ALLERLEI. DE HANDEL IN GESCHILDERDE VAANDELS. VOOR DAMES. met zulke verlialen, welke weinig o! niet in de pers voorkomen, uiterst voorzichtig zijn. Het spreekt vanzelf, dat de vertel ler licht geneigd zal zijn tot overdrijving, omdat hij gaarne voor buitengewoon goed ingelicht doorgaat, voor kenner van za ken, die zelfs bij do groole atgemeenc pu bliciteit van tegenwoordig voor het groote publiek verborgen blijven. Er zal hier licht overdrijving in het spel komen en de lust om den hoorder met veel wereldwijsheid ■te overbluffen. Maar toch zóóveel weet iedereen wel van de baksjiseh. dat zjj buiten onze gren zen in Europa ook in andere landen dan Turkije veel voorkomt. Wij hooren van een staat in het buiten land, waar men. geen zaken kan drijven, indien men niet de douane flink stopt". Wij hooren van een o-mkooperij door een grooten leverancier van een minister (en niet den minister van een mininLuurstaat), die inderdaad aan „gedrufdheid" niets te wcnschen overlaat. Wij hooren hoe een consul van een staat ontslagen wordt, om dat hij geweigerd heeft, mee te knoeien met ambtenaren van dien staat, toen die zich buitenslands bevonden, enz. enz. Iedereen kent deze of dergelijke verhalen. Gaat men hierop af, dan zouden wij tot de conclusie komen, dat de besmetting der baksjiseh overal is doorgedrongen en dal. wij. Nederlanders, er alleen daarom, zoo betrekkelijk goed afkomen, omdat wij een voudig zijn, .in den regel niet op ecu groo ten voet leven en elkaar te goed kennen, Hot zal wel niet waar zijn, dat de besmet ting geheel en al buiten onze grenzen is gebleven. Doch wij mogen ons op dit ge bied laten kijken. Ook hier is, gelooven wij, plaats voor gemotiveerden nationalen trots. Dit nu is zeker zoo' n buitengewoon heug lijk verschijnsel, dat wij noodzakelijkerwijs alles moeten doen wat in onze macht is om d u toestand zoo te houden en om de germ* -te moreele besmetting direct aan de kaa, .0 stellen en te bestrijden. Is dit juist, dan loont het de moeite ons de vraag te stellen, of het oogenhlik ook gekomen is om sanitaire maatregelen tegen die moreele besmetting aan onze oos telijke grenzen te nemen. Wij zijn tegen woordig zoo geneigd, om allerlei van Duitschland over te nemen, om naast bet vele goede, dat daar te vinden is, ook bot minder goede te accepteeren, er is zoo'n druk verkeer met deze buren, dat wij spe ciaal tegenover de Duüsehe baksjiseh dub bel voorzichtig moeten zijn. En nu is er juist in de laatste dagen op ondubbelzinnige wijze gebleken van hef voort woekeren van dit kwaad bij om.e Duitsche neven. Wat ons uit een proces in een der Berlijnsche voorsteden gebleken is over do baksjisch-methoden, welke wor den toegepast door Berlijnsche genceshee- ren, mannen van de allergrootste reputa tie zelfs, is wel van dien aard, dat wij daarvoor zeer nadrukkelijk moeten waar schuwen. Het blijkt, dal vele geneesheeren, professoren zoowel als doctoren, daar hand langers hebben, wien 'n groole basjisch wordt uitbetaald voor eiken patiënt, dien zij aanbrengen, liet is fraai noch verkwik kelijk wat hier gebeurt, het in zeker aller minst mooi, waar het hier wetenschappe lijke „aristocraten" betreft, maar nog vóél erger is, wat wij thans hooren over de baksjisch-mol boden van do Duitsche hande laren. Tlier lezen wij over een otnkoope- rij op groote schaal, die het Duitsche han delsbedrijf in zijn wortel heeft aangetast en waartegen maatregelen zullen worden genomen. Do Rijksdagcommissie voor het nieuwe wetsontwerp ter aanvulling van de wet legen oneerlijke concurrenlie heeft be sloten bepalingen tegen het geven van deze baksjiseh, hier teekenend „Sclmiiergelder" genoemd, in het ontwerp op te nemen. En als men tui hoort, wal een zoo je- lijk gesmolten. Ware dat niet hel geval, dan had het een govoellooze steen moeten zijn! Eu nu, mevrouw, bon ik, ofschoon ik nog niet de eer heb te weten mei wie ik spreek, al kennen wij elkaar ook slechts enkele ©Ogenblikken, zoo vrij de handuwcr dochter te vragen. Ik durf dal, niettegen staande onze korte kennismaking, wagen, omdat ik uit den mond uwer dochter gehoord heb, dat ik haar niet mishaag. E11 wij, soldaten, mevrouw, gaan, te water of le land, bij veroveringen vlug te werkt" Leonore had zich, geen woord kunnende spreken, met gloeiende wangen en diep gebogen hoofdje, grootendcels van don spre ker afgewend. Zij had wel willen hui len, cn toch zou ze luide kunnen juichen. Ach ja, juffrouw Meijer had wel gelijk, ze was iu haar uitgelatenheid zoo onbe dachtzaam. Wat had zij de vermeende was sen pop niet alles in het gezicht gezegd! Ge lukkig ge"ti grofheden, maar dan die kus Leonore, o, Leonore, dat komt er van 1 Toen nu eenmaal de kusgeschicdcnis de onverwachte, aardige wending nam, wond de Leonore zich wat meer tot den levend gevondene, dien zij, evenals Doornroosje, wakker had gekust. „Wal was er nu eigen lijk voor dwaas in? 't Was, haar eigen verloofde, dien zij gekust hadl" Zij hield de oogen nog steeds op den grond geves tigd; maar toen zij bemerkte, dat haar moeder nog steeds besluiteloos daar stond, niet wetende, wat te doen, met voornaam» •heid het aanzoek afwijzen, of toen trok zij ze onverwachts zachtjes aanhaar japon. 't Was verwonderlijk, zoo goed als mama deze-stomme taal verstond. Zij liet dadelijk zaghebbend blad als de „Frankfurter" over deze aangelegenheid schrijft, moet men wel toegeven, dat er allo aanleiding is om krachtig in te grijpen. Vroeger zoo be toogde het blad heeft trien de attenties tusschen handelsvrienden, tusschen leve ranciers en de bedienden van klanten ge wisseld, verdragen, omdat zij van geringe beteokenis waren. Men heeft er expres den staat niet in gehaald, omdat men het zelf wel dacht te kunnen klaar spelen. Doch deze slechte gewoonten zijn met groote snel heid voortgewoekerd. De attenties worden cadeati's, groote cadeau® ja. direct om- koopingsgelden, bestemd 0111 de bedienden van den klan! een oug toe te laten doen hij gebreken van do geleverde waar, zoo wel als om concurrenten uit te sluiten. Deze gewoonte wordt met den dag erger. De producenten kunnen dagelijks duidelijker merken, dat /ij met hef leveren van goede waar togen billijken prijs de concurrentie niei meer kunnen volhouden. Zij moeien mccknocien. zij moeien hoe langer hoe meer fondsen besteden om do bedienden der klattlcn om te knopen op sltafl'e van anders dooit hun concnrrenlon, die min der gewelensbezwaron hebben, verdreven Le worden, liet kwaad neemt steeds toe. Het is afschuwelijk uit een moreel oogpunt. Doch bovendien vcnnindeit hei de jpialiteif van hot geproduceerde, verminden liet de inspanning der techniek, omdat het er niet meer op aankomt zoo goed en zoo goed koop mogelijk te leveren, maar zooveel mo gelijk baksjiseh uit Ie doelen. Geen wonder, dat men zich ongerust maakt, geen wonder, dat men op maatrege len zint om deze besmetting tegen te gaan. Mogen do baksjiseh ook aan de Neder- landscho grenzen hij vooitduring tegenge houden kunnen worden. ORANJEBOOM EN kunnen een buitengewoon hoogen ouderdom hereiken. In LS78 stierf te Versailles do zoogenaamde „Grand-Bourbon", een boom, die in 1421 door de koningin van Navarre te Pampeluna. geplant cn dus 457 jaar oud was. Florida schijnt bij uitnemendheid het klimaat voor bedoelden vruchtboom te zijn, aangezien hel daar geen zeldzaamheid is, dat één stam, in één jaar, nicer dan 5000 vi chten afwerpt. WAAROM. Onlangs bij een inspectie le Berlijn ver loor, toen hij zich vlak bij den keizer be vond, een jong eavaleric-officier zijn muts door het plotseling schichtig worden van zijn paard. Een zijner huzaren, die achtcë hom, reed, raapte ze op met do punt van zijn zwaard, maar duwde ongelukkig de punt door de muts heen, en gaf ze zoo aan den eigenaar terug. „Ach, lieve hemel!" riep de jonge offi cier uit, „ik had liever, dat ge mv zwaard door mijn lichaam hadl gestoken, dan door mijn muts." De' keizer, die toevallig deze woorden hoorde, vroeg naar de reden voor zulk een dwazen wetiseh. „Sire," zei de officier, „ik heb erediel hij mijn dokter, maar niet hij mijn hoeden maker." Do keizer vond dit antwoord zoo aardig, dat hij onmiddellijk hevel gaf at de schulden van 'hot jonge mcnsch uil zijn eigen mid delen. te doen betalen. OM REUSACHTIGE AARDBEIEN te verkrijgen, neme men een kristallen karaf en voorzie men den bodem van een laag teelaarde, die wordt bevochtigd 0111 ze vast te maken. Voorts make men met een stokje iu do aarde een gat van 2 een- do helft van haar stijfheid varen, en een beminnelijk schoon moedei slachje vertoon de zich om haar lippen, „Hier, mijnheer," sprak zij, nftrlal zij haar handfaschje door/.nehl had, ,,is ons adres." „Huize Nandorf, hij Berlijn 1" las de ka pitein met stralend gelaat „O, mevrouw, tl stemt dus 10e?" „Ja, ge kunt ons hij gelegenheid bezoe ken, maar niet voor over een paar we ken. Ik wen.seh," voegde zij er ernstig hij, „dat go in dien tussehentijd de zoo plot seling opgekomen liefde dus in beraad neemt. Hetzelfde moet mijn kind ook doen. Voor het overige, kapitein, geloof ik wel, dat ge op een goeden uitslag kunt rekenen, daar ook Leonore u wel genegen schijnt. Voor papa sta ik evenwel niet in." „Maar ik wel," fluisterde een zacht stem metje achter mama's rug, „want hij houdt wel van een grapje." Toen moeder en dochter nu in het rijtuig stegen om naar het hotel lenig te keeren het was don heer von Below toegestaan, de heide dames daarheen te vergezellen was Imonore, die anders zoo uitgelaten- was, in zichzelf gekeerd. Zij moest nu tij delijk van haar aanstaanden bruigom af scheid nemen, en sprak fluisterend met glooiende wangen en van geluk stralend ge zichtje: „Mijn geliefde kapitein, heb maar geen vrees voor den proeftijd, want ik blijf u trouw. Heerlijk, 0, hoe heerlijk toch, dat go niet van was waart." timeters, waarin men achter elkaar zes korrels aardbeienzaad laat vallen. Daar na nog een laag teelaarde, weder bevoch tigd, waarna de karaf hermetisch gesloten moet worden. Eindelijk plaatse men de ka raf op een warme plaats, c-n de zaak heeft haar beslag. Na veertien dagen ontkiemt de plant on weer veertien dagen later heeft men een aardbei, die de geheele binnenruimte dei- karaf inneemt. Ten slotte sla men de karaf stuk, en eto de vrucht op. G F,CONSERVEERDE VRUCHTEN. Als zekerheid kan men aannemen, dat geconserveerde vruchten het eerst in Pom- peji gemaakt werden; bij de vroegste op gravingen namelijk vond men er l'lcsschen met vijgen, die bij opening bleken nog ge heel gaaf te zijn. Bij nauwkeurig onder zoek kwam men lol do ontdekking, dat do vruchten, na in de flesscheu gedaan te i zijn, aan een verhitte temperatuur werden blootgesteld; men had evenwol in het dek sel een opening gelaten, "zoodat. de lucht kon ontsnappeen Als dit" geschied was, dom pelde men de bovenstukken der flesscheu in gesmolten was. Pompeji was ons hierin dus een twintig eeuwen voor. Weinig mensehen weten waarschijnlijk dat er in Engeland een groote handel ge dreven wordt in vaandels, die in kleuren geschilderd, met letters geborduurd en met gouddraad versierd worden, en wier prijzen uiteonloopen van 5 tot 250 guinjes per stuk. Er imoet evenwel bij gezegd worden, dat er in Groot-Brittanië bijna geen gezelschap of vereenigiug is, hoe klein ook, dat niet zijn eigen vaandel heeft, dat dan een bij zondere zinspreuk of opschrift draagt, eu zelfs de kleinste school, van welke gezindte ook, heeft zijn eigen vaandel, om zo van andere te onderscheidon. Een koninklijk bezoek aan de een of andere «stad, of eon partjeulicr feestje, geeft de vaandelunakers .handen vol werk, niet alleen voor .nieuwe vlaggen voor particu liere huizen, .maar voor extra mooie, voor groote firma's, ,die een goede vertooning willen maken. Vele du.izenden Wcnschen vinden luin bestaan is dozen tak van nijverheid. Voor een groot gedeelte wordt het werk gedaan door vrouwen, die hel gouddraad er op stikken, do vlaggen zoomen en de letters borduren. Meni'g kunstenaar, die een veel grool- sclier doel yoor oogon had, wordt hier gebruikt om de schilderingen op de vaan dels to maken, en van de waarde dezer schilderingen hangt zijn loon af. Sommjgo dezer kunstenaars lijn zeer knappe rncuselien en verdienen groote som men golds. Een onder hen, cl.ie zich uit sluitend bezig houdt met liet schilderen van portretten, verdient van veertig tot vijf tig guinjes met het werk voor één vaan del. Gemiddeld verdienen deze mensehen van 5 tot 8 pond per week. Het grootste gedeelte der geschilderde vaandels kost van vijffjg tot honderd guin jes, mot een stok en verder bijbehoorende zaken; en tevens wordt er veel geld ver diend met ze te reparceren, want, ofschoon ze, als zo, als ze piet gotmiikl worden,, netjes opgerold zijn, hebben zij veel te lijden van wiiid, regen en stof. Bijna alle vaandels worden gemaakt naar bijzondere patronen, die eerst ontworpen worden. SIGAREN MAKEN IN DE OPEN LUCHT. „Zelf bon ik op het denkbeeld geko men om .op straat te werken," zei een sigarenmaker, die in de open lucht zijn bedrijf uitoefende, ia een niet drukke straat. „Zooals go ziet, noem ik de ruwe tabak en maak daar, terwijl ge wacht, sigiffen van. Hier is de tabak, die het binnenwerk van do sigaar vormt, want natuurlijk weet ge, dat voor het binnenwerk en het bui tenblad zelden dezelfde tabak gebruikt wordt. Ik heb verschillende soorten bij de hand, en kan voor 11 maken een Manilla, een Sumatra of echle Havana in minder dan twee .minuten. „Mijn klanten kunnen ten allen tijde zien wat zij rooken. „Op de volgendo manier kwam ik op het denkbeeld: „Ik werkte op een sigarenfabriek en ver diende een kleinigheid extra, oindat ik als reclame voor een hoog opgeschoven ven ster zat te werken; de politie evenwel verbood dit, omdat er veel mensehen naar mij stonden te kijken cn de passage zoo doende belommerd werd. Toen kwam ik op hot denkbeeld, hetzelfde ten eigen bate te doen. „De groote moeilijkheid was, om iemand te vinden, die mij tabak' in zulke kleine hoeveelheden wilde verkoopen, maar ein delijk vond jk iemand, en ik kan u zeg gen, dat ik nu een aardig zaakje heb. Ik verkoop de sigaren, zoodra ze gerold zijn, van 3 tot 15 centen het stuk. Het spreekt van zelf, dat ik hetere waar kan leveren dan eenige winkelier, daar ik geen belas ting to betalen heb, on niets tc maken heb met huur- en gasrekeningen. Natuurlijk is de sigarenfabriek in. de open lucht altijd door een massa inonschen omringd, en behoeft het geen betoog, dat er goede zaken gedaan worden. NIEUWTJES VAN HIER EN DAAR. Daar iu Afrika jaarlijks moor dan Gó duizend olifanten gedood worden, zal deze slachting niet lang meer kunnen duren. Do Amorikaansche bison is bijna uitgestorven en mot hem de Europecsche bisori en de Kaapschc buffel. De giraffen worden zóó zeldzaam, dat zij van twaalf tot achttien duizend gulden per stuk waard zijn. In betrekkelijk weinig jaren zullen al deze diersoorten verdwenen zijn, en al wat er voor het nageslacht van overblijft, zullen zijn fotografieën cn skeletten. Men heeft berekend, dat 33 percent van de sigaren, in Londen verkocht, niet van tabak gemaakt zijn. Een muntstuk is doorgaans 25 jaar in omloop. Het gemiddelde cijfer dor ziektedagen van de 'inonschen i's tien per jaar. Van de zeven en twintig Europcesdio vorstelijke families zijn twee derden van Duitsehem oorsprong. De letters van de verschillende alphabets in do wereld variëeron in aantal van 12 tot 102. Het alphabet voor de bewoners der Bandwiclt-eilanden heeft het eerstge noemde, dat van de Tartaren het laatste aantal. Van de GD eersle-klasse hotels in Londen, zijn er maar 16, die Briitselie hestuurdeis hebben, Vreemde eigenaars geven de voor keur aan Duitsche en Italiannsche kellners. De eersten kennen de Engctsche taal, tie tweeden leeron ze spoedig aan. Een rechter in Noord-Carolina sprak on langs een echtscheiding uit, en veertien dagen later trouwde hij zelf «iel do ge scheiden vrouw, die een aanzien lijk ver mogen bezait. In Ween en mogen de dienstboden niet buiten hot raam zitten of staan, 0111 de ruiten schoon /te maken, alvorens zij een vcdlighcidsgordel mot riem aan hebben, die stevig aan het huis wordt vastgemaakt, zoodat, ingeval zij mochten uitglijden, zij niet op straat kunnen vallen, anaal' door het venster teruggetrokken kunnen worden. Ilot aantal spoorwegtunnels, over de ge heele wereld verspreid, wordt geschat op 1142, met een lengte van 614 mijlen. Londen heeft 10.000 muzikanten van beroep. De koning van Griekenland spreekt 12 talen. ANECDOTEN. „Wat heb je daar een prachtige lietirs, Johan," „Ja, die kreeg ik op mijn verjaardag van mijn vrouw." „Zoo, en was er ook diets in?" „Ja, do rekening van de beurs." Vader (die juist zijn toestemming gege ven heeft tot het engagement zijner doch ter): „Ik hoop, dat ge mijn dochter naar waarde zult weten te schatten?" Jonge man: „Hm. De juiste waarde woel ik niet, maar ik denk, dat liet zoo om streeks zestigduizend gulden zal zijn."' ALLES, WAT ZIJ TE DOEN HAD. „Ik heb er allang over 'nagedacht,** zei zij met een ernstige uitdrukking, die he melsbreed verschilde van haar gewone luchthartigheid,, „dat ik tccli 't een ol' ander le-vensdoel moet hebben. Ik hen dus be sloten mij aan de literatuur te wijden." „Is dal stellig je voornomen?" „O ja, stellig; ik heb een aanlig bu reautje. gekocht, iu den stijl van bodewijk XVI, en er een uitstekend plaatsje voor gevonden. 'Moeder gaf mij een gouden pen en een paarlemoeren penhouder, en ik heb het triooisto zilveren inklslel, dat je je knul voorstellen." „Dan hen je goed voorzien." „Ja," sprak zij ernstig, „ik bon goed in gespannen. 't Eenige, wat ik nu nog te doen heb, is aan mijn lessenaar te gnnn zitten en een stuk tc bedenken om to schrijven." GOEDE RAAD. „Heb je kou gevat?" „Ja, een beetje 1" „Je moet voorzichtig zijn, wani je hoest 1 eel ijle 1" „Vind je dat werkelijk?" „Ja, er is een leelijke, holle klank in." „Lieve hemel!" „Verbazend slechte tijd voor mensehen, die verkouden zijn er kan van alles uit voortkomen." „Zoo?" „Ja. Een mijner vrienden vatte een kou, niet haJf zoo erg als jij, en in drie dagen was hij dood." „Hoe is '4 mogelijk!" „Ja, 't is werkelijk zoo. Do dokter zei, dat mijn. vriend er wel doorgekomen was, als hij zich niet zoo ongerust bad gemankt. Doe dus je bost er niet meer aan te den ken. STRENGE MAATREGELEN. Schooljongen: „Wat, zooveel werk voor morgon? Vroeger kregen we nooit zooveel hui a werk." Onderwijzer: „Daar heb je gelijk in, Im,a nu hot schoolgeld hoogcr is geworden, moot je ook waar voor je geld hebben."' i Patroon: „Mijnheer Cijfer, u was gjsl(l ren, zonder verlof te hebben gevraagd wezig." hleik„Ja, mijnheer, ik ben gisten^ zeer onverwacht gelrouwd." Patroon: „Zorg dan, dat het nooit \voet s gebeurt." EEN VOORDEELTJE. „Uw nieuwe keukenmeid lijkt mij een aan trekkelijk persoontje." „Ja, en wij leven nu veel geruster, wam er is altijd eeu soldaat in de keuken." I Man: „Een mantel wil ik je nog geven i maar dan moot je mij ook verder niet rust laten." j Vrouw; „Zeker, als ik een fijnen mantel I contant betaal, kan ik al het andere wel op laten schrijven." Veelbelovend zoontje: „Gisteren heb it gevochten mei den jongen van hiernaast." Vader: „Ja, dat weet ik, zijn vader is van ochtend bij 111e goweesl." j Zoontje: „Dan hoop ik, dat B er net 700 I goed is afgekomen als ik." „Neen," zei B., „ik zal nooit, toestaan dat winkeliers lid worden van dosoeëteit!" „Waarom niet?" „Omdat ik al moeite, genoeg heb, mijn schuldeischcrs op slrant le oulfoopon," VROUWELIJKE MANIEREN. „Als ccn vrouw door voortdurend pla gen of onredelijke oischcn een echtgenoot dwingt zich van huis te verwijderen,zelfs voor langen lijd, heeft die vrouw geen recht om echtscheiding te vragen, op grond van verlating." Dit oordeel werd onlangs uit gesproken door een rechter te St. Louis, in het geval van een zekeren hoor Flcisch- man, die verklaarde, dat zijn vrouw ge durende zes cn. twintig jaar met ijzeren vuist do volgende voorschriften op liem had toegepast Zij sloeg op een gong. als hij weg moest gaan, zij sloeg op zijn hoofd als hij op moest staan. Zij sloot het huis om zeven uur 's avonds, was hij niet binnen, dan kon hij in de hout mijt slapen. Zij dwong hem zijn schoenen hij de voor deur uit te doen. Liet hem 24 gulden per week betalen voor onderhoud en de rekening hij den kruidenier. Liet hem water dragen uit de regenbak en zijn eigen kleeren wasschen. Moest haar poedel twee kcei por week oen bad geven. Noodzaakte hem met een vork te eten, hoewel het hem met een mes geleerd was, en hij mocht niet met ongewasschen handen aan tafel komen. Verbood hef gebruik van tabak, omdat het de kanten gordijnen vuil maakte. Noodzaakte haar op straat vóór haar uit te loopen, en in de Irani vóór haar te zitten, pp dat hij niet naar andere vrou wen zou kijken. Dwong hem vroeg op 1e staan, onverschil lig of hij den vorigeu avond laat gewerkt had. Ontbijten 0111 halfacM ol' zonder eten weg. Het wonderlijkste evenwel is, dat de echt genoot dit leven zes en twintig jaar vol hield cn er niet eer aan dacht, 0111 weg ie loopen. EEN MAKKELIJKER METHODE. Een niet mooie, maar rijke bruid, vraagt voor de zooveelstc maal aan haren brui gom „Ben je or wol zeker van, bepaald zeker, beste Albert, dal je mij alleen om mij zelf trouwt en niet 0111 mijn geld Besta Albert (wiett hot wal gaat ver velen, altijd dezelfde vraag te snoeien be antwoorden)„Natuurlijk hen ik dal. Als hot alleen je geld was, dat ik nnodig had, dan bad ik wel ergens ingebroken, of bail een makkelijker methode gezocht om het le krijgen." HOE PEBZ1SC11E VROUWEN LEVEN, Van een „huiselijk leven" is in Perzië geen sprake. In hun taal ko' X het woord huiselijkheid niet voor, en daarom .maakt het ook geen deel uit in hun leven. \an den rang van den echtgenoot hangt voor een groot deel hot teven in huis der vrou wen af. De armere vrouwen en dorpsbe- woonsters kennen den zegen van verplicht le zijn tc werken; maar de meer welge stelde klassen hebben van 's morgens tol 's avonds absoluut niets te doen dan te rooken, thee tc drinken eu kwaad te spro ken. STILLE BRUIDEN. In Bulgarije is het voor jong-getrouwde vrouwen regel, dal zij gedurende do eerste vier'weken 11a hun huwelijk haar mond houden, tenzij zij door haar eclitgenoolen aangesproken worden. Vindt hij hot even wel noodzakelijk dien termijn tc verkor ten, dan geeft hij haar oen geschenk, en zij kan naar hartelust praten. DE OORSPRONG VAN SLUIERS. Hot gebruik van sluiers bij het huwelijk vindt zijn oorsprong bij de Angel-Saksors,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1909 | | pagina 10