ALLERLEI.
DE HANDEL IN GESCHILDERDE
VAANDELS.
VOOR DAMES.
met zulke verlialen, welke weinig o! niet
in de pers voorkomen, uiterst voorzichtig
zijn. Het spreekt vanzelf, dat de vertel
ler licht geneigd zal zijn tot overdrijving,
omdat hij gaarne voor buitengewoon goed
ingelicht doorgaat, voor kenner van za
ken, die zelfs bij do groole atgemeenc pu
bliciteit van tegenwoordig voor het groote
publiek verborgen blijven. Er zal hier licht
overdrijving in het spel komen en de lust
om den hoorder met veel wereldwijsheid
■te overbluffen.
Maar toch zóóveel weet iedereen wel
van de baksjiseh. dat zjj buiten onze gren
zen in Europa ook in andere landen dan
Turkije veel voorkomt.
Wij hooren van een staat in het buiten
land, waar men. geen zaken kan drijven,
indien men niet de douane flink stopt".
Wij hooren van een o-mkooperij door een
grooten leverancier van een minister (en
niet den minister van een mininLuurstaat),
die inderdaad aan „gedrufdheid" niets te
wcnschen overlaat. Wij hooren hoe een
consul van een staat ontslagen wordt, om
dat hij geweigerd heeft, mee te knoeien
met ambtenaren van dien staat, toen die
zich buitenslands bevonden, enz. enz.
Iedereen kent deze of dergelijke verhalen.
Gaat men hierop af, dan zouden wij tot
de conclusie komen, dat de besmetting der
baksjiseh overal is doorgedrongen en dal.
wij. Nederlanders, er alleen daarom, zoo
betrekkelijk goed afkomen, omdat wij een
voudig zijn, .in den regel niet op ecu groo
ten voet leven en elkaar te goed kennen,
Hot zal wel niet waar zijn, dat de besmet
ting geheel en al buiten onze grenzen is
gebleven. Doch wij mogen ons op dit ge
bied laten kijken. Ook hier is, gelooven
wij, plaats voor gemotiveerden nationalen
trots.
Dit nu is zeker zoo' n buitengewoon heug
lijk verschijnsel, dat wij noodzakelijkerwijs
alles moeten doen wat in onze macht is
om d u toestand zoo te houden en om
de germ* -te moreele besmetting direct aan
de kaa, .0 stellen en te bestrijden.
Is dit juist, dan loont het de moeite
ons de vraag te stellen, of het oogenhlik
ook gekomen is om sanitaire maatregelen
tegen die moreele besmetting aan onze oos
telijke grenzen te nemen. Wij zijn tegen
woordig zoo geneigd, om allerlei van
Duitschland over te nemen, om naast bet
vele goede, dat daar te vinden is, ook
bot minder goede te accepteeren, er is zoo'n
druk verkeer met deze buren, dat wij spe
ciaal tegenover de Duüsehe baksjiseh dub
bel voorzichtig moeten zijn.
En nu is er juist in de laatste dagen op
ondubbelzinnige wijze gebleken van hef
voort woekeren van dit kwaad bij om.e
Duitsche neven. Wat ons uit een proces
in een der Berlijnsche voorsteden gebleken
is over do baksjisch-methoden, welke wor
den toegepast door Berlijnsche genceshee-
ren, mannen van de allergrootste reputa
tie zelfs, is wel van dien aard, dat wij
daarvoor zeer nadrukkelijk moeten waar
schuwen. Het blijkt, dal vele geneesheeren,
professoren zoowel als doctoren, daar hand
langers hebben, wien 'n groole basjisch
wordt uitbetaald voor eiken patiënt, dien
zij aanbrengen, liet is fraai noch verkwik
kelijk wat hier gebeurt, het in zeker aller
minst mooi, waar het hier wetenschappe
lijke „aristocraten" betreft, maar nog vóél
erger is, wat wij thans hooren over de
baksjisch-mol boden van do Duitsche hande
laren. Tlier lezen wij over een otnkoope-
rij op groote schaal, die het Duitsche han
delsbedrijf in zijn wortel heeft aangetast
en waartegen maatregelen zullen worden
genomen. Do Rijksdagcommissie voor het
nieuwe wetsontwerp ter aanvulling van de
wet legen oneerlijke concurrenlie heeft be
sloten bepalingen tegen het geven van deze
baksjiseh, hier teekenend „Sclmiiergelder"
genoemd, in het ontwerp op te nemen.
En als men tui hoort, wal een zoo je-
lijk gesmolten. Ware dat niet hel geval,
dan had het een govoellooze steen moeten
zijn! Eu nu, mevrouw, bon ik, ofschoon ik
nog niet de eer heb te weten mei wie ik
spreek, al kennen wij elkaar ook slechts
enkele ©Ogenblikken, zoo vrij de handuwcr
dochter te vragen. Ik durf dal, niettegen
staande onze korte kennismaking, wagen,
omdat ik uit den mond uwer dochter gehoord
heb, dat ik haar niet mishaag. E11 wij,
soldaten, mevrouw, gaan, te water of le
land, bij veroveringen vlug te werkt"
Leonore had zich, geen woord kunnende
spreken, met gloeiende wangen en diep
gebogen hoofdje, grootendcels van don spre
ker afgewend. Zij had wel willen hui
len, cn toch zou ze luide kunnen juichen.
Ach ja, juffrouw Meijer had wel gelijk,
ze was iu haar uitgelatenheid zoo onbe
dachtzaam. Wat had zij de vermeende was
sen pop niet alles in het gezicht gezegd! Ge
lukkig ge"ti grofheden, maar dan die kus
Leonore, o, Leonore, dat komt er van 1
Toen nu eenmaal de kusgeschicdcnis de
onverwachte, aardige wending nam, wond
de Leonore zich wat meer tot den levend
gevondene, dien zij, evenals Doornroosje,
wakker had gekust. „Wal was er nu eigen
lijk voor dwaas in? 't Was, haar eigen
verloofde, dien zij gekust hadl" Zij hield
de oogen nog steeds op den grond geves
tigd; maar toen zij bemerkte, dat haar
moeder nog steeds besluiteloos daar stond,
niet wetende, wat te doen, met voornaam»
•heid het aanzoek afwijzen, of toen
trok zij ze onverwachts zachtjes aanhaar
japon.
't Was verwonderlijk, zoo goed als mama
deze-stomme taal verstond. Zij liet dadelijk
zaghebbend blad als de „Frankfurter"
over deze aangelegenheid schrijft, moet men
wel toegeven, dat er allo aanleiding is om
krachtig in te grijpen. Vroeger zoo be
toogde het blad heeft trien de attenties
tusschen handelsvrienden, tusschen leve
ranciers en de bedienden van klanten ge
wisseld, verdragen, omdat zij van geringe
beteokenis waren. Men heeft er expres den
staat niet in gehaald, omdat men het zelf
wel dacht te kunnen klaar spelen. Doch
deze slechte gewoonten zijn met groote snel
heid voortgewoekerd. De attenties worden
cadeati's, groote cadeau® ja. direct om-
koopingsgelden, bestemd 0111 de bedienden
van den klan! een oug toe te laten doen
hij gebreken van do geleverde waar, zoo
wel als om concurrenten uit te sluiten.
Deze gewoonte wordt met den dag erger.
De producenten kunnen dagelijks duidelijker
merken, dat /ij met hef leveren van goede
waar togen billijken prijs de concurrentie
niei meer kunnen volhouden. Zij moeien
mccknocien. zij moeien hoe langer hoe
meer fondsen besteden om do bedienden
der klattlcn om te knopen op sltafl'e van
anders dooit hun concnrrenlon, die min
der gewelensbezwaron hebben, verdreven
Le worden, liet kwaad neemt steeds toe.
Het is afschuwelijk uit een moreel oogpunt.
Doch bovendien vcnnindeit hei de jpialiteif
van hot geproduceerde, verminden liet de
inspanning der techniek, omdat het er niet
meer op aankomt zoo goed en zoo goed
koop mogelijk te leveren, maar zooveel mo
gelijk baksjiseh uit Ie doelen.
Geen wonder, dat men zich ongerust
maakt, geen wonder, dat men op maatrege
len zint om deze besmetting tegen te gaan.
Mogen do baksjiseh ook aan de Neder-
landscho grenzen hij vooitduring tegenge
houden kunnen worden.
ORANJEBOOM EN
kunnen een buitengewoon hoogen ouderdom
hereiken. In LS78 stierf te Versailles do
zoogenaamde „Grand-Bourbon", een boom,
die in 1421 door de koningin van Navarre
te Pampeluna. geplant cn dus 457 jaar oud
was. Florida schijnt bij uitnemendheid het
klimaat voor bedoelden vruchtboom te zijn,
aangezien hel daar geen zeldzaamheid is,
dat één stam, in één jaar, nicer dan 5000
vi chten afwerpt.
WAAROM.
Onlangs bij een inspectie le Berlijn ver
loor, toen hij zich vlak bij den keizer be
vond, een jong eavaleric-officier zijn muts
door het plotseling schichtig worden van
zijn paard.
Een zijner huzaren, die achtcë hom, reed,
raapte ze op met do punt van zijn zwaard,
maar duwde ongelukkig de punt door de
muts heen, en gaf ze zoo aan den eigenaar
terug.
„Ach, lieve hemel!" riep de jonge offi
cier uit, „ik had liever, dat ge mv zwaard
door mijn lichaam hadl gestoken, dan door
mijn muts."
De' keizer, die toevallig deze woorden
hoorde, vroeg naar de reden voor zulk
een dwazen wetiseh.
„Sire," zei de officier, „ik heb erediel
hij mijn dokter, maar niet hij mijn hoeden
maker."
Do keizer vond dit antwoord zoo aardig,
dat hij onmiddellijk hevel gaf at de schulden
van 'hot jonge mcnsch uil zijn eigen mid
delen. te doen betalen.
OM REUSACHTIGE AARDBEIEN
te verkrijgen, neme men een kristallen
karaf en voorzie men den bodem van een
laag teelaarde, die wordt bevochtigd 0111
ze vast te maken. Voorts make men met
een stokje iu do aarde een gat van 2 een-
do helft van haar stijfheid varen, en een
beminnelijk schoon moedei slachje vertoon
de zich om haar lippen,
„Hier, mijnheer," sprak zij, nftrlal zij haar
handfaschje door/.nehl had, ,,is ons adres."
„Huize Nandorf, hij Berlijn 1" las de ka
pitein met stralend gelaat
„O, mevrouw, tl stemt dus 10e?"
„Ja, ge kunt ons hij gelegenheid bezoe
ken, maar niet voor over een paar we
ken. Ik wen.seh," voegde zij er ernstig hij,
„dat go in dien tussehentijd de zoo plot
seling opgekomen liefde dus in beraad
neemt. Hetzelfde moet mijn kind ook doen.
Voor het overige, kapitein, geloof ik wel,
dat ge op een goeden uitslag kunt rekenen,
daar ook Leonore u wel genegen schijnt.
Voor papa sta ik evenwel niet in."
„Maar ik wel," fluisterde een zacht stem
metje achter mama's rug, „want hij houdt
wel van een grapje."
Toen moeder en dochter nu in het rijtuig
stegen om naar het hotel lenig te keeren
het was don heer von Below toegestaan,
de heide dames daarheen te vergezellen
was Imonore, die anders zoo uitgelaten-
was, in zichzelf gekeerd. Zij moest nu tij
delijk van haar aanstaanden bruigom af
scheid nemen, en sprak fluisterend met
glooiende wangen en van geluk stralend ge
zichtje:
„Mijn geliefde kapitein, heb maar geen
vrees voor den proeftijd, want ik blijf u
trouw. Heerlijk, 0, hoe heerlijk toch, dat
go niet van was waart."
timeters, waarin men achter elkaar zes
korrels aardbeienzaad laat vallen. Daar
na nog een laag teelaarde, weder bevoch
tigd, waarna de karaf hermetisch gesloten
moet worden. Eindelijk plaatse men de ka
raf op een warme plaats, c-n de zaak heeft
haar beslag.
Na veertien dagen ontkiemt de plant on
weer veertien dagen later heeft men een
aardbei, die de geheele binnenruimte dei-
karaf inneemt. Ten slotte sla men de karaf
stuk, en eto de vrucht op.
G F,CONSERVEERDE VRUCHTEN.
Als zekerheid kan men aannemen, dat
geconserveerde vruchten het eerst in Pom-
peji gemaakt werden; bij de vroegste op
gravingen namelijk vond men er l'lcsschen
met vijgen, die bij opening bleken nog ge
heel gaaf te zijn. Bij nauwkeurig onder
zoek kwam men lol do ontdekking, dat
do vruchten, na in de flesscheu gedaan te
i zijn, aan een verhitte temperatuur werden
blootgesteld; men had evenwol in het dek
sel een opening gelaten, "zoodat. de lucht kon
ontsnappeen Als dit" geschied was, dom
pelde men de bovenstukken der flesscheu
in gesmolten was. Pompeji was ons hierin
dus een twintig eeuwen voor.
Weinig mensehen weten waarschijnlijk
dat er in Engeland een groote handel ge
dreven wordt in vaandels, die in kleuren
geschilderd, met letters geborduurd en met
gouddraad versierd worden, en wier prijzen
uiteonloopen van 5 tot 250 guinjes per
stuk.
Er imoet evenwel bij gezegd worden, dat
er in Groot-Brittanië bijna geen gezelschap
of vereenigiug is, hoe klein ook, dat niet
zijn eigen vaandel heeft, dat dan een bij
zondere zinspreuk of opschrift draagt, eu
zelfs de kleinste school, van welke gezindte
ook, heeft zijn eigen vaandel, om zo van
andere te onderscheidon.
Een koninklijk bezoek aan de een of
andere «stad, of eon partjeulicr feestje, geeft
de vaandelunakers .handen vol werk, niet
alleen voor .nieuwe vlaggen voor particu
liere huizen, .maar voor extra mooie, voor
groote firma's, ,die een goede vertooning
willen maken.
Vele du.izenden Wcnschen vinden luin
bestaan is dozen tak van nijverheid. Voor
een groot gedeelte wordt het werk gedaan
door vrouwen, die hel gouddraad er op
stikken, do vlaggen zoomen en de letters
borduren.
Meni'g kunstenaar, die een veel grool-
sclier doel yoor oogon had, wordt hier
gebruikt om de schilderingen op de vaan
dels to maken, en van de waarde dezer
schilderingen hangt zijn loon af.
Sommjgo dezer kunstenaars lijn zeer
knappe rncuselien en verdienen groote som
men golds. Een onder hen, cl.ie zich uit
sluitend bezig houdt met liet schilderen
van portretten, verdient van veertig tot vijf
tig guinjes met het werk voor één vaan
del. Gemiddeld verdienen deze mensehen
van 5 tot 8 pond per week.
Het grootste gedeelte der geschilderde
vaandels kost van vijffjg tot honderd guin
jes, mot een stok en verder bijbehoorende
zaken; en tevens wordt er veel geld ver
diend met ze te reparceren, want, ofschoon
ze, als zo, als ze piet gotmiikl worden,,
netjes opgerold zijn, hebben zij veel te lijden
van wiiid, regen en stof.
Bijna alle vaandels worden gemaakt naar
bijzondere patronen, die eerst ontworpen
worden.
SIGAREN MAKEN IN DE OPEN LUCHT.
„Zelf bon ik op het denkbeeld geko
men om .op straat te werken," zei een
sigarenmaker, die in de open lucht zijn
bedrijf uitoefende, ia een niet drukke straat.
„Zooals go ziet, noem ik de ruwe tabak
en maak daar, terwijl ge wacht, sigiffen
van. Hier is de tabak, die het binnenwerk
van do sigaar vormt, want natuurlijk weet
ge, dat voor het binnenwerk en het bui
tenblad zelden dezelfde tabak gebruikt
wordt. Ik heb verschillende soorten bij de
hand, en kan voor 11 maken een Manilla,
een Sumatra of echle Havana in minder
dan twee .minuten.
„Mijn klanten kunnen ten allen tijde zien
wat zij rooken.
„Op de volgendo manier kwam ik op
het denkbeeld:
„Ik werkte op een sigarenfabriek en ver
diende een kleinigheid extra, oindat ik als
reclame voor een hoog opgeschoven ven
ster zat te werken; de politie evenwel
verbood dit, omdat er veel mensehen naar
mij stonden te kijken cn de passage zoo
doende belommerd werd. Toen kwam ik op
hot denkbeeld, hetzelfde ten eigen bate
te doen.
„De groote moeilijkheid was, om iemand
te vinden, die mij tabak' in zulke kleine
hoeveelheden wilde verkoopen, maar ein
delijk vond jk iemand, en ik kan u zeg
gen, dat ik nu een aardig zaakje heb. Ik
verkoop de sigaren, zoodra ze gerold zijn,
van 3 tot 15 centen het stuk. Het spreekt
van zelf, dat ik hetere waar kan leveren
dan eenige winkelier, daar ik geen belas
ting to betalen heb, on niets tc maken heb
met huur- en gasrekeningen.
Natuurlijk is de sigarenfabriek in. de
open lucht altijd door een massa inonschen
omringd, en behoeft het geen betoog, dat
er goede zaken gedaan worden.
NIEUWTJES VAN HIER EN DAAR.
Daar iu Afrika jaarlijks moor dan Gó
duizend olifanten gedood worden, zal deze
slachting niet lang meer kunnen duren. Do
Amorikaansche bison is bijna uitgestorven
en mot hem de Europecsche bisori en de
Kaapschc buffel. De giraffen worden zóó
zeldzaam, dat zij van twaalf tot achttien
duizend gulden per stuk waard zijn. In
betrekkelijk weinig jaren zullen al deze
diersoorten verdwenen zijn, en al wat er
voor het nageslacht van overblijft, zullen
zijn fotografieën cn skeletten.
Men heeft berekend, dat 33 percent van
de sigaren, in Londen verkocht, niet van
tabak gemaakt zijn.
Een muntstuk is doorgaans 25 jaar in
omloop.
Het gemiddelde cijfer dor ziektedagen
van de 'inonschen i's tien per jaar.
Van de zeven en twintig Europcesdio
vorstelijke families zijn twee derden van
Duitsehem oorsprong.
De letters van de verschillende alphabets
in do wereld variëeron in aantal van 12
tot 102. Het alphabet voor de bewoners
der Bandwiclt-eilanden heeft het eerstge
noemde, dat van de Tartaren het laatste
aantal.
Van de GD eersle-klasse hotels in Londen,
zijn er maar 16, die Briitselie hestuurdeis
hebben, Vreemde eigenaars geven de voor
keur aan Duitsche en Italiannsche kellners.
De eersten kennen de Engctsche taal, tie
tweeden leeron ze spoedig aan.
Een rechter in Noord-Carolina sprak on
langs een echtscheiding uit, en veertien
dagen later trouwde hij zelf «iel do ge
scheiden vrouw, die een aanzien lijk ver
mogen bezait.
In Ween en mogen de dienstboden niet
buiten hot raam zitten of staan, 0111 de
ruiten schoon /te maken, alvorens zij een
vcdlighcidsgordel mot riem aan hebben,
die stevig aan het huis wordt vastgemaakt,
zoodat, ingeval zij mochten uitglijden, zij
niet op straat kunnen vallen, anaal' door
het venster teruggetrokken kunnen worden.
Ilot aantal spoorwegtunnels, over de ge
heele wereld verspreid, wordt geschat op
1142, met een lengte van 614 mijlen.
Londen heeft 10.000 muzikanten van
beroep.
De koning van Griekenland spreekt 12
talen.
ANECDOTEN.
„Wat heb je daar een prachtige lietirs,
Johan,"
„Ja, die kreeg ik op mijn verjaardag van
mijn vrouw."
„Zoo, en was er ook diets in?"
„Ja, do rekening van de beurs."
Vader (die juist zijn toestemming gege
ven heeft tot het engagement zijner doch
ter): „Ik hoop, dat ge mijn dochter naar
waarde zult weten te schatten?"
Jonge man: „Hm. De juiste waarde woel
ik niet, maar ik denk, dat liet zoo om
streeks zestigduizend gulden zal zijn."'
ALLES, WAT ZIJ TE DOEN HAD.
„Ik heb er allang over 'nagedacht,** zei
zij met een ernstige uitdrukking, die he
melsbreed verschilde van haar gewone
luchthartigheid,, „dat ik tccli 't een ol' ander
le-vensdoel moet hebben. Ik hen dus be
sloten mij aan de literatuur te wijden."
„Is dal stellig je voornomen?"
„O ja, stellig; ik heb een aanlig bu
reautje. gekocht, iu den stijl van bodewijk
XVI, en er een uitstekend plaatsje voor
gevonden. 'Moeder gaf mij een gouden pen
en een paarlemoeren penhouder, en ik heb
het triooisto zilveren inklslel, dat je je
knul voorstellen."
„Dan hen je goed voorzien."
„Ja," sprak zij ernstig, „ik bon goed in
gespannen. 't Eenige, wat ik nu nog te
doen heb, is aan mijn lessenaar te gnnn
zitten en een stuk tc bedenken om to
schrijven."
GOEDE RAAD.
„Heb je kou gevat?"
„Ja, een beetje 1"
„Je moet voorzichtig zijn, wani je hoest
1 eel ijle 1"
„Vind je dat werkelijk?"
„Ja, er is een leelijke, holle klank in."
„Lieve hemel!"
„Verbazend slechte tijd voor mensehen,
die verkouden zijn er kan van alles uit
voortkomen."
„Zoo?"
„Ja. Een mijner vrienden vatte een kou,
niet haJf zoo erg als jij, en in drie dagen
was hij dood."
„Hoe is '4 mogelijk!"
„Ja, 't is werkelijk zoo. Do dokter zei,
dat mijn. vriend er wel doorgekomen was,
als hij zich niet zoo ongerust bad gemankt.
Doe dus je bost er niet meer aan te den
ken.
STRENGE MAATREGELEN.
Schooljongen: „Wat, zooveel werk voor
morgon? Vroeger kregen we nooit zooveel
hui a werk."
Onderwijzer: „Daar heb je gelijk in, Im,a
nu hot schoolgeld hoogcr is geworden, moot
je ook waar voor je geld hebben."' i
Patroon: „Mijnheer Cijfer, u was gjsl(l
ren, zonder verlof te hebben gevraagd
wezig."
hleik„Ja, mijnheer, ik ben gisten^
zeer onverwacht gelrouwd."
Patroon: „Zorg dan, dat het nooit \voet s
gebeurt."
EEN VOORDEELTJE.
„Uw nieuwe keukenmeid lijkt mij een aan
trekkelijk persoontje."
„Ja, en wij leven nu veel geruster, wam
er is altijd eeu soldaat in de keuken." I
Man: „Een mantel wil ik je nog geven i
maar dan moot je mij ook verder niet
rust laten." j
Vrouw; „Zeker, als ik een fijnen mantel I
contant betaal, kan ik al het andere wel
op laten schrijven."
Veelbelovend zoontje: „Gisteren heb it
gevochten mei den jongen van hiernaast."
Vader: „Ja, dat weet ik, zijn vader is
van ochtend bij 111e goweesl." j
Zoontje: „Dan hoop ik, dat B er net 700 I
goed is afgekomen als ik."
„Neen," zei B., „ik zal nooit, toestaan
dat winkeliers lid worden van dosoeëteit!"
„Waarom niet?"
„Omdat ik al moeite, genoeg heb, mijn
schuldeischcrs op slrant le oulfoopon,"
VROUWELIJKE MANIEREN.
„Als ccn vrouw door voortdurend pla
gen of onredelijke oischcn een echtgenoot
dwingt zich van huis te verwijderen,zelfs
voor langen lijd, heeft die vrouw geen recht
om echtscheiding te vragen, op grond van
verlating." Dit oordeel werd onlangs uit
gesproken door een rechter te St. Louis,
in het geval van een zekeren hoor Flcisch-
man, die verklaarde, dat zijn vrouw ge
durende zes cn. twintig jaar met ijzeren
vuist do volgende voorschriften op liem
had toegepast
Zij sloeg op een gong. als hij weg moest
gaan, zij sloeg op zijn hoofd als hij op
moest staan.
Zij sloot het huis om zeven uur 's avonds,
was hij niet binnen, dan kon hij in de hout
mijt slapen.
Zij dwong hem zijn schoenen hij de voor
deur uit te doen. Liet hem 24 gulden
per week betalen voor onderhoud en de
rekening hij den kruidenier.
Liet hem water dragen uit de regenbak
en zijn eigen kleeren wasschen.
Moest haar poedel twee kcei por week
oen bad geven. Noodzaakte hem met een
vork te eten, hoewel het hem met een
mes geleerd was, en hij mocht niet met
ongewasschen handen aan tafel komen.
Verbood hef gebruik van tabak, omdat
het de kanten gordijnen vuil maakte.
Noodzaakte haar op straat vóór haar uit
te loopen, en in de Irani vóór haar te
zitten, pp dat hij niet naar andere vrou
wen zou kijken.
Dwong hem vroeg op 1e staan, onverschil
lig of hij den vorigeu avond laat gewerkt
had.
Ontbijten 0111 halfacM ol' zonder eten
weg.
Het wonderlijkste evenwel is, dat de echt
genoot dit leven zes en twintig jaar vol
hield cn er niet eer aan dacht, 0111 weg
ie loopen.
EEN MAKKELIJKER METHODE.
Een niet mooie, maar rijke bruid, vraagt
voor de zooveelstc maal aan haren brui
gom
„Ben je or wol zeker van, bepaald zeker,
beste Albert, dal je mij alleen om mij zelf
trouwt en niet 0111 mijn geld
Besta Albert (wiett hot wal gaat ver
velen, altijd dezelfde vraag te snoeien be
antwoorden)„Natuurlijk hen ik dal. Als
hot alleen je geld was, dat ik nnodig had,
dan bad ik wel ergens ingebroken, of bail
een makkelijker methode gezocht om het
le krijgen."
HOE PEBZ1SC11E VROUWEN LEVEN,
Van een „huiselijk leven" is in Perzië
geen sprake. In hun taal ko' X het woord
huiselijkheid niet voor, en daarom .maakt
het ook geen deel uit in hun leven. \an
den rang van den echtgenoot hangt voor
een groot deel hot teven in huis der vrou
wen af. De armere vrouwen en dorpsbe-
woonsters kennen den zegen van verplicht
le zijn tc werken; maar de meer welge
stelde klassen hebben van 's morgens tol
's avonds absoluut niets te doen dan te
rooken, thee tc drinken eu kwaad te spro
ken.
STILLE BRUIDEN.
In Bulgarije is het voor jong-getrouwde
vrouwen regel, dal zij gedurende do eerste
vier'weken 11a hun huwelijk haar mond
houden, tenzij zij door haar eclitgenoolen
aangesproken worden. Vindt hij hot even
wel noodzakelijk dien termijn tc verkor
ten, dan geeft hij haar oen geschenk, en
zij kan naar hartelust praten.
DE OORSPRONG VAN SLUIERS.
Hot gebruik van sluiers bij het huwelijk
vindt zijn oorsprong bij de Angel-Saksors,