J 62"" Jaargang Zondag 1 Maart 1909 No. 12942 Tweede Blad. Uit de Tweede Kamer. 'Wintersport. Deze courant verschijnt d a g e 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen Prjjs per kwartaal! Voor Schiedam en V.laardiagen fl. 1.86.ïiranco jer post fl. 1.65. prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen, Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een bui aan het bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (heek Korte Haven.) Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te hekomen, In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag-en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon voor de Redactie No. 123. voor de Administratie No. 103. De Colleetenwet is, zooals wij reeds in ons vorig schrijven voorspeld hadden, onder algemeene berusting begraven. Eene motie van. do heeren Van Doom, De Visser, Van Idsinga, Tydeman, Hugenholtz en Van Vuu- ren, d.w. z. allen die over dlit ontwerp hel woord hebben gevoerd, sprak uit, dat eenc Rettclijke regeling van de openbare inzame lingen wel instemming verdient, maar dat kt ontwerp, thans aangeboden, veel te om slachtig was, en dat men dus de verdere behandeling maar zou staken. De Regcering, werd welstaanshalve in dezelfde motie uil genood igd cene eenvoudiger regeling te ma ken, maar men weet wat dit zeggen wil. Mi nister Heemskerk die geen bezwaar tegen deze motie had, die blijkbaar blij was dat bij op die manier met fatsoen van de zaak af was, verklaarde dan ook onder eenige hilari teit, dat de Regeering zich de moeilijkheid van ecne nieuwe regeling niet ontveinsde. Zoo werd Dr. Kuyper's wotgevend rnis- bakseltjo weer de deur uitgezet. Uij stak gcene ha'nd uit om het te redden, de anti- rcvolutioaire Napoleon gaat. wellicht met plannen om, waarin cone zaak van zoo wei nig gewicht als dit collectewetje, gcenc aan dacht meer kan vergen, liet ontwerp was anders een nieuw bewijs, dat, welke groote talenten de van God gegeven leider ook zijn geschonken, het wetgevend talent hem niet werd gegeven. Evenals de Drankwet, joeg dit ontwerp zijn doel gansch voorbij, en bemoeilijkte hot meer de gocdo collecten dan dat het do slechte onmogelijk maakte. Daarenboven miste de wet alle klaarheid. Wu b.V. te zeggen, de heer Van Doom vees er terecht op, van art, 17, alinea 1: >,E e n o openbare inzameling, die ingevolge deze wet mag worden gehouden, wordt door gcene andere personen verricht dan Ingevolge de art t. 11, 12, twee de 1 i d, of 16, vijfde lid, onder overlegging Van het getuig schrift van zedelijk gedrag, be doeld in art. 11, als daarmede belast zij n opgegeven en te wier aanzien het tweede lid van art. 11 istoegepas t." Is daar nu voor een Christenmensch uit op tc maken wde mogen collecteeren? En dan de redactie van de strafartikelen Art. 22, alinea 1, luidt: „IIij, die ge roepen tot het geven van inlich tingen ingevolge art. 8, tweede id of art. 12 v i e rd e 1 i d, op zet- telijk onjuiste opgaven ver strekt, wordt gestraft mot ge vangenisstraf van ten hoogste oen maand." Daar slaat niet met ronde Do vrienden hadden elkaar op hot sta tion gevonden, en waren in dezelfde cou- Pee gaan zitten. Even elkaar aankijken, toen was er pret tige verbazing op beider gezicht to lezen. Zii schudden elkaar stevig de hand en .waren toen weer de ouden. la meer dan tien jaar hadden zij elkaar biet gezien, nauwelijks van elkaar gehoord. 6e jeugd was voor beiden verdwenen en "Pt loven had hen langs verschillende wegen gevoerd. Dr. Deters was als geneesheer in een Reine stad blijven hangen do mooie °°gen van een jong meisje hadden hem "aar ingepalmd en niet weer losgelaten, „Ben je "getrouwd?" „En of." .„Kinderen?" „Zeker, twee jongens en een meisje." «ij kroeg een portret uit zijn portefeuille ,'let het den ander met een trotsch gezicht zien. p^.u on lib oude jongen?" trits, von Schieben lachte ecu beotjo pottend. „Neen, mijn waarde, nog altijd zonder nnden, vrij als een vogel in do lucht." „Nu, dan mag je je wel eqp beetje haas- Je ziet cr nog voor troffel ijk uit, maar \8 3° zoo boven do dertig bent, heb jo nict jeel presentjes meer te maken."1 „Kijk eens, Peters, jij was er bij, toen "leuk met 'Clara plaats had. De ge- woorden wat eigenlijk strafbaar is, wie daar achter wil komen, moet de aangehaalde arti kelen opzoeken, en word!, als hij dan art. 12 4de lid opzoekt, verfrischt met de modc- deeling„Ter zake v a nee n v e r- zoek omverlof, als bedoeld in de artt. 3, 4 en 5, kunnen de op gaven, b e d o e ld in art. 8 tweede lid, 1 ettcr a, b of c, worden ge vraag d." De Kamer lachte om deze Voorbeelden van den beer Van Doorn, maar het is eigen lijk diiep treurig, en wij foliciteeren de Ne- derlandscbe natie, dat door de terugneming van dit ontwerp onze toch reeds eerbiedige voorraad wetgevende abaeadabra niet is ver meerderd. De heffing van belasting op dc motorrij tuigen, d. z. automobielen en motorfietsen, heeft zoowaar nog tegenstanders, althans mopperaars en knabbelaar gevonden. En wat is toch billijker en natiuilijker, dan dat deze luxe-voor weipen net als équipages of rijwie len apaft zullen worden belast.? Men houdt waarlijk geen automobiel uit armoede, zelfs geen tweedehandsclie en hot gaat waarlijk niet aan, waar de paarden als aparte grond slag in de personeele belasting gelden, de automobielen enkel als „meubilair" aan te slaan. Mot antipathie tegen bet automobilis me, zooals de lieer Berch van Heemstede bet trachtte voor te stellen, had hot ontwerp niets uit te staan. De belasting zal alleen geheven worden van p 1 o i z i e r rijtuigen, om het zoo maar eens uit te drukken. Een éénpersoons motorfiets zaJ voor 6, een meerporsoons dito voor 8 worden aangeslagen. De automobielen, al naar gelang van de paardekrachten van 30 rtofc 250, en de electromotoren met ƒ120. Voor rijtuigen die hoofdzakelijk voor hot, bedrijf, maar ook voor het ploizier die nen, wordt eene reductie gege\on. Als iemand vergeet zijn motorrijtuig op te geven, wordt zijne belasting met 50 percent verhoogd. De opposanten zongen 'n sehoonen sirenen zang. De 'heer Ascli \nn Wijck rond dat dc belasting to vroeg kwam. De minister moest niet don automobiokmnkoop in ons Vaderland tegenhouden door deze belasting (net alsof iemand, die cene automobiel wil koopeti van ƒ25.000 zich door de 250 be lasting, daarop zal laten terughouden) maar wachten tot zoowat iedereen, die daarvoor in de termen valt, zich cr ecne heeft aange schaft, en dun de hand leggen op het ne-d met gouden eieren. Ja, zei Minister Kelkman, onder dave rend gelach, dat alles Is heel mooi, maar 't herinnert mij aan het Duitschc versje, dat doorging voor het morgengebed van den Beriijnsehon höfpredikant Blocker, don be kenden anti-semiet, die eerst vroeg dat de Roo- dc Zoo zich weer in twee helften zou splitsen als bij den doortocht der Israëlieten „Fest wie ein Saulemvand, IJnd wenn in dieser groszen Rinne Die ganzc Automobifechaft (zeg ik nu 1st drinnen licrr, maohet dann die klappe zu, Dann hat die Weit schon wieder Ruli. Neen, zei de minister terecht, ik kijk eenvoudig naar deze waagWelk veimocden \an grootere vertering geeft het houden van een dergelijk rijtuig? En dan ben ik tot de conclusie gekomen, dat het houden van een automobiel rijtuig moet gaan vergoeden het geen dientengevolge de vermindering in op brengst van dc paardenbelasting ons zoo zoetjes aan begint te ontnemen. Wij, die zoo best de zon in hot water kun nen zien schijnen, zullen ons maar niet af vingen of het aangaat voor een minister in oen christelijk ministerie, eon grapje te ma ken, waarin het wonder van de Roode Zee wordt gemengd. De anti-revolutionaire broe ders zijn zeer gevoelig op dit punt, en de anti-revolutionaire pers heeft dit in do laat ste dagen weer getoond, door zich bijzonder boos te maken over het feit dat het dag blad „De Telegraaf", naar aanleiding van Dr. Kuyper's, gelukkig goed afgeloopen, val in dc Tweede Kamer, eenige teksten aan haalde, die op liet geval min of meer toepasselijk waren, o. a. Genesis XVII vs. 13,,Toen viel Abraham op zijn gezicht." Enfin, wij hebben gelukkig niet te waken o\er dc snaak«ehheden van onzen minister van Financiën, hij moet zulks maat1 met zijne Calvinistische coalitiebroederen uitvechten, als er gevochten wordt, wet niet waarschijn lijk is, want lederen dag buigt de Calvinis tische ruggegraai. dieper voor Rome, dat van zijn kant natuurlijk dwaas zou doen die haar vooideelige onderdanigheid af tc wijzen. Maar wij zouden afdwalen. Wij zullen ons niet lang bezighouden mot don strijd over dc amendementen, die nage noeg alle ei worpen zijn. Een amendement om die wet eerst tc doen ingaan met 1 Ja nuari 1910, en dus de automobielen dit heele jaar 1909 nog vrij van belasting te stel len, ook al ingediend door den heer Van Asch van Wijck, kon slechts 17 stemmen halen. Alleen weid door de Regening een amendement o\ergonomen van den heer Van Doorn, waardoor do aangeslagene in de belasting meer waarborgen inkregen heeft dan bet ontweip gaf, dat de billijkheid tegenoier hem zal worden betracht. Wij kunnen niet zeggen dat dc heeren, die pogingen gedaan hebben om de „auto mobilisten" tegen bet ontwerp der Eegecring in bescherming tc nemen een gelukkig figuur hebben geslagen. De Tweede Kamer beeft hen mot gioolo meerdnheid uit alle partijen in het ongelijk gesteld, on daar was reden mor. Waar zoowel Links als Rechts hierin samen gaan, dat „voorwerpen van weelde" schiodenis was zeer allcdaagsch. Het aar dige, kokette ding, dat een zoo grooto plaafs in mijn hart innam, bedroog mij eenvoudig mot ecu zoogenaamden goeden vriend. Ik heb hem er voor doon boeten dat weet je. De wond iu mijn hart heeft nog heel lang gebloed smart, be- leedigde trots, ijdelhcid: van alles wat. Ik heb er betrekkelijk lang aan geleden en dat moet men eigenlijk niet doon; men verzuimt te veel, en dat was voor mij heolemaal niet geschikt. En toen ik mijn oogen weer opende en rondkeek, -zag ik niemand, die mij waard leek mijn mooie vrijheid op te offeren. Wat ik zoo van de vrouwen had loeren kennen, nu: ik dank je. Je hebt het gelukkig getroffen en kunt er niet over meepraten. Een zoogenaamde goede, bekrompen vrouw zou aan mijn zijde waarschijnlijk ongelukkig zijn geworden en do zoogenaamde intellectueelo vrouwen van tegenwoordig Jongen, leef eens tien jaar in Berlijn." „Maar jc zoudl toch ook' wel een goede en verstandige vrouw kunnen vinden."1 „Buitengesloten. Die waren er ten tijde van onze moeders; verstandige meisjes, die bovendien nog een beroep uitoefenon, volgen eon bepaalden tondenz; zij worden eenzijdig, en haar vrouwelijke eigenschap pen verdwijnen. Nu, zoo gaat het ook wel: >n eenzame uren helpen goede hoe ken en voor de rest troost mij dc ongehin derde vrijheid, zooals mijn grootmoeder placht te zeggen. Geloof jij, dat ik nu om eou beetje te ,r o d c 1 n naar de Tirolor bergen zou kunnen gaan, wanneer een Stacker zei natuurlijkJudon- schaft. in de eerste plaats voor belastingheffing in aanmerking komen, was dit ontwerp voor allen aannemelijk. Met hot ontwerp tot verbetering van de Waal trad onze nieuwe minister van Water staat, de heer Regout voor de eerste maal voor de Tweede Kamer, en het scheen dat hij de handen vol zou hebben om dit ont werp dat zoowel voor de Binncnkindsche scheepvaart als voor onze internationale be trekkingen van belang is te verdedigen. Men zal ll h 2j millioen besteden om de rivier op de vercischte diepte te brengen, en dat werk zal over 8 jaren verdeeld worden. Men heeft afgezien van een grooter en duur der plan van den hoofdingenieur van de rivieren dat 6 millioen zou kosten. Zondert, men den heer Dely uit, die onder reserve en de heeren Plate en Mees, die het ontwerp warm steunden, dan stond daar cene groote schaar van bestrijders. De heer Smeenge, president van Schuttevaer, kwam op tegen het leggen van de grondkribben, die de binnenschipper!} in hare vaart zouden belemmeren, en kwam op voor de grintbag- geraars die door diezelfde kribben in hun bedrijf worden geschaad. De heer Tydeman vreesde, dat dit „goedkoope" plan maar half werk zou wezen, en dus te „duur" zou wor den, herinnerde aan de oude spreuk, dat goedkoop duurkoop is, en wees op het groote nadeel dat ook de steenfabrikanten van die kribben zullen hebben. En voor de binnen schipperij cn de grindbaggeraars en voor de steenfabrikanten (tradon ook de heeren Van Duymaer van Twist, van Dedcm, Duynstee en Van Nispen tot Sevenaer (Nijmegen) uit hunne tenten, waarvan de laatste een bij zonder beste speech hield, volgens het oude recept, glashelder, met die gelukkige groc- peerine: van argumenten die hot luisteren zoo gemakkelijk maakt. Waarlijk, de nieuwe minister kon terecht zeggen: „wee mij, wat word ik, arme van alle kanten bestookt,"vooral waar aangedrongen was op eene Staatscom missie om deze zaak andermaal in onder zoek to nemen. Maar die „arme" kwam, zag en over won. Men kende uit de Eerste Kamer den heer Regout als OHuomend spreker, en te vens als den man van zoo groote zelf kennis, dat hij nimmer het Woord nam, als hij niet inderdaad wat te zeggen had, maareen goed Kamerlid is dikwijls tegengevallen als minister. En do heer Re gout kon bijna niet anders dan tegenvallen, omdat hij mot zoo uitbundige hosanna's was ingehaald, omdat de verwachtingen zóó hoog omtrent hem waren gespannen. Dat dit niet gebeurd is, dat integendeel dc minister een schootvc triomf heeft bc- haafd, geeft opnieuw de overtuiging, dat do nieuw opgetreden minister van Water staat een niet geringe aanwinst is voor het kabinet. Wat in den heer Regout zoo bijzonder aantrekt, is zijn groote bescheidenheid. Als zijn collega Talma daaraan eens denkt, zal hij misschien zich kunnen veiklaren, waar om hij bij zijn begrooting zoo'n treurig figuur heeft gemaakt, waarom ook een groot deel van zijn eigen coalitie tegen hom heeft gestemd. Maar dit tusschen haakjes. De heer Regout dau heeft in een zeer geluk kige redevoering, met veel klem, maar met die bescheidenheid, die den minister, op Hit speciale punt leek, past, de aange voerde bezwaren ontzenuwd. Natuurlijk is het groote plan van den hoofdingenieur beter, maar het is te duur. Mijn betreurde voorganger, aldus de heer Regout, heeft eigenlijk verkeerd gedaan, de Kamer daar mee in kennis te stellen, die daardoor in het geval verkeert van een trouwlustige, die men naast het eenvoudige, degelijke vrouwtje, dat hem past, hoeft haten zien een beeldsehoone, zeer degelijke, maar weelderig uitgedoste, eu dus voor hem te dure bruid, en die nu mot deze laatste voor oogen een tijdlang noodig heeft om weer tot het juiste inzicht te komen, welke bruid hom eigenlijk past. Inderdaad, een geluk kige vergelijking, en de eenige humoristi sche uiting, die de spreker zich veroorloof de. Alweer zeer goed gezien, naast den geestigen en johgen Heemskerk en den snaakschen Kolkman behoeft het humoris tische element in dit kabinet met versterkt. De minister gaf blijk, dat lnj het ont werp k fonds had bestudeerd, en de voor lichting van zijn hoofdambtenaren had hem niet gebracht tot een van buiten geleerd lesje, maar tot oen behoorlijk gemotiveerd zelfstandig oordeel. En toen de minister dc verzekering gaf, dat alle ingebrachte bezwaren nog eens ernstig zouden worden overwogen, had hij het pleit gewonnen. Bijzonder trof het slot der redevoering, waarin de spreker verze kerde, dat, als de Kamer niet overtuigd was, na hetgeen door hem was gezegd, dat het ontwerp met groote meerderheid verdiende aangenomen te worden, dit niet lag aan het ontwerp, maar aan hem, spre ker, die, als zijnde geen deskundige, niet genoeg in staat was de mérites daarvan voldoende naar voren te brengen. Hier werd het bekende spreekwoord: „Bescheidenheit ist eine Zier, Doch kommt man weiter ohne ihr", te schande gemaakt, want het ontwerp werd met algemeene stemmen aangenomen. Een kleine kwestie was er over het wets ontwerp, waarhij do goedkeuring op de onteigening werd gevraagd van een deel der Bocrhavestraat ten behoeve van den Rijnspoorweg te Amsterdam. De hoer Bloo ker had zeker niet geheel ongelijk, toen hij het een sluipweg noemde, dat de Staat, nu hij het proces togen de eigenaren van den grond, waarop de overweg ligt, ver loren heeft, tot onteigening overging. Ook hier moest echter, zooals zoo dikwijls ge beurt, het hijzonder belang wijken voor het algemeene; door het openhouden van dien gezin mij aan banden hield? Ja, als 't nu nog een vrouw alleen was, maar die heeft tantes cn ooms, neven en nichten, een moe der, zustors, en die allen, huwt men ge woonlijk mede." „Ik zie het al, jij bent een verstokt vrij gezel." Op dit oogetiblik stond in do afdeoling naast do hunne, eon dame op, die haar liandtaschjo uit het net ham, oen eenvou dige, maar voorname vei schijning, met moote donkerbruine oogen en een vast beraden trek om den mond. Toen zij zich omwendde, wierp zij een onderzoekenden blik op do beide heeren, vooial op hom, die zich als een hartstochtelijk tegenstan der van hot huwelijk had doen kennen. De heeren, die dc dame met opgemerkt hadden, keken elkaar wol een beetje ver legen aan. „Nu, die weet nu al wat ze aan jou heeft," zeide dr. Peters. „Dat mag ze, wat kan mij dal schelen?" Zij spraken verder over algemeene din gen, over do practijk van den een, onder- zockingsrcizen van den «ander, en ook over het genot van wintersport. Aan oen klein station stapto de dame uit, hartelijk goeden dag gezegd door twee andere dames. Energiek stapto zij weg. „Daar zit ras in."' „Maar zo hoeft ook Iwoe t.autes, want ik geloof zeker, dat die dames haar tan tes zijn." De dame keek nog eenmaal om naar den trein, die zich juist in beweging zette een spottend hachje speelde om haar trekken. Aan het volgende station verliet ook Frits von Schieben den trein. Do beide oude vrienden namen harte lijk afscheid van elkaar, het wederzien had hen beiderzijds genoegen gechaan. „Kom mij en do mijnon eens opzoeken, 't is heusch de moeite waaid." „Ik kom, ik beloof het je stellig." „Dr. Peters keek met welgevallen do flinke gestalte van zijn vriend na. Wat had die goede kerel nu aan zijn groot vermogen? Zijn zoogenaamde vrijheid? Hij zou niet met hem willen ruilen en bekeek het portret van zijn vrouw eu kinderen met blijkbaar welgevallen. Fritz von Schieben liep opgewekt op dezen Kelderen frisschen winterdag. Zijn koffer had hij vooruit gezonden; de tasch op zijn rug, die het allernoodigste bevatte, drukte hom niet, Zijn r o d e 1 n s c h 1 i t- t e n stond boven in hot boerenhuis, waar hij ieder jaar zijn intrek nam. Na eon opwekkende bergwandeling van drie uur, die hom tc midden van de zwij gende, witte worold bracht, had hij hel gastvrije lniis bereikt. Met welgevallen ademde hij do frissche lucht in. Hier vond hij do wereld het mooiste, alles wat hem anders wel eens drukte, verdween hier. Bij zijn aankomst wachtte hem een klei ne teleurstelling. Hij kon zjjn oude hook- kamer niet krijgen. „Kjjk," zeide Mary ,de kn.appe dochter, hem, „een d.ame heeft die kamer van u telegrafisch besteld en wij konden piot weigeren. Van 't zomer is zij ook al hier geweest en het is haar hier best bevallen. Een fijne d«ame is het, en ze is dokter, zoo'n nienwerwetsche." Fritz vloekte bij zichzelf. Zelfs hier, op dit zoo goed als onbekende plekje der aarde, had men geen rast van die moderne vrouwen een zelfstandige, vrouwelij ke dokter, die om te r o d e 1 n naar de bergen g«aat en waarachtig juist daar, waar ook hij zijn anker h.ad neergelaten. De andere kamer was ten slotte ook wel aangenaam; het uitzicht was niet min der on zij kon beter verwarmd worden: maar er was toch een schaduw gevallen op zijn overigens good humeur. Den vol genden dag kwam de dame ook aan. Fritz had eon bergtocht ondernomen, om haar niet dadelijk te behoeven te zien, maar een der volgende dagen kon toch een ont moeting niet uitblijven. En toen zij elka.ar zagen, stonden zij een oogenblik sprake loos. Hij herkende zijn reisgcnoole dadelijk, die onvrijwillig getuige was geweest van zijn intieme uitbatingen over do vrouw en het huwelijk. „Nu ja, wat komt het er ten slotie op .aan," dacht hij en hij besloot do doktores met het smalend lachje volkomen to negeeren. En daar had hij licel goed slag van. In den middag zongen de doktoros eu Mary volksliederen met citherbegeleidmg voor een vrouwelijke tokt er was de mezzosopraan ongewoon sympathiek, maar do heer von Schieben was zoo onverstan dig zich in te beelden, d«at dit gezang zijn s«i SCHIEDAMSCHE COURANT R

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1909 | | pagina 5