YalMeesten it MjaitseMari.
overweg gebeuren er tal van ongelukken,
en de heer Blooker, dit ook wel inziende,
vroeg geen hoofdelijke stemming. Waar het
om menschenlevens gaat, i's een geneesheer
als Dr. 'Blooker natuurlijk de laatste om
die aan een soort rechthaberei op te offeren.
En men kan zich bij dit alles, al is het
niet strikt in orde, te eerder neerleggen,
omdat do onteigenden of, om ons juister
uit te drukken, zij, die onteigend zullen
worden, altijd ruimschoots worden schade
loos gesteld. Over het algemeen heeft men
er niet zooveel tegen om onteigend te
worden.
Een aanvang is gemaakt met de behan
deling van de motie-Schaper, luidende:
„Do ICamer, van oordeel, dat,
naast de grootst mogelijke be
perking van den nachtarbeid en
hetere bescherming van kinde
ren en jeugdige personen, de wet
telijke beperking van den ar
beidsduur voor alle volwass'en
arbeiders, en wel tot tien uren
per etmaal, gewenscht is, gaat
over tot de orde van den dag."
Het is een oud rijmpje, dat 8 uur wex--
ken, 8 uur slapen, 8 uur vrij zijn een ge
zonde leefregel is. En wie komt daaraan
toe onder de loontrekkenden, hoe lang zou
het duren voor onze moderne maatschappij
zich daaraan zou kunnen aanpassen? liet
pleit dan ook voor hot gezond verstand
van den voorsteller en de revisionistische
fractie, waartoe hij behoort, dat hij zich,
een half ei boven een leege dop verkie
zende, vooralsnog tevreden stelt met een
uitspraak voor don tienurendag.
In een' zeer bezadigde cn godocumen
teerde rede liet de heer Schaper achter
eenvolgens de nadeelen van den te langen
arbeidsduur de revue passeeren, na aan
getoond te hebben hoo treurig lang in vele
bedrijven die arbeidsduur is, en na er op
gewezen te hebben,hoe de zwakke von-
nissen van onze kantonrechters weinig be
vorderhik zijn aan een stipt naleven der
Arbeidswetten. Kinderarbeid cn nachtarbeid
zijn nog veel te veel voorkomende gevallen,
al zijn er wettelijke bepalingen; maar ook
de volwassenen, reeds voor een deel bo
schermd door do Veiligheidswet, dienen,
van den aTbeidstredmolen verlost te wor
den door het bepalen van een maximum-
arbeidsduur. Die beperking is noodig uit
een oogpunt van gezondheid, zedelijkheid,
familieleven en beschaving, en met de fei
ten toonde spreker aan, dat die beperking
wel verre van, zooals de legende luidt, het
drankmibbnuk in de hand te werken, dit
doet verminderen. Hij kan zich daarvoor
trouwens ook op christelijke autoriteiten
beroepen. De invoering van den tienuren
dag zal het bedrijf sterker maken, en waar
spreker wist, dat zijn motie door tal van
leden vnn links en vele katholieken zou
worden gesteund, riep hij ook de Patri
moniummannen op om door aanneming
vari zijn motie or toe mede te werken de
Regeering uit te noodigen, tot de door hem
gewenschto wettelijke regeling over te gaan
Dr. De Visser zou tegen de motie stem
men; men wist niet of de arbeiders ze
wenschten. (Mogen wij den afgevaardigde
voor Leiden opmerken, dat geen enkele wet
tot beperking van arbeid met ingenomen
beid is begroet door de betrokkenen, ver
suft als ze waren door den arbeidstred
molen, zich doodkijkende op enkele stui
vers gewin?) Het dogma van den tienureit
dag wenscht spreker niet naar voren te
schuiven. De werkgever en de arbeider
moeten het maar samen vinden, de wet
moet eerst ingrijpen als een neiging tot
een bepaalde richting zich vertoont, enz.
enz. Hot was of men een liberaal van 25
jaar geleden van het echte laisser faire
laisser aller hoorde.
De uitnoodiging aan Patrimonium, werd.
beantwoord door don hoor Van der Molen.
Ook hij was vóór beperking van nacht
arbeid, en van die voor jeugdige personen
bij de vrouwen wonschte hij echter onder
scheid te maken tusschen gehuwde en on
gehuwde. Hij heeft üever regeling van de
arbeidsweek dan van den arbeidsdag.
En de uniformiteit van de motie acht hij
een vioek; als Patrimoniumman wenscht
hij voor ieder bedrijf een zich daarbij aan
passende regeling.
Het ziet er dus uit, of de heer v. d. Mo
len togen zal stemmen, al sprak hij dit
niet met zooveel woorden uit, zijn rede
was trouwens door do vele zeer banale
historische uitweidingen, en den gezwol
len toon niet makkelijk te volgen.
Do heer Aalbeise daarentegen, bleek
voorstander onder zeker voorbehoud, maar
daar hij in zijn rede bleef steken, zullen
wij hetzelfde doen en het verdere verloop
der zaak tot aanstaande week laten rusten.
rust op ongepaste wijze verstooule, en
merkbaar daarover ontstemd, verliet hij on
beleefd hot vertrek. Toen hij een poosje
daarna, gereed om uit te gaan, de trap af
kwam, moest hij hooren hoe Mary tegen
de doktores zeide:
„Weet u, hij kan vrouwen, die gestu
deerd hebben, heelemaal niet uitstaan, want
hij noemt dat geen vrouwen, maar halv
boeken."
Zij lachte smakelijk en Fritz ergerde zich
over de praatzucht van de anders aardig
Mary.
Den volgenden dag had het noodlot hem
te pfikken. De zon had in den loop van
den dag vrij krachtig op enkele gedeelten
van de sneeuwbaan geschenen en de plot
seling ingevallen vorst had' die plekken
tot ijs gemaakt. Niettegenstaande de waar
schuwende woorden der boeren was hij
naar boven gegaan en was naar beneden
willen sleeën. Maar toen hij twintig meter
naar beneden was gezakt en met een ver
stuikte voet naast zijn slee lag, had hij
spijt O', or zijn eigenzinnigheid. Zijn voet
deed hom leelijk pijn en hij deed geweldige
moeite kruipende een eind verder te komen
maar al spoedig moest hij dat opgeven. Hij
was in een onaangename poskie, wat er
niet boter op werd, toen een dichte nevel
als het ware van de bergen nederdaalde
en het geheele dal met een bijna ondoor
zichtig, dik wit gordijn overgoot. Fritz vond
het zeer onaangenaam om hulp te roepen,
maar er was niets aan te veranderen De
kans, "dat een van zijn ledematen zou af
vriezen, of dat hij hier den gcheelen nacht
zou moeten liggen, stemde hem buitenge
woon onaangenaam. IIij beproefde nogmaals
weer op de sneeuwbaan te komen, die in
den nevel nog wel te zien was. Met, lang
zaam trekken -en duwen van zijn geheele
(Slot).
München, Febr. 1909.
Er zit, zooals ik zei, meer respect in
t volk, dan in ons lieve vaderland.
Dat politieagenten uitgejouwd of niet
gehoorzaamd zouden worden,, is ondenk
baar. Voor hen bestaat een heilig ontzag
on toch treden zo bezadigd en kalm op
en slechts in de hoogste noodzakelijkheid.
Men staat hier heusch niet zooals hij ons,
steeds met één been voor den kantonrech
ter. 't Is waar, alles is „gomaszregelt",
doch bij nadere beschouwing slechts om
te kunnen straffen, als de omstan
digheden het eischen. Geen proces-verbaal-
tjes-jagerij, geen vitten op nietigheden,
zooals in Holland vaak al te dikwijls ge
beurt. Maar waar noodig, treedt de politie
met beslistheid op en dat juist bezorgt
haar m. i. het groote respect.
Toch is al die kalmte en orde, die hier
heerscht, niet het gevolg van hoogere be
schaving. Vertoeft men hier korten tijd,
dan krijgt men den indruk, als zou het
publiek zeer beschaafd zijn, afgaande op
uiterlijke beleefdheidsvormen, doch na lan
ger verblijf en bij nauwlettend Opmerken,
ontdekt men, dat het slechts een uiterst
dun laagje vernis is, gestreken op groven
ondergrond. Het groeten o. a. is belachelijk
overdreven. Zelfs twee loopjongens of
werklui wisselen een koninklijken groet,
terwijl zo zeggen: „Ilabe die Ehre". Voor
al in winkels vallen den vreemdeling de
overdreven beleefdheidsbetuigingen sterk
op. Zoodra men binnenkomt hoort men:
Griisz Gott, Ilabe die Ehre, Nah,
was wunscht denn der Herr? So, und
was sonst noch? Sonst nichts mehr?
Gcnügt's? So, danke schon, danke
vielmals, empfehle mich sehr, be-
ehren Sic uns bald wieder, atieu,
angenehme Unterhaltung, guten Tag."
En dat ratelt zoo den ganschen dag door,
zonder bijna te letten op de bijzondere
wenschen dei koopers. Daartegenover put
de klant zich uit in alle mogelijke lieve
woordjes, als kwam hij om een aalmoes.
Vele hoeren nemen reeds buiten voor de
deur den hoed af en blijven met ongedek-
ten hoofde wachten tot zij bediend zijn
en weer op straat staan.
Tot zelfs dokter on apotheker zeggen:
„Beêhren Sie uns wieder?" of: „Kommen
Sie bald wieder?" Of de doodgraver óók
die gewoonte heeft, heb ik nog niet bij
ondervinding.
Vakkennis is voor 't winkelpersoneel, ge
loof ik, bijzaak. Hoofdzaak is, dat ieder aan
gesproken wordt met zijn tilpl, bijv. „Grusz
Gott, Frau Obergehedmkonstitutionalse-
kretar", „Atieu Frau Professor", of „Frau
Doctor", of „Frau Director". Of die Pro
fessor wellicht goochelaar is, die Doctor
eeir poppenk 1 iniek heeft en die Director aan
't hoofd staat van een gedresseerde vlooicn-
of dikke-dame-spel, doet er minder toe; ze
voeren een „titel" en de winkelier beijvert
zich dien tientallen malen achtereen te
noemen. Alles geurlatterij, zelfs de klein
ste burger spreekt van „mein Herr Gemald"
en „moine Frau Gemaldin."
Breedsprakigheid en geleerde lesjes treft
men overal, tot zelfs bij tramconducteurs.
De bestuurders zijn 'de eenigen die zwijgen
al§ moffen. Al reed hun wagen zich er
gens op te pletter, dan zouden zo nog geen
boe of bah zeggen. De conducteurs daaren
tegen hoort men den ganschen dag auto
matisch dreunenNachste Haltestelle (bijv.
Bettofenstrasse), steigt denn Niemand aus?"
Het enkel noemen van de halte zou m. i.
voldoende zijn; men moet toch zelf weten
of men uit wil stappen of niet. Die
„Bettofenstrasse" is eigenlijk „Beethoven-
strasse". Als je 't maar weet, is 't heel
eenvoudig. Toch is 't kranig om vanzoo'n
dooden, ijskouden musicus nog een bedde-
w arm er (Bettofen) te maken.
Al die hoffelijkheid wordt echter op een
maal over boord geworpen, als er bijvoor
beeld wat te zien is. Dan dringen ze je
op zij, zooals bij ons een straatjongen doet
Als ze daardoor iets beter kunnen zien,
gaan ze gewoon boven op je ekstcroogen
staan. Op de tram zien ze er geen been in
je mooie plaatsje 'in te nemen, als je be-
leefheidshalve even op zij gaat, of je er
af te dringen als ze bang zijn geen plaats
te zullen krijgen. Dat do dames bij uitvoe
ringen met hun, hoedje, ongeveer met af
metingen van een aéroplane of te wel
vliegmachine, elk uitzicht benomen, is niet
iets wat haar hier extra verweten mag wor
den. Dat doen ze bij ons ook en zelfs in
Parijs, het centrum der beschaving. Wat
zóó algemeen gewoonte is, al is het dan
ook nog zoo onhebbelijk, hooit nu eenmaal
tot de bon-ton, en moet men zich laten wel
gevallen.
Niet alleen in manieren, doch ook in
kleeding hebben ze hier zoo iets parvenu
achtigs. De mannen zijn gewoonlijk nog
meer opgesmukt dan de vrouwen. De on
mogelijkste combinaties van kleuren en mo
dellen worden gekozen, zonder te vragen
of het dQP persoon in kwestie kleedt of
niet. VooiHl op het gebied van hecrenhoe-
den, Hoe belachelijker model hoe liever.
Een deuk hier en een duw daar, veel te
klein of te veel groot en dan nog op één
oor, dat is eerst mooi als het maar goed
in het oog loopt. Van „mode" geen spra
ke, ieder schept zich een eigen model. Hoe
schriller kleurschakeering, hoe liever. Om
maar iets te noemen: gele schoenen, rose
pantalon (van dat goed, waarvan hij ons
de visschersvrouwen wel ondei roken dra
gen), grijze, groot-geruite jas met staldeu
ren, veelkleurig vest, bloedroode das, ge
kleurd Irontje, wit, héél hoog booid, een
snor(retje), „es ist erreicht", en een hard
groen pluchen hoedje met een grooten
scheerkwast er op en over één oog om
geslagen, dat is, dunkt mij, toch wel een
rariteiten-verzameling, en toch loopen er
zoo.
Een hoed zonder zoo'n scheerkwast of
veer van een halven meter lang, en slechts
een paar centimeter breed, dat is eigen
lijk geen hoed. Een sjofel gekleed werkman
met een hoedje, dat door de grillige vormen
doet vermoeden, dat het 's nachts voor
slaapmuts wordt gebruikt, heeft toch min
stens een veertje er op, met elf 'zonder
bloemen, al ziet die veer er ook uit, of ie
lichaam, gelukte het hem, maar toen deed
de pijn in zijn voet hem bijna flauw val
len. Na eenigen tijd riep hij een paar maal
op de gebruikelijke manier „halloh" cn
eindelijk hoorde hij wat. De stem behoorde
niet aan een van de menschen van de
plaats, veeleer aan de doktoros, die het
niet gewaagd had, zich naar beneden te
laten glijden en dip nu langs de baan
naar beneden liep.
En Fnts was nu zoover, dat de persoon
van zijn helper of helpster hem volkomen
onverschillig liet.
De dame deed even verstandig als zij
er uitzag.
Kort stolde zij zich voor:
„Mijn naam is Werner, ik hen dokter,
permitteert u?"
Handig deed zij hem allereerst in een
gemakkelijker houding liggen, toen schonk
zij hom een klein beetje cognac in uit een
veldflescb, die zij op haar bergtochten
altijd bij-zich had.
„Men moet altijd maar het boste nemen
wat men krijgen kan," zeide zij. „Maar
wat moeten we nu verder doen. U kunt
niet loopen met uw voet en langer hier
blijven is ook niet raadzaam. En het werk
volk zit natuurlijk boneden in de kroeg.
Van hen is geen hulp te verwachten."
Fritz lachte flauwtjes.
„Wat bezorg ik u een moeite.'"
„Praat daar niet van. U zou mij in
dezelfde omstandigheden ook helpen. Over
principes behoeft bij een ontmoeting onder
omstandigheden als deze niet gesproken to
worden."
Zij was te voel vrouw om hem die
kleine hatelijkheid niet te slikken te geven.
Maar toon schaamde zij zich toch wel een
beetje en zeide
„Moed hebben wij beiden, niet waar?
Mijn slede is groot, ik zal beproeven u
naar beneden te brengen. Ik ben volko
men goed uitgerust en dus durf ik het
wel wagen de slee te sturen, u houdt u
aan mij vast en beproeft den gewonden
voet loodrecht to houden. Wanneer er
niets gebeurt, zijn wij in twintig minuten
beneden. Anders duurt hot maar twaalf
minuten, maar mot zoo'n nevel moet men
bij do bochten voorzichtig wezen.
Eerst wilde hij naar voorstel niet aan
nemen, maar ten slotte wist hij ook geen
beteren uitweg. Hij moest zijn pijn ver
bijten, maar toch scheen die minder te
worden, toen hij den moed en do zeker
heid bewonderde, waarmede zij de leiding
op zich nam. En hoe lager zij kwamen, des
to lichter werd het ook.
Toen -Fritz in zijn bed lag lekker,
want zijn voet was goed in koude com-
pressen gewikkeld kwam er een ver
andering in hem. Di heldere oogen en
het vriendelijke lachen wilden hem niet
uit de gedachten.
„Ik zal toch niet op mijn dokter ver
liefd worden," zeide hij en beproefde op
een kant te gaan liggen, maar toen herin
nerde zijn voet hem, dat hij een gehoor
zame patiënt moest zijn.
Hoe hij zich ook verzette, het hielp hem
niets, hij werd tot over zijn beide ooren
verliefd op zijn dokter, en zij beantwoord
de zijn gevoelens met een hartelijkheid,
waarover hij tevreden kon zijn. En zooals
zij hem later bekende, was dat al in de
coupée van don trein een beetje begonnen.
Toen zij eenigen tijd na hun huwelijk
een bezoek 'brachten aan dr. Peters, wa
ren zij pen vroolijk, opgewekt paar. Het
was toch wel aardig, zoo mot z'n tweeën
door hot leven te r o d e 1 n.
van een hanengevecht is overgebleven.
"VVat ook erg in den smaak is, dat is
een zilveren horloge-ketting, een hand
volgehangen met hanesporen, zwijnetanden,
breed, omspannende het halve onderlijf en
figuurtjes uit hertshoorn gesneden en een
heelen blikslagerswinkel eoremetaal, ver
overd op kermissen, door bijzondere „Leis-
tungen" op het hoofd van Jut of in schiet
tenten.
Of het nu zulke mooie mannen zijn om
zich zoo te versieren, daarvoor ben ik
geen bevoegd beoordeelaar, dat laat ik aan
de dames over. Persoonlijk schijnen zij er
we® van overtuigd. Ik las tenminste in
een huwelijks-advertentie dat een „Arbci-
ter" zichzelf aanprees als „eino sehr scho
ne Erschoinung".
Wat ik beter beoordeolen kan, is het
vrouwelijk geslacht. Helaas moet ik ge
tuigen (altijd volgens mijn opvatting, sma
ken verschillen) dat het „schoone" geslacht,
foeiNeen, daar had ik mij bijna ver
galoppeerd. Vooreerst herinner ik mij uit
mijn kindérjaren, dat mij geleerd werd nim
mer te mogen „zeggen", dat een vrouw
leelijk is en ten tweede kan men eigenlijk
bij een „schoon" geslacht niet spreken van
„leelijk". Schoon is en blijft schoon. Beter
is het dus te zoggen, dat er hier geen
schoon geslacht is.
En van een zwak geslacht kan men
ook niet spreken, want over het algemeen
zijn het mannetjesvinken, grooter en for-
scher dan de mannen. De meesten doen,
hoor in het oog loopende „roodliorstig-
heid", denken aan overmatig gebruik van
Lait d'Apy, of Pilules Orientales, of hoe
die andere opblazende middelen heeten. De
figuren zijn, hoewel zwaar, toch flink en
niet onelegant. Jammer dat er geen betere
kop op staat. Een mooi gezichtje is haast
zoo zeldzaam als een oase in de woestijn
of een stukje sucade in een modem kren
tenbrood.
Toch is ook hierbij weer een geluk bij
een ongeluk. Een huwelijk is eenvoudig
een handelszaak pn er wordt allerminst
op een ,mooi gezichtje of andere, deugden
gelet. „ScHnheit ist nicht von Bedeutung,
die JL-ptsach' das ist die Begleitung,
ping, ping", heb ik eens door een Duit-
scher hooren zingen. Het eenige, waarnaar
gevraagd wordt, is: „hoeveel breng jo mee?
ik bob zóóveel". Dagelijks ziet men
dertig, veertig huwelijksadvertenties, waar
in de steller of stelster te koop loopt met
al zijn of haar hebben en houen. Een paar
honderd mark zijn soms reeds voldoende
om een pude vrouw aan een jongen man
te helpen. Een jong meisje trouwt een
„pensioen" en «neemt er een mannelijke
„ruïne" bij. «Een jongmensch trouwt met
een kruidenierszaak of spekslagerij, waar
bij hij een versleten stuk zwak geslacht
van een driehonderd pond gewicht, als
meubelstuk overneemt.
Het is soms moeilijk om hot ,,'s lands
wijs, 's lands eer" te blijven respecteeren.
Om nog iets tot slot te noemen, is bijv.
bet vieren van „Sylvester", ons Oudejaars
avond.
Zijn wij meestal gewoon om dien avond
in den huiselijken kring kalm, en met
zekere plechtigheid ie vieren, bier blijft
geen oud wijf bij 't spinnewiel. Alles gaat
naar de kroeg, en beijvert zich, om nog
vóór 't nieuwe jaar aanbreekt, een Hin
ken brom in te hebben. Is het nieuwe
jaar aangebroken, dan dient dóór weer op
gedronken en „dann fangen sie wie
der von vorn har an".
Het eenige sympolüche, dat er bij dat
feest valt op te merken, is dit: op slag
van twaalf wordt het licht uitgedraaid.
In stilte worden de 12 slagen aangehoord
en het „nieuwe licht" wordt ontstoken.
Dat duistere oogonblik is hot eenige plech
tige, want onmiddellijk daarna viert Bac
chus weer hoogtij.
De waard, die tevoren warme punch,
meestal eigengemaakte, heeft laten rond
dienen en wel „gratis" (dat gebeurt
heusch maar één keer in 't heele jaar en
maar één glas), slaat met een potlepel
op een pan, houdt een reclamnc-iede voor
zijn zaak, waarbij hij zijn gasten eon-voor-
dcelig jaar wenscht, mot heel erg vee
dorst en hot lieve leven begint weer. De
meesten zien dan ook don len Januari
„dubbel", en hebben das eigenlijk een dag
meer in 't jaar dan een ander.
panlserdekschip „De Zeven Provinciën" op
15 dezer te kwart over twaalf te water
zal worden gelaten.
Z. K. II. Prins Hendrik zal de tewater
lating van den oorlogsbodem bewerkstel,
ligen.
Kulde aan H. M. de Koningin.
In een met afgevaardigden van verschil-
lende zangvercenigingen te 's-Gravenhage
gehouden bijeenkomst is besloten, om bij de
voorgenomen openluoht-zauguitvoering mej
instrumentale begeleiding bij gelegenheid van
do a.s/ heuglijke gebeurtenis in het Ko-
ninklijke Huis, bet volgend programma uit'
te voeren: I. Wilhelmus, orchestII. XXul-
de-fanfare, id.III, Koraal. Nun danket
allen Gott (zang door bet geheele publiek met
orchest) IV. Danklied (orebest)Va. Te
Deum Laudamus, van S. Neukomm, (koor
met orchest) b. Domino Salvam fac reri-
nam nostrum, van A. Giesen (koor met or
chest) VI. Wien Nocrlandsch Bloed, 3 cou-
pletten (zang door het geheele publiek mot
orchest) VII. Wilhelmus (orchest).
Boud van vrije liberalen.
Hot „Hbld." verneemt dat tegen bet ein
de dezer maand door den Bond van Vrije
Liberalen, afdeeling Amsterdam, een tweede
algcmeerte vergadering zal worden belegd,
waarin verschillende sprekers het woord
zullen voeren.
Mr. S. van Houten, oud-minister, zal
spreken over „De politieke constellatie", de
heer J. van Hasselt, oud-directeur van
P. W., R'ctiam, over „De spoorweguibla-eiding
om Amsterdam", en de eerste-luitenant P.
Donk, adjudant van den commandant van
de eerste divisie, over de vraag: „Waarom
geen volksleger?"
Ook voor de maand April is reeds een
vergadering met verschillende sprekera be
legd.
Depulatenvergaderlng.
In de Deputatenvergadering dor antirevo-
lutionnaire partij, te Utrecht, zal, naar hot
,Hbld." verneemt, het volgende program ran
actie voor de stembus van 1909 worden
voorgesteld
lo. Invoering van het gezinshoofdenkies-
reeht.
2o. Invoering van verplichte verzekering.
3o. Herziening van ons tarief van invoer
rechten, cenerzijds ten einde uit zijn hoogere
opbrengst de middelen te vinden voor de
invoering der verplichte verzekering ver-
eïscht, en anderzijds om onze nationale nij
verheid tegen te ongelijke concurrentie met
het buitenland te vrijwaren en den mriiona-
len arbeid te bevorderen.
4o. Meerdere gelijkstelling in de bijdrage
uit de publieke kus van het bijzonder mot
het openbaar lager onderwijs, voor wat aan
gaat de voorziening in schoolloealiteit, de
uitbetaling der bijdragen en de opleiding van
onderwijzers.
Yervalschlng van een caniltibdenlljst.
Het is door een toeval gebleken, dat
er op een candidatenlijst te Huisscn eeni
ge valsche handteekoningen van kiezers
voorkomen, en, naar men verzekert, staat
er de naam op van iemand, die zelfs ver
klaard heeft, niet te kunnen schrijven. Do
politie hoeft daarop een onderzoek inge
steld en het is haar mogen gelukken ^den
maker dier handteekoningen te ontdokken
Na een kort verhoor heeft hij bekend
en van het feit is proces-verbaal opge
maakt. („A. Ct.")
BIHKEMiAKD.
Prins Hendrik In öuitsehland,
Z. K. II. de Prins der Nederlanden zrf,
tijdens zijn verblijf te Berlijn, waar de aan
komst heden zal plaats hebben, weder af
stappen aan het Hotel Continental. Inden
nacht van Zondag op Maandag keert Z.
K. 11. naar 's-Gravenhage terug, om daar
ten 12 uur 's middags aan te komen.
Be commissaris-benoeming in Gelderland.
Uit goede bron wordt ons het bericht
bevestigd, dat binnenkort de benoeming is
te verwachten van E. C. baron Sweerts
de Landas Wyborgh, burgemeester der re
sidentie, tot Commissaris der Koningin
in Gelderland.
Het is ons bekend, dat baron Sweerts
in elk geval voornemens moet zijn te ver
zoeken hem in 1910, als zijn benoemings
tijd verstreken zal zijn, niet meer voor een
herbenoeming als burgemeester van 's-Gra-
venhago in aanmerking to doen komen.
„De Zeven Provinciën''.
Hel „Hbl," deelt mede, dat II, M.'s
Vredespaleis.
De bcgrootingscommissie uit het Deenscho
Folketing luid do regeering aanbevolen Dc-
nemarkens bijdrage tot den bouw van het
vredespaleis in Den llaag te laten bestaan
uit een hoeveelheid Deen&ch graniet. De
Minister van BiiitenbincLche Zaken zei
Woensdag in het Folketing, dat bij dat een
goed plan vond en zou zien dal het wordt'
uitgevoerd.
Yereen. Ambtenaren Amsterdam.
De Vcreeniging van ambtenaren bij den
technischcn dienst van de gemeente Amster
dam, vergaderde gisterenaiond. liet onlangs
medegedeeld voorstel, ingediend door 41
leden en gesteund door bel bestuur, tot ont
landing der vcreeniging en oprichting eener
nieuwe vcreeniging, met hot oogmerk, te
komen tot afscheiding van den Bond van ge
meenteambtenaren, aangezien gebleken rt
dat de uiterste linkerzijde in dien bond
tot samenwerking niet bereid is, kon echter
niet in behandeling komen, omdat het W-
eischte aantal leden niet aanwezig was. Aan
bet bestuur werd opgedragen de afscheiding
van den bond voor te bereiden.
Assen's eeuwfeest.
Op 13 dezer zal het 100 jaar geleden 7jja'
dat Assen door koning Lodewijk Napoleon
tot stad werd verhoven. Op 12 Maart 1808
bracht de koning een bezoek aan Assen, Den
volgenden dag werd liet besluit geteeken
waarbij, met liet oog op de gelukkige lig
ging van liet dorp Assen, dat toen 700 2i>elen
telde, in het- centrum van bot departenien
Drente, dit dorp tot den rang van stad we
verheven. liet 100 II.A. groote sterren
bosch, tot dusver tot de domeingronden
behoorende, werd aan de stad geschonken-
Daarbij voegde de koning een gift vaa
f 20.000 om in liet gebrek aan woningen te
voorzien. Aan den Minister van Binnen
landsche Zaken werd opgedragen een ontwerp
Voor een regelmatige bebouwing der stad
doen vervaardigen, waarbij op een bevolk"1?
van ongeveer 6000 zielen moest gelreken
worden. Dit plan weid opgemaakt door W
(„Vad.">