dam* can vermogen verworven, Rossini had juist oen triomftocht gehouden. Re zieke wist, dat. do vermoeienis der "reis en der inspanning, die hem in Londen wachtte, te veel voor hem zou zijn, maar hij' liet er zich niet van terughouden. „-Of ik reis o£ niet, binnen eon jaar ben ik "dood", sprak hij, „maar als ik ga, hebben mijn kinderen te eten, als hun vader dood is, terwijl zij moeten honger lijden, als ik hier blijf. Hij ging dus werd geëerd, inaar keerde niet terug. Zijn vrouw werd' op zekeren dag door het rijden van een wagen in de stille dorpsstraat naar het venster gelokt. Ze zag, hoe tiet rijtuig stilhield voor een Huisje, dat door een van Webers hekenden werd bewoond. Vol angst en zorg ging ze er heen. Een bevriende dame uit Dresden stond met den bewoner van het huis in den tuin te praten. Ze wilde eerst met henr spreken voor ze de lang gevreesde doodstijding uit Londen overbracht. Toen mevrouw Wcber zag, hoe droevig de beiden bij elkaar stonden, wist ze wal er gebeurd was. En nog voor het vreeselijke woord was uitgesproken, viel ze bewuste loos neer. Eerst achttien jaar later, den ldden De cember 18*14, stond ze als een eehogen vrouw aan het graf van den onsterfelijken, wiens stoffelijk overschot tot zoolang in vreemde aarde had gerust. METEOORIJZER. In het begin der vorige eeuw bracht kapitein Sowerby aan keizer Alexander t een zu*aard van 2 voet lang en 1% duim breedhet was gesmeed uit een, stuk me teoorijzer, dat in Zuid-Afrika gevonden was, De sage bericht van verschillende Mongoolsche veroveraars, zooals van Attila en Tamerlan, dat zij zwaarden bezaten, die uit den hemel gevallen waren. Men pro beert dit aldus te verklaren, dat 2ij wa pens hadden, die evenals het zwaard van Alexander! uit meteoorijzer gesmeed wa ren. Dat steenen en stukken ijzer uit den hemel vallen, was den ouden volkeren wel hekend, en ook moet worden erkend, dat enkele volkeren in den ouden tijd meteoor- stcenen bewerkten. Doordat het materiaal zoo zeldzaam voorkomt, zijn daar echter niet veel voorbeelden van. Wel gebeurde het bij de Mexikaansche Indianen in Tolu- katal, bij eenige negerstammen in Afrika en bij de Eskimo's. Zoo ontving kapitein Rosz In 1879 in Groenland' een mes, dat volgens hot onderzoek van Wollastonuit meteoorijzer bestaat. Later werden nog meer van die soort dolken uit Groenland naar Europa gebracht. In den tijd, toen ze nog niet in aanraking kwamen met de Europeanen vervaardigden Eskimo's ook speer- en pijlpunten uit meteoorijzer. Alen wil hieruit opmaken, dat de menschen op die wijze de ijzerbereiding leerden. Maar dit is onwaarschijnlijk, want meteoorijzer is een zeldzaam metaal. In den laalsten tijd heeft men op de geheele aarde naar meteooTijzer gezocht en het slechts op 153 plaatsen kunnen ontdekken. In 106 geval len kon men het gewicht der gevonden massa bepalen. Het bedraagt 126000 K.G. Voor alle 153 gevallen berekent men het gewicht op 1S2000 K.G. Voor de behoefte der menschheid is' dit een zeer geringe massa. Zooveel brengt een moden.e hoog oven voort in ongeveer arm aagen. Het begin van het ijzeren tijdperk dankt dus zijn ontstaan aan het bewerken van het aaxdsche ijzer door de menschelijke kunst vaardigheid. telvozols weer do natuurlijke voeding op zich nemen. DICHTE "HAARGROEI. De Europeanen kunnen zich cr op be roemen den dichlsfien haargroei to bezit ten. Vo-lgens verschillende tellingen staan hij hen op een. c.M.3 huid 260 tot 46S haren. Bijna even st'erk is de haargroei bij negers ontwikkeld; bij hen werden oplle- izclfde ruimte 280 tot "412 haren gelold. (Daarentegen hebben 'de Mongolen op een c.M3. slechts 224 tot 260 haren, maar doder haartje op zichzelf van den Mon gool is dan ook' veel dikker. Onder don invloed van verkeerde verzorging blijft ons haar ei*hter veel korter bestaan. Het is een feit. dat onder de Europeanen in ver gelijking met andere rassen do meeste kale hoofden voorkomen. Ook' het grijs worden der haren treedt bij Europeanen het vroegst en veelvukligst in. Er zijn vol keren, waarbij grijs worden zeer zeldzaam is. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de Indianen in Peru. MARCELLEN ALBERT. De man, die in de onlusten in het Zui den van Frankrijk de hoofdrol speelde, toont duidelijk zijn stamverwantschap metTar- farln de Tarascon. Albert is de type van. een wijnbouwer uit het Zuiden, door de zon verbrand, met een warm hart én fon kelende oogen. Zijn eerste optreden als apostel was origineel, maar niet gemak kelijk. Ongeveer vier jaar geleden ver scheen hij plotseling op de markt te Nar- boruie, klom in epn plataan en op een dikken tak' gezeten sprak hij tot de me nigte. Niemand nam zijn optreden echter ernstig op. Men wierp hem allerlei aar digheden. naar het hoofd. „Fai loubéouré" (geef hem te drinken) riep' men. Maar Albert had geen dorst „alleen naar gerechtigheid" riep hij terug. Hij liet niet los, eji ten. slotte won zijn taaie, vurige propaganda del menigte. Hij werd de held van derf dag door zijn geheime reis naar Parijs in heit „hol van, den leeuw". Na zijn komst aldaar bezocht hij eerst eem bevriend afgevaardigde, ppdat hij vrouwenkleieren had' aangetrokken en zijn baard onder een doek had verborgen,. De overdreven ingenomenheid, die men in het Zuiden, vooral in Argelliers, met hem toonde, nam zeer af, toen hij na de ver vulling van zijn zending, uit "Parijs terug gekeerd was, en zijn aanhangers dwongen hem zich aan het gerecht te Montpellier over te Teveren. Slager„Hoe zou die er in komenU zint, dat de worst aan beide kanten !oe- glebomleai is „Hela'as," klaagde een jonge vrouw, „ma'nnen zijn hartelooze. wezensAls men hun zegt, dat hun liefde verkoelt, kijken zo niet eens uit hun krabt op." „Ja," stemde haar vriendin toe, „maar zeg hun eens dat do soep koud wordt, dan komen ze wed a'anrennen." jjMa'ar, Tom," sprak een v'rouw tot haar mail, „wat verkwistend om boter en jam op je botcThain' te nemen." „Wat praat je hm V'oor onzin, Maria," wak zijn' antwoord. „Ik doe het juistuit zuinigheid. Ik gebruik' nu, hetzelfde stok brood v'oor beide." Een hcetr vroeg a'an het bureau van po litie, of hij eon' inbreker mocht, spreken, die in' zijn huis ha'd ingebroken. „Dat kan' niet," werd hom' 'geantwoord, „wat wou u hem v'rageri?" ,,IIoe hij het heeft a'an'gelcgd om boven te komen zonder mijn vrouw wakker te maken." „Gister heb ik mijn haït. late.n onder zoeken door dokleir Muller." „En wat was hét 'geVolg van hol on derzoek?" „We1 pijn v'erloofd." 1 Dichtet„Wat zijn die uitgevers toch verkwistend! j\Tu bied ik hun mijn gedich- tetn gratis aan en toch willen zij /c liict hebben 1" Vrouw VaU -eten dokter: „Je zeudt alle daïnefe naai* eon badplaats, behalv'e mij." Dokter„Jouw reis zou ik ook zelf moe ten betalen." KUNSTMATIGE VOEDING VAN PLANTEN. Het is bekend, dat |n het vaatweefsel der planten voortdurend water zich in de plant voortbeweegt. De fijne wortelharen, die de oppervlakte der wortelvezels be dekken, zuigen het water met de daarin opgeloste voedingsstoffen uit den bodem op en dit stroomt dan in het vaatweefsel door de geheele plant. Men heeft nu in den laatsten tijd beproefd, op kunstmatige wijze voedingsmiddelen in dit water te doen opnemen. Daarvoor boorde men eerst eenvoudig een gat in den stam en vulde dit met voedingsmiddelen. Dit had geen gevolg; want het voedsel werd slechts uiterst langzaam, en in zeer, geringe mate door de plant opgenomen. De fout was hierbij, dat men vergeten had de opzui ging van het water te bevorderen door het afsluiten der lucht. Men heeft daarom nu een eigenaardig soort van buisje gemaakt. Het bestaat uit een puntig uitloopend ko peren pijpje van ongeveer, twee centime ter middellijn; het eene einde ervan wordt in de schors van den boom geplaatst en het andere einde wordt met een kurk luchtdicht gesloten. Rechthoekig op 't buisje is e.en ander geplaatst, dat door een kraantje kan worden afgesloten. Het vrije einde van dit huisje is door een gulta percha slang verbonden met het vat, waarin de voedingsstof zich bevindt. Nu boort men .door de kurk en het zich in de schors bevindende buisje irl den stam, draait den hoor terug, opent het toevoerkraantje en dan stroomt de voedingsstof in het vaat- weefsel en wordt door het water in den algemeenen kringloop gevoerd. Met toepas sing van deze methode hebben de plant kundigen „bleekzucht" der planten kunnen genezen door de zieke planten ijzervitriool foo te voeren. Zoo bracht men ook kunst matig druivensuiker in den wijnstok enz. Van die meeste waarde is het echter, dat men verplante groote hoornen zoo lang kunstmatig kan voeden en van water voor zien, tot de nieuwe zich vormende wor- DE RINGSLANG. De ringslang is een, onschadelijk dier, want ze is niet giftig en. voedt zich voor namelijk inrit, kikvorschen. Veel Rut doet ze den mensch ook'nief, wantliaar huid wordt maar zeldeh gebruikt voor galante rie-artikelen en nog minder wordt zé ge geten in, Italië vindt men 'menschen die ze ©tpn en deze beweren dat "de ringslang ongeveer smaakt als de aal. Ze wordt echter in veel streken ver volgd en uitgebroeid, wat niet nopdig is, men zou haar het "ïeVen kunnen laten., In "Juli legt het wijfjVeieren, die een perkamentachtige' schaal hebben en onge veer zoo groot zijn als duiveneieren. De slang legt haar eieren in) holen en gaten, 'die vochtig warm] zijn. Niet zelden kiest ze daarvoor Koestallen, kippenhokken, mest- hoopen, enz. In de vrije natuur zoekt ze er gaten voor uit, die naar het Zuiden li'ggen, dikwijls woelt de slang zelf een gat uit in het mos. In ongeveer acht we ken rijpen de eieren. De jongen breken dan de perkamentachtige schaal door en kruipen ^uit de eieren. De aardige slan getjes zijn nu op zichzelf aangewezen, ze kruipen welgemoed (het leven in en ieder zoekt op eigen gelegenheidde larven van kikvorschen, salamanders oin andere twee slachtige dieren. NEDERLANDSCHE "WIJSHEID. Die het goede willen, kennen net dik wijls niet, en die he.t kennen, willen het dikwijls nidi, Vandaar dat beiden dikwijls hetzelfde kwaad uitv'ocyen. Dr. Doore'nbos. Groot is 't getal dergene.n, die zich zel- v'rin gewichtig maken. Daarom zijn ze dan ook mefestal zwaar op de hand. V. Loosjes. 't Is silles allen niet gegund. Niet wat gij wilt, maar wat gij kunt, Bepaalt de maat Van. vruchtbaar loven. Beets. Het besef va'n verwantschap, het deel genootschap v'an een hooge, heilige roe ping maakt dat wij ons ontworstelen aan een. lager bepvu^tzijn. Dr4 Beijnen. Een mensch- erlangt me„t 'zoozeer zijn beteeke.nis v'an hetgeen hij 'doet als wël om hetgeen hij wa'arlijk'is, is door God. Mevir. Bosbo-omToussaint. Liefde is zoo-- iets goe.ds, omdat ze de menschen zacht maakt en den eigenwil, den egoïstischen wil, doet buigen voor het verlangen, van, een ander. Vosmaer. Geen. spies en maeckt zoo diepe wonden Als achterklap' en booze monden. Cats. De mensch die zich ov'er zichzelven be gint 'te eirgeren, ziet zijn ergernis over.an- der$n afnemen. V. Loosjes. VOO li DAMES. EEN ZACHTE' "WENK. De volgendel geschiedenis werd dikwijls verteld door Doctor Stubbs, bisschop van. Oxford, die eon buitengewoon goed ge heugen bezat. Eetnige jaren geleden was de bisschop op een. buitenpartij, door oen aanzienlijk bewoner van Oxford gegeven en merkte daar een Schamel gekleed be jaarden geestelijke op. De bisschop, die hem herkende, sprak op zijn gewonen korten, maar niet onvriemdelijken toon: „Neem mij nieit kwalijk, mijnheer, is u niet mijnheer S.?" ,",Dia ben ik, inylord," antwoordde de'geestelijke, ietwat verbaasd, omdat de bisschop zich zijn 'naam herin nerde. „12'ou uwe Lordschap zoo vrien delijk willen zjjïi mij' te zeggen, hoe zij mijn na'am nog weet?" De bisschop glimlachte. „Ik" heb een vrij goed geheugen, mijnheer S. Is uw sta'ndplaats niet ondrir mijn bestuur? Dat da'eht ik' al! U ziet,, ik herinner 'mij al die kleinigheden. Niets, hoe klein ook, ontga'at mijn aandacht." „Ja, mylord," ant woordde de, 'oude geestelijke ernstig, „mijn sta'ndplaats is onder uw 'bestuur. Er is evdnwei iels a'an mijn. betrekking verbon den, dat zooals TE. Veronderstel zélfs door uwe Lordschap niet zat kunnen worden onthouden, zoo nietswaardig en klein is het." „Wat is het dan?" Vroeg do bis schop nieuwsgierig. „Mijn ja'arlijksch inko men, mylord!" ONMOGELIJK. 'KlaPt: „Er ia toch geen trichine inde worst?" zekerde zo haar man, dat ze or niets te gen zou hebben om in een ballon 1c wo nen, zoo heerlijk vond zc hol.' prachtige schouwspel. Achter haai" was de maan, onder haar een donderbui en voor haar de opgaande zon, dio de wolkon en den ballon in purper en goud hulden. Do loovraaohtige gohedinzinnigc schoon heid van den nacht, maakte plaats voor de scliitteircnde metamorphose van den dag. Een snelle daling van twintig minuten hrach't de reizigers op de aarde bij Spa', na eon tocht van dertien ,uur. Mevrouw Flanunarion heelt daarna meer luchtreizen gedaan mot haar beroemden man en zou volgens haar zeggen gaarne duizendmaal dergelijke tochten ondernemen. IETS dVF.lt DE KONINGIN VAN SPANJE. De geboorte van den prins van Asturië in Mei hepft in Engeland bijna evenveel geestdrift gewekt als in Spanje. Vóórhaar huwelijk was prinses Ena van 'Battenberg niet algemeen bekend; zc was maar een paar maanden „uit" geweest, was nog geen achttien jaar, toen ze haar aanstaan den man ontmoette, wat men van haar wist, was evenwel in haar voordeel. Kont na de ontmoeting le Biarritz volg de het huwelijk en men zegt, dat do aan slag, die op den trouwdag op het loven van liet jonge paar werd gepleegd, hun do oogen heeft geopend voor den ernst van het leven. Ze gedroegen zich beiden waardig en koelbloedig, cn men had er later in liet paleis ploziicr over, dat, Ier- wijl de koning alleen sprak' over Ena's „buitengewone dapperheid", zij van haar kant Vertelde ov,er Alfonso's „groote held haftigheid". 't Is gemakkelijk' om vnol goeds te vertellen van ecu jonge koningin, maar koningin Victoria hoeft werkelijk tajet en moed, en wat nog beter I's, een goed hart. Ze vergat in Spanje geen van haar En- gt-lsch© vrienden zelfs niet de eenvou digste maar zond hun v;ui alles, zoo als prentbriefkaarten, -door luiar zelf be schreven. i Ze is een van die schoonheden, waar aan een portret geen recht kan ddeu, daar dit haar helderblauwe oogen met de don kere wimpers niet kan weergeven, evenmin als haar rose tint en haar levendigheid van uitdrukking, Dp al haar portretten ziet koningin Victoria er ernstig uit, maar in werkelijkheid klumien haar oogen tin telen van ondeugd en men ziet haar meer lachend dan ernstig. Natuurlijk ziet zc hoog op tegen, haar man. En ze heeft re den om trotsch to zijn op een koning, die ondanks zijn jongensachtig uiterlijk! voor zijn land gewerkt heeft met do wijsheid en voorzichtigheid van een man van rij peren leeftijd; die op sportgebied uitmunt en van wien een bekoring] uitgaat, die hem in iedeTen stand bemind zou maken. Iemand, die do koningin vanaf haar jeugd heeft gekend, zegt dat haar meest opvallende karaktertrek' is haar kalmte, iels wat juist ie,en groot vereischte is voor een koningin van Spanje. fD MEVROUW FLAMMARION ALS LUCHTRE1ZIGSTER. De bakende ster,rekundige Fiammarion heeft voor shyrrekundjge Mn andere we tenschappelijke doeleinden talrijke opstij gingen per luchtballon, gedaan. Toen hij met zijn. aanstaande v'rouw ove,r de, hu welijksreis sprak, ze,i deze 'dat ze wel graag zulk een opstijging zou "meemaken, Hoe wel ze imiit in 'qei^ balion geweest was, voelde z ïch volstrekt niet angstig, toen ze er. mei haar man in ging zitten op oe,n mooien av'onjl. na een prachtigendag. Toen de' ballon^ wej-d losgelaten, en "de groeten de<r vrienden, al zwakker klonken kreeg de jonge vrouw toch een angstig gevoel. Spoedig was ze echter onder den indruk van de schoonheid der .volken bij do ondergaande zon. Toen ze hooger kwa men, scheen de roode bol opnieuw te stij gen en ze zag dien avond de zon twee maal ondergaan. Ze kreeg een .-udiriktoen Fiammarion zagj dat de lucMsehipper een pijp in den mond had en uit vrees voor biand hem luide, toeriep die weg te doen. De Iuch,tschipper lachtej kalm. Hij had uit ge woonte een leege pijp in den mond. Mevrouw Fiammarion was verrukt toen do zonsondergang plaats maakte voor het bleeko maanlicht. Ze waren begonnen tc dalén, toen men zag dat een onweer na derde en het weerlicht door de wolken word gezien. Er Werd ballast uitgeworpen en tlri ballon steeg weer hoog hoven de hui, die laag hang. Bij hot aanbreken van den 'dag h -wonden ze zich op hun groot ste hoogte van 4000 M. Mevrouw Fiammarion vertelt, dat zij op die hoogte in haai* bont rilde, en dat zo leed van een gesuis in het oor; Joch ver- EEN VORSTELIJKE VERLOVING. Prins William, tweede zoon van den Zweedschen kroonprins, is verloofd met groothertogin Maria Polovnia. Prins Wil liam is in veel opzichten het innerlijke en uiterlijk evenbeeld van zijn grootvader, koning Oscar* II; hij houdt veel van sta die en is een musicus van talent. Zijn verloofde heeft aanleg voor de schilderkunst. Haar werk wordt wel eens en dan altijd gped verkocht. D© opbrengst daarvan besteedt zij voor een liefdadig d el. 1 RECEPTEN,. Limonade. Men laat de .schillen van 3 citroenen 3 minuten aftrekken in 1 L. kokend water, Iaat de vloeistof door een zeef gaan, voegt er 150 Gr. suiker bij en het sap der 3 ci troenen en laat alles koken. Na het af koelen wordt de limonade in flesschen ge daan, die goed worden gesloten. Champignonsaus. In 125 Gr. bruiin gebakken boter laat men de 'tot schijfjes gesneden champignons stoven, als zo zacht zijn geworden, neemt men zo eruit en bedruipt ze met citroen sap; dan laat men een lepel meel ia bo ter bruin bakken en voegt daar bouillon bij, die men met wat peper en nootmus kaat smakelijk! maakt on waarin men do champignons nog eens laat koRen, TOOK, KINDEREN. DE GESLUIERDE MAN. In den tijd der feeën leefden er in Schot land oen koning en een koningin, diedoor de geheele wereld bekend waren om hun goedheid en vriendelijkheid1. •Ongelukkig was hun zoon, do prins, niet als zij. Op zijn zeventiende jaar kwam hij in slecht gezelschap en hot ging op hot laatst zoo Verkeerd met hem, dat het volk tot den koning sprak: „Sire, uw zoon leidt een slecht leven. We zullen een heel slecht vorst krijgen, als u cr niet meer is." „Neen, sprak' de koni,ng, „ihij zal niet over u regeeren, daar zal ik voor zorgen." En hij sprak tot de koningin: „■Onze zoon is een slecht mensch, we moeten hein ter dood laten brengen." Maai' de koningin waarschuwde haar zoon: „Je vader heeft je tor dood veroor deeld. Neem een paard uit 'den stal en vlucht zoo snel mogelijk." De ffrius vertrok uit. Schotland on dacht bij zichzelf„Daartoe heeft het slechte ge zelschap mij gebracht. Ik zal mi mijn best doen om mij te veranderen." Hij reed naar een Eugielsohe stad. Hier verkocht hij zijn paard cn kocht een zwar ten sluier mol. drie gaten erin twee voor de oogen en een voor den mond. Hij zocht naar werk en vond dit bij een herder. Daar werkte hij zoo hard, dat iedereen van hem hield. 'Op een avond, toen hij zijn schapen had thuisgebracht, hoorde hij een gil Die kwam van een oud vrouwtje, dat door een grooteu zwarten wolf was aangevallen. De prins greep een grooteu stok en doodde 'den wolf. „Ga mee naar mijn huis," zei het vrouwtje. Haar luiis was een holle eik. „Groote, zwarte wolven zijn niet altijd groote zwarte wolven en kleine oude vrouw tjes zijn niet altijd kleine o le vrouwtjes," sprak zij. „U heeft me een groolor dienst be wezen, dan u vermoedt en ik zal cru voor beloonen, Als u ooit in moeilijkheid zit, moet u maar naar den eik komen cn driemaal roepen „Bewoonster der boomen, wees mij nabij, „Sla met uw reddende hulp mij ter rij." Toen de prins thuis kwam zat de boer Le vertellen wa,L hij op de kennis had ge hoord. „Het ga,at slecht in Schotland," zei hij. Er is daar een reus, die het land ton onder brengt. De oude koning is bijna dood van verdriet. Zijn soldaten vermo gen niets, tegen den man. Om liem tedoo- den moet men dcu diamant midden in zijn voorhoofd stuk slapn en dit is niet ge makkelijk, daar de man wel honderd voet hoog is." De prins hield zich, alsof hij or niet naar luisterde, maar hij verloor geen woord. Toen d® anderen naar bed gingen, ging hij naar den hollen eik, klopte aan c-n riep driemaal „Bewoonster der boomen, wees mij nabij, „Sta met uw reddende hulp mij ter zij." 1 Daar verscheen een fee voor hein, „Groote kwarto wolven zijn' soms too- venaars," zei ze, „en kleine oude vrouw tjes zijn wel eens feeën. U bewees mij een grooteren dienst dan u dacht, en nu zal ik er u voor beloonen. Ik weet wie ge zijt en wat ge verbuigt. U wilt' den reus deoden. Luister! Er is maar één manier om dat'te doen En ze fluisterde hem iets in. Den volgenden morgen vertrok de prins om een lange reis te ondernemen. Na zeven weken kWiun hij in Schotland aan, en na daar drie dagen en drie nachten te hebben gereisd, kwam hij aan een groot, somber moeras. Daar lag de reus op den grond te sla pen met zijn gezicht naar de sterren ge keerd; maar zijn slaap was heel licht. De prins verborg zich tot middernacht in een hollen eik. Hij deed zijn laarzen uit, trok zijn zwaard en hop met 'ingehouden adem zachtjes naar hem toe. Krak! Mot een slag was het diaman ten oog in tweeën cn de leus was dood. Bij het aanbreken van den dag bedekte de prins zijn gezicht niet den zwarten sluier, en ging hij naar het paleis van zijn vader. „Wees gegroet, Sire," zei hij „Ik heb goed nieuwsIk hob den reus gedood en breng u zijn 'diamanten oog." „Ik dank u, gesluierde man. Neem deze honderdduizend gulden als belooning." „Sire, ik streed niet voor geld. Geef dat aan de armen." „Gesluierde man, ge handelt on spreekt als iemand van edele geboorte. Ge zijt. 'ongetwijfeld een koningszoon." „Sire, ik bon, zooals ge zegt, iemand van edele geboorte ja, dc zoon van een koning zooals u. Maar ik!'"kan mijn gelaat niet ontsluieren." „Doe, zooals ge wilt. Uw vader is ge lukkig, dat hij zulk een goed en dapper zoon hoeft als gij. Ik heb ook een zoon, een vagebond, die het touw niet waard zou zijn, waaraan men hem mocht wil len ophangen. Luister! Ik hen heel oud. Blijf bij mij, om later in mijn plaats over het. volk te regeeren." „Sire, ik ken uw zoon. llij heeft zich verbeterd. Zal ik hem zeggen, dat hij bij u terug mag komen?" „Gesluierde man," sprak do koning op strengen toon, „dat geloof ik niet. Als (lie deugniet ooit terug durfde komen, zou ik hem aan den heul overleveren!" De prins verliet bedroefd het paleis. Bij de deur kwam hij de koningin tegen en sloeg zijn sluier op. „Mijn zoon!" riep de koningin. „0,mijn zoon!" „Stil, moeder!" zei de prins. „Alsva der u hoorde, zou hij mij zelf aan den beul overleveren. Ik heb Schotland van den reus bevrijd, maar dat helpt mij niet. Vaarwel Tnoederl" De koningin vroeg hem welk'en weg hij opging Toen begaf ze zich naar den ko ning, vertelde bent wat hun zoon gedaan had, en vroeg hem den prins vergiffenis te schonken. De koning word bewogen, liet 'den prins terug halen, zag hoe deze verbeterd was en vroeg hot volk of het hem na zijn dood als koning zou willen erkennen. Dit was er gaarne too bereid en na. den dood van 'den koning besteeg de prins den troon; hij trouwde mot een lieve prinses, kreeg vele kinderen, en maakte zijn volk1 gelukkig. Gekrukt tsji Drukkerij v, d. Schiedambcbe Courant- ir-'vVi l i'rr n -■ t* rrr mi mmi *nm» intf n wiiwii—nmmum j—i—m aMrtr Mf mg h WrtHI «frit

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1907 | | pagina 10