Zondag 5 Januari 1908 i i Jaarganj Eerste Blad Kijkjes op het leven in een groote stad. I 1»* \i Deze courantverschijnt d a g e 1 ij k e, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en "Vlaardingen fl. 1.25.Franco per post fl. 1.65. Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advartentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven.) Prijs der Advertentiön: Van 16 regels £1. 0.92; iedere regei meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote lettere naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeeüge voorwaarden. Tarieven biervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag-en *Z ater d agavo nd verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiön opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan bet Bureau te voldoen. Interc. Telefoon voor de Redactie No. 123. voor de Administratie No, 103. NATIONALE MILITIE. De Burgemeester van Schiedam, brengt ter kennis van geestelijken, bedienaren van den godsdienst, zendelingleeraren en bn.eiicrr- dmkonen aan eene godsdienstige verceniging, als mede van studenten in de godgeleerdheid en zendelingkweekelmgen, die aan eene inrichting van onderwijs tot geestelijken, bedienaren van den gods dienst of Mtidolingleetaren worden opgeleid, proef- broeders, die tot bioeder-dinkor.en vnn eene gods dienstige verneniging ivoiden opgeleid, en Roomse li- Katholieke oidebroedeis, die tot eene binnen het Rijk gevestigde kloosterimiehting belmoren, in deze gemeente, voor de lichting van 19(17, voor de militie hebben geloot en voor den dienst door den militieraad zijn aangewezen of bereids in voorgaande jiren bij de militie zijn ingelijfd en kiaclltens ait. 113, eerste zinsnede, der Mihtiewet 1901, voor één jaar van den wetkelijken dienst zijn ontheven: Controle echtheid Schiedamsehe Jenever, Burgemeester en Wethouders van Schie dam, geven hiermede kennis dat een ver zoek is ingekomen om onder controle gesteld te worden, overeenkomstig de verordening tot regeling van de> door de gemeente Schie- Roman van LOUISE WESTKIRCH. 21) VIL dam uit te oefenen controle op de echtheid van Schiedamsehe jenever, van de Naam- Iooze VennootschapGistfabriek De Atlas, voorheen Af. Kranen, Schiedam, voor haar Branderij-Distilleerderij Kcthelstraat 15/Vel- levest no. 12en noodigen belanghebbenden uit hunne be zwaren overeenkomstig art. 3 der Verorde ning dd. 25 Februari 1002 (Gomt. blad no. 0) binnen 8 dagen na heden in te dienen. Schiedam, 4 Januari 1908. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, M. A. BRANTS. Be Secretaris V. SICKENGA. Na vier weken in preventieve hechtenis te hebben gezeten, werd - Rolierl Werner vrijgelaten. Hij had zich aan een aantal verhooren moeten onderwerpen. Zijn goed was doorzocht en hijzelf verhoord met de gestrengheid der autoriteit en met echte menschlievendheid. Maar geen spoor was er gevonden van den verdwenen bankbil jetten. Geen bewijs was er geleverd voor zijn schuld, geen voor zijn onschuld. Zoo werd hij op een goeden dag weer op vrije voeten gesteld. De voorjaarswind woei. Aan de struiken langs den weg zwollen de knoppen. Rob stond stil en bezon zich. Als er een duidelijk bewijs geleverd was voor zijn onschuld, moest hij zich tot dokter Franz Püllemann wenden, dat had de man, wicn hij aanbad, hem in dat bittere, bittere uur gezegd. In Robert Wer ner was de gezonde trots van den eerlijke tegen onverdiende verdenking. Naar dok tor Püllemann wilde hij niet gaan, zoolang men hem geen recht had laten wederva ren. Hij ging naar de Prcuzlauer laan heen. Tante Lotte had hem slechts een klein deel van zijn wasehgoéd bij Piillc- piann gezonden, twee overhemden, waar- Kemiisge vin g. Burgemeester en Wethouders van Schiedam, doen te weten, dat door den Raad dier gemeente in zijne vergadering van 24 De cember 1907 is vastgesteld de volgende vei ordening: VERORDENING tot wijziging der verordening op de Beurs en de Markten te Schiedam (Gemeente blad no. 9 van 1881). Artikel 1. Aan Art. 7 wordt als 2c lid toegevoegd: ,,Mct afwijking in zooverre van do be maling van het vorig lid, is het rooken „op de Beurs geoorloofd na verloop van „het eerste hall uur van 'den beurstpd." Ai tikcl 2. Deze verordening tieedt in werking met 1 Januari 1908. Aldns vastgesteld ter openbare vergade ring van den Gemeenteraad van Schiedam van Schiedam den 24sten December 1907. Zijnde deze verordening aan de Gede puteerde Staten van Zuid-Holland, volgens hun bericht van den 30slen December 1907 2aen Januari 1908, B no. 2267 (2e aid.) G. S. no. 83, in afschrift medegedeeld. En is hiervan afkondiging geschied, waar het "behoort, den 4dcn Januari 1908. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. A. BRANTS. Be Secretaris V. SICKENGA, Kennisgeviiisr. Gelet op art. 18 der wet van den 4den December 1872 (Staatsblad no. 134), tot voorziening tegen besmettelijke ziekten; Biengen bij deze ter kennis van de in gezetenen, dat ten huize van 'den gemeentes geneesheer, den beer D. N. JANSSEN, aan de Broersvest no. 57, driemanatule- '1 ij k s cn wel op den eersten Dinsdag van elkkivarta.il op de gewone spreek uren gelegenheid zal bestaan tot kosteiooze inUntlng en hcrlnSnlIng tegen pokken. Schiedam, den -tden Januari 190S, voor hij zich schaamde. Zijn Zondagsche pak, zijn boeken, het weinige, wat op de wereld bom toebehoorde, het lag nog bij zijn familie. Ilij ging de vier trappen op van het dubbele huis. Hij ivas buiten adem. Zijn verwonding, het lange arrest, hadden hem verzwakt. Op liet portaal vocht zijn negenjarige neef met een buurjongen. Toen hij Rob aan zag komen, liet hij los, en rende zijn ouderlijke woning binnen: „Moe der! moeder! Daar is Robl Hij komt daar juist uit de gevangenis!" In de keukendeur verschoen de vrouiv. „Dat zou me toch erg verwonderen - „Goeden dag," zeide Rob scherp. „Wees maar niet verwonderd! Ik wil hier niet blijven. Alleen mijn goed zou ik Hij kwam niet verder. De vrouw hief de handen ten hemel vragend, of er een ongelukkiger schepsel op dc wereld was dan zij? Schande en ongeluk bracht die slechte jongen over de goed bekend staande familie Werner. Haar kinderen bracht hij in hot ongeluk! En dan nog goed, goed opeischen! tenvjjl haar man eerst twintig mark boete had moeten betalen voor hot gereedschap, dat de deug niet op do fabriek bedorven en zoek ge maakt had! Hij moest maar snel de deur achter zich toetrekken, haar man zou haar half dood slaan, als hij wist, dat zo zoo iemand ovor den drempel had laten komen Ilier in huis woonden eerlijke menschcn Zij schreeuwde zoo hard, dat in alle ka merdeuren nieuwsgierige huisbewoners ver schenen. Ook de kleine Werners kwamen aangeloopen en Rob. kon aan Heinis voe ten zijn eigen laarzen bewonderen en zijn rood gespikkelde Zondagsche das aan BUITENLAND. Schiedam, 4 Jan. 1908. DUITSCHLAND. Harden veroordeeld. Een talrijk publiek woonde gisteren de laatste terechtzitting bij van het sensationeele proces tegen den schrijver Max Harden. De beklaagde was aanwezig, maar zag er zeer vermoeid uit. Hij bladerde zenuwachtig in zijn papieren. Graaf Moitkc daarentegen, zag er opgewekt uit. De officier van justitie mr. Isenbiel herhaalt het voornaamste van zijn requisitoir, waarna Harden's verdediger Bernstein ook nog 'l woord voert. Hij wees er nog eens op dat frhr. v. Berger aan Molt- ke en Eulenburg op 23 Nov. 1906 mee deelde dat Harden hen voor tegennatuurlijk hield. Zeker hebben beiden nauwkeurig de artikelen van Harden gelezen. Waarom heb ben zij toen niet aanstonds een aanklacht ingediend? Het is zonderling, maar alles blijft stil totdat den 3en Mei 1907 dc mach tigste in het Duitsche rijk een beslissing neemt, welke de sensatie uitlokte, waarvoor Harden wordt verantwoordelijk gesteld. De keizer zou het beslist tegenspreken, als van hem werd gezegd dat zijn besluiten liet ge volg ivaren van Harden's artikelen. Z. M. is zoo zelfstandig, zoo weinig beïnvloed dat niemand het zal wagen, zulks te beweren, liet is mij onbegrijpelijk hoe men op Har den een greintje verantwoordelijkheid kan aden. Harden is niet voorzichtig geweest met de beweringen van mevr. v. Elbe. Maar dit verwijt treft iedereen die met haar in aan raking kwam, zij bedroog allen. Ilarden wees een groep van menschcn aan en laten wij aannemen dat zijn bewijzen mislukten, dan vergiste hij zich slechts in een persoon, den graaf v. Moltke. Is dat zoo zeer strafbaar? Bernstein betuigt ten slotte dat Harden te goeder trouw handelde, uit motieven van edele, warme vaderlandsliefde. Daarom moet men dezen man niet in het gezicht slaan. Daarop komt onder algenieone aandacht Maximiliaan Hareten zelf aan 'l woord. Hij tracht verschillende beweringen van den off. v. justitie te weerleggen en zegt dan In den huize BRmarck hoorde ik velerlei toespelingen over soxuoele afdwalingen van prins ïsülrnhurg. Vorst Bismarck had een ongunstige mooning over Eulenburg, hij hield hem niet voor een booswicht of een slecht vaderlander, maar hij meende chit hij ge vaarlijk was in zijn, positie als staatsman en tcai dcele was dat gevaar ook gelegen in z.ijn afdwalingen. Toen leerde ik mevr, LiLli v. Elbe kennen die mij van haar huwelijks leven vertelde cn ook niet vergat van de goede zijde van haar gemaal te spreken. Zij scheen mij niet opgewonden te zijn, maar ik ging inderdaad met overleg en voorzichtig te werk. 5 jaren lang bewaarde ik deze ge heimen. Toen. kwam er een tijd dat ik meen de af en toe op prins Eulenburg en zijn vrienden uit politieke oorzaken de aandacht te moeten vestigen. In een dier artikelen kwam voor cteze zinsnede: Wij hebben een kring gesloten rondom Z. M., dien niemand kan verbreken .'Graaf Moltke werden geen po litieke handelingen verweten, hij is slechts in 't debat gekomen doordien hij als willoos werktuig van Eulenburg politieke berichten overbriefde. ILarden bestrijdt uitdrukkelijk zich te heb ben bezig gehouden met de prive-aange- legcnhcden van Eulenburg en hem steeds vooropgesteld als een politieke factor. Tegen Eulenburg's camarilla zijn in de laatste janm dozijnen artikelen geschreven in ver schillende bladen. Ik heb de zaak van de camarilla niet in de wereld gebracht. Perso nen die jarenlang met de rijkszaken op de hoogte waren, zeiden mijdaar ligt het ge vaar. Harden verklaart voorts dat men aan ver schillende van zijn uitdrukkingen in de hetr. artikelen 'n verkeerde beteeken is hecht te en zegt: Ik nam het standpunt fa dat de hoeren uit psychologisch en politiek oog punt in hun positie niet tc vertrouwen wa ren. Wanneer slechts de sterkste onder hen van het tooneel verdween, waren de anderen voor mij onverschillig. Want ik heb tegen graaf Moltke nooit iets gezegd. Ik heb nooit in 't openbaar een woord gezegd wat 3e eer van graaf Moltke zou kunnen besmet ten. Graaf Molkte moet toch zelf langen tijd deze overtuiging gehad hebben, want het duurde lang voordat hij den kïoosterproost Otto v. Moltke naar mij zond. "Deze kwam niet als overbrenger van een uitdaging (kar- felltragor) maar behield zich voor als zoo danig in te grijpen. Mijn afkeer tegen graaf Kuno Moltke dateert eerst na dit Ix'zmek. Wanneer ik geweten had dat mijn verklaring aan graaf Otto op schrift zou worden ge steld. had ik het gesprok afgebroken, ik kan verzekeren dat het gesprek niet zoo was en in geheel anderen vorm gevoerd werd dan het protocol van graaf Olto te lezen gaf. In waarheid zijn de aan toeken in gen van graaf Otto en de brief aan frhr. v. Berger de grondslagen van deze aanklachtop mijn artikelen kan zij niet gegrond zijn. Tk heb graaf Otto Moltke slechts mijn particuliere mooning gezegd. Harden bevestigt dat bemiddelingspogin gen zijn gedaan door hooge personages. Zijn woord „liever in 't tuchthuis, dan een verge lijk," is in 't vuur dor rede uitgesproken, Wanneer ik veroordeeld wordt, besluit Har- Miinno. Het kleinste echter hief zijn klei nen voet op cn trad op zijn giootcn neef toe. „Foei! Spitsboef! Je hebt gezeten!"' „Als ik je duivels van kinderen de sche dels niet zal vermorzelen," zeido Rob, bloedrood in het gezicht van toorn, „geef me dan dadelijk, wat van mij is." Brommend bond de vrouw een paar lompen bij elkaar eu wierp ze voor Ro bert's voeten. „Dat haai zooiels overkomen moest, zij, Charlotte Werner, 'geboren Kranz Ier! Hier was zijn voddenwinkel! Ze wilde van zoo een waarachtig geen lomp in huis honden." „En dc zilveren koffielepel van mijn moeder? En haar linnengoed? En het hor loge van mijn vader?" Dat zou men zoo'ji zwerveling en zoo'n slecht mensch toch niet geven! Daartoe ken do liaai man z'n plicht als voogd toch lm ter En dan deed zc alsof Rob haar te lijf wilde eu smookte alle huren, om toch in Gods naam een fatsoenlijke vrouw te beschermen Rob begon plotseling te lachen, een lach. dien liij zich aangewend had sedert een strek in do long hem ei voor beloond had, dat hij geen inbreker wilde worden, on hij als dief uit het huis van den man ge zet was, voor wlen hij zich gewillig in stukken zou ivilten, laten hakken. „Ja, jullie zijl fatsoenlijke menschcn, jullie!" zeide hij "honend en koerde de vrouw den rug toe. Zijn have on goed liet hij maar in den steek. Mot deze familie ivilde hij zelfs geen twist meer hebben. Op dc straat schoof hij zijn hoed scheef cn stak de handen uitdagend in de 'Lken Vervlogen waren alle goede, zachte aardt: den, en de groote kosten moot dragen, heb ik het niet verdiend. Velt uw oordeel 2 uur later doet de rechtbank uitspraak, die, zooals men weet, luidt dat Harden tot 4 maanden gevangenisstraf en in de kasten van het proces wordt veroor deeld. In de overweging van het vonnis wordt gezegd, dat „graaf Moltke rein en vlekke loos uit het proces te voorschijn is ge treden; er 'kleeft geen smet op hein, zijn eoresehild is blank en onbezoedeld". Rot gerechtshof heeft 'geen zwaardere straf ge- eïscht, omdat Harden door zijn zwakken gezondheidstoestand toch iccds zwaar wordt getroffen. De overwegingen der recht bank zijn Bus veel harder voor Hardon dan het requisitoir, waarin geloofd werd aan zijn goede bedoelingen. ïfet scherpe vonnis werkte te verrassender, waar velen nog onder Ben indruk waren van Harden's schitterend pleidooi, 'dat 2i/a uur "duurde. In de Januari-aflevering van de „Preus- zischen Jahrbücher" komt een artikel voor van den, 'uitgever prof. dr. 11. Delbrück over bet proces MoltkeHarden, waarin over Harden's karakter geen gunstig ge tuigenis wordt afgelegd. Het heet daarin o. m.„Waarom heeft de heer Hardenden geheelen veldtocht tegen prins Eulenburg en graaf Moltke begonnen? Een politiek of een of ander boog motief bestaat voor hem, niet, ival hem aandrijft is sensatie-lust, waardoor hij groot geworden is on waar van hij lieeft. Hij schroomde indertijd niet het ongeluk van zijn gestorven ouders openbaar te maken om een voorwendsel te hebben zijn naam te veranderen (oor spronkelijk heette Harden Isidor Wiltkoivs- ki). Dat juist prins Eulenburg aan de beurt kwam hangt hiermee samen, dal Harden juist een nieuwe, hoogst waardevolle vriend schap gesloten heeft, die zich wreken wil de op Eulenburg. Zwaarziekcn tc honen is daarbij ook een zijner liefhebberijen en het doel van zijn pijlen moet men hoo- gerop zoekenhij weet zeer goed reien hij in 't diepst van zijn hart krenkt, wanneer hij zijn vrienden voor aller oogen doorliet slijk steurt." De advocaten Bernstein en Kleinhnlz hebben veiklaard, <Ul Harden in hoojger beroep zal gaan. GEMENGDE MEDEDEELINQEN. Engeland. De uitslag van de gehouden stemming onder de eigenaars van katoenspinnerijen in het district Manche&tet was, dalde meer derheid zich voor een algemeen® uitsluiting verklaarde. Zooals ver wacht weid, waren 95 pet. der stemmen voor dieu maatregel. ningen zijner ziel, alleen bitteren wrok ge voelde hij. Hij begreep op eenmaal weer heel goed, hoe Zwavelstok en Hadjis tot hun duister handwerk kwamen. Alleen had den ze cr weinig mee bereikt, Anton Wer ner kende dat heter. Ook do slechtheid had haar wetenschap. Moedig moesit men be ginnen, anders had men liet al dadelijk verspeeld. Het beste was misschien nog. als hij eerst naar werk omkeek. Toen hij tot dit besluit gekomen was. rukte 'hij zijn hoed weer recht en, trad bescheiden do naaste fabrieken en smids- wcrkplaatsen. binnen, om zijn diensten aan te "bieden. Ilij vond echter geen werk. In- fcusschon begonnen do schaduwen zich te verlengen. Zijn boenen, hot loopen sinds maanden, ontwond, begonnen to trillen, zijn, maag, die sedert don morgen leeg geble ven was, ging jonken. Vóór alle dingen eten en slapen. Maar hjj had geen gold, ook niets, dat hij beleenen kon. Daarom dacht hij hot eerst aan liet asyl in. do Büschenstraat, het ideaal 'der bedeesde ar moede. Driehonderd menschcn stevenen tetteren avond deze vrijhaven binnen, vin den cr hun warme soep en een bod voor den nacht, driehonderd menschcn. Naar hun naam, hun verleden vraagt niemand. Al waren hel roovers en monrdenaais. al waren do agenten hen dicht op de hielen acht uren rus-t waarborgt htm de poor!, welke zich achter hen sluit, acht uren v;ui genade. Geen jiolitie overschrijdt ooit de zen drempel, geen register vereeuwigt den smaad van kun dakloosheid.' Ze duiken onder in de ure des gevaars en onbekend koeren ze weder in lu>t leven terug, zon der dat een smet aan hen blijft kleven en hun den weg naar een betere toekomst versperL Maar de Büschenstraat was ver, en het was al Jaat in den avond. Op dit uur stonden er reeds wel moer d;ui driehon derd to wachten voor do poort op de ver lichte binnenplaats. Rob moest besluiten om naar hot stedelijk asyl te gaan in de Fröbel straat, de grootste verzamelplaats van. cle ellende dor groote stad, waarin dik wijls drieduizend op één avond samen stroomden, mannen en vrouwen, ofschoon niemand dit oord betrad, die er niet too genoodzaakt was. Want een streng ver hoor en een nauwkeurige controle worden liier toegepast. In een eikenhouten kast op het. kantoor liggen de signalementen, en fotografieën van alle misdadigers der beschaafde wereld en de daklooze moet hot zich laten welgevallen, goed opgeno men en uitgehoord tc worden. Ook al is hjj v„n onbesproken gedrag, ivordt hij toch den eersten keer streng nagegaan. Waagt hij het voor de zcs-.\' maal terug te ko men, dan brengt de groene wagen hem als een hopcloozen werkschuwer naar de gevangenis of naar het werkhuis. Vermoeid sleepte Rob zich door hetFrie- drichsbosch, ging aan dc kant van den, weg zitten en staarde den uitgebreidenba- rakkenbouw aan, welke zich van gene zijde van het onbebouwde land aan hot einde van de reuzenstad verhief, 'als beschaamd zich terugtrekkend uit de nabijheid van hen, die een onderkomen hebben. (Wordt vervolgd.) COURANT. Ir (kMOnmurdrrtvmua ■n r>» Hvmfaatt*ilT-uur m tn* ONTHEFFING tub WEFSKELIJKEN DIENST ingevolge art. 113, eerste zinsnede, der Militiewct 1901. dat volgens art. 80 van het Koninklijk besluit van 2 December 1901 (ataatMad no. 230), de AANVRAGEN om ontheftliiK van den Werkelijker] dienst, vermeld in de eerste zinsnede van att. 113 der wet en gelicht aan H, M. de Koningin, door de dienstplichtigen, die ontheffing wenschen te bekomen, eigenhandig onderteekend met de VF.R- EISCI1TE BEWIISSTUKKEN moeten weiden inge diend bij den Burgemeester der gemeente, binnen welke zij voor de militie zijn iitgeschieven, en wel lo. in de laatste tien dagen van Januari door hen, bedoeld in de eerste zinsnede van art 96, onder 1o. der wet en in ie laatste tien dagen van Maait door hen, beloeld in die zinsnede onder 2o. 2o door hen, die op een ander tijdstip ter inlijving by de militie moeten worden afgeleveid, binnen tien dagen na de dagteekeningvan den oproepings brief; 3o door hen, die opnieuw van den werkelijken dienst wenschen ontheven te woiden, m de laatste tien dagen der maand, op één na voorafgaande aan de maand waarin de duur van de verleende of laatstelijk vei leende ontheffing eindigt; 4o- door de ingelijfde» bij de militie, die voor het aerst voor ontheffing in aanmerking wenschen te komen, zoodra zij nwenetr op ontheffing aan spraak te kunnen maken en dat het overgelegd bewijsstuk niet vroeger mag afgegeven zyn dan tien dagen vóór de inlevering er van big den Burgemeester en dat de aanvrage op ongezegeld papier kan Worden geschreven. Fn is hiervan afkondig me geschied, waar het behoort, den 4d«n Janumi 1908 Do Ui rgemeester voornoemd M. A, BRANTS. Ruröemeester kv W i: t h o d d e n VAN S C II I K HA M, Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. A. BRANTS. De Secretaris, V. SICKENGA.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1908 | | pagina 1