6r laargang
Zondag 11 Augustus 1907.
No. 12460
Tweede Blad
In de verre vlakte.
Deze courant verschijnt d a g o 1 ij k s, met uitzondering va'i Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en VI aar dingen tl. 1.25. Franco
per post fl. 1.85.
Prijs per week: Voor Schiedam en VI aar dingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advartentiën voor hot eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
uur aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven.)
FRANSCHE BRIEVEN.
Parijs, 3 Augustus 1907.
In de afgeloopen weck heeft men weder
liet jaarlijksche schouwspel kunnen zonie
ten van drommen, op z'a Zondags aange
kleeds knapen en meisjes met goud- of zil
verpapier bekranst en met rood gebonden,
vcrguld-op-snee boeken in de hand, van
een prijs-uitdeeling naar huis koerende. Op
zich zelf genomen, vormen die fraai uit
gedoste schoolkinderen geen onaangename
verschijning. Vooral de jongeren zijn, in
bun deftigheid,, begeleid door bewondeien-
de magen en vrienden, niet onaardig en
doen, zooals ze daar voortdrenlolen mei
hun op 'thaar gedrukte lauweren denken
aan cherubijntjes, omstuwd door een Irocp
aartsengelen. Haar bij 'grootere, twaalf- of
dertienjarige kinderen, lijkt die tradilio-
nccle verheerlijking, die de staats- of lee-
kenschool even goed aangehouden 'heeft als
de bijzondere en de priestersóholcn, wol
wat vreemd en gezocht. Ofschoon in som
mige opzichten de kinderen in Frankrijk
vroeger oud zijn, worden zo op andere
purden langer dan bijv. in Nederland, als
kinderen behandeld. Zoo wat aangaat het
diagen van uniformen door de leerlingen
der colleges en lycées, d. w. z. Burger
scholen en gymnasia. Niet zelden ziet men
zwaar gebaarde jongelieden van 21 of 22
jaar, zich niet zonder eenige fierheid'ver-
temen in die schoolpakken, die me altijd
aan de kleedij van hoilandsolie brieven
bestellers uit den ouden tijd doen denken,
ea waarvan ik mo afvraag, hoe do Fran
schen er iets elegants in kunnen vinden.
YaiGhet bestaan van een en ander moet de
oorzaak ongetwijfeld gezocht worden in den
fumaiistisohen geest, in den zin voor het
uiterlijk, in de begeerte van omslag lo ma
ken, tc rangschikken, met etiquetten te voor
zien, te methodiseeren, te dramatiseercn,
teoneehnatig aan te klccden en wat dies
ram zij neigingen, welke de Franschen
steeds zijn bijgebleven.
In het schoolwezen der Derde Republiek
van onze dagen, ontdaan als deze is van
alles wat herinneren kan aan spiritualis-
ikebe of godsdienstige elementen, doet zich
bedoelde richting nog des te sterker ge
voelen. Men 'heeft wellicht onbewust, het
sireven, het kind, zelfs van zijn eerste schre
den in de school af, niet tot een monsch,
maar tot een staatsburger on natuurlijk/
tot een rcpublikeinschen, te vormen. Dat
dit aan de algcmeenc ontwikkeling der kin
deren zeer schadelijk is, behoeft geen be
toog, en is kouwens, vooral op politiek
ccbied, reeds thans merkbaar genoeg.
Om echter even tot den vacanlietijd der
Spes patriae, die ook haar tijd'van
beiooningcn is, terug te koeren, is hctstel-
De stilte werd plotseling afgebroken
door het geluid van voortsnellende hoe
ven. Eerst klonken ze zwak', maar ze
werden al luider cn luider. Er ging een
paard langs Geralds woning.
Gerald en .Tom sprongen op. Rij het ster
renlicht hadden ze gezien, dat hel paard
een dameszadel droeg, maar geen berijd
ster had.
„Wat is^datl" riep Jem.
De Engolschman ging zijn huis binnen
om oen lantaarn te halen.
Daarna gingen zo samen op weg.
Tien minuten geleden "hadden zo. in de
houten veranda zitten schelden op do een
tonigheid. van hun leven. Gerald had in
veertien dagen niemand gesproken dan
Gliineezen, totdal .Tem dien avond vanuit
zijn woning, die vijfden mijlen verder lag,
«ij hem was gekomen. En toch hadden ze
daar een uur zwijgend bij elkaar zitten
roeken, de twee wier gedachten zich in
(t'-n laatsten tijd op één punt hadden sa
mengetrokken liet verlangen om met
iemand te spreken.
Ze liepen in de richting van waar het
paard gekomen was. Zonder oen woord
te spreken zochten ze links en 'rechts naar
(ie berijdster, die waarschijnlijk doorliet
paard was afgeworpen.
Een twee drie mijlen.
Toen vonden ze haar.
Ze lag op eenige varenstruiken. Haar
sel van prijzen en eervolle vermeldingen er
zoo zeer in zwang, dat op do lagere scholen
elke week oen decoratie aan don primus
en zelfs aan zijn twee of drie onmiddel
lijke volgers wordt uitgereikt. Deze mag
een week lang aan mooi lint gedragen wor
den, beet Ciroix dTlonneur ori prijkt met
liet opschrift „Pour le mérite". De vreem
deling blikt, mot een vraagleeken in de
c-ogen, van dat eercteeken op de borst van
een dreumes op tot de uniform van een
militair, met een, uiterlijk er op gelijkend,
eercteeken versierd. Gelukkig bestaat er «jeen
vciband tusschen beide onderscheidingen,
maar «de cone (d. w. z. die van den
schooljongen) brengt er niettemin toe bij
die van den soldaat, althans door sommi-
g n geiing te doen schatten. Wat erger
is, wordt echter door die zotte gewoonte
bet gemoed van een zeven- tot üenjarigen
F.anschman vaak op het uiterlijke core
teekenen totaal verwend en bedorven. Geen
wonder is het stellig, dat er volwassen
Fransche Republikeinen gevonden worden
tv Til en, die voor eeu kruis of een lintje
gaarne eenige'jaren van hun leven
of eenige duizenden franken geven.
Naast de periodieke belooningen van
kk'-'no schoolkinderen heeft de jaarlijksche
prijsuikleoling, zooals op alle inrichtingen
van lager, zoowel als middelbaar onder
wijs wordt aangetroffen, zeker oneindig
meer reden tot bestaan. Bij die gelegen
heid worden de verschillende soorten van
lauwerkransen op do jeugdige hoofden ge-
diukl en de prijzen uitgereikt, die uit boek
werken bestaan, meest expresselijk Voordat
deel uitgegeven cn ingebonden. Voor de
kinderen beneden den 15-jarigen leeftijd
bestaat'er zelfs een bepaalde prijsliteratuur,
in welker werken de auteurs zich, onder
'U'lkcn vorm ook, er zich voornamelijk op
toegelegd hebben do voordeelen van den
rcpublikeinschen regeeringsvom en de uit
stekende hoedanigheden van Fransche po-
luici cn andere beroemde Fransche Hjd-
genoolen in het licht te stellen. Meestal
acid ook op dit puilt alles vermeden of
vu onacinzaamd alles wat'buiten ^raulc-
njk s bestek ligt, ofschoon hef niet ontkend
kan worden, dat de Fianschcn in den laats-
tm lijd zelf zijn gaan inzien, dal hun on
derwijs niet van eenzijdigheid outblool is,
omdat volgens de steeds gevolgde, oude
methode èn de vreemde talen èn desiudie
van den ontwikkelingsgang der vreemde vol
koren Van zeer weinig bcleckenis geacht
werd.
Dc prijsuiWoelingen zelf verschillen niet
heel veel van die, Zooais ik ze een jaar
of vijl en twintig» geleden in Holland ge
kend heb. De voornaamste aantrekkelijk-
1 eio er van heet te beslaan in een uren-
hngc redevoering van een persoon van
naam, hetzij con académicum, generaal,
dichter of hoog functionaris. Het spreekt
van zelf dat, voorzoover de staals- en ge
meentescholen aangaat, die feestredenaar
Prijs der Advcrtenlien: Van 1—G regels fl. 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote lettel-s naar de plaats die zij
innemen.
A (1 vc rtcn tië n hij abonnement op voordeelige YOOTwaarden. Tariev«a
hiervan zijn gratis aan hel Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
luiere. Telefoon
f voor de Redactie No. 123,
voor do Administratie No. 103.
bleek gezichtje was naar den hemel ge
keerd. Haar lang, goudblond haar werd
door den wind heen en weer bewogen.
„Hou de lantaarn vast," zei 'Gerald
lot Jem.
De Australiër stond een bootje achteraf.
De Engolschman boog zich over baarbeen.
Beiden keken echter zeer oplettend en uit
beider oogen sprak vrees. Was ze dood?
Hadden ze haar alleen gevonden oin haar
weer te verliezen, dat bekoorlijke meisje,
wier bleek gezichtje daar zoo onnatuur
lijk stil en onbeweeglijk lag? Tiaar oog
leden waren gesloten. Lange donkere wim
pers lagen op haar wangen. Haar lippen
waren doodsbleek, en als in pijn vertrok
ken.
Gerald nam haar in zijn armen. Jem
liep er met zijn lantaarn naast.
II.
Ze kwamen eindelijk thuis in Geralds
kleine woning, die slechts uit twee ka
mers bestond mei een klein keukentje. Ge-
raid droeg haar naar binnen en legde
haai' bp zijn bed. Jem maakte een vuur
aan, en zette water op. Gerald goot haar
brandewijn in de keel, maakte haar blouse
en corset los, trok haar schoenen cn kou
sen uit en spreidde een deken over haar
heen.
„Het sleutelbeen is ontwricht on de on
kel verstuikt," kondigde hij Jem aan.
De twee mannen knielden naast haar.
Gerald nam haar handen in de zijne
kleine steenkoude handjes en begon
die te wrijven.
altijd een warm aanhanger is van het mi
nisterie, 'twolk oogcnblikkelijk liet roer van
cie Republiek in handen heeft cn dat hij
11.0'- verzuimt om zijn bewondering uit Ie
spreken voor de wijze, waarop het zijn
taak vervult en aldus eenige dankbaarheid
te storten in de harten der jeugdige Fran
schen, die geprofiteerd hebben van hetnooii
volprezen staatsonderwijs, belichaamd in de
instelling, dio „Univcrsilé de Franco" heet
cn alle openbaar onderwijs omvat, van het
laagste af, tot het hoogste toe. Hel is mijn
bedoeling bolder niet, dat onderwijs in zijn
geheel ten eenenmale af te keuren. Het
heeft ongetwijfeld elementen in zich, ook
bij andere natiën voorkomende, dio vrij on-
deizoek min of meer uitsluiten, zekere
mandarijnachiligc of dogmatische beginse
len, waarschijnlijk ontsproten uit dc Vrij
heid, Gelijkheid en Broederschap der repu-
blikeiusc'he theorie. Doch hel Fransche open-
haat onderwijs hoeft ook veel goeds, met
name het „Lager Onderwijs". De Fransche
SlaaLsonderwijzer 'heefl, in '1 algemeen ge
nomen, liarl voor zijn taak en geeft zich
evenveel moei,te voor zijn leerlingen, alsof
hij onmiddellijk, materieel voordeel van zijn
goede resultaten genoot. Hij is bezield met
ei,gen-liefde en heeft een sterken zin voor
orde en discipline. De vruchten, van dat
lager onderwijs in aanmerking nemende, kan
men het vergeven, dat de programma's op
sommige punten wat te wenschen overla
ten, Ik wijs er slechts op, dat kinderen
van 9 of 10 jaren uit een vragen boekje
de Fransche staatsinstellingen van buiten
moeten leeren, en uit èen ander, „Instruc
tion Morale" betiteld, wat „vertu" is, wat
„devoir", wat „patrio", allerlei defonities
in een woord, volkomen passend in hot
onderwijs, zooals dat ten platten lande in
Lel begin der 19e eeuw begrepen werd.
Mijn bestek laat niet toe, hierover uit
te weiden. Ik aarzel echter niet, 'te verkla
ren, dat het Middelbaar Onderwijs, wat ge
halte hetrefl, ver achterstaat hij hel Neder-
landsch Middelbaar Onderwijs. Wat het
Ilooger Onderwijs betref!, wordt dit meer
beheerscht door het karakter cn de perso
naliteit der hooglecraren, dan door de
wetten en reglementen, die het regelen. Of
het Ilooger Onderwijs al dan niet aan zijn
beslemming voldoet is derhalve, vooral tc
Parijs, meer een kwestie van personen.
Toch is er een donker punt. en wel het
toelatingsexamen, tol de Universiteit, of zoo
genaamd baecalauréal, 'twelk meer en meer
in een instelling ontaardt, die geen enkelen
waarborg geeft Voor de ontwikkeling van
hen, die er in slagen het af tc leggen.
Het wordt langzamerhand voor do liolit een
proeve in 'het van buiten ieeren van gemeen
plaatsen, voor do andere helft een. loterij.
Vooral is zulks het geval geworden sinds
het examen, nu 4 jaar geleden, gesplitst
is in ontelbare soorten, samengevat in 4
hoofdcategoriën, zoodat zelfs drie Candida-
ten, die in dezelfde faculteit gaan sludee-
ren, naar keuze drie verschillende examens
kunnen dfleggen.
Ook hierbij komt weer, tot nadeel van
den geest en de strekking dor hoofdzaak,
het nadeel aan den 'dag. van de classccr-
manie en het. formalisme der Franschen.
In het algemeen hebben deze trouwens op
het punt van examens en vergelijkende exa
mens (of concours) waarin ze heel sterk
zijn, nooit bewijzen gegeven van sterk door
zicht. Ten bewijze er van haal ik aan,
dat dezer dagen een vergelijkend examen
werd gehouden voor fort de la llalle, de
bekende zakkendragers, met de ontzag
lijke vilten hoeden cn dikke stokken. Een
praeösch examen in de gymnastiek of het
gewichten heffen had voor de hand gelegen.
In plaats daarvan kregen de candid a ten een
Fransch opslol te maken over het „Nul
der vogels in de Natuur". Ilct moei, dunkt
me, iels waard geweest zijn, hij gebrek aan
nuttiger bezigheid, sommige der ingelever
de opstellen dooi' to lezen.
Indien het plan van den prefect van po
litie, om de agenten van politie licfstoem-
ge vreemde talen te doen leeren, doorgaat,
heeft men waarschijnlijk nog meer examens
te wachten, waarvoor zich tal van diep
zinnige candidateu zullen opgeven!
JUVENIS.
„Wrijf haar voeten," zei hij tot Jem.
Jem schrikte.
„Wrijf jij haar voelen, dan zal ik haar
handen wrijven," zei hij.
Eindelijk deed ze haar oogen op<.-n.
Gerald boog zich over haar heen, cn
sprak
„Wees maar niet angstig." Jem werd
jaluersch, toen hij 'zijn slem hooide. Ze
klonk zoo helder en flink en toch zoo
zacht. „U is gevallen en we hebben u hier
gebracht. Maar alles is in orde."
Jem wist dat hij dil niet zoo eenvou
dig had kunnen zeggen, al had haar le
ven er van afgehangen. Hij zag opeens
het verschil, dat er bestond' tusschen Ge
rald en hein. Zelfs terwijl zijn oogen wa
ren gevestigd op dat mooie gezichlje, om
lijst door het blonde haar, dacht hij er
over hoe 'gemakkelijk liet Gerald viel, het
juiste woord te vind,enhij zelf had al
tijd zooveel moeite om iets te zeggen,
en dan zei hij nog zoo dikwijls iels on
handigs.
„Heeft u ook ergens pijn vroeg Ge
rald.
Maar de blauwe oogen sloten zich weer,
en er werd niet meer gesproken.
Jem hielp haar wat op. Gerald verbond
haar sleutelbeen met reepen van een la
ken. De gezichten der mannen waren nog
blocker dan djo van het meisje. Gerald
bette en verbond haar enkel. Toen dron
ken ze samen een glaasje whisky,
Jem liep telkens van de kouken naar
de slaapkamer. Hij stookte liet vuur hard
genoeg op om er een os op te braden.
Ze waakten den heelen nacht -bij haar.
BINNENLAND,
Vredesconferentie
Tweede subcommissie der tweede
Commissie.
Voorzitter: denbeer Asser,
(Mondelinge mcdedccLingen aan de Pers).
Rechten en verp 1 i cli ti n g'en der
n c u t r a 1 e n i n d e n 1 a n d o o r 1 o g.
De voorzitter deelt a,an de commissie
twee brieven mede, een van den heer Rer-
naert, voorzitter van de eerste subcom
missie der tweede commissie, waarbij naar
deze subcommissie wordt verwezen een Ja-
panscli voorstel, waarvan nader sprake zal
zijn; de tweede van den heer Bnm, le
gedelegeerde van Denemarken, die evenens
nader tor spiake zal komen.
De beraadslaging loopt over twee Luxem-
hurgschc voorstellen, waarvan het tweede
subsidiair, voor het geval het eerste niet
wordt aangenomen, beide betrekking heb
bende op het. gebruik maken, door oorlog
voerenden, van transportmiddelen aan on-
zijdigen toebehoor end en op hel gebied van
don oorlog voerenden slaat verblijvend. liet
eerste voorstel wil dit gebruik uitdrukke
lijk verbied en, het subsidiaire stelt eenvou
dig „voorwaarden. Na vaststelling vaneen
beginsel, volgens hetwelk het behoud der
vreedzame betrekkingen ten_ bepaaldelijk de
handels- en induslrieelc betrckklngien tus
schen de bewoners van oorlogvoerenden en
onzijdige landen, van de zijde der civiele
en militaire autoriteiten aanspraak heeft
op bijzondere bescherming, geeft het voor
stel den termijn aan voor het weghalen
van het hier bedoelde materieel. Het ver
oorlooft het opvorderen daan an alleen in
geval van hooge noodzakelijkheid cn tot
den geringst mogelijken omvang. Het vor
dert den teruggaaf op korten termijn en
stelt voor den onzijdigen slaat het recht
vast voor liet geval zijn materieel is
opgevorderd tot vergoeding daarvan liet
materieel van den oorlogvoerende, die op
gevorderd heeft, vast te houden.
Generaal von Gündcll (Duiisbhland) ver
klaart zich tegen hel eerste voorstel. Wat
het tweede betreft, aanvaardt hij de be
weegredenen, maar hij acht hot niet noo-
dig, den militairen, bevelhebbers le herin
neren aan een plicht, dien zij kennen en
'dio het respect bezitten, dal men hen wil
voorschrijven. Ilij vindt wat den ter
mijn van uitstel betreft geen analogie
met den toestand van een handelsvaartuig
in een haven en die van het spoonvegma-
tcrieel. Dit laatste zal, vooral in tijd van
mobilisatie, wel naar liet land van lier-
komst kunnen teruggezonden worden, zon
der veel overlast voor de krijgsverrichtin
gen. Het schijnt hem niet bijzonder noodig
nog eens le herhalen wat goed gezegd is
in art. 54 van het reglement op de weiten
en de gebruiken van den landoorlog, n.l.
dat de opvordering inocL beperkt blijven
tot het strikt noodzakelijke. Desondanks
stemt hij daarin too. Ten slolte is, volgens
hem, het recht om het materieel van den
oorlogvoerende vast te houden, nicsl gerecht
vaardigd door «den toestand van den on
zijdige, die niet handelt onder den drang
van ovennacht, gelijk wel het geval is met
den strijdvoeronde.
Deze bedenkingen, waarmede zich ver-
cenigt generaal von Cl'iesl (Oostenrijk)
die liet beginsel der terugbetaling en terug
gaaf eerst aanvaardt voor na den oorlog
beletten den hoor Carlin (Zwitserland)
juist zich met het Luxembuiigsche voorstel
ie vereenigen, dat warm ondersteund wordt
door don heer van den Heuvel (België).
Deze kaalste herinnert aan het beginsel,
volgens hetwelk onzijdig eigendom niet kan
iu beslag genomen worden op bezet grond
gebied. liet komt cr dus op aan, dit be
ginsel uit te breiden lot het grondgebied
van den oorlogvoerende, dio de opvorde
ring doet. Hel Duitschc voorstel doet te
rugkomen op het bqjinscl, dat de terug
gaaf insluit in geval van beslag.
Het voorstel van Frankrijk' wordt aan liet
programma Van liet comité toegevoegd, n.l.
dat betreffende het mogelijk maken van
arbitrage met oen mogendheid, die niet
deel heeft uitgemaakt van de Vredesconfe
rentie, op voorstel van een derde mogend
heid, zonder dat zoodanige tusschcnkomsl
zal kunnen worden beschouwd als een on
vriendelijke daad.
Bij liet aanbreken van don dag verliet
Jem de woning cn keek! 'do vlakte in.
Die groote cimlclooze vlakte, die zich
oneindig ver uitstrekte, het prachtige tur
koois van eon lucht met rosen weerschijn
cn hot 'goull van d,cn dageraad,, dc groofe
uitgestrektheid aarde, die men vanuit Ge
ralds deur zag: dit allcsj sprak tot hem
in zijn diepe stilte.
Jem voelde een rilling over zich gaan.
Wat fluisterde 'deze eindeloozc grauwe
vlakte hem toe? Wat. zei de gouden da
geraad? De wind met zijn eentonig geluid?
De geheimzinnige en 'droefgeestigeverte?
liet roode spoor langs Geralds schutting?
De gomboomen met hun wiLlo stammen,
glad als leer en bun weinige bladeren,
in de hoogte? De geur der bloemen uit
Geralds tuin, 'heliotroop, oranjebloesem eu
jasmijnwelke boodschap brachten ze alle
aan Jem's hart?
Ze herinnerden Tiem voortdurend op
wneedc wijze aan zijn onhandigheid, zijn
onkunde en zijn kolonialisme.
„Ik kan niet eens mijn "nagels schoon
houden," mompelde hij.
III.
„Ik geloof, dat ze zelf niet weet wie
ze is," zei Jem.
En Geifalds 'heldere stem antwoordde op
zijn langzaam moeilijk uitgesproken woor
den
„Ze hoont zeker niet tol hel district.
Wie zo öok is, ze is een vreemdelinge.
Maar bij wie kan ze gelogeerd dijn?"
Jem schudde het hoofd.
„Bij de "Moloneys van 'Wonga-Wonga
„Niet waarschijnlijk."
„Bij de 'Cripps
„Maai', Gerald, hoe bedenk je het?"
„Bij wie zou ze anders kunnen zijn?"
„Bij de Camcrons van Meeowa."
„Die wonen tachtig1 mijlen ver."
„Ze is een dame, is 't niet?"
„Dat zou ik meenen."
„Als ze een dame is, dan kan ze niet
bij de Cripps of de Moloneys of de Fla-
nigans zijn."
„Yan wie )mn ze dan gekomen zijn?"
„Ja, van wie?"
„Dat is een toestand, Jem. Daar zitten
wij twee mannen alleen cn, voor onze
deur kreeg een mooi meisje een ongeluk.
.We brengen haar binnen om haar te
verplegen. Ze blijft dagen hij ons. We
zijn in het verre Westen. Onze naaste buren
zijn veertig of vijftig mijlen van ons af.
En het meisje is heel jong, heel' mooi en
haar klecrcn. Ze heeft heel mooie
klcercn, .Tem."
Jcm kleurde. Hij zoi niets.
„Alleen een dame draagt zulke kleeien,"
zei Gerald. „Ze heeft zwart /.ijden kou
sen, Jem."
„Hol «lijkt ook wel of ze zijden haar
heeft," zei Jem, na eenigen tijd.
Het meisje, dat zwijgend op Geralds bed
lag, bewoog zich plotseling. Ze kon ieder
woord verstaan. En ze hoorde ook in
Jems aarzelende stom, met haar lang! uit
gerekte klinkers, een mooie eigenschap
grooten eerbied voor de vrouw. Deze lag
diep verborgen, zoo diep, dat lüj zelf niet
wist dat hij bestond. Maar zij voelde het.
SCHIEDAMSCHE COURANT