£ondag 10 October 190S,
63"° Jaargang
no. 13122
Tweede Blad.
Over de brug.
Uit de Tweede Kamer.
Deze courant verschijnt dage] ij k s, met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Ylaardingen fi. 1.25.Franco
per post fl. 1.65.
Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertentiën vooar het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
uur aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Haven Ho. 141 (hoek Kor te' Haven.) 1
Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cents per regel. Groots letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag-en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertontiön opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, .bij vooruitbetaling aan bet Bureau te voldoen.
Intorc. Telefoon
voor do Redactie No. 123.
voor de Administratie No. 103.
Kennisgeving,
NATIONALE MILITIE.
Zitting van <len Militieraad.
Burgemeester en Wetiio'uders
van Schiedam,
brengen ter kennis van de lotthngen der
nationale militie dezer gemeente, voor de
lichting 1910, dat de militieraad in het 2e
district van Zuid-Holland, voor deze gemeente
zitting zal houden te Rotterdam, in het
gebouw Achterklooster No. 60, aldaar, en
wel op
Vrijdag 5 November 1909, des voorm.
ten 10 ure, voor rte ïotingsnummers 1 tot
en met 160, en
Zaterdag 6 November 1909, des voorm.
ten 10 ure, voor de lotingsnummers 161
tot en met 366.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. A. BRANTS.
Be Secretaris,
i V. S1CKENGA.
ILi-iVINDWEER.
(ZAKBOEKJES).
De burgemeester van Schiedam
brengt ter kennis van de verlofgangers,
die op 1 Augustus j.l. naar de Landweer
zijn overgegaan, dat zij bun landweer-
zakboekje zoo spoedig mogelijk, docli
in ieder geval vóór den 25sten October
a.s., aan de afdeeling Militie (School
straat 12), bohooren af te halen.
Schiedam, den 9don October 1909.
De Burgemeester voornoemd,
M. A. BRANTS.
Kennisgeying.
Periodieke verkiezing leden Kamers van
Arbeid.
Burgemeester en Wethouders van
Schiedam,
brengen ter algemeene kennis, dat door
don lieer Minister van Landbouw, Nijverheid
en Handel, bij zijne beschikkingen Van 30
September j.l. no. 272 afdeeling Arbeid
is aangewezen Dinsdag 26 October 1909 <vls
dag, waarop do verkiezing, en Vrijdag 5 No
vember 1909 als d'ag, waarop zoo noo-
dig de herstemming /jj plaste hebben ter
benoeming van loden der Kamers Van Ar
beid voor de Voedings- en Genotmiddelen
en voor de Bouwbedrijven, en zulks ter ver
vulling der plaatsen van 5 leden patroons
en 5 leden werklieden die in ieder dier Ka-
meis op 27 Januari 1910 moeten aftreden.
Zc doelen verder mede dat de uren van zit
ting voor bet stembureau zijn van twaalf
uur des middags tot twee uren des namid
dags en van zeven uur des avonds tot* negen
uur des avonds en brengen tevens in her
innering de artfc. 17, IS en 41 der wot op
do Kamers van Arbeid, lidende
Art. 17. Het hoofd of dc bestuurder van
eon bedrijf of eene ondernoming, waarin per
sonen die op eene kiezerslijst voor eene Ka
mer van Arbeid zijn geplaatst, arbeid ver
richten in fabrieken en werkplaatsen, is ver
plicht. te zorgen dal ieder van dezen goduren-
do'ten minste twee achtereen volgende uren
van don voor de stemming bepaalden tijd ge
legonheid vinde om mode te werken tot de
keuze waartoe liij bevoegd is.
Art. 18. Het hoofd of bestuurder in hoL
voorgaande artikel bedoeld is verplicht te
zorgen, dat in z.ijne fabriek of werkplaats,
op eene plaats waar aibeid wordt verricht
gedurende twee werkdagen vóór on tijdens
dc- tot stemming bepaalde uren, op eepp
zichtbare wijze is opgehangen eene door hem
ondorieekende lijst, do uren in hot voorgaan
de artikel bedoeld vermeldende voor elk af
zonderlijk of groepsgewijze of voor allen ge
zamenlijk.
Op de woorden „arbeid" en „fabrieken
en werkplaatsen" in dit en in het vorige
artikel is 1 dm' Arbeidswet, met uitzonde
ring van het laatste lid van art. 2, toepas
selijk.
Alt.. 41. Overtreding van art. 17 of 18
i.
„Ga je vandaag over de brug?"
„Noen. Vandaag niet, on morgen niet,
en overmorgen niet Nooit, nooit,
nooit 1"
„Nou, wind jo zoo maar niet op! Ik
zeg jo, dat je er toch nog eens over znlt
gaan."
Dat was zoo ongeveer het gesprok, dat
eiken dag gevoerd word tusschon den heer
en mevrouw Tarbagnac. Alleen do toon
verschilde wel eens; nu eens was deze
heftig, dan weer ironisch en bijtend. Voor
al mevrouw was er sterk ia „do brug'
op „het tapijt" te brengen.
Wat die brug dan eigenlijk in dc wc
rold gebracht had? Laten Wij beginnen te
zoggen, dat het volstrekt niet die histo
rische brug was, 'die in Venetië als „do
Brug dor Zuchten" bekend staat, 't Was
niets meer dan' oen smal dingetje, dat me
vrouw, niettegenstaande de hevige pro tos
ton van haar heer gemaal, in haar park
hij haar villa had laten bouwen over oen
beekje, waarover men, als mon geen
stijve beenen had, wel heen kon wippen
klaar 't was zoo mal van constructie, zoo
zwaar on in disharmonie mot de omgc
ving, dat men zich onwillekeurig afvroeg,
of de brag voor do bock, of do beek voor
de brug gemaakt was.
wordt gestraft "roet hechtenis van ten hoogste
veertien dagen of geldboete van ten hoogato
vijf-en-zeventig gulden.
Schiedam, 4 October 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. A. BRANTS.
De Secretaris
V. SICKENGA.
Eene zeer korte zitting op Dinsdag 1.1.
ter behandeling van het wetsontwerp tot
goedkeuring coner overeenkomst met de
naamloozc vennootschap „Zeehaven en Ko
lenstation Sabang" te Amsterdam. Het was
do eerste keer dat de nieuwe Minister van
Koloniën, do heer De W-aa.1 Malefijt, op
het slappe ministerieole koord moest. Hot zou
echter mogelijk geweest zijn, dat het met
cone enkele acte dc prësence ware afgeloo-
pen, m. a. w. dat het ontwerp zonder hoofde
lijke stemming ware aangenomen. Dat dit
niet zoo geweest is, daaraan is de heer "Van
Karn cheek do oorzaak geweest.
Wat behelsde de overeenkomst, wat was
haar doel? Zij behelsde dat ae Ecgcering een
gedeelte der bezittingen, die de maatschappij
op het eiland Wó heeft, voor 12 ton zal
overnemen. Die do kaart van Sumatra voor
zich neemt zal zien, als hij het nog niet wist,
dat de haven Sabang op de Noord-Oostkust
van het eilandje Web ligt, vlak over A'tjch
cn dus ook behalve als kolenstation, ook uit
oen defensie-oogpunt van niet weinig be
lang is.
Dc overeenkomst is dan ook gecne finan-
ciccle, maar oenc militaire operatie. Dc Re-
geerrng wil dc haveninrichtingen aan de Sa-
bangbaai, die groote strategische waarde heb
ben, uitbreiden, opdat zij voor onze defensie
van zoo groof mogelijk nut zullen zijn. Dit
nu vond do beer Van Karnebeeic heel good,
al was hij niet zonder vrees dat in de toe
komst de dichtbij gelegen Aroc-baai-haven
tot zul ken grooten bloei zou kunnen komen,
dat do Sabanghaven van heel. wat minder
waarde zou kunnen worden»
Maar zijn hoofdbezwaar was van finan-
cieolcn aard. Art. 10 van de ovorconlcomst
geeft de Regcering do bevoegdheid alle eigen
dommen en rechten van dc maatschappij
Sabang over te nomen tegen betaling van
40 malen 't gemiddelde dividend over de
laatste drie jaren uitgekeerd, waarbij dan nog
komt het bedrag der jaarlijkschc afschrijvin
gen. En nu vond de lieer Van Karnebeok
dat vermenigvukligingscijfer veel te hooj
Als dc maatschappij dan 20 percent dividend
uitkeert in de laatste drie jaren, moet do Re
gcering de aandeden tegen 800 pci'cent over
nemen. Dit is zoo prachtig, dat de verlei
ding voorde aan deel lioudors, toekom
stige zei de heer Van Knmebeek om de
tegenwoordige niet to grieven, wel
eens wat heel groot kon worden om zich te
laten naasten door hot uitlokkon, althans be-
orderen, van politieke verwikkelingen."
Mijnheer Tarbagnac vergaf het zijn vrouw
niet, dat zij haar \vil had doorgedieven
Ilij bad eerst getracht, haar dit idee uit
het hoofd to pralen, daarna had hij de
werklieden trachten om tc koopon om te
staken en eindelijk had bij op ecu nacht
een poging aangewend, het beekje af tc
leiden on eon anderen loop tc geven, om
de brag haar roden Van bestaan tc ont
nomen. Maar in alles triomfeerde mevrouw
on mot bijzonder leedvermaak gaf zij ter
gelegenheid van de inwijding ben groot
diner. Do gaston putten zich uit in lofuitin
gen over do brug.
„Dus, waarde Tarbagnac, jc kimt nu je
Rubicon overtrokken," zei er bon, die do
„Romcinschc geschiedenis kende.
„Ik? Bon jo doll" riep hij weinig com
plimenteus uit.
De gaston wisten ten laatste niet meer,
hoe zij het hadden. Do minste toespeling
op de brug maakte hom woest. En toen
allen in plechligcn optocht 'de brug zou-t
den overschrijden, hield Tarbagnac plot
soling een ouden heer, die in zijn nabij
beid liep, terug, met dc woorden:
„Zet je voelen er Piot op!"
Maar mevrouw Tarbagnac deed, aan de
overzijde van het beekje, alle moeite, om
don lieer tot andere gedachten te bren
gen, en: zij overwon alweer.
Een schaterlach weerklonk, toon do oude
heer mot dribbelpasjes naar dc overzijde
liep. Een oogonblik was voor don slijf-
hoofdigon heer Tarbagnac dc verleiding
sterk, zijn voeten op do geminachte brug
De Minister gaf eene zeer voldoende en
leerzame uiteenzetting van het belang van de
haven van Sabang, die li kilometer lang en
900 motor breed is, zoodat ze 12 van dc
allergrootste schepen tegelijkertijd kan bevat
ten. En al zou de Aroobaaihaven tot grooten
hloci komen, die van Sabang zal altijd hare
beteekenis behouden als zeehavten en kolen
station.
Dit alles kwam er zoo, wij kunnen niet
zeggen vlot uit, want tie heer De Waal
Malefijt is nooit vlot, maar dit alles werd
in zoo weioverdachten en correeten vorm
nan den man gebracht, dat het de Kamer
blijkbaar ietwat verraste. Het bleek echter
spoedig dat men hiernaar de ministei'ieele
capaciteit van den nieuwen bewindsman voor
koloniën nog niet zal kunnen afmeten, want
de Minister bracht den heer Van Karnebeok
dank, dat bij hem vooraf met z.ijne bezwaren
in kennis had gesteld. De Minister was dus
gcpraeparceid. De daad van den heer Van
Karnebeek was trouwens niet ongewoon
men pleegt een minister op de hoogte to
stellen van bezwaren, waarvan de kennis niet
uit de gewisselde schriftelijke stukken tot
hem kwam. Hot blijkt dus dat de hoor Van
Karnebeek óf niet bij het afdeelingsonder-
zook is tegenwoordig geweest, óf dat de door
hem geopperde,bezwaren eerst nil dat onder
zoek bij hem zijn opgekomen.
Wat de minister wel toegaf, was, dat de
financieele regeling wel wat al ie voor-
doelig was voor de maatschappij, die door
te geringe afschrijvingen het dividend ko
lossaal zou kunnen opvoeren, zoodra de
waarschijnlijkheid van naasting binnen wei
nige jaren groot was geworden. En daar
om had hij, zoodra zijn conferentie met den
heer Van Karnebeek was aigeloopen, op
nieuw do onderhandelingen met de Sabang-
maatschappij aangeknoopt, en deze zou zich
tevreden stellen met 35, ja, zelfs met 30
maal hel dividend van de laatste due
jaren als afkoopsom, al naar gelang do
naasting spoediger afloopt. Deze wijziging,
zoo hoopte dc Minister, zou iedeicen be
vredigen, en het ontwerp zonder hoofde
lijke stemming doon aannemen.
Maar de heer De Beaufort zou den
nieuw-opgetreden minister ieoren, dat liet
zoo maar niet gaat. Toen deze in zijn
hoedanigheid van voorzitter van dc Com
missie van Rapporteurs advies over deze
wetswijziging moest geven, betuigde hij,
dat hij dit niet kon uitbrengen, omdat de
Commissie geen tijd had gehad genoemde
wijziging te overwogen, evenmin als de
Kamer gelegenheid gehad had zo onder
de oogen te zien. Op zijn vraag word toon
besloten dc wijziging tc doen drukken, en
dc behandeling to verdagen tot Donderdag
daarop. Toen bleken ook de bezwaren van
don heer Van Karnebeek opgelost, cn het
wetsontwerp kwam zonder woordenwisse
ling in veilige haven.
Do Kamer was liet overige van de weck
in de afdeclingen vergaderd. Wij wikten
wel, dat ook wij daar waren toegelaten.
Naar verluidt, moet daarin toch een zeer
langdurige en breedvoerige discussie heb
ben plaats gehad over het geval Kuyper-
Lehmann-Westmcijer.
Heeft do oud-minister thans een verkla
ring gegeven? Heeft hij hhf woord gespro
ken, dat na' zijn nog steeds niet nageko
men belofte door ie lor, die het wèl meent
met 's lands belang, met ongeduld wordt
verwacht? Wij welen er natuurlijk niets
van. Maar wij zouden er ons over verheu
gen. Wij kunnen niet aannemen, dat Dr.
Kuypcr aan erger schuldig staat dan aan
onvoorzichtigheid. Zou d<.n de anli-revolu-
tionaire Kamerclub hem wederom tot haar
voorzitter benoemd hebben? Dat zou al te
gewetenloos zijn. En toch waarom
spreekt hij niet, als met een enkel woord
zijn onschuld te bewijzen is?
tezotten, om de lui daar eens tot reden
te brengen.
Maar toen bedwong hij zich, nam een
aanloopje cn sprong met jeugdige vlugheid
het water over. Natuurlijk kwamen zijn
hakken juist nog in hot natte oeverzand
terecht en kwamen er spatjes op enkele
dnmesjaponnotjes.
„Lomperd," riep mevrouw woedend uit.
„Zie jc nu wel, dat die brug noodig
was?h
II.
liet loven in eikaars nabijheid werd een
onduldbare last.
Ilad mevrouw bezoek, 'dan leidde zo haar
gaston aanstonds naar de brug. In den
zomer ging zij met con fautoml in dc nabij
heid zitten omzich te verveion.
Mijnheer deed zijn eens gegeven woord
gestand: hij kwam er niet over. Ilij had
zich geoefend en was nu zoover, dat hij
op allo manieren over het beokje kon heen-
springen. Wanneer hij bij toeval tegelijker
tijd met zijn vrouw1 bij de noodlottige brug
was, sprong hij er telkens over; met een
aanloopje, zonder aanloopje, mot dc bccncn
bij elkaar, en zelfs met cén been.
„Waarom spring je toch zoo dwaas?"
vroeg mevrouw geërgerd.
„Ik bewijs, dat jc brug totaal overbodig
is," antwoordde bij bijtend.
Als Tarbagnac een hoer op bezoek kreeg,
die. met den twist, noch mot dcszelfs oor
sprong off do hoogte Nvas, bracht hij hom
naar het park, cn dwong hem over de heek
te springen, en zetto Uau een geweldigen
boom op over de nutteloosheid van die brug
Maar, o wee, bij bet diner! 't Gesprek kwam
natuurlijk op de brug, bn de argelooze be
zoeker zei dan onverholen, dat het jammer
v/as, dat die brug 'de mooie bosch- cn
waterpartij in liet park bedierf. En hoe
zuiniger mevrouw keek, dos te moer wreef
mijnheer zich in do handen van pleizicr,
Maar niet altijd was hij overwinnaar,
Ook mevrouw wist menigen bezoeker te
bewerken en in den val te doen loopen
Qf, als zij mot anderen in het park liep
en zij vermoedde, dat mijnheer weer aan
't springen zou gaan, kondigde zij dit aan
als: „Optreden van den beroemden slootjes
springer Tarbagnac." En zoo viel zijn ma
nifestatie natuurlijk in het water.
Hot ergst waren dc bezoekers er aan
toe, daar ze partij moesten kiezen.
Er waren or, die schipperden: „Maar
m'n hemel, mevrouw, ik zeg niet, dat die
brug niet noodig is
En als dan mijnhecr's wenkbrauwen
zich onheilspellend samentrokken: „Maar
misschien toch
En zoo volgde er een heole serie van
„misschien" en „ik geloof" en „het komt
mij voor" en „mon zou zeggen", onz.
Doch dezulken haalden zich zoowel het
ongenoegen van mevrouw als van mijn-
hoor Tarbagnac op den hals.
Andoren wisselden van mconing, al naar
zij mijnheer of mevrouw noodig lmddon.
Wie een dochter had uit to huwelijken,
verklaarde do brug voor een prachtwerk;
hij, die praten kwam over de jacht of
BINNENLAND.
Audiënties.
De gewone audiëntie van den minister
an justitie zal Maandag niet plaats hebben.
Ridderorde.
Bij Kon. besl. is de heer A. Gips, hoofd
agent. der Nedcrlandsch-AmcrikaanschcStoom-
vanrtmaatchappij in de Veicenigde Staten
van Amerika, benoemd tot ridder in de orde
van Oranje-Nassau.
Bij Kon. besl. is benoemd tot rid-der in de
orde van. Oranje-Nassau, J. Baron, gezag
voerder bij do Nederlandsch-Amerikaansche
Stoomvnalmaatsehnppij, te Rotterdam.
MaiF door brand -vernield.
Blijkens van don consul-generaal te Pre
toria ontvangen bericht is de op 18 Sep
tember 1909 van Southampton verzonden
mail in de nabijheid van Bloemfontein
door brand vernield. („Stct.")
Assistent-resident Tangernng- vermoord.
Uit Batavia ontvingen wij het telegra
fisch bericht dat do assistent-resident van
Tangemng door een districtshoofd uit
wraak is vermoord,
Tartgcrang is de dicht bij Batavia gelegen
hoofdplaats van do afdeeling van dien
naam.
Volgens den rcgeeringsalmanak is daar
assistent-resident de heer J. Dunnewold,
sedert 1902 dien rang bckleedende en se
dert April 1908 te Tangorang geplaatst.
Bij familie van den heer D. in ücn
Haag was van hot ongeval nog niets he
kend. („N. Ot.")
Versterking reclitbnnkeu.
De minister van justitie brengt ter ken
nis van belanghebbenden, dat, naar aan
leiding van de Wet van 27 Sopten" w
1909 (Stbl. no. 323) zullen worden be
noemd:
bij de arrondissementsrechtbank tc 's-Gra-
venhagc: 1 vice-president, 1' rechter, 1
landerijen, vond de brug een mal tfing,
dat nergens goed voor wa». En wanneer
men van het ccno kamp naar het andere
overliep, kon men zeker zijn van een goed
onthaal: beiden waren blij, als do tegen
partij afbreuk weid gedaan.
Zelfs do bedienden namen deel aan den
strijd. Jan, de koetsier, had zich den eer
sten dag tegen de brug verklaard, hij was
naumelijk niet een van dc vlugstcn, en me
vrouw had hem dat in het gezicht g"zegd,
Marie, do keukenmeid, was oorspronkelijk
van dezelfde meening, maar mevrouw had
haar loon verhoogd, en sinds dien dag word
do brug geprezen. liet speel mijnheer, do
keukenprinses to verliezen, want nu maak
te ze zijn geliefkoosde schoteltjes niet meer
klaar, 't Kamermeisje was voor mevrouw,
do huisknecht insgelijks, vanwege zijn lief-
do voor dat kamermeisje. Wat den tuin
man betreft: hij was woedend, dat men
iots in den tuin had durven veranderen,
on was daarom beslist tegen de brug.
Zoo doelde bot gchcele huis in den
strijd. In. de salon deed do beleefdheid de
klappen wat minder hard neerkomen, maar
in do keuken ging hot tussch'enbcido ge
weldig toe.
En onder al die beAijvcn bleef de brug
onvoi schil lig over bet beekje hangen, on
kundig van do woedende gevechten, die cr
om harentwil geleverd werden.
III.
Do strijd duurde zes jaar zonder pardon.
De tijd stompte de wapens.
Op zekeren dag stortte de brug tendcelo
SCHIEDAMSCHE COURANT.
Zij brengen tevens in herinnering art. 74 der
Militiewet 1901, luidende
Voor den militieraad moeten verschijnen
lo. behoudens het geval, bedoeld in art. 1(, tweede
zinsnede, of in art 7b, de lotelingen, die vrij
stelling verlangen wegens ziekelijke gesteldheid
of gebreken
2o. de iotehngen, die vrijstelling verlangen wegens
gemis van de gevorderde lengte;
3o. de lotelingen, die onderling de overeenkomst
hebben aangegaan, waarvan sprake rs in de
vierde zinsnede van art. 47 en m den tweeden
volzin van art. 50.
Vooits worden de belanghebbenden er uitdrukke
lijk op gewezen, dat het opgeven van de redenen
van vrijstelling bij gelegenheid der loting aan den
Militie-Commissaris, en het indienen van de noodige
bewijsstukken aan den Burgemeester of ter Secie-
tane, niet voldoende is om zich de vrijstelling ie ver
zekerenwaarop zij meenen aanspiaak te kunnen
maken, maar dat hun belang medebrengt om boven
dien' de viijstelimg te magen in de zitting van den
Militieraad; en
dat, krachtens art. 52 der genoemde wet, vrij
stelling, aangevraagd wegens ziekelijke gesteldheid ot
gebieken of wegens gemis aan de govoulerde lengte
niet wordt verleend, wanneer do lotehng die haar
viaagt, mot voor den Militieraad is vei schenen, be
houdens het geval dat de loteling, wegens ziekte of
gebreken, buiten staat is voor den Militieraad te
verschijnen, m welk geval hij woidt onderzocht op
de plaats waar hij zich bevindt, mits deze binnen
het Rijk gelegen zij en de noodzakelijkheid van
dat huisonderzoek, door eeno geneeskundige ver
klaring woidt aangetoond, welke zoo spoedig mo
gelijk aan de afdeeling Militie (Schoolstraat 12)
moet worden bezorgd, in ieder geval vóór den dag
der zitting van den Militieraad.
Dientengevolge roepen zij voornoemde lotelingen
op om, op bovengenoeinden dag, uur en plaats, vooi
gemelden militieraad te verschijnen.
En is hiervan afkondiging geschied, vvnar het
behoort, don 9den October 1909.