¥oor s,fcU4— ""'C'ÏISS.
m
L
e;
laargang
rijdag 25 December 1908
Mo. 12883
3-en II
Derde Blad
Een gezegende Kerstavond.
De wet in huis.
Sela,
t,t),
jaar.
rente
Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon nwi a
Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent
Afzonderlijke nummers 2 cent
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór
aan bet bureau bezorgd zijn. fa
Bureau: Lango Haven No. 141 (hoek Korte Haven.)
P alle fi
li uur.
;baar
Prijs dor Advertentiën: Van 1G regels £1. 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letter's naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeclige voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te hekomen.
In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën ópgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Interc. Telefoon
voor de Redactie No. 123,
voor de Administratie No. 103.
FRMSCIIE BRIE YEN.
IINS,
Parijs, 20 December 1908,
Twee dagen geleden heeft ons vador-
laïid de eer genoten, met vette letters zijn
naam in bijna allo Parijsche couranten ge
drukt te hebben. liet was ter gelegenheid
van de beweerde oorlogsverklaring, Neder
land door Venezuela toegezonden. Door
sommige organen der publieke opinie werd
ia dien aanzien de opmerking gemaakt,
dat het voor hot minst eigenaardig was,
dat die notificatie juist bestemd was vom
de stad der Vrcdesconferentiëu, Hiertegen
is niets to zeggen. Men moet inderdaad
toegeven, dat het een ironicke speling van
het noodlot is, welke ons volk tot levend
bewijs maakt van de onmogelijkheid, in
weerwil van de beste bedoelingen, voor
altijd een staat van internationalen vrede
op aarde te decreteeren. liet gaat echter
niet aan, zelfs met dat bewijs voor oogen,
daaruit een argument te putton tegen hol
goed recht cn het weldadig karakter van
hen, die door alle middelen het pacifisme
trachten to bevorderen. Tot nader order
mag men daarom do vroolijkh'eid van som
mige Fransche journalisten over het feit,
'dat Holland in een oorlog gewikkeld is
of kan worden, voor hun rekening laten.
Er zijn trouwens verschillende bladen, ge
lijk de „Temps", Üio deze. gebeurtenis
ernstiger opnemen en die zelfs zoover gaan
te beweren, dat Nederland in dezo aangele
genheid een lesje in waardigheid cn ge
voel van eigenwaarde aan meer dan één
groote natie, waaronder in do eerste plaats
Frankrijk, gegeven heeft. Overigens dient
men in het oog te houden, dat de Fransche
journal >c een geboren spotter is. Mij is
door meer dan één collega verzekerd, dat
de telegrafische tijding, dal de regoerfng
van Castro aan die van II, M, Wdhelmina
'den oorlog had verklaard, in alle redactie-
bureaus van Parijs buitengewone vroolijk-
heid had gewekt. Gelukkig mag men hel
er voor houden. ,dat die uilbaisling van
hilariteit meer dc Overzocsehe Republiek
dan het "Europeescho koninkrijk gold. Alen
heeft het waarschijnlijk grappig gevonden
'dat een, met zeven of acht schuiten gc-
wapende, Amerikaansche Staal aankondig
de, dat hij voornemens was le velde, of
beter gezegd ter zee, te trekken tegen een,
zij het dan oolc numeriek onbelangrijke,
Europeesche zeemogendheid. Bovendien
had men, in de komst van den beroem-
den Castro juist aanleiding gevonden, zich
eon weinig te amuseeren ten koste van
dit transatlantisch Staatshooid. Die laat-
i orde
sclio
oeve ff
51
Con-
heek' .Hf,'?
De menschen noemden bom „Robert dc
Zwerver". Bijna iederen dag kond! gij hem
met hangend hoofd en do oogen naar den
grond gericht, langs do straat zien loopen.
Er was niemand, die tot hem sprak. Zijn
kleeren waren versleten. Meestal droeg hij
goen kraag en waren zijn hals en borst
aan weer en wind blootgesteld. Niemand
wist van waai; hij kwamsommigen zeidon,
dat hij acleur geweest was, anderen dat
hij voor dokter gestudeerd had, maar hot
meerendeol hield vol, 'dat hij als jongmenseh
een groot fortuin had doorgebracht. Wat
'er ook van was, zeker kon men hem aan-
<lat hij ge'an gewone vagebond was.
Ik. weet niet, oi' de vrede en de goede
gezindheid, die zich van do menschcn om
streeks Kerstmis moester maakt, er de aan
leiding toe was, maar zooveel is zeker, dal
ik op oen Kerstavond, cenigo jaren ge
leden, toon ik hom voorbijging en mij naar
mijn gezellig huis spoedde, een ploiselinge
ingeving kreeg om te blijven staan.
„Wil jo met mij meegaan, Robert, en een
lekker avondmaal hebben?" vroeg ik.
Hij stond stil on lichtte zijn hoed op.
Arme kerel, ik zag, dat de tranen hem
in de oogen sprongen, llij was niet ge
woon vriendelijk aangesproken te worden.
„OE ik een lekker maal wil hebben?"
stamelde hij. „Ik lieh' 's avpnds pooit iets
te eten."
Ik' wilde hem' graag gcloovcn. Hij zag er
uit, of hij nooit iets to eten had.
_jjMaalki np. voor dézen avond, eens oen
•uitzondering, 't Is, zopals ge weet, Kerst-
slo gewoonto hebben de Fransche bladen
namelijk altijd gehad.
Men herinnert zich alhier nog heel goed
do aankomst van een anderen president
van Venezuela, wijlen Guzman Blanco,
oen Wcst-Indischon Nabob met liet uiter
lijk en dc manieren van een Parijsch adel
lijk heer. Die eigenschappen zijn henr te
pas gekomen hij het uithuwelijken zijner
dochters, van welke een met den jongen
hertog de Moray, den zoon van den minis
ter, en, naar* men zegt, halven broeder van
Napoleon III, getrouwd is en nog to Pa
rijs leeft. Gezegde Guzman, dien ik me
nog wol herinner te Parijs gezien te heb
ben en die eerst ecnigo jaren geleden daar
overleden Is, was met zijn familie en
gevolg in het hotel Continental in do Rue
de Bivoli afgestapt. Hij betaalde er voor
pension 1000 francs per dag, hetgeen voor
die dagen, .waarin de Amerikaansche mil
lionaire nog niet te Parijs in de mode
waren, een aardigen prijs mag hceten. Ik
geloof niet, dat Castro het tijdens zijn
verblijf van acht en dertig uren in het
Hotel van het Paleis d' Orsay zoo ver ge
bracht beeft. Ik denk ook, dat, indien hij,
wat ik niet weet, met dochters gezegend
is, de Fransche adel zich wel eens eerst
tweemaal zal bedenken voor hij er toe
overgaat zulk een schoonpapa als den te-
genwoordigen President-Dictator tc begee-
ren,
Castro, dien ik bij zijn aankomst aan
do Gare d' Orleans en bij zijn vertrek aan
de Gare du Nord op mijn gemak heb kun
nen gadeslaan, is namelijk, hoewel niet
zoo terugstootend van uiterlijk als men
hem reeds afgebeeld beeft gezien, niet bij
zonder presentabel te noemen als naasten
verwant. Klein, onbeleokenend van voor
komen, onbeschaafd van houding, parvenu
achtig opgeschikt, met dierlijke trekken
op het tanig gelaat, in één woord, inner
lijk en uiterlijk een wreedc halfbloed van
Ztud-Amonka bezit hij geen enkele aan
trekkelijkheid, uitgenomen zijn millioenen,
waarvan de herkomst, naar men alterwe
gen zegt allesbehalve wettig mag hoeten.
Voornamelijk .om die redenen heeft hij in
de Fransche republiek, anders zoo toeschie
telijk Noor vreemde potentaten, niet het
minste succes gehad. De algemoeno opinie
was, dat do regeering een ongemotiveerde
lankmoedigheid jegens hem aan den dag
gelegd had door hem toe te slaan op
Frnnsch grondgebied te verwijlen. Dat hij
or terug zal komen komt mij dan ook niet
waarschijnlijk voor, tenzij hij cersl tol den
rang van privaatburger is afgedaald. In
da,l geval zou niets er zich tegen ver
zetten dat liij, evenals zoo menig Ameri-
kaansch multi-millioimair, een gedeelte van
zijn kapitaal in Frankrijk kwam verteren.
Eu werkelijk dichten verschillende zijner
mis, en dan doen do mcnschen wel meer
buitengewone dingen. Kom, ga mee."
Hij zei niets, maar zijn oogen spraken
duidelijk genoeg en onzcri pas verhaastend,
sloeigen' wij samen den weg na,ar huis in.
Ten laatste bereikten wij do woning en
mijn vrouw opende do deur. Kleine Alarie
kwam mij huppelend tegemoet, en toen ik
liaar oplichtte en op mijn schouders zette,
vertelde ik mijn vrouw, dat ik een vriend
had meegebracht om mol ons het avondeten
te gebruiken.
Tei wijl ik met Robert zat te praten, zorg
de Anna voor het eten. Zijn gelaat stond
veel vroolijker cn uit zijn gesprek bleek
mij, dat hij werkelijk een goede opvoeding
had gehad.
Marictjo klom van mijn knie, en ging
naar Robert.
„Hebt gij geen dochtertje?" vroeg ze.
Hij si reek haar zachtjes ovor hot haar
on schudde het hoofd.
Robert wendde het hoofd af. Een kind
vindt zoo gemakkelijk den weg naar
iemaud's hart.
„En geen "Mama ook?"
„Neen, geen Mama," sprak hij- na een
poosje.
Marictjo zuchtte en naar mij (oekomend,
vroeg zo: „Is die man zoo arm?"
De komst van mijn vrouw, die mij meld
do dat het eten gereed was, maakte, dat ik
niet behoefde te antwoorden.
Toen wij gegoten hadden, klom Mandje
op Robert's knie om hem goeden nacht to
zeggen cn bracht mijn vrouw haar naar
bed. Wij piaatstcm toen onze stoelen weer
bij den haard. Zijn oogen schitterden. Hij
scheen cpn ander mlensch gewaden. Ik
gaf hem een sigaar en wij zaten een tijd
laag bij elkaar zonjder 'njvo.ord tc< spiekten.
alndslio'don hem het voornemen toe het
presidentschap er aan le geven en niet
weder naar zijn staten terug lo koeren.
Ik moet er bijvoegen, dat dit voornamelijk
de mcer.ing is van de te Parijs wonende,
uit Venezuela verbannen revolutionairen.
Dezo nemen echter witlicht hun wcnsch
voor do daad of laten hun bewering in
de Fransche pers los als een ballon d' es-
sal. Tol staving van hun gevoelen bren
gen zij echter to horde, dat Castio nooit
or toe overgegaan zou zijn naar Euiopa
to gaan, indien hij,or werkelijk aan hecht
te President cn "Dictator te blijven. Clecn
enkelen waren vriend in zijn land bezit
tende en tot nu toe alleen door tirannie
staande gebleven, wist hij zeer'goed, bo-
toogen de revolutiemannen, dal de revo
lutie veld zal winnen om weldra geheel
en al te zegevieren, zoodra hij de Vene-
zolaansche kust vaarwel gezegd zou heb
ben. Inderdaad schijnen 'de jongste uit Vene
zuela ontvangen berichten die, opinie aan
vankelijk to staven. Daartegenover 'kan
evenwel gesteld worden do moening, die
ik door andere Yenczolanen te Parijs bob
hooren verkondigen, dat Castro een man is,
die voqr niets slaat en in het minst er
niet tegenop zou zien, alleen door eon
paar getrouwen vergezeld, in Venezuela to
landen, ook al ware het land in vollen
opstand tegen zijn gezag, en in dat geval
uitsluitend door zijn persoonlijk optreden,
dapperheid en overwicht de revolutie het
hoofd in te drukken. Zoodoende zou men
werkelijk er toe mogen komen op den Ve-
nezolaansche held de vergelijking met Na
poleon ,die reeds gebezigd is, toe to pas-
son, en zouden er ergens aan de Venezo-
laansche kust altijd een tweede Cannes
en oen tweede „Ilonderd dagen" 'gevon
den kuiyien worden. liet is moeilijk, tus-
schen clie verschillendo moeningen uit
spraak te doen. Ik denk inmiddels, dat
men do plank het minst misslaat, dooi
den Dictator voor een man te houden, die
oen zeer slecht inzicht heeft in de Euro
peesche beschaving, voor een halven bar
baar, mot buitengewoon veel zelfvertrou
wen begaafd, met weinig iiicnschenkennis
toegerust wat zijn niet-landgenooten betreft,
doch uitstekend op de hoogte vaji het ka
rakter van zijn eigen volk. Op die wijze
kunnen trouwens 'zijn handelingen cn maat
regelen tegenover dc Europeesche landen
het bost verklaard worden. Hel is niet on
mogelijk dat zoo iemand, nog daarenboven
over het paard gelild door zijn vroeger
succes, er van overtuigd is alles le kun
nen wat hij wil en derhalve ook meent in
staat to zijn elk gegeven oogenblik als
oppermachtig alleenheerscher in zijn va-
Sedert is, zooals men woei, deze ver
wachting roods tot vervulling gekomen.
derland terug to koeten. Hij is er stellig
van 'doordrongen, dat hij aldaar ten minste
te allen tijde liet „Veni vidi, vici" zal
kunnen uitspreken. Zijn eigenwaan moet
bovendien nog to sterker zijn /laar deze,
behalve op oen beperkt intellect, op een
gcluksstor steunt, die jaren achtereen ge
schenen heeft. Het bchoefl niettemin geen
betoog, dat ook aan zulk een seliijn-Napo-
leon, gemakkelijk oen Waterloo beschoren
kan zijn. In elk geval is dit de meening
van do door hem verdreven landslieden.
Een paar ervan heb ik herhaalde pna-
lon tc Parijs gesproken. Eén wis Caslro's
«gen 'dokter geweest. Hij had een al to
groote r njmoodigheid met drie jaar gevan
genisstraf moeten boeten en kon. zich pog
gelukkig rekenen, na afloop daarvan zijn
vaderland te mogen verlaten. Vcigens do
zen zegsman gaan Castro's dwingelandij,
Wreedheid en roofzucht alle beschrijving
te boven, doch wellicht komt bij die ap
preciatie een weinig partijdigheid, die men
verschoon en kan in iemand, die jarenlang
onschuldig m een Yenezolaansehen keiker
gezucht heeft. Maar bedoelde dokter, die
in Parijs, waar hij op het oogenblik de
geteeskunde uitoefent, gepromoveerd is,
schijnt, in het algemeen genomen, een be
trouwbaar en nilcret beschaafd persoon.
Van den anderen 'kant heb ik vaak een
groot vniclnd van Castio ontmoet, een jong
menseh, die, niettegenstaande hij in 'Parijs
woo-ndo, vjocgcr den post van Veticzo-
laainsch consul in Nederland bekleedde en
een knap literator is. Ik bezit een, in het
Spaainsch geschreven, bundel schetsen van
zijn hand, waarin o. a. met veel ingeno
menheid over Nederland en met gioolen
ccibied over onze regeering wordt gespre
ken, Binnenkort zal er een mulei werk
van hem verschijnen Deze jeugdige onder
daan van don ductator bet zich tegenover
mij steeds inet veel lof omtrent zijn al-
machtigen heerschar uit. llij had zich dan
ook mot over diens onrechtvaardigheid te
beklagen gehad, ofschoon hij ook al met
de gevangenissen van zijn land had kennis
gemaakt. Door Castio tot gouvemeui van
oen provincie vei lieven, had hij namelijk,
nauwelijks op zijn post aangekomen, niets
beters weten te doen dan een invloedrijk
landheer a boui pourtant dood te schie
ten. Castro had hem daarvoor, alhocud
hem persoonlijk zoor genogen, tot. tanige
'maanden gevangenisstraf doen wroordec-
Jen. Do oud-consul en moordenaar, thans
nog gouverneur, heeft mij die episode uit
zijn leven zelf verhaalt! en ik, sta ervoor
in, dal llij 1c Parijs steeds den indruk; op
mij gemaakt heeft van een zeer zachtaar
dig, zelfs sentimenteel en buitengewoon
ontwikkeld man. Het schijnt me daarom
toe, dat in Zuid-Amerika do mentaliteit
der inboorlingen anders woult dan zij zich
in Europa vertoont. IIcl a lavas ma, deels
dar Conquistadores van driehonderd jaar
hor, deels der Indianen en negers, doet zich
daar ongetwijfeld voel shaker gevoelen dan
in een Europeesche omgeving. Gastro in
hoogsldeszelfs eigen persoon zal er zich
dan ook wed voor Wachten, in Europa
zijnde, toe tc geven aan zijn aanvechtingen
van Indisch Satraap, indien hij die soms
mocht gevoelen. ïn elk geval kan 't voorbeeld
van bovenbedoelden consul iets bijdusen
tot staving van de moening, dat de Yenc
zolanen, lioe beleefd, verstandig en bemin
nelijk ook in Europa, in bun eigen land
gedragsregelen, volgen, die wij ons slechts
uit eua toeslaud van Zuidelijke ontoereken
baarheid, zoo niet van Lariniarsc.lih.dd kun
nen verklaren.
JUYENIS,
„Zondt go do geschiedenis willen hooren
van Robert den Zwerver?" vroeg hij. „Als
gij wilt zal ik u het eerste doel ei-van ver
tellen. Hot Iwcedo deel neemt hedenavond
een aanvang.Dat zult go over twee jaar
hooren."
Ik begreep hem niet recht, maar knikte
toch met het hooid.
Het 'duurde evenwel nog een poosje vóór
hij iets zei; ten laa'Lste begon hij en sprak:
„Vijf jaren geleden was ik nog oen jonge
man. Zie ik er nu nog naar uit'? Eu toch
hebben vijf jaar die verandering teweegge
bracht.
Afijn naam ic Robert Alerne. Ik woonde
met mijn vader in Schotland cn daar ont
moette ik mijn Flora. Ik zie haar nu nog
vóór mij, zooals ze was, toen ik haar bét
eeist ontmoette. Het was een heerlijke dag
in Juni. Ik was vroeg uitgegaan, en juist
was ik pp weg naar huis, toen lieflijke mu
ziek mijn oorta Irof. Ik wendde mij om
en zag een vrou,w. Zij had mij niet gezien,
en toen zij mij naderde, zong zij een liedje
van bloemen on zonneschijn.
Haar hoed droeg zij in do hand en de
zon speelde met haar gouden lokken. Haar
japon was laag uitgesneden, cn [daJblankheid.
van haar hals stak scherp af bij haar
roodo, door de zon gebrande wangen.
Toon zij mij zag, staakte zij haar liedje en
bloosde. Zij zette haar hoed op en liep haas
tig weg.
Zij iwas een meisje van de naburige
hoeve. Ik werd verliefd op haar, en zon
der dat iemand hot wist, ontmoetten wij
eikaar in hot bosch. Tqon vernam mijn
vader het. Hij verbood mij liaar weer te
zien, en zoide, als ik hem niet wilde ge-
gehoorzamen, dat hij mij de deur zou wij-
zon. Dien zelfden avond ontmoette ik Flo-
Gelijk wij reeds ge^diieien hebben is liet
opmerkelijke van de nieuwe wet op hel ar
beidscontract, die 1 Februari in werking
treedt, dat zij niet \óóc onze huizen halt
maakt; maar rustig binnentreedt cn overal
■ondkijkt, of wij in onze verhouding tot ouzo
dienstboden wol doen, wat zij van ons vi r-
hmgjt.
ALcn heeft deswege tegen du wet storm
geblazen. Niet geheel terecht, naar het ons
voorkomt. Zeker - het ver-strekkende ïecht
van den meester van tegenwoordig gaat ver
dwijnen. Zeker de wet, die thans bin-
nenlatitiur vraagt, is niet zoo tam als baar
voorgangster, die den mee-tor vrijwel zelf
wetgever deed zijn. Maakte de vioegere wet
uit zonderingen op het gewone recht ten bale
van den werkgever en ten nadeele van de
dienstboden, de nieuwe wet heeft meer
tegenovergestelde neigi ngen.
Beschouwde dc vioegere wet de dienst
boden als niet geheel betrouwbaar en voor
al als meiwhen op wie niets te verhalen
is, de nieuwe wet san 1 Februari heeft
een geheel andere opvatting.
Doch moet men nu vieezen, dat men
thuis een rattenkoning van proces=en zal
krijgen? Dat men bij elke handeling tegen
over de dienstboden moet bedenken of zij
ook processticele gevolgen' zal hebben? Dat
men om zoo te zoggen een abonnement bij
den deurwaarder moet. sluiten en voortdurend
sei eed moet sttian mot geschreven contrac
ten. exploiten, enz. enz.?
AVij gcloovcn het niet. Wellicht zal het
niet onverstandig zijn een schriftelijk con
tract te sluiten, 'doch dan meer om ooi-
beide partijen een richtsnoer tc hebben, dan
wel omdat men zoo'n contract als wapen zal
noodig hebben.
Zal dan niet waar zijn, wat mr. S. van
ra, en hij het lieflijk schijnsel dar maan
haalde ik haar over mijn vrouw to wor
den. Zij stemde toe cn ik trouwde haar.
Gelukkig slaagde ik er spoedig in als
klerk op een kantoor geplaatst te- worden,
on nis de kantooruren om waren, zat mijn
vrouw op c-cn laag stoeltje naast mij, ter
wijl ik aan mijn lessenaar zat te schrij
ven. Ik had wel een weinig aanleg als
schrijver, en a,Ss de avond gevallen en het
werk weggelegd was, zaten Flora en ik
over dc toekomst to praten, over den tijd,
dat ik een beroemd schrijver zou zijn, cn
do onaangenaamheden van het kan'oor
leven vergeten.
Alaar pus geluk was to groot om van
langen duur te zijn. Dc rozen op het. ge
laat van mijn vrouwtje begonnen to ver
welken, en ofschoon zij om mijn vices
lachte, vo-elde ik toch, dat zij erg ziek
zou worden.
Toen ik op zekeren avond van hol kan
toor thuis kwam, lag zij lo bod. in wan
hoop zat ik mijn roman te voltooien; als
die aangenomen wie-rd, zou zij van een. aindcro
luchtstreek kunnen genieten. Ik werkte er
den gcheelcn nacht aan en maakte hem af.
Een week later ontving ik op hel kantoor
een brief, "da,t mijn werk was aangeno
men. Er was ecu wissel bij ingesloten, met
het verzoek moer bijdragen,' te zenden.
Flora was iederen dag erger geworden,
maar nu, meende ik, zou ze spoedig beter
zijn. Ik kocht onderweg oen versnapering,
cn voorbij een bloemenwinkel gaande, liep
ik er in om een bosje lelietjcs-van-dalon.
liet waren haar lievelingsbloemen.
Toen spoeddo ik mij naar buis, en b'cgaf
mij dadelijk maar boven, naar'haar bed.
„Flora," riep ik uit, „ik heb succeos ge
had. Je zult nu binnen een paar dagon van
hier kunnen gaan."
Zij antwoordde niet. Zij moest slapen',
meende ik cn maakte zoo weinig mogelijk
leven.
Ik stond hij haar bed, baar lief gelaat be
schouwende. Hot was zoo kalm, zoo mooi
en zoo rein. Er was ecu glimlach om haar
lippen en haar gouden lokken omlijstten
haar gelaat. Mijn gedachten dwaalden at
naar dien 'dag in Juni, en dc woorden van
hef liedje dat zij zong, kwamen mij weer
voor den geest.
Ik knielde naast haar bed, en het bou-
cpietje lelietjes in Flora's linUd plaatsend,
wachtte ik, in stille biddend, dat zij weer
spoedig gezond mocht worden.
Mot een schrik werd zij wakker.
„Ik ben zoo blij, dat je gekomen bent,
Robert," sprak ze, toen ik haar kuste.
„Ik heb zoo'n heerlijken droom geluid. Ik
droomde, 'dat je oen bock geschreven liadt,
en dal je naam op aller lippen was."
Ik' viel haar ia de reela «tel le zeggen:
„Misschien is die dag niet zoo heel ver af,
liefjemijn boek is aangenomen en de uit
gever liecft mij verzocht meer tc zen
den,"
Zij zei niets, maar aan do pul drukking
barer oogen zag ik toch, hoe gelukkig
zij was. Zij zag dc lelietjes en kuste mij
daarvoor." i
Robert bedekte zich' het gelaat met de
handen en een snik ontsnapte aan zijn
lippen. Hij stond van zijn stoel op en liep
dc kamer rond. Toon sload hij stil, en
met afgewend gelaat voltooide, hij zijn ver
haal.
„Binnen een week' was ze dood, zo
sliexf in mijn armen. Ik! meende, dat zo
heter werd, maar het mocld zoo niet zijn.
SCHIEDAMSCHE COURANT.