lans en rijks-aanstelling. Op de terecht
zitting zullen zij alleen mogen meewerken
als zij mr. zijn; zoo wordt (ge)„waakt
voor het aanzien der terechtzittingen
(sic!) e
Over het geheel wordt nu, behalve bij
do kantongerechten, het aantal rechterlijke
ambtenaren ook elders verminderd, en wei
hierdoor, dat
a. bij kleine rechtbanken minder ambte
naren het werk van tegenwoordig zullen
moeten doen (bij do kleinste b.v. vier
rechters, één officier en één griffier, ter
wijl daar nu in elk geval ook nog een
substituut-officier en een substituut-grif
fier zijn);
b. bij de hoven het minimum aantal, sa
men in één kamer rechtsprekende raads-
heeren van 5 of 6 op 3, bij den Hoogen
Raad van 6 of 7 op 5 wordt gebracht.
Wij zagen boven, dat ter vermijding van
bet al te lang aanblijven van oude rech
ters, bij de oorspronkelijke ontwerpen een
maximum leeftijdsgrens wordt voorgesteld
Bij het nieuwe ontwerp II (klein), worden
alleen de pensioenbepalmgen royaler ge-
maakt, waardoor men hoopt te bereiken,
dat veel oude ambtenaren uit eigen be
weging eervol ontslag 'zullen vragen.
De g i' o o t e beginselen van deze
wetsontwerpen zijn dus: verbetering van
de oositie van het lagere personeel, waar
aan in sommige gevallen meerder werk
wordt gegeven. Afschaffing van de grif-
fiers-emolumenten, verbetering van de pro
motie, veraangenaming van het werk en
grootere bewegelijkheid van het corps amb
tenaren van het O. M., beperking van het
aantal griffiers door samensmelting van de
kantongerechten in de groote steden cn
aanstelling van substituut-griffiers aldaar
en beperking van het aantal rechtspreken
de ambtenaren door geringere bezetting
van de rechtbanken en door het voorschrij
ven van kleinere „kamers" voor de ho
ven en den Hoogen Raad (dit alles ge
paard gaande met een uitzetting van hel
vroegere maximum, met. het oog op en
kele gevallen van grooto drukte). Het is
dus een stap in de richting van beperking
van de collegiale rechtspraak, waarbij het
beginsel zelf echter nog in geeuon dcelo
wordt prijs gegeven. Het minimum aantal
rechters in de kamers der arrondissements
rechtbanken blijft drie (artt. 50 en 57 R.
O. oud) en alleen bij de hoogere colleges
wordt het op minder vastgesteld, dan de
oude wet eischte.
De hoop is, dat men zoo hervormende,
minder ambtenaren zal krijgen, de salaris
positie voor alle ambtenaren en beambten
dus zal kunnen verbeteren, zonder dat
het meer geld zal kosten en dat men de
kans op promotie grooter zal maken, ter
wijl men, waar veel werk is, met meer
ambtenaren zal kunnen werken en zoo
doende al het werk behoorlijk op tijd ge
daan zal kunnen krijgen.
Als nu de kamers in dit mozaïekwerk
maar zullen willen meegaan met den mi
nister, die in een eerder vurig dan ge-
woon-dor gestelde memorie van toelicnting
deze mozaïek-bevloering in tweeën aan
prijst als het redmiddel in den justitiee-
len nood.
ALLERLEI.
TESLA WIL MET MARS SPREKEN.
Tesla, de geniale Hongaarsche natuur
kundige, die door zijn proeven met wissel-
stroomen wereldberoemd is geworden, kon
digt thans aan, dat hij voorbereidende
werkzaamheden treft om do bewoners van
de planeet Mars met de stem van de Nia
gara toe te spreken. Voor dit doel wil
hij de electrische machines, die haar
kracht ontleenen aan den Niagara-water-
val, gebruiken. Voor Tesla's fantasie be
hoort sedert enkele jaren geen ding meer
tot de onmogelijkheden en zijn rijke ver
beeldingskracht heeft ook het vraagstuk
van de verbinding van Aarde en Mars „op
gelost"'. Er is slechts 'n kleine „maar'
bij, dat men n.l. nog niet met zekerheid
weet of Mars werkelijk bewoond is door
wezens, die zoo verstandelijk begaafd zijn,
dat zij de levensteekenen der Aarde zou
den kunnen waarnemen en beantwoorden.
Voor Tesla bestaani deze maren niet, want
hij meent dat de Marsbewoners, overeen
komstig den grooteren 'ouderdom van hun
planeet, ook veel slimmer èn wetenschap
pelijk hooger ontwikkeld moeten zijn dan
de „aardwormen". Dus twijfelt hij er niet
aan, dat de electrische bliksemstralen, die
hij naar de planeet Mars wil zenden, een
prompt antwoord zullen uitlokken. Dan is
nog een soort telegrafisch alfabet noodig
om in 't vervolg even gemakkelijk met
Mars te seinen, als nu reeds draadlooze
maconigrammen worden gewisseld over
den Atlantischen Oceaan. Overigens heeft
Francis Galton, 'n beroemd Engelseh an-
thropoloog, met groote scherpzinnigheid tee
kens samengesteld, die tusschen Aarde-en
Marsbewoners eventueel zelfs voor enkele
letters zouden gebruikt kunnen, worden.
Tesla beeft verscheidene jaren gewerkt
aan de stichting van draadlooze electri-
citeitswerken, die in staat zouden zijn een
kracht van 10000 paardekracht over te
zenden naar 'n willekeurige plek op aarde
en ook naar de een of andere „dichtbij"-
zijnde planeet. Naar zijn overtuiging speelt
de afstand hij moge duizenden of mil
lioen'cn K.M. bedragen geen rol. Ver
scheidend electriciteitsfabrieken mm dc
Niagara hebben verklaard "dat zij reeds nu
in staat zijn electrische slroomen van zulke
sterkte te ontwikkelen. Zelfs zou de sterkte
van den stroom opgevoerd kunnen worden
tot billioeu (millioen maal millioen) paarde-
krachten welke Merkte niet eens noo
dig is om Mars waarneembaar sterke elec
trische, schokken mee te doelen. Naar
Nesla's schatting zullen een onnoozelc 100
millioen paardekraebton voor zij.i dooi toe
reikend zijn. Overigens is Tesla van mea
ning, dat de Marsbewoners reeds nu be
proeven mei ons te spreken.
De waarnemingen van Lowell zijn voor
hem niet alleen bewijs dat er op Mars
levende wezens bestaan, maar dat deze
wezens zijn van hoogere oid wikkeling dan
de menschen. Bovendien komt het Tesla
te pas dat hij, naai zijn eigen mcenjng,
een zeer fijn gevoel voor zulke dingen hoeft.
Door de waarneming van vreemdsoortige
storingen, di.e hij 0 jaren geleden deed en
op een planetariischen oorsprong leiug-
bracht, Staat na rijp o vet leg en 'ijverige
tudies zijn meaning vast dat die storin
gen worden teweeggebracht door pogingen
van de .Marsbewoners om met ons te
spreken.
.WAT ER ALZOO GEVONDEN WORDT IN
HET BASSIN EENER FONTEIN IN
EEN GROOTE STAD.
„Tweemaal per jaar maak i.k het bas-
sip van deze fontein schoon," sprak een
man, terwijl hij op een fontein wees, die
op een plein stond in een groote stad.
„Iedere schoonmaakbeurt kan ik als een
voordeeltje beschouwen, want ik vind een
grooten voorraad vreemde en kostbare
voorwerpen in de modder en het zand,
dal den bodem bedekt.
„Zakkenrollers kunnen, zooalp mij ver
teld is, de ledige beurzen, die zij gerold
hebben, aan 'de uitdragers vorkoopen, maar
stellig werpen zij ze ook veel in de fon
tein, want zekeren keet baalde ik er niet
minder dan twintig uil tc voorschijn.
„Nooit heb ik het bassin schoongemaakt
of ik vond één of meer trouwringen; on
of ik gelijk heb weet ik niet, maai ik
meen. dat die ringen er ingeworpen wer
den door vrouwen, die met baai mannen
twisten, en dan in haar woede zich geen
rekenschap geven van haar daden. Ook
heb ik wel gezien, dat vrouwen haar han
den wasschen in de fontein, en op die
manier gaan er natuurlijk ook ringen ver
loren. Niet lang geleden vond ik een paar
gebroken aanbanden.; en nu ongeveer vijf
jaar geleden twintig marocco-ledcren étuis,
zooals die gewoonlijk voor juweelen ge
bruikt worden. Ik bracht ze bij de politie
en het kwam uit, dat zij afkomstig waren
van een grooten jnweclendiefstal, waar
over destijds veel gesproken werd.
„Munten heb ik in grooten getale ge
vonden. Onlangs, op den eersten Augustus,
dacht ik, dat ik een rijke vondst deed,
want ik ontdekte niet minder dan vijftien
souvoreinen, verpakt in oen lederen om
slag. Het spijt mij evenwel te moeten zeg
gen, dat zij alle valsch waren. Het voor
naamste. wait ik ooit vond, was een
ring met kostbaren diamanten steen, die
nooit door iemand opgeëischt werd. Ver
der kan ik Kier nog bijvoegen, dat miin
chefs mij toestaan alles wat ik vind, ten
eigen voordeele aan te wenden."
migo onder deze waren zoo oud,, dal zij
nog sporen droegen van pij ton.
Ken zeker zilversmid in Londen heeft
een geregeldon omzet van schedels, die hij
inricht als tabakspotten; hij koopt zo in
groot.' hoeveelheden op, en kan er gewoon
lijk zoowel krijg»u, dat hij ze nooit be
hoeft te vervangen door schedels van pa
pier-machë.
VOORZICHTIGHEID BIJ HET GEBRUIK
VAN PÜTLOODEN,
Ecnigen tijd geleden stierfin helAugusla-
hospitaal te Berlijn een jongmensch op
18-jarigen leeftijd.
Bij het slijpen van het puntje aan eeti
potlood had hij zich in den vinger gesne
den, eu er was van het afslijpsel in dc
wond gekomen.
Hij gaf er geen acht op, en reeds den
volgenden dag was de vinger erg ontsto
ken, wat zich weidta aan den geheelen
arm meedeelde.
Eerst' toen de vergiftiging tot aan den
schouder en de borst was genaderd, werd
geneeskundige hulp ingeroepen, maar het
was te laat.
Laat dit voorval vooral schoolkinderen
tot voorbeeld strekken!
Verder vernemen wij uit Leipzig, dat bij
een langdurige, chronische maag-cathar van
een jongmensch gebleken is, dat die ner
gens anders zijn oorsprong had dan uit
de slechte gewoonte, om altijd hij het ge
bruik ervan, het potlood in den mond te
steken.
Men zij dus op zijn hoede 1
BE UITVINDING VAN STALEN
PENNEN.
In het jaar 1830 woonde er Ie Birming
ham een juwelier, die Jozef Gilol heette.
Op zekeren dag maakte hij toevallig een
spleet in een zijner stalen gereedschappen,
en daar hij een bewijs van ontvangst voor
iets moest teekenen en niet terstond zijn
voeren pen bij dc hand had, bezigde hij
het gespleten werktuigje als een gemak
kelijke plaats vei vanger. Dit gelukkige toe
val leidde tot het denkbeeld 'der vervaar
diging vim motalen pennen. Zij werden
heel in hot geheim en met den mccstcn
spoed vervaardigd, cn de pennen vanGil-
lot werden beroemd. Dc vervaardiging van
stalen pennen is, na de uitvinding der
boekdrukkunst, voorzeker de belangrijkste
geweest op het gebied van nijverheid, han
del cn wetenschap.' Er bestaan thans tal-
looze firma's, die eiken dag evenveel pen
nen afleveren, als al de ganzen van En
geland samen per jaar zouden kunnen
voortbrengen. Er blijft evenwel nog altijd
een gioote vraag naar penncschachten au
voeren pennen; maar voor algemeen ge
bruik mag in deze dagen van univer&ecle
ontwikkeling het gewicht van Gillot's eer
ste uitvinding bijna onberekenbaar heetcn.
DRIEDUIZEND SCHEDELS.
't Is tegenwoordig de tijd van verzame
lingen. De een doel in postzegels, een
tweede in lucifersdoosjes, een derde in
sigarenpuntjes, enz., enz. Van een verza
meling, beslaande uit meuschelijkc sche
dels, heeft men evenwel maar zelden ge
hoord. Toch had de overleden professor
Owen liet zoover gebracht, dat hij drie
duizend schedels bij elkaar had,, van alle
bekende rassen der aarde, waarondei er
waren van verscheidene vorstelijke perso
nen, voornamelijk uit het huis der Stuarts,
en van alle soorten van misdadigers.
Bij de aanbieding van nieuwe schedels
kon de professor onmiddellijk zeggen tot
welk land en ras de eigenaar ervan be
hoord had.
Een dame te Birmingham had een ver
zameling, die voornamelijk bestond uit
schedels vnu gesneuvelde soldaten; som-
EEN OPMERKING VAN DARWIN.
Als men in groole steden loopt, ismen
tegenwoordig soms verwonderd over liet
aantal naamborden van dentisten, welke
men er ziet, cn men kan dan niet nalaten
zich af te vragen, of er nu zooveel meer
behoefte bestaat aan tandmeesters dan
vroeger.
En werkelijk L dit zoo; nvn heeft tegen
woordig meer last van kiespijn dan in
vroeger tijden, cn dit komt omdat dc kaken
van 't tegenwoordig geslacht te klein zijn
om 't aantal tanden te bevatten. Vandaar,
dat ze elkaar verdringen on de kiezen van
verstand te veel naar achteren zetten, M
geen niet zelden aanleiding tot veel ellende
geeft.
Darwin nu beweert, dat dc kaken lang
zamerhand ('t was een proces van eeuwen)
ingekrompen zijn, doordat de menschen
hun spieren niet meer zooveel gebruikten
als vroeger. Met gekookt eten toch is er
tot 't kouwen lang zooveel inspanning niet
noodig ais er vereischt wordt tol het ver
malen van rauw vleesch. 't Is dus onze
meerdere bescha 'ing cn lekkerbekkerij,
welke ons den i ist van kiespijn bezorgt,
die wij volgens genoemde theorie zouden
kunnen vermijden, door onze spijzen on
gekookt to eten on dus onze spieren meer
te ontwikkelen.
Dit zou langzamerhand de kaken weer
doen uitzetten en onze kindskinderen zou
den er het voordeel van hebben.
Is er dus iemand onder ouzo lezers of
lezeressen, wiens of wier gevoel zich zoo
ver uitstrekt, laat hij of zij dan het vleescn
verorberen, zooals moeder natuur liet ons
geeft.
VERSCHILLENDE WIJZEN VAN
BEGROETING.
De Hindoo valt op den grond, eenmaal
als het ecu begroeting van zijns gelijken
geldt, twee- tol meermalen voor hoogge
plaatsten.
De Arabieren wrijven ton groet hun aan
gezichten 'tegen eikaar.
De Japanner werpt zijn sloffen ver weg,
kruist dc armen over elkaar en roept om
ontferming.
In Birma besnuffelt men elkanders ge
zicht, en naarmate de groet vriendelijker
is, prijst men de lucht, die men inademt.
Op de 'Zudderzee-eilandcn verfrisschen
de vrienden zich onderling door emmers
water over eikaars hoofd tc gieten, als
welkomstgroet.
I)e Australische negers steken ten be
wijs van vriendschap en vreugde de tong
tegen elkaar uit.
De Siamees werpt zich in het stol voor
zijn meerderen en wacht tot deze hem
opheft.
De Eskimo's vallen op dc knieën en
kruipen zoo naar elkaar toe, waarna zij
plechtig dc punten hunner neuzen met
elkaar in aanraking brengen.
Zoo heeft ieder land, iedere volksstam
zijn bizonderc wijze van groeten, en ieder
denkt natuurlijk dat zijn manier do besleis.
VLIEGEN EN MUGGEN.
Op IJsland worden in sommige plaatsen,
vooral in de nabijheid der mijnen, zooveel
vliegen en muggen aangetroffen, dat dc
veldarbeiders zicii door handschoenen en
maskers voor de beten dezer dieren moe
ten beveiligen. Daar IJsland zeer arm is
aan kruipende dieren, die deze plaag zou
den kunnen verslinden, heeft men wel eens
getracht kikvorschen naar IJsland mee te
nemen, en deze hebben zeer goede dien
sten gedaan.
1IIJ HAD GENOEG GEDAAN.
„Hoeren," sprak een ex-officier uit het
leger, d' candidant was voor het jairia-
inenl, „ik heb tegen de Ru-sen gevochten.
Ik heli dikwijl--- geen ander bed gehad dan
het slagveld, eu geen ander deken dan hel
uitspansel. Ik heb over den beviorcn giond
geloopen, terwijl de grond zich bij k d -ren
stap rood klemde van mijn bloed,"
Hot verhaal trok ze >r de aandacht, lot-
di t een grappenmakei uitriep: „Zegt ge
met, dat ge tegen de Russen gevochten
hebt?"
„Ja," hernam de eandidaal.
„En dat ge op den grond sliept, zonder
een ander deken dan hel uitspansel?"
„Stellig."
„En dat uw voeten bloedden, terwijl ge
voortging!
„Dat is alles waar," riep de opgewonden
candidaat.
„Dan hebt ge stellig al genoeg voor uw
and gedaan; ga maar kalm naar huis. li
sten! den anderen candidaat."
VOOR DAMES.
MODE.
Niet heel lang geleden nog maakten wc
melding van do verbazend groote hoeden,
die als het ware overladen waren met
vecren, linten en bloemen, bloemen van
bovennatuurlijke grootte men denko
Slechts aan dc fhnveeleu pencées ter grootte
van êen Ihocschoteltjccn nu is dat alles
ineens veranderd en de orde van den dag
iskleine hoeden, kleine markies-modellen
mot zéér hoog opgeslagen randen.
üe groote hoeden zijn moeii'ijk te dra
gen. Ze vragen reusachtige kapsels, van
rollen, bandeaux, krullen, enz,, maar boven
alles eischen ze een volmaakt gekleed toi
let. De groote hoeden zijn niet in overeen
stemming met een gewoon alledaagsch
costuum. Die overvloed van voeren en bloe
men kosten schaften van geld, als men
ze beslist mooi wil jiebben. Zuinige vtou
wen zullen dus verrukt zijn over het nieuw
tje, dat wij haar hierbij brengen.
Het allernieuwste zijn op hel oogonblik
hoeden van fluweel, taffotan of \ilt. 'De
garncering bestaat hoofdzakelijk uit bloo
men, als rozen, allo kleuren van muur
bloemen, waterlelies, enz. Rozen worden
in allo kleuren gebruikt, mon garneert ze
echter in oploopende tinten, bijv. van kas
tanjebruin tot crème, van prune tot panna,
van donker bordeaux-rood tot zacht rose.
Heel nieuw zijn bosjes rogge van ehe-
,nille vervaardigd; men ziet or bizonder
goed geslaagde aigrettes in. Ook heftenen
nu en dan hoeden aau met oen hol van
pels en een villen rand. Parijs dat zoo
graag iu uitersten vervalt brengt hoc
dein, waarvan dc bol van kant en do rand
van tulle isdie hoeden behoeven weinig
garneering, slechts bladen of bloemen.
WANNEER HET HUWELIJK GEEN
LAST IS.
Het volgende verhaalt een jonge dame
omtrent het huwelijk:
„Ik geloof niet, dat ik een man alleen
om zijn geld zou trouwenmaar nis een
man veel geld had, een goed uiterlijk, een
mooie snor, die aau beide einden krulde,
mooie blauwe oogen cn een goede positie;
als hij koopman wa-., zijn moeder en zus
ters er aristocratisch uitzien, cn hij ver
langde mij tc trouwen, mij belovende mij
altijd mijn eigen zin "te laten doen, mij
ruim te voorzien van geld, mij een mooi
huis in de stad en een aardige villa buiten
de stad te geven, mij ruimschoots te voor
zien van kostbaarheden en diamanten, nooit
te brommen en ik hieid veel van 'hem;
dan geloof ik niet, dat het huweljjk een
last zou zijn.
HOE DE KOSTBAARHEDEN VAN ACTRI
CES BEWAAKT WORDEN.
De moeste der groote en beroemde ac
trices bezitten kostbare juweelen, en de
Engelse he toonaelspeelster Ellen Terry heeft
wel een van de schoonste verzamelingen.
Sara. Bernhardt en Adeline Path hebben
eveneens prachtige steencn. De waarde
van die der laatste wordt geschal oji 35000
pond sterling, met inbegrip van dcnprach-
tigen robijn, die haar werd aangeboden
door den koning van Italië en die een
waarde vertegenwoordigt van meer dan
drieduizend pond. De drie bovengenoemd
actrices werden dikwijls bestolen en daar
om vatten zij tezamen met nog een ander
het plau op, haar kostbaarheden in een
safe te laten bewaren.
De dames actrices veroorzaken de po-
litie veel moeite, vooral wanneer zij haar
sieraden dragen als zij op reis zijn.
Indien de tooneelspeelsters van plan zijn
zich to verbinden aan een ander tooneel-
gezelschap, dan is dit doorgaans door d,
couranten zeer vroeg bekend gemaakt, en
een aantal 'leden van dievenbenden zijn
dan aan het station aanwezig om de dames
oogenschijnlijk „goede reis" tc wensch.cn
maar in werkelijkheid is het alleen om te
trachten haar beur kostbaarheden te ont
vreemden.
Zulke gevallen komen in grooto steden
zoo dikwijls voor, dat men. de politie den
dag vóór het vertrek er reeds mee in keil
nis stelt, en zoo wordt menige diefstal
verijdeld,
d«
die
Ecnigen tijd geleden werd er eon lief.
iuligheidsvoorstelling gegeven door een
van de grootste tooneelspeelsters, in een
schouwburg in het oostelijk deel van Lon-
den; bij haar vertrek had zich een heolu
wenb 'lido aan den uilgang verzameld,
aar men wist dat de actrice veel kosi'
aarheden hij zich had. Do dieven waren
ued vermomd, doch zij neukten tot hun
„root verdriet, dat ecnige detectives de
tooneelspeelster in bescherming namen en
haar naar een gereedstaand rijtuig brach
ten. Een der detectives stapte met haar
in, de ander nam plaats naast den koet
sier. De juweelen .waren dus bijtijds in
veiligheid.
RECEPTEN.
Rijstkoekjes.
Wanneer men een restant van rijst hoeft
kan men dit den volgenden dag op de
meest smakelijke wijze voordienen. Met
wat bloem, 2 geklopte eieren, wat melk,
krenten, rozijnen en suiker, maakt men van
de rijst een beslag, maakt hier koekjes van
en bakt die met boter in de kockepan.
Citroon-glacó.
Zonder vuur eu zonder koken.
Van 4 eieren, het wil afzonderlijk, zeer
stijf geklopt, het sap van 3 citroenen, 2 ons
suiker, 1/2 lood gesmolten gelatine. Alles
goed door elkaar geklopt en in oen nat
grunaakten vorm gedaan.
Men kan dezen pudding eten mot room
saus. 1
Y00R KINDEREN.
DAT LUST IK NIET.
Ik heb een "bleek,, mager ventje gekend
van een jaar of negen. U zijn naam te
noemen, zou tot niets dienen, daar go
hom waarschijnlijk toch niet zoudt kennen.
Hij had geen broers, noch zusters, cn daar
om Melden zijn ouders eigenlijk te veel
van hem. Te veel? vraagt go. Wol zeker,
hij kreeg in alles zijn zin. Van toen hij
nog maar een heel klein kind was, werd
hij overladen met allerlei koek, gebakjes
en het lekkerste eten van do tafel 's mid
dags werd hem toegeduwd, E11 ziet hij er
daarom nu zoo bleek uit? Juist geradenI
Al die liflafjes' en flauwe kostjes deugen
niet voor een gezonde menschen- of kin
dermaag, en bovendien was onze vriend
door al die lekkernijen langzamerhand een
echte lekkerbek geworden, 't Is we! geen
mooi woord, maar heusch, hel was toch
zoo. De gewone spijzen, die een ander
kind mot graagte gebruikt, lustte hij niet.
't Was tien tegen één, dat hij, zoodra het
eten op tafel gebracht was, zeide: „Dat
lust ik niet."
Zijn vader die, behalve dat hij zijn
zoontje bedierf, oen verstandig menschwas,
begreep wel, dat dit heel verkeerd was cn
zet daarom zoo nu en dan eens; „Kom,
proef er eens van, mijn jongen, al is het
maai een heel klein stukje, je zult zien
het zal wel meevallen." Soms zelfs legde
zijn ivader een beetje van die spijs op.zijn
bord, maar dan zette mijnheer het opeen
schreeuwen, zoo hard, dat men wel van
tafel zou willen wegloopon. Maar wat ge
beurde ei Zijn moeder word heel ern
stig ziek, zoodat de lastige kleine bengel
niet in huis kon blijven. Goede raad was
nu duur, er woonde jjeen familie in de
stad, en dus vroeg vader aan den ónder-
wijzer, zijn zoontje eenigen tijd bij zich
in huis te nemen. Nu was dc onderwij
zer een beste man, die heel veel van kin
deren hield, maar ze bederven, daar was
hij oen vijandg van. Hij stemde dus toe
den "jongen in huis te nemen, op voor
waarde echter, dat hij mee zou eten, wat
de pot schafte. Vader vond het goed, en
onze vriend ging niet zonder moeite en
tranen naar het huis van den onderwijzer.
Zooals te voorzien was geweest, zei hij
den eersten middag toen het eten optafel
gebracht werd: „Staar dat lust ik niet."
„Dat is heel goed," sprak de onderwijzer,
„als jo maar weet, dat je niets anders
krijgt." Zoo gebeurde het natuurlijk ook
wel eens, dat hij van alles, wat op tafel
kwam niets lustte, maar toch kreeg hij
niets anders, en moest hij dus met een
hongerige maag opstaan.
Do vrouw van den onderwijzer had wel
wat medelijden met den knaap eu sprak
dus een half uurtje later: „Kom, laten wij
nu samen dat kostje eens proeven, ik wed,
dat, je 'hel wel lekker zult vindon." En
werkelijk, de hongerige maag jeukte zoo,
dat ons vriendje begon te eten. Ja, hij vond
zelfs, dat 'tnog zoo erg slecht niet smaakte.
Binneiï vier weken at hij alles mede, en
toen hij na verloop van dezen tijd weer
bij zijn ouders terugkeerde, dachten dezen,
dat er een wonder met hom gebeurd was.
Later zag hij in, hoe lastig men het zich
zelf eu anderen maakt door te zeggen:
„Dit of dat lust ik 'niet," en dat gewone,
voedzame spijzen beter zijn voor het
lichaam dan allerlei 'liflafjes en lekkernijen.
Gedrukt ter Drukkerij y. dl Schiedamsche Courand