YalMeesten it MjaitseMari. overweg gebeuren er tal van ongelukken, en de heer Blooker, dit ook wel inziende, vroeg geen hoofdelijke stemming. Waar het om menschenlevens gaat, i's een geneesheer als Dr. 'Blooker natuurlijk de laatste om die aan een soort rechthaberei op te offeren. En men kan zich bij dit alles, al is het niet strikt in orde, te eerder neerleggen, omdat do onteigenden of, om ons juister uit te drukken, zij, die onteigend zullen worden, altijd ruimschoots worden schade loos gesteld. Over het algemeen heeft men er niet zooveel tegen om onteigend te worden. Een aanvang is gemaakt met de behan deling van de motie-Schaper, luidende: „Do ICamer, van oordeel, dat, naast de grootst mogelijke be perking van den nachtarbeid en hetere bescherming van kinde ren en jeugdige personen, de wet telijke beperking van den ar beidsduur voor alle volwass'en arbeiders, en wel tot tien uren per etmaal, gewenscht is, gaat over tot de orde van den dag." Het is een oud rijmpje, dat 8 uur wex-- ken, 8 uur slapen, 8 uur vrij zijn een ge zonde leefregel is. En wie komt daaraan toe onder de loontrekkenden, hoe lang zou het duren voor onze moderne maatschappij zich daaraan zou kunnen aanpassen? liet pleit dan ook voor hot gezond verstand van den voorsteller en de revisionistische fractie, waartoe hij behoort, dat hij zich, een half ei boven een leege dop verkie zende, vooralsnog tevreden stelt met een uitspraak voor don tienurendag. In een' zeer bezadigde cn godocumen teerde rede liet de heer Schaper achter eenvolgens de nadeelen van den te langen arbeidsduur de revue passeeren, na aan getoond te hebben hoo treurig lang in vele bedrijven die arbeidsduur is, en na er op gewezen te hebben,hoe de zwakke von- nissen van onze kantonrechters weinig be vorderhik zijn aan een stipt naleven der Arbeidswetten. Kinderarbeid cn nachtarbeid zijn nog veel te veel voorkomende gevallen, al zijn er wettelijke bepalingen; maar ook de volwassenen, reeds voor een deel bo schermd door do Veiligheidswet, dienen, van den aTbeidstredmolen verlost te wor den door het bepalen van een maximum- arbeidsduur. Die beperking is noodig uit een oogpunt van gezondheid, zedelijkheid, familieleven en beschaving, en met de fei ten toonde spreker aan, dat die beperking wel verre van, zooals de legende luidt, het drankmibbnuk in de hand te werken, dit doet verminderen. Hij kan zich daarvoor trouwens ook op christelijke autoriteiten beroepen. De invoering van den tienuren dag zal het bedrijf sterker maken, en waar spreker wist, dat zijn motie door tal van leden vnn links en vele katholieken zou worden gesteund, riep hij ook de Patri moniummannen op om door aanneming vari zijn motie or toe mede te werken de Regeering uit te noodigen, tot de door hem gewenschto wettelijke regeling over te gaan Dr. De Visser zou tegen de motie stem men; men wist niet of de arbeiders ze wenschten. (Mogen wij den afgevaardigde voor Leiden opmerken, dat geen enkele wet tot beperking van arbeid met ingenomen beid is begroet door de betrokkenen, ver suft als ze waren door den arbeidstred molen, zich doodkijkende op enkele stui vers gewin?) Het dogma van den tienureit dag wenscht spreker niet naar voren te schuiven. De werkgever en de arbeider moeten het maar samen vinden, de wet moet eerst ingrijpen als een neiging tot een bepaalde richting zich vertoont, enz. enz. Hot was of men een liberaal van 25 jaar geleden van het echte laisser faire laisser aller hoorde. De uitnoodiging aan Patrimonium, werd. beantwoord door don hoor Van der Molen. Ook hij was vóór beperking van nacht arbeid, en van die voor jeugdige personen bij de vrouwen wonschte hij echter onder scheid te maken tusschen gehuwde en on gehuwde. Hij heeft üever regeling van de arbeidsweek dan van den arbeidsdag. En de uniformiteit van de motie acht hij een vioek; als Patrimoniumman wenscht hij voor ieder bedrijf een zich daarbij aan passende regeling. Het ziet er dus uit, of de heer v. d. Mo len togen zal stemmen, al sprak hij dit niet met zooveel woorden uit, zijn rede was trouwens door do vele zeer banale historische uitweidingen, en den gezwol len toon niet makkelijk te volgen. Do heer Aalbeise daarentegen, bleek voorstander onder zeker voorbehoud, maar daar hij in zijn rede bleef steken, zullen wij hetzelfde doen en het verdere verloop der zaak tot aanstaande week laten rusten. rust op ongepaste wijze verstooule, en merkbaar daarover ontstemd, verliet hij on beleefd hot vertrek. Toen hij een poosje daarna, gereed om uit te gaan, de trap af kwam, moest hij hooren hoe Mary tegen de doktores zeide: „Weet u, hij kan vrouwen, die gestu deerd hebben, heelemaal niet uitstaan, want hij noemt dat geen vrouwen, maar halv boeken." Zij lachte smakelijk en Fritz ergerde zich over de praatzucht van de anders aardig Mary. Den volgenden dag had het noodlot hem te pfikken. De zon had in den loop van den dag vrij krachtig op enkele gedeelten van de sneeuwbaan geschenen en de plot seling ingevallen vorst had' die plekken tot ijs gemaakt. Niettegenstaande de waar schuwende woorden der boeren was hij naar boven gegaan en was naar beneden willen sleeën. Maar toen hij twintig meter naar beneden was gezakt en met een ver stuikte voet naast zijn slee lag, had hij spijt O', or zijn eigenzinnigheid. Zijn voet deed hom leelijk pijn en hij deed geweldige moeite kruipende een eind verder te komen maar al spoedig moest hij dat opgeven. Hij was in een onaangename poskie, wat er niet boter op werd, toen een dichte nevel als het ware van de bergen nederdaalde en het geheele dal met een bijna ondoor zichtig, dik wit gordijn overgoot. Fritz vond het zeer onaangenaam om hulp te roepen, maar er was niets aan te veranderen De kans, "dat een van zijn ledematen zou af vriezen, of dat hij hier den gcheelen nacht zou moeten liggen, stemde hem buitenge woon onaangenaam. IIij beproefde nogmaals weer op de sneeuwbaan te komen, die in den nevel nog wel te zien was. Met, lang zaam trekken -en duwen van zijn geheele (Slot). München, Febr. 1909. Er zit, zooals ik zei, meer respect in t volk, dan in ons lieve vaderland. Dat politieagenten uitgejouwd of niet gehoorzaamd zouden worden,, is ondenk baar. Voor hen bestaat een heilig ontzag on toch treden zo bezadigd en kalm op en slechts in de hoogste noodzakelijkheid. Men staat hier heusch niet zooals hij ons, steeds met één been voor den kantonrech ter. 't Is waar, alles is „gomaszregelt", doch bij nadere beschouwing slechts om te kunnen straffen, als de omstan digheden het eischen. Geen proces-verbaal- tjes-jagerij, geen vitten op nietigheden, zooals in Holland vaak al te dikwijls ge beurt. Maar waar noodig, treedt de politie met beslistheid op en dat juist bezorgt haar m. i. het groote respect. Toch is al die kalmte en orde, die hier heerscht, niet het gevolg van hoogere be schaving. Vertoeft men hier korten tijd, dan krijgt men den indruk, als zou het publiek zeer beschaafd zijn, afgaande op uiterlijke beleefdheidsvormen, doch na lan ger verblijf en bij nauwlettend Opmerken, ontdekt men, dat het slechts een uiterst dun laagje vernis is, gestreken op groven ondergrond. Het groeten o. a. is belachelijk overdreven. Zelfs twee loopjongens of werklui wisselen een koninklijken groet, terwijl zo zeggen: „Ilabe die Ehre". Voor al in winkels vallen den vreemdeling de overdreven beleefdheidsbetuigingen sterk op. Zoodra men binnenkomt hoort men: Griisz Gott, Ilabe die Ehre, Nah, was wunscht denn der Herr? So, und was sonst noch? Sonst nichts mehr? Gcnügt's? So, danke schon, danke vielmals, empfehle mich sehr, be- ehren Sic uns bald wieder, atieu, angenehme Unterhaltung, guten Tag." En dat ratelt zoo den ganschen dag door, zonder bijna te letten op de bijzondere wenschen dei koopers. Daartegenover put de klant zich uit in alle mogelijke lieve woordjes, als kwam hij om een aalmoes. Vele hoeren nemen reeds buiten voor de deur den hoed af en blijven met ongedek- ten hoofde wachten tot zij bediend zijn en weer op straat staan. Tot zelfs dokter on apotheker zeggen: „Beêhren Sie uns wieder?" of: „Kommen Sie bald wieder?" Of de doodgraver óók die gewoonte heeft, heb ik nog niet bij ondervinding. Vakkennis is voor 't winkelpersoneel, ge loof ik, bijzaak. Hoofdzaak is, dat ieder aan gesproken wordt met zijn tilpl, bijv. „Grusz Gott, Frau Obergehedmkonstitutionalse- kretar", „Atieu Frau Professor", of „Frau Doctor", of „Frau Director". Of die Pro fessor wellicht goochelaar is, die Doctor eeir poppenk 1 iniek heeft en die Director aan 't hoofd staat van een gedresseerde vlooicn- of dikke-dame-spel, doet er minder toe; ze voeren een „titel" en de winkelier beijvert zich dien tientallen malen achtereen te noemen. Alles geurlatterij, zelfs de klein ste burger spreekt van „mein Herr Gemald" en „moine Frau Gemaldin." Breedsprakigheid en geleerde lesjes treft men overal, tot zelfs bij tramconducteurs. De bestuurders zijn 'de eenigen die zwijgen al§ moffen. Al reed hun wagen zich er gens op te pletter, dan zouden zo nog geen boe of bah zeggen. De conducteurs daaren tegen hoort men den ganschen dag auto matisch dreunenNachste Haltestelle (bijv. Bettofenstrasse), steigt denn Niemand aus?" Het enkel noemen van de halte zou m. i. voldoende zijn; men moet toch zelf weten of men uit wil stappen of niet. Die „Bettofenstrasse" is eigenlijk „Beethoven- strasse". Als je 't maar weet, is 't heel eenvoudig. Toch is 't kranig om vanzoo'n dooden, ijskouden musicus nog een bedde- w arm er (Bettofen) te maken. Al die hoffelijkheid wordt echter op een maal over boord geworpen, als er bijvoor beeld wat te zien is. Dan dringen ze je op zij, zooals bij ons een straatjongen doet Als ze daardoor iets beter kunnen zien, gaan ze gewoon boven op je ekstcroogen staan. Op de tram zien ze er geen been in je mooie plaatsje 'in te nemen, als je be- leefheidshalve even op zij gaat, of je er af te dringen als ze bang zijn geen plaats te zullen krijgen. Dat do dames bij uitvoe ringen met hun, hoedje, ongeveer met af metingen van een aéroplane of te wel vliegmachine, elk uitzicht benomen, is niet iets wat haar hier extra verweten mag wor den. Dat doen ze bij ons ook en zelfs in Parijs, het centrum der beschaving. Wat zóó algemeen gewoonte is, al is het dan ook nog zoo onhebbelijk, hooit nu eenmaal tot de bon-ton, en moet men zich laten wel gevallen. Niet alleen in manieren, doch ook in kleeding hebben ze hier zoo iets parvenu achtigs. De mannen zijn gewoonlijk nog meer opgesmukt dan de vrouwen. De on mogelijkste combinaties van kleuren en mo dellen worden gekozen, zonder te vragen of het dQP persoon in kwestie kleedt of niet. VooiHl op het gebied van hecrenhoe- den, Hoe belachelijker model hoe liever. Een deuk hier en een duw daar, veel te klein of te veel groot en dan nog op één oor, dat is eerst mooi als het maar goed in het oog loopt. Van „mode" geen spra ke, ieder schept zich een eigen model. Hoe schriller kleurschakeering, hoe liever. Om maar iets te noemen: gele schoenen, rose pantalon (van dat goed, waarvan hij ons de visschersvrouwen wel ondei roken dra gen), grijze, groot-geruite jas met staldeu ren, veelkleurig vest, bloedroode das, ge kleurd Irontje, wit, héél hoog booid, een snor(retje), „es ist erreicht", en een hard groen pluchen hoedje met een grooten scheerkwast er op en over één oog om geslagen, dat is, dunkt mij, toch wel een rariteiten-verzameling, en toch loopen er zoo. Een hoed zonder zoo'n scheerkwast of veer van een halven meter lang, en slechts een paar centimeter breed, dat is eigen lijk geen hoed. Een sjofel gekleed werkman met een hoedje, dat door de grillige vormen doet vermoeden, dat het 's nachts voor slaapmuts wordt gebruikt, heeft toch min stens een veertje er op, met elf 'zonder bloemen, al ziet die veer er ook uit, of ie lichaam, gelukte het hem, maar toen deed de pijn in zijn voet hem bijna flauw val len. Na eenigen tijd riep hij een paar maal op de gebruikelijke manier „halloh" cn eindelijk hoorde hij wat. De stem behoorde niet aan een van de menschen van de plaats, veeleer aan de doktoros, die het niet gewaagd had, zich naar beneden te laten glijden en dip nu langs de baan naar beneden liep. En Fnts was nu zoover, dat de persoon van zijn helper of helpster hem volkomen onverschillig liet. De dame deed even verstandig als zij er uitzag. Kort stolde zij zich voor: „Mijn naam is Werner, ik hen dokter, permitteert u?" Handig deed zij hem allereerst in een gemakkelijker houding liggen, toen schonk zij hom een klein beetje cognac in uit een veldflescb, die zij op haar bergtochten altijd bij-zich had. „Men moet altijd maar het boste nemen wat men krijgen kan," zeide zij. „Maar wat moeten we nu verder doen. U kunt niet loopen met uw voet en langer hier blijven is ook niet raadzaam. En het werk volk zit natuurlijk boneden in de kroeg. Van hen is geen hulp te verwachten." Fritz lachte flauwtjes. „Wat bezorg ik u een moeite.'" „Praat daar niet van. U zou mij in dezelfde omstandigheden ook helpen. Over principes behoeft bij een ontmoeting onder omstandigheden als deze niet gesproken to worden." Zij was te voel vrouw om hem die kleine hatelijkheid niet te slikken te geven. Maar toon schaamde zij zich toch wel een beetje en zeide „Moed hebben wij beiden, niet waar? Mijn slede is groot, ik zal beproeven u naar beneden te brengen. Ik ben volko men goed uitgerust en dus durf ik het wel wagen de slee te sturen, u houdt u aan mij vast en beproeft den gewonden voet loodrecht to houden. Wanneer er niets gebeurt, zijn wij in twintig minuten beneden. Anders duurt hot maar twaalf minuten, maar mot zoo'n nevel moet men bij do bochten voorzichtig wezen. Eerst wilde hij naar voorstel niet aan nemen, maar ten slotte wist hij ook geen beteren uitweg. Hij moest zijn pijn ver bijten, maar toch scheen die minder te worden, toen hij den moed en do zeker heid bewonderde, waarmede zij de leiding op zich nam. En hoe lager zij kwamen, des to lichter werd het ook. Toen -Fritz in zijn bed lag lekker, want zijn voet was goed in koude com- pressen gewikkeld kwam er een ver andering in hem. Di heldere oogen en het vriendelijke lachen wilden hem niet uit de gedachten. „Ik zal toch niet op mijn dokter ver liefd worden," zeide hij en beproefde op een kant te gaan liggen, maar toen herin nerde zijn voet hem, dat hij een gehoor zame patiënt moest zijn. Hoe hij zich ook verzette, het hielp hem niets, hij werd tot over zijn beide ooren verliefd op zijn dokter, en zij beantwoord de zijn gevoelens met een hartelijkheid, waarover hij tevreden kon zijn. En zooals zij hem later bekende, was dat al in de coupée van don trein een beetje begonnen. Toen zij eenigen tijd na hun huwelijk een bezoek 'brachten aan dr. Peters, wa ren zij pen vroolijk, opgewekt paar. Het was toch wel aardig, zoo mot z'n tweeën door hot leven te r o d e 1 n. van een hanengevecht is overgebleven. "VVat ook erg in den smaak is, dat is een zilveren horloge-ketting, een hand volgehangen met hanesporen, zwijnetanden, breed, omspannende het halve onderlijf en figuurtjes uit hertshoorn gesneden en een heelen blikslagerswinkel eoremetaal, ver overd op kermissen, door bijzondere „Leis- tungen" op het hoofd van Jut of in schiet tenten. Of het nu zulke mooie mannen zijn om zich zoo te versieren, daarvoor ben ik geen bevoegd beoordeelaar, dat laat ik aan de dames over. Persoonlijk schijnen zij er we® van overtuigd. Ik las tenminste in een huwelijks-advertentie dat een „Arbci- ter" zichzelf aanprees als „eino sehr scho ne Erschoinung". Wat ik beter beoordeolen kan, is het vrouwelijk geslacht. Helaas moet ik ge tuigen (altijd volgens mijn opvatting, sma ken verschillen) dat het „schoone" geslacht, foeiNeen, daar had ik mij bijna ver galoppeerd. Vooreerst herinner ik mij uit mijn kindérjaren, dat mij geleerd werd nim mer te mogen „zeggen", dat een vrouw leelijk is en ten tweede kan men eigenlijk bij een „schoon" geslacht niet spreken van „leelijk". Schoon is en blijft schoon. Beter is het dus te zoggen, dat er hier geen schoon geslacht is. En van een zwak geslacht kan men ook niet spreken, want over het algemeen zijn het mannetjesvinken, grooter en for- scher dan de mannen. De meesten doen, hoor in het oog loopende „roodliorstig- heid", denken aan overmatig gebruik van Lait d'Apy, of Pilules Orientales, of hoe die andere opblazende middelen heeten. De figuren zijn, hoewel zwaar, toch flink en niet onelegant. Jammer dat er geen betere kop op staat. Een mooi gezichtje is haast zoo zeldzaam als een oase in de woestijn of een stukje sucade in een modem kren tenbrood. Toch is ook hierbij weer een geluk bij een ongeluk. Een huwelijk is eenvoudig een handelszaak pn er wordt allerminst op een ,mooi gezichtje of andere, deugden gelet. „ScHnheit ist nicht von Bedeutung, die JL-ptsach' das ist die Begleitung, ping, ping", heb ik eens door een Duit- scher hooren zingen. Het eenige, waarnaar gevraagd wordt, is: „hoeveel breng jo mee? ik bob zóóveel". Dagelijks ziet men dertig, veertig huwelijksadvertenties, waar in de steller of stelster te koop loopt met al zijn of haar hebben en houen. Een paar honderd mark zijn soms reeds voldoende om een pude vrouw aan een jongen man te helpen. Een jong meisje trouwt een „pensioen" en «neemt er een mannelijke „ruïne" bij. «Een jongmensch trouwt met een kruidenierszaak of spekslagerij, waar bij hij een versleten stuk zwak geslacht van een driehonderd pond gewicht, als meubelstuk overneemt. Het is soms moeilijk om hot ,,'s lands wijs, 's lands eer" te blijven respecteeren. Om nog iets tot slot te noemen, is bijv. bet vieren van „Sylvester", ons Oudejaars avond. Zijn wij meestal gewoon om dien avond in den huiselijken kring kalm, en met zekere plechtigheid ie vieren, bier blijft geen oud wijf bij 't spinnewiel. Alles gaat naar de kroeg, en beijvert zich, om nog vóór 't nieuwe jaar aanbreekt, een Hin ken brom in te hebben. Is het nieuwe jaar aangebroken, dan dient dóór weer op gedronken en „dann fangen sie wie der von vorn har an". Het eenige sympolüche, dat er bij dat feest valt op te merken, is dit: op slag van twaalf wordt het licht uitgedraaid. In stilte worden de 12 slagen aangehoord en het „nieuwe licht" wordt ontstoken. Dat duistere oogonblik is hot eenige plech tige, want onmiddellijk daarna viert Bac chus weer hoogtij. De waard, die tevoren warme punch, meestal eigengemaakte, heeft laten rond dienen en wel „gratis" (dat gebeurt heusch maar één keer in 't heele jaar en maar één glas), slaat met een potlepel op een pan, houdt een reclamnc-iede voor zijn zaak, waarbij hij zijn gasten eon-voor- dcelig jaar wenscht, mot heel erg vee dorst en hot lieve leven begint weer. De meesten zien dan ook don len Januari „dubbel", en hebben das eigenlijk een dag meer in 't jaar dan een ander. panlserdekschip „De Zeven Provinciën" op 15 dezer te kwart over twaalf te water zal worden gelaten. Z. K. II. Prins Hendrik zal de tewater lating van den oorlogsbodem bewerkstel, ligen. Kulde aan H. M. de Koningin. In een met afgevaardigden van verschil- lende zangvercenigingen te 's-Gravenhage gehouden bijeenkomst is besloten, om bij de voorgenomen openluoht-zauguitvoering mej instrumentale begeleiding bij gelegenheid van do a.s/ heuglijke gebeurtenis in het Ko- ninklijke Huis, bet volgend programma uit' te voeren: I. Wilhelmus, orchestII. XXul- de-fanfare, id.III, Koraal. Nun danket allen Gott (zang door bet geheele publiek met orchest) IV. Danklied (orebest)Va. Te Deum Laudamus, van S. Neukomm, (koor met orchest) b. Domino Salvam fac reri- nam nostrum, van A. Giesen (koor met or chest) VI. Wien Nocrlandsch Bloed, 3 cou- pletten (zang door het geheele publiek mot orchest) VII. Wilhelmus (orchest). Boud van vrije liberalen. Hot „Hbld." verneemt dat tegen bet ein de dezer maand door den Bond van Vrije Liberalen, afdeeling Amsterdam, een tweede algcmeerte vergadering zal worden belegd, waarin verschillende sprekers het woord zullen voeren. Mr. S. van Houten, oud-minister, zal spreken over „De politieke constellatie", de heer J. van Hasselt, oud-directeur van P. W., R'ctiam, over „De spoorweguibla-eiding om Amsterdam", en de eerste-luitenant P. Donk, adjudant van den commandant van de eerste divisie, over de vraag: „Waarom geen volksleger?" Ook voor de maand April is reeds een vergadering met verschillende sprekera be legd. Depulatenvergaderlng. In de Deputatenvergadering dor antirevo- lutionnaire partij, te Utrecht, zal, naar hot ,Hbld." verneemt, het volgende program ran actie voor de stembus van 1909 worden voorgesteld lo. Invoering van het gezinshoofdenkies- reeht. 2o. Invoering van verplichte verzekering. 3o. Herziening van ons tarief van invoer rechten, cenerzijds ten einde uit zijn hoogere opbrengst de middelen te vinden voor de invoering der verplichte verzekering ver- eïscht, en anderzijds om onze nationale nij verheid tegen te ongelijke concurrentie met het buitenland te vrijwaren en den mriiona- len arbeid te bevorderen. 4o. Meerdere gelijkstelling in de bijdrage uit de publieke kus van het bijzonder mot het openbaar lager onderwijs, voor wat aan gaat de voorziening in schoolloealiteit, de uitbetaling der bijdragen en de opleiding van onderwijzers. Yervalschlng van een caniltibdenlljst. Het is door een toeval gebleken, dat er op een candidatenlijst te Huisscn eeni ge valsche handteekoningen van kiezers voorkomen, en, naar men verzekert, staat er de naam op van iemand, die zelfs ver klaard heeft, niet te kunnen schrijven. Do politie hoeft daarop een onderzoek inge steld en het is haar mogen gelukken ^den maker dier handteekoningen te ontdokken Na een kort verhoor heeft hij bekend en van het feit is proces-verbaal opge maakt. („A. Ct.") BIHKEMiAKD. Prins Hendrik In öuitsehland, Z. K. II. de Prins der Nederlanden zrf, tijdens zijn verblijf te Berlijn, waar de aan komst heden zal plaats hebben, weder af stappen aan het Hotel Continental. Inden nacht van Zondag op Maandag keert Z. K. 11. naar 's-Gravenhage terug, om daar ten 12 uur 's middags aan te komen. Be commissaris-benoeming in Gelderland. Uit goede bron wordt ons het bericht bevestigd, dat binnenkort de benoeming is te verwachten van E. C. baron Sweerts de Landas Wyborgh, burgemeester der re sidentie, tot Commissaris der Koningin in Gelderland. Het is ons bekend, dat baron Sweerts in elk geval voornemens moet zijn te ver zoeken hem in 1910, als zijn benoemings tijd verstreken zal zijn, niet meer voor een herbenoeming als burgemeester van 's-Gra- venhago in aanmerking to doen komen. „De Zeven Provinciën''. Hel „Hbl," deelt mede, dat II, M.'s Vredespaleis. De bcgrootingscommissie uit het Deenscho Folketing luid do regeering aanbevolen Dc- nemarkens bijdrage tot den bouw van het vredespaleis in Den llaag te laten bestaan uit een hoeveelheid Deen&ch graniet. De Minister van BiiitenbincLche Zaken zei Woensdag in het Folketing, dat bij dat een goed plan vond en zou zien dal het wordt' uitgevoerd. Yereen. Ambtenaren Amsterdam. De Vcreeniging van ambtenaren bij den technischcn dienst van de gemeente Amster dam, vergaderde gisterenaiond. liet onlangs medegedeeld voorstel, ingediend door 41 leden en gesteund door bel bestuur, tot ont landing der vcreeniging en oprichting eener nieuwe vcreeniging, met hot oogmerk, te komen tot afscheiding van den Bond van ge meenteambtenaren, aangezien gebleken rt dat de uiterste linkerzijde in dien bond tot samenwerking niet bereid is, kon echter niet in behandeling komen, omdat het W- eischte aantal leden niet aanwezig was. Aan bet bestuur werd opgedragen de afscheiding van den bond voor te bereiden. Assen's eeuwfeest. Op 13 dezer zal het 100 jaar geleden 7jja' dat Assen door koning Lodewijk Napoleon tot stad werd verhoven. Op 12 Maart 1808 bracht de koning een bezoek aan Assen, Den volgenden dag werd liet besluit geteeken waarbij, met liet oog op de gelukkige lig ging van liet dorp Assen, dat toen 700 2i>elen telde, in het- centrum van bot departenien Drente, dit dorp tot den rang van stad we verheven. liet 100 II.A. groote sterren bosch, tot dusver tot de domeingronden behoorende, werd aan de stad geschonken- Daarbij voegde de koning een gift vaa f 20.000 om in liet gebrek aan woningen te voorzien. Aan den Minister van Binnen landsche Zaken werd opgedragen een ontwerp Voor een regelmatige bebouwing der stad doen vervaardigen, waarbij op een bevolk"1? van ongeveer 6000 zielen moest gelreken worden. Dit plan weid opgemaakt door W („Vad.">

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1909 | | pagina 6