kapitein v. Ganbvoort te Rotterdam,
9. traagloopets, 2 pauwen en 1 visehuil,
allen afkomstig van Java; van den heer J.
RDetti, to Rotterdam, 1 buffclpikkcr en 1
Indische doosschildpadvan den heer A. J.
Hofland, te Rotterdam, 1 geelwang kake-
,oc; van den heer L. C. Kolft te Epe, 0
schapen, zoogenaamde Ilaidschnucken of
Pf'hanpies van de Lnnehurgerhoide; van den
'|ieci, a D. TTooijkaas te Schoonhoven, 1
nschgmuwe kuikendief; van den heer F. C.
Schild, te Rotterdam, 1 Javnnnanpvan
kapitein W. A. van der Schoor do Boor,
l,, Rotterdam, 2 wn.-cbbeien, 3 mociras-
schildpaddrnvan kapitein ,T. Werkhoven,
'te Rotter dam, 2 Javannnihe pauwen; van
den lieer II. Vreezo, te Rotterdam, 1 Ja-
vaansche beo.
Ier completering werd aangekocht een
volwassen mannetje eland, waardoor nu
weer een paar dezer merkwaardige dieren in
het bezit der Diergaarde zijn.
Eindelijk kan ook nog vermeld worden de
ochoottó van een witte kameel. De Diergaar
de mag zich nu vei heugen in 2 jonge ka-
meelcn° cn 1 jonge dromedaris, allen 3 in
den loop dezer zomer alhier geboren en ma
kende nu met de ouders, 3 kameelen en 2
dromedarissen, de belangrijke groep van te
zaaien 8 stuks.
Het drama to Leiden
De toestand van don moordenaar Staan-
mors, die in het ziekenhuis te Leiden ver
pleegd wordt, was gistermiddag hoogs! zorg
wekkend.
Auto-ongelukken.
Gistermorgen kwam mejuffrouw E. uit
de 3c Oosterparkstraat onder üiemen met
haar fiets onder een automobiel. Ernstig ge
kwetst werd zij opgenomen en naar het bin
nengasthuis te Amsterdam overgebracht.
Twee knechts van den smid Ivruyor te
Haarlem kregen het in hun hoofd om mot
dc driewieüge automobiel van do firma
Dyserink een toertic te gaan maken zonder
daartoe vergunning te hebben en zonder
daartoe gerechtigd te zijn. liet geval kwam
hun duur te staan, want op do Kleverlaan
te Oveiveen kwam do auto in volle vaart
teen het ijzeren hek van den heer Bispinok,
«aaidoor beiden uit de auto werden geslin
gerd cn de een zijn boenen brak. Per rijtuig
is hij naar het Gasthuis vervoerd.
Daarbij blijft het natuurlijk niet. Do
man krijgt geen uitkccring volgens de On
gevallenwet en proces-verbaal is tegen hem
ongemaakt wegens rijden zonder rijbewijs.
(„O. II. Ct.")
Branden.
In de Berlijnsehe wijk Moabit heefteen,
zware biand gewoed, waarbij 2 personen
om het loven kwamen en 7 ernstig wer
den gewond. De brandweer was spoedig ter
plaatse en*mocht het geluk smaken 15 per
sonen uit het brandende perceel le red
den. Het eers'l werd een kind uit de 4dq
veid'ieping op het reddingszoil geworpen en
onmiddellijk daarna sprong de moedei het
na, beiden waren gered. Drie jongens van
de vierde verdieping werden nog op het
laatste oogenbl'ik in veiligheid gebracht,
hun broertje echter kwam in (Le vlammen
om. Dat or in de dichtbevolkte buurt een
onbeschrijfelijke paniek heerschte, is licht
le begrijpen.
Een lievige brand heeft de woning van
den landbouwer Rombouts te Woensel (N.-
B.) vernield. De bewoners werden gewekt
door het te keer gaan van een paard. liet
belendende pand van 'den exportslager, den
heer Ansems, beliep groote brandschade,
doordat vooial de kostbare ijskelder vernie
tigd werd, Een aantal stukken geslacht wer
den beschadigd. Alles was laag verzekerd.
Oorzaak onbekend.
Wat er aan den wede vastzit
Men weet dat de Neclerlandschc lands
drukkerij belast is met het leveren van alle
documenten betreffende de vredesconferen
tie. Om oen denkbeeld te geven van don
omvang van dat werk, publiceert de „Cour-
der de la conférence" eenige bijzonder
heden.
Alle zetters zijn Hollanders, benevens
alle correctors, (Dit schijnt de „Courrier"
iets buitengewoons to vinden in Holland).
Tot op dozen dag hoeft men voor do
drukwerken de conferentie betrelfende, meer
dan 17,000 kilo letters en spaties gebruikt.
Het aantal gebruikte letters bedraagt tot
dusverre ongeveer 8 millioen.
Men heeft voor deze drukwerken 620,000
tellen papier gebruikt.
Hat papier weegt ongeveer 17,000 kilo.
wanneer men een enkelen stapel maakte
ten alles wat er voor de conferentie is ge-
dtukt, zou deze 184 meter hoog worden,
dat is tweemaal zoo hoog als de toren van
dc Sint-Jacobskerk in Den Haag.
beider zijn 17e kind aangeven. Van deze
kinderen, alle van eenc moeder, zijn er
nog 15 in leven.
Oplichting.
Te V/inschoten is gevankelijk binnenge
bracht van uit Wildervank, de bekende J.
Poklennans, die gelden inzamelt vroor een
blindeninstituut. („Tel.")
van
Overreden.
Donderdagmiddag had in hot. dorp Haps
j '-Br.) een ernstig ongeluk plaats. Zekere
recd met zijn zwaar beladen wagen
pver den weg, toen het twee en een half-
lai% kind van zekeren Hendriks, aldaar,
dat op den weg speelde, voor het paard liep.
I Weine kwam te vallen en voor L. ge-
cgenlieid had het kind te grijpen, was liet
reeds overreden. Een der raderen ging de
arme kleine over het hoofd, waardoor dat
grootendcels werd verbrijzeld, en het kind
«mige oogenblikken daarna den geest gaf.
Kinderzegen.
Tor secretarie, te Gorssel (Gelderland)
'wam Donderdagmorgen een spoonvegar-
Koloniën.
Celebes.
Uit Batavia wordt dato 10 Augustus aan
de „Dell Ct." geseind:
Van Makassar wordt geseind, dat te Mn-
tandnu en te Ranvitole op 19 en 21 Juli
jl. de aanwezige patrouilles van onze troe
pen gedurende de bereiding van het eten
overvallen en 'deels vermoord werden door
de bevolking. Te Matandau zijn gesneuveld
een inlandsche korporaal en elf inlandsche
fuseliers; te Ranvitole, waarheen zich de lui
tenant Mathes met, eenige troepen had be
ven, sneuvelden de luitenants Mathes en
Kies, de sergeant R. E. Wiersma, de fuselier
Bonte, Meinslcr, Goossens, Loenen, Otto,
Deykers, Bergen en Sein, tien inlandsche
fuseliers en tien dwangarbeiders. Er gingen
25 geweren verloren. Daders zijn de herg-
Tomorios; de houding van Maroendoe is
verdacht, de kustbewoners zijn gevlucht, Ma-
kole en Ede blijven ons getrouw. Aanleiding
lot het gebeurde gaf het ruw optreden dei-
soldaten en dc gevangenneming van het
hoofd Topekombiat.
Do marechaussee onder kapitein Heiligers
zijn over Tampiro naar het binnenland ver
trokken om in verbinding met brigades uit
Maiili tegen de Berg-Tomories op te trek
ken. Heden vertrekken drie brigades aanvul-
lingstroepcn onder dc onder-luitenants Bui-
ker en Kuende toestand is bevredigend en
wordt door ons beheerscht.
In het hospitaal te Makassfer zijn dwang
arbeiders opgenomen, die, tien 'dagen bij de
Berg-Tomories gevangen^ zijn geweest. Een
hunner deelde ijzingwekkende hizonderheden
omtrent do slachting mede. Tijdens de'ver
huizing naar een meer geschikte woning wer
den do soldaten van het detachement Mathes,
die met pak en zak beladen waren, door een
G00 man sterke bende met de klewang aan
gevallen. De soldaten konden zicli niet ver
dedigen en trachtten te vluchten, maar wer
den op de vlucht door de Tomories de hiel-
pezon doorgekapt en daarna gruwelijk ver
minkt, en afgemaakt.
Emigratie van Javanen naar de lampoiigsclie
districten.
Meldden wij in do „.Tava-Bode" van den
Uden Juni j.l„ dat do regeering, althans
voorloopig voor de verdere uitbreiding der
.Tavaansche nederzettingen in de Lampong-
sche districten geen gelden meer beschik
baar meende te moeten stelten, in do hoop,
dat door de verdere ontwikkeling van den
imvendigen toestand der beide kolonies, dc
vrijwillige emigratie daarheen gestadig zou
toenemen, thans vernemen wij met grook
ingenomenheid, dat dit plan bij den minis
ter van koloniën weinig instemming gevon
den heeft.
Door dien staatsman is het voornemen le
kennen gegeven, om, waar dc voorloopige
uitkomsten van de genomen proef alleszins
bevredigend mogen heeten, voor dat doel
weder oen nader te bepalen bedrag bij de
begrooting voor liet volgend jaar beschik
baar te stellen.
Het is te hopen, dat het gouvernement
thans tot de overtuiging moge komen, dat
het emigratiewezen als een der eerste le
vensvoorwaarden voor deze kolonie behoorL
te worden beschouwd en dat daarbij een
goed afgerond plan op den voorgrond kome
te staan. Anders blijft het toch bij sukke
len en proefnemen.
De Lampongsche pépinière kan voor de
toekomst wij zeiden het vroeger reeds
van groot gewicht worden, natuurlijk in
verband mot het dessa-onderwijs, dat langs
lijnen van geleidelijkheid voor vrijwillige
emigratie het noodige materiaal zal leve
ren en, meer nog, in verband met een toe
komstplan, om allervege in de buitenbezit
tingen kolonies te traceeren, die levensvat
baar geacht kunnen worden, door de aan
wezigheid van natuurlijke of kunstmatige
bevloeiingsmiddelen voor de plantvelden.
(„Java-Bodc".
Mandei en Bedrijf.
AMSTERDAM, 20 Sept.
Vliegend 26? 2G?r, October 26i 26&;
Oct.-Dec. 25f, Jan.-April 1908 24?
24 i, Mei-Aug. 23f 23| 23.?.
LEEUWARDEN, 20 Sept.
Boter. Boereboter 49.50. Aanvoer 22
fa, 10 i vaten.
Fabrieksboter 49 h 52. Aanvoer 12
i en 34 fa vaten.
Notcering van de Commissie, le kwal.
Fabrieksboter 51.
Noteering van do Commissie der Ver. van
Boter- en Kaashandelaren in Friesland. Ie
soort Fabrieksboter 51.
Verceniging Landbouw, le keur ƒ49.50,
per i vat.
Fabrieksboter ƒ46.h 51.
HAMBURG, 20 Sopt.
Petroleum Pennsylvanische in loco mk.
7.50 verk. Spiritus per Spt. nik. 21fa Oct.-
Nov. mk. 27 (zonder fust).
Spiritus: stemming vast.
BUDAPEST, 20 Sept.
Tarwe per October fr. 11.58.
Stemming lusteloos.
M a i s.
NEW-YORK, 20 Sept.
Sept. Oct. Dec. Jan. Mei
108J- 110| J12?
Sept. Oct. Dec. Mei
7770J. 07£
Faillissementen.
Uit de Staatt-Courant.
Uitgesproken:
A. C. M. ter Hoeven, verpleegster, te Be
verwijk. Rechter-commissaris: mr. E. J.
Dorhout Mees; curator: rnr. M. Slingenberg.
.1. C. E. Goedhart, verpleegster te Be
verwijk. Rechter-commissaris en curator
als voren.
J. Houtsma Jr.. rijwielhandelaar te Sex-
bierum, Rechter-commissaris: mr. J. A.
Hingst; curator: E. Kuipers.
P. van Duyn, bouwondernemer te 's-Gra-
venhage. Rechter-commissaris: mr. P. Pol-
vliet; curator: mr. E. L. v. Einden.
L. G. Bronsveld, auteur, Scheveningen.
Rechter-commissaris: jhr. mr. Rh. Feith
curator: mr. E. Beiinfante.
D. Kooreman Jr., Leiden. Rechter-com
missaris: mr. J. F. v. d. Lek dc Glorcq;
curatormr. P. E. Briët.
M. H. Buure Tavenier, koopman in groen
ten en fruit, te Amsterdam. Rechter-com
missaris: jhr. mr. W. C. Quarles van Uf-
ford; curator: mr. B. M. Cohen.
De vennootschap onder de firma A. M.
Goudsmit en Co., kooplieden, gevestigd ge
weest te Rotterdam, in likwidatie, en haar
gewezen firmant B. E. van de Waal, te
Rotterdam. Rechter-commissaris: mr. K.W.
Brevet; curator: mr. O. J. Cluisenacr.
Dc door de firma aangevraagde surséance
van betaling is door de rechtbank van de
hand gewezen.
II. L Bosman, vleeschhouwer, te Rotter
dam. Rechter-commissaris als voren; cura
tor: mr. J. Coert.
J. P. Wielders, colporteur, te Gouda.
Rechter-commissaris als vorencuratormr.
M. M. Schim van der Loeff. 1
Opgeheven:
M. S. II. Servais, weduwe van! J. W.
Versppe, naaister te Maastricht.
J. J. Bavelaar, te 's-G raven iiage.
J. Zanten, schilder en behanger te Hil
versum.
Geëindigd:
J. Koorempn, vroeger bakker en winke
lier, to Kqabbendijke.
Vernietigd:
J. H. H. ITartamp, raatst gewoond heb
bende te Amsterdam, doch zich thans bui
len hol rijk in Europa bevindende.
Uitlotingen.
LOTEN VAN PARIJS (Municipal)
van 1865.
Trekking 10 September,
No. 37702 fr. 15Ö.0Ü0; No. 45995 fr.
50,000; Nos. 129609, 133191, S0385 en
99110, elk fr. 10,000; Nos. 52S070,
2S8273 310115 354270 en 43787, elk
fr. 5000; Nos. 74719 1G7S30' 1S3014
239906 275963 296351 325540 439591
501042 en 577117, elk fr. 2000.
LOTEN SUEZ-KANAAL, 5
Trokking 16 September.
No. 258003 "fr. 15*0,000; Nos. 12723
en 80238, elk fr. 25,000'; Nos. 134986 en
54496, elk fr. 5000; Nos. 37309 147585
121940 211942 22G930 234S41 275131
332003 142320 174032 52607 84478
121765 290761 2449G 2SS5G5 24741
13G588 215211 en 66511, elk fr. 2000.
Hoogwater te Schiedam.
Sept 21 v.m. 3.10 nam. 3.42
223.53 d 4 23
234.34 5.4
d 24: 2> 5.10 5.44
Hoogte van liet water op de rivieren.
Berichten van 20 Sept.
LOBITH, 8 u 's mora 9 06 Gev. 0.03 M
KOBLENZ, Ou. 1.77 Gew. 0.05 M
TRIER, 9 u. b 0.06 Gew. 0.04 M
KEULEN, 11 u. 1.43 Gew. 0,04 M
RUHRORT, 8u. 0.60 Gev. 0.01 M
Zon on Maan.
Zonsopg. Sept. 225 46 vm, onderg. 5.57 nm
t> 23: 5.47 t> j> 5.55
s 24: 549 y> 5 53
29 Sept. L. K. 7 October N. M.
Familieberichten.
(Uit eenige couranten.)
Getrouwd: 18 Sept. K. F. Apken en
G. M. Pijselman, Culemborg. 19 Sept.:
J. C. Netelenbos en E. F. V. Philippens,
Amsterdam. D. Timmermans en C. de
Joode, Amsterdam.
Bevallen: S- do HaasDe Vries, z./
Amsterdam. 18 Sept.: L. J. Kroon
Rit, z., Hilversum,
Overleden: 17 Sept.: J. van Andel,
6 j., Staphorst. II. de Boer, 47 j„ Veen-
dam. S. D. Lamme, 27 jaar, 's-Gravc-
land. C. E. CoolLevert, Amsterdam.
18 Sept.: P. de HaasGroot, 56 j.,Am
sterdam.
A LLER'LE I.
PDATO.
Plato maakte op twintigjarigen leeftijd
kennis met den toen zestienjarigen Socra
tes en hoorde weldra onder diens warmste
vereerders. Na Socrates' dood vluchtte hij
met het grootste deel zijner medeleerlingen
naar Megara, waar de wijsgeer Euklides
een kring jongeren om zich verzamelde,
daarna ging Plato op reis, om zijn gezichts
kring uit te breiden.
Eerst op gevorderden leeftijd kwam hij
in Athene terug en ging daar in Socrates'
'geest voort les te geven. In tegenstelling
met den eerste, die als zoon uit het volk
zich op straat en op de markt onder zijn
leerlingen bewoog, word door Plato het ou
derwijs nu geregeld in het gymnasium (een
soort gymnasüeklokaal) van een zekeren
Akademos gegeven; daardoor kreeg de eer
ste lioogeschool van Griekenland den naam
Akademie.
Meermalen brak Plato zijn werkzaamheid
in Athene af, bm naar Syracuse te gaan,
onder welks koning Dionysus hij zjjn s taats-
ideaal, dat hij in zijn werk „Over den Staat"
heeft uiteengezet, hoopte te verwezenlijken;
maar de koning, die eerstop Plato's ideeën,
scheen in te gaan, kreeg later genoeg van
den zedeprediker, liet hem gevangen nemen
en te Aegina als slaaf verkoopen. Hij werd
door een vriend gekocht en kon naar Athe
ne terugkeeren, vanwaar hij na Dionysus'
dood vol hoop aan de roepstem van diens
opvolger gehoor gaf, helaas met het ge
volg, dat hij ook bij dezen koning in on
genade viel. Voortaan wijdde Plato zich
dus geheel aan zijn akademie.
De werken van Plato zijn meestal in
gesprekvorm geschreven, door vraag en
antwoord komt hij tot een besluit.
In groote trekken geschetst, is de wijs
begeerte van, Plato, die een groot gedeelte
van de Socratische leer in zich heeft op
genomen, een idealistische. Voor hem is
de voornaamste vraag naar het werkelijk
bestaande, het „eenvoudig zijnde". Ook
hierbij sluit hij zich bij Socrates aan en
verklaart het „begrip" als hot werkelijk
zijnde, do ideo. Dit wordt ons eigendom,
zooals do dialogen ons aantoonen, door
tezamenvatting der gemeenschappelijke ken
merken, die de bewuste zaak in alle ver
scheidenheden doen kennen. De idee van
het paard, of hot paard „op zich zelf be
schouwd" is dus een zoogdier met vier
beonen, een kop, een staart, enz., met weg
lating van alle kenmerken, die bij ieder
paard in het bizonder verschillend zijn. Dit
aldus verkregen begrip paard is de „idee"
in de Platonische beteekenis. De wijsbegeer
te der ideeënleer noemt hij de eenig ware
wetenschap. De idee van bet goede is voor
hem de ion in het rijk der ideeën. Het
goede is de Godheid; cn omdat deze idee
m de werkelijke wereld nooit volkomen
wordt aanschouwd, brengt Plato de ideeën
wereld naar do bovenzinnelijke wereld over.
De wereld is door God naar die onzicht
bare ideeënwereld geschapen, zij treedt op
in de eeuwig veranderlijke, wordende en
vergaande lichamen on wordt door de we
reldziel bewogen en bijeengehouden. Dc ziel,
het eeuwige, heeft niets voorafgaands, het
tijdelijke echter, het lichaam, de vorm, moet
uit iets anders zijn voortgekomen. Loven
is echter één mot de ziel, zooals dc wannte
één is met het vuur. Daarom is de ziel
onsterfelijk, zij leeft, in do bovenzinnelijke
wereld en komt op aarde in het lichaam,
wanneer het stoffelijke in haar de over
hand heeft gekregen. Door gelijkmaking aan
dc Godheid, d. w. z. door bestrijding van
het. zingenot, wordt de ziel opnieuw van
het stoffelijke bevrijd en leeft ze na den
dood van bet lichaam in de bovenzinnelijke
wereld verder.
Evenals Plato den Staat met den mensch
gelijkstelde, zoo doet hij ook met het heelal,
dat voor hem uit het lichaam, d. w. z. de
zichtbare wereld, en de onvergankelijke we
reldziel bestaal, een nooit verouderend,
nooit vergaand, zich zelf genoeg wezen, een
zalige God.
Het dubbele huwelijk werd in de kerk
van St. Marie te Batignolles gesloten.
EEN PAAR TWEELINGEN.
De gebroeders Chanteau werden in 1874
in Nantes geboren en opgevoed. In hun eer
ste levensjaar veroorzaakten zij hun ver
zorgster heel wat moeite. Als Alphonse
ziek was, bestond de grootste kans, dat
Gabriël de medicijnen in kreeg. Dat een
van beiden tweemaal gewasschen werden
dc ander geen beurt kreeg, was een veel
voorkomend geval.
Toen de kinderen opgroeiden, bleek de
gelijkenis niet alleen lichamelijk" maaroox
geestelijk te bestaan. Op school waren ze
de wanhoop van hun onderwijzers en speel
kameraden. De meesters beslisten devraag
dikwijls op een wijze, die voor de jon
gens minder aangenaam was. Als de een
straf verdiende, werd die aan beiden toe
gediend on zeker te zijn, dat de schuldige
niet ontsnapte.
De broeders kozen allebei het beroep
van schilder en studeerden daarvoor aan
de school voor scho-one kunsten te Parijs.
Nadat ze door hun stukken de aandacht
op zich gevestigd hadden,, besloten zede
tentoonstelling te St. Louis te bezoeken.
Nauwelijks waren ze m Amerika aange
komen, of een ondernemer van publieke
vermakelijkheden bood hun vijf duizend dol
lars aan, om eenige maanden bij hem op
te treden.
Terwijl do groote gelijkenis der broeders
Chanteau hun zelf eu hun vrienden soms
grappige en soms minder aangename avon
turen bezorgde, hadden twee andere Pa-
rijzenaars gelijksoortige ondervindingen,'al.
de tweelingzusters Genevieve en Suzanne
Renand.
Een vriend dezer jonge meisjes kreeg
do gedachte, dat die paren tweelingen voor
elkaar bestemd waren. De gebroeders Chan
teau werden daarom uitgenoodigd de por
tretten der zusters te schilderen. De eer
ste bijeenkomst was heel eigenaardig. De
dames kenden de broers evenmin liitelkaar
als deze haar. Maar de liefde heeft schor
per oogen dan iets anders en zoo leerden
Alphonse en Geneviève elkaar even spoe
dig kennen als Gabriël en Suzanne.
EEN OUD-STRIJDER.
Kort geleden werd weer melding gemaakt
van het overlijden van een oud-strijder van
Waterloo. Men zou haast gaan gelooven,
dat er tot in eeuwigheid blijven leven
Sedert hoe lang wijden de Franscbe cou
ranten nu al niet een treffend artikeltje
aan den laakten oud-strijder?
Ik heb, evenals ieder ander, eerbied voor
die dapperen, die een rol, hoe nederig dan
ook, in dien gewichtigen tijd hebbenoge-
speeld. Maar telkens, wanneer ik zoo'n
doodsbericht lees, denk ik aan een klein
voorval, dat mij op een uitstapje overko
men is. Wanneer ik dit vertel, sluit dit
geen gebrek aan eerbied in voor de na
gedachtenis dier dapperen, daar ik natuur
lijk onderscheid maak tusschen „echtheid"
en „namaak". ïs er in onzen tegenwoordi-
gen tijd wel iets beveiligd tegen verval-
sehing?
Ik bracht dan een bezoek aan een slag
veld in Champagne. Men heeft daar een
gedenkteoken opgericht, op de plaats, waar
een verwoede strijd gestreden is. Terwijl
ik op het terrein rondliep en dacht aan
dc weinige sporen, die zulk oen bloedige
slag achterlaat, kwam een oude boer op
mij af.
Ik hield hom voor een dier vervelende
gidsen, die n op elk historisch plekje las
tig vallen met lange, uit het hoofd geleerde
verhalen. En inderdaad volgde hij mij op
den voet en begon een langdradige beschrij
ving van den slag, alsof hij een les opzei.
Hij beschreef me do vijandelijke troepen,
dio onze soldaten aanvielen, noemde de
namen van de generaaels, in één woord,
hij gaf een nauwkeurige beschrijving van
den loop van liet gevecht. Ik luisterde er
nauwelijks naar, maar zocht een voorwend
sel, om van hem af te komen.
„Kijk", zei hij eensklaps, „daar, waar
nu die wijnstokken zijn, richtte dc keizer,
die te paard zat, zich tot onzen kolonel.
„Er blijft niets anders over, dan ons te
laten doodenl" zei hij Ja, ik zie alles
weer, zooals het toen was Het was
hondenweer; we stonden diep in de mod
der"
„Wat!" zoi ik, „was je ook een van do
strijders?"
„O, neem mij niet kwalijk, mijnheer, ik
ging te ver. Ja, mijnheer, ik was er ook
bij. Wanneer ik over dien tijd spreek, dan
worden de herinneringen mo te machtig,"
voegde hij 'er goedmoedig bij, „oude men-
schen praten graag, weet u!"
Ik begon belang te stellen in den ouden
man. 't Leek me nu niet langer iels alle-
daagsch, om me door iemand, die een rol
gespeeld had in dat treurspel, op hot slag
veld te laten rondleiden. Ik begon hem een
en ander te vragen cn zijn antwoorden
waren "duidelijk; blijkbaar herinnerde hij
zich alles nog heel goed. Hij verleide eigen
aardige, maar toch "belangrijke bijzonder
heden.
„De keizer," zei hij, „had een winkel
haak in zijn jas gehaald. Zenuwachtig trok
hij er aan, totdat zij in flarden hing cm
onderwijl mompelde hij op trcurigen toon
eon paar woorden. Dit is alles, maar 't
was vreeselijk, hem aan le zien, dat ver
zeker ik u."
We liepen zoo verder, terwijl mijn gids
de verschillende tooneelen van den strijd
beschreef.
„Kijk, wanneer men daar eens ging gra
ven, waar u dat korenveld ziet, zou men
geraamten van menschen en paarden vin
den. De dragonders werden letterlijk ver
moord 'O, die oorlog 1"
We waren, al wandelend, het huisje ge
naderd, waar hij woonde.
„Wanneer u er belang in stelt," vroeg
hij, „wilt u dan mijn uniform eens zien?
Ik heb haar bewaard. Toen de vrede go-
sloten was, heb ik hier dit hutje gebouwd."
Ik volgde hem. Hij opende een kast en
haalde er heel voorzichtig een groote blau
we kapotjas, waaraan geen enkele knoop
ontbrak, en een schako, uit.
„Voel eens, hoe zwaar op het hoofd!
Onze tegenwoordige lotelingen zouden dat
gewicht niet meer kunnen dragen!"
En lachend zette hij de schako op, waar
na hij haar weer afnam en mij het gewicht
liet voelen.
Op een plank stonden, netjes gerang
schikt, tal van herinneringen aan den strijd
kogels, kokarden, knoopen, een handvat van
een sabel, een spoor, een stuk van een
vaandel. Wie houdt niet van verzamelen?
Ik althans kreeg lust, een van die histori
sche overblijfselen te koopen.
Maar do boer wilde er niets van weten
„Ik kan daar niets van verkoopen, werke
lijk nietl"
Met een goudstuk kreeg ik het eindelijk
gedaan.
Ik kwam, trotsch op mijn verovering, in
mijn hotel terug, maar toen de hotelhouder
mij zag, begon hij te lachen.
„Zoo, heeft de oude F. u best ge
nomen?"
„Heeft hjj u het verhaal van don slag
gedaan?"
„Nu, laat het u tot troost zjjn, dat u
niet de eerste vreemdeling bent, wien zoo
iets overkomt."
„Wat dan?"
r
Tai
„Wat?" i
„Ja."