De ontbrekende schakel in het hooger onderwijs. ,,ïk rijk Ha, ba 1" Vijf Zwolschs spoorwegarbeiders te Madrid. BINNENLAND. die deri. overgang vrin school naar school gemakkelijker willen maken, door in. de hoogste Wassef van hot gymnasium in be perkte mate vrije studio in tc yoeren en door rlo onbeperkte vrije studie aan. de universiteit althans ,voor het eerste jaar ivafc meer arm banden te leggen. Het is doelloos nu, een oplossing voor to stellen, nu binnen niet al te "langen tijd liet tameuse rapport zal komen, dat zeker ook aan deze materie zijn aandacht zal wijden. Maar wel gelooven wij, dat er alla aanleiding is om dc hier aangegeven moeilijkheden goed onder de oogen te zien, opdat er althans een algemeene vaststaan de diagnose van de kwaal zal zijn wan neer de commissi» een voorstel van thera pie doet. Kaar aanleiding van ons artikel over- de salto mortale in do academische ontwik keling, hebben wij enkele zeer gewaardeer de bewijzen van belangstelling ontvangen. •Wij kunnen intusschen niet al de hespro- ken punten nagaan, die meer eigenaardig in een vaktijdschrift dan in een algemeen dagblad behandeld worden. Intusschen heeft ons artikel een van deze belangs tol lenden tot "'een beschouwing geleid, die nadere' overweging o. i. alleszins verdient. Do schrijver is met ons gehoed van mee ning, dat wij den sprong van middeJibaar- scholier tot zelfstandig hoogeschool-stmlcnt niet ten onrechte een salto mortale genoemd hebben. Weliswaar ziet hij van. eon andere regeling Wol do schaduwzijden, doch hij ontkent niet, dat do gevaarlijke-, gelukkig in den regel in volkomen onbewustheid gedane sprong onvorecnigbaar is met do moderne begrippen van opvoedkiuuiige hygiëne. Hoe dio sprong minder groot to- maken? Met den socialen, den ethischen kant van de kwestie bemoeit onze belangstellende zich niet Hij behandelt alleen de onder wijskwestie on komt dan tot de conclusie, dat bet grootste gevaar» bij dien sprong bestaat voor do juristen. Aan hen, zoo söhrijfl hij, zijn het hi-4 de fouten van hot tegenwoordige systeem te demonstree- ren, dia zich hij alle faculteiten voordoen, doch nergens in zoo hooge nutte als juist hij hen. Waarom Omdat voor hen do overgang van het gymnasium naar de universiteit niet alleen de verandering van studiem'ei.h.o dc, maar ook een geheel** verandering van studie vak beteekent. Be juristen hebben niet het minste houvast. Do medische studen ten, die van een hoogcre burgerschool ko men, heiben bijv. een t uivaat in wat zij van fysika en chemie weten. De hoofd begrippen zitten er bij hen in, de moeilijke eerste stappen zijn onder leiding gedaan, het komt er voor hen nu nog maar op aan op het geleerde voort te bouwen. Heel wat ongunstiger staan de medici er voor, dio vau een gymnasium komen. Maar toch zij weten in don regel iels ,van de voornaamste der vakken, waarmee zij zich gaan bezighouden. En aan de univer siteit vinden zij twee factoren, die hun in tegenstelling met bijv. de juristen van dienste zijn; het feit, dat hun oe.-ste universiteitsstudie zuiver propaedculisch is en dat zij van het begin af aan voet col- loge moeten loopen. Do eerste omstandigheid leidt er de hoog leeraren vanzelf toe om de colleges voor deze studenten nrinder geleerd, meer „schoolonderwijs" te maken. Het geleerde gedeelte van do zaak' is rooi* de natuur filosofen; voor do medici is hier en kan hier van ruime wetenschappelijke studie geen sprake zijn. Zij moeten een vast kwan- Hij staarde in het olectrische licht en zijn adem stokte. En plotseling, als bij in geving, kwam de gedachte in hem op: In dien hij het lot eens verwisselde met een van zijn eigen. Niemand zou. er iats van merken. Alle papieren zijn verbrand, had do deurwaarder gezegd. In de inventaris lijst staat slechts: twee buitenlandsohe lo ten gecrr nummers, zelfs niet de soort der loten is vermeld. Hij behoeft slechts het winnende lot in zijn brandkast weg te sluiten en er een ander voor in de plaats to leggen en zijn fortuin is gemaakt. Geen schulden meer, geen zorgen rijk! Onwillekeurig sloeg hij hot oog op naar hot portret van zijn vrouw en het leek hem, dat haar stralende oogen hem toe lachten: Doe 't Herbert! Doe. 't! Ik heb al zoo lang naar een paarten-eoljier ver langd. Laat ons van het leven genieten I Wc zijn maar eenmaal jong. Doe 't Herbert! Er is geen gevaar bij I Neen, er is niet Hot minste gevaar' hij. Ontdekking is onmogelijk. Natuurlijk zou het zaak wezen voorzichtig te zijn. niet door overdreven uitgaven of zoo ieto, dc aan dacht op zich te vestigen. Heel in 't ge heim zo: hij hot lot verzilveren. Niet dade lijk, geen kwestie van, doch eerst wanneer die zaak van de boedelscheiding was ge regeld en de nalatenschap aan den fiscus, of wie or anders moest erven, was overge dragen. Bij gelegenheid dat hij voor zaken op reis was, zou hij dan het lot ter uitbeta ling aanbieden en het geld dadelijk in pa pieren beleggen, zonder dat iemand ter wereld er iets van vermoedde. Daarna zonden zij 't er ecliUii' eens van nemen reizen, toi letten, partijen zijn vrouw zou niet te klagen hebben, Alleen om harentwille had turn w'otenschap verwerken bij wijze van 'taak, van voorstudie. De leerstof moet dus op ongeveer diezelfde wijze behandeld wor den als die aan -de middelbare schoten (de gymnasia inbegrepen). Een 'tweede houvast voor de a.s. dok ters is nu hot groot aantal colleges, alle ingericht met het oog juist op de beperkt heid van de propaedeuse, van 'cle voor studie. Het is heel wat gemakkelijker machinaal veel colleges te loopen dan zich zelf een methode van studie tc maken al zal den jong-studenten dc zaak wel eens in een ander licht voorkomen, wanneer zij den vorigen avond niet met de kippen op stok zijn gegaan. Bij do medici vinden wij dus drie fac toren, die- den overgang gomakkehjk ma ken: do continuïteit in enkele vakkon, de behandeling van do stof op „middelbare" wijze en de geregelde gang van 'de vele colleges. Iets dergelijks vinden wij bij de litteraire en philos' plnselie faculteiten. Weliswaar ontbreekt hier bet voordeel van dc pro paedeuse, doch tegen dit gebrek weegt, het feit wel op, dat do colleges veelal klein zijn en de voeling tusschen docent en leer ling grootor. Bovenal is hier ook weer de zoo heilzame continuïteil. Hoe geheel anders is het echter met de theologen en met de juristen. De studio van dezen sluit zich bijna in geen enkel opaicht aan bij de litteraire en natuurfilo sofische strekking van het gymnasiale on derwijs. Het schijnt, dat de Wetgever dit ook indertijd gevoeld heeft. Hij heeft het ontbrekende lid willen aanvullen en daar om voor de theologen wat Hcbreouwsch, voor de juristen vooral de befaamde anti quiteiten als hulpvakje op het rooster gebracht De bedoeling was zeker goed. Doch welk een middel l Nu schrijft onze belangstellende, dat dit voor do theologie niet zoo'rr gioot bezwaar is, omdat ook zij in den regel meer voeling bobben met hun hoogleeramn. omdat ook zij oerst weer propaedeutisclne studies moe ten doormaken. Wij inoefen dc juistheid van do eerste der beide opmerkingen op gezag aannemen. Doch zeer zeker kunnen wij consta.tecren, dat do juristen inderdaad in een geheel nieuw vak komen en dat de weinige tijd, aan „antiquiteiten" besteed, hen heel wei nig, in den regel lieolemaal niet op het goede spoor brengt. Zij komen voor een geheel nieuwe wetenschap, die in haar wezen bij geen enkel vak van middelbaar onderwijs aansluit. Zij weten weg noch steg, zij hebben geen methode van werken, zij kunnen hoofdzaken mict van hijzaken on derscheiden, er zijn geen grondbeginselen, waarop zij vorder kunnen bouwen, flot is alles even nieuw en vreemd voor hen. Men gooit bon, ook wetenschappelijk ge sproken, in hot water om zwemmen te loeren. En waren, er nu nog maar vele colleges, zoorlat zij althans doo-r dio te volgen op slag konden komen, "Waren er maar pro fessoren, dio vroeger aarr middelbare scho len hadden gedoceerd en dus de moeilijk heden beter konden onderkennen. Waren er maar weinig studenten, zoodat zij meer direct door deri hooglecraar gesteund kon den worden. Niets van dit al, Is de docent in Ro- mcinsch recht een paedagoog, een prac ticus, dio zich kan verplaatsen in hel ab soluut niet weten van zijn leerlingen, zoo veel te beter. Dooh er is geen enkele roden waarom hij dat nicer zou zijn dan elke andere met docent. Voor zoover hakend is, wordt mot paedagog.scln bekwaamheid bij do benoeming geen rekening gehouden en kan 'dat in den regel ook niet geschieden. Do omstandigheden zijn den aanstaanden jurist 'dus zoo ongunstig mogelijk. Een grootc kans is er, dat hij nooit een flink hot geld bekoring voor hem. Zijn fantasie spon het toekoin-tLoeld verder uit: hij zag zich in bet. ongestoorde bezit van het kapi taal. Zijn practijk was, evenals hel aanzien, waarin hij stond, op nooit gedachte wij/e toegenomen, zijn vrouw was mooier en werd meer dun ooit gevierd. Mo-cr zaliger wttö al lang vergeten. En. zonderling, hij zelf herinnerde zich het gebeurde nauwe lijks. Van berouw of vrees geen -poor, hij weet van den oorspiong van zijn vermogen niets meer al', hij voelt zich -volkomen ge lukkig Maar vrat is dat? Welk gelaat doemt duar plotseling voor hein op? Een ge meen, gluiperig gezicht. Dat was immers Schubert, zijn bureau-clief? Dikwijls reeds was hem dc loerende, spottende blik opge vallen. waarmede hij hem gadesloeg. 01' ver beeldde hij zich dat? De kerel bad toch eet) ongunstig uiterlijk en indien bij niet zoo ac curaat in zijn work was „Wat wil je, Mwccr nteer salaris? neen, m'n waarde, dat loopt de spuigaten uit. Ilel vorige jaar heb ik je voor de derde maal opslag gegeven, nu i» 5t> mooi genoeg." „Ja, maar meneer, ik kom niet toe alles wordt duurder „Ach, kom rne daar niet mee aan Wie weet., waar jo je geld Iaat Kort en goed, je krijgt niet meer!" „Dat spijt me mijnheer. Bij u komt bet er toch niet zoo op aan u bent zoo rijk." „Zeker, mijnheer, u weet toch wel toen met de nalatenschap van Merer „Wat is daarmee?" „Toen u den hoofdprijs van driemaal bon- derduizend mnrk hebt getrokken." Drie maal honderdduizend? Ben je gek geworden?' jurist Wordt, omdat da grondslagen niet goed zijn gelegd. Inderdaad worden velen 'dan ook niet flinke juristen. En dat onze academies nog zooveel goede juristen afleveren zouden wij meer aan de taaiheid van den mensche- lijtkcn psyche en aan dc buitengewone be kwaamheid van enkele professoren willen toeschrijven, aan de gewoonte ook om, zij liet dan ook wol wat laat, zijn heul te zoeken bij repetitoren, van wicn enkele veel goeds kunnen doen on hebben gedaan, dan aan do regeling, die voor juristen wer kelijk zóó is, dat men haar niét anders had kunnen maken, indien men er oip uit ware geweest zoovolerr mogelijk na hun eindexamen te doen omhoog loopen in liet m< oilijke vaarwater van deze wetenschap pen. Inderdaad, wij zijn heit met onzen cor respondent eens. Nergens beter dan op dc juristen ka.n men de volstrekt ontbrekende geleidelijkheid van ons hoogeir onderwijs demonstree ren. door J. E. Jr. V. Te Madrid. In mijn vorigen brief heb ik vooral onze aankomst te Madrid trachten tc schotsen. Van do bezienswaardighaden der sited ver namen de lezers nog niet zoo lseel veel. Was ik van mooning, dat Madrid „niet veel meer was dan 'n groot rlorp, 'n Meen- ateedsch vervelende stad", ik zou er wel licht tot genoegen der lezers verder 't zwij gen toe doen. „bladrid niet veel meer dan 'n groot dorp!", zoo schreef onlangs een Hollan der uit Barcelona aan één onzer dagbla den, waarvan mij door een vriendelijke hand een exemplaar ter kennismaking wenltoe- gezonden. 'k Ben geen journalist en op polemiek heelemaal niet belust, maar toch waag ik het als mijn opinio neer te schrijven, dat die geachte correspondent zijn teekening van Madrid, wel wat al te somber gekleurd heelt. Wil men een vergelijking maken tusschen Madrid on Barcelona zoo begint de schrijver men zou zich niet beter kun nen uitdrukken dan: Madrid staat tot Bar celona als Den Haag 'staat tot Rotterdam. Madrid de residentie, Waar de geboren aristocratie zich dringt om. liet hof, waar alles leeft van en door het hof en gevolg; Barcelona, de self-made city, ontstaan door- eigen kraclrt en energie, waar alles streelt cn werkt en ploetert ter bereiking van éón dool, den bloei der stad. Madrid is de residentie, waar dc geboren adel zich ves tigt om te schitteren en leeft van geërfde vermogens; Barcelona, de groote handels stad, waar do self-made-man zijn fortuin vergaart on vergroot. Tot hiertoe mijn ver gelijking. Dc Madrileenen zien neer op de Bar- coloncezen, die Hollanders van Spanje, zooals zij ze noemen, om hun handelsgeest wijl zij hen burgerlijk vinden in hun geschraap van gold. De Barcelonees ziet neer op den Madrilcen om zijn luiheid!, zijn zucht naar geschitter met in dc wieg gevonden fortuinen, zijn spilzucht. Geen Madriieen zou Barcelonees willen zijn, geen bewoner van Barcelona Madri ieen, Ze halen elkaar, verachten elkaar als hond en kat. Als zij onder elkaar spre ken, ligt in hun oogen de diepe minach ting, waarmee een kat een hond beschouwt als zo op een veilig plaatsje zit. Nu en dan vliegen ze elkaar in de hanen. Dan is er veel geblaas en gekef, echter geen resultaat; met diepe verachting koeren zij zich weer af, geen van* "beiden voldaan. De Madrileensche kat strijkt haar opgere- „Neen, mijnheer, ik ben niet gek. Bij toe val heb ik het briefje teruggevonden met de nummers der beide loten, die dc deur naarder toen heeft ingeleverd; liet was op mijn lessenaar blijven liggen cn tusschen andere aeten gerankt. Dezer dagen bob ik het teruggevonden. Toen ik nu de aeten uil dc zaak-Moser Opzocht om het daar bij te leggen en dc lijst eens inkeek, toen klopte bet eene nummer niet. Op het briefje stond 3G5S cn op de lijst. 21*1. Toen school mij le binnen, dat dat ook 't nummer waarvan hot papier, waarvan ik de coupons altijd voor u moest verzilveren. Hoe kwam dat tus schen dc noten van dc zaak-Moser? Dat wil ik toch een» uitzoeken, zei ik tot mezelf, daar is iets niet in orde. En jawel, bij den bankier vernam ik, dat nummer 3658 juist op tien sterfdag van Moser mot den hoofd prijs er uil was gekomen cn op telegrafische aanvrage aan het kantoor vun uitbetaling werd mij meegedeeld, dat het bedrag inder tijd is uitbetaald. Ziet rr, mijnheer, zoo ben ik er achter gekomen." liet scheen den advocaat of zijn hart stil bleef staan. Hij was m Horen en het was gedaan met alles. Die man daar, met zijn duivelachtigcn blik, zou hem vernietigen. Al gooide hij hom ook duizenden toe het zou alles tevergeefs zijn den oen of an deren dag zou hij hem toch aan den beul overleveren. Een vreeselijke woede tegen den mover van zijn geluk stijgt in hom op Hij stort zich op hem, werpt lienr op den grond, zet hem dc knie op dc borst en drukt hem de keel toe, tot hot ge rochel ophoudt. „Mijnheer Groll 1" roept de bureau-chef angstig uit; want zijn patroon zit beweging loos mot starre blikken in zijn stoel en op zen haren weer glad en poogt zich te kalmeoren, met het idee, dat Hot verloren moeite is*, zich voor zoo'n bourgeois, dim van' mandor hoogstaand ras als zij is, druk to maken, do Barcoleensioho hond wendt zich brommend ai, likt zich don bebloc- den neus, met do bewering, dart hij zich lang genoeg voor zoo'n lui huisdier van zijn dringende plichten heeft laten afhou den. Maar do haat blijft, om weer wit te bar sten, als zij eikaar in de politiek ont moeten. De Madriieen zit veilig en vastgeroest op zijn oudei tradities, de Baroelonees voelt zich grootor en sterker worden en zou hem zoo graag van zijn zitplaats verdrij ven, desnoods worgen. Maar het Madid- lco'nsche katje zit hoog en droog en veilig en telkens haalt de Barcoleensohe lrond zich een bebloeden neus. Op voet van oorlog blijven ze altijd. Madrid, de oude koningsstad, ligt op de hoogvlakte van Cas.tólië aan een verdroog de rivier en haar eenige verdienste is, dal zo slechts een kilometer verwijderd ligt van Spanje'» geographisch middelpunt. Niets heeft Madrid vóór, alles tegen; klimaat en ligging zijn ellendig, natuur lijke verkeerswegen bezit het niet. Het is do jongste stad van Spanje en hot dankt alleen zijn geboorte aan, vroegere onder linge verdeeld heden van de oude konink rijkjes op hot schiereiland Iberië. Noch Burgos en léon, in Castilië, noch Sara gassa in Arrngon, noch Toledo, Cordova of Sevilla konden als hoofdstad dienen. Zoo hakte Fr.'ips II den knoop door en koos Madrid, omdat dit eenvoudig het middel- print van Spanje was. Do oude weelde der hofhoudingen bracht het tot bloei en nu nog toert het alleen daar op. Verplaatste de koning zijn hof houding naar Barcelona of een andere stad, binnen tien jaren zou Madrid uitgestorven zijn, want van do onmetelijke fortuinen dor Grandes de Esparia en do vette baantjes aan do ministeries, voedt het zich oen- voudig. Ondanks do meer moderne spoor-ver- Iceerswegen zou het tot ondergang ge doemd zijn. Do geachte schrijver geeft hu Verder oen korte schets van Barcelona, de oude hoofdstad van het prinsdom CataLonië rn eindigt dan zijn artikel aldus: „Een toekomstige wereldstad aan het begin van haar bloei, is Barcelona, waar voortdurend meer vreemdelingen heen stro omen (men spreekt van 40000 Fran- sehen cn 10000 Duitschers) en hun levens onderhoud ruim vinden. Geen wonder dat de Madrileenen met jaloorsohe oogen dien steeds toenemenden bloei aanschouwen en hun eigen stad zien verkwijnen door ge brek aan natuurschoon, verkeerswezen en het ellendige klimaat. Was het hof niet to Madrid, dan zouden dc Grandes zich naar niet bevinden en misschien evenmin do ministeries. Madrid, toclr ai niei moer dan een groot dorp (Be spa- ticering is van mij), een kleinsleedsoh ver velende stad, zou dan weldra oen bouw val worden." Tot zoover dc correspondent. Do lezer zal hom zekbr wel met mij danken of gedankt hebben voor voel wat hij schroef, o. a. ook voor zijn schets van den haat tusschen Madriieen en Barcelo nees I Toch ga ik niet mot alles aceoord. Of Barcelona schooner is dan Madrid, weet ik uit aanschouwing niet. Dat in Barcelona moer, veel meer industrie is dan in een residentiestad als Madrid, zal ieder geloo ven. In oils ilarul heeft trouwens Rotter dam ook veel meer industrie dan Den Daag. Maar dat Madrid „niet meer dan een groot dorp" zou zijn, zie, dat lijkt me toclr al to kras! zijn gelaat ligt een niet te beschrijven uit drukking van angwt en woede. „Mijnheer Grollroept hij voor de tweede manui. Nu hoorde de ander hem. Hij richtte zich op en koek woest om zich heen, als Ontwaakte hij uit een boezen droom. Toen hij den bureau-drci zag, riep bij uit: „Wat wil je! Wat. wil je?" Do jonge man deinsde verschrikt terug. „Ik breng u de hypotheekbrieven in de zaak-Moser," stamelde hij. Dc advocaat loosde eon diepen zucht cn stond op. „Noem me niet kwalijk, m'n bode Schu bert. Ik weet niet, ik ben plotseling onwel geworden benauwdheden, reet je een eigenaardig angstgevoel. Nu is 't alweer over. Geef de hypotheken maar hier en maak er voor vandaag maar een eind aan. Ik ga ook dadelijk muir huis." De bureau-chef vu'liet liet vertrek en de advocaat was weer alleen met de loten. Hij pakte ze, nu zonder aarzelen, bij do overige papieren in en sloot alles in een kast. „Noen," zei bij in zich zelf, „dat is niets voor ons. Terwille van den mammon dief, moordenaar te wordenNeen, in'n jongen, daar bedanken we voor. Dan nog liever schrijfwerk voor een collega." Hij stond voor zijn schrijfbureau en keek naar bet. portret van zijn vrouw, dat hem thans met verwijtende blikken scheen aan te zren. „Tiet spijt me, kind, maar dat paarlcn- eoilior moot je je nog maar oen tijdje uit bet hoofd zetten. ITet zal zoo ook wel gaan en bovendien het moet gaan De ligging - 80 meter boven de rivier Man.zarra.rcs op een steppeïrachtiga naar het Noord-Oositan oploopende hoogvlakte is treurig, we stemmen! hot toe. Zoo ook do omgeving, kaal en zonder boonren slechts ter dooie hier en daar met tarwe beplant. liet klimaat is niet minder cllendte. De hooge ligging in de nabijheid van de <ber»- keten tie Siena, de Giradaraima, „dié fos zomers den vochtigen Noord-Westenwind tegenhoudt en door beur sneeuwmassa's de 'lucht plotseling afkoelt, bewerkt schril le temperatuurverschillen." Nu eens is do kou ontzettend, dan weer heerscht cr een AJriklaanschb hitte. Maar konten, we in de stad en letten We niet nauwkeurig op 't verkeerswezen of de industrie, da,n is or nog fheel wat do moeite waard om te zien, dan kan men er dingen bewonderen, die men in 'n groot dorp niet aantreft. Na wandelingen van acht, soms tien uren kwanten we meestal tevreden, meer dan eens, hoogst voldaan in ons pension terug. 'k Wal niet alles uitvoerig gaan opsom men, wat in Madrid bezienswaardig jg Deed ik het, ik zou den lezer pitnoodiren me to vergezellen naar het Verrukkelijk mooie koningshuis van Al fonzoWa brach ten een bezoek aan. de banken', palmen zóó groot, maar meer nog, van Mimen zóó prachtig, dat or in heel Amsterdam nnisschien niet één even braai te vinden is. We gingen een kijkje nemen in enkele der voornaamste Roomschc kerken, en in één adem zouden we zeggen: „Wonder schoon!" Toen ik de weelde van sommige bede huizen aanschouwde, hob ik me met ver bazing afgevraagd: „IIoc! is het mogelijk, dat in een land met zoo'n arme bevol king, zulke praehtkerken konden verrijzen?" 'k Heb geen bezwaar togen een kerk, die het kunstgevoel streelt, maar het contrast was hier zoo groot. Deze opmerking hl 't voorbijgaan. Was ons oog nog niet moede geworden van T zien, dan richtten we ons naar tic Plaza-Mayor, een plein, waar, zooals de gesohiedsohrijver meldt, vroeger de ter doodbrenging van misdadigers plaats had. waar stier enge vechten werden gehouden cn verdere publieke vermakelijkheden aan de orde van den dag waren. We gingen fruit koopen op dc groote groentemarkt, waar do drukte kolossaal is; we landden aan op Rastro, do vod denmarkt met zijn massa's antiquiteiten, zijn ouderwetsche tenten en tentjes en we kochten een ouden revolver om do Rarcoloneezen van ons af te houden 1 (Toen wij, dit tusschen twee haakjes, deze markt bezochten, waren dc sporen van de Verwoesting, die dc MtLo-golf in do Meimaand van 1908 hier aangericht had, nog duidelijk* to zien. Laaf ik even in her innering mogen brengen dat cr brand ont stond, uitgestalde oude patronen ontvlam den, en er pl.m. -100 mxmschen dakloos werden. Velschillende steunen huizen heb ben we "nog gezien met verschroeide voor gevels.) We wandelden vonder, tot we een schit terenden triomfboog zagen, of, zooa's de Madnileenen hem noemen, den „Puerto de Alcala". Aan don Oostkant zouden we nog duidelijk do kanonskogels zien zitten, die ons het jaar 1808 in de gedachten zouden brengen, toen die Fransehen lust gevoel den om op 3 December met de Spanjolen aan den slag te gaan. Waren er onder onsi, die hun Hart aan do Arclrieven hadden verpand, we vroe gen 'den weg naar de Nationale Bibliotheek Deze is in 1711 door Filips V gesticht cn in 1SS6 door aankoop van handschrif ten verzamelingen van den hertog van Osuna belangrijk' vergroot. Naar men zegt is zij een der voornaamste verzamelingen van Europa. Ze bevat o. a. 35 zalen, 600.000 godnrikte banden, 30.000 handschrif ten, 100.000 koperen err houten gravuren. Het hoofdgebouw beslaat uit zeven ver diepingen. De algemcene leeszaal heafl D werktafels met 320 zitplaats-ui. Een andere leeszaal is uitsluitend voor vakgeleerden. In 't museum zouden we onder een col lectie sobïklGL'silufcken ook het portret aan treffen van onzen lïollandsolien landschap schilder Karei lïaes. .En hadden wo dat alles en veel meer nog do revue laten passcerdn voor ons be wonderend oog, waren, de stand heelden van Isabella, Alva en een tiental anderen, door ons niet zoo maar voorbijgciioopen en hadden wc - vanzelf na kortere, of lan'gore rustpauzen. cerr verfrissclrcmk wandeling gemaakt door de kunstig aan gelegde patikten, dan zou, verwacht ik, <1° opinie van do moesten wel zijn, dat mof- niet van cemigjo overdrijving vrij te pk"1' ten is, als men zegt: Spnnje's hoofdstad is niet meer dan een groot dorp, oen klein- stcedsch vervelende stad. In onzen volgenden brief iets o,ver de vrieimdeliijlko bezoeken, die ons werden ge bracht cn over die, weliko wij zelf .maat ton, en dan ten bles hui to een, kijkje ,1'ij do s tdcirCn'gcvecihten j 1 Raad Tan State. Openbare vergadering van den Raad van State, Afdocling voor do geschillen van bestuur, pp Woensdag 17 Februari 1909, dos yoormiddags to elf uur. Tweede Kamer-verkiezing. 0p_ ui (nood iging van del afdeeling drü*

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1909 | | pagina 6