y
BINNENLAND,
Personalia,
De voorzitter der Tweede Kamer, jhr, mr.
J. Röell, vertrok hedenochtend per Holland-
sche Spoor naar liet buitenland.
Vredesconferentie.
De Spannsche- delegatie stelt voor, dat liet
aan oorlogsschepen verboden zal ziin, ha
vens of onzijdige wateren binnen te varen,
of daarin te verblijven, als zij die nemen tot
basis voor krijgsverrichtingen van welken
aard ook; toegang tot on verblijf in de ha
vens en onzijdige wateren zijn verboden aan
schepen, geleidende buitgemaakte vaartui
gen, behalve in het geval van binnenloopen
bij overmacht. De schepen van oorlogvoe
rende paitijeu zullen niet langer dan vier-cn-
uren in de havens en wateren 1110-
behalve in gevallen van
averij, don toestand der zee of andere over
macht. In geval van gedwongen oponthoud
moeten gezegde schepen de havens of wate
ren verlaten zoodra de schade zal zijn her
steld of dat de omstandigheden van over
macht, oorzaak van hun aankomst of verblijf,
zullen hebben opgehouden te bestaan. De
Schepen van oorlogvoerende partijen mogen
gedurende hun verblijf in de havens of wate
ren noch oorlogsmaterieel noch eenige mond
menschlievende
komen.
hulpverschnffing in gevaar
voorraad laden, geschikt om hun militaire
kracht te verhoogon. Zij kunnen zich echter
van levensmiddelen en kolen, benoodigd om
de dichtst nabij gelegen haven van hun land
of een nog meer nabijgelegen onzijdige haven
te bereiken, voorzien, 't Oorlogsvaartuig, dat
zich van leeftocht heeft voorzien in 'n onzijdige
haven, kan zulks in geen enkele haven
meer doen, zelfs van een onzijdig land, dan
na een tijdsverloop van drie maanden,
Haïti stelt voor artikel 8 van het verdrag
van 1S99 aldus te 'doen luiden
De toegetreden Mogendheden bevelen een
stemmig aan de toepassing in geval de om
standigheden toelaten van een bijzondere
bemiddeling onder den volgenden vorm
In geval van een ernstig verschil, dat den
vrede bedreigt, kiezen de geschilvoerende
Staten ieder een Mogendheid, aan welke zij
de taak opdragen zich in betrekking te stel
len met de anderzijds gekozen Mogendheid
ten einde een bembldelaar te benoemen be
last den breuk in de vredelievende betrek
kingen te voorkomen. Tijdens den duur van
dit mandaat, die den tijd van dertig dagen
niet kan te boven gaan, staken de geschil
voerende Staten elke rechtstreeksehe be
trekking ter zake van het geschil, dat be
schouwd woidt uitsluitend ter beoordeeling
té staan van de bemiddelende Mogendheid
deze moet alle pogingen aanwenden om het
geschil te vereffenen. Vervolgens stelt Haïti
voor de volgende redactie van artikel 16
In vragen van uitlegging of toepassing der
internationale verdragen, in vragen van
rechtsgeleerden aard zoome5"' in vorderin
gen tot vergoeding van schade en geldelijke
verliezen wordt de arbitrage erkend door
de onderteekenende Mogendheden als het
meest afdoende en tegelijkertijd meest
rechtvaardige middel tot regeling van ge
schillen, die niet langs diplomatieken weg
zijn opgelost.
Eindelijk stelt Haiti voor aan artikel 9 de
volgende alinea toe ie voegen:
De Mogendheden kunnen insgelijks aan de
partijen in geschil in overweging geven de
tussehenkomst in te roepen van internatio
nale commissies van enquête.
De maritieme mogendheden zouden nooit
gedogen, dat men dit belang miskende.
Frankrijk cn Duitschland zijn het eens daar
over. De heer Siegel, Duitschland, bevestigt
volkomen de woorden van den heer Renuu't.
Ten aanzien van art. 12, betreffende de
ratiiicatite, wordt van gedachten gewisseld
tussehen de heeren Renault en Nelidow over
de betrekkingen die zullen bestaan tussehen
die Staten die alleen de conventie van 1899
hebben goedgekeurd en degenen 'die 'de
tegenwoordige conventie goedkeuren. In liet
slotrapport zal deze kwestie nader worden
toegelicht.
In naam van de Britsche delegatie maakt
de heer Ottley eenige opmerkingen over het
distinctief der hospitaalschepcn, die die lich
ten voeren. Hij merkt op, dat wanneer deze
schepen met de vloten meevaren, dit dis-
tintctief een gevaar zou kunnen wezen voor
de vloten, wier8 bewegingen zij zouden doen
kennen. Na opmerking van den heer Neli
dow, dat tijdens een zeeslag deze lichten
konden beperkt worden, wordt besloten de
kwestie te verwijzen naar de commissie van
redactie voor het definitieve ontwerp 'der
conventie, die hedenmiddag te 51 uur zal
vergaderen en bestaan zal uit de vertegen
woordigers van Duitschland, Frankrijk, En
geland, Nederland, België, Japan, Z writ er-
land, Turkije en China.
De vergadering wordt gesloten.
De Japansche 'delegatie heeft verschillen
de wijzigingen, voorgesteld op het reglement
betreffende de wetten en gebruiken in den
oorlog te land.
Ten slotte stelt Peru het volgende voor
-In geval van botsing tussehen twee Mo
gendheden kan een dezer altijd aan het In
ternationaal Bureau te 5s-Gravenhage een
nota richten, bevattende de verklaring, dat
zij bereid is het geschil te onderwerpen aan
een scheidsgerecht; deze nota kan kortelijk
aangeven de wijze waarop de verklarmg-
doende Mogendheid het geschil opvat en wat
zij als haar recht meent te moeten beschou
wen; het Internationaal Bureau moet ter
kennis van de andere Mogendheid brengen
de verklaring, die het heeft ontvangen cn
moet zich ter beschikking stellen van de
eene cn de andere Mogendheid om tussehen
hen elke gedachtenwisseling te vergemak
kelijken, die "zou kunnen leiden tot het aan
gaan van een compromis.
Mondelinge mededeelingen aan de Pere.
Derde commissie, tweede sub-commissie.
Onder voorzitting van den lieer Toruielli
werd de beraadslaging voortgezet over de
toepassing op den zeeoorlog van de begin
selen der conventie van Génève van 1864.
Nederland trekt zijn amendeiftenten in, ten
doel hebbend om uit te maken dat in geval
een strijdvoerende Staat het recht verkrijgt
krijgsgevangenen, schipbreukelingen, ^gewon
den en zieken aan wal te brengen, hij dezen
tevens in vrijheid stelt, afstand doende yan
zijn recht om hem gevangen te houden.
Voorts trekt Nederland het voorstel in om
te schrappen het Duitsche amendement, dat
bedoelt aan de oorlogschepen der oorlogvoe
rende mogendheden het recht te geven e
uitlevering te oischen van gewonden n zie-
ken of drenkelingen, tot welke partij zij
ook mogen behooren.
De heer Renault (Frankrijk) verklaard-
dat het Duitsche voorstel noodig_ was tegen
over de immuniteit, aan hospitaalschepcn
verleend, Hij deed uitkomen, dat dit een
militair belang was, dat gerespecteerd diende
te worden, wilde niet het gehcele stelsel van
Yan d« gedelegeerden.
De soirée van den Haagschen gemeente
raad, ter eere van de gedelegeerden ter twee
de Vredesconferentie. vond gisteravond
plaats in de groote zaal van het Schevening-
sche Kurhaus, die dezen avond niet toegan
kelijk was voor het publiek. Reeds vroeg
werden, door bereden politie en marechaus
sees te voet en te paard, maatregelen geno
men, ten einde voor een goede orde buiten
het gebouw te zorgen.
Tegen achten vormde zich een lange file
rijtuigen. Duizenden belangstellenden had
den zich langs de verschillende verkeers
wegen opgesteld, om de fraaie costumes der
gedelegeerden zoo mogelijk in oogenschouw
te nemen.
Voor dezen feestavond waren door den
burgemeester, namens den gemeenteraad,
pl. m. 1250 uitnoodigingen gedaan.
Als gasten waren in 'de allereerste plaats
gevraagd de gedelegeerden en allen, die bij
de conferentie werkzaam zijn, zoomede het
geheele corps diplomatique, de hooge staats-
collegién, de burgerlijke, militaire, provin
ciale en gemeentelijke autoriteiten der resi
dentie, de hoofden van de gemeentelijke
dienstvakken, de chefs der secretarie-afdeelin-
gen, maar verder zijn de invitatiën gedaan
onder tal van ingezetenen, vertegenwoordi
gende het leven der hoofdstad in, zijn ver
schillende schakeeringen op het gebied van:
wetenschap, godsdienst, letteren, schilder
kunst, muziek en andere schoone kunsten,
nijverheid, handel, fabriekswezen, bouwkun
de, openbare hygiene, volkswelzijn, koloniën,
de vredeszaak, dagbladpers enz.
De orde-commissarissen, met het Haag-
sche wapen in hun knoopsgat, geleidden de
gasten der gemeente naar hun plaatsen. In
het midden der zaal was een carré openge
laten, waar een Hollandsche boerendans 'door
eenige Haagsche jongedames en jongelieden
zou uitgevoerd worden.
Om 9£ uur betrad de burgemeester, ba
ron Sweerts de Landas Wyborgh, met me
vrouw Nelidow aan. den arm, de zaal, ge
volgd door 'den heer Nelidow, president der
V redeseonferentie.
Dadelijk daarop betrad baron Van Zuy-
len van Nyevelt het podium en ving de soi
rée aan met een uitvoering, onder zijn lei
ding, van de ouverture „Zur Friedensfeier"
van Carl Reinecke, uitgevoerd door het Phil
harmonisch Orkest. Vervolgens kwam Julia
Culp de aanwezigen verrassen met de aria
van „Samson en Dalila", waarop Coquelin
Jr., op zijn bekende wijze den monoloog
van „Les Femmcs" zei. Beide artisten wer
den luide toegejuicht en later op den avond
door den burgemeester gecomplimenteerd
Na de ouverture van „Tannhauser" volg
den gedichten, door Coquelin.
Julia Culp oogstte veel bijval met haar
„Nationale Zangen", gezongen in verschil
lende talen, als: a. „The night", b. Chanson
ft danser", c. „Finestra che lucevred", d.
„O Heer, die daer des hemels tente spreyt"
(Valerius Gedenckdank).
gen in 'de organisatie van het reddingswezen
hier te lande behooren te worden aange
bracht, ton einde een zoo groot mogelijk nut
tig effect daarvan te verzekeren.
„Mede namens mijn betrokken ambtgenoo-
ten zij het mij rergund in de eerste plaats
eerbiedig hulde te brengen aan Uwe Ko
ninklijke Hoogheid voor de welwillende aan
vaarding van het Voorzitterschap dezer com
missie, waarin wij een krachtigen waarborg
zien voor een goede vervulling harer laak,
en voorts onze voldoening er over uit te
spreken, dat gij, mijne heeren, daarin wel
hebt willen zitting nemen.
Spr. wijst er voorts op dat deze commissie
is in het leven geroepen door den noodlot-
tigen ramp van de „Berlin" aan den H<>W<
van Holland, zoodat h'et onderzoek wèl in
de eerste plaats is bestemd voor die haven,
maar zich toch moet uitstrekken langs de ge
heele kust en over het aantal stations. Ook
wees spr. erop dat de taak der commissie
in zooverre gelimiteerd was, dat het onder
zoek zich moest bepalen tot reddingsmidde
len vanaf den vasten wal, aangezien de an
dere middelen, nl. 'die aan boord van het
schip, Zullen worden geregeld bij of krachtens
een eerlang in te dienen schepenwet, met
welker voorbereiding 'n andere staatscommis
sie is belast.
„Gij zult uw aandacht hebben te wijden
aan de organisatie van ons reddingswezen
en hebben te overwegen of dit gewichtig
belang bij voortduring toevertrouwd kan blij
ven aan de particuliere maatschappijen, die
het sinds vele jaren met zoo groote opof
fering, met zooveel toewijding en over het ge
heel met zoo goed gevolg behartigen, dan wel
of het noodig is het in handen, te brengen
van den Staat; en bijaldien d'it laatste u niet
noodig of gewcnscht voorkomt, of dan wel
licht de behartiging van dit belang door
eenige meerdere centralisatie door tussehen
komst van het Staatsgezag te verkrijgen, nog
zoude kunnen worden bevorderd."
Z. K. II. Prins Hendrik antwoordde op
deze rede het volgende:
Excellentie
Gaarne heb ik het voorzitterschap aan
vaard over deze staatscommissie, welke op
"oordracht van Uwe Excellentie en. van uwe
ambtgenooten van waterstaat, marine en bin-
nenlandsche zaken 'door II. M. do Koningin
is ingesteld. Ik kan u verzekeren, dat ik de
eer het voorzitterschap dezer commissie te
mogen aannemen, op zeer hoogen prijs stel.
Het algemeen doel, waartoe de commissie
in het leven is geroepen, steeds voor oogen
houdend, zullen wij niet nalaten in het r>q-
zonder onze aandacht te wijden aan de pun
ten, zooeven door Uwe Excellentie genoemd.
Namens de commissie zeg ik de regeering
dank voor het vertrouwen in ons gesteld en
geef ik de verzekering, dat wij onze beste
krachten zullen inspannen ten einde de
schoone taak, welke ons is opgedragen - - het
verlies van menscherdevens op de Nederland-
se-he kust zooveel doenlijk te voorkomen
ten spoedigste tot een goed einde te bren-
gen."
Na deze officieele installatie-plechtigheid
verlieten de ministers de bijeenkomst; de
commissie bleef nog geruimen tijd onder pre
sidium van Z. K. H. Prins Hendrik in huis
houdelijke vergadering bijeen; benoemd wer
den velschillende sub-commissies.
Omstreeks te half vier verliet Z. K. H.
met Zijn adjudant de marinewerf weder, in
gestrekten draf ging 't naar het Centraal
station, vanwaar Z. K. H. met den trein
van 3.50 stadstijd naar Het Loo terug
keerde.
Arbeidsleger.
Uit Apeldoorn wordt aan „L. en V.
gemeld
Uit Indié zijn hier aangekomen de heeren
Nijland en Koot, resp. commandant en ka
pitein van het arbeidsleger uit Ind'ië.
Vermoedelijk zullen de heeren zich in
Den Haag vestigen en van daaruit in Neder
land en een deel van Duitschland propagan
da maken voor hun organisatie.
dit jaar te moeten gedenken op buitengewone
wijze en kozen daarvoor den datum van he
den. De groote drijvende kracht, die daar
toe indirect aanspoorde, is zeker de Doops
gezinde predikant van Workum, de heer T.
H. Siemelink kenner zooals weinigen van
de geschiedenis der stad die eenige jaren
len in een mooi boekdeel de „Geschiede
nis van de Stad Workum" beschreef.
Heden dus wordt feestgevierd. De mooie
lijnen onzer stad, met Laar imposante Geer-
truidakerk en toren, zijn vervroolijkt en
verjongd en in de straten verdringt zich een
opgewekte menigte, krachtige, rustige Frie
zen, die zich gaarne laten vertellen van het
oude, kloeke verleden met zijn strijd tegen,
indringende vreemdelingen en zijn worste
ling met de zee, en die ook een vergelijking
mot het verleden niet vreezen. waar zij in
hun zelfbewuste kracht zich nog zoo na ge
voelen aan de staalgcspierde, onverzettelijke
mannen, van weleer.
Het. feestprogram geeft veel te zien en een
deel er van is reeds afgewerkt. Dat be
gon hedenmorgen met beierende klokken en
wapperend dundoek van torens en transen.
En toen een gloedvolle, rijk gedocumenteer
de rede van den genoemden predikant, uitge
sproken in do Groote Kerk en afgewisseld
door ernstig koorgezang van 70 zangers.
Tegen den middag een boottocht voor auto
riteiten en uitgenoodigde belangstellenden
om de zandbank, die de Workumer haven
bij den ingang verspert. Een practiseh num
mer. Peilingen zullen gedaan worden, opdat,
duidelijker dan door honderd adressen is te
verkrijgen, blijke, hoe hinderlijk Je ondiep
ten zijn voor het verkeer te water en opdat
de harten van bevoegde machthehbenden
worden vermurwd.
Dit is echter niet meer noodig. Juist gis
teren is door de Staten van Friesland J dei-
kosten als subsidie toegezegd, een hulde
blijk aan het oude stedeke! Men ziet, dat
wij, Friezen, ook practiseh zijn.
Maar daarna de groote gebeurtenis van
den dag: de historische optocht, voorstellen
de den intocht van Frederika Sophia Wiihel-
mina, gemalin van Prins Willen V, en haar
drio kinderen: Frederika Louisa Wilhel-
mina, Willem Frederik en Willem George
Frederik op Zaterdag 17 September 1785
binnen de stad Workum. Want wij ontke
nen onze intochten niet aan andere steden of
landen. Wij geven een nabootsing van wat
wij zelf, of liever, wat onze voorvaderen met
eigen oogen hebben aanschouwd.
Het was een schilderachtig, kleurrijke
groep, die aan de sluis door Petrus Camper,
den geleerden grooten redenaar van dien tijd,
en door Daniel Bonifacius van der Haer,
burgemeester, namens magistraat en vroed
schap werd begroet en verwelkomd1. Even
daarna reed het prinselijk rijtuig de vroegere
Zuiderpoort binnen. Het werd er opgewacht
door de burgerwacht met haar schilderach
tige costumes en wapenen, onder commando
van Jaidze van der Zee, kapitein, en Jan
Douwes de Hoop, luitenant. En dan, nadat
de autoriteiten H.H. D.D. hun opwachting
hebben gemaakt, begint volksspel, begint
ring-gerij in oude kleederdracht, op krompa-
neelen sjeezen, een oud-Friesland herleeft
in kleur en lijn en het lijkt nSeuw-Friesland
zoo weinig ver.
Nu zijn de spelen ton einde, de prijzen
door de doorluchte bezoekers uitgereikt, 'de
hooge gasten vertrokken naar de Franeker
hoogesehool.
Straks is er concert. Vanavond keeren de
gasten terug en zullen zij nog eens een om
megang maken door de feestvierende stad,
ten einde zich daarna aan gepaste vreugde
over te geven. En eindelijk, wanneer uw blad
reeds uitgelezen en een groot deel uwer lozers
ter ruste zal zijn, zal schitterend vuurwerk
stralen en knetteren hoog boven onz'e aloude
stad en zullen Friesche levenslust en. levens
kracht zich openbaren in zang en dans tot
diep in den nacht na den onvergetelijken
dag.
ben zij getracht die door de m ovaal-
colportage te oveivlengelcn; zij heb
ben getracht het kwaad te verdringen
door het goed, maar niet om „die col
portage met geweld to verdringen."
Het tegengif der katholieke propaganda
was evenzeer gif; Waar zij spreekt van
„overvleugelen", had zij het woord „over
schreeuwen" moeten gebruiken; waar zij
zegt „het kwaa'd verdringen door hot
goed", komt zij reeds meer tot de erken
ning van het geweld.
Dat „overvleugelen," en 'dat „verdrin
gen" heeft de orde op de Hoogstraat ver
stoord. De anarchist had het recfit lecol-
porteeren cn ware cr geen contra-colpor-
tage gekomen, dan zou dat colporteeren
van dae.n eenen jongen waarlijk de orde
niet hebben verstoord.
Wilde' men "de colportage aan banden
leggen, men had enkel den wettelijken weg
moeten bewandelen en niet eerst door on
wettige middelen ordeverstoringen op de
Hoogstraat moeten uitlokken.
Unze collega besluit zijn onsmakelijk be
toog met de woorden:
Neen, „Schied. Ct.", do eeibiedvoor
het gezag, dat u hooggehouden wildet
zien, is het gezag der anarchistische
schooiers, die volle vrijheid moesten
behouden om hun vuil op de meest
tartende wijze aan den man te brengen;
niet het alleen geldend gezag door ons
bedoeld. Trouwens, uit geheel uwi „pro
test" blijkt dat ordeverstoring en niet
gezagseerbie'd aan de linkerzij het mo
tief is waarom alles zich beweegt. En
'daarom handhaven wij niet alleen onze
gewraakte uitspraak, maar stellen ons
protest tegenover uw protest, ook" om
de ver gaande wijze Waarop het uwe
uitgebracht werd.
Het spijt ons 'dat wij moeten erkennen,
volstrekt niet tot een ander inzicht te zijn
gekomen door het geschrijf van onzen col
lega. Als /hij eenmaal eens geleerd zal
hebben in een polemiek wat meer bevn's-
materiaal aan te voeren en wat mn.Ier
buurtachtig te schelden, bovendien ge
leerd zal hebben geen onverdedigbare da
den te willen goed praten, dan eerst zal
het de tijd zijn om met kans op succes
te polemiseeren.
Wil dus de „Nieuwe" in het vervolg
antwoord van ons ontvangen, dan stel
len wij 'den eisch dat zij zich uitdrukt
als een fatsoenllijk mensch en niet als
iemand uit een der minste achterbuurten.
STADSNIEUWS.
Staatscommissie Reddingswezen.
Gisteren is, zooals wij Teeds aankondig
den, de staatscommissie geïnstalleerd die tot
taak heeft een onderzoek en zoo mogelijk
verbetering en uitbreiding van het reddings
wezen aan onze kust, van welke commissie
voorzitter is Z. K. H. Prins Hendrik.
Deze installatie geschiedde door den mi
nister van Landbouw enz., den heer Yeegens
in het gebouw aan de Marinewerf te Am
sterdam. In zijn installatierede zei de mi
nister
Koninklijke Hoogheid, Mijne Heeren.
„Het heeft Harer Majesteit onze geëerbie
digde Koningin behaagd, op mijn voordracht
en die van mijn ambtgenooten vgn water
staat, van marine en van binnenlandsche za
ken, deze staatscommissie in te stellen om
te onderzoeken:
lo. of en zoo ja welke voorzienin
gen op of van uit den vasten wal alsnog be-
hooren te worden getroffen om bij scheeps
rampen op de Nederlandsche kust, en mccT
in het bijzonder bij den Iloek van Holland,
verlies van menschonlevens zooveel doenlijk
te voorkomen; en
2o. of en zoo ja welke wijzigm-
Yronwenbond tot verlioosdng; tan het
zedelijk bewustzijn.
Het hoofdbestuur van den Nederlandscixen
Vrouwenbond tot verhooging van het zede
lijk bewustzijn, heeft aan het hoofdbestuur
der Nederl. Mij. t. bev. der geneeskunst vol
komen instemming te kennen gegeven met
de op de jongste algemeene vergadering der „14iJ
Mij. aangenomen moties betreffende de^ ad- verj,[ar- jn
vertentiën inzake het uitvoeren van chirur- wi„j
gische handelingen door onbevoegden, welke
handelingen dikwijls onder de strafwet val
len, doch wegens gebrek aan bewijs niet kun
nen vervolgd worden.
Een woord van protest.
Bij He linkerzijde staat de
vrijheid van 'de colportage
hooger 'dan de eerbied voor
het' gezag.
Naar aanleiding van het woord van
protest door ons geuit tegen bovenstaande
Duizendjarig bestaan van YTorkum.
Men meldt ons uit Workum, 10 Juli
Heden viert onze stad een zeldzaam feest,
dat, door de bewoners lang voorbereid, door
hen en niet te tellen bezoekers van buiten
reeds vroeg in den morgen is aangevan
gen. Het duizeridarig bestaan of langer
van Workum wordt herdacht met klok-
gelui on vlaggentooi, met feestredenen en
muziekuitvoeringen, met een histosischen op
tocht en volksspelen, met ringrijderij en
vuurwerk.
In het begin der tiende eeuw bestaat Wor
kum al als een voor dien tijd zeer uitge
breide agglomeratie, welker inwoners vrij
goed aaneengesloten zijn en zich buigen
voor gemeenschappelijke rechtsverordenin-
gen. In het midden dier eeuw is één hunner,
de monnik Uffing, opgenomen in het klooster
to Werden en daar in de eenzaamheid vim
zijn cel, bezingt hij reeds den lof van zijn
dierbaar Workum. De inwoners van thans
hebben gemeend het lange leven der stad in
,N. Schied. Crt.", geeft
dat blad thans een bestrijding, die nu
niet juist aanspraak kan maken op de
kwalificatie parlementair.
Valsch, leugenachtig is toch het on
beschaamd beweren der „Oude", als
zij 'de "geschiedenis van het colportage-
verbod behandeld
Wij willlen aannemen dat die w'oorderi
zijn neergeschreven in een vlaag van over
prikkeling; 'dat is het eenige excuse, dat
wij kunnen bedenken voor het gebruiken
van zulke woorden. Maar „qui se fache
a tort" (die boos wordt rekent ongelijk)
en 'dat moet hier zoo zijn
Trouwens, het bla'd erkent dat verder
ook, al wil het "dat niet weten.
En met Idie onbeschaamde, laster
lijke bewering tracht de ,,'Oude" onze
stelling omtrent den eerbied voor het
gezag te niet te 'doenl
Lasterlijk en onbeschaamd, want de
„Schied. Ct." weet zeer goed dat de
katholieke propagandisten niets anders
gedaan hebben dan tegengif tegenover
gif te stellen. Toen zij bemerkten, 'dat
niet zoo 'dadelijk de schandaal-colportage
uit 'den weg kon worden geruimd, heb-
0 vergun gsexamens Gymnasium.
Bevorderd tot klasse II: J. Houtman,
A. R. Mulié, J. Ph. Schadee, A. Trouw,
M. G, J. Vos.
Bevorderd tot Iclass© III: A. M. Doel
man, A. J. Schop, H. ,T. Tap, F. J. M.
Zoetmulder, afgewezen 1.
Bevorderd tot klasse IVF. W. Boers,
A. C. Boonacker, J. P. wan den Brink,
J. Voogd, C. J. M. Vos, afgewezen 3.
Bevorderd tot' klasse VJ. A. Boers,
H. Bokrna, A'. N. J. Fahius, K. P. Schuit
maker, M. J. A'. Steenhuis, W. F. K. Ver
steeg, J. M. Witlieh, P. Zeeuw.
Bevorderd tot klasse VI: J. H. Aleva,
P. de Bruijn, A. Dirkzwager, J. D. Drost,
J. J. L. Duijvendak, P. 0. H. Gevaerfsvan
Simonshaven, J. M. Lin'deyer, Pil. J. Vreug-
denhil.
Toelating H. B. S.
Tot de eerste klasse zijn toegelaten (zon
der en met examen): Je. de Baan, S.J.
C. Baert, Se. A. de Bats, E. Boele, Ny.
van Buijsen, M. Dirkzwager, W. I'aber,
Aa. 'de Groot, J. van der Graaf, G. J. A.
Heino, W. J. Heijligers, C. M. Iloogenboom,
W. Humme, J. Ingelso, H. Jansen, G. Kem
per, W. Klijn, L. Kramers, M. Kianen, H.
J. Kooijman, C. M. Kroes, T. II. Li, Ja.
E. Mak, Me. van Meurs, C. Moerman, H.
G. v. d. Molen, J. Mos, E-. J, Nootebooro,
Ja. E. E. 'Norenburg, D. 'Oranje, M, E.
Papenhuijsen, G. Reder, J. P. Spruijt, J.
W. M. Stevens, W. Uijtenbroek, Aa. M.
Verboom, L. van Vlaardingen, Ma. F. C.
v. d. Vlies, Ja. Vreugdehil, H. van Zwa
nenburg.
Voorwaardelijk 2. Afgewiezen 9.
Tot de tweede klasse: T. K. Li en Ja.
Spruijt."
Tot de derde klassevoorwaardelijk één.
Tot 'de vierde klasse: T. T. Li.
Naar wjj vernemen zal met den nieuwen
cursus het aantal leerlingen aan de H. B.
School 180 bedragen.
Zaterdag 13 Juli a.s. hoopt J. Brinkman,
stads waterijker, den dag te herdenken,
waarop hij vóór vijftig jaar als knecht in
dienst trad bij den heer v, d. Schalk, destijds
stads waterijker. Na als zoodanig zijn opvol
gende patroons de heeren Van Kelkhoven
en Dulfer te hebben gediend, werd hij den
24n Januari 1890 aangesteld als stadswater
ijker welke betrekking hq nog steeds vervuld.
Aan de; Huishoudschool in de Laan van
Meerdervoort te 's-Gravenhage ter oplei
ding van Iqerares zijn geslaagd bij het
overgangsexamen naar de 2e klasse de
dames J. van Waas en "R. M. A'. Weiffea-
bach, van hier.
Vannacht weï'd 'door de .politie aange
houden een man die twee jassen bij zich
had, waarvan hij de] herkomst niet kon
mededeelen.
Naar de wacht aan de Hoofdstraat go-
twintig
gen verblijven,
i_it AT fr»! it a o Ff