ALLERLEI. YOOR KINDEREN. VOOR DAMES. Koloniën. "ja h wat minder, hun handen wat meer zouden gebruiken, die gaarne, ook en. vooral aan hun kinderen, eenvoudig buiten zouden wil len leven, als zij oen redelijken kans had den op bestendige bescheiden verdiensten en do gelegenheid om met gelijkgezinden 011 l te gaan, hoo het mogelijk zal zijn om aan die hoofd werkers deze billijke, gezond heid ou geluk brengende verkorting van horsen-werk te verschaffen. Zou er een. an dere methode zijn? Wf hebben ook in Ne derland gehoord van dergelijke pogingen, die uitsluitend hygiënische verbetering wil den brengen. Zijn die geslaagd? Is er kans, dat zij slagen? liet ware in het belang van velen ia weten, hoe het daarmee gegaan is. WAAROM KINDEREN GESTOLEN WORDEN. „Ofschoon het stelen van kinderen niet zoo dikwijls meer voorkomt, als vroeger, wordt het toch nog wel gedaan," zegt een polilio-agerit. ,,!n di| meeste gevallen worden de gesto len kinderen gebruikt om Ie bedelen. Dik wijls evenwel is de waarde van de klie ren, die zij dragen, 'reeds een gewichtige aanleiding. „Soms komt 't voor, dat de kindereu gesto len vouleu omdat de dieven meenen, dat zij gelijken op do lievelingen, die de dood hen ontnomen heeft. „In Amerika bestaat er slechts óéri reden voor het. ontvreemden van kuilleren, na melijk hét verkrijgen v;ui een losgeld van bloedverwanten of vrienden. „Natuurlijk staan alleen de kinderen dei- rijken hieraan bloot, daar hel kind van den armen man in dit opzicht waardeloos is." KEN AARDIGE JONGEN. De heer Andrew Carnegie, de Amerikaan- lelie' nulliotiair, zat eens in de leeszaal van een zeker hotel, toen er een Engelsoho fa milie binnenkwam, waarvan een der leden een jen ca van omstreeks tien jaar was. De la ei CarnegiciioudUeel van kinderen en nadat hij kennis met. den knaap gemaakt had, vroeg hij hem: „Wat zoudt, ge liever hebben, een sinaasappel of ecu prenten boek?" „Geen van beide," antwoordde het kind „Ik dacht, dat klcino jongens altijd veel van sinaasappelen hielden, ook al gaven zij met om een prentenboek," was 't ant woord. „Wat ik graag zou willen hebben," zei liet kind vertrouwelijk, „is een roomkleurige poney, met half zoo groot als een Now- Koundiaiulsche hond." „O, maar dio kan ik je niet geven. Je kunt krijgen een sinaasappel of geld om een prentenboek to koopen." Gedurende verscheidene minuten bleef liet kind den man aandachtig gadeslaan, totdat hij ten laatste opmerkte: „Dan geeft het ook niet veel, of u al mil lionair is; maar ik wil het geld wel héb- li i, als u do poney toch niet kunt p ven." RONDJES TE HUUR. „Mijn inrichting is ecu leesbibliotheek met honden in plaats van boeken," zei de eigenaar van een, aantal hondjes op zekeren namiddag. „Do mode in honden verandert zoo dik wijls, dat een soort, welke in hef begin van liet jaar in 't. geheel met in i.inzien is, met September van datzelfde j ur druk ge vraagd wordt, ou er zijn veel ïnensehen, voornamelijk dames, die deze verendwdr mode hij do honden evengoed bijhouden als iu haar kleeding. Bovendien zijn er nog een aantal dames, die gaarne zoo nu en dan eens van hond verwisselen, alleen om dat het iets nieuws is. „Om aan het verlangen dezer dames to kunnen volihvn, heb ik mijn inlichting ge opend. Zekere dame betaalt mij bij voor beeld -18 gulden voor een lamlharig hondje Zij houdt het zoo ongeveer een jaar, en dan wil zij een dashond. Ik heb er een. du haar bevalt, zij ruilt hem voor haat lang harig hondje en betaalt mij nog wat toe. Zes maanden later heeft zij weer meer zm in een lerschen of Engelschen toruër of een pughondje. „Gij kunt u wel voorstellen, dat do diertjes goed afgericht, zijn, en daar /.ij altijd goed behandeld worden, schijnt de voort durende wisseling van woonplaats heil niet te mishagen. „Een of twee mijner goede klanten be talen een zekere som en mogen zoo dikwijls zij willen, een anderen houd komen ha len. In huishoudens, waar kleine kinderen zijn, breng ik dikwijls jonge hondjes, en wanneer zij grooter worden, vervang ik ze weer door andere," Tl VARSPELDEN EN HOOFDPIJN, „Er zijn verschillende redenen," zegte-en dokter, „die doen veronderstellen, dat het dragen van metalen haarspelden de aanlei ding is, dat zoovee! dames aan hoofdpijn lijden. „Hei hoofd is het gevoeligste deel van het vrouwelijke lichaam, en de meeste da mes besteden er do minste zorg aan. Velen maken voortdurend heur haar vast op een plaats, waar verschillendo zenuwen bij el kaar komen, of stoken aanhoudend een haarspoM op do plaats, die niot den min sten druk kan velen; en dan verwonderen zij er zich! nog over, dat zij zoo vaak door hoofdpijn gekweld worden. „Een van do beste bewijzen om deze theo rie to ondersteunen is, dat in gevallen, waar do haarspeld vervangen werd door con schildpadden speld met stompe pun ten, hoofdpijn ook veel minder voorkwam." SPRAAKZAME MULATTEN. Er bestaat in Sin® de hoofdstad van Peru, een zeer eigenaardig soort van Mulat ten, dio in psychologisch opzicht reeds menigeen vrij wat hoofdbrekens gekost heb ben. Men noemt ze Palangmia's, hetwelk, overgozet zijnde, beteekeut Barbiersbekkens, omdat zo zulke aarts-dobbelaars zijn. Deze lieden verheugen zich in het bezit van een buitengewoon sterke memorie, zoodat zij redevoeringen of predikatiën, die zij een maal gehoord hebben, na verloop van ja ren nog woordelijk herhalen kunnen. Boveri- dton hebben zij een zeer levendige ver beeldingskracht, en een onbegrensde schaamteloosheid. Overal, waar iets te zien of te liooren valt, dringen de Palandaxa's zich op den voorgrond en praten zij met vreemdsoortige gebaren de brokstukken van predikatiën en comrresredcvoeringen na, die hun zijn bijgebleven. Bij geleerde dis puten luisteren zij oplettend toe, om ver volgens op straat de Latijiibdie phrasen to herhalen, zonder ze Ie verstaan. Komen twee P.iiangara's elkander legen, dan zijn /.e onuitputtelijk iu het opdisschen van La- tijnsche formules, of zelfs van geheele cou rantenartikelen. Do volgende anecdote omtrent deze Mu latten wordt in Linia als een karakteris tiek staaltje aangehaald, maar zegt de berichtgever ik ben ook niet geheel zeker, of liet feit ook niet hier of daar in Europa kan hebben plaats gehad. In ecu der kerkgclrouwen nam een Palan- gana tegenover den d iens ld oenden geeste lijke plaats en gaf hom door levendige ge baren zijn misnoegen te kennen, zoodat de redenaar uitriep: „Dio Mulat hindert mij, breng hem wcgl" „Oho!" antwoordde de snaak dadelijk, „dat is het cenigo nieuws, dat ge voortbrengt; want de preek zelf heeft Fiay Manuel reeds twee jaar geleden te San- Francisco- gehouden." FAMILIES MET VREEMDE GEBRUIKEN. In een der noordelijke plaatsen woont eon familie, die de vreemde gewoonte heeft, elkaar als mijnheer, mevrouw ca juf frouw aan to sproken. Het klinkt vrij bespottelijk een broer zijn eigen zuster in allen ernst met „juffrouw" te hooren aan spreken, terwijl het oven belachelijk zou zijn, con meisje tot haar broer, „mijnheer zus 'en zoo" te hooren zeggen. Deze ge woonte was aangenomen door het hoofd van een gezin, cn wordt tot nu too ge volgd. Aantrekkelijker schijnt ons de gewoonte van oen familie, die in oen dor voorsteden van Londen woont, cn bestaat, uit vader, moeder en veertien kinderen.' lederen avond, na afloop van het middagmaal, wordt er door cenigo leden van het gezel schap een tooncelvoorstelling gegeven, en als or geen gasten zijn, vormen de overige huisger.ootoji de toehoorde®, De ver schillende dienstboden mogen de voorstel lingen bijwonen, en op dio wijze wordt er inenigo avond alleraangenaamst doorge bracht. Het vreemdst evenwel, waarvan wij ooit gehoord hebben, is de gewoonte bij een Kwakersfamilie in gebruik. Gedurende de maaltijden mogen de kinderen geen woord spreken, terwij! de vader en moeder zich het recht voorbehouden tot elkaar liet woord te voeren. De kinderen moeten tuin verlangen kenbaar maken op een leitje, dat voor dit doel bij de hand is, en dat door den bediende- aan de moeder wordt aangereikt, die dan, zoo mogelijk, aan het op het leitje uitgedrukte verlangen vol doet. Men zogt, dat deze maatregel uit stekend werkt, on de kinderen vinden het zelf ook prettig, daar hol schrijven van bun wen-when op een lei, hen nog al ge wichtig toeschijnt. NIEUWTJES VAN 1HER EN DAAR. Een godsdienstige vereeniging van jonge vrouwen te Montana stelt zich ten doel, tegen geringe bolooning, het goed te ver stellen van jonge mannen, die er elders geen gelegenheid voor hebben. Gedurende de zestigjarige regeering van koningin Victoria zijn er zeventien Amcri- kaansehe presidenten geweest. Feu statistiek toont aan, dat in hot go- bied van don czaar van Rusland de vrou welijke misdadigers de mannelijke mot bij na 50 percent overtreffen, juist het tegen deel van andere landen. De moeste der vrouwelijke misdadigers zijn ongetrouwd en liooren tot do arbeidende klasse. In Groenland zijn besmettelijke ziekten ge heel onbekend. Do koning vail Sïatn heeft oen inkomen van omstreeks twee milliocn gulden per jaar. Zijn koninklijk paleis is bevolkt met omstreeks vijf duizend personen, en vormt op zich zelf een kleine stad. Verleden jaar trouwden er in België 21 personen, die reeds ouder waren dan 74 jaar. Cimbalen (eon soort piano's), behooren tot de vroegst uitgevonden muziekinstru menten. In Egypte werden zij minstens vier duizend jaar vóór Christus reeds jgobruikt. De bewoners der Vereenigde Staten ge bruiker meer dan de helft der quinine, dio do aarde oplevert. In Mexico wordt aan kinderen, die de beste vorderingen op school gemaakt heb ben, door do onderwijzers vergunning ge geven onder de les sigaren te rookisn. I t i Do vroegere koningin van Engeland had 60 piano's, te Osborne, Windsor en Bucliing- ham-palace. De kampioon-lawn-tennesspeelster van Nieuw-Zeeland heeft slechts óén hand, en wel de linker. De kostbaarste vloerkleoden ter wereld behooren aan den Shah van Perzië enden sultim van Turkije. Men zegt, dat knier hun ner een mat bezit, gemaakt van paarlen en diamanten, die een fabelachtige waarde heeft. In sommige der goedkoope restaurants in üuitsche steden wordt het voedsel op gediend op schotels uit geperst papier vervaardigd. Het grootste venster ju Groot-Brittannié b het oostelijke raam van de kathedraal te York. Het is 75 voet. hoog en 32 voet breed. Het grootste standbeeld dat bestaat is te St, Petersburg. Het stelt Peter de Groote voor en weegt 1000 ton. ANECDOTEN. „Grootpa, hoo oud is u?" „Ik ben zeven-en-tachtig jaar, ventje." „Dan werd u tachtig jaar vroeger ge boren dan ik." „Ja!" „Wat hebt u dan een vreeselijk langen tijd op mij moeten wachten." ,i i „Waar?" sprak do verkoopcr, zich wen dende tot een menigte van mogelijke koo- pers, „waar anders op de geheele opper vlakte der aarde zult gij op één plaats vinden: koper, tin, ijzer, katoen, hennep, speelgoed?" En een stem uit de menigte riep: „In den broekzak van mijn jongsten zoon!" „Mijn dochter is nog veel te jong om te trouwen," bromde de oude A. „Wel," hernam do afgewezen minnaar, „wat zoudt ge er dan van zeggen, als ik voorloopig haar bruidschat nam en nog een paar jaar op het meisjo wachtte?" Rechter: „IIcbt ge nog iets te zeggen, vóór het hof tot do uitspraak overgaat?" Gevangene: „Al wat ik te zeggen heb, is, dat ik hoop, dat de rechters de jeugd van mijn advocaat in aanmerking zullen nemen, en mij een lichte straf opleggen." Zij: „Majoor B. heeft drie ridderorden. Ik boa benieuwd te hooren, waarom hij die kreeg." Hij„De derdo kreeg hij, omdat hij ($e twee andere had, de tweede kreeg hij, omdat hij de eerste had, en dc eerste kreeg hij, omdat hij er geen had." 't WAS, ZOOALS HIJ ZEIDE. Oom: „Ik ben niet van plan je ooit veer geld te leenon. Toen ik het je twee maanden, geleden gaf, zei je, dat je het slechts voor korten tijd noodig hadt, en nu heb ik het nog niet terug." Neef: „Ik had het ook niet langer noodig dan een half uur ZEER VERHEUGD. Een zorgeloos jong man, dio nog niet voel voordeel getrokken had uit de bokken, dio hij met zijn radde tong al geschoten had, word eens op een huiselijke partij voor gesteld aan een'oude, eenigszins zonderlin ge, ongehuwde dame, wier liefhebberij het was, rolkpritm cn antiquiteiten van allerlei soort to verzamelen. Na een paar minuten met hem gesproken te hebben, stond de dame op om te vertrekken. De jonge man stond insgelijks op, drukte laar vriend schappelijk de hand en zei: „Het doet me veel pleizier u ontmoet te hebben, juffrouw B.ik heb altijd erg veel belang gestold in antiquiteiten, en ben daarom zeer verheugd u ontmoet, tc heb ben." HIJ DEED HET NIET. Een zeker professor is bekend om zijn af getrokkenheid. Hij en zijn vriend, een lui dere oude professor, Waren gewoon dage lijks samen ecu wandeling tc doen, cn dan te spreken over zaken, die ver boven het begrip van gewone stervelingen gaan. Op zekeren dag, bij zeer slecht weer, be gaf professor No. 1 zich op weg naar de plaats, waar hij en zijn vriend elkaar altijd ontmoetten, toen hij een jong student tegen kwam, wiens gelaat hij dadelijk herkende, daar hij het gedurende cenigo weken gere geld op zijn ochtend-college gezien had. Hij riep dus zijn leerling aan, dio door do modder wadend, do straat overstak. „Hebt go mijn vriend ook gezien?" vroeg hij. 1 „Ja, professor," sprak de student, ter wijl hij midden in een plas bleef staan en zijn hoed afnam, „hij staat op den hoek op u, to wachten." „Goed," hernam de professor, hem over zijn bril aankijkend. „Ik dank je, ge kunt weer gaan zitten." GEEN EERLIJKE WEDDENSCHAP. Het is bekend, dat do Engelschen groote liefhebbers van wedden zijn. Zoo gebeurde hot, dat or iemand iu do Theems viel; een paar menschen, op don oever staande, gingen direct aan 't wedden, of hij cr zich uit zou redden, dan wel verdrinken. Er kwamen anderen bij, en de een was op de hand van dezen, de andere op die van genen en zoo vermenigvuldigden weldra de weddenschappon. Inmiddels slak creen schuit van wal, om den ongelukkige te hulp te snellen. „IIo, hol" schreeuwden nu zij, die vóór het verdrinken gewed hadden„dat is geen eerlijk spel, zoodoende zult ge maken, dat wij het verliezen." EEN' BETER LEVEN. Een student had zijn vaderlijk erfdeel doorgebracht en slechts schulden bleven hem over. Daar krijgt hij bericht, dat zijn oom gestorven is en hem tot eenig erfge naam heeft benoemd. Dadelijk schrijft hij aan een zijner vrienden: „Wamde vriend, ik deel u mede, dat mijn oom en ik een beter leven zijn ingegaan." VERSTROOID. Dame: „Hoe zit u zoo in gedachten, pro fessor?" Professor: „Ja, ik kwam mot een bepaald doel bij u, en nu ik hier ben, wil mij met den besten wit maar niet invallen, wat ik eigenlijk kwam doen; alleen weet ik, dat hot iets zeer gewichtigs was. 0 ja, nu ben ik er weer, ik wilde tt vragen of ge nog vrij zijt en mijn vrouw wilde worden," WRAAK. Een gezelschap vegetariërs was eens op een wandeling op het land onder een kudde vee terechtgekomen. Eon os werd woedend door een roode sjaal, die een der dames droeg, en vervolgde haar, zoodat ze zich ternauwernood achter een schutting aan de woede van hot beest onttrokken kon. „Jou leelijk dier," riep zij van achter de schutting hot woedende beest toe. „Dat is dus do dank, dat ik een half jaar lang niets dan plantaardig voedsel gegeten heb I Van heden af eet ik weer iederen dag nmdvleesch." Onderwijzer: „Hoo noemt men de aan hangers van Huss?" Leerling: „Ilussaron, mijnheer." afgewerkt of eindigen mot een punt op hand. MODE. Mevrouw Mode beeft in bot afgeloopen jaar groote veranderingen ondergaan, doch de overgangen hadden zoo geleidelijk plaats, dat we die eigenlijk nu pas in den vullen omvang kunnen bsechouvven, liet beate ziet men dat, als men eon baltoiletje van dezen winter vergelijkt mot een van verleden jaar. In de eerste plaats zijn dc rokken vóél nauwer en ten tweede, maakt de algemeene verandering, die de mouwen ondergingen, het bepaald noodzakelijk de toiletjes van het vorig jaar te metamorfoseeren, om cr niet verouderd uit te zien. De verandering is evenwel vrij gemakkelijk te maken, daar het voornamelijk op hot. vernauwen van den rok aankomt. Doch alleen door afnemen kan men het moderne cachet niet) bereiken, men moet ook iets toevoegen. IIccft men bijv. een zijden japon, dan kan men door het uitnemen van één of meer banen er geen nieuwervvetsch model aan geven, tenzij men een of ander garnituur met tact en goeden smaak weet toe te pas sen. De tuniques, die tegenwoordig zeer in de mode zijn, kunnen ons bij liet moderni- seeren zeer ten goede komen, voornamelijk omdat zo bij voorkeur van een andere stof genomen worden, zij het dan ook in de zelfde kleur. Op zijden japonrokken bezigt men tuniques van gaas of tule, die naar verkiezing met lange, zijden franjes gegarneerd kunnen wor den, als men niet de voorkeur geeft aan ge- sotitueheerde randen. Op een fluwcelen rok staat een tunique van zijden voile zéér mooi, en, alhoewel ze soepel kleedt, is luit weefsel toch dik ge noeg om eventueelc fouten in de onderjapon te bedekken. Om op modern te kunnen aanspraak ma ken, moeten rok on tunique tot over de taille reiken. Ho „robe corselet" en de „directoire", alsook ,,empirc"-modellcn, ver heugen zich in de allerhoogste gunst der mode. Indien de bestaande rokken, die men wil vermaken, om ze te kunnen benutten, slechts tot aan dc taille reiken,, neme men zijn toevlucht tot. een zeer hooge ceintuur of draperie, die voor hot „corselet" in de plaats komt. Jlct grootste deel der baljaponnen is ge decolleteerd, terwijl de mouwen naar ver kiezing zeer kort of hceLlang genomen lorden. De korte mouwen zijn allesbehalve mooi en daarom minder aan te bevelen. Ze bestaan uit nauwsluitende, korto model len, die slechts met een smal rouche zijn af gewerkt, of wel, men past de bekende baby mouw toe. Van de lange mouwen mankt men daaren tegen meer werk. Zij bestaan mcerendcels uit doorzichtige tule, die in rijen lingerie- plooien genaaid is. Ze worden met een galon DE PELGRIM EN DE BEURS. (Vervolg.) „Vreemd," mompelde de pelgrim, naar de beurs kijkend. „Vertel mij de gcschie- donis, mijn zoon. In mijn goede dagen waa ik een uitstekend cijferaar, ik kon zelfs J# berekening maken van don afstand der ster" reu enz. Ik kan mogelijk liet vraagstuk voorla u oplossen." „Als go dut doen kunt, zullen wo altijd den dag zegenen, dat ge tot ons kwaamt," sprak Ebn. „Doe hem hot verhaal, Jameel eerst jouw strijd, en dan zal ik mijn aTgij. ment vertellen." „AVel," sprak Jameel, „hier is het ver. kaal „Het was in de schoormaand. Ebn en reisden samen om de kudde op te zoeken en sloegen onze tent op te Jebel-Akhdar, den groenen berg, dien ge daar ziet. Ter. wijl wc hier onze verstrooide schapen zo4 ten, kwam er een vreemdeling, die toegang vroeg in ouzo tent. Wij namen hem op, en slachtten, ter zijner ecre, iederen dag een lam soms een lam van Ebn's kudde, sonu een van de mijne, welke maar hot eerst ij handen kwam. Zoo ging hot zeven dag® voort, op den achtsten verdween de vreem deling. Maar Aycshah, die on.s dien dag kwam bezoeken, had een boodschap van hem. Door haar zond zij deze beurs, 16 zilverstukken bevattend, die, zooals hij zei. de, als betaling voor de lammeren moest® dienen; wat het achtste lam aanging, dat dien morgen gedood was, dat verzocht hij Uisschen Ebn en mij te deelen, daar hij niet terug kwam. Ayeshah maakte dien dag ons maal gereed, en terwijl wij smulden, berekenden Ebn en ik de lammeren, die van zijn kudde waren, en die van de mijne, opdat wij den inhoud van de beurs eerlijk konden deelen. Wij rokenden uit dat op den eerster., vierden en zevenden dag mijn kudde het maal verschaft had, waarvoor ik zes van de zestien zilver stukken nam, ter betaling voor mijn drie lammeren. Op dezelfde wijze gaf ik Ebn acht zilverstukken in betaling voor de lam-1" meren, die zijn kudde op den tweedes, derden, vijfden en zesden dag van het ver f, blijf van den vreemdeling verschaft had,! en van de overblijvende twee zilverstukken! gaf ik er een aan Ebn on hield er een voor*, me zelf, daar de vreemdeling gezegd had, dat we het achtste lam samen zouden deelen. Zoo was de verdeeling, welke ik voorstelde, en die mij ook het billijkst leek. Maar nu zult u Ebn's uitlog hooren." „Ik luister," sprak de pelgrim, zich tot Ebn wendend. „Ik ben een eenvoudig man," sprak Ebn, j,en niet bedreven in rekenen, en ik moet bekennen, dal, als ik naar Jr.meelV argument luister, het mij heel goed toe. schijnt; want, daar de vreemdeling zilver geld voor het lam betaalde, had hij hot recht om te zeggen, de eenc helft zult gij hebben, cu gij de andere. Maar nu was dit lam ook; van mijn kudde, zoodat ik er .vijf levevk van de acht en Jameel maar drie. En of-, schoon ik het rechtvaardige van Jameel'; rcdencering inzie, toch voel ik, dat, als L zes zilverstukken voor zijn drie lammeren krijgt, ik er tien moet hebben voor mijt vijf, is liet niet zoo?" „Wat hebt gij daartegen in te brengen, mijn zoon?" sprak de pelgrim, zich tol Jameel wendend. „U hebt gehoord, wat ik gezegd heb," hernam Jameel„het is aan u, te beslissen, wie gelijk beeft." De pelgrim zat een oogenblik in gepeins. Toen Side hij met een glimlach: ,,En ah ge nu geen van beiden eens gelijk hadt?" Wordt vurvolgi.) li w w dt dt Ik zij de hi Sb vi lit op aa lil va va ei vo of out IS f'21 1 too gen ei al hee dei te S dez dek nau 15 aan corr I Flores. liet gewestelijk bestuur van Timor en on- derhoorigheden «einde den 3en Nov. 190? via Ampenan aan de regeering; Civiel gezaghebber Oost-Flores bericht: Bij tocht maiéehuussée-pabrouillo onder ld tenant De Ahios naar Watoe Ngidri en om liggende complexen, bleek geheele stred langs Noordkust, onderafdeeling Endch. vijandigallo kampongs verlatenvijand be schoot troepen uit ravijnen en van achtëc steenen en boonienonzerzijds gewond, le vensgevaarlijk, sedert overleden, Amboi- neesrhe fuselier Numandag, zwaar, Amboi- neosche fuselier Lekasongessytien vijan den met vuur cn blanke wapens neergelegd in schuilplaatsen. Het vorkeer tusscken Java cn Australië. Wij vermelden uit 't „Soer. Hbld." „Hd stoomschip Vim Spilbergen, dat op reis gm>! naar Australië, kreeg ai op de rcede -illne' de zekerheid dat het van Australië met vol's lading zul terugkeeren. De boot is reeds geheel besproken. Do bewijzen van toenemend verkeer volgen elkaar tegen woordig op» Een paar weken geleden myldden wij dd de overgang van de drie Willcms der maat schappij „Nederland!" mm de Pnketvaart, speciaal voor den dienst op Australië z® goed als zeker wa.-,. Thans vernemen we dat de koop niet doorgaat, enkel en alleen dat dio schepen minder geschikt zijn voor het vervoer van paarden. De maatsciiapp! moet nu besloten hebben drie of vier nieu® booten te laten bouwen, waarin ook tusschc-1' dekhutten zullen -zijn voor passagiers klas.se." 26) F vroi! gene toch den D aan vers tic, II Grot sorte Web to VI IF vrien VftnS haar II, eigen noem #>N J het h ook t langt „B ,31 „B

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1909 | | pagina 10