VAN DE LONDENSCIIE BOEKENMARKT. VOOR DAMES. VOOR KINDEREN. vinding, zag dal hut was wat hij verlangde en. kocht de patenten or voor. De invooung van het nieuwe systeem, dal AVcstinghomo toepaste niet behulp van verscheidene eigen uitvindingen op ieder veld van de electrische nijverheid, vond verst veel tegenwerking. Men beweerde dat do nieuw o stroom zeer gevaarlijk was en slechts met de grootste moeite werden die vooroordeclon overwonnen. De giootste triomf van, l\et nieuwe elec- tiischo systeem werd behaald door de toe passing ervan ie Chicago. JIet contract voor vlo verlichting van de tentoonstelling werd door Westinghouse gestoten vooreen nulliocn dollars minder dan denlaagslen inschrijver, en bleek zoo uitstekend, dat hot nieuwe svsteem daardoor de algemee- 110 goédkeuring verkroeg. Het is moeilijk om te zeggen, wat de voornaamste eigenschap van den heer Wcs- tinghouso is. Wie- hom liet host kennen, noemen hem „de man die werkt"; en het is niet waarschijnlijk, aar tiij zelfs in deze dagen van bedrijvigheid door iemand in werkzaamheid wordt geëvenaard. Van de vijftien duizend patenten, die hij bezit, zijn er meer dan drie honderd op eigen uitvindingen. Up zestigjarigen leeftijd heeft hij nog lust en tijd tol, verdere onderzoe kingen. Voor den heer "Westinghouse bestaat er geen verloren tijd op een dag. Hij regelt het werk van zijn duizenden beambten, zelfs terwijl hij met zijn secretniis van falniek tot fabriek gaat in zijn eigen auto een huis op wielen, eenig in de vol making en het gemak voor het dagelijksch leven van een der bezigste menschen der wereld. Iljj brengt daar zooveel tijd in door, dat hij bijna als een zijner huizen te beschouwen is. De heer Westinghouse gaat op aangename wjjzo met zijn werklieden om. Hij haat pu bliciteit en spreekt met verontwaardiging over de wijze waarop menschen als Rocke feller door de pers van hun land bespro ken worden. AVestinghouse geeft veel aan allerlei instellingen van liefdadigheid, maar steeds zonder er zijn naam hij te noemen. Menige uitvinder, die met de grootste moei lijkheden te kampen had, weet echter, dat "VVestinghouse hem den weg tot succes ont sloten heeft. Van de duizenden, die in aanraking ko men met zijn krachtige persoonlijkheid, ver geten weinigen den indruk door don „man die werkt", op hen gemaakt. ELECTRISCHE VISSCHEN. Over de electriciteit zei Goethe: „Zeis het doorgaande, alomtegenwoordige ele ment, dat al het sto-ffelijk bestaande ver gezelt en evenzoo liet atmosferischemen Kan zich haar zeor goed als wereldziel denken." Inderdaad opennaart de eleclriciiteit zich aan ons in alle levende kracht: zij veroor zaakt "beweging, licht en warmte, lloe ver haar werking gaat, wie zou liet kunnen zeggen? Van jaar tot jaar worden de ver wonderlijkste ontdekkingen vermeerderd over nieuwe eigenschappen van deze ge heimzinnige macht, en hoe meer wc van van haar loeren kermen, dos te meer zien we haar uitgebreid. Nog lieerscht er groote onwetendheid om treilt veel levensverrichtingen, nog begrij pen wij niet, hoe bijv. de gedachten van de hersenen uit naai' de uitvoerende lichaanisdeelen worden overgebracht. Mis sehien speelt ook hierbij de elecfcrieiteit een rol. Het is reeds sedert lang bekend, dat in de spieren electrische werkingen, plaats hebben. Galvani kon reeds den poot van een kikvorsch in beweging brengen dooi de zenuw daarvan met een^ spier in aan railing te brengen,. .-Ids men den kuitspier van oen kikvorsch doorsnijdt, valt een electrische stroom waar te nemen. Door iedere verandering der rijpste beslanddee len wordt ïn levend weefsel positieve en negatieve electriciteit ontwikkeld. Zoolang de scheikundige werkingen, q.p alle plaat sen van een weefsel dezelfde zijn, ontstaat er geen spanning, maar is ze op twee ver schillende plaatsen verschillend, dap kan de electriciteit naar buiten afgeleid en door een galvanometer merkbaar ge maakt worden. Zulke electrische spannin gen heeft men ontdekt in spieren, zenu wen, in de huid en in klieren. Behalve deze door scheikundige invloe den te voorschijn geroepen stroomen wor den ook door wrijving of door de in de lucht aanwezige spanningen in de haren electrische verschijnselen veroorzaakt. Men kan uit mensclicnharen onder gunstige om standigheden vonken doen ontstaan en door streden met de hand uit het vel der kat een knetterend geluid "te voorschijn roe pen. Sommigen schrijven zelfs den angst, dien enkele menschen voor het onweer hebben, too aan electriciteit. Over het algemeen zijn deze verschijn selen in dierlijk weefsel slechts door zeer nauwkeurige onderzoekingen op te mer ken; er zijn echter zekere visschen, die sterke electrische stroomen in. hun lichaam ontwikkelen. Rij hen zijn bizonderc in richtingen voorhanden om de electriciteit te bewaren. Zij bezitten zeer kunstig go- bouwde werktuigen die bestaan uit over elkaar liggende platen van dwarsgestreepte spiervezels, waarlussehen zich vochtige la gen getleiachtige massa's bevinden. Zoo ont staat «enigermate oen Voltasche zuil. In die platen dringen aan één kant talrijke zenuwuiteinden binnen, die zich netvormig zoo dicht vertakken, dat een vlak, deelec- trische plaat, gevormd wordt. Veel zulke zuilen vormen met elkaar hot olcctrische werktuig. Bij verschillende roggen liggen zo aan beide zijden van den staart als een schroef vormige 'doorschijnende massa dicht on der de huid. Haar werkzaamheid vertoont icli hier slechts in zeer zpvakke ontla dingen. Andere visschen kunnen daarentegen zeer sterke slagen ultdeelen. De meest bekende aarvan zijn de sidderrog, de sidderaal en de siddonwenlelaar. De sidderrog leeft in do zeeën dor warme tuehtsti'iuek. Hij hoeft ecu gladde huiden do gestalte van een. tamelijk vlakke schijf, die in eon vlcozigon staart uitloopt. Het electrische werktuig noemt dc geheeloruim te ,jn tusschen den kop, de Kicuwdeksels en de borstvin, do zuiltjes liggen loodrecht op de richting van het. lichaam. Do sidderaal bewoont de watoren van MiddeiyZuid-Amerika. Ilij lijkt qp onzen aal, maar hij mist de rugvin, en zijn "huid is niet met schubben bedekt, doch glad. Daar het gehcele achterste gedeelte van het lichaam tot aan het uiteinde van den staart door twee grootere en, vier kleinere zui- lenbundcls wordt ingenomen, zijn de-maag, en darm dicht achter de voorvinnen ge plaatst en dc aarsopening bevindt zich bij de keel. Ook in de oude wereld leeft een elec trische riviervisch, de sidderw enlelaar. Zijn mondopening is omgeven 'door drie paar baardharen, zooals bij den gewonen w-en- telaar, bij mist een rugvin, maar "heeft een kleine vin vóór de staartvin op den rug. Hij leeft in den Nijl. De electrische visschen gebruiken hun merkwaardige eleclriciteitswerktuigcn voor namelijk om de yijanden te verschrikken en ook orn hun buit te bemachtigen. A. ■on Humboldt schildert do vangst van den iddoraal. Hij vertelt dat de Indianenpaar- den drijven in de door tallooze electrische visschen bewoonde kolken. Do verontruste alen verdedigen zich 'door electrische sla gen. De paarden worden woest, willen uit het water gaan, maar worden weer "te ruggedreven. Eenige bezwijken onder de aanhoudende aanvallen der visschen, zij zinken verdoofdneer en verdrinken. Ten slotte verliezen echter de electrische werk tuigen hun kracht; de- alen worden moe, zoeken bescherming aan den oever en worden daar met speren gevangen. Do siddewj"1 ontlaadt 'zijn batterij, na dat hij in do nabijheid van hen. arisch is geslopen, beneemt dezen daardoor het ver mogen zich te bewegen en eet hem dan op. Andere electrische visschen kunnen slechts zwakkere slagen uitdeelenzij zul len dus waarschijnlijk slechts kleine die ren eten of gebruiken de electrische kracht alleen als verdedigingsmiddel. den weg. IGj liep dus tegen dc lodder en deed zich pijn. De Turk werd woedend en bracht den boer voor den kadi. Maar cr "was geen woord uit den boer te krijgen. Ilij werkte met de handen, maar sprak geen woord. Dc kadi sprak: „Wal. moet ik mot dien man beginnen, hij is blijkbaar doofstom." „Doofstom?" riep do klager hoouend. „Op de markt brulde hij „uitwijken", zoodat dc hccle stad hot liooren kon." „Waarom bon je dan niet uitgeweken?" vroeg de boer en hij had zijn proces ge wonnen. „Dat is een klein stukje fazant, dat je mij daar brengt, kcilner," merkte iemand in een restauratie op, „Ja, meneer," was hot antwoord, „maar het zal u heel wal tjjd nemen 0111 het. te verwerken." „Ik heb je Verleden week oen stuk loesch gegeven", zei een dame tot een bedelaar. „Ik had niet gedacht je nu weer hier te zien." ,Ik heb hel niet opgegeten", was zijn antwoord. ,Zcg, je vergoot dat 'tientje toch hiel, dat ik je ecu half jaar geleden leende?'' ,Noon, zeker niet!" ,Maar je zei, dat je het maar voor een korten tijd noodig had." „Dat was ook zoo. Ik heb het geen twintig minuten gehouden." Een nieuw tooneelspelwerd met go- fluit en kreten van afkeuring hegroot.. ,,'t 'ls moeilijk 0111 'te weten, wat hef, publiek wil", sprak de diep bedroefde schrijver. ,,'t Is nu gemakkelijk genoeg", sprak de tooneeldirecteur, „liet -verlangt zijn geld terug". ACETYLEENGAS. Proeven aan de Cornell universiteit ge nomen toonen aap, dat de stralen yam een acetyleenlamp, die grooterdoordrin gend vermogen bezitten dan flievanelec- trisch licht of gas, in hun werking op planten veel overeenkomen met het dag licht, en als het mogelijk was om dat kunstlicht aanmerkelijk te versterken, is 'het waarschijnlijk, dat piein Iets zou verkrijgen, dat veel' -op Ret echte zon licht gelijkt. De gevolgen van deze ontdek king zijn natuurlijk van groote beteekenis, zooals het volgende, voorbeeld aantoont. Een oogst van zeven en dqrtig radijsjes die overdag onder gewoon daglicht en 's nachts onder Hen invloe.d van acetyleen stralen gegroeid waren, wogep honderd ze ven en dertig wichtjes. Terwijl daarente gen acht en dertig radijsjes, diev,op de gewone wijze gegroeid waren, maar een en veertig wichtjes wogen, dus minder dan de helft. Deze uitkomstep waren na tuurlijk in denzelfden tijd en, behalve het "verschil in licht, onder "dezelfde, omstan digheden verkregop. i Voor de eerste uitgaven van Shakespeare geeft men tegenwoordig verbazend groote sommen. De eerste, nog wel'geschonden uitgave van den „Zomernachtsdroom' (1600) bracht f3000, di© van „Koning Lear' (1608) i 3600 en die van „De koopman van Venetië" (1600) f4500 pp. Hoe ook boeken aan mode onderhevig zijn blijkt hieruit, dat het boek van Kipling, „School Boys Lyrics", dat in 1881 to La hore werd gedrukt, eens f1620 opbracht, terwijl het onlangs voor f42 ging. Men zag dat een dame in oen bibliotheek aan de boeken rook. Toen men haar naar de reden daarvan vroeg, antwoordde ze „ik neem altijd boeken, die naar tabak rui ken. De beste boeken worden door heoron gelezen." rMen gelooft, dat de oudste boom ter we reld in "Ceylon staat. Hijwordt op twee duizend twee honderd jaar geschat. Om streeks 300 jaar v. C. zou er naar Ceylon een tak zijn gebracht van den boom waar ondor Gautama gezeten "had. Hieruit is do boom ontstaan, die door pelgrims vereerd wordt. Men heeft zelfs een tempel to zij ner eer opgericht en hij is door alle eeuwen heen met eerbied behandeld geworden Een Turksche hoer liep met een ladder op do „markt en 'riep luidkeels dat men uit moest wijken. Een rijk© Turk vond, dat ieder plaats voor hem moest maken en ging niet uit NEDERLANDSCIIE WIJSHEID. Voor al u sa ken wel besipt, Wanneer u schip zeylt voor de wint: Want die in 't gijben eens misdoet, Verliest wel licht'lijok lij ff en goet. Cats. Do treurenden zijn even zeldzaam pis do reinen van hart; iemand, die waarlijk treurt, is van niet atlledaagschen geestes adel. Dort!. Na het doen van het grootste is er niets heerlijker voor den monsch te "doen, dan te werken opdat het komt. A. Verwey. Persoonlijke invloed js voor de zedelijke wereld van meer beteekenis, 'dan algemeene maatregelen. de Bussy. Niet de wijzen en verstandigen dezer wereld zijn het, die het raadsel des levons begrijpen, doch de kinderen Gods, de rei nen van hart voelen de oplossing. Quack. geen geduld noodig, want dan vindt men vanzelf sprekend, wat anders onverdraag lijk zou zijn en onverdraaglijk wordt,wan neer de liefde door de een of and ore oor zaak verdwijnt. Men ziet dat hel beste in het huwelijk, die eigenaardige mensche- lijko verhouding, die zoo weinig duur zaamheid en vastheid in zich 'heeft, dat men hem met honderd ketenen hoeft wil len heiligen on" sterk, maken en die toch een losse band blijft, als hij niet in den hemel gesloten is. liet is voor do wereld gepast haar een ongelukkig huwelijk nier te laten zien. Maar beide cchlgenooten rukken aan een keten, die hen bij iedere schrede in het vlccsch snijdt, als ze niet gelijk loopen. De menschen gaan gauwer over tot liet los maken van dezen band dan van cenigen anderen, omdat hij door dc innigheid, die hij veroorzaakt spoediger onverdraaglijk wordt. Men weet niet of dit een geluk is. is het voor do kinderen boter, als ze dc onccnig- heid niet meer zien? Dan moesten beiden echter geen nieuw huwelijk sluiten Als men het huwelijk van het begin af aan als een heilig offer beschouwde, als oen vol komen zelfverloochening, dan zou men mis schien vorder komenniet gelukkiger zijn, dat i een andere vraag. Wan! het is de vraag of men op aarde is om gelukkig te zijn." De koningin ziet in haar koningschap niets anders dan de verplichting o;n tc ver- edeten, iets 'groots te doen. Zij laat zich lei don door het woord „Das wahre Glück, o Mensclicnkind, O glaubc doch mil nichten, Dasz es erfiillle Wiinsohe sind Es sind erfüllte Pflichteu!" HET VROUWENKIESRECHT IN DE IT A L1AANSCILE KAMER. Nadat het. opperste gerechtshof in Italië beslist heeft, dat de tegenwoordige wet 1 kiesrecht niet toestaat, moest de kamer zicii bezig houden mot oen verzoekschrift tot ver schaffing van vrouwenstemreeht. De commis sie had besloten dit verzoekschrift tot het archief te verwijzen. De kamer in haar go- heel had echter eenige zeer •'krachtige voor standers der zaak en ze werd ten slotte aan don minister van binnenlandsche zaken in overweging gegeven. Een voorstel, dat de regeering de verplichting oplegde, een wets ontwerp ten gunste van het vrouwenkiesrecht in te dienen, werd door den niinister-presi dent afgewezen. De feministische partij is tevreden met dezen uitslag. KONINGIN ELISABETH VAN ROEMENIE. Dadelijk na haar komst in Roemenië deed koningin Elisabeth haar best den geest en het gemoed barer vrouwelijke on derdanen. te ontwikkelen door kosteloos onderwijs in lezen en schrijven 'to doqn geven, ook "richtte 'ze teeken-, en muziek scholen op en stichtte een school waar borduren werd onderwezen, om dien tak der Rocmeensche industrie opte heffen en een grooter arneemgebied te openep voor de vpraehtige kleurenrijke handwer ken. Ze stichtte uit eigen middelen tal rijke weldadigheidsvereenigingen, zooals de „Vereeniging Elisabeth", die jaarlijks voor 30.000 francs hout uitdeelt onder de arm- sten der armen, dev vereeniging „Concor dia", die vooral de Roerneensche weve rijen steunt, de vereeniging „Formica", die alle mogelijke Roerneensche voortbrengse len koopt, om de werklieden dadelijk aan geld te helpen en ze in een bazaar1 weer verkoopt, een vereeniging „Albina", dio werk verschaft aan vrouwen, welke alleen gTof werk kunnen verrichten. Hiermee is nog lang niet alles genoemd wat de vorstin op dit gebied tot stand brengt. Do koningin doet dat alles met een be wonderenswaardige lichamelijke 011 gees telijke frischheid, ze wijdt zich bovendien aan haar dichtkunst on heeft nog tijd om in haar paleis kunstenaars, geleerden, man nen van .beteekenis op ieder gebied piot' do meest mogelrptc gastvrijheid te ont vangen. Koningin Elisabeth staat niet buiten het gewone leven, zooals men doorgaans ver moedt, dat mot vorstinnen het geval is. Ze vereenigt in haar persoon een buiten gewoon fijn gevoel'voor schijn en wezen een praktischen zin met een helderen, scherpen blik, wat blijkt uit de welda digheidsinstellingen, die aan haar haar ont staan danken. In een tijd, waarin do opvatting der ze delijkheid aan de hoven meermalen stof tot kritiek geeft, is het van belang to her inneren aan wat de vorstin over het huwelijk heeft geschreven. Dit luidt: „Het geduld, dat men voelt, is geen ge duld meer, en het geduld, dat men niet voelt, draagt eon anderen naam, dat ls eenvoudig liefde. Als men liefheeft, is er Voor den nieuwen Landdag in Finland werden door alle partijen vrouwelijke kandi daten gesteld. Het nantal der vrouwelijke studenten in de geneeskunde aan Duitschc universiteiten was in het jaar 190G/1907 300, zoodat het getai vrouwelijke studenten vun liet geheele aantal ongeveer 4 ten honderd bedraagt. D U LTSCH I1UIS1IO UDONDERW IJS. De vorming van leeraressen in de huis houdkunde is door een besluit van den Prui- sischcn minister in een nieuwe baan ge voeld. Het ministerie wil voortaan invloed oefenen op dc vorming, do examens en de aanstelling van vrouwelijke leerkrachten in dit vak aan scholen voor volwassenen. Tot nu toe waren de examens daar evenmin als in ons land onder staatstoezicht. Door dien nieuwen maatregel zal de toestand huishoudleerarcssen aanmerkelijk verbeteren. RECE1?TEN. Asperges. 100 G. boter klopt men tot schuim, voegt cr een eetlepel meel, drie eierdooiers, een beetje nootmuskaat en langzamerhand 4 L. kokenden bouillon of asperge water bij en brengt de saus boven een zacht vuurtje tot aan liet koken. Men geeft deze saus bij asperges. Onrijpe kruisbessen, die men gebruiken wil, legt men in een terrine, giet er kokend water op, bedekt zo en laat ze 13 uur staan, dan legt men de bessen op een zeef en gebruikt ze daarna tot spijzen. De onge zonde zuren zijn dan in liet water getrok ken, en men bespaart er zich veel suiker mee. Om dranken zonder ijs af tc koelen be staat er een eenvoudig middel. Men pakt de flcscli in een dook, die eer»t in koud water gedoopt en goed uitgewrongen is, dan zet men do flescli in een vut half met kond water gevuld, plaatst dit voor een open ven ster en veroorzaakt cenigen tijd tocht door het openen en sluiten van een deur. De in den natten doek plaats hebbende verdamping doet den inhoud van de flcseh aanmerkelijk afkoelen. „Door vlijt komt men vooruit in de we reld Omdat het niet amiers kon, loerde hij dus ook maar werken 011 ijverig zijn en niet tot zijn nadeel. Na jaren kwam hij op zijn tochten in reu stad waar een koning woonde. Moe en non? gorig trad hij oen herberg binnen. Verwon derd keek hij naar de veie menschen, die hier bijeen waren. Ilij sprak een ouden man aan, die hem vriendelijk te wooul stond en hem vertelde „De koning van dit land heeft ecu bccid- sclioone dochter. Ze zal trouwen met hem dio drio vragen geed beantwoordt. Maar als men oen verkeerd antwoord geeft, verliest men liet leven. Velen hebben het reeds beproefd, hot is nog niemand gelukt." Nachts kon onze herder niet slapen. Hij stond 's morgens vroeg op, stofte zijn klcoren af, poetste zijn schoenen, en ging naar hel palcis. Slechts met, moeite baande hij zicli een weg door do nieuwsgierige menigte. Toen de prinses hem zag, begon ze te lachen. Nadat hij voor haar gebogen had, hief Lij hot hoofd zoo goed mogelijk op en wachtte op do drie vragen. Do prinses sprak: „lloe heet mijn kat?" en wees op een allerliefst poesje, dat ze op den arm droeg. „Ik geef je drie uur bedenk tijd; daarna moet ik een antwoord hebben!" Met deze woorden ging ze heen, Ilij verzon alle namen, die hij ooit ge hoord had. Maar geen schoon hem de recliie te zijn. Als hij dacht, dat hij den goeden naam gevonden had, dan viel hem weer een betere in, en zoo ging liet mam- steeds door, tot de drie uur 0111 waren. Toen verscheen de prinses en vroeg: „Zog mij nu een», hoe mijn kat heet!" Ecu oogenbiik keek hij haar aan, zonder dat hij wist wat hij moest zeggen. Op eens dacht ilij aan zijn lievelingskoe, die hij eens met andere naar dc weide gedreven had en tem riep iiij„Ze hoot Liesje De prinses schrikte en zei: „Dat heb je goed geraden Maar nu do tweede vraag: „Hoeveel rozen bloeien erin mijn tuin?" Nu krijg je maar twee uur bedenktijd!" Met die woorden verliet zij hem. Weer zat hij na te dunken. In school had liij wel niet veel geleerd, maar goed tellen kon liij. Hij kende heel wat getallen. Maar welk van al die getallen zou hel, gevraagde zijn? Tevergeefs pijnigde hij zijn hersens at. Toen dc twee uur om waren, verscheen, du prinses, „Zeg snij nu eens, hoeveel rozen er In mijn tuin bloeien?" Hij zweeg. Doch slechts een oogenbiik, toen dacht hij weer aan zijn koeien, die hij eens gehoed had. „Als 't vnyger goed was, dan kan liet dit nu weer zijndacht hij en hij noemde ,het getal zijner koeien„Zeven De priirees schrikte nu nog erger dan de eerste maal en sprak„Je hebt goed ge raden Maar nu komt de laatste en moei lijkste viaag. Je moet mij wijzen, hoe mijn oom de koning van Indiü loopt. Voor nie vraag heb je maar een uur bedenktijd." Met die woorden ging ze dc kamer uit. Weer zat hij na te denken. Wel had hij op school eens den naam Indiü gehoord, maar zijn meester had hem nooit verteld hoe do koning er liep. Toen zonk hem de moed in de schoenen, en hij bereidde zich voor op zijn laatste uurtje. Toen, liet uur bedenktijd om was, ver scheen de prinses en zei„Laat mij nu eens zien, hoe mijn oom loopt!" Toon werd hij zoo angstig, dat hij met gebogen, hoofd naar haar toeging met de handen op den rug era haar om genade te smeeken. Do prinses meende echter, dat dit zijn antwoord was op de derde vraag, en voor hij nog iets had kunnen zeggen, zei ze met een van aandoe ning bevende stem: „Je hebt al weer goed geraden!" Hij keek haar verwonderd aan en. droeg liet hoofd zoo hoog als nooit tevoren. Ook prinsessen moeten lniar woord hou den. Drie dagen later was dc bruiloft. Vail toen ai' liep liii met hoog opgeheven iioofd rond. MET VRIENDELIJKHEID KOMT MEN VERDER DAN MET RUWHEID. Op een stijgenden weg werd een wagen door \icr paarden voortgetrokken. Het rij tuig was vol reizigers. Een van dc paarden viel. De voerman probeerde liet mei zijn zweep te doen opstaan. Daarna schopte nij het. Toen begon, hij te vloeken. Maar Hij stapte niet van den wagen af, om het arme dier, dat niet op kon staan, te helpen. De menschen, die in het rijtuig zaten, keken liet maar geduldig aan, en schonen tc denken, dat zij er niets aan konden doen. Plotse ling stapte een dnine uit en sprak lot den koetsier op bevelenden, toon„Geel" mij die zweep." De koetsier was overbluft, en gaf heel gehoorzaam dc zweep over. „Als je het paard weer aanraakt," sprak de dame, „zal ik jc- eens laten voelen boo het is, nis de zweep inet kracht op je schouders neerkomt. Stap nu dadelijk af, maak het tuig los en DE KOEHERDER. I help liet paard opstaan." De koetsier staarde Er was eens een koeherder die zoo lui was, I haar aan. Do vrouwen in liet rijtuig lachten, dat hij liever bij een boom zat te slapen dan j de mannen voelden zicli beschaamd, dat hij de koeien hoedde. Daarom zei zijn „Koni cr dadelijk uit," zei dc dame, ter- baas hem den dienst op. Toen ging hij do I wijl zij den koetsier mot dc zweep dreigde, wijde wereld in. Hij liep echter niet zooals De laatste gehoorzaamde onwillekeurig. Het andcro menschen, flink rechtop, maar met I tuig werd losgemaakt en het paard opgchol- voorovergebogen hoofd omdat hij dit zoo 1 pen. De dame gaf" ieder van de paarden ren gewoon was door hot slapen op de weide. I klontje suiker. De uitwerking daarvan was Daarom zag hij ook niets van wat cr boven verrassend. De mocdeloozo uitdrukking mui hem was, maar alleen wat er beneden op den hun oogen werd vervangen door ccn van hoop grond lag. Ilij liep een heel eind voc. Maar altijd zag liij, dat zijn oude meester gelijk hnd ge had, toen hij zei en dankbaarheid. Toen stapte de dame bleek maar even viislbcrrukn als Jeanne d'Arc weer in den wagen. Dc mannen keken nog, maar altijd zwijgend voor zicli. GEDEUKT 1SR DRUKKERIJ T. d. SCEIEDAMSCHB COURANT,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1907 | | pagina 10