¥oor s,fcU4— ""'C'ÏISS. m L e; laargang rijdag 25 December 1908 Mo. 12883 3-en II Derde Blad Een gezegende Kerstavond. De wet in huis. Sela, t,t), jaar. rente Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon nwi a Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent Afzonderlijke nummers 2 cent Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór aan bet bureau bezorgd zijn. fa Bureau: Lango Haven No. 141 (hoek Korte Haven.) P alle fi li uur. ;baar Prijs dor Advertentiën: Van 1G regels £1. 0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letter's naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeclige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te hekomen. In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën ópgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon voor de Redactie No. 123, voor de Administratie No. 103. FRMSCIIE BRIE YEN. IINS, Parijs, 20 December 1908, Twee dagen geleden heeft ons vador- laïid de eer genoten, met vette letters zijn naam in bijna allo Parijsche couranten ge drukt te hebben. liet was ter gelegenheid van de beweerde oorlogsverklaring, Neder land door Venezuela toegezonden. Door sommige organen der publieke opinie werd ia dien aanzien de opmerking gemaakt, dat het voor hot minst eigenaardig was, dat die notificatie juist bestemd was vom de stad der Vrcdesconferentiëu, Hiertegen is niets to zeggen. Men moet inderdaad toegeven, dat het een ironicke speling van het noodlot is, welke ons volk tot levend bewijs maakt van de onmogelijkheid, in weerwil van de beste bedoelingen, voor altijd een staat van internationalen vrede op aarde te decreteeren. liet gaat echter niet aan, zelfs met dat bewijs voor oogen, daaruit een argument te putton tegen hol goed recht cn het weldadig karakter van hen, die door alle middelen het pacifisme trachten to bevorderen. Tot nader order mag men daarom do vroolijkh'eid van som mige Fransche journalisten over het feit, 'dat Holland in een oorlog gewikkeld is of kan worden, voor hun rekening laten. Er zijn trouwens verschillende bladen, ge lijk de „Temps", Üio deze. gebeurtenis ernstiger opnemen en die zelfs zoover gaan te beweren, dat Nederland in dezo aangele genheid een lesje in waardigheid cn ge voel van eigenwaarde aan meer dan één groote natie, waaronder in do eerste plaats Frankrijk, gegeven heeft. Overigens dient men in het oog te houden, dat de Fransche journal >c een geboren spotter is. Mij is door meer dan één collega verzekerd, dat de telegrafische tijding, dal de regoerfng van Castro aan die van II, M, Wdhelmina 'den oorlog had verklaard, in alle redactie- bureaus van Parijs buitengewone vroolijk- heid had gewekt. Gelukkig mag men hel er voor houden. ,dat die uilbaisling van hilariteit meer dc Overzocsehe Republiek dan het "Europeescho koninkrijk gold. Alen heeft het waarschijnlijk grappig gevonden 'dat een, met zeven of acht schuiten gc- wapende, Amerikaansche Staal aankondig de, dat hij voornemens was le velde, of beter gezegd ter zee, te trekken tegen een, zij het dan oolc numeriek onbelangrijke, Europeesche zeemogendheid. Bovendien had men, in de komst van den beroem- den Castro juist aanleiding gevonden, zich eon weinig te amuseeren ten koste van dit transatlantisch Staatshooid. Die laat- i orde sclio oeve ff 51 Con- heek' .Hf,'? De menschen noemden bom „Robert dc Zwerver". Bijna iederen dag kond! gij hem met hangend hoofd en do oogen naar den grond gericht, langs do straat zien loopen. Er was niemand, die tot hem sprak. Zijn kleeren waren versleten. Meestal droeg hij goen kraag en waren zijn hals en borst aan weer en wind blootgesteld. Niemand wist van waai; hij kwamsommigen zeidon, dat hij acleur geweest was, anderen dat hij voor dokter gestudeerd had, maar hot meerendeol hield vol, 'dat hij als jongmenseh een groot fortuin had doorgebracht. Wat 'er ook van was, zeker kon men hem aan- <lat hij ge'an gewone vagebond was. Ik. weet niet, oi' de vrede en de goede gezindheid, die zich van do menschcn om streeks Kerstmis moester maakt, er de aan leiding toe was, maar zooveel is zeker, dal ik op oen Kerstavond, cenigo jaren ge leden, toon ik hom voorbijging en mij naar mijn gezellig huis spoedde, een ploiselinge ingeving kreeg om te blijven staan. „Wil jo met mij meegaan, Robert, en een lekker avondmaal hebben?" vroeg ik. Hij stond stil on lichtte zijn hoed op. Arme kerel, ik zag, dat de tranen hem in de oogen sprongen, llij was niet ge woon vriendelijk aangesproken te worden. „OE ik een lekker maal wil hebben?" stamelde hij. „Ik lieh' 's avpnds pooit iets te eten." Ik' wilde hem' graag gcloovcn. Hij zag er uit, of hij nooit iets to eten had. _jjMaalki np. voor dézen avond, eens oen •uitzondering, 't Is, zopals ge weet, Kerst- slo gewoonto hebben de Fransche bladen namelijk altijd gehad. Men herinnert zich alhier nog heel goed do aankomst van een anderen president van Venezuela, wijlen Guzman Blanco, oen Wcst-Indischon Nabob met liet uiter lijk en dc manieren van een Parijsch adel lijk heer. Die eigenschappen zijn henr te pas gekomen hij het uithuwelijken zijner dochters, van welke een met den jongen hertog de Moray, den zoon van den minis ter, en, naar* men zegt, halven broeder van Napoleon III, getrouwd is en nog to Pa rijs leeft. Gezegde Guzman, dien ik me nog wol herinner te Parijs gezien te heb ben en die eerst ecnigo jaren geleden daar overleden Is, was met zijn familie en gevolg in het hotel Continental in do Rue de Bivoli afgestapt. Hij betaalde er voor pension 1000 francs per dag, hetgeen voor die dagen, .waarin de Amerikaansche mil lionaire nog niet te Parijs in de mode waren, een aardigen prijs mag hceten. Ik geloof niet, dat Castro het tijdens zijn verblijf van acht en dertig uren in het Hotel van het Paleis d' Orsay zoo ver ge bracht beeft. Ik denk ook, dat, indien hij, wat ik niet weet, met dochters gezegend is, de Fransche adel zich wel eens eerst tweemaal zal bedenken voor hij er toe overgaat zulk een schoonpapa als den te- genwoordigen President-Dictator tc begee- ren, Castro, dien ik bij zijn aankomst aan do Gare d' Orleans en bij zijn vertrek aan de Gare du Nord op mijn gemak heb kun nen gadeslaan, is namelijk, hoewel niet zoo terugstootend van uiterlijk als men hem reeds afgebeeld beeft gezien, niet bij zonder presentabel te noemen als naasten verwant. Klein, onbeleokenend van voor komen, onbeschaafd van houding, parvenu achtig opgeschikt, met dierlijke trekken op het tanig gelaat, in één woord, inner lijk en uiterlijk een wreedc halfbloed van Ztud-Amonka bezit hij geen enkele aan trekkelijkheid, uitgenomen zijn millioenen, waarvan de herkomst, naar men alterwe gen zegt allesbehalve wettig mag hoeten. Voornamelijk .om die redenen heeft hij in de Fransche republiek, anders zoo toeschie telijk Noor vreemde potentaten, niet het minste succes gehad. De algemoeno opinie was, dat do regeering een ongemotiveerde lankmoedigheid jegens hem aan den dag gelegd had door hem toe te slaan op Frnnsch grondgebied te verwijlen. Dat hij or terug zal komen komt mij dan ook niet waarschijnlijk voor, tenzij hij cersl tol den rang van privaatburger is afgedaald. In da,l geval zou niets er zich tegen ver zetten dat liij, evenals zoo menig Ameri- kaansch multi-millioimair, een gedeelte van zijn kapitaal in Frankrijk kwam verteren. Eu werkelijk dichten verschillende zijner mis, en dan doen do mcnschen wel meer buitengewone dingen. Kom, ga mee." Hij zei niets, maar zijn oogen spraken duidelijk genoeg en onzcri pas verhaastend, sloeigen' wij samen den weg na,ar huis in. Ten laatste bereikten wij do woning en mijn vrouw opende do deur. Kleine Alarie kwam mij huppelend tegemoet, en toen ik liaar oplichtte en op mijn schouders zette, vertelde ik mijn vrouw, dat ik een vriend had meegebracht om mol ons het avondeten te gebruiken. Tei wijl ik met Robert zat te praten, zorg de Anna voor het eten. Zijn gelaat stond veel vroolijker cn uit zijn gesprek bleek mij, dat hij werkelijk een goede opvoeding had gehad. Marictjo klom van mijn knie, en ging naar Robert. „Hebt gij geen dochtertje?" vroeg ze. Hij si reek haar zachtjes ovor hot haar on schudde het hoofd. Robert wendde het hoofd af. Een kind vindt zoo gemakkelijk den weg naar iemaud's hart. „En geen "Mama ook?" „Neen, geen Mama," sprak hij- na een poosje. Marictjo zuchtte en naar mij (oekomend, vroeg zo: „Is die man zoo arm?" De komst van mijn vrouw, die mij meld do dat het eten gereed was, maakte, dat ik niet behoefde te antwoorden. Toen wij gegoten hadden, klom Mandje op Robert's knie om hem goeden nacht to zeggen cn bracht mijn vrouw haar naar bed. Wij piaatstcm toen onze stoelen weer bij den haard. Zijn oogen schitterden. Hij scheen cpn ander mlensch gewaden. Ik gaf hem een sigaar en wij zaten een tijd laag bij elkaar zonjder 'njvo.ord tc< spiekten. alndslio'don hem het voornemen toe het presidentschap er aan le geven en niet weder naar zijn staten terug lo koeren. Ik moet er bijvoegen, dat dit voornamelijk de mcer.ing is van de te Parijs wonende, uit Venezuela verbannen revolutionairen. Dezo nemen echter witlicht hun wcnsch voor do daad of laten hun bewering in de Fransche pers los als een ballon d' es- sal. Tol staving van hun gevoelen bren gen zij echter to horde, dat Castio nooit or toe overgegaan zou zijn naar Euiopa to gaan, indien hij,or werkelijk aan hecht te President cn "Dictator te blijven. Clecn enkelen waren vriend in zijn land bezit tende en tot nu toe alleen door tirannie staande gebleven, wist hij zeer'goed, bo- toogen de revolutiemannen, dal de revo lutie veld zal winnen om weldra geheel en al te zegevieren, zoodra hij de Vene- zolaansche kust vaarwel gezegd zou heb ben. Inderdaad schijnen 'de jongste uit Vene zuela ontvangen berichten die, opinie aan vankelijk to staven. Daartegenover 'kan evenwel gesteld worden do moening, die ik door andere Yenczolanen te Parijs bob hooren verkondigen, dat Castro een man is, die voqr niets slaat en in het minst er niet tegenop zou zien, alleen door eon paar getrouwen vergezeld, in Venezuela to landen, ook al ware het land in vollen opstand tegen zijn gezag, en in dat geval uitsluitend door zijn persoonlijk optreden, dapperheid en overwicht de revolutie het hoofd in te drukken. Zoodoende zou men werkelijk er toe mogen komen op den Ve- nezolaansche held de vergelijking met Na poleon ,die reeds gebezigd is, toe to pas- son, en zouden er ergens aan de Venezo- laansche kust altijd een tweede Cannes en oen tweede „Ilonderd dagen" 'gevon den kuiyien worden. liet is moeilijk, tus- schen clie verschillendo moeningen uit spraak te doen. Ik denk inmiddels, dat men do plank het minst misslaat, dooi den Dictator voor een man te houden, die oen zeer slecht inzicht heeft in de Euro peesche beschaving, voor een halven bar baar, mot buitengewoon veel zelfvertrou wen begaafd, met weinig iiicnschenkennis toegerust wat zijn niet-landgenooten betreft, doch uitstekend op de hoogte vaji het ka rakter van zijn eigen volk. Op die wijze kunnen trouwens 'zijn handelingen cn maat regelen tegenover dc Europeesche landen het bost verklaard worden. Hel is niet on mogelijk dat zoo iemand, nog daarenboven over het paard gelild door zijn vroeger succes, er van overtuigd is alles le kun nen wat hij wil en derhalve ook meent in staat to zijn elk gegeven oogenblik als oppermachtig alleenheerscher in zijn va- Sedert is, zooals men woei, deze ver wachting roods tot vervulling gekomen. derland terug to koeten. Hij is er stellig van 'doordrongen, dat hij aldaar ten minste te allen tijde liet „Veni vidi, vici" zal kunnen uitspreken. Zijn eigenwaan moet bovendien nog to sterker zijn /laar deze, behalve op oen beperkt intellect, op een gcluksstor steunt, die jaren achtereen ge schenen heeft. Het bchoefl niettemin geen betoog, dat ook aan zulk een seliijn-Napo- leon, gemakkelijk oen Waterloo beschoren kan zijn. In elk geval is dit de meening van do door hem verdreven landslieden. Een paar ervan heb ik herhaalde pna- lon tc Parijs gesproken. Eén wis Caslro's «gen 'dokter geweest. Hij had een al to groote r njmoodigheid met drie jaar gevan genisstraf moeten boeten en kon. zich pog gelukkig rekenen, na afloop daarvan zijn vaderland te mogen verlaten. Vcigens do zen zegsman gaan Castro's dwingelandij, Wreedheid en roofzucht alle beschrijving te boven, doch wellicht komt bij die ap preciatie een weinig partijdigheid, die men verschoon en kan in iemand, die jarenlang onschuldig m een Yenezolaansehen keiker gezucht heeft. Maar bedoelde dokter, die in Parijs, waar hij op het oogenblik de geteeskunde uitoefent, gepromoveerd is, schijnt, in het algemeen genomen, een be trouwbaar en nilcret beschaafd persoon. Van den anderen 'kant heb ik vaak een groot vniclnd van Castio ontmoet, een jong menseh, die, niettegenstaande hij in 'Parijs woo-ndo, vjocgcr den post van Veticzo- laainsch consul in Nederland bekleedde en een knap literator is. Ik bezit een, in het Spaainsch geschreven, bundel schetsen van zijn hand, waarin o. a. met veel ingeno menheid over Nederland en met gioolen ccibied over onze regeering wordt gespre ken, Binnenkort zal er een mulei werk van hem verschijnen Deze jeugdige onder daan van don ductator bet zich tegenover mij steeds inet veel lof omtrent zijn al- machtigen heerschar uit. llij had zich dan ook mot over diens onrechtvaardigheid te beklagen gehad, ofschoon hij ook al met de gevangenissen van zijn land had kennis gemaakt. Door Castio tot gouvemeui van oen provincie vei lieven, had hij namelijk, nauwelijks op zijn post aangekomen, niets beters weten te doen dan een invloedrijk landheer a boui pourtant dood te schie ten. Castro had hem daarvoor, alhocud hem persoonlijk zoor genogen, tot. tanige 'maanden gevangenisstraf doen wroordec- Jen. Do oud-consul en moordenaar, thans nog gouverneur, heeft mij die episode uit zijn leven zelf verhaalt! en ik, sta ervoor in, dal llij 1c Parijs steeds den indruk; op mij gemaakt heeft van een zeer zachtaar dig, zelfs sentimenteel en buitengewoon ontwikkeld man. Het schijnt me daarom toe, dat in Zuid-Amerika do mentaliteit der inboorlingen anders woult dan zij zich in Europa vertoont. IIcl a lavas ma, deels dar Conquistadores van driehonderd jaar hor, deels der Indianen en negers, doet zich daar ongetwijfeld voel shaker gevoelen dan in een Europeesche omgeving. Gastro in hoogsldeszelfs eigen persoon zal er zich dan ook wed voor Wachten, in Europa zijnde, toe tc geven aan zijn aanvechtingen van Indisch Satraap, indien hij die soms mocht gevoelen. ïn elk geval kan 't voorbeeld van bovenbedoelden consul iets bijdusen tot staving van de moening, dat de Yenc zolanen, lioe beleefd, verstandig en bemin nelijk ook in Europa, in bun eigen land gedragsregelen, volgen, die wij ons slechts uit eua toeslaud van Zuidelijke ontoereken baarheid, zoo niet van Lariniarsc.lih.dd kun nen verklaren. JUYENIS, „Zondt go do geschiedenis willen hooren van Robert den Zwerver?" vroeg hij. „Als gij wilt zal ik u het eerste doel ei-van ver tellen. Hot Iwcedo deel neemt hedenavond een aanvang.Dat zult go over twee jaar hooren." Ik begreep hem niet recht, maar knikte toch met het hooid. Het 'duurde evenwel nog een poosje vóór hij iets zei; ten laa'Lste begon hij en sprak: „Vijf jaren geleden was ik nog oen jonge man. Zie ik er nu nog naar uit'? Eu toch hebben vijf jaar die verandering teweegge bracht. Afijn naam ic Robert Alerne. Ik woonde met mijn vader in Schotland cn daar ont moette ik mijn Flora. Ik zie haar nu nog vóór mij, zooals ze was, toen ik haar bét eeist ontmoette. Het was een heerlijke dag in Juni. Ik was vroeg uitgegaan, en juist was ik pp weg naar huis, toen lieflijke mu ziek mijn oorta Irof. Ik wendde mij om en zag een vrou,w. Zij had mij niet gezien, en toen zij mij naderde, zong zij een liedje van bloemen on zonneschijn. Haar hoed droeg zij in do hand en de zon speelde met haar gouden lokken. Haar japon was laag uitgesneden, cn [daJblankheid. van haar hals stak scherp af bij haar roodo, door de zon gebrande wangen. Toon zij mij zag, staakte zij haar liedje en bloosde. Zij zette haar hoed op en liep haas tig weg. Zij iwas een meisje van de naburige hoeve. Ik werd verliefd op haar, en zon der dat iemand hot wist, ontmoetten wij eikaar in hot bosch. Tqon vernam mijn vader het. Hij verbood mij liaar weer te zien, en zoide, als ik hem niet wilde ge- gehoorzamen, dat hij mij de deur zou wij- zon. Dien zelfden avond ontmoette ik Flo- Gelijk wij reeds ge^diieien hebben is liet opmerkelijke van de nieuwe wet op hel ar beidscontract, die 1 Februari in werking treedt, dat zij niet \óóc onze huizen halt maakt; maar rustig binnentreedt cn overal ■ondkijkt, of wij in onze verhouding tot ouzo dienstboden wol doen, wat zij van ons vi r- hmgjt. ALcn heeft deswege tegen du wet storm geblazen. Niet geheel terecht, naar het ons voorkomt. Zeker - het ver-strekkende ïecht van den meester van tegenwoordig gaat ver dwijnen. Zeker de wet, die thans bin- nenlatitiur vraagt, is niet zoo tam als baar voorgangster, die den mee-tor vrijwel zelf wetgever deed zijn. Maakte de vioegere wet uit zonderingen op het gewone recht ten bale van den werkgever en ten nadeele van de dienstboden, de nieuwe wet heeft meer tegenovergestelde neigi ngen. Beschouwde dc vioegere wet de dienst boden als niet geheel betrouwbaar en voor al als meiwhen op wie niets te verhalen is, de nieuwe wet san 1 Februari heeft een geheel andere opvatting. Doch moet men nu vieezen, dat men thuis een rattenkoning van proces=en zal krijgen? Dat men bij elke handeling tegen over de dienstboden moet bedenken of zij ook processticele gevolgen' zal hebben? Dat men om zoo te zoggen een abonnement bij den deurwaarder moet. sluiten en voortdurend sei eed moet sttian mot geschreven contrac ten. exploiten, enz. enz.? AVij gcloovcn het niet. Wellicht zal het niet onverstandig zijn een schriftelijk con tract te sluiten, 'doch dan meer om ooi- beide partijen een richtsnoer tc hebben, dan wel omdat men zoo'n contract als wapen zal noodig hebben. Zal dan niet waar zijn, wat mr. S. van ra, en hij het lieflijk schijnsel dar maan haalde ik haar over mijn vrouw to wor den. Zij stemde toe cn ik trouwde haar. Gelukkig slaagde ik er spoedig in als klerk op een kantoor geplaatst te- worden, on nis de kantooruren om waren, zat mijn vrouw op c-cn laag stoeltje naast mij, ter wijl ik aan mijn lessenaar zat te schrij ven. Ik had wel een weinig aanleg als schrijver, en a,Ss de avond gevallen en het werk weggelegd was, zaten Flora en ik over dc toekomst to praten, over den tijd, dat ik een beroemd schrijver zou zijn, cn do onaangenaamheden van het kan'oor leven vergeten. Alaar pus geluk was to groot om van langen duur te zijn. Dc rozen op het. ge laat van mijn vrouwtje begonnen to ver welken, en ofschoon zij om mijn vices lachte, vo-elde ik toch, dat zij erg ziek zou worden. Toen ik op zekeren avond van hol kan toor thuis kwam, lag zij lo bod. in wan hoop zat ik mijn roman te voltooien; als die aangenomen wie-rd, zou zij van een. aindcro luchtstreek kunnen genieten. Ik werkte er den gcheelcn nacht aan en maakte hem af. Een week later ontving ik op hel kantoor een brief, "da,t mijn werk was aangeno men. Er was ecu wissel bij ingesloten, met het verzoek moer bijdragen,' te zenden. Flora was iederen dag erger geworden, maar nu, meende ik, zou ze spoedig beter zijn. Ik kocht onderweg oen versnapering, cn voorbij een bloemenwinkel gaande, liep ik er in om een bosje lelietjcs-van-dalon. liet waren haar lievelingsbloemen. Toen spoeddo ik mij naar buis, en b'cgaf mij dadelijk maar boven, naar'haar bed. „Flora," riep ik uit, „ik heb succeos ge had. Je zult nu binnen een paar dagon van hier kunnen gaan." Zij antwoordde niet. Zij moest slapen', meende ik cn maakte zoo weinig mogelijk leven. Ik stond hij haar bed, baar lief gelaat be schouwende. Hot was zoo kalm, zoo mooi en zoo rein. Er was ecu glimlach om haar lippen en haar gouden lokken omlijstten haar gelaat. Mijn gedachten dwaalden at naar dien 'dag in Juni, en dc woorden van hef liedje dat zij zong, kwamen mij weer voor den geest. Ik knielde naast haar bed, en het bou- cpietje lelietjes in Flora's linUd plaatsend, wachtte ik, in stille biddend, dat zij weer spoedig gezond mocht worden. Mot een schrik werd zij wakker. „Ik ben zoo blij, dat je gekomen bent, Robert," sprak ze, toen ik haar kuste. „Ik heb zoo'n heerlijken droom geluid. Ik droomde, 'dat je oen bock geschreven liadt, en dal je naam op aller lippen was." Ik' viel haar ia de reela «tel le zeggen: „Misschien is die dag niet zoo heel ver af, liefjemijn boek is aangenomen en de uit gever liecft mij verzocht meer tc zen den," Zij zei niets, maar aan do pul drukking barer oogen zag ik toch, hoe gelukkig zij was. Zij zag dc lelietjes en kuste mij daarvoor." i Robert bedekte zich' het gelaat met de handen en een snik ontsnapte aan zijn lippen. Hij stond van zijn stoel op en liep dc kamer rond. Toon sload hij stil, en met afgewend gelaat voltooide, hij zijn ver haal. „Binnen een week' was ze dood, zo sliexf in mijn armen. Ik! meende, dat zo heter werd, maar het mocld zoo niet zijn. SCHIEDAMSCHE COURANT.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1908 | | pagina 9