0.
m
62*li laargang.
ondsg 2Februari 1909
Derde Blad.
ai Mgt
936
"m
Urn
So
per
rar
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen
Prijs per kwartaal: Voor Scliieda m en. Vlaardingen II. 1.25. Franco
post fl. 1.65,
Prjjs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Ad verten liën voor het eerstvolgend pummer moeten dea middags vóór een
aan bet bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Haven No. 141 (bock Korte Haven.)
Zwolsche spoorwegarbeiders
te (Vladrid.
Door 'J, E. Jr.
I'll. Ons bcz ook aan do „Rlaza de
Toros".
Ja, die beroemde Spaansche slieren,
gevechten, waarvan de moester ons op
school al had verteld en we in Holland-
scho illustraties soms 'n enkel kiekje ge
zien hadden, moesten we nu toch ook eens
in werkelijkheid aanschouwen
En daarom vooruit 1 Op weg naar de
Arena 1
In gezelschap van Signor Santiago on
o. a. van de heeren Martimer en Cavvido,
beiden journalisten, die in navolging van
hun collega Antonio Lopex del Ora re
dactor „del Heraldo de Madrid", belust op
'n nieuwsberichtje, met ons hadden kon
nis gemaakt, gingen we bij een bureau in
de stad voor een peseta (50 cents) oen
kaart koopen. Behalve het entree-biljet ont
vingen we een heel uitvoerig programma,
waarvan de inhoud, tot wo in Holland
terug waren, 'n diop mysterie voor ons
bleef.
't Is half vijf in 'den namiddag cn on
gemerkt zijn wc de Arena al genaderd.
Een ontzettend groot amphitheater mot
van steenen oploopendc banken rij en; d;ar-
boyen de loges, met vlaggen on wimpels
versierd. Een Arena, met meer dan 1-JOOO
zitplaatsen
Nog 'n klein hall uurtje, dan zal de
voorstelling beginnen. Ieder bereidt zich
voor op het komende genot, 'n Ontzag
lijke massa hooft zich al lang als 'n on
stuimige dri ïgendo menigte voor do ope
ning van de arena links opgesteld. Do
deftige aristocratie komt in auto's aange
snord of rijdt in prachtige equipages eeni
ge oogenblikken rond.
Men haast zich, duwt elkaar op, groet
bekende gezichten, terwijl 'n zwerm lee-
lpo schreeuwers, door het schuim der
natie omringd, onder oorverdoovend spek
takel de kaarten „Plaza do Toros" aan den
man zoekt to brengen.
Er is één ding, dat gemeen goed mag
hecten van dien bonten rnenselicnhoop
dat is do brandende nieuwsgierigheid naar
het bloedig tooneel der gevechten
kVo stappen met ons gezelschap naar
binnen, maar gaan, vóór we plaats ne
men, eerst even een kijkje nomen in de
stallen. Twintig paarden staan er op een rij.
Arme, onnoozele dieren! Nu staal ge
nog levenslustig tc trappelen in eikaars
gezelschap, binnen enkele uren zijt ge voor
n groot deel vermoord.
De menschenmassa wordt al ongeduldig,
t ïs bijna 5 Uur. Men draaft en schreeuwt
mi gaat te keert Wij staan, roerloos stil,
door al die drukte eenvoudig „beduusd I"
Daar wijst ineens Santiago in de richting
Oe spaarzaamheid van Delia,
Toen ik voor de tweede maal bij mijn
mster Josofino luid aangebeld, verschoon
Delia aan de dour. Ofschoon ik haar m
'!Jna ten -,aar niet gezien bad, was haar
poëten oven onvriendelijk als vroeger. Maar
«osefine kwam de trappen al hollen, he-
groettc mij allerhartelijkst, cn bracht mij
oaar de logeerkamer, terwijl ze, nicttcgcn-
®^nde mijn protest, mijn tasch droeg.
>j gingen voorbij de bibliotheek, maar .1c
eiir was gesloten. Josefine legde mij uit, dat
u)m schrijfwerk had en nu niet gestoord
wde worden.
«Moeder Bennet," ging zij voort, van de
6en ^er familie vertellend „ging een
W geleden naar henedon om con saus vom
n pudding te maken, en ik denk, dat zij
e Ontdekt heeft,'dat haar attentie noo-
in T kwam oen ondeugend lachje
f'ne's nogen, toon zij er bijvoegde
"Agnes is op hnnr kamer, als ecu krank-
r'tuigo lezend. Haar „Verslag over nieuwe
L nri,'°ot morgen klaar zijn."
y or.Wli' 'k naar Jose fine's gelukkig golmb-
omf 0,1 baar vragen beantwoordde
«n.t moeder en do ov'crigen, dacht- ik er
tof" T' 'W0 i°c'1 moSebj'c was, dat Delia
war vervelend humeur, nog altijd bij
f. Bennets was.
LI e'ln poosje, toen ik mij niet meer in
W houden, zei ik
(j a tie, dat ])elia nog altijd bij jo is."
Noord. Een matador do novillas-Toras,
Juan Masoimïiu genaamd, vriend van onzen
„leidsman" komt naar ons toe loopen cn
geeft ons heel vriendelijk de band. (Blijk
baar is hij door Santiago al eeider over
ons ingelicht.) Hij praat even met de hee
ren „persmannen", lacht, knikt, groet en
verdwijnt met z'n collega's in allen haast
naar de kapel.
erkolijk, naar de kapel 1 En voor zoo-
loi ik van ons Spaansch gezelschap door
gebaren en aanwijzingen te weten kon ko
men, gingen de „kampvechters" daarheen
om voorzien te worden van de H.
Sacramenten der stervenden. De artisten
gaan in het circus misschien 'n bloedige
botsing, ja, den dood tegemoet.
We gaan verder en. haasten ons nu, om
tusschen die duizenden toeschouwers op
de steenen bankenrijc-n een plaatsje tc ver
overen.
Wat 'n interessant en typisch gezicht,
dat gekrioel van al die mensichen, bijna
allen in nationale kleederdrachten I
Links van ons, heel in de verte, boven
de steenen bankenrijen, tc midden der tal
rijke loges, hebben het Hof en do Diplo
matie plaats genomen. Rechts, op 'n ver
hevenheid; troont het corps muzikanten.
Vóór ons strekt zich het reusachtig strijd
perk uit. De middellijn is maar 102 M,
Het is omgeven door een houten borst
wering ter hoogte van D/2 meter. Hier
springen de artisten over, als do stier hun
soms tc kort op de liiclon mocht komen.
Achter deze boistwcring is nog oen.
tweede, hoogerc aangebracht. Als do stier
over de eerste in zijn woede hcenspringl,
wat meermalen gebeurt, dan wordt zoo
doende de veiligheid van het publiek hier
door niet in gevaar gebracht.
In do gang tusschen do beide borstwe
ringen loopen en draven de stalknechts
heen cn weer, terwijl 'n aantal tinnnei-
lui gereed staan, om de galon, die het
dolwoesle dier misschien in de planken
boren zal, a la minute te bedekken.
Het ciicus biedt *n onbesehrijflijken
Aanblikt Was ik amnleur-photograaf ge
weest. ik had o. a. van den oceaan van
waaiers, roet gracicuse bewegingen dooi
de Spaansche dames in werking gebracht,
oen „kiekje" genomen. Ik zat op harde
steenen, maar kreeg toch den indruk, ge
tuige van een groot feest te wezen!
Doch hoor, stil! Er klinkt een fanfaie,
de muziek speelt. Twee wachters te paard,
in zwait fluweel met hoeden op 't hoofd,
van groote veeren pluimen voorzien cn
zwarte mantels om, komen do arena bin
nenrijden.
Zij houden een oogenblik halt voor de
koninklijke loge. Een stoet van Loradors,
banderillo's, picadois te paard met hun
lange lansen en chuto's volgen. Hel orkest
laat zich nu krachtig hooren.
De kampvechters, gedost in een gewaad
van Oosterseho pracht, krachtig gebouwd
en vlug, ontzettend vlug in hunne bewe
gingen, machecren met staügcn pas do
i
Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan hei Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Inferc. Telefoon
f voor do Redactie No. 123.
voor do Administratie No. 103.
Josefine zuchtte.
„Ja, en zo wordt met don dag onattenter.
Ik moet haar houden, omdat zij wil blijven,
liet is om moeder Bennet," ging zij voort,
toen zij zag, dal ik haar vragend aankeek.
„Zij is ecu lieve vrouw, niemand weet dat
beter dan ik. Wij hebben moeder Bennet
en Agues noodig om ons huis gezellig te
maken, en Sam en ik zijn heel blij, dat we
ze bij ons hebben, maar zij is werkelijk
de reden, dat wij geen andere dienstbode
dan Delia kunnen houden.
„Je moet weten, dat moeder Bennet lede
ren dag uren in do keuken doorbrengt. Zij
meent, dat zij, door alios goed na te gaan,
Sam geld bespaart. Ik schijn het haar met
aan het verstand te kunnen brchgen, zonder
luurr to kwetsen en in do eerste maanden
konden we niemand houden. Toon kwam
Delia, cn dnnr zij wil blijven, zien we een
boel dineen van haar over t hoofd. Onlangs,
in Juli, kwam ze bij me, en vertelde, dal
zc weg wilde gaan. Ik beloofde haar een
dollar per weck moer, en nu schijnt /e vol
daan te zijn. Ik heb er nooit iets van aan
Sam gezegd, maar spaar het uit van mijn
huishoudgeld."
Den volgenden morgen, was ik. zooals net
een logée betaamt, op hot ontbijtuur klaar.
Na ecnigen lijd gewacht le hebben, of ik
ook geroepen zou worden, ging ik naar be
neden. Daar ik geen tcckcnon zag van een
op handen zijnd ontbijt, ging ik naar do
bibliotheek. Snin was er alleen, hij liet mij
in een gemakkelijkon sloel planfs_ nemen,
en gaf mij het ochtendblad.
arena rond, groeten eerbiedig voor dc ko
ninklijke loge on ontvangen den sleutel van
don president der arena, om de stallen
der stieren te kunnen opendoen. Allen ver
wijderen zich weer.
De muziek houdt op, Onder de duizen
den toeschouwcis liecrscht voor een oogen
blik een ademlooze stilte. Iedereen men
kan het hen aan do gezichten zien
tracht tc raden, wat voor karakter dc stier
zal hebben. Zal hij kalm, of dadelijk woe
dend zijn? Zal hij een ridderlijken strijd
willen of zijn tegenstander aanstonds in
den rug aanvallen?
Sst, even nog on het aangrijpend
schouwspel begint.
Zie, nauwelijks is de deur van den
„loril", d. i. het hok, geopend, of een
pracht-exemplaar van een stier, zwart ge-
teekend,, met een krachtige schoft, drei
gende puntige horens en een starend oog,
komt in woeste vaart onder uitbundig ap
plaus van 't publiek de arena binnen
stormen.
Snuivend strijkt hij met den kop door
het mulle zand, draaft nu eens links, dan
weer rechts, tot een vijftal torradors in
hun aardige roodc broekjes, onbeschrijf
lijk vlug over do houten borstwering sprin
gen, om den stier op de meest tergende
manier gezelschap te gaan houden.
De torradors loopen op het beest af,
zwaaien met hun capeo's oftewel roodc
doeken over en om den kop van den stier,
hitsen hem op on dagen hem uit.
Daar naderen do picadors met hunne
banderilla's. De banderilla's zijn een soort
pieken, tor lengte van pl.m. 75 centimeter,
omwonden met allerlei gekleurde linten en
strikken.
Eén picador gaat in 't midden van do
arena staan en neemt een afwachtende
houding aan.
Niet zoodra wordt hij door den dollen
stier opgemerkt, of deze vliegt in wilde
vaart op hom aan. De picador houdt zijn
twee pieken in iedere hand één
recht voor zich uit en steekt 'n paar tel
len later het arme dier ineens de beide
scherpe voorwerpen over den kop achter
in don nek.
Niets overtreft de vlugheid, waarmee
deze artisten op zulk een korten afstand
het beest de stalen punten in de huid
weten to doen dringen!
De gewonde stier, buiten zich zeiven
van razernij, diaaft bebloed in het rond,
stoot geweldig met z'n horens in 't zand
en slaaf gedurig met den kop heen en
weer, om' de twee pieken of banderilla's
van zich af te schudden.
Nauw is intusschon de eerste picador
verdwenen, of oen tweede heeft zijn plaats
ingenomen.
Driemaal wordt dc wreedc vermakelijk
heid herhaald, totdat zes pieken den stier
in het vleeseh zijn gestoken!
Het publiek, dal iedere beweging na
tuurlijk met de hoogste belangstelling ga
deslaat, bruit hot uit van blijdschap over
„Ik hoop, dat liet ontbijt ■qioedig klaar
zal zijn," sprak hij. „Delia is niet erg
slipt."
„liet is niet prettig in den tegomvoor-
iligen tijd dat voortdurend verwisselen van
dienstboden," /.ei ik onschuldig. „Je doet
maar het beste, deze lc houden."
Hij kwam naar me toe cn lerlcklo mij
vertrouwelijk
„Zij wilde niet blijven, maar ik wilde
niet, dat Josefine het hoorde; het zou haar
maar overstuur maken, vreesde ik ik be
loofde haar dus twee dollar per week te be
talen, behalve de \ijf, die ze al vim Josefine
heeft. Ik moet hot doen om don vrede te
bewaren. Ons werk ioor de courant vereischt
veel zorg, cn het is verreien J als we geen
meid hebben. Je weet, we hebben on/e lieve,
moeder hij ons; die scharrelt veel in de keu
ken, en dat vinden de dienstboden niet
aangenaam. Onlangs, in Augustus, kwam
Delia op zekeren dag, dat de dames uit wa
ren, hij mij, cn zei mij. dut zij niet kon
blijvenmaar het extra loon schijnt con
goede pleister op de ivond tc zijn, want ik
geloof niet, dat ze sedert dien lijd van weg
gaan gesproken hooft."
Na het ontbijt zat ik in de bibliotheek
met de kat op mijn schoot. Ik streelde
haar, terwijl ik luisterde naar het eentonig
getik van Agues* schrijfmachine, die haar
„Verslag over de nieuwe boeken" typte
Beneden in do provisio-knmor hoorde ik
Josefine, die met veel tact maar weinig suc-
cés trachtte, moedor Bennet naar boven te
krijgen.
zulk een buitengewoon succes! En dc stier,
die dc onmogelijkste spiongen maakt cn
den grond kleurt met z'n bloed, bi uit ook,
maar van woede en pijn!
Is deze tweede akte afgeloopen, dan
betreden drie" picadórs te paard het stiijd-
pork. Eén van hen rijdt zijn geduchten
tegenstander het eerst tegemoet. Pas heeft
hij zijn paard de sporen gegeven, of de
stier komt reeds onder een akelig geloei
zijn tegenpartij tegemoet, springt veivaar-
lijk op het paard af, boort het ros de
beide puntige horens in den buik en heeft,
vóór de picador ook maar één stoot met
zijn lange lans hoeft kunnen geven, paard
en ruiter een eind ver weggeslingerd.
Het publiek applaudisseert.
Weer doet de stier een sprong, boort
voor den tweeden keer het bloedende paard
de horens in den buik en haalt, in min
der dan geen tijd de darmen naar bui
ten, terwijl eenige staljongens beproeven
den erbarmelijk toegetakelden picador on
der hot paard weg te trekken.
Nooit hebben we een paard afschuwe
lijker zien afmaken dan op deze plaats
voor volksvermaken I
Dank zij de behendigheid van enkele
Torradors, die met hun vuurroodo doeken
den stier weten af te leiden, is de kam
pioen, die het zand moet kussen, ten minste
van een ellendigen dood gered.
Maar wo trillen lan verontwaardiging,
als we zien, dat na deze schrikkelijke
moordpartij reeds een tweede cn straks
een derde picador zich in het zadel zet
om opnieuw de bange worsteling aan to
vangen.
In onze verbeelding zien we do roekc-
looze kampioenen al dood of met gebro
ken ribben wegdragen
We willen alles niet zien en wenden
meer dan eens onze oogen af.
Als eindelijk dit spannend bedrijf is af
geloopen en het gejuich van liet volk is
bedaard, gaat er eenige oogenblikken stilte
heeischeii.
Een trompetter kondigt in krassend
scherpe tonen den dood van den stier a.m.
De matador, de onoverwinnelijke, treedt
naar voren.
In de linkerhand lieoft hij 'n helroodon
doek, in do rechter houdt hij trimnfantc-
lijk een vlijmscherpen, langen degen om
hoog.
Met langzamen tred zien we hem naar
de Koninklijke loge stappen. Daar geko
men; blijft hij even staan, om den stier af
te wachten. Ilij licht zijn monlera, d, i.
zijn hoofddeksel, van 't hoofd en werpt
dien met 'n trotsclie beweging over de
schouders een eind verder in de arena.
De bijna-angstige spanning van 't publiek
is groot. Aller blikken zijn op den lield
gericht, die uiterst voorzichtig hof vree-
solijk bloedende dier tegemoet gaat.
Slechts één plaats is volgens de be
paalde voorschriften der altisten waar
dig gekeurd om den genadcsloot, hot inoor
dend staal te ontvangen. Het volk weet
dat en wacht daarom met nauw bedwon
gen opgewondenheid het oogenblik af, dat
hot slachtoffer den nek buigt cn met de
horens het zand omwoelt, gereed om blik
semsnel den vijand overhoop tc stootcn.
Dc matador is inmiddels tot op zeer
korten afstand genaderd. Met zijn doek cn
degen brengt hij den stier, die buiten zich
zclven is, een oogenblik tot stilstaan. Hij
steekt toe mis!
Het publiek schreeuwt het uit van woede
over de onbenulligheid van den matador.
Intusschen drijft de stier het zand in
dc arena tot oen stofwolk omhoog en tracht
hij door allerlei sprongen den degen uit
zijn huid te verdrijven.
Is dat gelukt, en is de matador door
'n handige beweging zijn degen weer mach
tig geworden, dan wordt overgegaan tot
een nieuwen aanval.
Strak vestigt de kampvechter het oog
op de voorgeschreven plek boven den nek.
Onverschrokken komt hij al dichterbij, doet
nog 'n stap naar voren, mankt 'n noodige
snelle zwenking, springt plotseling vlak
vóór den stierenkop en steekt onver
wacht den degen het beest in het haix
tot aan het lemmet I
De reus wankelt en valt eindelijk
ten doode getergd met een harden slag
op den grond.
Hij is dood.
Dc gelukkige, zegevierende held, raapt
zijn muts weer op en komt onder onbe
daarlijk gejuich cn razende bravo's als de
„onoverwinnelijke" naar voren.
Het orkest laat zich we" ren. Eeni
ge opgetuigde muildieren X a a vollen
draf de arena binnen jagen sleepen
de doode paarden of liever de ellendige
overblijfselen er van tn den overwonnen
stier weg. De arena wordt schoon gemaakt
en de volgende voorstelling (na deze
nog vijf!) kan beginnen
Twee uren zitten we d lar. In hevige
gemoedsbeweging Zes sin ion zien we over
hoop steken, negen paarden wreed afma
ken. Ernstig gewonde arti-te.i shui we,
druipend van bloed, met g aihemJ k.ee-
ren wegdragen.
Eindelijk, gelukkig! is de hoela vjuiwlel-
iing afgeloopen.
En als we met de duizenden de aicna
veriaten en onze Spaansche vrii nden ons
in hun gebarentaal vingen, of we nogal
voldaan zijn, o, dan wordt hot ons lijna
te machtig cn komt de lust m ons op,
onze ruwe werkmnns'vnuislcn le bnlhn
tegen zulk een gruwelijke vermakelijkheid.
Onze ziel protesteert togen zoo'n Spaan
sche barb.'uirsehheid, geduld te midden van
een beschaafde werejd
Wanneer zal de tijd aanbreken, dat de
Spanjaaid,' hij zij dan hoog of laag van
stand, het leven van een ovonmensch hoo-
gcr schat dan eenige uren van hartstoch
telijk genot on tot een lijfspreuk verheft,
(lat „de rechtvaardige liet leven kent ook
van zijn beest?"
Nu vertelde Agues dat haar werk afge
loopen nas, en wij kwamen overeen het su-
ineu dadelijk naar hot kantoor te brengen,
opdat den \olgonden dag iedereen in hot
graafschap welen zou, nat zij van de boe
ken \an de week dacht.
Een vuile poetsdoek in de vestibule, en
randen krijt om bel en deurknoj», brachten ons
Delia weer in de gedachtecn terwijl we
voortliepen, vertelde Agnes me iets, wat ze
verzocht niet aan Sam of Josofino over te
vertollen.
„Onlangs in September," sprak ze,
„bracht onze lieve moeder, die werkelijk
een uitstekend huishoudster is, veel meer
tijd dan gewoonlijk in de keuken door met
inmaken en allerlei andere dingen, zoodnt
ten slotte Delia's toch niet groot geduld, ge
heel opmakte. Op zekeren dag, dat ik alleen
thuis was, en meende eens heerlijk te kun
nen weiken, verscheen Delia hij me, on ver
telde me, onder tranen, dat ze het niet lan
ger kon uithouden. Zij zcide, dat geen harer
vriendinnen altijd onder de plak zat van
een ouïlo dame. Ik kon toch niet aan moe
der zeggen, dat zij uit Josefine's keuken
moest, gaan, en zxio zei ik dus aan Delia,
dat, als z,e wilde blijven en geduld wilde
hebben, ik haar twee dollars per week meer
zou geven boven liet gewone loon, dat ze ver
diende. Ik ben gelukkig te knnncn condn-
tecron, dat het g-oed werkt, want na dien
lijd heb ik baar niet meer over weggaan
hooren spreken."
Bij den eersten bloemist, dien we pas
seerden, ging ik binnen, cn kocht daar wat
bloemen voor den dollar, dien ik van plan was
geweest Delia bij mijn vertrek te geven.
Josefine was erg blij met de bloemen, want
terwijl we uit waren, had ze per teleioon
een vriendin geïnviteerd om te komen koffie
drinken. Ik ging naar den tuin met een
vaas in de hand, om de bloemen to schik
ken, cn terwijl ik hiermee bez.ig was, z.ag
ik door dc geopende keukendeur hoe moe
der Bennet zich onledig hield in dc keuken.
Delia liep buiten en was Hv.ig. wiatdooken,
die rij uitgowasschcn had, van de lijn te
nemen. Zij had hierbij een kort discoius met
haar vriendin Nora, die bij de huren diende,
en nu in de geopende keukendeur stond.
Verborgen achter struiken, zoodat ik niet
gezien kon worden, hoorde ik Nora zeggen:
„Als ik jou was, zou ik er niet Wijven;
er zijn genoeg diensten, waar je vijf dollar
kunt krijgen, zonder last tc hebben van een
oude dame."
„Spreek er niet van, Nora," z.oi Delia
,,ik heb er nooit van gehouden van den
oenen dienst in den anderen te gaan, en de
oude dame is een heerlijke hulp. Ga jo mor
gen uit? Laten wc dan samen naar de.
spaarbank gaan, ik wilde er wat ge'd bren-
gon."
„Kun jij zoo goed sparen? Nu, ik moot
je zeggen, dat ik nooit een cent over heb."
„Ja, ik kan zoo nu en dan een kleinig
heid overleggen," beaamde Delia.
i GHiEDIMSQHE i EJURHT.