63** jaargang
Zondag 7 November 1909,
No. 13146
Tweede Blad.
ROUW.
MMENLAm
Uit dc Pers.
SCHIEDAMSCHE COURANT
Deze courant verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon-en Fcestdagch.
Prijs per kwartaal: Voor S c h icdam en VI aar din gen II. 1.25 franco
per post fl. 1.65.
Prijs per weck': Voor Schiedam on Vlaardingcn 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen woulcn dagelijks aangenomen. 1
'Advertentie!) voor hot eerstvolgend nummer moeten dos middags vóór oen
uur, aan hot bureau bezorgd zijn.
I Bureau: Lange Haven !STo. 141 (hoek Korte Haven).
1 Prijs der Advcrtentiön: Van 16 rogels fl. 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cent por regel. Grootc letters naar de plaats die zij
innemen.
Adverfenliën bij' abonnement op voordcclige voorwaarden. Tarieven
biervan zijn gratis aan bet Bureau te bekomen.
In do nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiëu opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, Lij vooruitbetaling aan het Bureau te voldoen.
Intere. Telefoon
voor de Redactie No. 123.
voor de Administratie No. 103.
Consulaire dienst.
Bij Kon. Bcsi. is do heor II. II. do Waal,
consul-generaal der Nederlanden in disponi-
bilitcit, mei ingang van 15 dezer, benoemd
tot administrateur, chef der afdceling Con
sulaire en Handelszaken aan het Departe
ment vim Buïtenbmdscho Zaken.
Bij Kon. besl. is aan den lieer J. Hen-
due, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend
uit zijn betrekking van vice-consul der Ne
derlanden to Palmers ton, en is als zoodanig
benoemd, buiten bezwaar van 's lands schat
kist, dc heer IV. C. P. Bell.
Het ressort van het vice-consulaat omvat
bet noordelijk territorium van den Staat Znid-
Australië.
Rechterlijke maclit.
Bij Kon. Bcsl. is benoemd tot substituut
griffier bij de arrondissement-rechtbank te
's-IIertogcnb'osch', mr. E. J. M. Sassen,
thans plaatsvervangend griffier bij den
raad van. beroep, (ongevallenverzekering),
te Breda, advocaat en procureur, tevens
Werkzaam als beëedigd klerk ter griffie
van de arrondissoments-rechtbank aldaar,
onder gelijktijdige toekenning van eervol
ontslag uit zijn betrekking van plaatsver
vangend griffier bij don raad van beroep
(ongevallenverzekering), te Breda.
Bij Kon. Besl. zijn benoemd
tot substituut-griffier bij de arrondisse-
mcnts-rechtbank te Amsterdam:
mr. ,T. A. E. Bevers, tb'ans griffier bij
den raad van beroep (ongevallenverzeke
ring), te Groningen;
mr. W. M. G*. Jolles, thans kanlonrech-
ter-plaatsvervangor in bet 3de kanton Am
sterdam, advocaat en procureur te Am
sterdam;
mr. U. M. Paré, advocaat en procureur
to Amsterdam, tevens waarnemend griffier
bij bot 4de kantongerecht aldaar, en
mr. II. II. Boas, doctor in de Staatswe
tenschap, thans adjunct-commies bij het
departement van Landbouw, nijverheid en
liandel, te 's-Gravcnhage.
tot substituut-officier bij de arromlisse-
ments-rechtbank te Rotterdam:
jhr. mr. Cr. W. van, Viorsscn Trip, doc
tor in do Staatswetenschap, thans redac
teur der Nieuwe Rotterdamscho Courant,
to Rotterdam, cu
tot substituut-griffier bij do arrondissc-
mcnls-rechtbank te 's-Gravcnhage:
mr. J. van Kuyk, wonende te 's-Graven-
Kagc, werkzaam ter griffie van bet kanton
gerecht aldaar, en is
aan mr. W, M, Cr. Jolles, in verband
met zijn benoeming lot substituut-griffier
bij do arrondissemonts-rechtbank te Am
sterdam eervol ontslag verleend uil zijn
betrekking van lcanlonrcchter-plaatsvervan-
ger in het 3de kanton Amsterdam.
Bij Kon. Besl. zijn. benoemd: tot griffier
bij bot kantongerecht te Elst,mr, F. J. M.
I. baron van Hövell tot Westerflier, advo
caat en procureur te Arnhem, tevens werk
zaam als beëedigd klerk ter griffie van
de arrondisscments-rcchtbank aldaar
tot griffier bij het kantongerecht te Ap-
pingedam, mr. Cr. Folix; advocaat en pro
cureur te Ilcorcnvecn, tevens werkzaam
als beëedigd klerk ter griffie van de ar
rondissemonts-rechtbank, aldaar, en
tot griffier bij het kantongerecht te Haar
lemmermeer, mr. D. J. Kuipers, thans sub
stituut-griffier bij do arrondisscments-rccht
bank te Breda.
.Bij Kon. Bcsl. is benoemd tot griffier
van liet gerechtshof te Arnhem, mr. J. F.
Ingcn "flousz, thans substituut-griffier bij
bet gerechtshof te 's-Hertogenbosch en
arrondissements-schoolopziencr aldaar.
Personalia.
Do oud ,jgezant baron van Ilceckcren
van Keil, heeft, afscheid nemende van den
koning van Denemarken, van dezen het
grootkruis der Dannebrogordo ontvangen.
Reservekader bij do infanterie en dc vesting
artillerie
De minister van oorlog brengt in dc „Stct.
No. 200) Ier kennis van belanghebbenden:
hel eerstvolgend examen van hen die wen-
sehen tc worden toegelaten tot de verbintenis
als vrijwilliger van bel reservekader tot do
infanterie of de vesting-artillerie, zal ge
let op het bepaalde in het Koninklijk be
sluit van 18 September 1901) no. GG en, in
velband daarmede, de wenschelijkhoid voor
miliiieplichtigcn om zich alsnog vóór 1 Ja
nuari bij hot reservekader te kunnen verbin
den - plaals hebben op 14 December 1909
en, zoo noodig, op oen of meer volgende da
gen deze verbintenis kan gesloten worden
door hen die niet jonger dan 17 oh niet
ouder dan 2-1 jaar zijn; het toelatingsexamen
wordt gehouden in de plaatsen 's-Gravcnlmge,
Assen, .s'-Ifcrtogenbosch, Borgen op Zoom.
Leiden, Amersfoort, Breda, Amsterdam, Am-
hem, Leeuwarden, Haarlem, Nijmegen,
Utiecht, Gorinchem en den Helder, -alwaar
dc staven dei regimenten infanterie on die
der vesting-artillerie gevestigd zijn, ten over
staan van een commissie, door den betrok
ken ragimonls-eoiumandant Ie benoemen.
Men zie voor bijzonderheden de „Stct."
(no. 260).
De Soptembor> antithese vim prof. Tan den
Borg.
Do antithese voor Iiulië van den lieer L.
(Uit het dagboek van een ouden vrijer.)
Evenals de edele prinses Valentine van
Milaan, kan ik zeggen: „Rion no m'est
plus, plus nc m'est rion". Somber en treu
rig lijkt mij het leven. En ik voel in
mijn hart het ledige, want ik heb mijn
vriendin verloren.
Mijn liefde voor haar was zoo diep
cn innig. Door banden van tccdcrlieid en
gewoonte verbonden, gingen wij samen
langs den zonnigen weg van het leven,
dat nu, helaas, voor mij eenzaam en som
ber geworden is. Do ecnigo zoelheid in
mijn bestaan, ze is weggevlodcn, plotse
ling, en mijn ziel is in rou,w.
Hoe ik haar liefhad? Ik zal den moed
hebben, het te zeggen.
ITet was op oen kouden winteravond
Do kilte doorhuiverde mijn oud kasteel
Do noordowind huilde door do sombere
gangen on de vlammen van den haard
dansten spookachtig op.
Over de glooiende asclf gebogen, over
zag ik mijn eenzamen levensgang, toon
plots een zacht 'tikken weerklonk tegen
de zware deur, die ik nu-openen moest.
En voor de stralende verschijning te
genover mij, stond ik in verrukking. Zij
was het, sidderend en koud, die mijn
gastvrijheid kwam afbedelen met den bc
scheiden tik van haar, fijne nagels legen
het eikenhout.
Nooit eerder Had ik Haar gozien, maar
van het oogcnblik, dat ik haar zag, werd
zij meesteres van mijn hart en mijn haard
Door dit stralende wezen, een en al
W. C. van den Berg heeft, blijkens de me
morie van antwoord over dc Indische begroo-
ting, bij den minister van koloniën geen suc
ces gehad.
1. Do heer Van den Berg had gcsleldassi-
milalie van alle rassen is de leus der kamp
vechters van vooruitgang, het beslaande dua
lisme is voor de behoudaieken. De minis
ter „meent op don voorgrond tc moeten stel
len, dat hij dat alternatief, zooals het. ge
stold is, niet kan aanvaarden".
2. De heer Van don Berg had gestelddr
bestaande eensgezindheid over koloniale po
litiek is -ongezond, cn moot plaats maken
voor een partijsclioiding, waarbij do vrienden
dos Christendoms do assimilatie bchooren te
kiezen. Do minister acht „liet feit, dat
ten opzichte van do koloniale politiek in de
hoofdlijnen eenstemmigheid tusschen do
staatkundige partijen bestaat, oen verblijdend
verschijnsel".
3. In zake bosUiursher Vorming staat dc
minister de bekende richting voor, die van
assimilatie hot rechte tegendeel is.
4. Van assimilatie voor de toelating tot de
inlandsche rechtsschool wil tie minister even
min weten als van assimilatie voor hot ele
mentaire onderwijs.
5. Dc hoer Van den Berg had in hoofd
zaak gelet op Java, en verzocht niet bestre
den tc worden mot argumenten, aan dc ach
terlijke buitenbezittingen ontleend. De mi
nister toont gedurig, dat hij, m de lijn van
hel „groote werk" der laatste jaren, liet be
lang der buitenbezittingen in niets bij dat
van Java achterstelt.
Wij gclooven wol, dat de assiinilatielecr
liet voorloopig hiermee kan doen. Tot over
maat heeft „De Standaard" Van 29 Sept. er
op gewezen, dat „lot (haar) niet geringe ver
bazing een ijvcranr voor het hullen van Nc-
derl.-Indië, wat. do rechtspraak betreft ,in een
Europoosch kleed, zich op Art. 18 van (haar)
Program van beginselen had beroepen", welks
toelichting juist „liet pleit voordo voor 't te
gendeel".
Nederlandsen onderdaanschap.
Op 16 October 1906, bij dc behande
ling van het nieuwe artikel 109 van het
Indisch Rogeeringsreglcmcnl, heeft de
heer Bogaardt in do Tweede Kamer hot
licht doen vallen op bezwaren, voor in
landers cn vreemde oosterlingen uit onze
Oost verbonden aan naturalisatie tot Ne
derlander (Ilandd. blz. 95). De lieer Van
Deventer knoopte daar dc opmerking aan
(blz. 101), dal het bij do aanstaande re
geling van bet Nedcrlandsch onderdaan-
schap der nict-Ncdcrlandors „wellicht ook
overweging zou verdienen dc naturalisa
tie gemakkelijker te maken althans do
financieel tamelijk bezwarende voorwaar
den, dio daaraan thans verbonden zijn,
hetzij geheel weg te nemen, hetzij belang
rijk te beperken," De heor Bogaardt be
hield zich voor (blz. 103) bij de wet op
bel onderdaanschap hierop nader lenig te
komen.
Blijkens het pas verschenen Voorloopig
Verslag over de twee onderdaanschaps-
onlwcrpon is dat echter niet gebeurd. Toch
zou het jammer zijn, als meu, nu bij de
bedoelde ontwerpjes tóch een wijziging van
de wet van 1892 op het Nederlander
schap is voorgesteld, niet meteen d it punt
tot afdoening bracht. Blijkens hun uitin
gen op 17 Juni 1908 (blz, 2127, 2128)
waren de ministers Nelissen cu Idenburg
van mooning, dat wij Nedorlandsche on
derdanen niet-Nederlanders, die naturali
satie begeeren en baar waard zijn (Stbl.
1908 no. 260, £61, 266), niet moeten af-
stooten, maar tot ons trekken. Een daar
toe dienstige weg schijnt aangewezen sinds
do openstelling van kostelooze naturalisa-
Uo voor gewezen Nederlanders (Slid. 1907
no. 177); men kan, wat bij het nieuwe
artikel 3 bis bepaald is voor oud-Neder
landers, thans wellicht uitbreiden tot niet-
Nederlanders, die reeds Ncderlandsch on
derdaan zijn, doch tevens „Nederlander"
begeeren te worden.
De regcering zou, dunkt ons, haar ver
dienstelijke ontwerpen wezenlijk verbeteren
en moeilijkheden in de toekomst voorko
men, zoo zij ter gelegenheid van haar
Memorie van Antwoord ook Het bezwmvr
van 1906 in een of anderen vorm onder
ving. („N. R. Ct."|
Burgemeesters wedde te Amsterdam.
Naar wordt gemeld, heeft dc gemeente
raad te Amsterdam, in geheime zifting
besloten aan Geel. Staten te verzoekende
jaarwedde van den burgemeester Ie bren
gen van f8000 op £15.000. Reeds vroe
ger is herhaalde malen een jaarwedde
verhooging in den gemeenteraad ter spra
ke geweest, maar steeds heelt mr. v.
Leeuwen zich daartegen verzet. Deze is,
zooals men weet, zeer vermogend. Nu mr.
Leeuwen heeft bedankt, heeft de Raad
daarin aanleiding gevonden, om tof uit
voering van dc meermalen besproken
kwestie over tc gaan.
■Ksaisuasunrsxai
schoonheid, kende ik oindolijk het geluk.
Hoe zal ik trachten haar af te schil
deren? IIoc de uitdrukking van haar gelaat
beschrijven, tegelijk schalks on fier, en
baar elegante gratie en den glans van
den zwarten appel van haar groote oogen,
waarin duizend vonken gloeiden, liefkoo
zend cn wreed tegelijk.
Uit haar geheele persoonlijkheid straal-
A'0 een geheimzinnige bekoring van
woestheid, nog geprikkeld door het mys
terie van haar afkomst.
Van waar kwam zij?
Ik woot liet niet. Ik voelde haar instinct-
matigen afkeur van allo gesprekken, en
ik wilde haar niet ondervragen.
Bctoovorde prinses? Zwevende fee uit
het rijk der fabelen? De distinctie in liaar
manieren, haar schitterend toilet, te mid
den van ijzel en vorst, lang, slepend ge
waad van zwart plucho: alios gaf recht
tot do moest gewaagde veronderstellingen.
Misschien ook was zij oen godin uit
de verre landen, door een tooverspreuk
overgebracht in het rijk' der schaduwen.
Uit haar klassiek profiel, hit do betoo
vering van haar blik ging een stroom
van het Oosten en ik meende in haar
eon van die heilige godinnen te zien!
aangebeden in Egypte, ten tijde dor
Pharao's.
Acht jaar leefden wij naast elkander,
ou deze acht jaar gingen voorbij in oen
adem van vreugde.
Ik zal niet trachten ze te schilderen;
dc woorden, in hun banaliteit weigeren
do oude, altijd nieuwe geschiedenis van
een groot geluk van twee minnenden weer
to geven. Verloren in haai' gedachten, en
zichzelf do herinnering oproepend vangc-
lieimzinnigo dingen, stoorde zij nnj piot
in mijn werk door hot onbctcekenend ge
babbel van andere kameraden. Kwijnend
en loom. zooals allo scliooncn, niet ge
wend aan grof werk, spon zij baar le
vensdraad van goud cn zijde in lange,
heerlijke romldoolingen. En in de wan
orde der vermolmde meubelen van het
kasteel, bracht zij hot beeld der gratie.
Achwat waren zij tocli zoet, die oogen-
blikkcn, als zij vleiend haar hoofd op
mijn schouder legde en, zich nestelde in
mijn oude fauteuil.
Ach! wat waren zrj> zoet, die maaltij
den toto ti tète in de gewelfde eetzaal,
waar zij zoo verfijnd gulzig kon knab
belen aan allerlei kleine dingen, terwijl
door de ruiten het goud der zon kwam
spelen over haar schoonheid, en die nog
verhoogde.
Daar, als in dc goh'ecle Woning yan
mijn voorvaderen, was zij het voorwerp
van een mot niets tc vergelijken ver
eering.
Vrouw hoven alios, deed zij langs haar
wegen eerbied cn liefde opbloeien.
Mijn bedienden, anders zoo rij and ig
jegens zonderlinge indringers vereer
den haar cm strijd, en het was voor mij
iots zeer zoets, te zien, h'oo de grijze
bottelier of dc uitgedroogde kamenier Mc
vrouw overlaadden met bun, attenties,
want Mevrouw was Haar naam cn men
kende geen andere.
Ik herinner, mij ook onze wandelingen
diep in hot sombere park. Ik doorleef
opnieuw' do uren van droomen, doorleefd
aan do oevers van het water, waarin de
varens zich' spiegelden met haar groote
bladeren. Gewiegd door Hot gezang dor
houtduiven cn door het geschetter Aar
spreeuwen, zaten wij bevecgloos op hot
Tegen sociale wetgeving.
Het „Weekblad v. cl. hninloldiijv, en in-
dustr. Middenstand" doet con waarschuwend
woord hooien tegen den klimmenden aan
drang, waarmede door bijna alle partijen wordt
vooropgesteld, wat men gewoon is dc sociale
wetgeving te noemen, d.w.z. „het pension-
neeren van ouden van dagen en hel verzor
gen van gekwetsten en zieken, geheel of ge
deeltelijk van overheidswege". Naar de rnce-
ning van hel blad bestaan cr andeie mid
delen meer praoliseh van aard, om ouden cn
gebrekkigen tc vrijwaren voor gebrek, clan
door op de Staatsbogrooting ieder jaar on-
tloisehcidenc milliocncri uit tc trekken om
aan alle ouden van dagen pensioenen toe te
leugen. Onze wetgeving dient z. i. zooda
nig ingericht to worden, dat alle landgonoo-
tcn, dio gezond en krachtig zijn, behoorlijk
aiheidsloon kunnen verdienen. Dan zullen zij
z. i. ook wel bij machte zijn om hun oude
familieleden te onderhouden en dan heeft
do Staal geen veelvuldige tientallen van mil-
liocnen daarvoor (e gaan wegurabbclen uit
de zakken der burgerij. Het blad beveelt dan
verder aan den aanleg van een spoorweg re
gelrecht tusschen Amsterdam en Rotterdam,
waarmede, naar het b„cijfert, zes milloen gul
den gemoeid zijn, en het droogmaken der
plassen beoosten de Utreclilsche Vecht, dat
een uitgaaf van vin' millioen gulden zal noo
dig maken.
liet eindigt:
ITet is onbegrijpelijk, dal in het hart van
ons Vaderland zulke dringend noodigo wer
ken ongedaan blijven, waardoor groote bron
non van welvaart belet worden te vloeien.
Laten wij eerst voor zulke doeleinden do han
den aan het werk slaan, en dan zal van
/elf dc burgerij geld genoeg verdienen om
voor lut onderhouden van ouden en zieken
niet dc tusschcnkomst van den Staat te be
hoeven
Dal do wetgever ingrijpt, om rentegeven-
den arbeid Ie verschaffen, welke aan hel al
gemeen ton goede komt, dat juichen wij van
harte toe. Leg spoorwegen aan, maak moc-
ws-en droog, zorg dat liet land in ieder op-
ziclil bewoonbaar zijziedaar wat wij met
aandrang wenschen, maar ga in 'e hemels
naam geen tientallen van milliocnen aan'be
lastingen heffen, om die in anderen vorm weer
te gaan uitdeelon onder dc burgerij, want
dal alles is volslagen onvruchtbaar voor
's lands welvaart.
Hoe moeten werkeloosheid cn hulpelooze
ouderdom bestreden worden? Door arbeid en
door arbeid alleen. Stel iedereen in 'de ge
legenheid, ruim arbeidsloon fe verdienen,
en dan komt al liet andere Van zelf terecht.
Wij maken van den bodem Van ons Vader
land niet wal er van te maken is. Wij schep
pen er meer genoegen in met ons geld spoor
wegen in Amerika cn in Rusland tc bou
wen, en den bodem aldaar in exploitatie te
brengen, dan te doen, waf voor onze eigen
huisdeur dringend voorziening vcncisclit.
Dat is wanbestuur.
De minister van koloniën en
I)E ZENDING.
Een paar R.K. bladen maken cr aan
merking op, dat clc minister van Koloniën
zeide in dc Memorie van 'Antwoord op
het V. V. dor Tweede Kamer, aangajan-
de dc Indische Begrooling, dat, hoewel
hij erkende de zegenrijke werking der zen-
fluweelig gras. Alleen de irissen cn do wa
terlelies, dc bleeke anemonen en de trip
pelende musschen over het mos, waren
getuigen van ons geluk.
Zij was de koningin van dit alles. Ik
bewonderde het spel van haar grillige ge
dachten, wanneer de vlucht der dagvliegen
en vlinders, of de zilveren sporen van een
goudviselvjc, dat de wateren scheidde,
haar half geopende oogen kwam wekken.
En ik hield nog meer van haar, als
zij onder het gewelf der platanen, met
haar gouden blik den loop van geheim
zinnige schaduwen, die zij alleen kon
zien, nastaarde.
Fantastisch sprong ze dikwijls op, be
wogen door ik weet niet welken angst,
en met haar socpelen gang ging zij terug
naar het kasteel, mij door haar gebaren
uitnoodigend, baar tc volgen. Ik gehoor
zaamde altijd haar zachte tirannie, be
hagen scheppend in mijn minderheid van
liefhebbend man, en o, zoo gelukkig! on
der dit tecre, eu zoete juk.
Ach'! Waarom richtte zij niet altijd haar
schreden naar onze woning? Waarom
moest z(ij mij verlaten, om zich' over te
geven aan haar noodlottige liefhebberijen?
Zij hield van de jacht I Een weinig vrou
welijke smaak zult ge zeggen. Maar mis
schien was zij do nakomelinge van hel
oen of andere bloeddorstige ras.
Als Diana, onafhankelijk on fier, ver
liet zij mij gedurende vele uren, om zich
gedurende dien tijd over tc geven aan
haar wilde hartstochten, en alle wetten
met voeten tredend, eerbiedigde zij niet
altijd do grenzen van mijn bosschen. Rond
om mijn domein strokto zich oen diep
woud uit, dat veol bezocht word door mo
vers onstroopors. Ik was altijd bevreesd,
dat zij zich daar den een of anderen'
dag in zou wagen.
En dat dood zij op zekeren dag, helaas.
Op een mooien lentemorgen verliet zij
mij, vroolijk cn ondeugend. Zooals haar
gewoonte was, deelde zij mij ook nu liet
doel barer wandelingen niet mede.
Dc uren gingen voorbij, maar mijn vrien
din kwam niet terug. Een somber voor
gevoel beklemde mij ieder oogcnblik meer
en meer, toen oen kreet, somber on af
schuwelijk, mij het hart kwam ver
scheuren.
Radeloos kwamen mijn bedienden al
jammerend aansnellen, roepend: „O,mijn
heer, Mevrouw sterft, Mevrouw sterft, Me
vrouw is doodl"
Op het erf van mijn vijanden had een
geweerschot haar doodelijk getroffen.
Ik zag haar terug, maar in welk een
toestand, helaas? In haar onlbJoote borst
gaapte een diepe, purpeve wond! Een
smcekendc, zachte blik, een lichte tril
ling der oogleden, een huivering in haar
sidderend lichaam en het was voorbij.
Mijn vriendin stierf, door moordcnaar's
hand gevallen.
En ziedaar!, nu Heb' ik mijn vriendin
verloren. De Kemel heeft zich' verduis
terd voor mij, door eon smart, die nie
mand kan begrijpen.
Alleen een treffende herinnering spreekt
mij in een doodc taal van mijn welbe
minde vriendin haar prachtige pels,
die ik vereer in den vorm van een kost
baar vloerkleed, want zij was oen zwarto
poes van do familie der Angora's.