De pitte spiaie en Se strafrecMer. VolMeesfen in M-MsctlaM. 'de spoorwegstaking. De hoer Van Vuurcn meende, dat oen ontwerp, als het onder havige, wel noodig is om de bona fide collecten, die zooveel schade ondervinden- van de misleidende collecten, tegen deze laatste te beschermen, maar in dit opzicht ontdekte hij zoovele mazen in dit wetsont werp, dat aanneming of verwerping hem eigenlijk koud liet. maar wie fel tegen de wet te keer trok op zijn bekende zaakrijke en geestige wijze, dat was de heer Van Doom. Hij noemde de redactie van de wet zóó slecht, dat ze de Drankwet naar de Kroon stak, en hij ried den Minister, om, waar de Drankwet door Mr. Schepel in verstaanbaar Hol- landseh was omgezet, aan, dienzelfden kun- digen jurist op te dragen, dit ontwerp in onze moedortaai te vertolken, als ons do ramp trof, dat het ooit tot wet werd ver heven. Ilij gaf van die treurige en onver staanbare redactie zulke krasse staaltjes, dat de Kamer in luid gelach uitbarstte. Gelukkig, dat Dr. Kuyper juist even. uit de Kamer was weggegaan, en deze hart- doorboronde critiek op zijn wetgevend talent niet behoefde aan te hooren. Had hij ze voorzien? Dr. Ivuyper, dit tusschon twee haakjes, deed Woensdag 1.1. in do Kamer een val, die leelijk had kunnen afloopen. Hij stapte mis, toen hij het trapje opging, dat naar den presidialen zetel leidt, en zou achterover geslagen zijn, indien kolo nel Verhey, die daar gelukkig stond, en de hoofdkamerbewaardor Bijlcveld, hom niet h'! Uien opgevangen. Nu liep het mot een sï.-mr af, en den volgenden dag liep de jeugdige zeventigjarige weer in de Ka mer rond, of er niets gebeurd was. Wij komen nog even op "den heer Van Doorn terug, die glashelder aantoonde, dat dit ontwerp het kwaad niet zou stuiten maar verplaatsen. Wie nu geen vergunning voor zijn collecte zal kunnen krijgen, zal zijn toevlucht nomen tot het maken van visites, en het is voel moeilijker zoo iemand uit de kamer weg te krijgen, dan de dour voor zijn neus toe te smijten. Wie den Haag kent, weet, dat do geachte afge vaardigde voor Gouda allerminst over dreef. Eindelijk vroeg deze, of het nu aan ging allen rompslomp van een wettelijke regeling zich op don hals te halen, waar 2/3 van de gemeenten in ons vaderland wei nig of mem van het collecte-euvel onder vinden, wat wol hieruit blijkt, dat ze niet eens een verordening op het collecteeren hebben vas!gestekt. Minister Heemskerk had do wet te ver dedigen. Ilij 'deed het onder hot oog van den Meester, dr. Kuyper stond naast de Ministerstafcl naar hom te luisteren, en er scheen op het gezicht van 'don „van God gegeven Leider" iets te lezen, wat wij zouden willen omzetten in een: „Hoe is het mogelijk, dat Heemskerk hier spreekt als premier, als ik toch disponibel ben". Maar wij kannen ons vergissen. Toch meen den wij hem even het voorhoofd te zien fronsen, toen de premier toegaf, dat de re dactie van het wetsontwerp niet hijzonder aanlokkelijk was. Hij verdedigde de reden van bestaan van dit ontwerp. Zeker, ook thans had men voor het houden van een collecte do vergunning van Burgemeester en Wethouders noodig, maar de gemeente besturen staan onmachtig tegen zoogenaam de collecten, die filanfhropisch heetcn, maar daarvan alleen den naam hebben. Zoo ge beurt het, dat men een tentoonstelling geeft voor een liefdadig doel, en dat do kosten van monteering, costumes, enz., uit een collecte worden bestreden. Burgemeester en Wethouders moeten dergelijke collecten kunnen weren, zij zullen, naar de Minis ter vertrouwde, geen misbruik maken, en zeer veel heil zag hij in de bepaling, dat de collectanten een bewijs van goed ge drag moesten kunnen overleggen, zoo hield men ongewenschte elementen buiten deze zaak. Ook zal dit wetsontwerp het onmo gelijk maken, dat, zooals in Leeuwarden, de Urue-collecte werd verboden, daar er hooger beroep is van de wmeigering. Dit laatste is zeker een aansporing voor dc anti-revolutionairen, om vóór do wet te stemmen, zij zullen zich echter wel herinne ren, dat er nog andere middelen zijn om herhaling, van het ook door ons afgekeurd Leeuwardenscho stukje, onmogelijk te ma ken. ,We gingen Donderdagmiddag, als zoo- velen, nil do Kamer weg, met do vraag op de lippen: Zal Dr. Kuyper nogtusschcn- heidon komen om zijn van zoovele zijden aangevallen geesteskind te hulpete komen? Maar den volgenden morgen ontbrak hij op het appèl, en het dunkt ons weinig waarschijnlijk, dat de Ommerscho afgevaar digde nog in diezelfde zitting het woord zal voeren. Van dezen staatsman knn ge zegd worden, dat hij altijd uitnemend zijn tijd heeft geweten, en er is voor hem mot spreken zeker op dit oogenblik niets te .winnen. Toch ware krachtige hulp wel noodig .geweest. Ook do heer De Vissei-, warm voorstander van wettelijke regeling, ver klaarde het' wetsontwerp onaannemelijk, Zoolang niet beter gepi-eciscerd werd, wat .openbare inzameling is. Algemeen is dan .ook de indruk, dat het ontwerp goen meer derheid zal kunnen halen, en fluistert, dat de Kamer voor een eerlijke begrafenis zal zorgen, door het indienen van een motie, 'dat wettelijke regeling in deze wel noodig is, maar dat do voorgestelde omslachtig er weinig doeltreffend is, en dat daarom schorsing der beraadslaging wenschelijk is. Jen tweede male »3 nu. op voorstel van den heer Nolens de voorgestelde accijnsver- hooging op hot gedistilleerd van de agenda afgevoerd, niet 'zonder een gerecht protest van den heer Schaper, die zich best kon verklaren, dat tal van leden van Rechts dezen ook bij hen zoo-gehaten maatregel, telkens willen verschuiven, maar die toch betuigde, dat dit do laatste keer was, dat hij aan een dergelijk uitstel meedeed; die hoeren moesten dan maar tegenstemmen als het er aan toe kwam, maar hot ging niet aan, dat den belangstellenden neering- doenden dit ontwerp steeds als een zwaard van Damocles boven het hoofd bleef han gen. Do voorgestelde belastingwet op de mo torrijtuigen vond bezwaren bij de heeron Boroh van Heemstede cn Ascli van Wijck; de laatste meende, dat de handel in auto mobielen zou gedrukt worden, cn toejui ching bij den heer Helsdingcn, die als so ciaal-democraat (en ook velen, die geen sociaal-democraat zijn, denken er zoo over) geen beter object van belasting kon beden ken dan dit, bij velen gehate weeldevoor werp. Maar over dit wetsontwerp, waarover de discussies nog niet afgeioopen zijn, een volgenden keer. liet is een hoogst merkwaardig verschijn sel, dat in alle landen, waar ernstige mis drijven onder bizondcr treurige omstandig heden gepleegd worden, direct, een ulge- ineene beweging van verontwaardiging komt tegen de tegenstanders van de doodstraf en tegen hen, die sommige misdadigers be schouwen als gevaarlijke krankzinnigen. Wij hebben dit nu pas in Frankrijk en JDuitsohland gezien. In Frankrijk heeft de algemeene opinie zich op niet zeer sterke gronden laten opwinden tegen do feitelijke afschaffing van de doodstraf en de Kamer heeft zich gehaast direct gehoor te geven aan „den wil dos volks". Intusschen schijnt „de wil des volks" alweer aan het verande ren en is bijgevolg ook de Kamer niet zoo heel zeker over haar eigen inzichten in deze kwestie. En in DuiUchland windt men zich op tegen wat men erop.dor.-telt dc slapheid dor tegenwoordige rechterlijke autoriteiten te zijn, nu er in Berlijn een gelieele reeks mishandelingen zijn gepleegd, die op een gevaarlijke crimineele perversiteit bij den dader of do daders wijzen. Curieus cn typecrend is in dit verband een ingezonden stuk van dc vrouw van een ritmeester in een der Berlijnsche couranten. Deze dame heeft dit ongewone plan opgeval, om op zulk een voor een ritmeestersvrouw in Tkiitsebland -zeker zeer ongewone wijze te getuigen, omdat zij overtuigd was, dat de maatschappij verslapte. Deze dame lacht om mensehon met abnonnalen aanleg. Zij vindt al clie moderne maatregelen omtrent de toerekeningsvatbaarheid „halve maatrege len". Zij wil „echt-Duihchen-zin", zij wil klaar on duidelijk een kat een kat, en Rolin schavuit genoemd zien. Zij wil opruimen met. al die moderne „gevoelsoverstroomin- gen". Zij wil de bekende harde heelmces- ster zijn. Geen halve maatregelen meer. Het Duilseh volkslichaam is al aangestoken. Nu moeten de allcrschprpste maatregelen geno men worden en dan krijgen wij weer lust in „reinheid, schoonheid, en kunstverhef fing." "De .edoeling is zoo duidelijk mogelijk en wordt dan ook overal teruggeëchood.„Jaag „ze over de kling. Laat dc straf ufschrik- „wekkend barbaarsch zijn. Dan hebben wij „met. die perversiteit niets meer te doen." Nu begrijpt men desnoods, dat vrouwen van ritmeesters zoo schrijven. En het. is ook geen wonder, dat. berijders van stokpaardjes zoo spreken of menschen, die strafrechte lijke hardhandigheid tot een politiek geloofs artikel maken. Maar dat sorieuscr publicisten ook dag aan dag te keer gaan, zoodra er dergelijke ge vaarlijke zenuwlijders aan het werk zijn, dat zij de scherpste strafmaatregelen tegen die lij ders willen en alles \erwachten van zware straffen, dat is toch onbegrijpelijk. Want liet ligt zoo voor de hand, dat men het doel, "dat men met al die groote woorden wil bereiken, tóch niet bereikt. Wat is het doelbeveiliging vnn do maat schappij zoowel tegen gelegenheidsmisdadi- gers als togen gewoontemisdadigers en ge- vaarl ii ke kran kzinn igen - De straf heeft voor de gclegenhcidsmis- dadigors zeker een groote afschrikkende kracht. Als Jan of Piet, die dronken zijn- do, wel eens met, het mes gaat werken, weet, dat die gevaarlijke liefhebberij hem op vrij wat straf kan komen te staan, zal hij allicht wat voorzichtiger worden. Anders is Let met den gewoontemisdadiger, met den gevaarlijken krankzinnige. Ook voor hen kan in meerdere of mindere mate dc straf iets afschrikwekkends hebben. Doch veelal ook zal, wat in normale gevallen -afschrik wekkend zal zijn, op hen een anderen in druk maken, omdat zij zichzelf buiten schot wanen, omdat zij niet. zelden een oneven redig groot idee van zichzelf hebben, omdat zij in elk geval al liet hen omringende in een andore evenredigheid zien, dan die, welke in het oog werd gehouden door de normale mensehon, welke de strafwet gemaakt, heb ben. Voor hen is dus liet afschrikwekkende karakter van een harde straf in den regel niet zoo groot, als voor normale individuen. Maar bovendien maatschappij is tegen hen niet voldoende beveiligd, indien wij* alleen maar afschrikwekkende straffen be dreigen. Men mag den abnormalen, mensche- lijbenvijs gesproken, de, gelegenheid niet geven om nog meer tegen de maatschappij te woeden. Naar hun toerekeningsvatbaar heid moet een onderzoek worden gedaan. Niet echter uil gevoelsoverstrooming of Inf- week toegeven aan ziekelijk medegevoel met zieken, maar juist omdat de ontoereken- baren de gevaarlijksten zijn en omdat tegen hen de meest afdoende maatregelen moeten worden genomen. Tïier is nu juist dat vreemde misver*- stand. Zeker, men moet zielsmedelijden heb ben mot de ongelukkigen, die geen meester zijn over hun daden, wier abnormale geest vermogens hen drijft tot abnormale daden. Maar dit medelijden mag niet ten gevolge hebben, dat men die ongelukkigen los laat ronclloopen. Zeker, zwaar te straffen is hier dikwijls onrechtvaardig. Maar liet is niet oni-ochtvaaardig, ja het is noodzakelijk voor het zelfbehoud van de maatschappij, dat men die gevaarlijke individuen isoleert en verhindert telkens weer in de maatschappij aan hun zieke neigingen bot te vieren. In veel landen is de moderne strafwet op dit punt onvoldoende. Zij kont terecht der gelijke abnormaliteit nis grond voor straffe loosheid, doch zij vezruimt. tegelijkertijd maatregelen voor te schrijven om de gevaar lijke misdadigers en krankzinnigen veil ie op te bergen, z66 veilig, dat de maatschappij niets meer van hen te vreezen heeft. Tegen dit verzuim van de wet nu beliooron zij. die opkomen voor de veiligheid van de maat schappij, te strijden. Hier is de font, die men met grooten praotischen zin in Engeland reeds onderkond hoeft, en die ook onze tegen woordige minister van justitie schijnt Ie wil len verbeteren. WH men, dab gevaarlijke in dividuen als de Berlijnsclip steker, voor de maatschappij ongevaarlijk worden, dan helpt alleen deze methodeZe in elk geval, ook wanneer het misdrijf zelf niet tot- doocWrnf of levenslange vrijheidsstraf zou leiden, toch voor hun gelieele leven te isoleeren en hen eemt, uit dib isolement los te laten, wanneer als oen paal boven water staat, dat. er voor de maatschappij van hen niets meer te vree zen is. Dat is afdoende, 700 handelt men als een harde heelmeester, die werkelijk resultaten bereikt. Doch volgt men den wensoh der strafwet-bestormende leeken. die het onder zoek naar de toerekeningsvatbaarheid willen beperken, omdat de wet van dit onderzoek nog niet het goede gebruik maakt, dan ver ergert men de zaak in plaats van haar Ie verbeteren. Want, men spreekt, sirenge straffen xdt, die haar normale, afschrikken de werking toeh niet op abnormale men sehon bobben, en men beneemt de overheid de geleeenheid om de ontnerekenbaron. die in den aanvang nog minder verschrikkelijke dade-n plegen, direct zoodanig Ie isoleeren. dat zij niel kunnen komen tot dc erge da den, welke de krasse bestrijders van het onderzoek na'ar de toerekenbaarheid hen blijkbaar remt willen laten doen om (Tan ..voorbeeldig" te straffen. München, Februari 1909. „Als 't kind maar een naam heeft," is een uitdrukking, die haar roem overleefd en in onzen tijd geen reden van bestaan meer heeft. Het is heusch niet meer vol doende, dat 't kind een naam heeft, doch het komt er hoofdzakelijk op aan, welken naam. Er wordt toch met veel minder ontzag op gekeken naar Trijn of Miet of Klaas of Gijs, dan naar Kunegonda of Rosamunda of Adolar of Dionysius. Als iemand hier in Duitschland „von" voor zijn naam heeft, wordt hij veel eerbiediger gegroet, dan zonder dat voorvoegsel. Heeft hij twee namen (misschien wel omdat hij op zijn eersten naam failliet ging), dan buigt men voor hem als een knipmes en staat er „baron" of zoo iets voor, dan wor den ze heelernaal confuus en zijn 'ze gaarne bereid zich voor hem in het slijk te wen telen en de adellijke poets-crêmo van zijn dito schoeisel te kussen. Niet alleen bij personen, doch bij alle dingen is 't eigenlijk de „naam", die alles doet. Als ik bijv. vertel, dat wij hier in München hebben een „Auer-Dult", een „Mai- Dult", een „Magdalena-Fest", een „Okto- bcr-Fest", etc., dan denkt men hoogstens, dat de Miincheners echter fuifnummers zijn, meer niet. Maar als ik nu zeg, dat al die Duiten en Festen eigenlijk niets anders zijn dan heel gewone, ordinaire kennissen, dan zie ik al de verbaasde gezichten van mijn landgenooten, die zich niet voor kunnen stellen, dat er in zoo'n groote kunststad zoo'n stuk of zes kermissen per jaar zijn, terwijl in Holland tegenwoordig de ge meenteraden van elk gehucht slechts één levensdoel voor oogen hebben, n.l. „afschaf fing van de kermis", als zijnde dat het eenige middel tot zedelijke opheffing der bevolking. Waarom al die warme hoofden, die in geworpen gemeenteraadsleden-ruiten, die bebloede koppen, als or zoo'n eenvoudig middeltje is om al die narigheden, to voor komen? Waarom niet in dit geval het buitenland nageaapt en het kind een an deren naam gegeven? Men spreekt dan voorlaan niet meer van bijv. kermis in Juli, maar van de Juli-feesten, of anders van de zomer-festiviteiten, dat is nog def tiger. Dan zijn de „kermissen" toch afge schaft en hoeft ieder zijn zin. In Hamburg 0. a. is er een kermis, die 'n heele maand duurt, van 1 tot 31 De- eembor, en die gedoopt is: „Hamburger Dom". Dio naam is ook' nog zoo dom niet. Toen ik zooeven zei, dat het heel ge wone, ordinaire kermissen waren, heb ik toch te veel gegeneraliseerd. Die kwali ficatie is slechts van toepassing op die Duiten, plus Sylvester en Nieuwjaar, cn op dat Magdalena-Fest, dat nota bene ge houden wordt op 't voorplein van het ko ninklijk slot. Dat zijn echte plattelands kermissen. De „Weihnachts-Dult" is de eenige, die werkelijk een „markt" is en speciaal wordt gehouden met het oog op 't Kerstfeest. In de eerste dagen van December .begint in 't centrum der stad, de Kripperl-markt. Alle attributen voor het religieuze gedeelte van het Kerstfeest vindt men daar in over vloed, stalletjes, beesten, engeltjes, Ma ria's, Jozefs, ja, zelfs armpjes en been tjes etc,, om zelf engeltjes te maken of invalide engeltjes te repareeren. Half December volgt de verzorging van den inwendigen monsch door het houden van een markt van eetwaren, spoepe- rijen, etc. Wonderlijk' steken de vieze, gore, hou ten tentjes, door do stad zelf gebouwd en verhuurd, af bij de paleisachtige gebou wen dor omgeving. Die contrasten zijn hier trouwens niet zoo zeldzaam. Het mid- deleeuwsche en ultra-moderne gaat hand aan hand. Een laatst model electiische auto die met sneltreinvaart een „ossen"wagen voorbijsnort, kan men dagelijks aanschou wen. Maar het Oktober-Fost, dat is heel wat anders. Daar is zelfs een koninklijke loge en de plechtige opening geschiedt door den prins-regent in hoogst eigen persotm. liet is dan ook hier in 't leven van de groote menschen, wat St. Nicolaaa hij ons is voor de kinderen. Nog zóóveel maand jes of weekjes, dan hebben wij 't Ok- tober-Fest! Maanden tevoren hoorde ik er reeds dagelijks over spreken. Geen won der, dat mijn nieuwsgierigheid langzamer hand geprikkeld werd, vooral toen ik zag, dat reeds in Juli de eerste- grondslagen werden gelegd voor don bouw. En wat een ontnuchtering, toen ik bij de opening be merkte, dat het alweer een kermis was. Maar dat moet gezegd worden, 't is iets extra's. Een folio-formaat-electrisch-op-snee- rijk-geïllustraerde-prachtuitgaaf van -een kermis. - De zoogenaamde Thcresien-Wiese, een grasvlakte van 1300 meter lang en half zoo breed, tamelijk wel in 't midden der stad en die. 's zomers dient tot speelplaats van de jeugd, vooral voor voetbal, wordt voor circa twee dorden er voor gebruikt. De grootste ruimte wordt, dat spreekt van zelf, weer ingenomen door de brouwerijen, clie er heele paleizen en burchten mot torens houwen van 20 a 30 meter hoog. Het is eigenlijk de reclametijd voor de groote brouwerijen. Met fonkelnieuwe wa gens en dito rijk gemonteerde vierspan nen (prachtvolle hengsten), trachten ze elkaar de oogen uit te steken en klop pen terwijl grutjes, want stroomen bier worden er verzwolgen. Een zeker cachet wordt aan die ker mis gegeven, doordien er tegelijkertijd een landbouwtentoonstelling, wedrennon, schut- tox'sfeosten etc. gehouden worden. Toch blijft naast het bierdrinken, de kermis hoofdzaak. Die in onderdeelen te beschrijven is overbodig, wijl al mijn Ilollandsehe lezers haar kennen. Opmerking verdient echter, hoe aardig men zich soms weet te hel pen en een surrogaat vindt voor wat in natura onbereikbaar is. Zeeziekte kent men hier bijv. niel, om de eenvoudige reden, dat er hier geen zee is, net zoo min als schepen, want we zitten hier hoog cn droog, ruim 500 M. boven de zee. Om nu toeh de genotvolle emoties van zeeziekte te leeren kennen, was er een „Sehwankcnde Krinoline". De naam duidt voldoende den vorm aan. Die krinoline hing op een taats de lui zaten in do rondte en mot groote schommelin gen werd men langzaam rondgedraaid. Zoodoende kwamen hart cn keel heel ge makkelijk met elkaar in aanraking. 'I Zelf de waar de kinderen mee spelen, als ze maar zoet zijn; maar je moet er van hou den. Om de illusie te volmaken, bestond de bediening uit matrozen. Wat ik als Hollander miste, was de aan onze kermissen onafscheidelijk verbonden poffertjeslucht, die troost der armen, die, als ze geen geld hebben om ze te eten, zo tenminste kunnen gaan „ruiken". Inplaats daarvan, hing or een walgelijke, weeë lucht van geroosterde visch. Die stank is niet te beschrijven, wèl de eigen aardige bereiding. Voor de tent in do open lucht, wordt op den grond een langwer pig houtskolenvuur aangelegd. Aan dunne stokken, in schuine richting in 't zand ge stoken, worden de haringen en andere, grootere, mij onbekende visschen, ge spietst en boven dat kolenvuurtjo zóó ge roosterd. Bijt er eens een in 't zand, dan maar afgeveegd aan mouw of zitvlak, en smakelijk eten! Zand met bier is een goed poetsmiddel voor de, maag. Die geroosterde visschen moeten waar schijnlijk onze poffertjes vervangen, terwijl men i. p. v. onze wafelen, zich behelpt met aan 't spit gebraden hoentjes. Reus achtige kwantums van die stomme dieren zijn. er om zeep gebracht. In éón bradcrij zijn er niet minder clan 18.500 afgeleverd. Dat gerekend tegen 3 Mark por stuk, dan is 't een duurdere liefhebberij dan onze wafelen h 15 cents per portie. Zelfs ons vaderland was vertogenwoor- digd, maar natuurlijk door het eenige ar tikel, dat in hot buitenland van ons be kend is, namelijk den „volkskanker". In een als Ilollandsehe molen gebouwd tentje werd do echte „Bols" getapt. 't Is eigenaardig, welk een onbekend we relddeel Holland voor de lui hier is. De taal kunnen zo nergens thuisbrengen en houden 't voor Russisch, of Decnsch, of Chincesch desnoods. Help je ze een beetje op streek door over „Schnaps" te .spreken clan herinneren zij zich er wol eens van gehoord te hebben. Dc éón. houdt liet voor een provincie daar ergens boven in 't noor den van het onmetelijke Duitschc rijk. Een ander meent, dat het een ondorhoorigheid is van Z. M. Keizer Wilhelm den Zwijger, met een Friesche boerin als bestuurster. Als je zegt, dal je Hollander bent, dan bekijken zo je van het hoofd tol de voeten mot een ongeloovig gezicht. Een Hollander moet per se een boer zijn met onmogelijk wijde broek on op klompen. Andere af beeldingen hebben zo nooit gezien, ook onze Koningin ziet men hier slechts in haar Friosch costuum. Dat er wel een beetje werk 'gemaakt wordt van die monstorkermis, kan men na gaan, als men weet, dat er circa 12000 denneboompjes en 400 reusachtig groote pijnboomen op het terrein geplant waren (zonder wortels), om het tijdelijk in een bosch te herschapen. Bovendien werden er gebruikt ruim 30.000 meter guirlandes van sparregroen, terwijl dat alles 's avonds verlicht werd door ontelbare booglampen van groote capaciteit. Terecht ziet men hier in, dat de „boosdoeners" slechts door scherpe belichting zijn te verdrijven, niet door afschaffing van de kermis. Dat door het groote feest ook de bui tenlui bij zwermen naar München worden aangetrokken, behoeft wel geen betoog. Voor een groot gedeelte van Beieren is het Ok tober-Fost even gewichtig als voor cIc hoofd stad zelve. Als men in München als vreem deling komt wonen, wordt men er voor gewaarschuwd, op het platteland nooit te reppen over het Oktober-Fcst. Slechts één onvoorzichtig woord en de heele boerenfa milie staat voor je deur en is niet meer weg te krijgen, vóór het feest is afgeioopen. Hoewel de stroom van buitenlui enorm groot was, was die dit jaar toch kleiner dan anders. Do boeren hadden mond- en klauwzeer (op stal ten minste), en 't vier voetig vee werd dus buiten de veste ge houden. Een feit is, dat cle kermisgasten het waard zijn dat or wat extra's voor hen gedaan wordt. Is de aard van de kermis sen al dezelfde als bij ons, het kermis „houden" verschilt te veel. Daar kan het Ilollandsehe publick niet één, maar wel tien puntjes aan zuigen. Geen tierende en hossende wilde horden, goen baldadige brooddronkenheid, geen molesteeren van dames of meisjes. Hoewel men dikwijls schouder aan schouder stond, ging alles vroolijk, maar kalm loe, niettegenstaande er toch verscheidonen „lekker vet" waren. Meermalen lees ik van Ilollandsehe plan nen om schoolreisjes te maken ter meer dere ontwikkeling van hel volk. .Als het niet zoo ver weg was, zou een uitstapje naar hier, tijdens.het Oklober-Fcst, loo- nond zijn, om de Ilollandsehe jeugd eens te laten zien hoe men kermis ka.11 houden. Als dan eenige gemeenteraadsleden mee gingen, konden zij zien, dat het niet ligt aan de kermis zelf, doch aan do kermishou ders. Het is ook niet voldoende om een baldadig kind het speelgoed af te nomen, men moot het leeren spelen. Voor onze paedagogen zou het, dunkt mij, toch hier een mooi veld zijn voor het maken van studies, om cle oorzaak op te sporen, waarom do jeugd 7.ich zoo veel ordelijker en bescheidener gedraagt dan bij ons. Nimmer hoeft men voor over last te vroezen. Najouwen of met vuil werpen komt niet voor, zooals laatst nog in Enkhuizen, waar een Zwitsersche schil deres een harde kool naar het hoofd werd geslingerd uit pure baldadigheid. Zelfs een Chinees, die hier voor eenige weken door dc stad liep, werkelijk in het oogloopend opgedirkt, met zijn staart lang uit op den rug, werd slechts door oen paar kloinc kinderen op eerbiedigen afstand gevolgd, die angstig staan bleven als Hij even omkeek. Voor het overige werd bij even nagekeken cn ging men zijns weegs. Ook sneeuwballen gooien naar hot pu bliek, is een onbekende sport. Men kan hier zonder gevaar voor zoo'n slijk-projcc- tiol, rustig met zijn „Iloogc Zijden" spa zieren. In Alkmaar bob ik mij eens onder bescherming der politie moeten stellen, om dat dc Hoogcr-burger-hceren (toch géén straatjongens, wèl?), zoo'n glimmend hoofd deksel niet uit konden slaan. (Slot volgt,) BIMENLAm Raad van State. Openbare vergadering van den Raad van State, nfdeeling voor cle geschillen van be stuur, op "Woensdag 3 Maart, des voormid dags te elf uur. Audiënties. De audiëntie van den minister van water staat zal Woensdag 3 Maart niet plaats heb ben. Personalia. Bij Kon. Besl. is, met ingang van I Maart, benoemd lot lid en voorzitter der commissie van toczicbl, bedoeld in art. OOI der Ilooger-onderwijswet, mv. J, C. de Msre$

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1909 | | pagina 6