lans en rijks-aanstelling. Op de terecht zitting zullen zij alleen mogen meewerken als zij mr. zijn; zoo wordt (ge)„waakt voor het aanzien der terechtzittingen (sic!) e Over het geheel wordt nu, behalve bij do kantongerechten, het aantal rechterlijke ambtenaren ook elders verminderd, en wei hierdoor, dat a. bij kleine rechtbanken minder ambte naren het werk van tegenwoordig zullen moeten doen (bij do kleinste b.v. vier rechters, één officier en één griffier, ter wijl daar nu in elk geval ook nog een substituut-officier en een substituut-grif fier zijn); b. bij de hoven het minimum aantal, sa men in één kamer rechtsprekende raads- heeren van 5 of 6 op 3, bij den Hoogen Raad van 6 of 7 op 5 wordt gebracht. Wij zagen boven, dat ter vermijding van bet al te lang aanblijven van oude rech ters, bij de oorspronkelijke ontwerpen een maximum leeftijdsgrens wordt voorgesteld Bij het nieuwe ontwerp II (klein), worden alleen de pensioenbepalmgen royaler ge- maakt, waardoor men hoopt te bereiken, dat veel oude ambtenaren uit eigen be weging eervol ontslag 'zullen vragen. De g i' o o t e beginselen van deze wetsontwerpen zijn dus: verbetering van de oositie van het lagere personeel, waar aan in sommige gevallen meerder werk wordt gegeven. Afschaffing van de grif- fiers-emolumenten, verbetering van de pro motie, veraangenaming van het werk en grootere bewegelijkheid van het corps amb tenaren van het O. M., beperking van het aantal griffiers door samensmelting van de kantongerechten in de groote steden cn aanstelling van substituut-griffiers aldaar en beperking van het aantal rechtspreken de ambtenaren door geringere bezetting van de rechtbanken en door het voorschrij ven van kleinere „kamers" voor de ho ven en den Hoogen Raad (dit alles ge paard gaande met een uitzetting van hel vroegere maximum, met. het oog op en kele gevallen van grooto drukte). Het is dus een stap in de richting van beperking van de collegiale rechtspraak, waarbij het beginsel zelf echter nog in geeuon dcelo wordt prijs gegeven. Het minimum aantal rechters in de kamers der arrondissements rechtbanken blijft drie (artt. 50 en 57 R. O. oud) en alleen bij de hoogere colleges wordt het op minder vastgesteld, dan de oude wet eischte. De hoop is, dat men zoo hervormende, minder ambtenaren zal krijgen, de salaris positie voor alle ambtenaren en beambten dus zal kunnen verbeteren, zonder dat het meer geld zal kosten en dat men de kans op promotie grooter zal maken, ter wijl men, waar veel werk is, met meer ambtenaren zal kunnen werken en zoo doende al het werk behoorlijk op tijd ge daan zal kunnen krijgen. Als nu de kamers in dit mozaïekwerk maar zullen willen meegaan met den mi nister, die in een eerder vurig dan ge- woon-dor gestelde memorie van toelicnting deze mozaïek-bevloering in tweeën aan prijst als het redmiddel in den justitiee- len nood. ALLERLEI. TESLA WIL MET MARS SPREKEN. Tesla, de geniale Hongaarsche natuur kundige, die door zijn proeven met wissel- stroomen wereldberoemd is geworden, kon digt thans aan, dat hij voorbereidende werkzaamheden treft om do bewoners van de planeet Mars met de stem van de Nia gara toe te spreken. Voor dit doel wil hij de electrische machines, die haar kracht ontleenen aan den Niagara-water- val, gebruiken. Voor Tesla's fantasie be hoort sedert enkele jaren geen ding meer tot de onmogelijkheden en zijn rijke ver beeldingskracht heeft ook het vraagstuk van de verbinding van Aarde en Mars „op gelost"'. Er is slechts 'n kleine „maar' bij, dat men n.l. nog niet met zekerheid weet of Mars werkelijk bewoond is door wezens, die zoo verstandelijk begaafd zijn, dat zij de levensteekenen der Aarde zou den kunnen waarnemen en beantwoorden. Voor Tesla bestaani deze maren niet, want hij meent dat de Marsbewoners, overeen komstig den grooteren 'ouderdom van hun planeet, ook veel slimmer èn wetenschap pelijk hooger ontwikkeld moeten zijn dan de „aardwormen". Dus twijfelt hij er niet aan, dat de electrische bliksemstralen, die hij naar de planeet Mars wil zenden, een prompt antwoord zullen uitlokken. Dan is nog een soort telegrafisch alfabet noodig om in 't vervolg even gemakkelijk met Mars te seinen, als nu reeds draadlooze maconigrammen worden gewisseld over den Atlantischen Oceaan. Overigens heeft Francis Galton, 'n beroemd Engelseh an- thropoloog, met groote scherpzinnigheid tee kens samengesteld, die tusschen Aarde-en Marsbewoners eventueel zelfs voor enkele letters zouden gebruikt kunnen, worden. Tesla beeft verscheidene jaren gewerkt aan de stichting van draadlooze electri- citeitswerken, die in staat zouden zijn een kracht van 10000 paardekracht over te zenden naar 'n willekeurige plek op aarde en ook naar de een of andere „dichtbij"- zijnde planeet. Naar zijn overtuiging speelt de afstand hij moge duizenden of mil lioen'cn K.M. bedragen geen rol. Ver scheidend electriciteitsfabrieken mm dc Niagara hebben verklaard "dat zij reeds nu in staat zijn electrische slroomen van zulke sterkte te ontwikkelen. Zelfs zou de sterkte van den stroom opgevoerd kunnen worden tot billioeu (millioen maal millioen) paarde- krachten welke Merkte niet eens noo dig is om Mars waarneembaar sterke elec trische, schokken mee te doelen. Naar Nesla's schatting zullen een onnoozelc 100 millioen paardekraebton voor zij.i dooi toe reikend zijn. Overigens is Tesla van mea ning, dat de Marsbewoners reeds nu be proeven mei ons te spreken. De waarnemingen van Lowell zijn voor hem niet alleen bewijs dat er op Mars levende wezens bestaan, maar dat deze wezens zijn van hoogere oid wikkeling dan de menschen. Bovendien komt het Tesla te pas dat hij, naai zijn eigen mcenjng, een zeer fijn gevoel voor zulke dingen hoeft. Door de waarneming van vreemdsoortige storingen, di.e hij 0 jaren geleden deed en op een planetariischen oorsprong leiug- bracht, Staat na rijp o vet leg en 'ijverige tudies zijn meaning vast dat die storin gen worden teweeggebracht door pogingen van de .Marsbewoners om met ons te spreken. .WAT ER ALZOO GEVONDEN WORDT IN HET BASSIN EENER FONTEIN IN EEN GROOTE STAD. „Tweemaal per jaar maak i.k het bas- sip van deze fontein schoon," sprak een man, terwijl hij op een fontein wees, die op een plein stond in een groote stad. „Iedere schoonmaakbeurt kan ik als een voordeeltje beschouwen, want ik vind een grooten voorraad vreemde en kostbare voorwerpen in de modder en het zand, dal den bodem bedekt. „Zakkenrollers kunnen, zooalp mij ver teld is, de ledige beurzen, die zij gerold hebben, aan 'de uitdragers vorkoopen, maar stellig werpen zij ze ook veel in de fon tein, want zekeren keet baalde ik er niet minder dan twintig uil tc voorschijn. „Nooit heb ik het bassin schoongemaakt of ik vond één of meer trouwringen; on of ik gelijk heb weet ik niet, maai ik meen. dat die ringen er ingeworpen wer den door vrouwen, die met baai mannen twisten, en dan in haar woede zich geen rekenschap geven van haar daden. Ook heb ik wel gezien, dat vrouwen haar han den wasschen in de fontein, en op die manier gaan er natuurlijk ook ringen ver loren. Niet lang geleden vond ik een paar gebroken aanbanden.; en nu ongeveer vijf jaar geleden twintig marocco-ledcren étuis, zooals die gewoonlijk voor juweelen ge bruikt worden. Ik bracht ze bij de politie en het kwam uit, dat zij afkomstig waren van een grooten jnweclendiefstal, waar over destijds veel gesproken werd. „Munten heb ik in grooten getale ge vonden. Onlangs, op den eersten Augustus, dacht ik, dat ik een rijke vondst deed, want ik ontdekte niet minder dan vijftien souvoreinen, verpakt in oen lederen om slag. Het spijt mij evenwel te moeten zeg gen, dat zij alle valsch waren. Het voor naamste. wait ik ooit vond, was een ring met kostbaren diamanten steen, die nooit door iemand opgeëischt werd. Ver der kan ik Kier nog bijvoegen, dat miin chefs mij toestaan alles wat ik vind, ten eigen voordeele aan te wenden." migo onder deze waren zoo oud,, dal zij nog sporen droegen van pij ton. Ken zeker zilversmid in Londen heeft een geregeldon omzet van schedels, die hij inricht als tabakspotten; hij koopt zo in groot.' hoeveelheden op, en kan er gewoon lijk zoowel krijg»u, dat hij ze nooit be hoeft te vervangen door schedels van pa pier-machë. VOORZICHTIGHEID BIJ HET GEBRUIK VAN PÜTLOODEN, Ecnigen tijd geleden stierfin helAugusla- hospitaal te Berlijn een jongmensch op 18-jarigen leeftijd. Bij het slijpen van het puntje aan eeti potlood had hij zich in den vinger gesne den, eu er was van het afslijpsel in dc wond gekomen. Hij gaf er geen acht op, en reeds den volgenden dag was de vinger erg ontsto ken, wat zich weidta aan den geheelen arm meedeelde. Eerst' toen de vergiftiging tot aan den schouder en de borst was genaderd, werd geneeskundige hulp ingeroepen, maar het was te laat. Laat dit voorval vooral schoolkinderen tot voorbeeld strekken! Verder vernemen wij uit Leipzig, dat bij een langdurige, chronische maag-cathar van een jongmensch gebleken is, dat die ner gens anders zijn oorsprong had dan uit de slechte gewoonte, om altijd hij het ge bruik ervan, het potlood in den mond te steken. Men zij dus op zijn hoede 1 BE UITVINDING VAN STALEN PENNEN. In het jaar 1830 woonde er Ie Birming ham een juwelier, die Jozef Gilol heette. Op zekeren dag maakte hij toevallig een spleet in een zijner stalen gereedschappen, en daar hij een bewijs van ontvangst voor iets moest teekenen en niet terstond zijn voeren pen bij dc hand had, bezigde hij het gespleten werktuigje als een gemak kelijke plaats vei vanger. Dit gelukkige toe val leidde tot het denkbeeld 'der vervaar diging vim motalen pennen. Zij werden heel in hot geheim en met den mccstcn spoed vervaardigd, cn de pennen vanGil- lot werden beroemd. Dc vervaardiging van stalen pennen is, na de uitvinding der boekdrukkunst, voorzeker de belangrijkste geweest op het gebied van nijverheid, han del cn wetenschap.' Er bestaan thans tal- looze firma's, die eiken dag evenveel pen nen afleveren, als al de ganzen van En geland samen per jaar zouden kunnen voortbrengen. Er blijft evenwel nog altijd een gioote vraag naar penncschachten au voeren pennen; maar voor algemeen ge bruik mag in deze dagen van univer&ecle ontwikkeling het gewicht van Gillot's eer ste uitvinding bijna onberekenbaar heetcn. DRIEDUIZEND SCHEDELS. 't Is tegenwoordig de tijd van verzame lingen. De een doel in postzegels, een tweede in lucifersdoosjes, een derde in sigarenpuntjes, enz., enz. Van een verza meling, beslaande uit meuschelijkc sche dels, heeft men evenwel maar zelden ge hoord. Toch had de overleden professor Owen liet zoover gebracht, dat hij drie duizend schedels bij elkaar had,, van alle bekende rassen der aarde, waarondei er waren van verscheidene vorstelijke perso nen, voornamelijk uit het huis der Stuarts, en van alle soorten van misdadigers. Bij de aanbieding van nieuwe schedels kon de professor onmiddellijk zeggen tot welk land en ras de eigenaar ervan be hoord had. Een dame te Birmingham had een ver zameling, die voornamelijk bestond uit schedels vnu gesneuvelde soldaten; som- EEN OPMERKING VAN DARWIN. Als men in groole steden loopt, ismen tegenwoordig soms verwonderd over liet aantal naamborden van dentisten, welke men er ziet, cn men kan dan niet nalaten zich af te vragen, of er nu zooveel meer behoefte bestaat aan tandmeesters dan vroeger. En werkelijk L dit zoo; nvn heeft tegen woordig meer last van kiespijn dan in vroeger tijden, cn dit komt omdat dc kaken van 't tegenwoordig geslacht te klein zijn om 't aantal tanden te bevatten. Vandaar, dat ze elkaar verdringen on de kiezen van verstand te veel naar achteren zetten, M geen niet zelden aanleiding tot veel ellende geeft. Darwin nu beweert, dat dc kaken lang zamerhand ('t was een proces van eeuwen) ingekrompen zijn, doordat de menschen hun spieren niet meer zooveel gebruikten als vroeger. Met gekookt eten toch is er tot 't kouwen lang zooveel inspanning niet noodig ais er vereischt wordt tol het ver malen van rauw vleesch. 't Is dus onze meerdere bescha 'ing cn lekkerbekkerij, welke ons den i ist van kiespijn bezorgt, die wij volgens genoemde theorie zouden kunnen vermijden, door onze spijzen on gekookt to eten on dus onze spieren meer te ontwikkelen. Dit zou langzamerhand de kaken weer doen uitzetten en onze kindskinderen zou den er het voordeel van hebben. Is er dus iemand onder ouzo lezers of lezeressen, wiens of wier gevoel zich zoo ver uitstrekt, laat hij of zij dan het vleescn verorberen, zooals moeder natuur liet ons geeft. VERSCHILLENDE WIJZEN VAN BEGROETING. De Hindoo valt op den grond, eenmaal als het ecu begroeting van zijns gelijken geldt, twee- tol meermalen voor hoogge plaatsten. De Arabieren wrijven ton groet hun aan gezichten 'tegen eikaar. De Japanner werpt zijn sloffen ver weg, kruist dc armen over elkaar en roept om ontferming. In Birma besnuffelt men elkanders ge zicht, en naarmate de groet vriendelijker is, prijst men de lucht, die men inademt. Op de 'Zudderzee-eilandcn verfrisschen de vrienden zich onderling door emmers water over eikaars hoofd tc gieten, als welkomstgroet. I)e Australische negers steken ten be wijs van vriendschap en vreugde de tong tegen elkaar uit. De Siamees werpt zich in het stol voor zijn meerderen en wacht tot deze hem opheft. De Eskimo's vallen op dc knieën en kruipen zoo naar elkaar toe, waarna zij plechtig dc punten hunner neuzen met elkaar in aanraking brengen. Zoo heeft ieder land, iedere volksstam zijn bizonderc wijze van groeten, en ieder denkt natuurlijk dat zijn manier do besleis. VLIEGEN EN MUGGEN. Op IJsland worden in sommige plaatsen, vooral in de nabijheid der mijnen, zooveel vliegen en muggen aangetroffen, dat dc veldarbeiders zicii door handschoenen en maskers voor de beten dezer dieren moe ten beveiligen. Daar IJsland zeer arm is aan kruipende dieren, die deze plaag zou den kunnen verslinden, heeft men wel eens getracht kikvorschen naar IJsland mee te nemen, en deze hebben zeer goede dien sten gedaan. 1IIJ HAD GENOEG GEDAAN. „Hoeren," sprak een ex-officier uit het leger, d' candidant was voor het jairia- inenl, „ik heb tegen de Ru-sen gevochten. Ik heli dikwijl--- geen ander bed gehad dan het slagveld, eu geen ander deken dan hel uitspansel. Ik heb over den beviorcn giond geloopen, terwijl de grond zich bij k d -ren stap rood klemde van mijn bloed," Hot verhaal trok ze >r de aandacht, lot- di t een grappenmakei uitriep: „Zegt ge met, dat ge tegen de Russen gevochten hebt?" „Ja," hernam de eandidaal. „En dat ge op den grond sliept, zonder een ander deken dan hel uitspansel?" „Stellig." „En dat uw voeten bloedden, terwijl ge voortging! „Dat is alles waar," riep de opgewonden candidaat. „Dan hebt ge stellig al genoeg voor uw and gedaan; ga maar kalm naar huis. li sten! den anderen candidaat." VOOR DAMES. MODE. Niet heel lang geleden nog maakten wc melding van do verbazend groote hoeden, die als het ware overladen waren met vecren, linten en bloemen, bloemen van bovennatuurlijke grootte men denko Slechts aan dc fhnveeleu pencées ter grootte van êen Ihocschoteltjccn nu is dat alles ineens veranderd en de orde van den dag iskleine hoeden, kleine markies-modellen mot zéér hoog opgeslagen randen. üe groote hoeden zijn moeii'ijk te dra gen. Ze vragen reusachtige kapsels, van rollen, bandeaux, krullen, enz,, maar boven alles eischen ze een volmaakt gekleed toi let. De groote hoeden zijn niet in overeen stemming met een gewoon alledaagsch costuum. Die overvloed van voeren en bloe men kosten schaften van geld, als men ze beslist mooi wil jiebben. Zuinige vtou wen zullen dus verrukt zijn over het nieuw tje, dat wij haar hierbij brengen. Het allernieuwste zijn op hel oogonblik hoeden van fluweel, taffotan of \ilt. 'De garncering bestaat hoofdzakelijk uit bloo men, als rozen, allo kleuren van muur bloemen, waterlelies, enz. Rozen worden in allo kleuren gebruikt, mon garneert ze echter in oploopende tinten, bijv. van kas tanjebruin tot crème, van prune tot panna, van donker bordeaux-rood tot zacht rose. Heel nieuw zijn bosjes rogge van ehe- ,nille vervaardigd; men ziet or bizonder goed geslaagde aigrettes in. Ook heftenen nu en dan hoeden aau met oen hol van pels en een villen rand. Parijs dat zoo graag iu uitersten vervalt brengt hoc dein, waarvan dc bol van kant en do rand van tulle isdie hoeden behoeven weinig garneering, slechts bladen of bloemen. WANNEER HET HUWELIJK GEEN LAST IS. Het volgende verhaalt een jonge dame omtrent het huwelijk: „Ik geloof niet, dat ik een man alleen om zijn geld zou trouwenmaar nis een man veel geld had, een goed uiterlijk, een mooie snor, die aau beide einden krulde, mooie blauwe oogen cn een goede positie; als hij koopman wa-., zijn moeder en zus ters er aristocratisch uitzien, cn hij ver langde mij tc trouwen, mij belovende mij altijd mijn eigen zin "te laten doen, mij ruim te voorzien van geld, mij een mooi huis in de stad en een aardige villa buiten de stad te geven, mij ruimschoots te voor zien van kostbaarheden en diamanten, nooit te brommen en ik hieid veel van 'hem; dan geloof ik niet, dat het huweljjk een last zou zijn. HOE DE KOSTBAARHEDEN VAN ACTRI CES BEWAAKT WORDEN. De moeste der groote en beroemde ac trices bezitten kostbare juweelen, en de Engelse he toonaelspeelster Ellen Terry heeft wel een van de schoonste verzamelingen. Sara. Bernhardt en Adeline Path hebben eveneens prachtige steencn. De waarde van die der laatste wordt geschal oji 35000 pond sterling, met inbegrip van dcnprach- tigen robijn, die haar werd aangeboden door den koning van Italië en die een waarde vertegenwoordigt van meer dan drieduizend pond. De drie bovengenoemd actrices werden dikwijls bestolen en daar om vatten zij tezamen met nog een ander het plau op, haar kostbaarheden in een safe te laten bewaren. De dames actrices veroorzaken de po- litie veel moeite, vooral wanneer zij haar sieraden dragen als zij op reis zijn. Indien de tooneelspeelsters van plan zijn zich to verbinden aan een ander tooneel- gezelschap, dan is dit doorgaans door d, couranten zeer vroeg bekend gemaakt, en een aantal 'leden van dievenbenden zijn dan aan het station aanwezig om de dames oogenschijnlijk „goede reis" tc wensch.cn maar in werkelijkheid is het alleen om te trachten haar beur kostbaarheden te ont vreemden. Zulke gevallen komen in grooto steden zoo dikwijls voor, dat men. de politie den dag vóór het vertrek er reeds mee in keil nis stelt, en zoo wordt menige diefstal verijdeld, d« die Ecnigen tijd geleden werd er eon lief. iuligheidsvoorstelling gegeven door een van de grootste tooneelspeelsters, in een schouwburg in het oostelijk deel van Lon- den; bij haar vertrek had zich een heolu wenb 'lido aan den uilgang verzameld, aar men wist dat de actrice veel kosi' aarheden hij zich had. Do dieven waren ued vermomd, doch zij neukten tot hun „root verdriet, dat ecnige detectives de tooneelspeelster in bescherming namen en haar naar een gereedstaand rijtuig brach ten. Een der detectives stapte met haar in, de ander nam plaats naast den koet sier. De juweelen .waren dus bijtijds in veiligheid. RECEPTEN. Rijstkoekjes. Wanneer men een restant van rijst hoeft kan men dit den volgenden dag op de meest smakelijke wijze voordienen. Met wat bloem, 2 geklopte eieren, wat melk, krenten, rozijnen en suiker, maakt men van de rijst een beslag, maakt hier koekjes van en bakt die met boter in de kockepan. Citroon-glacó. Zonder vuur eu zonder koken. Van 4 eieren, het wil afzonderlijk, zeer stijf geklopt, het sap van 3 citroenen, 2 ons suiker, 1/2 lood gesmolten gelatine. Alles goed door elkaar geklopt en in oen nat grunaakten vorm gedaan. Men kan dezen pudding eten mot room saus. 1 Y00R KINDEREN. DAT LUST IK NIET. Ik heb een "bleek,, mager ventje gekend van een jaar of negen. U zijn naam te noemen, zou tot niets dienen, daar go hom waarschijnlijk toch niet zoudt kennen. Hij had geen broers, noch zusters, cn daar om Melden zijn ouders eigenlijk te veel van hem. Te veel? vraagt go. Wol zeker, hij kreeg in alles zijn zin. Van toen hij nog maar een heel klein kind was, werd hij overladen met allerlei koek, gebakjes en het lekkerste eten van do tafel 's mid dags werd hem toegeduwd, E11 ziet hij er daarom nu zoo bleek uit? Juist geradenI Al die liflafjes' en flauwe kostjes deugen niet voor een gezonde menschen- of kin dermaag, en bovendien was onze vriend door al die lekkernijen langzamerhand een echte lekkerbek geworden, 't Is we! geen mooi woord, maar heusch, hel was toch zoo. De gewone spijzen, die een ander kind mot graagte gebruikt, lustte hij niet. 't Was tien tegen één, dat hij, zoodra het eten op tafel gebracht was, zeide: „Dat lust ik niet." Zijn vader die, behalve dat hij zijn zoontje bedierf, oen verstandig menschwas, begreep wel, dat dit heel verkeerd was cn zet daarom zoo nu en dan eens; „Kom, proef er eens van, mijn jongen, al is het maai een heel klein stukje, je zult zien het zal wel meevallen." Soms zelfs legde zijn ivader een beetje van die spijs op.zijn bord, maar dan zette mijnheer het opeen schreeuwen, zoo hard, dat men wel van tafel zou willen wegloopon. Maar wat ge beurde ei Zijn moeder word heel ern stig ziek, zoodat de lastige kleine bengel niet in huis kon blijven. Goede raad was nu duur, er woonde jjeen familie in de stad, en dus vroeg vader aan den ónder- wijzer, zijn zoontje eenigen tijd bij zich in huis te nemen. Nu was dc onderwij zer een beste man, die heel veel van kin deren hield, maar ze bederven, daar was hij oen vijandg van. Hij stemde dus toe den "jongen in huis te nemen, op voor waarde echter, dat hij mee zou eten, wat de pot schafte. Vader vond het goed, en onze vriend ging niet zonder moeite en tranen naar het huis van den onderwijzer. Zooals te voorzien was geweest, zei hij den eersten middag toen het eten optafel gebracht werd: „Staar dat lust ik niet." „Dat is heel goed," sprak de onderwijzer, „als jo maar weet, dat je niets anders krijgt." Zoo gebeurde het natuurlijk ook wel eens, dat hij van alles, wat op tafel kwam niets lustte, maar toch kreeg hij niets anders, en moest hij dus met een hongerige maag opstaan. Do vrouw van den onderwijzer had wel wat medelijden met den knaap eu sprak dus een half uurtje later: „Kom, laten wij nu samen dat kostje eens proeven, ik wed, dat, je 'hel wel lekker zult vindon." En werkelijk, de hongerige maag jeukte zoo, dat ons vriendje begon te eten. Ja, hij vond zelfs, dat 'tnog zoo erg slecht niet smaakte. Binneiï vier weken at hij alles mede, en toen hij na verloop van dezen tijd weer bij zijn ouders terugkeerde, dachten dezen, dat er een wonder met hom gebeurd was. Later zag hij in, hoe lastig men het zich zelf eu anderen maakt door te zeggen: „Dit of dat lust ik 'niet," en dat gewone, voedzame spijzen beter zijn voor het lichaam dan allerlei 'liflafjes en lekkernijen. Gedrukt ter Drukkerij y. dl Schiedamsche Courand

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1907 | | pagina 10