62"" laargang.
Vrijdag 25 December 1908
No. 12883
Tweede Blad.
In verzoeking.
Uit de Tweede Kamer.
Deze courant verschijnt d a go lijk s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen
„P.,s per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl.lS™
per por
•nu i week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent
ALv -hjke nummors 2 cent.
-inenten worden dagelijks aangenomen.
,Averten tien toot het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
am aan hot bureau bezorgd zijn. 6
Bureau: Lango Haven No. 141 (hoek Korte Haven.)
Prijs der Advertentign: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote lettors naar de plaats die zij
innemen. j j 4
Advcrtentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In do nummers, die Dinsdag-, Donderdag-en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiön opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan. het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon
voor de Redactie No. 123.
voor de Administratie No. 103.
KENNISGEVING,
Inschrijving voor de Nationale Militie.
•I
„Mag ik u vragen, of uw dochter die
trinsactie goedkeurt?"
„Beste Donovan, zegt 't niel zoo ruw."
„Ik houdt er van, een kat een kat te
noemen. Zal juffrouw Fletcher mijn naam
enj mijn vage vooruitzichten voldoende ruil
rinden. voor haar geld?"
Philip Donovhn sprak bitter en zag den
ouden man mcL onverholen minachting aan.
„Zij weet er niets van, en ik ben niet
Vain plan, haar iots te vertellen. Ik wil jelui
zooveel mogelijk samen brengen, en dan
nioet je haar genegenheid winnen."
Bij deze Woonl-en, klopte hij Philip vader
lijk op den schouder.
Donovan schudde zijn hand af on ging
aap. het venster. Iioc zou hij dien man
kunnen uitstaan als een schoonvader? Zijn
familiariteit en grootdoenerij, stonden Do-
hoyan tegen, dat hij zich in do macht
.van oen. man, als Silas Flolcher moest be
geven. 't Was nu, echter te laat voor be
rouw; hij diende zich te schikken in 'do
ellendige positie.
„Maar veronderstel eens, meneer Flet
cher, dat uw dochter niet onder don in
vloed van mijn bekoorlijkheden komt? Dat
kan ook gebeuren?"
„Als u accoord gaat met mijn voorwaar
den, zal 'do rost wel in orde komen. Laat
Connie maar aan mij over. De tegenstand
.van een meisje van achttien jaar is ge
makkelijk tö overwinnen."
„En als ik' weiger?"
Fletcher liaaldo do schouders op.
„Och, dan presenteer ik mijn rekeningen
voer- uw wed- cn speelschulden aan bir
Joseph' Maar jo zult niet weigeren^'
vervolgde hij beminnelijk. „Mijn dochter
hooft ceu goede opvoeding gehad; zc is jo
gelijke in alles, behalve in geboorte, Zo
is mijn ccrtigo erfgename cn bij haar hu
welijk krijg ze SO.OOO pond mee, behalve
een jaarlijkschc toelage; en jij krijgt schuld
bekentenissen ter waarde van 8000 po.nd
op den dag, dat Constance Lady Donovan
wordt.
Philip leek volstrekt niet verrukt door
deze prachtige vooruitzichten.
„Dus, als ik uwe voorwaarden weiger,
schiet er niet veel anders over. Dan hen ik
geruïneerd. Ik kan onmogelijk 8000 pond
bij elkaar krijgen, cn als mijn oom hoort,
hoe ik er mij in heb gewerkt, zal hij mij
onterven."
„Zoo is hot Donovan; ik wist wel, dat
jo verstandig zondt worden, 't Zou abso
lute dwaasheid zijn, als je weigerde. Kom
vanavond hij ons dincorcn; Constance zal
't aardig vinden. Jelui zult wel spoedig
van elkaar gaan houden."'
Philip maakte een ongeduldige beweging.
„Van elkaar houden is geheel buiten de
kwestie, meneer, 't Is eenvoudig een han
delstransactie in ons heider voordeel. Ik
vrees, dat juffrouw Fletcher er niet veel
bij zal whmon. Ik hoop, dat u haar dat
zal uitleggen; vroeger of later moet ze 't
wol ontdekken?"
„Uitloggen aan Connie? Dat nooitlDan
zou ik .een eiudelooze moeite met haail
krijgenzij heeft van die senlimcnteele idees
over het huwelijk Neep, neen, ik zeg haar
niets."
„Dan b'eti ik bang, 'dat Kaar ontgooche
ling bitter zal zijn. Ik zal mij een elïcndigcn
ploert voelen, als ik haar tot mijn vrouw
maakt"
„Praat zoo niet. Je zult gauw mot het
idee verzoend zijn. Vandaag valt er niet
met jo te redeneeren. Nu, tot straks mijn
jongen. Wij dinocren om acht uur in Fraa-
cati."
Toen zijn bezoeker weg was, stootte Do
jnovan niet gewold hot venster open en
haalde diep ademt
■Ware hij do cciiigo persoon geweest, bij
M. A. BRANTS.
Y. SICKENGA.
do zaak betrokken, dan had 't hem niet
veel kunnen schelen; maar als hij ducht
aan Constance en do ellendige manier waar
op hij haar ging bedriegen, kreeg hij een
gewaarwording, of hij gek zou worden. Zij
was een bescheiden, liet meisje; men kon
zich moeilijk voorstellen, dat zij ecu doch
ter van Silas was. En hij moest tegen
over haar don verliefde spelen!
Met looden schoenen wandelde hij naar
't restaurant Frascati; cdzen avond ging
het om, de eerste repetitie van de klucht,
dio zoo lang zou duren als Iiij cn Con
stance Fletcher loeiden.
II.
„Phili IIoo gaat 't jou? Nu zou jo mij
zonder sproken voorbij loopen, cn je hebt
mij in geen jaar gezien I"
Donovan, die 'droomend voortslenferde,
werd opgeschrikt door de stom van zijn
nicht.
„Wol, Gwcn, jo zoudi iemand aan het
schrikken maken 1 Blij dat ik jo zie. Ik had
cr geen idee van, dat je in Engeland was.
Wanneer ben jo teruggekomen?"
„Verleden week. Als jo niet bijzonders
te doen hebt, breng mij dan thuis."
„Heel graag. Wat heb' je uitgevoerd,
Gtvoti?"
„Dat mocht ik jou wel vragen. Kan ik
je felicitecren, Phil?"
„Ik gclool 't tvcl," antwoordde hij zon
der een zweem van geestdrift.
Gwendoline kook hom nieuwsgierig aan.
vJe schijnt niet erg enthousiast. Con
nie zou wol gevleid zijn, als zo johoordet"
Connie? Kon je haar dan?"
„Dat zou ik deuken! Wc hebben samen
school gegaan. Ik was verrast, toen ik
Koorde, dat je, met haar geëngageerd was.
Zij is 't aardigste kind, dat ik, ken. Je Kent
wol gelukkig,"
Donovan trok' een gezipht en deed een
lachjo hoorep, dat zijn nicht vreemd aan
Het zou kwalijk voegen dit overzicht tc
beginnen anders dan met liet allergewich
tigste, cn dat is natuurlijk du iricdedec-
ling officieel op Dinsdag 22 December
's namiddags half drie door den minister
president aan de Tweede Kamer gedaan om
trent do blijde verwachting der Koningin,
eene verwachting die al wat Nederlandsch
denkt cn voelt, met groote vreugde vervult.
Het was een plechtig oogenbük, juister
gezegd een historisch moment. En waar het
spreekwoord wel donderslagen aan helderen
hemel kent, maar geene blijde maren, >3
daar thans ecne uitzondering op gekomen,
want de blijde tijding kwam toch onverwacht
voor Kamer, Fers cn het publiek dat op de
tribune de zitting bijwoonde.
De Kamer verkeerde in die woelige stem
ming, die zooveel oververmoeidheid iaat
zien als hijgende jacht naar het eind van de
bcgrootingsmarteling, en had dus weinig
oor voor den heer Bolsïus, die aan het betoo-
gen was tegenover Minister Taima dat men
voorloopig de mijnboringen in Limburg wel
kon staken, toen plotseling de aandacht
werd getrokken doer do aanwezigheid van
alle ministers: „Wat zou er te doen zijn'/"
hoorde men vragenVenezuela? Klonk hel
hier on daar, toen ook Minister Heemskerk
binnentrad, die nog aan het negental ontbrak
en wel met eenige plechtigheid, die anders
verre van hem is. Ilij nam onder diepe stilte
achter de ministerctafel plaats, eene stilte,
die zoo mogelijk nog verscherpt werd, toen
het uit, des voorzitters mond klonkIk geef
het woord aan den minister-president die hot
mij gevraagd heeft, om eene medqdeeling aan
de Kamer te doen.
Alle ministers rezen opdo Kamer stond
reeds, cn daar kwam het gewcnsclue nieuws
in den moest officieelen vorm tot ons, en
bleek werkelijkheid wat velen reeds lang 1o
mooi hadden gevonden om ooit waar te kun
nen wezen. De Minister eindigde met den
wensch dat onder Gods zegen dc blyde icr-
wacbting der lieve Koningin verwezenlijkt
mocht worden. Deze hartebede, met grootet
aandoening door den Minister uitgesproken,
wordt door de overgroote meerderheid der
Nederlandsche natie nagezegd, en de Kamer
hoorde ze eerbiedig aan, om 'daarna over het
heuglijke nieuws in luide jubelkreten uit te
barsten. Dat is een mooie dag geweest, die
22 December 190S, al opent die een tijd
perk van geduldig en spannend wachten.
Gelukkig dut de mcdedceling vergezeld ging
an deze andere, dat II. M. de Koningin
in dc best mogelijke gezondheid verkeert.
Heil U, Wilhdmina van Nassouwe, geliefd
Koningskind, uw volk leeft, denkt, en hoopt
met IL Leve de Koningin
Zullen wij or over spreken, dat het zclfa
deed. Ze stak Kaar Arm door den zijnen
ch kepk hem angstig aan.
„Vat scheelt er aan, Philip?... Je houdt
Loeh wel van Connie? 't Is zoo'n beschei
den klein schepseltje. Maar goud, zuiver
goud? Als jo haar bedroog..."
„Je hobL hel geraden, Gaven, als gewoon
lijk. Ik ben bezig liaar te bedriegenellen
dig. Ik hen oen idioot geweest. Haar vader
beeft mij vast in zijn klauwen en als ik
weiger haar te trouwen, gaat hij met zekere
schuldbekentenissen naar oom Joseph....
je weet wat dut bcteebentl"
„Zeker, dat je wce.r gedobbeld hebt?"\Vgt
ben je toch zwak, Phil, 't Verwondert mij
niet, dat 't je oom verveelt."
„Gwcn, ptaat zóó niet! Ik ben cl' al
akelig genoeg aan toe; je behoeft niet to
zedepreken."
„Denk je, dat Connie van je Koudl?"
„Daar "bon ik haast zeker van, on zij
denkt dat ik van haar houd, dat is het
ongelukkigste. Als ze mij aanziet met die
groote, vertrouwende oogen, voel ik' mij
haast gedwongen, haar alles te bekennen."
Gwe.n kreeg oen kleur, trok haar arm
terug cn wendde zich toornig tot hem:
„Philip, ik schaam mij over je 1 Ik dacht
niot, dat jo zóó kon handelenI "Wil je Con
nie's loven bederven? Laat haar nu vrij,
eer het tc laat is'O, Phil, je hebt. mij teleur
gesteld. Ik heb altijd zoo'n idee gehad, dat
jij beter was dan (jyndcre mannen, en ;ra
blijk je net te zijn als de restverschrik
kelijk."
,,'t Spijt mij, Gwcn. Ik' weet dat ik ploer
terig handel; maar wat kan ik doen? Ik
heb den moed niet om 't Constance tc zeg
gen, of mijn oom on de armoede onder de
oogen tc zien."
„Ik heb je gewaarschuwd, kijk dus uit.
Als ik dt mogelijk toe besluit, voor ama
teur-inbreker te spelen cn die papieren te
stelen, zal ik je laten weten... Neen,Phil,
ik heb je geleide niet meer noodig; ik
ga liever alleen naAr huis."
DonoVan ha'd 't tc druk met zijn gedach
ten om den minachtenden blik vati Gwcn
op to merken. Ilaar woorden suisden nog
in zijn oor: „als ik er toe besluit, die pa
pieren te stolen, zal ik 't je laten weten.
"Waarom zon, hij zei niet zelf stelen? ÏHij
kende do plaats Waar Silas ze verborg;
een valsclio sleutel zou die brandkast ope
nen. Het zou een groote waag zijn, na
tuurlijk; maar ids hij slaagde, had hij 't
spel in lianden. Na verloop van tijd kon
hij Silas 'alles bbtalen. wat hij hem schul
dig was. Ja'hij zou hot wagon.
Een kerkklok in de buurt speelde en
sloeg dan: een... twee... en weer was
er doodschp stilte. Donovan sloop uit zijn
schuilhoek en strekte de verstramde lede
maten. Nu sliep toch zeker alles in huis.
Terwijl hij voorzichtig op de teenen
stapte in de richting van de bibliotheek,
raakte zijn mouw een palm, die zwak rit
selde. Hij schrikte lievig cn! trok zich weer
in het donker terug.
Hij had Constance dien avond gezien dn
nooit eerder had hij 't zóó hard gevon
den, zijn ellendige rol to spelen. Dc brik,
waarmee zo hem goeden, nac-ht had ge-
wcnscht, vervolgde hem. Dio groote, trou
we oogen haddon hom altijd een vaag ge
voel van onrast gegeven; hot kostte hem
moeite, hun Hik' te doorstaan. Hoe zou
do uitóruikkifnlg van die oogen zijn den vol
gonsen kecir, als ze elkaar ontmoetten?
Hij hoopte, dat hij haar nooit weer in 't
gelaat behoefde te zien. Zo was zoo kwaad
niet; op den duur zou hij misschien vaar
haar kunnen gaan houden, maar neen, 't
was heter zoo.
't Zou dorst dear Wrocde slag voor haar
zijn!, maar later zou ze er blij om zijn.
Gelukkig was de serredeur niet geslo
ten; hij kon naar dc binnenvertrekken on
in de bibliotheek, komen. Het dikke ta
pijt smoorde dc voetstappen.
Hij stak een klein lampje aan, dat op
SCHIEDAMSCHE COURMT.
Burgemeester em wethouders van Schiedam
herinneren bij deze allo belanghebbenden aan hunne
verplichting tot het doen van aangifte ter iaiehrij-
thtg 0oor de nationale militie, in de maand Januari
1909.
De bepalingen der Militiewet 1901, die betrek
king hebben op de inschrijving luiden als volgt:
Art. 13.
Yoor de militie wordt ingeschreven
lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die
binnen het lüjk, in het Dnitsche Rijk of in
het Koninkrijk België verblijf houdt,
2o, ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiens
vader, moeder of voogd binnen het Rijk, in
het Duitsche Rjjk of in het Koninkrijk Belgie
woonplaats heeft,
3o, ieder meerderjaiig mannelijk Nederlander, die
binnen Miet Rijk, in het Duitsche Rijk of in
het Koninkrijk België woonplaats heeft,
4o. ieder mannelijk ingezetene met-Nederlander,
zoo hij op den lsten Januari van het jaar het
19de levensjaar was ingetreden en niet verkeert
in een der bij art. 15 omschreven gevallen.
Ingezetene is, voor de toepassing van het bepaalde
hierboven onder 4o,
A, de binnen het Rijk veibiijf houdende minder
jarige niet-Nederlander
a, wiens vader, moeder of voogd binnen het Rijk
woonplaats heeft eri haar gedurende de voor
afgaande achttien m'anden in het Rijk of de
koloniën of bezittingen des Rijks in anlere
werelddeeien gehad heeft;
van wiens ouders de langstlevende bij zijn of
haar overlijden in het hierboven onder a oin-
«chreven geval verkeerde, al verkeert zijn voogd
niet in dat geval of al is deze buiten 's lands
gevestigd
c, die door zijn vader, moeder of voogd verlaten
is, of die ouderloos is of in wettelijken zin
geen vader of moeder heeft en van wie» niet
bekend is dat hij eon voogd heeft, indien hij
gedurende de vooiafgaando achttien maanden
in het Rijk verblijf gehouden heeft;
D, de meerderjarige met-Nederlander, die binnen
het Rijk woonplaats heeft en haar gedurende
de voorafganndo achttien maanden in het Rijk
of de koloniën of bezittingen des Rijks m
andere wereldüoelen gehad heeft.
Voor minderjarig wordt voor de toepassing van
het bepaalde hiei hoven onder A gehouden hjj, die
minderjarig is in den zin der Nederlandsche wet
Voor meerderjarig wordt voor de toepassing van
het bepaalde hierboven onder B gehouden hij, die
meerderjarig is in don zin van voormelde wet
Art. li.
De inschrijving geschiedt
io. van hem bedoeld in art. 13 eerste zinsnede lo.
Zoo hij binnen het Rijk verblijf houdt on zijn
vader, moedor of voogd nldaar woonplaats
hoeft, in de gemeente der woonplaats van vader
moedor of voogd
/•oo hij binnen het Rijk verblijf houdt en zijn
vader, moeder of voogd eldeis dati binnen het
Rijk woonplaats heeft, in de gemeente, waar
hij verblijf houdt
Zoo hij door zijn vader, moeder of voogd ver
laten is, ouderloos is of in wettelijken zin geen
vader of moeder heeft en het niet bekend is
dat hij een voogd heeft, in de gemeente, waar
hij vs.'blijf houdt;
Zoo hij in het Duitsche Rijk verblijf houdt,
in do gemeente Amsterdam
Zoo hij in het Koninklijk België verblijf houdt,
in de gemeente Rotterdam;
2o, van hem, bedoeld in art. 13 eerste zinsnede
2o.:
Zoo zijn vader, moeder of vdogd woonplaats
heeft binnen het Rijk, in de gemeente der
woonplaats van vader, moeder of voogd
is de woonplaats van vader, moeder of voogd
in het Duitsche Rijk, in de gemeente Am
sterdam
is zij in het Koninkrijk België, in de gemeente
Rotterdam
8o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede
3o
Zoo hij woonplaats heeft binnen het Rijk, in
de gemeente zijner woonplaats;
Zoo bij woonplaats heeft in het Duitsche Rijk,
in de gemeente Amsterdam;
Zoo hij woonplaats heeft in het Koninkrijk
België, in de gemeente Rotterdam
4o A. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede
4o., indien hij minderjarig is
Zoo hij verkeert in hot geval, in de tweede
zinsnede van dat artikel onder A o omschreven
in de gemeente, waar zijn vader, moeder of
voogd woonplaats heeft
Z o hij verkeert in het geval, in die zinsnede,
onder Ab omschreven, in de gemeente, waar
zijn voogd woonplaats heeft; is de woonplaats
van dezen buiten 's lands, dan geschiedt de
inschrijving in de gemeente waar de minder
jarige verblijf houdt;
Zoo hij veikeeit in een der gevallen, in even-
bedoelde zinsnede onder Au omschreven, in de
gemeente, waar hjj verblijf houdt
B. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede
4oindien iiij meerderjarig is
in de gemeente, waar hij woonplaats iieeft.
De in de vorige zinsnede als plaats van in
Schrijving aangewezen gemeente is die, waar
het verblijf of de woonplaats gevestigd is of
was op den lsten Januari van het jaar, vol
gende op dat, waarin de m te schrijven per
soon het 18e levensjaar volbracht, tenzij het
iemand geldt, wiens inschrijving te Amsterdam
of te Rotterdam moet geschieden wegens ver
blijf of woonplaats onderscheidenlijk in hel
Duitsche Rijk of in net Koninkrijk Belgie.
Ait. 15.
Voor de militie wordt niet ingeschreven:
lo, de ingezetene niet-Nederlimler, die bewijst
te behooren tot een staat, waar de Nederlanders
niet aan den verplichten krijgsdienst zijn onder
worpen of waar ten aanzien van den dienstplicht
het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen;
2o. hij, d,e bewijst in de kolomen of bezittingen
des Rijks in andere werelddeeien vei blijf te houden
of woonplaats te hebben, al heeft zijn vader, moeder,
voogd of cmator woonplaats binnen het Rijk.
Art. 16.
Rij, die volgens art. 13 behoort te worden inge-
schreven, is vei plicht zich daartoe bij Burgemeester
en Wethoudeis der gemeente, waar volgens art. 14
de inschrijving moet geschieden, aan te geven
tusschen den lsten en den Bisten Januaii van het
jaar, volgende op dat, waarin hij het 48de levens
jaar volbracht.
Bij ongesteldheid of afwezigheid van hem, die
zich ter inschrijving moet aangeven, alsmede in
een der gevallen, hierna m de vierde zinsnede
omschreven, rust de verplichting tot het doen der
aangifte: indien liet een minderjarige betreft, op
zijn vader, moeder of voogd; 1
indien het een meerdoijarige betreft, die onder
curateele gesteld is, op zijn curator De verplichting
van vader, moeder of voogd geldt evenwel slechts
zoo hij of zij binnen het Rijk, iu het Duitsche Rijk
of in het Koninkrijk Belgie woonplaats heeft.
Behoudens do uitzonderingen bij de volgende
zinsnede gemaakt, rust de zorg voor het doen der
aangifte uitsluitend op den in te schrijven minder-
j rige;
indien zijn vader, moeder of vougd niet binnen
het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk
Belgie woonplaats heeft;
indien zijn vader of moeder of beiden de ouder
lijke macht missen;
indien hij door zijn vader, moeder of voopd ver
laten is; of
indien hij ouderloos is of in wettelijken zin geen
vader of moeder heeft en het niet bekend is dat
hij een voogd heeft.
Ilij, die door de bestuurders, in art. 22 vermeld,
ter inschrijving moet worden opgegeven of die in
dienst is bij de zeemacht, de marine-reserve en het
korps mariniers hieronder begrepen, bij bet leger
hier te lande of bij de koloniale tioepen, is tot het
doen van de aangifte niet verplicht
Voor hem of haar, die tot het doen der aangifte
verplicht is, kan de aangifte geschieden door een
ander, daartoe schriftelijk gemachtigd. De volmacht
biyft ouder Burgemeester en Wethouder* beiusten.
De wijze waarop van de gedane aangifte moet
blijken, wordt door Ons bepaald.
Art. 18
Voor de militie wórdt ook ingeschreven of wordt
opnieuw ingeschreven
1o, ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die
na den Isien Januari van het jaar, volgende op dat,
waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór
het intreden van het 21ste levensjaar zijn verblijf
binnen het Rijk, in het Dmtsehe Rijk of in het
Koninkrijk België gevestigd heeft;
2o. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiens
vader, moeder of voogd na den lsten Januari van
het jaar, volgende op dat, waarin de mmdoi jarige
het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden
van diens 21ste levensjaar zijn of hare woonplaats
binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of m het
Koninkrijk België gevestigd heeft
3o. ieder mannelijk minderjarige, die na den lsten
Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij
het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden
van het 21ste levensjaar Nederlander of opnieuw
Nederlander is geworden, zoo hij in een der hierboven
onder 1o. omsclneven gevallen veikeeit, of wiens
vader, moeder of voogd verkeert in een der gevallen
hierboven onder 2o. omschreven
4o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die
na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat,
waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór
het intreden van het 21ste levensjaar zijne woonplaats
binnen het Rijk, in hot Duitsche Rijk of in het
Koninkrijk Belgie gevestigd of er woonplaats ver-
Uregen heeft
5o.ieder mannelijk ineerd rjaiige. diana don isten
Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij
het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden
van het 21ste levensjaar Nederlander of op nieuw
Nederlander is geworden, zoo hij in een der hier
boven onder 4o. omsclneven gevallen verkeert
tio. ieder mannelijk niet-Nederlander, die na den
lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin
hij het iSile levensjaar volbracht, en vóór het in
treden van het 21ste levensjaar ingezetene of op
nieuw ingr .tene is geworden in den zin der tweede
z'iisnedo van art 13.
Iherbij gelden de laatste zinsnede van dat artikel
en ait 15.
Ten aanzien van de gemeente, waar de inschrij
ving of de inschrijving op nieuw moet geschieden
en van de verplichting tot liet doen van aangifte
ter inschrijving of ter inschrijving opnieuw gelden
de eerste zinsnede van art 14 en de laatste vijf
zinsneden van art. 16.
De aangifte ter inschrijving of ter inschrijving
opnieuw van hem, die volgens do eerste zinsnede
van dit artikel moet vvoiden ingeschreven, geschiedt
binnen dertig dagen na liet verkrijgen of, werd hij
reeds vroeger ingeschreven doch van tiet register
afgevoerd, na hot terug erlangen van het N"der-
landerschap of van het ingezetenschap, of na de
vestiging van vei blijf of de vestiging -f het ver
krijgen van woonplaats binnen liet Rijk, in het
Duitsche Rijk of in het Koninkrijk Belgie.
De inschrijving geschiedt in hot register be
treffende de lichting van het jaar, waartoe de in
de eerste zinsnede van dit artikel bedoelde persoon
volgens zijnen leeftijd behoort.
Art. 166.
Met boete van ten minste vijftig cents en ten
hoogste f 100.wordt gesti.ilt de overtreding van
de aitt. 16, !8 en 22
Dientengevolge wordt aan alle mannelijke inge-
zete ten, die geboren zijn in het jaar 1890, kennis
gegeven, dat in hel gebouw de ST. JORIS DOBLbE,
aan hel Doeleplein alhier, op dagen en uren hier
onder vermeld, tot het doen dier inschrijving moer
bepaaldelijk gelegenheid zal worden gegeven, te
weten, op:
MAANDAG 4 Januari 1909,
en
DINSDAG 5 Januari 1909,
telkens van des voormiddags O tot des middags 12 uur
en van des namiddags 24 uur.
Vuoits wordt nog medegedeeld dat voor hen die
veizuimd hebben of verhinderd waren, zich op een
der voornoemde dagen ter inschrijving aan te geven,
daaitoe, ten Baadhuize der gemeente, alsnog gelegen
heid zal bestaan op iederen vveikdag der maand
J.niuan a s op de uren hierboven vermeld; en dat
liet register van inschrijving, ingevolge art. 23 der
meergemelde wet, op den 31sten dier maand voor-
loopig zal worden gesloten.
En is hiervan afkondiging geschied, waar liet
behoort, den 21sten Deceinoer 1908.
Burgemeester en Wcthouders voornoemd,
De, Secretaris