De pitte spiaie en Se strafrecMer.
VolMeesfen in M-MsctlaM.
'de spoorwegstaking. De hoer Van Vuurcn
meende, dat oen ontwerp, als het onder
havige, wel noodig is om de bona fide
collecten, die zooveel schade ondervinden-
van de misleidende collecten, tegen deze
laatste te beschermen, maar in dit opzicht
ontdekte hij zoovele mazen in dit wetsont
werp, dat aanneming of verwerping hem
eigenlijk koud liet.
maar wie fel tegen de wet te keer trok
op zijn bekende zaakrijke en geestige wijze,
dat was de heer Van Doom. Hij noemde de
redactie van de wet zóó slecht, dat ze
de Drankwet naar de Kroon stak, en hij
ried den Minister, om, waar de Drankwet
door Mr. Schepel in verstaanbaar Hol-
landseh was omgezet, aan, dienzelfden kun-
digen jurist op te dragen, dit ontwerp in
onze moedortaai te vertolken, als ons do
ramp trof, dat het ooit tot wet werd ver
heven. Ilij gaf van die treurige en onver
staanbare redactie zulke krasse staaltjes,
dat de Kamer in luid gelach uitbarstte.
Gelukkig, dat Dr. Kuyper juist even. uit
de Kamer was weggegaan, en deze hart-
doorboronde critiek op zijn wetgevend talent
niet behoefde aan te hooren. Had hij ze
voorzien? Dr. Ivuyper, dit tusschon twee
haakjes, deed Woensdag 1.1. in do Kamer
een val, die leelijk had kunnen afloopen.
Hij stapte mis, toen hij het trapje opging,
dat naar den presidialen zetel leidt, en
zou achterover geslagen zijn, indien kolo
nel Verhey, die daar gelukkig stond, en
de hoofdkamerbewaardor Bijlcveld, hom
niet h'! Uien opgevangen. Nu liep het mot
een sï.-mr af, en den volgenden dag liep
de jeugdige zeventigjarige weer in de Ka
mer rond, of er niets gebeurd was.
Wij komen nog even op "den heer Van
Doorn terug, die glashelder aantoonde, dat
dit ontwerp het kwaad niet zou stuiten
maar verplaatsen. Wie nu geen vergunning
voor zijn collecte zal kunnen krijgen, zal
zijn toevlucht nomen tot het maken van
visites, en het is voel moeilijker zoo
iemand uit de kamer weg te krijgen, dan
de dour voor zijn neus toe te smijten. Wie
den Haag kent, weet, dat do geachte afge
vaardigde voor Gouda allerminst over
dreef. Eindelijk vroeg deze, of het nu aan
ging allen rompslomp van een wettelijke
regeling zich op don hals te halen, waar
2/3 van de gemeenten in ons vaderland wei
nig of mem van het collecte-euvel onder
vinden, wat wol hieruit blijkt, dat ze niet
eens een verordening op het collecteeren
hebben vas!gestekt.
Minister Heemskerk had do wet te ver
dedigen. Ilij 'deed het onder hot oog van
den Meester, dr. Kuyper stond naast de
Ministerstafcl naar hom te luisteren, en
er scheen op het gezicht van 'don „van
God gegeven Leider" iets te lezen, wat wij
zouden willen omzetten in een: „Hoe is
het mogelijk, dat Heemskerk hier spreekt
als premier, als ik toch disponibel ben".
Maar wij kannen ons vergissen. Toch meen
den wij hem even het voorhoofd te zien
fronsen, toen de premier toegaf, dat de re
dactie van het wetsontwerp niet hijzonder
aanlokkelijk was. Hij verdedigde de reden
van bestaan van dit ontwerp. Zeker, ook
thans had men voor het houden van een
collecte do vergunning van Burgemeester
en Wethouders noodig, maar de gemeente
besturen staan onmachtig tegen zoogenaam
de collecten, die filanfhropisch heetcn, maar
daarvan alleen den naam hebben. Zoo ge
beurt het, dat men een tentoonstelling geeft
voor een liefdadig doel, en dat do kosten
van monteering, costumes, enz., uit een
collecte worden bestreden. Burgemeester en
Wethouders moeten dergelijke collecten
kunnen weren, zij zullen, naar de Minis
ter vertrouwde, geen misbruik maken, en
zeer veel heil zag hij in de bepaling, dat
de collectanten een bewijs van goed ge
drag moesten kunnen overleggen, zoo hield
men ongewenschte elementen buiten deze
zaak. Ook zal dit wetsontwerp het onmo
gelijk maken, dat, zooals in Leeuwarden,
de Urue-collecte werd verboden, daar er
hooger beroep is van de wmeigering. Dit
laatste is zeker een aansporing voor dc
anti-revolutionairen, om vóór do wet te
stemmen, zij zullen zich echter wel herinne
ren, dat er nog andere middelen zijn om
herhaling, van het ook door ons afgekeurd
Leeuwardenscho stukje, onmogelijk te ma
ken.
,We gingen Donderdagmiddag, als zoo-
velen, nil do Kamer weg, met do vraag
op de lippen: Zal Dr. Kuyper nogtusschcn-
heidon komen om zijn van zoovele zijden
aangevallen geesteskind te hulpete komen?
Maar den volgenden morgen ontbrak hij
op het appèl, en het dunkt ons weinig
waarschijnlijk, dat de Ommerscho afgevaar
digde nog in diezelfde zitting het woord
zal voeren. Van dezen staatsman knn ge
zegd worden, dat hij altijd uitnemend zijn
tijd heeft geweten, en er is voor hem mot
spreken zeker op dit oogenblik niets te
.winnen.
Toch ware krachtige hulp wel noodig
.geweest. Ook do heer De Vissei-, warm
voorstander van wettelijke regeling, ver
klaarde het' wetsontwerp onaannemelijk,
Zoolang niet beter gepi-eciscerd werd, wat
.openbare inzameling is. Algemeen is dan
.ook de indruk, dat het ontwerp goen meer
derheid zal kunnen halen, en fluistert, dat
de Kamer voor een eerlijke begrafenis zal
zorgen, door het indienen van een motie,
'dat wettelijke regeling in deze wel noodig
is, maar dat do voorgestelde omslachtig
er weinig doeltreffend is, en dat daarom
schorsing der beraadslaging wenschelijk is.
Jen tweede male »3 nu. op voorstel van
den heer Nolens de voorgestelde accijnsver-
hooging op hot gedistilleerd van de agenda
afgevoerd, niet 'zonder een gerecht protest
van den heer Schaper, die zich best kon
verklaren, dat tal van leden van Rechts
dezen ook bij hen zoo-gehaten maatregel,
telkens willen verschuiven, maar die toch
betuigde, dat dit do laatste keer was, dat
hij aan een dergelijk uitstel meedeed; die
hoeren moesten dan maar tegenstemmen
als het er aan toe kwam, maar hot ging
niet aan, dat den belangstellenden neering-
doenden dit ontwerp steeds als een zwaard
van Damocles boven het hoofd bleef han
gen.
Do voorgestelde belastingwet op de mo
torrijtuigen vond bezwaren bij de heeron
Boroh van Heemstede cn Ascli van Wijck;
de laatste meende, dat de handel in auto
mobielen zou gedrukt worden, cn toejui
ching bij den heer Helsdingcn, die als so
ciaal-democraat (en ook velen, die geen
sociaal-democraat zijn, denken er zoo over)
geen beter object van belasting kon beden
ken dan dit, bij velen gehate weeldevoor
werp. Maar over dit wetsontwerp, waarover
de discussies nog niet afgeioopen zijn, een
volgenden keer.
liet is een hoogst merkwaardig verschijn
sel, dat in alle landen, waar ernstige mis
drijven onder bizondcr treurige omstandig
heden gepleegd worden, direct, een ulge-
ineene beweging van verontwaardiging komt
tegen de tegenstanders van de doodstraf en
tegen hen, die sommige misdadigers be
schouwen als gevaarlijke krankzinnigen.
Wij hebben dit nu pas in Frankrijk en
JDuitsohland gezien. In Frankrijk heeft de
algemeene opinie zich op niet zeer sterke
gronden laten opwinden tegen do feitelijke
afschaffing van de doodstraf en de Kamer
heeft zich gehaast direct gehoor te geven
aan „den wil dos volks". Intusschen schijnt
„de wil des volks" alweer aan het verande
ren en is bijgevolg ook de Kamer niet zoo
heel zeker over haar eigen inzichten in deze
kwestie.
En in DuiUchland windt men zich op
tegen wat men erop.dor.-telt dc slapheid dor
tegenwoordige rechterlijke autoriteiten te
zijn, nu er in Berlijn een gelieele reeks
mishandelingen zijn gepleegd, die op een
gevaarlijke crimineele perversiteit bij den
dader of do daders wijzen.
Curieus cn typecrend is in dit verband
een ingezonden stuk van dc vrouw van een
ritmeester in een der Berlijnsche couranten.
Deze dame heeft dit ongewone plan opgeval,
om op zulk een voor een ritmeestersvrouw
in Tkiitsebland -zeker zeer ongewone wijze
te getuigen, omdat zij overtuigd was, dat
de maatschappij verslapte. Deze dame lacht
om mensehon met abnonnalen aanleg. Zij
vindt al clie moderne maatregelen omtrent
de toerekeningsvatbaarheid „halve maatrege
len". Zij wil „echt-Duihchen-zin", zij wil
klaar on duidelijk een kat een kat, en Rolin
schavuit genoemd zien. Zij wil opruimen
met. al die moderne „gevoelsoverstroomin-
gen". Zij wil de bekende harde heelmces-
ster zijn. Geen halve maatregelen meer. Het
Duilseh volkslichaam is al aangestoken. Nu
moeten de allcrschprpste maatregelen geno
men worden en dan krijgen wij weer lust in
„reinheid, schoonheid, en kunstverhef
fing."
"De .edoeling is zoo duidelijk mogelijk en
wordt dan ook overal teruggeëchood.„Jaag
„ze over de kling. Laat dc straf ufschrik-
„wekkend barbaarsch zijn. Dan hebben wij
„met. die perversiteit niets meer te doen."
Nu begrijpt men desnoods, dat vrouwen
van ritmeesters zoo schrijven. En het. is ook
geen wonder, dat. berijders van stokpaardjes
zoo spreken of menschen, die strafrechte
lijke hardhandigheid tot een politiek geloofs
artikel maken.
Maar dat sorieuscr publicisten ook dag aan
dag te keer gaan, zoodra er dergelijke ge
vaarlijke zenuwlijders aan het werk zijn, dat
zij de scherpste strafmaatregelen tegen die lij
ders willen en alles \erwachten van zware
straffen, dat is toch onbegrijpelijk.
Want liet ligt zoo voor de hand, dat
men het doel, "dat men met al die groote
woorden wil bereiken, tóch niet bereikt.
Wat is het doelbeveiliging vnn do maat
schappij zoowel tegen gelegenheidsmisdadi-
gers als togen gewoontemisdadigers en ge-
vaarl ii ke kran kzinn igen
- De straf heeft voor de gclegenhcidsmis-
dadigors zeker een groote afschrikkende
kracht. Als Jan of Piet, die dronken zijn-
do, wel eens met, het mes gaat werken,
weet, dat die gevaarlijke liefhebberij hem op
vrij wat straf kan komen te staan, zal hij
allicht wat voorzichtiger worden. Anders is
Let met den gewoontemisdadiger, met den
gevaarlijken krankzinnige. Ook voor hen
kan in meerdere of mindere mate dc straf
iets afschrikwekkends hebben. Doch veelal
ook zal, wat in normale gevallen -afschrik
wekkend zal zijn, op hen een anderen in
druk maken, omdat zij zichzelf buiten schot
wanen, omdat zij niet. zelden een oneven
redig groot idee van zichzelf hebben, omdat
zij in elk geval al liet hen omringende in
een andore evenredigheid zien, dan die, welke
in het oog werd gehouden door de normale
mensehon, welke de strafwet gemaakt, heb
ben. Voor hen is dus liet afschrikwekkende
karakter van een harde straf in den regel
niet zoo groot, als voor normale individuen.
Maar bovendien maatschappij is tegen
hen niet voldoende beveiligd, indien wij*
alleen maar afschrikwekkende straffen be
dreigen. Men mag den abnormalen, mensche-
lijbenvijs gesproken, de, gelegenheid niet
geven om nog meer tegen de maatschappij
te woeden. Naar hun toerekeningsvatbaar
heid moet een onderzoek worden gedaan.
Niet echter uil gevoelsoverstrooming of Inf-
week toegeven aan ziekelijk medegevoel met
zieken, maar juist omdat de ontoereken-
baren de gevaarlijksten zijn en omdat tegen
hen de meest afdoende maatregelen moeten
worden genomen.
Tïier is nu juist dat vreemde misver*-
stand. Zeker, men moet zielsmedelijden heb
ben mot de ongelukkigen, die geen meester
zijn over hun daden, wier abnormale geest
vermogens hen drijft tot abnormale daden.
Maar dit medelijden mag niet ten gevolge
hebben, dat men die ongelukkigen los laat
ronclloopen. Zeker, zwaar te straffen is hier
dikwijls onrechtvaardig. Maar liet is niet
oni-ochtvaaardig, ja het is noodzakelijk voor
het zelfbehoud van de maatschappij, dat
men die gevaarlijke individuen isoleert en
verhindert telkens weer in de maatschappij
aan hun zieke neigingen bot te vieren.
In veel landen is de moderne strafwet op
dit punt onvoldoende. Zij kont terecht der
gelijke abnormaliteit nis grond voor straffe
loosheid, doch zij vezruimt. tegelijkertijd
maatregelen voor te schrijven om de gevaar
lijke misdadigers en krankzinnigen veil ie
op te bergen, z66 veilig, dat de maatschappij
niets meer van hen te vreezen heeft. Tegen
dit verzuim van de wet nu beliooron zij.
die opkomen voor de veiligheid van de maat
schappij, te strijden. Hier is de font, die men
met grooten praotischen zin in Engeland
reeds onderkond hoeft, en die ook onze tegen
woordige minister van justitie schijnt Ie wil
len verbeteren. WH men, dab gevaarlijke in
dividuen als de Berlijnsclip steker, voor de
maatschappij ongevaarlijk worden, dan helpt
alleen deze methodeZe in elk geval, ook
wanneer het misdrijf zelf niet tot- doocWrnf
of levenslange vrijheidsstraf zou leiden, toch
voor hun gelieele leven te isoleeren en hen
eemt, uit dib isolement los te laten, wanneer
als oen paal boven water staat, dat. er voor
de maatschappij van hen niets meer te vree
zen is.
Dat is afdoende, 700 handelt men als
een harde heelmeester, die werkelijk resultaten
bereikt. Doch volgt men den wensoh der
strafwet-bestormende leeken. die het onder
zoek naar de toerekeningsvatbaarheid willen
beperken, omdat de wet van dit onderzoek
nog niet het goede gebruik maakt, dan ver
ergert men de zaak in plaats van haar Ie
verbeteren. Want, men spreekt, sirenge
straffen xdt, die haar normale, afschrikken
de werking toeh niet op abnormale men
sehon bobben, en men beneemt de overheid
de geleeenheid om de ontnerekenbaron. die
in den aanvang nog minder verschrikkelijke
dade-n plegen, direct zoodanig Ie isoleeren.
dat zij niel kunnen komen tot dc erge da
den, welke de krasse bestrijders van het
onderzoek na'ar de toerekenbaarheid hen
blijkbaar remt willen laten doen om (Tan
..voorbeeldig" te straffen.
München, Februari 1909.
„Als 't kind maar een naam heeft," is
een uitdrukking, die haar roem overleefd
en in onzen tijd geen reden van bestaan
meer heeft. Het is heusch niet meer vol
doende, dat 't kind een naam heeft, doch
het komt er hoofdzakelijk op aan, welken
naam. Er wordt toch met veel minder
ontzag op gekeken naar Trijn of Miet of
Klaas of Gijs, dan naar Kunegonda of
Rosamunda of Adolar of Dionysius. Als
iemand hier in Duitschland „von" voor
zijn naam heeft, wordt hij veel eerbiediger
gegroet, dan zonder dat voorvoegsel. Heeft
hij twee namen (misschien wel omdat hij
op zijn eersten naam failliet ging), dan
buigt men voor hem als een knipmes en
staat er „baron" of zoo iets voor, dan wor
den ze heelernaal confuus en zijn 'ze gaarne
bereid zich voor hem in het slijk te wen
telen en de adellijke poets-crêmo van zijn
dito schoeisel te kussen.
Niet alleen bij personen, doch bij alle
dingen is 't eigenlijk de „naam", die alles
doet. Als ik bijv. vertel, dat wij hier in
München hebben een „Auer-Dult", een „Mai-
Dult", een „Magdalena-Fest", een „Okto-
bcr-Fest", etc., dan denkt men hoogstens,
dat de Miincheners echter fuifnummers zijn,
meer niet.
Maar als ik nu zeg, dat al die Duiten
en Festen eigenlijk niets anders zijn dan
heel gewone, ordinaire kennissen, dan zie
ik al de verbaasde gezichten van mijn
landgenooten, die zich niet voor kunnen
stellen, dat er in zoo'n groote kunststad
zoo'n stuk of zes kermissen per jaar zijn,
terwijl in Holland tegenwoordig de ge
meenteraden van elk gehucht slechts één
levensdoel voor oogen hebben, n.l. „afschaf
fing van de kermis", als zijnde dat het
eenige middel tot zedelijke opheffing der
bevolking.
Waarom al die warme hoofden, die in
geworpen gemeenteraadsleden-ruiten, die
bebloede koppen, als or zoo'n eenvoudig
middeltje is om al die narigheden, to voor
komen? Waarom niet in dit geval het
buitenland nageaapt en het kind een an
deren naam gegeven? Men spreekt dan
voorlaan niet meer van bijv. kermis in
Juli, maar van de Juli-feesten, of anders
van de zomer-festiviteiten, dat is nog def
tiger. Dan zijn de „kermissen" toch afge
schaft en hoeft ieder zijn zin.
In Hamburg 0. a. is er een kermis, die
'n heele maand duurt, van 1 tot 31 De-
eembor, en die gedoopt is: „Hamburger
Dom". Dio naam is ook' nog zoo dom
niet.
Toen ik zooeven zei, dat het heel ge
wone, ordinaire kermissen waren, heb ik
toch te veel gegeneraliseerd. Die kwali
ficatie is slechts van toepassing op die
Duiten, plus Sylvester en Nieuwjaar, cn
op dat Magdalena-Fest, dat nota bene ge
houden wordt op 't voorplein van het ko
ninklijk slot. Dat zijn echte plattelands
kermissen.
De „Weihnachts-Dult" is de eenige, die
werkelijk een „markt" is en speciaal wordt
gehouden met het oog op 't Kerstfeest.
In de eerste dagen van December .begint
in 't centrum der stad, de Kripperl-markt.
Alle attributen voor het religieuze gedeelte
van het Kerstfeest vindt men daar in over
vloed, stalletjes, beesten, engeltjes, Ma
ria's, Jozefs, ja, zelfs armpjes en been
tjes etc,, om zelf engeltjes te maken of
invalide engeltjes te repareeren.
Half December volgt de verzorging van
den inwendigen monsch door het houden
van een markt van eetwaren, spoepe-
rijen, etc.
Wonderlijk' steken de vieze, gore, hou
ten tentjes, door do stad zelf gebouwd en
verhuurd, af bij de paleisachtige gebou
wen dor omgeving. Die contrasten zijn
hier trouwens niet zoo zeldzaam. Het mid-
deleeuwsche en ultra-moderne gaat hand
aan hand. Een laatst model electiische auto
die met sneltreinvaart een „ossen"wagen
voorbijsnort, kan men dagelijks aanschou
wen.
Maar het Oktober-Fost, dat is heel wat
anders. Daar is zelfs een koninklijke loge
en de plechtige opening geschiedt door
den prins-regent in hoogst eigen persotm.
liet is dan ook hier in 't leven van de
groote menschen, wat St. Nicolaaa hij ons
is voor de kinderen. Nog zóóveel maand
jes of weekjes, dan hebben wij 't Ok-
tober-Fest! Maanden tevoren hoorde ik er
reeds dagelijks over spreken. Geen won
der, dat mijn nieuwsgierigheid langzamer
hand geprikkeld werd, vooral toen ik zag,
dat reeds in Juli de eerste- grondslagen
werden gelegd voor don bouw. En wat een
ontnuchtering, toen ik bij de opening be
merkte, dat het alweer een kermis was.
Maar dat moet gezegd worden, 't is iets
extra's. Een folio-formaat-electrisch-op-snee-
rijk-geïllustraerde-prachtuitgaaf van -een
kermis. -
De zoogenaamde Thcresien-Wiese, een
grasvlakte van 1300 meter lang en half
zoo breed, tamelijk wel in 't midden der
stad en die. 's zomers dient tot speelplaats
van de jeugd, vooral voor voetbal, wordt
voor circa twee dorden er voor gebruikt.
De grootste ruimte wordt, dat spreekt van
zelf, weer ingenomen door de brouwerijen,
clie er heele paleizen en burchten mot
torens houwen van 20 a 30 meter hoog.
Het is eigenlijk de reclametijd voor de
groote brouwerijen. Met fonkelnieuwe wa
gens en dito rijk gemonteerde vierspan
nen (prachtvolle hengsten), trachten ze
elkaar de oogen uit te steken en klop
pen terwijl grutjes, want stroomen bier
worden er verzwolgen.
Een zeker cachet wordt aan die ker
mis gegeven, doordien er tegelijkertijd een
landbouwtentoonstelling, wedrennon, schut-
tox'sfeosten etc. gehouden worden. Toch
blijft naast het bierdrinken, de kermis
hoofdzaak.
Die in onderdeelen te beschrijven is
overbodig, wijl al mijn Ilollandsehe lezers
haar kennen. Opmerking verdient echter,
hoe aardig men zich soms weet te hel
pen en een surrogaat vindt voor wat in
natura onbereikbaar is.
Zeeziekte kent men hier bijv. niel, om
de eenvoudige reden, dat er hier geen zee
is, net zoo min als schepen, want we
zitten hier hoog cn droog, ruim 500 M.
boven de zee. Om nu toeh de genotvolle
emoties van zeeziekte te leeren kennen,
was er een „Sehwankcnde Krinoline". De
naam duidt voldoende den vorm aan. Die
krinoline hing op een taats de lui zaten
in do rondte en mot groote schommelin
gen werd men langzaam rondgedraaid.
Zoodoende kwamen hart cn keel heel ge
makkelijk met elkaar in aanraking. 'I Zelf
de waar de kinderen mee spelen, als ze
maar zoet zijn; maar je moet er van hou
den. Om de illusie te volmaken, bestond
de bediening uit matrozen.
Wat ik als Hollander miste, was de aan
onze kermissen onafscheidelijk verbonden
poffertjeslucht, die troost der armen, die,
als ze geen geld hebben om ze te eten,
zo tenminste kunnen gaan „ruiken".
Inplaats daarvan, hing or een walgelijke,
weeë lucht van geroosterde visch. Die
stank is niet te beschrijven, wèl de eigen
aardige bereiding. Voor de tent in do open
lucht, wordt op den grond een langwer
pig houtskolenvuur aangelegd. Aan dunne
stokken, in schuine richting in 't zand ge
stoken, worden de haringen en andere,
grootere, mij onbekende visschen, ge
spietst en boven dat kolenvuurtjo zóó ge
roosterd. Bijt er eens een in 't zand, dan
maar afgeveegd aan mouw of zitvlak, en
smakelijk eten! Zand met bier is een goed
poetsmiddel voor de, maag.
Die geroosterde visschen moeten waar
schijnlijk onze poffertjes vervangen, terwijl
men i. p. v. onze wafelen, zich behelpt
met aan 't spit gebraden hoentjes. Reus
achtige kwantums van die stomme dieren
zijn. er om zeep gebracht. In éón bradcrij
zijn er niet minder clan 18.500 afgeleverd.
Dat gerekend tegen 3 Mark por stuk, dan
is 't een duurdere liefhebberij dan onze
wafelen h 15 cents per portie.
Zelfs ons vaderland was vertogenwoor-
digd, maar natuurlijk door het eenige ar
tikel, dat in hot buitenland van ons be
kend is, namelijk den „volkskanker". In
een als Ilollandsehe molen gebouwd tentje
werd do echte „Bols" getapt.
't Is eigenaardig, welk een onbekend we
relddeel Holland voor de lui hier is. De
taal kunnen zo nergens thuisbrengen en
houden 't voor Russisch, of Decnsch, of
Chincesch desnoods. Help je ze een beetje
op streek door over „Schnaps" te .spreken
clan herinneren zij zich er wol eens van
gehoord te hebben. Dc éón. houdt liet voor
een provincie daar ergens boven in 't noor
den van het onmetelijke Duitschc rijk. Een
ander meent, dat het een ondorhoorigheid
is van Z. M. Keizer Wilhelm den Zwijger,
met een Friesche boerin als bestuurster.
Als je zegt, dal je Hollander bent, dan
bekijken zo je van het hoofd tol de voeten
mot een ongeloovig gezicht. Een Hollander
moet per se een boer zijn met onmogelijk
wijde broek on op klompen. Andere af
beeldingen hebben zo nooit gezien, ook onze
Koningin ziet men hier slechts in haar
Friosch costuum.
Dat er wel een beetje werk 'gemaakt
wordt van die monstorkermis, kan men na
gaan, als men weet, dat er circa 12000
denneboompjes en 400 reusachtig groote
pijnboomen op het terrein geplant waren
(zonder wortels), om het tijdelijk in een
bosch te herschapen. Bovendien werden
er gebruikt ruim 30.000 meter guirlandes
van sparregroen, terwijl dat alles 's avonds
verlicht werd door ontelbare booglampen
van groote capaciteit. Terecht ziet men
hier in, dat de „boosdoeners" slechts door
scherpe belichting zijn te verdrijven, niet
door afschaffing van de kermis.
Dat door het groote feest ook de bui
tenlui bij zwermen naar München worden
aangetrokken, behoeft wel geen betoog. Voor
een groot gedeelte van Beieren is het Ok
tober-Fost even gewichtig als voor cIc hoofd
stad zelve. Als men in München als vreem
deling komt wonen, wordt men er voor
gewaarschuwd, op het platteland nooit te
reppen over het Oktober-Fcst. Slechts één
onvoorzichtig woord en de heele boerenfa
milie staat voor je deur en is niet meer
weg te krijgen, vóór het feest is afgeioopen.
Hoewel de stroom van buitenlui enorm
groot was, was die dit jaar toch kleiner
dan anders. Do boeren hadden mond- en
klauwzeer (op stal ten minste), en 't vier
voetig vee werd dus buiten de veste ge
houden.
Een feit is, dat cle kermisgasten het
waard zijn dat or wat extra's voor hen
gedaan wordt. Is de aard van de kermis
sen al dezelfde als bij ons, het kermis
„houden" verschilt te veel. Daar kan het
Ilollandsehe publick niet één, maar wel
tien puntjes aan zuigen. Geen tierende en
hossende wilde horden, goen baldadige
brooddronkenheid, geen molesteeren van
dames of meisjes. Hoewel men dikwijls
schouder aan schouder stond, ging alles
vroolijk, maar kalm loe, niettegenstaande
er toch verscheidonen „lekker vet" waren.
Meermalen lees ik van Ilollandsehe plan
nen om schoolreisjes te maken ter meer
dere ontwikkeling van hel volk. .Als het
niet zoo ver weg was, zou een uitstapje
naar hier, tijdens.het Oklober-Fcst, loo-
nond zijn, om de Ilollandsehe jeugd eens
te laten zien hoe men kermis ka.11 houden.
Als dan eenige gemeenteraadsleden mee
gingen, konden zij zien, dat het niet ligt
aan de kermis zelf, doch aan do kermishou
ders. Het is ook niet voldoende om een
baldadig kind het speelgoed af te nomen,
men moot het leeren spelen.
Voor onze paedagogen zou het, dunkt
mij, toch hier een mooi veld zijn voor
het maken van studies, om cle oorzaak
op te sporen, waarom do jeugd 7.ich zoo
veel ordelijker en bescheidener gedraagt
dan bij ons. Nimmer hoeft men voor over
last te vroezen. Najouwen of met vuil
werpen komt niet voor, zooals laatst nog
in Enkhuizen, waar een Zwitsersche schil
deres een harde kool naar het hoofd werd
geslingerd uit pure baldadigheid.
Zelfs een Chinees, die hier voor eenige
weken door dc stad liep, werkelijk in het
oogloopend opgedirkt, met zijn staart lang
uit op den rug, werd slechts door oen
paar kloinc kinderen op eerbiedigen afstand
gevolgd, die angstig staan bleven als Hij
even omkeek. Voor het overige werd bij
even nagekeken cn ging men zijns weegs.
Ook sneeuwballen gooien naar hot pu
bliek, is een onbekende sport. Men kan
hier zonder gevaar voor zoo'n slijk-projcc-
tiol, rustig met zijn „Iloogc Zijden" spa
zieren. In Alkmaar bob ik mij eens onder
bescherming der politie moeten stellen, om
dat dc Hoogcr-burger-hceren (toch géén
straatjongens, wèl?), zoo'n glimmend hoofd
deksel niet uit konden slaan.
(Slot volgt,)
BIMENLAm
Raad van State.
Openbare vergadering van den Raad van
State, nfdeeling voor cle geschillen van be
stuur, op "Woensdag 3 Maart, des voormid
dags te elf uur.
Audiënties.
De audiëntie van den minister van water
staat zal Woensdag 3 Maart niet plaats heb
ben.
Personalia.
Bij Kon. Besl. is, met ingang van I
Maart, benoemd lot lid en voorzitter der
commissie van toczicbl, bedoeld in art. OOI
der Ilooger-onderwijswet, mv. J, C. de Msre$