gp laargang-
Dinsdag 10 Maart 1908
No. 12638
Kijkjes op het leven in
een groote stad.
rit steeland.
PUBLICATIE.
JAPAN.
Brie
SCH1EDAMSCHE COURANT
Deze courant verschijnt d a Re 1 ij K s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
I'iijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25.Franco
(tr post fl. 1.6*
Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Ailvertcntiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
imr aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Ilaven No. 141 (hoek Korte Haven.)
z, -xJ- - v v
Prijs der A d ve r t e n ti nVan 1—6 rogels fl. 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordcelige voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te hekomen.
In de nummers, die Dinsdag-, donderdag- en Zateidagavonc
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den. prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon
voor de Redactie No. 123.
voor do Administratie No. 103.
Yertterking blijvend geil elte tijilyak
87 Maart tot 21 Jul! 1U08
Du BUBOK li E K ST EU VAN SCHIEDAM,
brengt ter kennis van belanghebbenden,
Jat onder voorbehoud, dat de
Wetgevende macht d e n o o tl i g e
gelden voor het toekennen van pre-
jiiën toestaat, de Regeering de volgende rege
ling getroffen heeft
lo. De miliciens, wien wordt toegestaan
om van 27 Maart tot 25 Juli 1908 vrij
willig onder de wapenen te komen of te
Wijven, ontvangen een premie van honderd
twintig gulden 12CF.OO.)
Komt vóór 25 Juli 1908 door omstandig
heden, van hun wil onafhankelijk (bijv. door
ziekte) een einde aan hun verblijf onder de
wapenen, dan bedraagt de premie één gul
den (ƒ1.00) voor eiken dag voor hun vt ij-
willig verblijf.
2o, De premie wordt in eens uitbetaald
bij vertrek met groot verlof of, bij voortgezet
verblijf onder de wapenen, op 25 Juli 1908.
3o. De verlofgangers, die dit jaar voor
herhalingsoefeningen worden opgeroepen en
die tot het vrijwillig verblijf als hiervoren
bedoeld zijn toegelaten, mogen voor het vol
brengen dier oefeningen, dadelijk na 25 Juli
onder de wapenen blijven.
4o. In het geheel kunnen tot bedoeld vrij
willig verblijf worden toegelaten ten hoogste
2200 man, om beleven tot welke
lichting der m i 1 i t i e ij b e h o o-
ren.
Melden zich meer dun het vereischle getal
aan, dan hebben zij, die zich het eerst aan
melden, den voorrang, boven hen die later
komen. Spoedige aanmelding is
derhalve zeer aan te bevelen.
So, De aanmelding van verlofgangers ge
schiedt bij den korpscormnandant per brief,
waarin hun volledig adres duidelijk is ver
meld en waarbij is ingesloten een bewijs van
goed gedrag, dat tor Gemeente-Secretarie
moet worden gevraagd.
Xadere inlichtingen worden ter Gemeente-
Secretarie verstrekt, desgewenscht zal daar
ook worden org gedragen voor de opzending
van den brief van aanmelding. Wenschen
zij dus daaraan ter Secretarie geholpen te
worden dan rnoeten zij bij hun verzoek daar
toe, overleggen hun zakboekje on moeten zij
teer nauwkeurig hun woonplaats opgeven.
Bij opkomst onder de wapenen bobben zr
ook vrij vervoer naar bun korps, onder do
daarvoor bestaande bepalingen.
Schiedam, den Oden Maart 1908.
De r,urgemce»trr voornoemd,
M. A. BRANTS.
Roman van
LOUISE WGSTKIRCIl.
Schiedam, 9 Maart 1908.
China geeft toe.
Het incident met het Japansche smok-
keischip „Tatsoe Maroe", dat op last van
de Chincesche overheid nabij Macao was
inbeslaggenomen, trok de laatste dagen bi
zonder de aandacht. Sommige bladen
schroefden 'de zaak enorm op, maar blij
kens een telegram d.d. 8 dezer hoeft China
aan de cischen van Japan toegegeven.
In 't kort zat do kwestie als volgt: De
stoomboot „Tatsoe Maroe" te Kobé gela
den met een flinken voorraad geweren
en milnitic, voorzien van goede scheeps
papieren, wordt nabij Macao ('n Chineesche
stad, onder l'ortugeesche protectie) door
een paar Chineesche kanonneerbooten over
weldigd. De Chineesche overheid beschouw
de terecht de lading bestemd voor de op
standelingen in Enid-China en handelde
volmaakt correct toen zij 't schip liet in
pikken. Rij de aanhouding van do „Tatsoe
Maroe" werd er wat geschoten en inde
opwinding mishandelden de Chineesche
matrozen de smokkelaars en haalden de
Japansche vlag van den mast.
Vooral de vlagschennis maakte in Ja
pan sensatie en Vrijdag bood de Japan
sche gezant te Peking aan de Chineesche
regeering een ultimatum aan inzake
hel. „Tatsoe Maroe"-incident.
De Japansche cischen waren: onmiddel
lijke teruggave van het s.s. „Tatsoe Maroe"
en van de lading, betaling van een volle
dige schadevergoeding; verontschuldigingen
moeten aangeboden worden inzake de vlag
schennis; Zondag wordt het antwoord ver
wacht.
De Chineesche ministers trokken aan
stonds aan 't beraadslagen, maar tegen
over de stellige cischen van hun machti
gen tegenstander viel natuurlijk niet veel
le deubereeren.
Te Peking gaf men toe aan alle cischen
van Japan. De Cliïneeschc regeoring ant
woordde, volgens het bovenbedoelde draad-
bericht, met haar diepen spijt te betuigen
vooi liet neerhalen van de Japansche vlag
en gaf do verzekering, dat de verantwoor
delijke amhtonaron zullen gestraft worden.
De voornaamste eisch van Japan is hier
mee ingewilligd.
Voorts meldde het telegram, dat de Chi-
sche regoering later haar beslissing over
de inbeslaggenomen wapens en munitie
zou meededen.
Het eenige zeer merkwaardige feit uit
deze 'kwestie is de weigering a priori van
Japan om op de aanstonds door China
aangeboden arbitrage in le gaan. Japan
weigerde 'n onderzoek dooi een gemengde
Chineesch-Japanschc commissie. Eerst vol
doening voor de geschonden Japansche eer;
weinige uren na do inbeslagname van de
„Tatsoe Maroe" zond 'Japan een oorlogs
schip naar de Chineesche kust.
In Oost-Aziatische kwesties weigert Ja
pan dus do arbitrage, die zoo plechtig
door de mogendheden, ook door Japan,
als „leidend beginsel" werd aanvaard.
Het incident te Macao bewijst weer hoever
men in do minislerieele departementen
nog verwijderd is van de vredes- en arbi
tragedenkbeelden.
Japan laat zich in Oost-Azië door geen
vredesconferenties en arbitrage-hof de wet
voorschrijven.
ENGELAND.
D e k e i z e r 1 ij k e brief.
Vandaag komt de brief, dien keizer Wil
helm onlangs schreef aan lord Tvveed-
inoulh en waarin marine-zaken werden be
handeld, in het iloogerhuis ter sprake. De
regeering zal verklaringen afleggen. Ver
moedelijk zullen de lords, die niet bijster
op dit liberale ministerie gesteld zijn, om
dat hot met plannen omgaat het Ilooger
huis 'te ontbinden, wel "t een en ander
hebben op te merken. De marine-minister
Twccdmouth wordt wellicht het kind van
de rekening. Conservatieven zoowel als
liberalen verwijten hem „gebrek aan tact",
hetzelfde euvel dat de „Times" tien Duit-
schen keizer aanwreef. Voorts gebrek aan
bescheidenheid. Want Tweed mouth heeft
het keizerlijk schrijven niet alleen aan po
litici laten lezen, maar ook de gezelschaps
kringen, waarin hij verkeert, ermee ver
maakt, om lord Esher, die door den kei
zer in zijn brief wordt aangehaald, een
poets te spelen. Lord Esh'er had o. m. ge
schreven, dat geheel Duilschland, vanaf
den keizer tot den nederigslen burger, met
vreugde het ontslag van den Engelsehen
admiraal sir John Fisher zou begroeten.
Maar wat wil men 7 Lord Twcedmouth
ontving immers 'n „particulieren brief",
die, al is men minister, toch 'ieder ter
lezing kan geven? De besprekingen in het
Iloogerhuis vandaag zullen de vraag wel
oplossen of er soms twee soorten „par
ticuliere brieven" bestaan. 'De mogelijk
heid, dat lord Twcedmouth aftreedt om
het lawaai door de keizerlijke briefwisse
ling teweeggebracht, is geenszins uilge
sloten.
Volgens de „Wiener Zeit staat er m
'skeizers brief van 18 Fehr., dat de uit
breiding der Duitsche vloot verband houdt
met do verkorting van don diensttijd van
oorlogsschepen, die van "25 op 20 jaren
is gebracht. De keizer heeft den Bntschcn
minister er op willen wijzen, dat de pas-
beklonken Engolsch-Duilschc vriendschap
geen schade behoeft te lijden door de uit
breiding der Duitsche vloot.
Een Londensch bla.cl, 'dat gaarne den
inhoud van het keizerlijk schrijven wilde
I6]
Het interessantste waren de hoofdpersonen.
iabeth, het nestkuikentje van de familie, het
ritte schaapje ook uiterlijk geheel in
W|t met bouquetjes lichte rozenknoppen
,f! liet haar en op de borst, met brandende
wagen en oogen, waarvan de pupillen zoo
fj-'ot waren, dat ze zwart schonen. Ze buh-
eldo en lachte luider, dan gewoonlijk. Ze
Was zeer gelukkig, natuurlijkDe ouders
w vriendinnen verzekerden, dat ze een bij -
«'«tier goede partij deed. Huur man had een
toekomst, anders dan Lorensen of een van
aar broeders. Hij kwam zeker nog in den
rtjksdug. Misschien werd hij minister. Als
'■Mie duizeligheid maar niet had, dat ver
telende hartkloppen, dat sedert haar vcr-
w'"o haar steeds weer overviel,
mannon waren in den loop van haar
uuim iu uvn iwv-vj./ vuil. iiuu
("en haar nader gekomenhaar vader
(ie was gemakkelijk te begrijpen, vooral voor
e eigen dochter. Een, die zichzelf en de
'•'Jten liefhad, alles nam, waarop hij recht
'c Hebben, en die geloofde, recht te
p. °P o-Hes, wal hij nemen kon. Don
fik Asrolh, in den grond hetzelfde garen,
tiaar een nummer fijner. Als die twee elkaar
Wet veretonden, was het. alleen, omdat bei-
Hffzelfde wilden, het aandeel, dat de
oude Asroth in Püllemann's onderneming
nog had zitten, waarop Fritz, als zoon aan
spraak maakte, en hetwelk Püllemann als
vroegere compagnon niet wilde afgeven. Met
beiden kon ze hevigen strijd voeren, maar
ze begreep ze altijd, in elk van haar slechte
en goede neigingen. Den man, met wien ze
zich verloofd had, kende ze niet. Ze wist
niet, wat hem bewoog, als hij haar met zijn
duivelsoogen verslond, welke tegelijk wilde
hartstocht en ijzige koude uitdrukten. Ze
wist niet, waarom hij glimlachte en waarom
hij verstoord scheen.
Ook Wicelius op zijn met rozen getooide
stoel aan haar zijde, was opgewonden en gaf
dat toe. „Zou een jonge man op den dag
zijner verloving dan niet opgewonden zijn?"
Ilij zag zijn bruid echter niet aan. Hij
zag in 't geheel niet wat voor hem was. Hij
zag een huisje, half verborgen tusschen struik
gewas. De maan beschijnt het, de dauw valt
erop. Keu oude vrouw slaapt daarin. Rondom
is alles stil. Maar ver weg, in liet Noorden,
in het Oosten, achter hagen en schuttingen
wordt het levendig, sluipt het onheil naderbij,
onhoorbaar, sluipt en sluipt. Eit nu kruipt
een mager jongetje door het hekwerk -- een
kat loopt niet zachter. Het hoesten onder
drukt hij in de etterende, zieke borst. De
groote oogen gloeien. liet klimt aan een win
gerd naar boven. Met een ruk van zijn mes
snijdt hij de draad der electrisclie schel naar
liet voorhuis en naar de bediendekumer door.
Nu is hij bij liet raampje van het- closet.
Staat het raampje open? De jongen heeft
pekpleister bij zich, drukt het in. Zachtjes
zachtjes! De wind in de rozenbedden
maakt meer geruisch dan dit kind. liet is
open. Het gaat niet gemakkelijk Goed, dat
de maan dozen muur niet beschijnt, ander
kon men hem van uit de dienstbodenkamer
en het voorhuis zien. Een armpje schuift hij
door de spleet, nu volgt het hoofd. De ma
gere schouders drukt hij er door, gaat tastend
langs de gladde wand, als een spin. De vin
gertoppen voelen de bril. Hij staat op het
hoofd, maakt een buiteling. Hij is erin
„Maar IletlmuthJe luistert in 't ge
heel niet. Do regeeringsrand wil niet je klin
ken."
De regeeringsrand zeide een paar woorden.
„En overigens, geachte dr. Wicelius,
heb ik toch gelijk gehad. U herinnert zich
ons gesprek met betrokking tot de schande
lijke brutaliteit van de laatste inbraken?
Er bestaat werkelijk een vaste, goed geor
ganiseerde bende. De uitdrager Islap heeft
interessante bekentenissen gedaan."
Wicelius' oogen sloten zich een oogetiblik.
„De oude uitdrager zoo?"
Piillomtmn, zich gewichtig voelend, omdat
juist zijn keukenmeid bet offer van dien
beestachtigon moordaanslag geweest was, riep
over tafel heen
„God zij dank Den oenen soluirk heeft
de politie ten minste gepakt. Ik hoop, dat
men het hem in zal peperen, eerlijke dienst
boden in zijn vervloekten muizenval van een
kelder te vermoorden en uit te plunderen
„In tegendeel," zeide de regeeringsraad
met een droog lachje van zelfbewustzijn,
„inen zal liem gauw los moeten laten. Met
zekerheid kan men hem van niets betichten.
Er gaat een gang door zijn huis. Het zand
is reeds voor zes maanden in zijn kelder
gebracht, dat komt uit. Het staat ook vast,
kennen, seinde aan den minister of "t waar
was dat hij in overleg met keizer Wil
helm lot de openbaarmaking van diens
brief zou overgaan. Tweed,mouth seinde
droogjes, dat van dit gerucht niets aan
was.
Intusschen gaan nog steeds krachtige
stemmen op, die aandringen op publicatie
van de „particuliere correspondentie".
Lord Courtney zei in een stuk in de „Ti
mes", dat de keizerlijke brief publiek moest
worden gemaakt: Ilij is overtuigd, dat deze
brief in 't belang des vredes is geschre
ven. Onomwonden verklaarde de markies
van Winchester in een rede te Bourne
mouth, dat het land meer wil weten van
de gevoerde briefwisseling. Wij mogen
niet aannemen, zei 'hij, dat de vorst van
een volk, dat ons de opperheerschappij
ter zée tracht te ontnemen, liet recht zou
hebben, brieven te schrijven aan mannen,
die van ambtswege belast zijn met de
handhaving van de eer van 's lands ver
dediging.
Renter's agentschap te Berlijn ontving
machtiging van het ministerie van buiten-
laiidsche zaken om mee te doelen dat de
keizer in zijn brief enkele Engol.-che dwaal
begrippen omtrent de Duitsche vloot weer
legde. ..De keizer is geen nieuweling in
marine-zaken en heeft als erkend vakman
in alle opzichten het recht op dit gebied te
handelen zooals hij deed. Maar de keizei
heeft zich niet gemengd in de aangelegen
heden van de Engelschc vloot." Aldus een
officieele verklaring van Duitsche zijde.
De „Times" verklaart, natuurlijk met
groote voldoening, dat &n uit het officieele
communiqué te Berlijn en uit de verklaring
van minister Asquith blijkt, dat haar mede-
deeling juist was. Naar aanleiding van de
opmerking van genoemden minister, dat de
begrooting reeds vastgesteld was, vóór do
ontvangst van den brief, merkt het blad op,
dat in zijn kolommen niet was gezegd, dat
de brief van den keizer van invloed was ge
weest op de marine-begrooting, maar het
houdt vol, dat er een poging is gedaan om
invloed te oefenen.
„De verklaring van minister Asquith'",
zegt het blad verder, bevatte niets, dat deze
mcdedeeling kon ontzenuwen.
Overigens schijnt ons de verklaring geens
zins bevredigend. Dat de brief van den
Duitschon keizer in vriendschappelijke be
woordingen was gekleed, was te verwachten
en men mag zelfs veronderstellen, dat de
keizer geen directe toespelingen heeft ge
maakt op de Engelschc begrooting.
Maar wij houden vol, dat er geen aanlei
ding was tot een dergelijke correspondentie,
hoe weinig officieel zij dan ook geweest is,
tusschen een buitcniandseh souvercin en
den Engelsehen minister van marine. Het
feit, dat de briefwisseling in den minister
raad niet werd medegedeeld, mankt de zaak
nog erger.
"Wij blijven volhouden, dal de publicatie
dat hij die Dora Sohnnpphuhn in 't geheel
niet gekend heeft."
„Met uw verlof, ik zou toch denken
„Denken mag u zooveel u wilt, geachte
mijnheer de commissaris! Maar bewijzen, dat
hij de moord bedreven heeft, of medeplich
tige is geweest, dat kan niemand. Interes
sant zijn alleen de bekentenissen van dien
duisteren burger, Ilij beweert, gehoord te
hebben van den bekenden onbekende na
tuurlijk 1 --- dat inderdaad de reeks misda
den, die. in de laatste jaren de hoofdstad in
opschudding brengen, door een georganiseer
de bende uitgevoerd is, wier hoofd zoo
als hij beweert hij, noch iemand anders,
van de leden der bende van aangezicht ot
bij naam kent, doch dat in misdadigers-
kringen algemeen hekend is onder de aan
wijzing No. 1
„Dat is een roman," zeide Hetty Loren
sen, geboren Pülletnnnn, laehend. „De oude
schavuit houdt de balie voor den gek."
„Misschien, Het is echter merkwaardig,
dat hij het lijk van Dora Sehnapphulm
later een kaartje gevonden is, waarop behalve
den datum van den vermoedelijken nacht van
den moord, een dolk en een Romeinsclm één
staal. Vervolgens onder een streep een soep
terrine, waaruit een kaalkop kijkt."
„Een kaalkop? "Wat moet dat dan be-
teokenen?"
„Dat zou in ons Duitsch vertaald onge
veer luiden: No. 1 zegt u, 5 Juni uw dolk
te gebruiken. Zet dan een streep en zie. dut
ie in 't buitenland komt." De terrine met
den kaalkop beduidt groentesoep eten. die
ventaal voor: vluchten naar een vreemd
land,"
van de twee brieven in e x ten so een zaak
is van dringend nationaal belang, maar wij
onthouden ons van ieder verder commentaar
in afwachting van de verklaringen, die Lord
Tweedmouth in het Iloogerhuis zal sflejr-
gen."
De meeste Duitsche en de liberale En-
gelsche bloden steken den draak met de be
weringen van de „Times" en betwisten dat
de keizerlijke brief van zoo onrustbarender!
aard is, als de „Times" het doet voorkomen.
Maar de „Times"-redactie wrijft zich in
de hardenzoo'n groote politieke sensatie
is nog eens 'n fortuintje 1
GEMENGDE MEDEDDELINGEN.
F r a n k r ij k.
Paus Pins beeft over abbé Loisy die zich
een critiek veroorloofd had op de jongste
encycliek, den banvloek uitgesproken.
Koning Edward is 'Zaterdagavond om tien
uur te Biarritz aangekomen.
Het bericht over de reis van president
Failières naar Rusland wordt in politieke
kringen te Parijs als voorbarig beschouwd
Tot dusverre is nog alleen bepaald, dat de
president in den loop van dit jaar. waar
schijnlijk op het einde van Juli. na afloop
der Kamerzitting, een bezoek zal brengen
aan de boven van Zwe ien, Noorwegen en
Denemarken.
De plechtige overbrenging tan het stoffelijk
overschot van Emile Zola naar liet Panthéon
zal als volgt in 't werk gaan 's Avond-- te
voren om 5 uren zal Zola's lijkkist van het
kerkhof Montmartre naar liet Panthéon wor
den vervoerd. De kist wordt in dit monument
ter eere vp.n gioote mannen, omvangen dooi
de familie, den minister van onderwijs Dou-
mergtie en door enkele vrienden van den
grooten schrijver. Daar wordt een lijkdienst
gehouden en de kist den ganschen nacht
bewaakt.
Den volgenden morgen te 10 uur zal presi
dent Fnillièreh het Panthéon bezoeken. Mili
taire korpsen en koren van het conservatorium
zullen stukken ten gehoore brengen. Minister
Doumer-gue houdt daarop een redevoering.
Als slot-elTecl zullen alle troepen van het
Parijsche garnizoen voorbij de in 't midden
geplaatste kist defileeren.
D u i t s c h 1 and.
De raad van eer. waarvoor generaal graaf
Wilhelm llohenau moest verschijnen wegens
onbehoorlijke gedragingen, heeft den graaf
van zijn olfidiTsning en van zijn rtdileiorden
vervallen verklaard. De kei/er. eens 'u pet -
soonlijke vriend van llohenau, heeft dit von
nis bekrachtigd.
Zwitserland.
De Bondsraad heeft de uitlevering aan Rus
land geweigerd van twee te Genève gearres
teerde Russen, d,e betrokken waren bij den
Lisbeth Püllemann boog zich luisterend
naar voren met groote schitterende oogen:
„lloe griezelig is dat! No. 1'."
Wicelius wendde zich snel om, nam ham-
in zijn armen.
Verschrikt week ze terug. „Je doet me
pijn 1 Wat ben je wild
Hij lachte. „Wordt je bang van me?
Je hebt gelijk! Een bruigom is tegenwoor
dig een gevaarlijke persoonlijkheid, dat zie
je aan jullie Dora
Ac.li, toe! spot daar niet over! Het is al
te vreeselijk. Neen 1 glimlach niet
zoo! Toe, niet zoo! Kijk een anderen
kant op
Hij kuste haar hand. Ilij lachte luid. Een
onweerstaanbare drang kwam in hem op,
deze menselieu, die met hem klonken, hem
hun dochter tot vrouw gaven, in het gezicht
uit te lachen. Ilij kon zich niet belieerselicn.
Het was -terker dan hij. Tiet volgende
oogenlilik verzonk de met bloemen versierde
/ml weer voor hem, evenals de bruid aan
zijn zijde. De gouden wijzer van de klok
tegenover hom ging voort. Elf uur
Door het hek. slank en onfeilbaar als een
peil, gleed de gedeclasseerde, die het dooden
geleerd had op hevel van zijn veldheer, doch
nu, uitgertnoten uit de legerrijen, voor eigen
rekening voortging met dooden. Ilij zou den
slapenden joegen man in het sousterrein den
doodsteek geven, misschien zonder hem to
wekken, zonder wreedheid en zonder senti
mentaliteit, den aangeboren afschuw over
winnend. omdat het noodig vves voor zijn doel.
(Wordt vervolgd,)