richt kunnen bevatten en het overige zou de leider kunnen doen. Deze zou een taktvol en zeer bekwaam persoon moeten zijn. Elke gedachte aan sclv ooi se he ontwikkeling zou vermeden moeten zijn. In elk geval zou vast moe ten staan, dat zijn leiding niet tendentieus w£m. Hij zou veel moeten ingrijpen en niet tè veel, een halve vraag moeten verstaan en over een veelzijdige kennis moeten be schikken. Groeiden er uit zulk een inrich ting voor zelfontwikkeling cursussou des t» beter. -Maar dat zou geen doel moe ten zijn. Doel zou eenvoudig en alleen dit moeten zijn, dat er voor alle men sdien, die neiging hadden tot ontwikke ling, een gelegenheid zou worden gescha pen, waar zij onder leiding zieb zouden kunnen ontwikkelen. Nu kome men niet met bezwaren als deze, dat de werklieden te langen werk tijd bobben om hiervoor nog iels te go- voelen; dat hel een klein middel is, hét- wel k geen radicale oplossing geeft van eenige „kwestie",- (lat or vooreerst niet velen gebruik van zullen maken enz. Wij willen hierover niot strijden, geloo- vtm zelfs, dat or veel waars in dezo op merkingen is. Doch hier zijn voor ons geen bezwaren. Wij willen niet kwesties oplossen of met één slag een einde maken aan de bovengenoemde onevenredigheid, wij willen zelfs niet dadelijk velen berei ken Wat ons als een groote fout getroffen heeft, het is r' dat de jonge man zon der middelen geen gelegenheid heel't om onder leiding zichzelf verder te ontwik kelen. Daaraan moet een eind gemaakt worden. En al was er aanvankelijk maar één op de honderd, één op de duizend, die van deze gelegenheid gebruik zou willen maken, die de energie heeft, noodig voor zelfontwikkeling onder vaak bezwarende omstandigheden, dan vinden wij al, dat de gemeenschap tegenover dezen oenen tekort schiet, indien zij hem niet de ge legenheid verschaft om aan zijn wensch to voldoen. liet aantrekkelijke van de bovenbedoelde oplos Mn, schijnt ons dit, dat met zoo wei nig kielt ii oen proef kan genomen wor den. Üe gemeente kan wel een van haar schoollokalen, verlicht en zoo noödig, ver warmd, voor dit doel openstellen, liet zal niet moeilijk zijn, de enkele werüjos, noo- dig voor algemeeue ontwikkeling, bijeen te brengen. Enkele couranten zullen daar wol neergelegd kunnen worden ook cou- ranten-lectuur onder leiding lijkt ons zeer ontwikkelend. Menschen, met liefde \ooi deze zaak, ouderwijzers in di eerste plaats, zullen zeker bereid gevonden wor den, om uil en dan et us eon beurt waar te nemen. En bestaat do inrichting een maal, dan hebben wij althans de zeker heid, dat de hondenion, die over straat slenteren, mmoodige vergaderingen hijwo nen of café's bezoeken, voortaan do gele genheid i uilen hebben, om hun lijd in deze inrichting beter te bestedon. ALL EU LEI. ROCKEFELLER'S EERSTE WERK. Do heer John D. Rockefeller vertelt in do „World's Work", hoo hij op zestien jarigen leeftijd uitging, om werk te zoe ken. „Geduimde dagen en weken liep ik de straten af, aan kooplieden en winkeliers vragend, of zij ook een jongen konden ge bruiken. Ten laatste zei een man van. de Clcvelanddokken, dat ik na 't middagmaal terug mocht komen. Ik was trotscb, want ik was er zeker van, nu to zullen slagen. Toen ik mij hij mijn patroon presenteerde, sprak hij: „Wij zullen je een fe nisje ge ven," maar hij repte met geen enkel woord over betaling. Dit was 26 September 1858. zijn kamer, «as iiij nog niet bedorven door het suceès. „Zeg eens," vroeg ik hem, toen ik weg ging: „weet go ook of het gevangenen ver oorloofd is, schrijfmateriaal bij zich te hebben'?" ilij keek mij doordringend aan. „Als hot menschen zijn, die zich goed ge dragen. geloof ik van in." „Zoo was mijn antwoord. Goeden dag." Ivcrnolmn haalde een klein verfrommeld stukje papier uit zijn portefeuille en gaf het mij. „Je kunt dit houden," sprak bij. „Als ik dien avond in je studeerkamer dut stukje niet gelezen had. zou bet boek. nu nog niet af zijn. Goeden dag. Zeg aan niemand, dat ik weet, hoe bezems gemaakt worden," riep hij mij na, terwijl ik de trap afging. liet uitknipsel, dat ik op straat las, scheen uit het politienieuws te zijn: „liet gewone aantal menschen zoekt voor den winter een onderkomen in de plaatse lijke gevangenis; de meesten vragen een lange veroonleding om deft geheelen winter onder dak te zijn. Ztdken vrijwiHigen gevange nen <>nlt voel vrijheid gegeven, 'daar zij toch zullen ontsnappen." Een maand later las ik in een letterkun dig weekblad De heer Maurice Kernohan vertrok ver leden week naar Genua. Ilij zal de rest van den winter op zijn villa in de Itajtuansche Riviera doorbrengen, waar hij „De Fontein der Jeugd" schreef. Ik deed dit uitknipsel bij het andere. Vol moed ging ik aan het werk. Do naam van do firma was Ilewitt en Tuttlc. Ja nuari 185G gaf de heer Tuttlc mij 10 pond sterling, voor mijn werk van drie maan den, wat zonder twijfel alles was, wat ik waard was, en het was ook geheel voldoende." ÜEKEiYfEiNTSSEN VAN RICHARD STRAUSZ. Richard yitausz hoeft, zich tegenover een hem hekend journalist eens vertrou welijk uitgelaten, en o. a. dit gezegd: „Dat ik opzettelijk dissonanten verzin, is onzin. Ik vcizekor u, dat ik in geen van mijn werken een maat kan aanwijzen, die ik ooit als wanklank gevoeld heb. Integen deel, dikwijls wil ik de een of andere gebeurtenis met de meest ongehoorde hardheden weergeven, en dan vind ik, dat het mij niet gelukt is, bard eu kras to zijn. Ik houd mij zelf voor een aan hanger van het tonaliteitsboginsel, al be weren mijn tegenstanders ook het tegen overgestelde. liet wichtigsle van alles ech ter lijkt mij bet geven van contrasten. EEN TALISMAN, lu Algiers zijn talismans of amuletten de gewone middelen van beschutting tegen de steeds te duchten aanvallen van booze geesten en tegen alle ongesteldheden. Een der krachtigste en meest gebruikelijke is, naar een reiziger verhaalt, een zooge naamd too vervierkant, 4-9—2 3-5—7 •8-1— dat, aiithmetisch beschouwd, zeer opmer kelijke eigenschappen bezit. Ais men elk der drie rijen, hetzij van boven naar be neden, of van den rechter- naar den lin kerkant, of ook langs do diagonalen optelt, zal men telkens het getal 15 krijgen, dat een bijzondere kahahstische waarde moet hebben. Maar het zal deri opmerkzamen lezer ook niet ontgaan, dat de cijfers op de vier hoeken (2, 4, (3, 8), een reken kunstige reeks vormen; voorts, dat ook de vier middoneijfers 1, 3, 7, 9, samen dezelfde som opletten als de genoemde viei hoekcijfers, en dat het in 't midden staande cijfer 5 naar allo kanten het mis- tieke getal helpt vormen. Er bestaan een groote menigte van die tooverquaraten; maar er zijn zeker slechts weinige, die, om de veelzijdigheid aan combinatiën, uit arithmetisch oogpunt even belangrijk zijn. ZIJ NAM VOORZORGSMAATREGELEN. Op een zekeren spoorweg was een on geluk gebeurd met eon goederentrein. Ge lukkig hadden er geen persoonlijke onge lukken plaats gehad. Niettegenstaande dat, waren de passagiers eenige weken daarna nog zenuwachtig en opgewonden, als zij de plaats do» onhoils passeerden. Op zekeren morgen was ec-n derde-klasse- coupé vul boereniuidjes, die in een na burige stad ter markt gingen. Natuurlijk was er weer sprake van het ongeluk, en velen ademden vrijer, toen zij do gevaar lijke plaats voorbij waren. „U schijnt al zeer weinig angstig te zijn, juffrouw," zei een. der passagiers tot een vrouw, uio in een hoekje rustig een be schuitje zat te eten. 10, volstrekt niet, ik ben niets bang, ik tieb mijn maatregelen genomen." „Zoo," was het anlwooid. Mag ik vra gen, welke die zijnV" „Stellig," was het antwoord. „U ziet, ik lmb hier oen mand met eenige honderden eieren, en ik zou niet graag willen, dat wo in hotsing kwamen. Ik gaf den conduc teur een half dozijn voor hem zelf." Hier zweeg de goede vrouw, en haar toehoorders begrepen haar niot. „Wat, begrijpt u het niet? Terwijl de conducteur oppast, dat de trein niet in botsing komt voor zijn zes, doet hij het tevens voor mijn driehonderd eieren. O, ik ben op die punten zoo uitgeslapen." DE OORSPRONG DER CHAISE-LONGUE. Aangaande dien oorsprong goctt madame de Gentis in tuur mémoires een zeer be- langwtikkende opheldering. Wanneer een Franseli koning aan een edelman, een staatsbeambte of anderen grootwaardigheidsbekteeder bij gelegenheid van diens ziekte een bezoek bracht, en de aldus geëerde aan zijn bed gebonden was, sloeg men naast de lijdenssponde een tweede rustbed op, waarop de koninklijke bezoeker zich zijnerzijds neerlegde! De hofetiquette beval namelijk: „De ko ning kan ten allen tijde toestaan, dat een zijner onderdanen een gelijke positie aan- nome als de monarch zelf; doch met dat al is een gemakkelijke, bijv. liggende hou ding, in tegenwoordigheid van den Maan den koning ten strengste verboden." Om das hij zulke ziekebezoeken deze klip der etiquette te ontzeilen, was men op het lumineiise denkbeeld van dat tweede rust bed gekomen. Toen Lodewijk XIII den zieken kardinaal De Richelieu bezocht, werd dit ceremo nieel streng in acht genomen. Ook Lodewijk XIV vlijde zich naast het bed van doi maarschalk de Miliars neder, toen hij zich tot hem begeven had om per soonlijk naar den welstand van zijn ge wonden veldheer to gaan vragen. Sedert dien tyd hield men in alle adellyko huizen van Frankrijk voor het geval van eeu ko ninklijk bezoek zulk een rustbed, dat rnon chaise-longue noemde, gereed. HET El VAN COLUMBUS. De gemeenteraad, van een zeker dorp op het platteland liet den onderwijzers we ten, dat zij in 't vervolg geen geschenken moer moeiden aannemen van hun scho lieren of dier ouders, maar vergat daarbij het salaris van de hoeren te verhoogen. Een der onderwijzers ovenwol vond een middel uit, waardoor hij de hoeren ge-, mecritenuulsleden niet vertoornde en tege lijkertijd zijn beurs spekte. „Jongens," sprak hij op zekeren dag, „morgen zal ik jo vertollen van het ei van Columbus, en daarom moet je allen ecu ed meebrengen, on wie van jullie geen eieren heeft, kan 'n stuk spek meebrengen." NIEUWTJES VAN HIER EN DAAR. In Afrika worden vrouwen soms voor twee pakjes haarspelden verkocht. Do studeerkamer van Mario Corelli staat vol met herinneringen uit haar jeugd. Men vindt er sprookjesboeken en eau groote collectie poppen, ja, zelfs een miniatuur- tafeltje cn stoeltjes, die destijds opzette lijk voor haar speelkamer gemaakt worden. In Tartarijo worden uien, prei eu knof look als reukmiddelen beschouwd. Een dame in dat land, voelt, zich behagclijk door stukken van versch afgesneden uien over haar handen on gezicht te wrijven. Als een Chineesch meisje trouwt, wordt zij altijd bijgestaan door de oudste 'en leelijkste vrouwen, die in de buurt te vinden zijn. Deze dienen, om haar eigen schoonheid beter te doen uitkomen. Koningin Alexandra bewaart nog altijd de lila-japon, die zij droeg, toen zij als bruid naar Engeland kwam, en waarin zij hot eerst de harten van haar toekomstige onderdanen won. Deze japon werd geko zen op verzoek van koningin Victoria, die altijd veel van lila hield. De grootste der vaste sterren schijnt Si- rius te zijn. Ze is driemaal zoo warm als de zon en zevenmaal grooter. Thibet begint nu langzamerhand de ge woonten der Westersehe beschaving aan te nemen. De „verboden stad" Lhasse heeft een continet afgesloten nu t een firma te Calcutta, om een groot aantal Europee- sche muziekinstrumenten te leveren. Hel Suez-kanaal, dat zeker het groot- I ste waterbouwkundig werk is, is 88 mij- ion- lang, en heeft den afstand van Europa naar lndië doen verminderen van 11.379 mijlen tot 7.638. Een oude Grieksche wet zegt, dat, als een man zich van zijn vrouw laat schei den, hij niet mag hertrouwen met een, die jonger is dan degene, waarvan hij ge scheiden is. In Japan zijn doodgravers onbekend. Bij den dood van een persoon is het do ge woonte, dat zijn naaste familieleden zjjn doodkist maken en hem begraven. De rouw wordt eerst aangenomen na de be grafenis. Bij de laatst gehouden manoeuvres van het Franscho leger, onderschepte een draad loos teiegraaf-station in een ballon met succes boodschappen, die van Berlijn naar schepen op zee gezonden werden. ANECDOTEN. Een boer bezocht onlangs zijn pas ge trouwde dochter, die m de stad was gaan wonen, en antimacassars op de ruggen der stoelen ziende, sprak hij: „Zeg eens, Marie, jullie stadsmenschen houden er een vreemde manier op na om de wasch te drogen. Een bekwaam advocaat, die, na twee maanden weduwnaar te zijn geweest, een tweede vrouw nam, was zeer verontwaar digd, toen hij in een der locale bladen do volgende opmerking over zijn huwelijk las: „Het huwelijk werd in alle stilte ge sloten, wegens een onlangs in de familie van den bruidegom plaats gehad hebbend sterfgeval." Dokter„Hoe heb ik het nu met je, kerel. Je zendt me een briefje, waarin jo me meldt, dat je een dikke keel hebt, en nu merk ik, dat het rheumatiek is." Patiënt: „Dat is ook zoo, dokter, maar er was geen mensch in huis, die het woord rheumatiek kon spellen." Het gebeurde onlangs in een electrischo tram. De praatzieke dame scheen zieer verstoord en voor den aanval gereed. „Ja," sprak ze. ,,'t Is mijn gewoonte niet, op dezen tijd van den morgen naar de stad te gaan; maar ik belde mijn man met de telefoon op, en ik hoorde hem tot den kantoorjongen zeggen, dat hij vertel len moest, dat hij er niet was, en daarom ga ik nu naar do stad." „Wat is eon voetganger, papa?" vroeg een jongen, wiens vader juist begonnen was, zijn eigen automobiel to rijden. „Een voetganger, mijn jongen," sprak de prikkelbare papa, „is een persoon, die de motorwagens in 'den weg loopt, alteen om die arme chauffeurs onaangenaam te zijn." „Hoeveel moet ik betalen voor een bad?" vroeg een slordig gekleed vreem deling aan den eigenaar van een had-in richting. „Dertig cents; maar u kunt een dozyn kaartjes nemen voor drie gulden." „Twaalf kaartjes 1 Hoe kan ik vooruit weten, dat ik nog twaalf jaar zal leven?" Verleden week was er een fainiliepar- tijtje te b. Het gesprek kwam op de ge schiedenis van den dokter, die, na een man geopereerd te hebben, do wond dicht- uaaide, maar er een spons in liet; men merkte op, dat iemand uit het gezelschap plotseling zeer bteek werd. „Wat is er?" klonk algemeen de vraag. „O, ik werd onlang geopereerd van ap- pendicetis, en ik herinner me nu, dat vlak na do operatie do dokter vertelde, dat hij zijn parapluie kwijt was." Een heer, die een bijzonder grooten neus had, moest, op zekeren dag door een straat loopendo, daar enkele opmerkingen over hooren. Het bereikte evenwel zijn toppunt, toen een vrouw een meter vóór hem stil bleef staan, waarschijnlijk om hem goed op te nomen. Do heer bleef nu insgelijks staan, en zijn neus met vinger ou duim vast nemend, duwde hij hem één kant uit en zei kalm; „Wel, mevrouw, kunt u nu passeeien?" En ze deed hel. EEN JUIST ANTWOORD. Na een dame (getuige) aan con kruisvuur van vragen onderworpen te hebben, sprak do rechter, die meende, dat een kleine verontschuldiging hier niet misplaatst was: „Ik hoop hartelijk, dat ik u met al mijn vragen nat verveeld heb." „Volstrekt niet," antwoordde de dame kalm, „ik ben er aan gewend: ik heb een zoontje van zes jaar." VOOR DAMES, DE KUNST VAN RUSTEN. Ter aanvulling van een goeden nacht- slaap is het zeer raadzaam, midden op den dag een slaapje te doen. Het onder breekt den werktijd en geeft aan het zenuw-* stelsel een nieuwen steun cn stelt iemand in staat meer te doen, waardoor de ver loren tijd gemakkelijk ingehaald wordt. Het is echter goed, niet te lang te slapen, daar dit een onaangename reactie teweegbrengt. Er is veel geredetwist over het middag slaapje; velen denken, dat het verkeerd is, maar het is toch natuurlijk en gezond. Het is van zeer veel belang, de gelegen heden tot rust gedurende de werkuren vaal den dag te benutten en het groote grond beginsel van de dagelijksche rust is een deel van onze organen vrij 4e stellen van arbeid, terwijl do andere aan 't werk zijn. Als de spieren vermoeid eu afgemat zijn van handenarbeid, die slechts weinig op lettendheid van den geest vordert, moet men de beweging stop zetten cn den geest laten werken. De handarbeider kan lezen, denken en spreken, terwijl zijn moede lede maten rusten. Zijn geest behoeft niet wer keloos te zijn, omdat "hamer of beitel uit zijn vermoeide hand gevallen is. Aan den andoren kant kan een man met de handen werken, terwijl zijn hoofd moede is. De boekhouder, wiens hoofd afgemat is door de letters en cijfers in zijn boeken tegen vijf uur 's namiddags, heeft des avonds tijd genoeg om te zingen, te spe len, in den tuin te spitten of zijn laarzen te poetsen, wat hij alles doen kan, terwijl zijn hootd rust. Daar is nog een gewichtiger wijze om geestelijke rust te verkrijgen, dat is de eene bozigheid met dc andere af te wis selen. i De handige smid, als hij den eenen aren moe voelt worden, neemt den hamei in do andere, eu zoo kan de man, die ge dachten uit zijn hoofd hamert, een gehcele reeks geestelijke werkzaamheden verrich ten, terwijl de andere organen rusten. Iemand kan lezen totdat hij moede is en dan schrijven; hij kan kennis opdoen totdat hij zich zwak voelt, en dan anderen onderrichten. TEGEN MOTTEN. Hoewel wo op 't ©ogenblik, wat de v eers gesteldheid aangaat, nog in 't hartje van don winter zitten, vertelt onze kalender ons toch, dat 21 Maart de lente begint; we kunnen dan ook in Maart al heerlijke dagen hebben, en er langzamerhand aan gaan denken onze winterkleeren af le leggen. Het bewaren daarvan veroorzaakt even wel aan de huisvrouw groote zorg, want do motten zijn weliswaar kleine, maar ge vaarlijke vijanden van alle wollen stoffen, pelterijen, ja, zelfs van veeren. Een uitstekend middel tegen motten, is juchtleder. In ledorwinkels krijgt men daar van afval, het pond tegen uiterst billijke prijzen; dit afval verdeelt men in do doe zen, bestemd voor de bonton voorwerpen, in de zakken der paletots en mantels, on der de wolion kleedingstukken als hand schoenen, kousen, enz. De voorwerpen, ri mer. in koffers en kisten bewaart, moe ten flink in courantenpapier worden v- pakt. want de motten ontvluchten de lucht van drukinkt. Verder strooit men peper tr schen de voorwerpen, ook sterk riekend- snuiftabak kan men voor dit doel gebrul ken, of men doorweekt witte lapjes met terpentijnolie en steekt dozo hier cn daar in de openingen. Als de stoffen niet zeer licht cn teer zijn, behoeft men niet te I vreezen, dat er door deze behandeling vlek ken zullen ontstaan. Donkerder voorwerpen kan men direct met terpentijnolie begieten; het geeft geen vlokken en werkt uitstekend; op deze wijze kan men de motten uit bokleede meu bels en bedden verwijderen, waarin ze zich bereids genesteld hebben. Al dezo middelen hebben het groote voor- deel, dat hun scherpe reuk na een dag luchten weer vervliegt, terwijl kamfer en naphtaline nog langen tijd in do kieederen blijven hangen. VOOR KÏNDEREiY. DE TOOVERRING VAN DEN REUS GUMBO. Aan den rand van een reusachtig bosch woonde een reus, Gumbo genaamd, met zijn vrouwen daar hij een zeer driftige reus was, was zij heel bang van hem. Op zekeren morgen, na het ontbijt, zei» hij tegen zijn vrouw, dat hij oen der buren een bezoek ging brongen, cn daar zou blij ven tot na do thee. Zij moest goed zorg dragen voor zijn gouden toovomng, daar flit het kostbaarste voorwerp was, dat hij had. Weg was hij, en zijn vrouw ging aan haar huishoudelijke bezigheden. De dag ging voorbij, en na de thee, toen het vuur bijna uitgebrand was, ging zij het bosch in met haar hond Rover, om nog wat hout te halen. Toen zij dit ge daan had, ging zij zitten, en daar zij zeer vermoeid was van haar werk, viel zij in slaap, maar werd spoedig wakker gemaakt door het blaffen van don lioncl eu het ge luid eenor menschelijkc stem. Opziende, zag zij dat haar hond een man vervolgde. Zij sprong op en kwam nog juist bijtijds om te voorkomen, dat de hond hem doodde. De man viel bijna flauw van schrik, maar zij bracht hem spoedig bij, door wat water, dat zij uit een riviertje dichtbij haalde, over zijn gelaat te sprenkelen. Toen hij geheel tot zichzelf gekomen was, vroeg zii, wie hij was. Ilij vertelde haar, dat hij een prins was, en dat hij Petthoes heette. Hij vroeg haar toen, of zij hem uit het bosch kon brengen, daar hij er in ver dwaald was. Zij zei, dat zij dat kon, en verzocht hem haar to volgen. Dit deed hij, en in korten tijd waren zij aan den rand van het woud. Gumbo's kasteel ziende, vroeg de prins van wien bet was, en of hij er dien nacht zou kunnen slapen. Zij vertelde hem toen, dat het kas teel toebehoorde aan haar echtgenoot, den reus Guinbo, den bezitter van den gouden tooverring, die den drager in staat stelde aan elk gevaar te ontsnappen. De prins, dit hoorende, besloot tot eiken prijs don ring in zijn bezit te krijgen; hij vroeg dus nogmaals aan do vrouw van den reus of hij cr dien nacht kon slapen. Zij zeide hom, dat, als hij het deed, het in een kast moest zijn, want als haar echt genoot hem vond, zou hij hem dooden, en hem den volgenden dag voor zijn ontbijt gebruiken. Do prins zei, dat het hem niet kon sche len, waar hij sliep. Zij gingen dus in huis en hij zette zich aan het avondmaal, dat zrj voor hem gereed maakte. Nadat hij gereed was, vroeg hij haar hem de kast te wjjzen, waar hij moest slapen. Zij deed, zooals hij verlangde; hij zeide haar goeden nacht en zij verliet hem om het avondeten voor haar echtgenoot klaar te" maken. Nadat de prins een poosje nagedacht iiad, stond 'hij op en probeerde of hij de deur kon openkrijgen. Hij vond, dat dit gemakkelijk ging, en nadat hij het gedaan luid, kroop hij uit de kast. Hij ging toen zoeken naar den gouden ring, en vond ten laatste de kamer, waar hij geborgen was. Eerst dacht hij, dat de deur gesloten was, maar, liet probeerende, bemerkte hij, dat zo volstrekt niet vast zat. Hij ging naar binnen, en het eerste wat hij zag, was een groot kussen op de tafel in het mid den van do kamer. Hij ging naar do tafel, en zag op het kussen den gouden ring, dien hij voi vreugde greep. Hij begon toen te denken, hoe hij weg kon komen. Ten laatste bedacht hij een plan, en be gon naar een eind touw te zoeken. Ten slotte, na heel veel moeite, vond hij er een. Ilij maakte het aan het vensterkozijn vast en liet zich neer op don grond, nadat hij eerst den ring aan zijn vinger gestoken had, wat hij heel makkelijk doen kon, daar hij grooter of kleiner werd, naar, gelang van de vingerdikte van den drager. Zoodra zijn voet den grond had aange raakt, liep hij weg zoo hard hij kon, en roet behulp van den ring bereikte hij spoe dig het paleis van zijn vader,waar hij motgroote vreugde ontvangen werd. (Wordt vervolgd')

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1909 | | pagina 10