I
Tweede Blad
gr laargang.
Zondag 16 Juni 1907.
No. 12412
Omhoog en Omlaag,
Een bewijs van dapperheid.
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij K s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en VI aar ding en fl. 1.25. Firanco
per post fl. 1.65.
Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaaxdingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor hot eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
jiar aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven.)
Prijs der Advertentiën: Van 1—6 Tegels fl. 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tolden prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon
voor de Redactie No. 123.
voor do Administratie No. 103.
Frankrijk wordt armer, Pruisen steeds
welvarender, ziedaar twee krachtwoorden,
waaraan wij nu langzamerhand gewoon
zijn geraakt. Van don oppervlakkigen be
zoeker af, die enkele gevallen, welke hem
sterk getroffen hebben, generaliseert tot
een algemcenen toestand, tot den weten-
schappelijken cijferaar toe, die met tal van
in de milliardon loopende bedragen argu
menteert, komen allen tot dezelfde conclu
sie: Pruiseni wordt steeds welvarender,
Frankrijk steeds armer.
Is het nu werkelijk zoo?
Ja, wie zou daarop een antwoord kun
nen geven Men behoeft nog juist niet
van do meening te zijn, dat de omschrij
ving, die een ondeugend Nederlamdsch jour
nalist eens van de statistiek gegeven heeft
er zijn drieëerlel onwaarheden: een
jokkentje, een leugen en de statistiek
men behoeft nog niet van de meening tc
zijn, dat die omschrijving juist is om de
uiterste voorzichtigheid in acht to nemen
tegenover de statistiek en do resultaten,
waartoe men met de statistiek komt. Het
is mogelijk, dat gelijk de dichters der sta
tistiek voorspellen er een tijd zal ko
men, dat wij alle maatschappelijke toe
standen in absoluut betrouwbare cijfers
zullen kunnen vastleggen en dat wij zoo,
uit ons vel van maatschappelijk-onderdeel
kruipend, een objectieven kijk op die maat
schappij zullen krijgen. Doch die tijd is
nog verre. En voorloopig staan wij bijeen
poging om, de maatschappij te begrijpen
op uiterst onvasten bodem.
Zoo is het ook ten aanzien van de twee
opstelion, die ons het laatst over de belang
wekkende vraag of Pruisen rijker, Frank
rijk armer wordt, onder do oogen zijn ge
komen.
Dat Pruisen's welvaart ook in de laatste
vijftien jaar nog belangrijk is toegenomen,
leidt prof. F. Kühnert af uit de resultaten
der inkomstenbelasting, die onlangs gepu
bliceerd zijn.
In 1892 heeft dit land een nieuwe in
komstenbelasting gekregen, die nu onlangs
weer (volgens de wel van Juni 1906, die
in 1907 begint te werken) belangrijk is
gewijzigd.
Het nu afgesloten belastinglijdperk leent
zich dus uitteraard zeer voor een verge
lijkende beschouwing. En wat blijkt nu vol
gens genoemden professor
Dat het percentage van de bevolking,
dat in de inkomstenbelasting is aange
slagen (hot minimum zuiver inkomen be
draagt daarvoor 900 Mark, terwijl er een
zeer belangrijk doel wegens kindoren, of
andere redenen wordt vrijgesteld of
(Een episode uit het beleg van Parijs.)
reductie krijgt) van jaar tot jaar geregeld
gestegen is. In 1892 waren er 2.594.854
belastingschuldigen, in 1906 5.012.943.
Een grooto vooruitgang, die groot blijft,
ook al brengt men de toeneming der bevol
king in rekening. Want het eerste cijfer
is slechts een twaalfde, het Tweede een
zevende van het geheele zielental. Rekent
men al de personen, die tot het huisgezin
van den belastingbetaler behooren, mede,
dan komt men tot de conclusie dat in
1906 al 45% Van de geheele bevolking mee
in de inkomstenbelasting deelnam.
Het zijn zeker opmerkelijke cijfers, al
behoort men daarbij niet uit hot oog te
verliezen wat de schrijver wel ceniger-
matc doet dat in de 15 jaar, dat deze
belasting gewerkt heeft, de belastingauto
riteiten natuurlijk hoo langer hoe scherper
toezien en hoe langer hoe meer gegevens
verkregen hebben. En dat onder de tegen
woordige omstandigheden deze cijfers nog
altijd lang niet aan de werkeklijkheid be
antwoorden, blijkt wol daaruit, dat debe-
lastingheffcrs bij de nieuwe wet nog veel
verder reikende bevoegdheden krijgen, o. a.
de bevoegdheid om bij de werkgevers te
infonneoren naar het loon der werkne
mers. Men moot al een heel erge vreem
deling in Jeruzalem; zijn, om niet te we
ten, dat deze maatregel, zal zij inderdaad
toegepast kunnen worden, het aantal be
lastingschuldigen opeens in buitengewoon
hooge mate zal doen toenemen.
Hoe het zij en zelfs al rekent men, dat
een steeds nauwkeuriger wordende con
trole hoe langer hoe minder geldverdieners
in staat stelt door de mazen van des be-
lastingheffers net heen te vallen, uit deze
berekeningen schijnt wel te blijken, dat
Pruisen vooruit gaat on dat met name de
kleinere inkomens vrij snel aangroeien. Zoo
zou het nationale inkomen in den tijd
van 1896 tot 1906 van 10 milliard tot
15 milliard zijn aangegroeid.
Een beeld van groote welvaart dus, dat
deze cijfers ons geven.
En nu Frankrijk.
Hier zijn de nieuwste gegevens nog een
voudiger en dus gemakkelijker tc over
zien. Men heeft daar van af 1826 de op
brengst van de erflatingen en schenkingen
per jaar met elkaar vergeleken en gecon
stateerd, dat die van 1826 tot 1895 geregeld
gerezen is en wol Vim 1,843 millioen francs
in 1826 tot 6930 millioen francs in 1895.
Doch na dien tijd is de opbrengst plotseling
gaan dalen. De jaren van 1896 tot 1900
gaven gemiddeld 6869 millioen francs en
die van 1901 tot 1905 gemiddeld 6.617
millioen.
Ook dit zijn opvallende cijfers, ook hier
uit zou men met dr. Jacques Bertilloneen
conclusie willen trekken en die zou dim
zijn als de zijne: Frankrijk wordt armer,
terwijl Pruisscn's rijkdom zeer snel toe
neemt.
Zijn die conclussies nu juist? Wie zal
Ik zal den lezer niet naar de wallen bren
gen, maar alleen naar het huis van mijn
ouden vriend Dutailly, een rijk fabrikant
vau chemicaliën, de echtgenoot oener uit
muntende vrouw, de vader ecner bekoorlijke
dochter, een bekwaam fabrikant, een goed
vaderlander, kortom de beste man van de
vereld.
JVerrasfc door de insluiting van Parijs, toen
Wj zijn koffers had gepakt om de stad te
verlaten, werd hij getroost door de overtui
ging, dat de stad het geen week zou uithou
den. Mevrouw Dutailly had zoo grooten voor
raad levensmiddelen opgedaan, dat de Du-
tailly's niet van honger zouden zijn omge
komen, al had het beleg drie weken langer
geduurd. Ze had bovendien in haar tuin een
koe, kippen, zelfs een varken, dat drie
Kaanden later zijn gewicht in goud waard
was,
In de maan'd October zegenden wij hnnr.
Ik vooral, daar er Donderdags en Zondags
j'8u plaats voor mij werd vrijgehouden aan
kan. tafel, waardoor ik word schadeloos ge-
steld 'voor de ontberingen van de rest van
dè week.
Ik was" niet de ecnige, d'io in hun gast
vrije woning werd ontvangen. Nog iemand
-ïwata er geregeld de jonge An atol e Bri-
®kant, hoopte eens de schoonzoon van
Dutailly te worden. Deze bedaarde, ernstige
het zeggen. Er kunnen zooveel storende
momenten zijn, waarvan men de natuur
niet zoo gemakkelijk kan. bepalen, dat men
onmogelijk kan zeggen: het is zoo en niet
anders.
Maar toch is er wel een sterke presump
tie, dat de ontwikkelingsgang der heide
landen in geheel tegenovergestelde rich
ting gaat. Het zou. interessant zijn te we
ten, hoe de ontwikkeling in andere lan
den, met name in ons land, gaat.
BIMENLAND.
Van het hof.
H, M. de Koningin heeft gistermiddag
staatsraad Asser in gehoor ontvangen.
en bescheiden jonge man lmd de dochter
van zijn patroon zeer lief en Gertrude was
niet ongevoelig voor zijn genegenheid.
Zonder dat er een woord gesproken was,
werd door de Dutaillys het huwelijk der jon
ge beden goedgekeurd, maar de oorlog deed
het uitstellen. Bricluuit deed zijn plicht in
het leger nauwgezet zooals hij alles deed,
maar zonder geestdrift; hij verafschuwde
dit beleg, dat zijn geluk in den weg stond
en maakte aanmerkingen op de verdediging,
wat Dutailly, die een aanhanger was van
generaal Troehu ontstemde.
Daar kwam nog iets bij.. De „Temps'' gaf
toen een reeks artikelen uit, waarin do mili
taire operaties door een schrijver uit de pro
vincie naar eigen vinding werden voor
gesteld. Dutailly nam dit ernstig op. Hij
plaatste zijn vlaggetjes op de kaart, op <fc
punten die door den correspondent van de
„Temps" waren aangewezen, volgde de mar
sehen en tegenmarschen en voorspelde na
korten tijd besliste overwinningen voor de
Franschen. Brichant, die er niet aan ge
loofde, waagde hier tegen te spreken. Du
tailly werd opgewonden, en. boos. Ik kwam
lusschenbeide om een eind aan het gesprek
te maken, maar de gastheer was niet ge
troost want Brichant benam hem de over
winning.
Do tegenwoordigheid van een nieuwen gast
maakte de zaak nog ingewikkelder. Ik was
heel verbaasd, toen ik op een avond mijn
plaats naast mevrouw Dutailly ingenomen
zag door een vreemdeling. Hij droeg kapi
teinsepauletten op zijn wonderlijk kostuum.
„Monsieur Robillard," stelde meneer Du
tailly hem mij voor.
Omtrent het onderhoud, dat H. M. de
Koningin gistermiddag met den minister van
staat, staatsraad mr. T. M, C. Asser, had,
meldt men nog dat dit geruimen tyd geduurd
heef't.
H, M. de Koningin heeft het Centraal
Comité der Prot. Vereeniging tot verpleging
van Melaatsehen in Suriname voor de uit
breiding van het asyl Bethesda op Groot-
Chatillon doen toekomen een gift van f 500
als blijk van belangstelling van H. M. in
hetgeen de vereeniging beoogt ten behoeve
der lijders.
Corps diplomatique.
In hotel de Twee Steden is aangekomen
de heer de Villers, zaakgelastigde van Luxem
burg.
Provinciale Staten-vcrklezlngen.
FRIESLAND.
In de Staten van Friesland waren tot
dusver 30 leden links, 20 rechts.
Daarvan traden n i o t af '15 links en 10
rechts.
Gekozen zijn than s 1' links en 10 rechts.
Zoodat reeds nu in de Staten zitting
zullen hebben: 16 links en 20 rechts,ter
wijl er veertien hers terrpnin gen moe
ten plaats hebben.
Van die veertien herstemmingen zal het
afhangen, hoe. "de Staten van Friesland
yoor de volgende zitting zullen zijn. De
beslissing' zit in de handen der kiezers
van het hoofdkiesdistrict Franekcr. Stemt
daar de meerderheid links, dan blijvende
Staten in ..meerderheid „linkerzijde"stemt
de meerderheid or rechts, dan worden de
Staten „rechterzijde".
'(„Leew*. CL")!
Tengevolge van de verkiezing van mr. E
Pelinck, rechter in de rechtbank, te Assen
tot lid der Eerste Kamer, is een vacature
ontstaan in de Prov. Staten, district Assen
De heer Pelinck was juist deze week met
groote meerderheid herkozen.
SI Singa JTangaradja.
De col-respondent van dc „N. R. Ct.'
to Batavia, seinde gisteren:
Christoffcl seinde don Gen dezer, dat hij
.Voor ik de soep op had, had ik mijn
oordeel over det\ heer Robillard reeds ge
vormd. Ik vroeg mij af, hoe die mail hier
aan huis kwam.
Mevrouw Dutailly vertelde mij, dat ze op
den Boulevard Poissonière was gevallen. Ito
billard had haar opgeholpen en half bewus
teloos naar een apotheek gedragen. Uit
dankbaarheid had ze hem ten eten gevraagd
Hij was geen dwaas. Ilij werkte in een
groote kolenzaak, waarvoor hij veel moest
reiz-en, en hij hield ons bezig met zijn reis
verhalen.
Mevrouw Dutailly luisterde er met genoe
gen naar, Dutailly evenzeer, maar Gertrude
geloofde er niet veel van. Anatolc voelde
zich heelemaal niet op zijn gemak in de
tegenwoordigheid van dezen held.
Ik ging na de koffie weg, daar ik het ge
bluf niet langer kon aanhooren en ik hoopte
den man nooit weer tc zien. Die hoop were
echter niet veivuld. Den volgenden dag vond
ik hem ér weer, hij kwam cr geregeld.
De Dutailly's waren geheel onder zijn be
koring. Anatole viel er geheel bij in het niet
vooral toen hij na een gevecht met een wond
in don arm terugkwam. Hij vertelde over
don strijdden dood van Baroche die
naast hem viel; de overgave en den terug
tocht; het droevig einde van een dappere
verdediging, maar hij was er zoo verslagen
door, 'dat de kapitein hem als een lafaard
beschouwde.
Met edele verontwaardiging vertelde hij
dat als hij er met zijn troepen geweest was
het gevecht anders zou zijn geloopon, en hij
gaf een beschrijving van wat hij zou hebben
gedaan, die de Dutailly's met bewondering
nogmaals de schuilplaats van Si Sin ga Man
garadja heeft overvallen nabij Pangookan.
Vijf kinderen en twee volgelingen van den
priestervorst werden gevangen genomen.
Voor de tweede maal moclit kapitein
Christoffcl er in slagen de schuilplaats van
den Batakschen priestervorst te overvallen
en gelukte het onzen troepen o.m. een vijf
tal zijner kinderen gevankelijk weg levoe-
ien. Het zal waarschijnlijk nu niet lang
meer duren of Si Singa Mangaradja ziet
zich genoodzaakt, hetzij goedschiks, hetzij
kwaadschiks, het hoofd in den schoot te
leggen. I
Tweede Kamer.
Opsporen van delfstoffen van staatswege.
In de memorie van antwoord noemt dc
minister van Landbouww het uitgangs
punt der bestrijding: de mecning, dat ver
bod van exploratie door particulieren^ geen
zin heeft, tenzij het strekken moet om tot
staatsexploitatie te voeren, heslist onjuist.
De exploratie dient naar wetenschappelijk
plan te- geschieden en in één hand te
zijn. Het stelsel der mijnwet acht dc mi
nister verkeerd. Dit stelsel moet dus voor
het geheele land ter zijde worden gesteld,
waarna een nieuwe mijnwet de ontginning
der geëxploreerde delfstoffen moet regelen.
De bedoeling van den wetgever van 1901
is ^geweest, het voor den Staat gereser
veerde veld in Limburg geleidelijk in ont
ginning te brengen. De ministers betoogt
met cijfers en feiten, dat de voortgang van
de eerste Staatsmijn bevredigend maghee-
ton.
De minister verkiest de redactie van het
ontwerp boven een bepaling, dat hot vin
den van delfstoffen, zonder vergunning tot
opsporing, geen aanspraak op concessie of
vergoeding zou verschaffen,
De redenen, die er toe leidden het op
sporen van steenkool on zouten, hetwelk
steeds door middel van diepboringen dient
plaats to hebben, in do hand van den
Staat te houden, gelden niet voor dc bruin
kool-exploratie, die dus, behoudens voor
waarden, vergund kan worden aan parti
culieren.
Prov. Staten van Zuld-IIolland.
Do vergaderingen, der Provinciale Stalen
van ''Zuid-Holland zullen gedurende dc
aanstaande zomerzitting worden gehouden
in het gewone lokaal op het Binnenhof tc
's-Gravenhage.
De eerste verg*adering wordt'geopend op
Dinsdag .den, 2n Juli 1907, des voormid
dags te 11 uren.
In deze vergadering is o.m. aan de orde:
Verkiezing van, vier leden van het col
lege van Gedeputeerde Staten: a. wegens
periodieke aftreding van de heeren: ,T
Krap, H. J. Versloeg en, J. J. Du ij as tee;
li. wegens aftreding als lid ,der Provin
cial© Staten, van den lieer A. Jff. G. At
J. iJzermans.
vervulde, terwijl niemand dan Gertrude oog
had voor Anatole.
Den volgenden dag had deze koorts en
eenige weken moest hij het bed houden. De
kapitein maakte van die gelegenheid gebruik
oin Gertrude het hof te maken en haar
ouders werkten hem niet tegen.
Op den dag, waarop Anatole hersteld, maar
mageiHer clan ooit aan tafel terugkwam, wa
ren Gertrude's oogen rood, en ze had dien
dag ruzie gehad met haar moeder, die meer
dan ooit met Robillard was ingenomen. Ik
vond het tijd om de arme kinderen te hel
pen,Het was de laatste Zondag van liet
jaar, dus spraken we er over, hoe we nieuwe
jaar zouden vieren.
„Ik zal natuurlijk een surprise maken van
mijn geschenk aan u, mevrouw Dutailly,'
riep de kapitein.
Dit bracht mij op een gedachte.
Dutailly verwelkomde ons hartelijk op
nieuwejaarsdng. Anatole bracht een konijn
mee, dat hij in een net gevangen had, een
tam konijn, dat tot zijn wilden staat terug
gekeerd was.
De kapitein bracht voor mevrouw Dutailly
een grooten zak marrons glacés mee in een
Duitselien helm.
„Lieve mevrouw," zei hij glimlachend,
„ik zou u gaarne het hoofd van den eige
naar van den helm hebben aangeboden."
„Wat!" riep mevrouw Dutailly vol be
wondering, „heeft u hom gedood?"
„Om u 'deze doos bonbons aan te bieden.
Jk mag wel zeggen, dat niet ieder (ot zoo
iets in staat zou ziin. Tk zal u vertellen hoe
het gebeurd is."
Hij had don drager van den helm nagc-
Benoeming van een lid der Staten .als
bedoeld in art. 89 dor Provinciale Wet.
Verkiezing van vier leden van de Eerste
Kamer der Sta ten-Generaal, ten gevolge
van dc periodieke aftreding van Me hee
ren: W. S. J. van Waterschoot van 'der
Gracht, mr. J. G. S. Bevers, J. "P. Uave-
laar en dr. J. Woltjer.
Volgens de ontwerp-begrooling der Pio-
ncialc inkomsten en uitgaven voor het
dienstjaar 1908 wordt, ter bestrijding der
uitgaven voor gemold jaar, gevorderd de
heffing van 12 opcenten op de hoofdsom
der grondbelasting (gebouwde en ongebouw
de eigendommen) en van 9 opcenten op
die 'der personeele belasting dienst 1908.
Uit 'do toelichting blijkt o. a„ dat het
totaal der geraamde inkomsten en uitga
ven bedraagt f2.413.659.85.
Blijkens de rekening wegens de cnkeL
provinciale ca huishoudelijke inkomsten en
uilgaven van dc provincie Zuid-Holland,
over het dienstjaar 1905 bedroegen de ont
vangen inkomsten f 1.984.669 60i/j, de ge-
juandateerde uitgaven £1.821.235.02, zoo
dat het dienstjaar 1905 een voordoelig slot
oplevert van 163.434.581/„,
Gedeputeerde Staten stellen voor:
Wijziging der Provinciale Begiootingen
1906 en 1907;
subsidie te veiiecncn met ingang vim
1908 cn tot wedcjopzegging aan de Aca
demie van Beeldende Kunsten en Techni
sche Wetenschappen te Reticulum van
f3500 'sjaais;
de subsidie aan de vakteekenschool to
Dordrecht tc verhoogen van f 100 tot 1150
s jaars
de vorhooging van de subsidie met f 100
aan de Vereeniging tot' bevordering van
de ppleiding tot instrumentmaker te Lei
den te handhaven, u
Gedepuleeide Slaton deelen voorts mee-,
dat zij, met goertKouiing) van den AHnis-
ter van Waterstaat overgaan tot het stuk-
ten van een ondci tiandseli-e overeenkomst
met den tegeniwoordigen pachter van het
veer RhoonGoidsclmlxoord, den lieerJ.
Blok, te 's-Giiavemleel, voor de bediening;
van dat ycoi van 1 Juli 1907—1 Juli 1919,
aJzoo vooi' de-n tijd van, 12 juion.
Do heer J. van der Vogt heeft verzocht
wegens gevorderden, leeftijd eervol uitzijn,
be,trekking van, hoofdingenieur van den.
Provincialen, Waterstaat te wotdcu ontsla
gen met ingang van 1 Januari 1908, of
op zulkcn^ an.deren datum als Provinciale
Staten, jneer geraden, zullen oordeelen.
lier verzekering van de behoorlijkebe-
dienjng vim de jirug over den Rijn teAll-
phen en Ajarlanderveen is het noodig po-
litievoorschriften vast le stollen, ten 'aan
zien van de scheepvaart cn _de passage
over die brug.
Li, een, onlworp-reglement van politie zijn
gaan, verrast en verschrikt en in een ge
vecht van man tegen man, had hij beur ge
worgd om de aandacht van den vijand niet
tc trekken door het afschieten van een
revolver.
„Ik kan niet zoo'n blijk van dapperheid
geven als de kapitein," zei ik, „maar ik
heb toch ook een verrassing, die er echter
nog niet is. We zullen maar wachten tot na
hot eten."
We zetten ons aan tafel en liet maal was
heel vroolijk. Wc dronken koffie en hadden
juist onze sigaren aangestoken, toen een, artil
lerist, mijn geschenk kwam brengen.
We gingen naar de kamer waar het voor
werp in een papier gepakt op tafel log.
„Wat zou dat zijn?" vroeg mevrouw Du-
failly.
„Alaak het niet open, mevrouw, hel, is
een bom."
„Hen bom?"
„Dutailly heeft dikwijls zijn wensch te
kennen gegeven, om oen echte bom te heb
ben, en mijn vriend Roland, aanvoerder van
een batterij, zond er mij een, die bij hek
vallen niet was ontploft."
Onder het spreken maakte ik liet papier
los. De bom kwam te voorschijn akelig
'dreigend.
„Is die nog niet ontploft?" vroeg mevrouw
Dutailly angstig.
„Wees maar niet bang, we spraken af,
dat Roland mij een leege bom zou zenden.
Hier is zijn brief."
Ik maakte een brief open, die aan dc bom
was vastgehecht, maar hij den eersten regel
drukte mijn gezicht verbazing, daarna angst
uit, want iedereen riep
SCHIEDAMSCHE COURANT