ALLERLEI.
YOOR KINDEREN.
VOOR DAMES.
Koloniën.
"ja
h
wat minder, hun handen wat meer zouden
gebruiken, die gaarne, ook en. vooral aan
hun kinderen, eenvoudig buiten zouden wil
len leven, als zij oen redelijken kans had
den op bestendige bescheiden verdiensten
en do gelegenheid om met gelijkgezinden
011 l te gaan, hoo het mogelijk zal zijn om
aan die hoofd werkers deze billijke, gezond
heid ou geluk brengende verkorting van
horsen-werk te verschaffen. Zou er een. an
dere methode zijn? Wf hebben ook in Ne
derland gehoord van dergelijke pogingen,
die uitsluitend hygiënische verbetering wil
den brengen. Zijn die geslaagd? Is er kans,
dat zij slagen?
liet ware in het belang van velen ia
weten, hoe het daarmee gegaan is.
WAAROM KINDEREN GESTOLEN
WORDEN.
„Ofschoon het stelen van kinderen niet
zoo dikwijls meer voorkomt, als vroeger,
wordt het toch nog wel gedaan," zegt een
polilio-agerit.
,,!n di| meeste gevallen worden de gesto
len kinderen gebruikt om Ie bedelen. Dik
wijls evenwel is de waarde van de klie
ren, die zij dragen, 'reeds een gewichtige
aanleiding.
„Soms komt 't voor, dat de kindereu gesto
len vouleu omdat de dieven meenen, dat
zij gelijken op do lievelingen, die de dood
hen ontnomen heeft.
„In Amerika bestaat er slechts óéri reden
voor het. ontvreemden van kuilleren, na
melijk hét verkrijgen v;ui een losgeld van
bloedverwanten of vrienden.
„Natuurlijk staan alleen de kinderen dei-
rijken hieraan bloot, daar hel kind van
den armen man in dit opzicht waardeloos
is."
KEN AARDIGE JONGEN.
De heer Andrew Carnegie, de Amerikaan-
lelie' nulliotiair, zat eens in de leeszaal van
een zeker hotel, toen er een Engelsoho fa
milie binnenkwam, waarvan een der leden
een jen ca van omstreeks tien jaar was.
De la ei CarnegiciioudUeel van kinderen en
nadat hij kennis met. den knaap gemaakt
had, vroeg hij hem: „Wat zoudt, ge liever
hebben, een sinaasappel of ecu prenten
boek?"
„Geen van beide," antwoordde het kind
„Ik dacht, dat klcino jongens altijd veel
van sinaasappelen hielden, ook al gaven
zij met om een prentenboek," was 't ant
woord.
„Wat ik graag zou willen hebben," zei
liet kind vertrouwelijk, „is een roomkleurige
poney, met half zoo groot als een Now-
Koundiaiulsche hond."
„O, maar dio kan ik je niet geven. Je
kunt krijgen een sinaasappel of geld om
een prentenboek to koopen."
Gedurende verscheidene minuten bleef
liet kind den man aandachtig gadeslaan,
totdat hij ten laatste opmerkte:
„Dan geeft het ook niet veel, of u al mil
lionair is; maar ik wil het geld wel héb-
li i, als u do poney toch niet kunt
p ven."
RONDJES TE HUUR.
„Mijn inrichting is ecu leesbibliotheek
met honden in plaats van boeken," zei
de eigenaar van een, aantal hondjes op
zekeren namiddag.
„Do mode in honden verandert zoo dik
wijls, dat een soort, welke in hef begin van
liet jaar in 't. geheel met in i.inzien is,
met September van datzelfde j ur druk ge
vraagd wordt, ou er zijn veel ïnensehen,
voornamelijk dames, die deze verendwdr
mode hij do honden evengoed bijhouden
als iu haar kleeding. Bovendien zijn er nog
een aantal dames, die gaarne zoo nu en
dan eens van hond verwisselen, alleen om
dat het iets nieuws is.
„Om aan het verlangen dezer dames to
kunnen volihvn, heb ik mijn inlichting ge
opend. Zekere dame betaalt mij bij voor
beeld -18 gulden voor een lamlharig hondje
Zij houdt het zoo ongeveer een jaar, en
dan wil zij een dashond. Ik heb er een. du
haar bevalt, zij ruilt hem voor haat lang
harig hondje en betaalt mij nog wat toe.
Zes maanden later heeft zij weer meer zm
in een lerschen of Engelschen toruër of
een pughondje.
„Gij kunt u wel voorstellen, dat do
diertjes goed afgericht, zijn, en daar /.ij altijd
goed behandeld worden, schijnt de voort
durende wisseling van woonplaats heil niet
te mishagen.
„Een of twee mijner goede klanten be
talen een zekere som en mogen zoo dikwijls
zij willen, een anderen houd komen ha
len. In huishoudens, waar kleine kinderen
zijn, breng ik dikwijls jonge hondjes, en
wanneer zij grooter worden, vervang ik ze
weer door andere,"
Tl VARSPELDEN EN HOOFDPIJN,
„Er zijn verschillende redenen," zegte-en
dokter, „die doen veronderstellen, dat het
dragen van metalen haarspelden de aanlei
ding is, dat zoovee! dames aan hoofdpijn
lijden.
„Hei hoofd is het gevoeligste deel van
het vrouwelijke lichaam, en de meeste da
mes besteden er do minste zorg aan. Velen
maken voortdurend heur haar vast op een
plaats, waar verschillendo zenuwen bij el
kaar komen, of stoken aanhoudend een
haarspoM op do plaats, die niot den min
sten druk kan velen; en dan verwonderen
zij er zich! nog over, dat zij zoo vaak door
hoofdpijn gekweld worden.
„Een van do beste bewijzen om deze theo
rie to ondersteunen is, dat in gevallen,
waar do haarspeld vervangen werd door
con schildpadden speld met stompe pun
ten, hoofdpijn ook veel minder voorkwam."
SPRAAKZAME MULATTEN.
Er bestaat in Sin® de hoofdstad van
Peru, een zeer eigenaardig soort van Mulat
ten, dio in psychologisch opzicht reeds
menigeen vrij wat hoofdbrekens gekost heb
ben. Men noemt ze Palangmia's, hetwelk,
overgozet zijnde, beteekeut Barbiersbekkens,
omdat zo zulke aarts-dobbelaars zijn. Deze
lieden verheugen zich in het bezit van een
buitengewoon sterke memorie, zoodat zij
redevoeringen of predikatiën, die zij een
maal gehoord hebben, na verloop van ja
ren nog woordelijk herhalen kunnen. Boveri-
dton hebben zij een zeer levendige ver
beeldingskracht, en een onbegrensde
schaamteloosheid. Overal, waar iets te zien
of te liooren valt, dringen de Palandaxa's
zich op den voorgrond en praten zij met
vreemdsoortige gebaren de brokstukken van
predikatiën en comrresredcvoeringen na,
die hun zijn bijgebleven. Bij geleerde dis
puten luisteren zij oplettend toe, om ver
volgens op straat de Latijiibdie phrasen
to herhalen, zonder ze Ie verstaan. Komen
twee P.iiangara's elkander legen, dan zijn
/.e onuitputtelijk iu het opdisschen van La-
tijnsche formules, of zelfs van geheele cou
rantenartikelen.
Do volgende anecdote omtrent deze Mu
latten wordt in Linia als een karakteris
tiek staaltje aangehaald, maar zegt de
berichtgever ik ben ook niet geheel
zeker, of liet feit ook niet hier of daar in
Europa kan hebben plaats gehad.
In ecu der kerkgclrouwen nam een Palan-
gana tegenover den d iens ld oenden geeste
lijke plaats en gaf hom door levendige ge
baren zijn misnoegen te kennen, zoodat de
redenaar uitriep: „Dio Mulat hindert mij,
breng hem wcgl"
„Oho!" antwoordde de snaak dadelijk,
„dat is het cenigo nieuws, dat ge
voortbrengt; want de preek zelf heeft Fiay
Manuel reeds twee jaar geleden te San-
Francisco- gehouden."
FAMILIES MET VREEMDE GEBRUIKEN.
In een der noordelijke plaatsen woont
eon familie, die de vreemde gewoonte
heeft, elkaar als mijnheer, mevrouw ca juf
frouw aan to sproken. Het klinkt vrij
bespottelijk een broer zijn eigen zuster in
allen ernst met „juffrouw" te hooren aan
spreken, terwijl het oven belachelijk zou
zijn, con meisje tot haar broer, „mijnheer
zus 'en zoo" te hooren zeggen. Deze ge
woonte was aangenomen door het hoofd
van een gezin, cn wordt tot nu too ge
volgd.
Aantrekkelijker schijnt ons de gewoonte
van oen familie, die in oen dor voorsteden
van Londen woont, cn bestaat, uit vader,
moeder en veertien kinderen.' lederen
avond, na afloop van het middagmaal,
wordt er door cenigo leden van het gezel
schap een tooncelvoorstelling gegeven, en
als or geen gasten zijn, vormen de overige
huisger.ootoji de toehoorde®, De ver
schillende dienstboden mogen de voorstel
lingen bijwonen, en op dio wijze wordt er
inenigo avond alleraangenaamst doorge
bracht.
Het vreemdst evenwel, waarvan wij ooit
gehoord hebben, is de gewoonte bij een
Kwakersfamilie in gebruik. Gedurende de
maaltijden mogen de kinderen geen woord
spreken, terwij! de vader en moeder zich
het recht voorbehouden tot elkaar liet
woord te voeren. De kinderen moeten tuin
verlangen kenbaar maken op een leitje,
dat voor dit doel bij de hand is, en dat
door den bediende- aan de moeder wordt
aangereikt, die dan, zoo mogelijk, aan het
op het leitje uitgedrukte verlangen vol
doet. Men zogt, dat deze maatregel uit
stekend werkt, on de kinderen vinden het
zelf ook prettig, daar hol schrijven van
bun wen-when op een lei, hen nog al ge
wichtig toeschijnt.
NIEUWTJES VAN 1HER EN DAAR.
Een godsdienstige vereeniging van jonge
vrouwen te Montana stelt zich ten doel,
tegen geringe bolooning, het goed te ver
stellen van jonge mannen, die er elders geen
gelegenheid voor hebben.
Gedurende de zestigjarige regeering van
koningin Victoria zijn er zeventien Amcri-
kaansehe presidenten geweest.
Feu statistiek toont aan, dat in hot go-
bied van don czaar van Rusland de vrou
welijke misdadigers de mannelijke mot bij
na 50 percent overtreffen, juist het tegen
deel van andere landen. De moeste der
vrouwelijke misdadigers zijn ongetrouwd en
liooren tot do arbeidende klasse.
In Groenland zijn besmettelijke ziekten ge
heel onbekend.
Do koning vail Sïatn heeft oen inkomen
van omstreeks twee milliocn gulden per
jaar. Zijn koninklijk paleis is bevolkt met
omstreeks vijf duizend personen, en vormt
op zich zelf een kleine stad.
Verleden jaar trouwden er in België 21
personen, die reeds ouder waren dan 74
jaar.
Cimbalen (eon soort piano's), behooren
tot de vroegst uitgevonden muziekinstru
menten. In Egypte werden zij minstens vier
duizend jaar vóór Christus reeds jgobruikt.
De bewoners der Vereenigde Staten ge
bruiker meer dan de helft der quinine, dio
do aarde oplevert.
In Mexico wordt aan kinderen, die de
beste vorderingen op school gemaakt heb
ben, door do onderwijzers vergunning ge
geven onder de les sigaren te rookisn.
I t i
Do vroegere koningin van Engeland had
60 piano's, te Osborne, Windsor en Bucliing-
ham-palace.
De kampioon-lawn-tennesspeelster van
Nieuw-Zeeland heeft slechts óén hand, en
wel de linker.
De kostbaarste vloerkleoden ter wereld
behooren aan den Shah van Perzië enden
sultim van Turkije. Men zegt, dat knier hun
ner een mat bezit, gemaakt van paarlen en
diamanten, die een fabelachtige waarde
heeft.
In sommige der goedkoope restaurants
in üuitsche steden wordt het voedsel op
gediend op schotels uit geperst papier
vervaardigd.
Het grootste venster ju Groot-Brittannié
b het oostelijke raam van de kathedraal
te York. Het is 75 voet. hoog en 32
voet breed.
Het grootste standbeeld dat bestaat is
te St, Petersburg. Het stelt Peter de Groote
voor en weegt 1000 ton.
ANECDOTEN.
„Grootpa, hoo oud is u?"
„Ik ben zeven-en-tachtig jaar, ventje."
„Dan werd u tachtig jaar vroeger ge
boren dan ik."
„Ja!"
„Wat hebt u dan een vreeselijk langen
tijd op mij moeten wachten."
,i i
„Waar?" sprak do verkoopcr, zich wen
dende tot een menigte van mogelijke koo-
pers, „waar anders op de geheele opper
vlakte der aarde zult gij op één plaats
vinden: koper, tin, ijzer, katoen, hennep,
speelgoed?"
En een stem uit de menigte riep: „In
den broekzak van mijn jongsten zoon!"
„Mijn dochter is nog veel te jong om te
trouwen," bromde de oude A.
„Wel," hernam do afgewezen minnaar,
„wat zoudt ge er dan van zeggen, als ik
voorloopig haar bruidschat nam en nog een
paar jaar op het meisjo wachtte?"
Rechter: „IIcbt ge nog iets te zeggen,
vóór het hof tot do uitspraak overgaat?"
Gevangene: „Al wat ik te zeggen heb, is,
dat ik hoop, dat de rechters de jeugd van
mijn advocaat in aanmerking zullen nemen,
en mij een lichte straf opleggen."
Zij: „Majoor B. heeft drie ridderorden.
Ik boa benieuwd te hooren, waarom hij
die kreeg."
Hij„De derdo kreeg hij, omdat hij ($e
twee andere had, de tweede kreeg hij,
omdat hij de eerste had, en dc eerste kreeg
hij, omdat hij er geen had."
't WAS, ZOOALS HIJ ZEIDE.
Oom: „Ik ben niet van plan je ooit
veer geld te leenon. Toen ik het je twee
maanden, geleden gaf, zei je, dat je het
slechts voor korten tijd noodig hadt, en nu
heb ik het nog niet terug."
Neef: „Ik had het ook niet langer noodig
dan een half uur
ZEER VERHEUGD.
Een zorgeloos jong man, dio nog niet
voel voordeel getrokken had uit de bokken,
dio hij met zijn radde tong al geschoten
had, word eens op een huiselijke partij voor
gesteld aan een'oude, eenigszins zonderlin
ge, ongehuwde dame, wier liefhebberij het
was, rolkpritm cn antiquiteiten van allerlei
soort to verzamelen. Na een paar minuten
met hem gesproken te hebben, stond de
dame op om te vertrekken. De jonge man
stond insgelijks op, drukte laar vriend
schappelijk de hand en zei:
„Het doet me veel pleizier u ontmoet
te hebben, juffrouw B.ik heb altijd erg
veel belang gestold in antiquiteiten, en ben
daarom zeer verheugd u ontmoet, tc heb
ben."
HIJ DEED HET NIET.
Een zeker professor is bekend om zijn af
getrokkenheid. Hij en zijn vriend, een lui
dere oude professor, Waren gewoon dage
lijks samen ecu wandeling tc doen, cn
dan te spreken over zaken, die ver boven
het begrip van gewone stervelingen gaan.
Op zekeren dag, bij zeer slecht weer, be
gaf professor No. 1 zich op weg naar de
plaats, waar hij en zijn vriend elkaar altijd
ontmoetten, toen hij een jong student tegen
kwam, wiens gelaat hij dadelijk herkende,
daar hij het gedurende cenigo weken gere
geld op zijn ochtend-college gezien had.
Hij riep dus zijn leerling aan, dio door
do modder wadend, do straat overstak.
„Hebt go mijn vriend ook gezien?" vroeg
hij. 1
„Ja, professor," sprak de student, ter
wijl hij midden in een plas bleef staan en
zijn hoed afnam, „hij staat op den hoek op
u, to wachten."
„Goed," hernam de professor, hem over
zijn bril aankijkend. „Ik dank je, ge kunt
weer gaan zitten."
GEEN EERLIJKE WEDDENSCHAP.
Het is bekend, dat do Engelschen groote
liefhebbers van wedden zijn. Zoo gebeurde
hot, dat or iemand iu do Theems viel;
een paar menschen, op don oever staande,
gingen direct aan 't wedden, of hij cr zich
uit zou redden, dan wel verdrinken. Er
kwamen anderen bij, en de een was op
de hand van dezen, de andere op die van
genen en zoo vermenigvuldigden weldra
de weddenschappon. Inmiddels slak creen
schuit van wal, om den ongelukkige te
hulp te snellen.
„IIo, hol" schreeuwden nu zij, die vóór
het verdrinken gewed hadden„dat is geen
eerlijk spel, zoodoende zult ge maken, dat
wij het verliezen."
EEN' BETER LEVEN.
Een student had zijn vaderlijk erfdeel
doorgebracht en slechts schulden bleven
hem over. Daar krijgt hij bericht, dat zijn
oom gestorven is en hem tot eenig erfge
naam heeft benoemd. Dadelijk schrijft hij
aan een zijner vrienden: „Wamde vriend,
ik deel u mede, dat mijn oom en ik een
beter leven zijn ingegaan."
VERSTROOID.
Dame: „Hoe zit u zoo in gedachten, pro
fessor?"
Professor: „Ja, ik kwam mot een bepaald
doel bij u, en nu ik hier ben, wil mij
met den besten wit maar niet invallen, wat
ik eigenlijk kwam doen; alleen weet ik,
dat hot iets zeer gewichtigs was. 0 ja,
nu ben ik er weer, ik wilde tt vragen of
ge nog vrij zijt en mijn vrouw wilde
worden,"
WRAAK.
Een gezelschap vegetariërs was eens op
een wandeling op het land onder een kudde
vee terechtgekomen. Eon os werd woedend
door een roode sjaal, die een der dames
droeg, en vervolgde haar, zoodat ze zich
ternauwernood achter een schutting aan
de woede van hot beest onttrokken kon.
„Jou leelijk dier," riep zij van achter
de schutting hot woedende beest toe. „Dat
is dus do dank, dat ik een half jaar lang
niets dan plantaardig voedsel gegeten heb I
Van heden af eet ik weer iederen dag
nmdvleesch."
Onderwijzer: „Hoo noemt men de aan
hangers van Huss?"
Leerling: „Ilussaron, mijnheer."
afgewerkt of eindigen mot een punt op
hand.
MODE.
Mevrouw Mode beeft in bot afgeloopen
jaar groote veranderingen ondergaan, doch
de overgangen hadden zoo geleidelijk plaats,
dat we die eigenlijk nu pas in den vullen
omvang kunnen bsechouvven, liet beate ziet
men dat, als men eon baltoiletje van dezen
winter vergelijkt mot een van verleden jaar.
In de eerste plaats zijn dc rokken vóél
nauwer en ten tweede, maakt de algemeene
verandering, die de mouwen ondergingen,
het bepaald noodzakelijk de toiletjes van het
vorig jaar te metamorfoseeren, om cr niet
verouderd uit te zien. De verandering is
evenwel vrij gemakkelijk te maken, daar
het voornamelijk op hot. vernauwen van den
rok aankomt. Doch alleen door afnemen
kan men het moderne cachet niet) bereiken,
men moet ook iets toevoegen.
IIccft men bijv. een zijden japon, dan kan
men door het uitnemen van één of meer
banen er geen nieuwervvetsch model aan
geven, tenzij men een of ander garnituur
met tact en goeden smaak weet toe te pas
sen. De tuniques, die tegenwoordig zeer in
de mode zijn, kunnen ons bij liet moderni-
seeren zeer ten goede komen, voornamelijk
omdat zo bij voorkeur van een andere
stof genomen worden, zij het dan ook in de
zelfde kleur.
Op zijden japonrokken bezigt men tuniques
van gaas of tule, die naar verkiezing met
lange, zijden franjes gegarneerd kunnen wor
den, als men niet de voorkeur geeft aan ge-
sotitueheerde randen.
Op een fluwcelen rok staat een tunique
van zijden voile zéér mooi, en, alhoewel ze
soepel kleedt, is luit weefsel toch dik ge
noeg om eventueelc fouten in de onderjapon
te bedekken.
Om op modern te kunnen aanspraak ma
ken, moeten rok on tunique tot over de
taille reiken. Ho „robe corselet" en de
„directoire", alsook ,,empirc"-modellcn, ver
heugen zich in de allerhoogste gunst der
mode. Indien de bestaande rokken, die men
wil vermaken, om ze te kunnen benutten,
slechts tot aan dc taille reiken,, neme men
zijn toevlucht tot. een zeer hooge ceintuur of
draperie, die voor hot „corselet" in de
plaats komt.
Jlct grootste deel der baljaponnen is ge
decolleteerd, terwijl de mouwen naar ver
kiezing zeer kort of hceLlang genomen
lorden.
De korte mouwen zijn allesbehalve mooi
en daarom minder aan te bevelen.
Ze bestaan uit nauwsluitende, korto model
len, die slechts met een smal rouche zijn af
gewerkt, of wel, men past de bekende baby
mouw toe.
Van de lange mouwen mankt men daaren
tegen meer werk. Zij bestaan mcerendcels
uit doorzichtige tule, die in rijen lingerie-
plooien genaaid is. Ze worden met een galon
DE PELGRIM EN DE BEURS.
(Vervolg.)
„Vreemd," mompelde de pelgrim, naar
de beurs kijkend. „Vertel mij de gcschie-
donis, mijn zoon. In mijn goede dagen waa
ik een uitstekend cijferaar, ik kon zelfs J#
berekening maken van don afstand der ster"
reu enz. Ik kan mogelijk liet vraagstuk voorla
u oplossen."
„Als go dut doen kunt, zullen wo altijd
den dag zegenen, dat ge tot ons kwaamt,"
sprak Ebn. „Doe hem hot verhaal, Jameel
eerst jouw strijd, en dan zal ik mijn aTgij.
ment vertellen."
„AVel," sprak Jameel, „hier is het ver.
kaal
„Het was in de schoormaand. Ebn en
reisden samen om de kudde op te zoeken
en sloegen onze tent op te Jebel-Akhdar,
den groenen berg, dien ge daar ziet. Ter.
wijl wc hier onze verstrooide schapen zo4
ten, kwam er een vreemdeling, die toegang
vroeg in ouzo tent. Wij namen hem op, en
slachtten, ter zijner ecre, iederen dag een
lam soms een lam van Ebn's kudde, sonu
een van de mijne, welke maar hot eerst ij
handen kwam. Zoo ging hot zeven dag®
voort, op den achtsten verdween de vreem
deling. Maar Aycshah, die on.s dien dag
kwam bezoeken, had een boodschap van
hem. Door haar zond zij deze beurs, 16
zilverstukken bevattend, die, zooals hij zei.
de, als betaling voor de lammeren moest®
dienen; wat het achtste lam aanging, dat
dien morgen gedood was, dat verzocht hij
Uisschen Ebn en mij te deelen, daar hij
niet terug kwam.
Ayeshah maakte dien dag ons maal gereed,
en terwijl wij smulden, berekenden Ebn en
ik de lammeren, die van zijn kudde waren,
en die van de mijne, opdat wij den inhoud
van de beurs eerlijk konden deelen. Wij
rokenden uit dat op den eerster., vierden en
zevenden dag mijn kudde het maal verschaft
had, waarvoor ik zes van de zestien zilver
stukken nam, ter betaling voor mijn drie
lammeren. Op dezelfde wijze gaf ik Ebn
acht zilverstukken in betaling voor de lam-1"
meren, die zijn kudde op den tweedes,
derden, vijfden en zesden dag van het ver f,
blijf van den vreemdeling verschaft had,!
en van de overblijvende twee zilverstukken!
gaf ik er een aan Ebn on hield er een voor*,
me zelf, daar de vreemdeling gezegd had,
dat we het achtste lam samen zouden deelen.
Zoo was de verdeeling, welke ik voorstelde,
en die mij ook het billijkst leek. Maar nu
zult u Ebn's uitlog hooren."
„Ik luister," sprak de pelgrim, zich tot
Ebn wendend.
„Ik ben een eenvoudig man," sprak
Ebn, j,en niet bedreven in rekenen, en ik
moet bekennen, dal, als ik naar Jr.meelV
argument luister, het mij heel goed toe.
schijnt; want, daar de vreemdeling zilver
geld voor het lam betaalde, had hij hot recht
om te zeggen, de eenc helft zult gij hebben,
cu gij de andere. Maar nu was dit lam ook;
van mijn kudde, zoodat ik er .vijf levevk
van de acht en Jameel maar drie. En of-,
schoon ik het rechtvaardige van Jameel';
rcdencering inzie, toch voel ik, dat, als L
zes zilverstukken voor zijn drie lammeren
krijgt, ik er tien moet hebben voor mijt
vijf, is liet niet zoo?"
„Wat hebt gij daartegen in te brengen,
mijn zoon?" sprak de pelgrim, zich tol
Jameel wendend.
„U hebt gehoord, wat ik gezegd heb,"
hernam Jameel„het is aan u, te beslissen,
wie gelijk beeft."
De pelgrim zat een oogenblik in gepeins.
Toen Side hij met een glimlach: ,,En ah
ge nu geen van beiden eens gelijk hadt?"
Wordt vurvolgi.)
li
w
w
dt
dt
Ik
zij
de
hi
Sb
vi
lit
op
aa
lil
va
va
ei
vo
of
out
IS
f'21
1
too
gen
ei al
hee
dei
te
S
dez
dek
nau
15
aan
corr
I
Flores.
liet gewestelijk bestuur van Timor en on-
derhoorigheden «einde den 3en Nov. 190?
via Ampenan aan de regeering;
Civiel gezaghebber Oost-Flores bericht:
Bij tocht maiéehuussée-pabrouillo onder ld
tenant De Ahios naar Watoe Ngidri en om
liggende complexen, bleek geheele stred
langs Noordkust, onderafdeeling Endch.
vijandigallo kampongs verlatenvijand be
schoot troepen uit ravijnen en van achtëc
steenen en boonienonzerzijds gewond, le
vensgevaarlijk, sedert overleden, Amboi-
neesrhe fuselier Numandag, zwaar, Amboi-
neosche fuselier Lekasongessytien vijan
den met vuur cn blanke wapens neergelegd
in schuilplaatsen.
Het vorkeer tusscken Java cn Australië.
Wij vermelden uit 't „Soer. Hbld." „Hd
stoomschip Vim Spilbergen, dat op reis gm>!
naar Australië, kreeg ai op de rcede -illne'
de zekerheid dat het van Australië met vol's
lading zul terugkeeren. De boot is
reeds geheel besproken. Do bewijzen van
toenemend verkeer volgen elkaar tegen
woordig op»
Een paar weken geleden myldden wij dd
de overgang van de drie Willcms der maat
schappij „Nederland!" mm de Pnketvaart,
speciaal voor den dienst op Australië z®
goed als zeker wa.-,. Thans vernemen we dat
de koop niet doorgaat, enkel en alleen
dat dio schepen minder geschikt zijn voor
het vervoer van paarden. De maatsciiapp!
moet nu besloten hebben drie of vier nieu®
booten te laten bouwen, waarin ook tusschc-1'
dekhutten zullen -zijn voor passagiers
klas.se."
26)
F
vroi!
gene
toch
den
D
aan
vers
tic,
II
Grot
sorte
Web
to VI
IF
vrien
VftnS
haar
II,
eigen
noem
#>N
J
het h
ook t
langt
„B
,31
„B