63"* Jaargang zondag 22 Augustus 1909 No. 13081 Tweede Blad, Eindelijk vereeiiigd. Het eene noodige? Doze courant verschijnt d a g o 1 ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardingen fl. 1.25.Franco per post fl. 1.65. Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen. 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnem' worden dagelijks aangenomen. Advertent 'or het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan. het bureau bezorgd zijn. j Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Haven.) 'I' Prijs der Advcrtentiën: Van 1—6 regels fl. 0.92; iedCTO regel meer 15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groote letters naar de plaats die zij innemen. Ad vertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die D i as dag-, D o ader dag- en Z at er dag av ond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advcrtentiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, hij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen. Interc. Telefoon voor do Redactie No. 123. voor de Administratie No. 103. FRANSCIIE BRIEVEN. Parijs, 16 Augustus 1909. Gisteren was liet do dag, waarop de Pa- rijsehe bloemenvcrkoopstcrs de mooiste za ken maken. Hot was die, welke onmiddellijk voorafgaat aan de Saintc Marie on al de Parijsebe Mimietjes, groot en klein, arm of rijk, krijgen dan een of meer bouquetten of •bloemenmanden. De volksbuurten of fau bourgs van Parijs leverden gisterenavond dan ook een alleraardigst schouwspel opin het vooruitzicht dor twee komende feestda gen was de ganschc vrouwelijke bevolking daar op straat om haar inkoopen to doen. Do bloeinenkarrcn en de winkeltjes werden als het ware belegerd en elke vertegenwoor digster der schoone sekse had bloomen in den arm ongeveer op de, klassiek gewor den, manier van bloemen dragen, door Sara Bernhardt op haar bekende fotografie in dc rol van Tosca aangegeven. Men kon zich verbeelden dat allen tot dezelfde familie be hoorden, daar ieder het gemeenschappelijk familielid Marie, met bloemen, begroetend, geluk ging wonschcn. De solidariteit onder de volksklasse, vooral op straat bij feestelijke gelegenheden, waar te nemen, uitte zich nog meer bij dien geliikvormigen bloomontooi, die van één zelfde gevoel van vei'teedering blijk gaf. De weinig schilderachtige arbeiderswijken werden een oogenblik door dat levend décor opgefleurd. ITet was dc apothéose van don zoo ponulairen naam van Marie en, voor de geloovigen, dien van haar patronessc. De Assumption of Maria Hemelvaart is op die manier oen der meest algemeen gevierde feestdagen in Frankrijk gebleven, waartoe ongetwijfeld ook heeft bijgedragen het feit, dart Napoléon dien heiligendag had vastge steld als zijn eigen naamdag, welke in dor Cliristcliikon kalender ontbrak. Zoo is de kracht der' traditie nog merk baar op het oogenblik, dat de radikale Ho- publiek allo keizerlijke zoowel als alle gods dienstige attributen officieel lroeft afgeschaft. Niemand beklaagt zich evenwel over hot in stand blijven dier traditie, daar ieder er een vacnntiedag door wint, En van het jaar eigenlijk twee, omdat do vijftiende op een Zondag valt en dc volgende Maandag dus ook als vrije dag wordt beschouwd. 4 liet aantal lieden, die gisteren en van daag den trein genomen hebben, om die twee dagen buiten do kwalijk riekende Pa- rijsclrc Augnstus-atmosfccr' door to brengen, is, in verband daarmede, ongelooflijk groot. "Volgens een summiere statistiek lrobbon alleen gisteren zes honderd duizend Parijze- naars tijdelijk de Seinestad verlaten en dat aantal zal vermoedelijk beden nog overtrof fen worden. Meer dan een derde gedeelte der bevolking kan zich derhalve de weelde veroorloven van een uitstapje, dat, hoc goedkoop ook aan gelegd, toch altijd betrekkelijk groote kosten na zich sleept. Een dergelijk verschijnsel zegt meer voor de bcoordceling dot' maat- ehappeiijke welvaart dan menige econo mische verhandeling, en is geschikt bon, die altijd' door klagen, voor een oogenblik den mond te snoeren. Hedenmorgen biedt Pa'rijs inderdaad hot schouwspel van een verlaten, half uitgestorven stad. Door do straten wandelend, krijgt men. liet idee, dat er een algemeene staking is losgebroken. Een Marseiliaan, die er op het oogenblik ronddwaalt, kan in allen cmst beweren dat, bij Iret ontbreken van een Canncbiëre, Parijs een klein Marseille is. Wat schrijver dezes aangaat, die pas uit bot vaderland teruggekeerd is, zou hij eer lust hebben uit te roepen: Als Parijs een Scheveningen bezat, zou het een klein Den Haag zijn,. Do zee immers, waarheen thans zooveel Parijzenaar's gevlucht zijn, is wel wat Ver van de Hoofdstad verwijderd'. liet is waar, dat de ParijVcnaar zelf dat onge rief zoekt te bedekken door een klein, op drie en een half uur sporens gelegen, badplaatsje Paris-Plage te doopen en van Paris Port de Mor te praten in liet problematiek vooruit zicht van een veibrecding van den waterweg die naar het Kanaal Voert. Doch, al is het dichtst bij zijnde zeestrand in niet minder dan drie uur te bereiken, zoo is cr op der tien minuten afstand sporons van Parijs een plaatsje, dat eenigszins aan Scheveningen kan doen donken en voor een bepaalde cate gorie van Parijzenaars vormt hetgeen de Ko ningin der Ilollandscho stranden voor som migen onzer landgenooten isIk bedoel Enghicn, een gehucht, waaraan een zwavel houdende bron en een vrij uitgestrekt meer een bekendheid en ccn opkomst geschonken hebben, welke liet eigenlijk niet verdient. Dat Enghien ('t welk niets uit te staan heeft met den hertog, dien Napoleon I Vinrennes hoeft laten fusillecren) is een waai toevluchtsoord geworden voor dat deel der Panische bevolking, hetwelk niet in de gelegenheid is, naar een echte badplaats le gaan. Van Juni af is het cr eiken Zondag beslist onhoudbaar van vege de volte en hoi gedrang. Al die badgasten van één dag komen er echter niet om te baden of water te drin ken, maar eenvoudig om het, aan bovenbe doeld meer gelegen Casino te bezoeken. Daar wordt gelegenheid gegeven te spelen en in den laatsten tijd heeft het spel er zulk een vlucht genomen, dat er in de Kamör stemmen zijn opgegaan, ten einde te bewer ken, dat do aan de meeste Casino's verleen de speelvergunning zou worden ingetrokken. Clémenceau heeft toen geantwoord, dat hij mot plezier die speelzaal zou sluiiten, in dien men het hem formeel vroeg, doch geen enkel député is daarop ingegaan. Waarschijnlijk heeft de Kurhausadmini- stratie op het heilzame resultaat der zwavel houdende bronnen gewezen, en met klem van min of meer klinkende argumenten trachten te bewijzen, dat de welvaart van. Enghien ten nauwste met die van Parijs samenhing. Meer dan ooit tiert dus nog op het oogenblik dit badplaatsje door zijn, kleine paardjes- en bacaraatspel. Van de sommen, die er gewaagd worden, kan men zich een denkbeeld' vormen, wan neer men weet, dat de onderneming vijftig tot honderdduizend' francs winst per dag maakt. En het vaderlijk oog der overheid, die binnen Parijs publiek hazardspel en zelfs loterijen met buitengewone gestrengheid weert, blikt .goedgunstig op tot dat Monaco, 't welk in een paar minuten voor den Parij- zenaar te bereiken is. Geen wonder, dat onder het badpubliek dier Seincbadplaats een groote menigte avonturiers en vrouwen, zoo goed als man nen, van meer dan ve-rdaebt allooi schuilt. Hij, die den moed heeft zich om de speelta fels te wagen, kan daar evengoed zedenstu- dion maken als asm de beroemde bank aan de Middellandsche Zee. .Voor het overige, dat wil zeggen, bet spel buiten rekening ge kken, biedt Enghicn weinig bijzonders. Als genecsoord heeft het. nagenoeg zijn betec- konis verloren en de mooie om het meer ge logen villa's, zijn mecrendeels to koop of te huur. Toch zijn. de omstreken niet van bekoring ontbloot. Het aangrenzende Montmorency, bcioemd om zijn kersen, heeft een mooi bosch. Een enkele wordt trouwens naar die streken getrokken, door een beteren aandrift dan juist dien van het spel'. liet ontbreekt er namelijk niet aan historische herinne ringen. De meest belangrijke dnaiondcr zijn die, ontleend aan het verblijf van Jean Jacques Eousseau. Een gedeelte van de Confessions kan men daar, als het ware, meeleven. Nog wordt cr de bekende Hermitage ver toond, en een ander huis, de Mont Louis, waar de groote man mot zijn Théi-ësc ge woond, gewerkt, geleden en amourettes aan geknoopt heeft. Natuurlijk heeft hij daar thans ook een standbeeld. Doch ik vrees, dat van het imntal bezoekers, dat naar die ■eliquien komt kijken, een aanmerkelijk ge deelte uit Amerikanen en Eagehchen be staat, die meer dan nevelachtige begrippen hebben over hetgeen Eousseau geweest is of gednnn heeft. Maar ook andere mogendheden hebben er herinneringen nagelaten. Iloinrich Heine liecit niet ver van bovenvermelde Hermitage gewoond en daarin heeft, veel vroeger, zelfs Robespierre cenigen tijd verblijf gehouden. Verder zijn er tal van artisten geweest; gelijk de tooneelspeelster Rachel en de com ponisten Grély, Deiibes, Boicddieu. Op menige plek van Montmorency, zoowei als van Enghien, en het ook daarnaast gele gen Saint Gratiën, zou men kunnen schilde ren, hetgeen op een tafel gegraveerd is, ge plaatst bij de nog bestaande tuinbank, waar op eens Rousseau zat: „C'est ici qu'un grand homme a passé ses beaux jours." Helaas! al die herinneringen, bestaan niot voor de foule, die dagelijks den trein (er gaan er op een dag honderdvijftlg heen. en weer) naar Enghien neemt. De gedachte aan het spel neemt alle hersenen totaal in beslag. Rousseau zelf zal daarvan in de Elysoe- scho velden weinig weet hebben. Hij wist te goed waartoe mensehelijke zwakheden en ondeugden leiden kunnen. En bij zal waar schijnlijk, met het oog van eon filosoof, gade slaan, dat het geslacht der twintigste eeuw met onverschilligheid de plaatsen betreedt, geadeld door een der grootste voorloopers der Groote Revolutie. JUVENIS. „Voor de leiding van het huishouden Wordt een dame van middelbaren leeftijd gevraagd, zonder te groote eischen, door een alleenstaand heer." Zoo stond cr in de courant, die Hilda! Eh'ent met een zucht op do tafel neerlegde. Een deftig, maar gezellig vertrek! was het, waarin zij zich gedurende do middag uren placht op te houden, als de kinderen naar school waren; niet de hare, maar die van haar broer, bij wien ziji reeds tien jaar, na den dag van zijn huwelijk, in woonde. Een zegen, een goede fee was ze voor allen, te boginnen met den biocr tot zijn 6-jarig dochtertje. „Kom, Hilda/' had hij toen gezegd, „trok bij ons in, en blijf zoolang hot je be valt." Ea nu nog was zij ia zijn huis, zorgde en werkte voor hem, alsof hot niot anders hoorde. Wat was or ook andcis van het ver- Wende., ziekelijke vrouwtje, haar schoon zuster, geworden? „Hilda hier, Hilda daar." Zoo ging >het dag in, dag uit, en de drie kinderen zou'- den ontroostbaar geweest zijn, als zij tante Hilda hadden moeten missen. Haar broeder, een ernstige, altijd drukke rechterlijke ambtenaar, wist zeer goed, wat hij in haar bezat. U°e dikwijls had hij het voorhoofd ge rimpeld, als hijzijn goede huisfeo om fladder d zag. Al Was zij ook den. bloei der jaren voor hij, zoovelen van dc vrienden, die bij hom aan huis kwamen, zouden haar gaarne hart en hand hebben aangeboden, al was 't enkel tor wille van haar geld. Maar zij wilde niet, gaf den oon nadert ander een blauwtje, en bleef. Nu zij de veertig voorbij was, bestond er geen gevaar meer. Eens had zij be mind, met al de kracht van haar hart, maar al te snel was dc zoete liefdesdroom vervlogen. „Een vergissing, Hilda," had de op' zijn geld trotschc vader op haar bekentenis geantwoord. „Of meen je nu in ernst, dat die hoog adellijke officier je alleen om je zelf licri heeft? Wees verstandig, het ontwaken zou al tc bitter zijn." „T! miskent hem, vader," had zij geant woord, en vergeefs had en smeekte zij om zijn toestemming. „Zoo lang ik leef, nooit! Heb ik n\ij daarvoor afgebeuld om mijn. goeie geld af to staan tot hot oplappen van een ver sleten wapenbord?" 'Dat gaf den. doorslag, waarop een hart verscheurend afscheid volgde. "Wel zwoeren zij elkaar onvcrbreckbare trouw cn noch do beden, noch de bedrei gingen baars vaders vermochten haar tot andere gedachten te brengen. Nauwelijks was hij overleden, of zij zocht in het geheim naar den vurig geliefden man. „Die hooft zijn ontslag genomen, al voor jaren ,on sinds dien tijd is .hij verdwenen." Dit korte bescheid wierp haar op een lang ziekbed, en toen zij weer jieistehl was, scheen zo jaren verouderd; de glans van haar mooie oogen was verdoofd,-zelfs ecnige zilveren draden schilteidon lusseken de zwarte krullen. Stil en zonder lust nam zij hot aanbod van haar broer aan. Met de jaren werd zij jcalmer, meer belangstellend en nu hingen de kinderen met innige liefde- aan haar. t "Waarom kwamen juist heden bij het le zen dor advertentie alle oude horinueringcin bij baar op? I Was zij niet sinds lang cr overheen? Was zij niot gelukkig? „Neen," riep het luide in haar, „dat is niet hot geluk, dat ge jiooptc. Al hangen ze allen .schijnbaar met liefde aan je; jc bent toch overtollig en niemand zal om je schreien, als je heengaat." v,,IIccngaau, waar naar toe? Op de ad vertentie schrijven?" Als een openbaring kwam het over haar. „Dat is het, wat je ontbreekt. Zorgen voor oen vreemde, een eenzame als gij." Haastig nam zij dc courant weer pp cn noteerde het adres. Alleen de straat pn heit huisnummer waren opgegeven, niet ver van Raar huis. j „Ook eenzaam, ondanks zijn rijkdom," zuchtte zij, trok haar mantel aan, zette haar liocd op en geruisclxloos als ccn scha duw ging zij het huis uit. 1 Bij het aangegeven huis stond ze pül. Luid klopte haar het hart, angst kwam over haar. „Wat wilde zij doen? Zou zij het wer kelijk durven, haar broer in den steek te laten?" „Vooruitl" riep con inwendige stem, „voltooi, wat ge begonnen zijt." Vast besloten schelde zij aan. Een oude bediende deed open, en vroeg, wat zij ■wonschte, II. In een vorig artikel hebben wij naar aanleiding van Amsterdamsche ervaringen de vraag gesteld, of er naast de herhalings-* avondschool niet een andere gelegenheid zou moeten zijn, om de kinderen, dio de volksschool verlaten hebben en overdag in werkplaatsen werken, verder te ont wikkelen en tot verdere ontwikkeling aan tfe sporen? Wij gelooven inderdaad, dat er zulk een gelegenheid moet zijn. En ^vij gelooven, dat die gelegenheid van staats- 'of stadswege geboden moet worden, èn 'om de kindren zooveel mogelijk 's avonds van 'do straat te houden ën om 'hen te doen doorwetken aan eigen ontwikkeling, èn om te> verhin deren, dat do behoefte dan ontwikkeling uitsluitend bevredigd wordt 'door men- schcn, welke niet vooral Willen ontwik kelen, doch propaganda willen 'maken voor eigen gedachten en opvattingen. Hoe die gelegenheid er inoet uitzien? Wij kunnen haar niet 'als geheel afge- teekend toekomstbeeld onzen lezers voor oogen stellen. Doch wel kunnen wij ecni ge groote lijnen geven. In dc eerst plaats dan moet elke ge* dachte aan school, aan dwang, aan orde houden en zoet zijn verbannen worden. Wij beseffen dat dit gemakkelijker gezegd is dan gedaan. Maar toch is het volstrekt niet onmogelijk. Wij zouden voor dc jongelui leeszalen willen openstellen, gezellige leeszalen met weinig geleerdheid, waarin de boeiende literatuur en vooral veel plaatjes op den voorgrond zouden staan en vak- ea school boeken den achtergrond zouden vormen. Zoo'n leeszaal zou zoo weinig mogelijk aan een schoollokaal moeten herinneren en do leider zou zoo- weinig mogelijk on-i dcrwijzer moeten wezen. Bij die leeszaal1 zou gevonden moeten woiden een werk taal, waar boekjes voor eigen studie meer op "den voorgrond zouden moeten komen, een paar zalen voor cursussen en licht beelden en kamertjes voor gezellige bijeen komsten onder een leider. Overdag zouden de leeszalen telkens be zocht moeten worden door de hoogste klasse der volksschool, onder leiding van hun onderwijzer, in hoofdzaik om dek ra deren den weg er heen te loeien. Slaagde de onderwijzer er in om hun ook' nog in het algemeen op de eenvoudigste wijze in eenvoudige boeken wat wegwijs te maken des te beter. Wij stellen ons nu voor, dat de jongen of het meisje, dat van school af cn op „een winkel" is, 's avonds wel eens zal binnenloopen in het lokaal, waar licht, warmte, mooie platen en mooie boe kten zijn. Natuurlijk mag hier niet lawaai gemaakt worden, waarschijnlijk zal men dc dames en de hteeren apart moeten ont vangen, doch in elk geval zullen zij er zich behagelijk en niet op school gevoe len. Zal het nu mogelijk zijn, hen eerst tot geregelde bezoekers to maken, bun. ver volgens het besef bij te brengen van het gemis aan eigen kennis, hen geleidelijk aan het werk te zetten en hen zoo te loeren, dat zij nog cursussen, ja, nog een herhalingsschool moeten volgen? Velen zullen niet gelooven, dat dit mo gelijk zal zijn. Doch loonde het niet do moeite, vooral voor een stad als Amster dam, waar men voor het sclioolsche her- hnlingsonderwijs zooveel moeite doet, om ook eens te trachten of in deze- lichting niets te bereiken zou zijn? Men zal ons tegemoetvooren, dat hier mee nogal wat kosten verbonden zijn. Doch zijn die niet verbondon met de bovenbe doelde pogingen in de schoolsehe rich ting? En dan stelle men aan deze boe kerijen niet te hooge eischen. Wij spra- ken bijv. van plaatv orken, doch donken! daarbij in het geheel niet aan kostbare: werken. Hoeveel nut bijv. zouden hier niet do groote geïllustreerde tijdschriften kun non stichten, waarvan men dan nog met eens do allerlaatste inimmcis, ja, niet do allerlaatste jaargangen zou behoeven aan to schaffen. „Om de betrekking?" vroeg hij, toon zijt haperend haar verlangen kenbaar maakte. „Hm I 't zal wel niet veel helpen. H is de vijftigste, maar probecren kunnen wc altijd.? Hij liet haar wachten en verzocht haar na cenige minuten binnen tc gaan. Een prachtig, kostbaar ingericht vertrek was het, dat zij betrad; werkelijk, de pian, die hiervan eigenaar was, moest wel rijk rijn. Ihj echter, een hooge, statige gestalte, leunde lusteloos achterover in zijn leun stoel, cn wendde bij haar binnentreden nauwelijks het hoofd 'om. „Uw papieren?" vroeg hij kortaf. Hilda schrikte, daaraan had zij niot go dacht. j,Papieren heb ik niet," kwam er ha perend uit; >,ik was tot hodcu bij mijn broer." „Denkt u 'dan, dat hot gaat eon goede betrekking te krijgen zonder getuigen?" juffrouw, „of is 't mevrouw?" vioeg hij eenigszins spottend.. „Juffrouw Hilda Ebortl" De man sprong plotseling op, „Wat, Hilda Ebert?" Met snelle passen liep hij de kamer door cn keek haar onderzoekend aan. „Hilda, lieve Hilda, gij?" kwam hot als een jubelkreet van zijn lippen. Met wijd geopende oogen keken zij elkaar aan. „Wolf, mijn Wolf, hoe is dat mogelijk?" Vol zorg geleidde hij haar naar een stoel.- „Diezelfde vraag doe ik jou. Hoe kom' jo or toe, een betrekking té zoeken. Heb jo het slecht by jc broer?" „Neen, Wolf, ik. kan over niets, klagen. Hoe ik er toe kom? Nocni het een bc schikking, dan kan ik' het je bekenden'; nu ik weet, dat bet jo goed gaat, ben ik tevreden." Zij stond langzaam op. „Do plaats in je huis k'an ik natuurlijk niot aannemen." „Dat zou wat moois zijn; maar als mijn vrouw?" „Neen, Wolf! Daarvoor is het te laat!" „To laat! Dwaasheid, liefsto! Al zijn wij- ook ouder, het hart is jong gebleven, do oude trouw, die we elkander beloofd heb ben, of is 't anders geworden?" „Noen, Wolf, ik ben dezelfde en ook niet. Zio mij aan, mijn verwelkte trokken, mijrt grijzo haren, ze passen niet bjj je." „Arnro lieveling! heb jo het jo zoo aan getrokken?" „Ontzettend. Ik meende te sterven, toen ik, na vaders dood naar jo zoekend, moest hooren, dat je je ontslag g'cnomen badt en verdwenen waart." Hij omhelsde liaar tccdcr. „Goede, lievo Hilda, vergeef mijl Maar moest ik daarop wachten, rustig toe kijken?" Neen, rijk wilde ik worden om je te veroveren. Ras besloten, nam ik mijn ontslag en ging naar het goudland." Hij lachte bitter. „Lang, heel lang heeft het geduurd, voor dat hel geld tot mij kwam. Maar nu heb ik liet. Rijk arm geld on goed, maar arm en verlaten." Ilij keek haar in de met tranen over stroomde oogen. „En jij, Hilda, wil je me weer verlaten? Is dat het loon voor mijn trouw?" Zacht schreide zc voor zich hoon. „Bedrieg jc niot! Wolf, ik ben oud en leelijk! Je vindt gemakkelijk een ander." „Maar ik wil niet," juichte hij. „Jou alleen begeer ik. Zooals jc beut, met jo SCHIEDAIMSCHÏOURAH i O <-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1909 | | pagina 5