou zijn en onverdraaglijk wordt,wan
neer de liefde door de een of and ore oor
zaak verdwijnt. Men ziet dat hel beste in
het huwelijk, die eigenaardige mensche-
lijko verhouding, die zoo weinig duur
zaamheid en vastheid in zich 'heeft, dat
men hem met honderd ketenen hoeft wil
len heiligen on" sterk, maken en die toch
een losse band blijft, als hij niet in den
hemel gesloten is. liet is voor do wereld
gepast haar een ongelukkig huwelijk nier te
laten zien. Maar beide cchlgenooten rukken
aan een keten, die hen bij iedere schrede in
het vlccsch snijdt, als ze niet gelijk loopen.
De menschen gaan gauwer over tot liet los
maken van dezen band dan van cenigen
anderen, omdat hij door dc innigheid, die hij
veroorzaakt spoediger onverdraaglijk wordt.
Men weet niet of dit een geluk is. is het
voor do kinderen boter, als ze dc onccnig-
heid niet meer zien? Dan moesten beiden
echter geen nieuw huwelijk sluiten Als
men het huwelijk van het begin af aan als
een heilig offer beschouwde, als oen vol
komen zelfverloochening, dan zou men mis
schien vorder komenniet gelukkiger zijn,
dat i een andere vraag. Wan! het is de
vraag of men op aarde is om gelukkig te
zijn."
De koningin ziet in haar koningschap
niets anders dan de verplichting o;n tc ver-
edeten, iets 'groots te doen. Zij laat zich lei
don door het woord
„Das wahre Glück, o Mensclicnkind,
O glaubc doch mil nichten,
Dasz es erfiillle Wiinsohe sind
Es sind erfüllte Pflichteu!"
HET VROUWENKIESRECHT IN DE
IT A L1AANSCILE KAMER.
Nadat het. opperste gerechtshof in Italië
beslist heeft, dat de tegenwoordige wet 1
kiesrecht niet toestaat, moest de kamer zicii
bezig houden mot oen verzoekschrift tot ver
schaffing van vrouwenstemreeht. De commis
sie had besloten dit verzoekschrift tot het
archief te verwijzen. De kamer in haar go-
heel had echter eenige zeer •'krachtige voor
standers der zaak en ze werd ten slotte
aan don minister van binnenlandsche zaken
in overweging gegeven. Een voorstel, dat de
regeering de verplichting oplegde, een wets
ontwerp ten gunste van het vrouwenkiesrecht
in te dienen, werd door den niinister-presi
dent afgewezen. De feministische partij is
tevreden met dezen uitslag.
KONINGIN ELISABETH VAN ROEMENIE.
Dadelijk na haar komst in Roemenië
deed koningin Elisabeth haar best den
geest en het gemoed barer vrouwelijke on
derdanen. te ontwikkelen door kosteloos
onderwijs in lezen en schrijven 'to doqn
geven, ook "richtte 'ze teeken-, en muziek
scholen op en stichtte een school waar
borduren werd onderwezen, om dien tak
der Rocmeensche industrie opte heffen
en een grooter arneemgebied te openep
voor de vpraehtige kleurenrijke handwer
ken. Ze stichtte uit eigen middelen tal
rijke weldadigheidsvereenigingen, zooals de
„Vereeniging Elisabeth", die jaarlijks voor
30.000 francs hout uitdeelt onder de arm-
sten der armen, dev vereeniging „Concor
dia", die vooral de Roerneensche weve
rijen steunt, de vereeniging „Formica", die
alle mogelijke Roerneensche voortbrengse
len koopt, om de werklieden dadelijk aan
geld te helpen en ze in een bazaar1 weer
verkoopt, een vereeniging „Albina", dio
werk verschaft aan vrouwen, welke alleen
gTof werk kunnen verrichten. Hiermee is
nog lang niet alles genoemd wat de vorstin
op dit gebied tot stand brengt.
Do koningin doet dat alles met een be
wonderenswaardige lichamelijke 011 gees
telijke frischheid, ze wijdt zich bovendien
aan haar dichtkunst on heeft nog tijd om
in haar paleis kunstenaars, geleerden, man
nen van .beteekenis op ieder gebied piot'
do meest mogelrptc gastvrijheid te ont
vangen.
Koningin Elisabeth staat niet buiten het
gewone leven, zooals men doorgaans ver
moedt, dat mot vorstinnen het geval is.
Ze vereenigt in haar persoon een buiten
gewoon fijn gevoel'voor schijn en wezen
een praktischen zin met een helderen,
scherpen blik, wat blijkt uit de welda
digheidsinstellingen, die aan haar haar ont
staan danken.
In een tijd, waarin do opvatting der ze
delijkheid aan de hoven meermalen stof
tot kritiek geeft, is het van belang to her
inneren aan wat de vorstin over het
huwelijk heeft geschreven. Dit luidt:
„Het geduld, dat men voelt, is geen ge
duld meer, en het geduld, dat men niet
voelt, draagt eon anderen naam, dat ls
eenvoudig liefde. Als men liefheeft, is er
Voor den nieuwen Landdag in Finland
werden door alle partijen vrouwelijke kandi
daten gesteld.
Het nantal der vrouwelijke studenten in
de geneeskunde aan Duitschc universiteiten
was in het jaar 190G/1907 300, zoodat het
getai vrouwelijke studenten vun liet geheele
aantal ongeveer 4 ten honderd bedraagt.
D U LTSCH I1UIS1IO UDONDERW IJS.
De vorming van leeraressen in de huis
houdkunde is door een besluit van den Prui-
sischcn minister in een nieuwe baan ge
voeld. Het ministerie wil voortaan invloed
oefenen op dc vorming, do examens en de
aanstelling van vrouwelijke leerkrachten in
dit vak aan scholen voor volwassenen. Tot
nu toe waren de examens daar evenmin
als in ons land onder staatstoezicht. Door
dien nieuwen maatregel zal de toestand
huishoudleerarcssen aanmerkelijk verbeteren.
RECE1?TEN.
Asperges.
100 G. boter klopt men tot schuim,
voegt cr een eetlepel meel, drie eierdooiers,
een beetje nootmuskaat en langzamerhand
4 L. kokenden bouillon of asperge water bij
en brengt de saus boven een zacht vuurtje
tot aan liet koken. Men geeft deze saus bij
asperges.
Onrijpe kruisbessen, die men gebruiken
wil, legt men in een terrine, giet er kokend
water op, bedekt zo en laat ze 13 uur
staan, dan legt men de bessen op een zeef
en gebruikt ze daarna tot spijzen. De onge
zonde zuren zijn dan in liet water getrok
ken, en men bespaart er zich veel suiker mee.
Om dranken zonder ijs af tc koelen be
staat er een eenvoudig middel. Men pakt
de flcscli in een dook, die eer»t in koud
water gedoopt en goed uitgewrongen is, dan
zet men do flescli in een vut half met kond
water gevuld, plaatst dit voor een open ven
ster en veroorzaakt cenigen tijd tocht door
het openen en sluiten van een deur. De in
den natten doek plaats hebbende verdamping
doet den inhoud van de flcseh aanmerkelijk
afkoelen.
„Door vlijt komt men vooruit in de we
reld Omdat het niet amiers kon, loerde hij
dus ook maar werken 011 ijverig zijn en niet
tot zijn nadeel.
Na jaren kwam hij op zijn tochten in reu
stad waar een koning woonde. Moe en non?
gorig trad hij oen herberg binnen. Verwon
derd keek hij naar de veie menschen, die
hier bijeen waren. Ilij sprak een ouden man
aan, die hem vriendelijk te wooul stond
en hem vertelde
„De koning van dit land heeft ecu bccid-
sclioone dochter. Ze zal trouwen met hem
dio drio vragen geed beantwoordt. Maar als
men oen verkeerd antwoord geeft, verliest
men liet leven. Velen hebben het reeds
beproefd, hot is nog niemand gelukt."
Nachts kon onze herder niet slapen.
Hij stond 's morgens vroeg op, stofte zijn
klcoren af, poetste zijn schoenen, en ging naar
hel palcis. Slechts met, moeite baande hij
zicli een weg door do nieuwsgierige menigte.
Toen de prinses hem zag, begon ze te lachen.
Nadat hij voor haar gebogen had, hief Lij
hot hoofd zoo goed mogelijk op en wachtte
op do drie vragen.
Do prinses sprak: „lloe heet mijn kat?"
en wees op een allerliefst poesje, dat ze op
den arm droeg. „Ik geef je drie uur bedenk
tijd; daarna moet ik een antwoord hebben!"
Met deze woorden ging ze heen,
Ilij verzon alle namen, die hij ooit ge
hoord had. Maar geen schoon hem de recliie
te zijn. Als hij dacht, dat hij den goeden
naam gevonden had, dan viel hem weer een
betere in, en zoo ging liet mam- steeds door,
tot de drie uur 0111 waren.
Toen verscheen de prinses en vroeg:
„Zog mij nu een», hoe mijn kat heet!" Ecu
oogenbiik keek hij haar aan, zonder dat hij
wist wat hij moest zeggen. Op eens dacht
ilij aan zijn lievelingskoe, die hij eens met
andere naar dc weide gedreven had en tem
riep iiij„Ze hoot Liesje
De prinses schrikte en zei: „Dat heb je
goed geraden Maar nu do tweede vraag:
„Hoeveel rozen bloeien erin mijn tuin?" Nu
krijg je maar twee uur bedenktijd!" Met
die woorden verliet zij hem.
Weer zat hij na te dunken. In school had
liij wel niet veel geleerd, maar goed tellen
kon liij. Hij kende heel wat getallen. Maar
welk van al die getallen zou hel, gevraagde
zijn? Tevergeefs pijnigde hij zijn hersens at.
Toen dc twee uur om waren, verscheen,
du prinses,
„Zeg snij nu eens, hoeveel rozen er In
mijn tuin bloeien?"
Hij zweeg. Doch slechts een oogenbiik,
toen dacht hij weer aan zijn koeien, die hij
eens gehoed had.
„Als 't vnyger goed was, dan kan liet dit
nu weer zijndacht hij en hij noemde
,het getal zijner koeien„Zeven
De priirees schrikte nu nog erger dan de
eerste maal en sprak„Je hebt goed ge
raden Maar nu komt de laatste en moei
lijkste viaag. Je moet mij wijzen, hoe mijn
oom de koning van Indiü loopt. Voor nie
vraag heb je maar een uur bedenktijd." Met
die woorden ging ze dc kamer uit.
Weer zat hij na te denken. Wel had hij
op school eens den naam Indiü gehoord,
maar zijn meester had hem nooit verteld hoe
do koning er liep. Toen zonk hem de moed
in de schoenen, en hij bereidde zich voor op
zijn laatste uurtje.
Toen, liet uur bedenktijd om was, ver
scheen de prinses en zei„Laat mij nu eens
zien, hoe mijn oom loopt!" Toon werd hij
zoo angstig, dat hij met gebogen, hoofd naar
haar toeging met de handen op den rug era
haar om genade te smeeken. Do prinses
meende echter, dat dit zijn antwoord was op
de derde vraag, en voor hij nog iets had
kunnen zeggen, zei ze met een van aandoe
ning bevende stem:
„Je hebt al weer goed geraden!"
Hij keek haar verwonderd aan en. droeg
liet hoofd zoo hoog als nooit tevoren.
Ook prinsessen moeten lniar woord hou
den. Drie dagen later was dc bruiloft. Vail
toen ai' liep liii met hoog opgeheven iioofd
rond.
MET VRIENDELIJKHEID KOMT MEN
VERDER DAN MET RUWHEID.
Op een stijgenden weg werd een wagen
door \icr paarden voortgetrokken. Het rij
tuig was vol reizigers. Een van dc paarden
viel. De voerman probeerde liet mei zijn
zweep te doen opstaan. Daarna schopte nij
het. Toen begon, hij te vloeken. Maar Hij
stapte niet van den wagen af, om het arme
dier, dat niet op kon staan, te helpen. De
menschen, die in het rijtuig zaten, keken liet
maar geduldig aan, en schonen tc denken,
dat zij er niets aan konden doen. Plotse
ling stapte een dnine uit en sprak lot den
koetsier op bevelenden, toon„Geel" mij die
zweep." De koetsier was overbluft, en gaf
heel gehoorzaam dc zweep over. „Als je het
paard weer aanraakt," sprak de dame, „zal
ik jc- eens laten voelen boo het is, nis de
zweep inet kracht op je schouders neerkomt.
Stap nu dadelijk af, maak het tuig los en
DE KOEHERDER. I help liet paard opstaan." De koetsier staarde
Er was eens een koeherder die zoo lui was, I haar aan. Do vrouwen in liet rijtuig lachten,
dat hij liever bij een boom zat te slapen dan j de mannen voelden zicli beschaamd,
dat hij de koeien hoedde. Daarom zei zijn „Koni cr dadelijk uit," zei dc dame, ter-
baas hem den dienst op. Toen ging hij do I wijl zij den koetsier mot dc zweep dreigde,
wijde wereld in. Hij liep echter niet zooals De laatste gehoorzaamde onwillekeurig. Het
andcro menschen, flink rechtop, maar met I tuig werd losgemaakt en het paard opgchol-
voorovergebogen hoofd omdat hij dit zoo 1 pen. De dame gaf" ieder van de paarden ren
gewoon was door hot slapen op de weide. I klontje suiker. De uitwerking daarvan was
Daarom zag hij ook niets van wat cr boven verrassend. De mocdeloozo uitdrukking mui
hem was, maar alleen wat er beneden op den hun oogen werd vervangen door ccn van hoop
grond lag.
Ilij liep een heel eind voc. Maar altijd
zag liij, dat zijn oude meester gelijk hnd ge
had, toen hij zei
en dankbaarheid. Toen stapte de dame bleek
maar even viislbcrrukn als Jeanne d'Arc weer
in den wagen. Dc mannen keken nog, maar
altijd zwijgend voor zicli.
GEDEUKT 1SR DRUKKERIJ T. d. SCEIEDAMSCHB COURANT,