Zondag 7 November 1909, 63"° Jaargang No. 13146 Derde Blad. Schadelijke -voornaamheid. De Raadsheer. Deze courant verschijnt dagelijks, mot uitzondering van Zon-en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en VI aard in gen fl.1.25 franco per post fl. 1.65. Prijs per week4: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. f Advortonliën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór eon uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Ilaven No. 141 (hoek Korte Haven). Prijs der AÜvertentiën: Van 1—6 regels fl. 0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cont per regel. Groote lettors naar de plaats die zij innemen. Advortcntiën bij abonnement op voordcelige voorwaarden. Tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advortcntiën opgenomen tot den prijs van 40 cents per advertentie, hij vooruitbetaling aan bet Bureau te voldoen. Interc. Telefoon f voor de Redactie No. 123. voor de Administratie No. 103. zijn op zulk een onderhoud Do Erigchclie journalist Stead is een merkwaardig man en wil een merkwaardig man zijn. Hij kan van zich doen sproken als geen ander en heeft telkens weer wat nieuws om de aandacht op zich te vesti gen. En al moge nu het nieuwe, waarmee Hij komt, niet altijd even gewichtig en voor iedereen aannemelijk zijn, toch is er in zijn nieuwe gedachte niet zelden een kern van waarheid, een door iedereen te volgen nieu we opvatting van zaken, die door en door modern is en ter juister tijd yoot den dag wordt gehaald. Laatstelijk is Slead getroffen door het vele ongeluk, althans door het gemis van zooveel gemakkelijk te genieten geluk, dat het gevolg is van der menschen stijfheid tegenover elkaar. Oorspronkelijk reeds de oude Grieken wisten dat is do menseli een sociaal schepsel, een wezen dat, wil liet zich normaal ontwikkolen, niet zonder gezelligheid kan. Dc mcnsch leefde dus niet, als vele die ren, alleen of hoogstens gepaard. De menseli leeft in kolonies, oorspronkelijk in wat vrij thans gehuchten of dorpen zouden noemen. Tn die kleine dorpen kende men elkaar en sprak men tot olkanr, sine men met elkaar om gelijk in de natuur der rnensehen lag. En kwam er eens een vreemdeling, men sloeg hem dood of knoopte een praatje met hem aan, doch dacht cr in elk geval niet aan bm te doen alsof men niet een gezolli dier was, om te doen of men hem niet zag. Doch nu worden de dorpen tot sleden, tic steden tot giootc sleden. En zie juist in tlie sleden, waar der menschen tiek tot bij elkaar wonen, tot gemeenschappen vormen hoogtij zou moeten vieien, juist da'ir ver dwijnt geleidelijk vee: de gezelligheid cn komt de meest pijnigende, do droefste eenzaam heid Ie voorschijn, O, die eenzaamheid dm' groote-sfcads- drnkte, dat gevoel van verlatenheid tusschen de duizenden menschen, die roorthoUcn zonder één gedachte voor den medemensch wie, die het eens gekend Heeft, zal liet ooit \ergeten. Natuurlijk is dat gevoel er niet onder liet. werk. Doch wanneer men gaat eten, wanneer men in zijn vrijen tijd door do straten dwaalt cn hier of daar in een café of schouwburg alleen binnengaat, wat kan men zich dan diep rampzalig gevoelen. IIoc gaarne /.ou men een praatje maken, hoe gaarne geregeld een paar opmerkingen wisselen met den meneer aan dit cn den meneer aan dat tafeltje, die terzelfder tijd ook eiken middag daar komen eten of eiken avond hun courantje lezen. Doch dat staat niet. De dwaze wanbeseliaving dor sleenon stad gedoogt dat nrat, zelfs al kan men nannemen, dat dc nndeie personen ovenzoo gesteld zou als gij. Nu is het hier geschetste type niet de re gel. Velen ,die geen huisgezin hebben, kun nen veelal een clubje kennissen of vrienden vinden in wier midden zij veilig zijn tegen de groote verlatenheid van den eenling in de groote stad. Doch ook v'oor dezen is de toe stand niet altijd zoo gunstig, ook zij zullen niet zelden, wanneer de vrienden er toeval- ig eens niet zijn, dat gevoel van verlaten heid over zich voelen komen, dat den man met meer bevangenheid, die zich niet ge makkelijk aansluit en weinig gelegenheid heeft kennissen te maken, zoo diep kan neerdrukken. En dan de vrouwen in betrekking! V/at een vreugdeloos bestaan kunnen zij te dan ken hebben alleen aan die groot stedelijke stijfheid. IToc talloos velen zijn er die lijden of geleden hebben onder de grootestads- oenzaamheid, hocvelcn ook, die juisi door die eenzaamheid gekomen zijn tot verkeerde din gen, waaraan zij zonder die vereenzaming nooit zouden hebben gedacht. Nu zou dit alles nog niet zoo erg zijn, indien deze onnatuurlijke stijfheid tot de groote steden beperkt waren gebleven. Doch neen: do stad, niet het land, maakt de mo de. Do Urbaniteit (het klassieke woord dat torzei fdertijd grootsteodschheid en welgema nierdheid betcekent) komt uit Rome, niet uit de provincie. En zoo is de mode dus gaan voorschrijven: „liet ,is in den regel niet behoorlijk, mulcts dan in zaken een gesprek aan te knoopen met menschen, die u niet zijn voorgesteld." Onmiddellijk heeft do wereld zich gebogen onder dit juk, dat ons vooral van uit Enge- geland is toegezonden. En dus zijn wij in do kleinere steden, ja zelfs in groote dorpen de groote steden gaan naiipen. En dus zwij gen wij in de treinen en de booten cn de titiras met groote volharding en kranige Voor naamheid tegen elkaar. En dus kweeken wij overal een gevoel van stille vijandschap. Wij gaan elkaar in stilte opnemen, opper vlakkig critisceren, wij verheugen ons in die ijskoude voornaamheid-van-niks, terwijl de warmte van een prettig ve.-prck misschien in enkele minuten al dat conventie-ijs zou doen smolten cn ons nieuwe kennissen, nieuwe inzichten, ja nieuwe kennis zou kun nen doen krijgen. De menseli is nog een Doch als er niet de litanie van het ,mag ik u even voorstellen" door een derde ge mompeld is, zoekt hij zijn hoogste bescha ving in een koud negeeren. Zij zou alleen belachelijk zijn als zij niet zooveel ellende had veroorzaakt, zooveel vreugde had verjaagd, die belachelijke mo de, waaraan zoogenaamd goedopgevocde menschen zich moeten onderwerpen wil men hen niet voor „iets minders" aanzien. Het is deze mode, die de veelgenoemde William Stead te lijf wil Zijn methode schijnt oppervlakkig wat. kinderachtig doch hot is van hieruit mooilijk te beoor- deelen of zij bij het ietwat formalistische en 'toch ook excentrieke Londensche pu bliek succes zal hobbelt. Zij beslaat hierin, dat Stead een „rondgaande sociëteit" heeft opgericht, waarvan het clubgebouw elk res taurant, elke thee-winkel, elke openbare zaal is, waar ook alleenloopendo menschen ko men. Dc leden dragen twee vlaggetjes op de borst, de vlag naar boven als zij wèl willen praten, de vlag naar beneden als zij „aansluiting" hebben gekregen. Willen z.ij niet praten, dan gaan do vlaggen in den zak. Naar men vertelt, heeft de beweging in enkele groote restaurants, met name in het Eustace-Mile Resosumuit, al hooi wat on gedwongen gezelligheid gebracht. Men zal deze berichten met de noodige reserve moeten aanvaarden. liet is niet waarschijnlijk, dat oen zoo diep in onze zeden wortelende gewoonte als de reserve- in-het-publiek zoo gemakkelijk zal worden uitgeroeid. En bovendien kan er natuurlijk van deze nieuwe methode heel wal misbruik gemaakt tv orden. Te gemakkelijke toenade ring Hooft zeer zeker ook haar schaduwzijden, vooral in het verkeer tusschen de beide seksen. Toch blijven wij gclooven dat de Lichtzij den grooter zijn en dal het doel van Stead uitmuntend is, al kunnen wij de juistheid der middelen voorloopig niet br-oordeclen. En in elk geval heeft Stead de kwestie eens ter sprake gebracht cn zoo anderen de gelegenheid gegeven zich eens in te denken n al do treurigheid, eenzaamheid en gemis aan sociaal gevoel, die door die malle, stijve mode in het loven zijn geroepen. In elk ge val kan het ons zoodoende duidelijk wor den dat de quasi-voomame reserve een uiterst onnatuurlijk, vervelend en onvrucht baar mode-ding is, dat zeer zeker niets is dan een uiterlijk aanwcndscl en zeker noch an eon arisocratischen geest noch van werkelijk aristocratische vormen liet uitvloei sel is. „gezellig dier". Men zag hen veel samen fietsen on het praal je liep al gauw, dat hot tusschen Mr. Theodor Van Balen en Sidonio Rovenburg zóó koek en oi was, dat do drukker nog maar wachtte op do copie dor verlovings kaarten. Ifij keek, fraicKcment dóbarqué van de academie, met een paar zwarte, verstandi ge oogen vol overmoed de wereld in. Een nieuwe wereldverovernar te meer, zooals allen op den leeftijd van drie cn twin tig, die een maarschalks taf in hun ransel voelen stoken, in zichzelf gclooven. Docli het ging Mr. Theodor als zoovelen: het eerste, paar mooie oogen, dat in zijn ver standige kijkcis keck on waarin hij een h'eele wereld ontdekte, was dc eerste ver overing. De tweede veldslag duurde kort. Papa cn mama Rovenburg worden door lnin eigen dochter krijgsgevangen gemankt. Zij hadden zich op slag overgegeven: de copie der kaarten kon verzonden wor den. i Do oude lieer Rovenburg woonde op een landgoed in Gelderland, waaraan ver scheidene h'ooven verbonden waren. Ilij was in zeer goeden doen, zei mon. Do laanljcs van Mcerakkcr hadden in do eerste dagen van de veelbelovende maand Juni, dat Hot „ja" van de fijne, aristocratische lippen van Sidonio gelis peld was, twee nieuwe gasten bij de vo geltjes en dc cokliorenljes gekregen, welke laatste schuwe beestjes schielijk wegwuif den met hun lange, bruine donzige staartjes cn naar boven schoten in dc hooge den non, om van daaruit hot gedrentel van het tweetal met hun fonkel-oogjcs Ic be gluren. Ilij geloofde in haar; zij hield veel van hem. Maar jammer was het, dat Mr. Theo dor, die do wereld wilde veroveren, nog steeds geen cliënten in zijn studeervertrek zag binnenkomen. Een paar onbeduiden de. zaakjes, die hij wel droomentl kon uit werken, brengen do gewensebte beroemd beid niet. Ilij dacht aan de magistratuur. Ilij sprak er zijn meisje over en deze vond hol erg goed. „Dus dan woult go rechter?" „Worden, worden ik zal al blij zijn als ik hier of daar subslUuut-griEhorljo ben maar later. Wie wcetl Ik heb een oom, die mot den minister van justi tie zeer bevriend is, er over gesproken ik geloof, dal ik liet doe, want in do praktijk zijn er hier zooveel cn wij kun non toch niet van den wind leven." „Dus jo kunt rechter worden?" „Natuurlijk later wel raadsheer, wel lid van den Iloogen Raad. „Mooi on dan zouden wc in Den Ilaag kunnen wonen; heerlijk I Nee maar dat mot jo zeker doen, Thó, in do magi slraluur-gaan." Ilij solliciteerde maar liet was mis Do minister had, behalve den oom van THoodor van Balen, nog ettelijke dozijnen goede vrienden, die de een voor een zoon, open, allen landen met donkerharige schoe nen, en zelfs dezen willen heur haar niet meer onder de schaar laten vallen. Dc vraag naar blond haar is daarbij de laat ste jaren grooter clan ooit. Dit verklaart zich door do heerschende mode, die het gebruik van vele valsche krullen, doffen en stukken vereischt. Vroeger droog een vrouw alleen valsch haar, als haar eigen haar to dun was, en zorgvuldig veiborg zij voor alle kennissen het bedrog. Nu meent geen vrouw goed gekapt te zijn, als zij tenminste niet één valsch' stuk draagt. Dit beteekent volstrekt niet, dat zij geen voldoende eigen haar bezit, maar een kapsel maakt zonder dat toevoegsel niet het gewenschte effect. Zeer grof haar laat zich' het moeilijkste cn slechtste fri seeren, en men kan het alleen goed ma ken, als men krullen en valsche stukken ter hulp neemt, die gemakkelijk opgemaakt kunnen worden en zeer natuurlijk staan. Vroeger kregen we uit Normandië cn Bi'e- tagne en de naburige landen de zeldzaam ste schakeeringen en fijnste haren. Nu ziet het er daarmede zeer bedenkelijk uit, want de voorraad neemt snel en gedurig Allo tinten te verkrijgen, is zeer moeilijk. Do lichtste zijn natuurlijk de zeldzaamste. Daarbij verzorgen de vrouwen heur haar zoo goed, dat alleen 't boste op de markt komt. ALLERLEI. EEN CRISIS OP DE HAARMAPKT. Sedert eenigen tijd h'cerseht op de haar- raarkt oen stijging van het blonde haar, dat volgens de uitspraak van een Lon- densclien kapper de volgende oorzaak heeft. De prijs is in do laatste jaren. 300 pet. ge stegen. De boeren der Noord-Europecsche landen zijn zoo arm niet meer als voor cenigo jaren; liet is daarom zoo moeilijk blond haar voor onze klanten te vinden. Wanneer do boerinnen geld noodig hadden, gaven zij gaarne heur haar voor een goe den prijs. Nu kunnen wij tot geen prijs de gewenschte hoeveelheid bekomen. Als Zweden, Noorwegen, Duitschland en Frank rijk zich' van de lijst afscheiden, zijn wij bijna geheel van de zuidelijke landen af hankelijk, cn daar is haast geen licht haar, noch blond, noch bruin. Ons slaan feitelijk slechts Italië, Spanje en Rusland DE ECHTE WAARDE DER EDEL GESTEENTEN. De diamant is volstrekt niet de kostbaar ste steen; wat zijn geldswaarde betreft, moet hij achter robijn en smaragd staan, en wel verheugt deze laatste zich in bij zondere gunst, omdat hij met ietleren dag zeldzamer wordt. Sedert jaren zijn nau welijks meer nieuwe smaragden gevonden, en hoe grooter de navraag, des te sneller stijgt natuurlijk de prijs. Zoodra men een nieuwe smaragdmijn mocht ontdekken, kan men er zeker van zijn, dat het verlangen naar de mooie steenon snol zou afnemen. Een feit is hot, dat een smaragd van mid delmatige grootte cn zuiverheid, die vóór 7 of S jaar f120 gekost lieoft. thans niet onder do f700 kan worden gekocht. Vol strekt vlekkclooze slccnen van het zuiver ste, doorschijncndsto groen, halen prijzen, die een leek ongerijmd moeten toeschijnen. Zoo werd onlangs voor een smaragd van 3 karaat f2000 betaald, terwijl een van 16 karaat f6000 haakle. Vóór eenige ja ren was do robijn veel duurder dan dc smaragd; thans heeft do laatste getracht den roodon steen van zijn plaats to drin gen. Hoewel hem dit niet gelukte, is hij er toch' in geslaagd, oven gezocht te wor den. Wat den robijn betreft, zoo is de lichtere, Oosterscbe steen kostbaarder dan die van donker, gloeiend rood. Evenzoo is do lichte saffier van bot eiland Cey lon veel kostbaarder dan de diepblauwe steen uit andere stroken van Indié. Alen mag echter niet aannemen, dat diamanten aan waarde verloren hebben, daar dit vol strekt niet 't geval is. Andere steenen, vooral smaragden, zijn in den laatsten tijd opval lend veel in prijs gestegen. Jn de voorname kringen is men einde lijk tot het inzicht gekomen, dat het zeer ordinair is, zeer vele en zeer groote bril janten ten toon te spreiden. Vóór vijf en twintig jaar misschien was een groote briljant nog een groote zeldzaamheid, die men geestdriftig bewonderde. Na bet ont dekken van nieuwe diamantmijnen ismen in dit opzicht onverschilliger gewoulen, want er zijn tegenwoordig talrijke stee nen van aanzienlijke grootte en vlekkc looze kwaliteit. In elk geval ziju or vele duizendmalcn meer diamanten dan robijnen en smarag den op de juewelenmarkt. In zooverre zijn briljanten gnedkooper geworden, dat een 2 karaat-teen vroeger viermaal zoo veel waard was als thans, terwijl een van 1 karaat de helft maar kost. 'Steeds de zelfde waarde houdt de parel. Merkwaar dig is liet nu, dat een kenner, die op den eersten aanblik een diamant vaneen bedrieglijk nagebootsten steen vermag te onderscheiden, bij smaragden, robijnen, saf fieren en amethystcn niet zonder gron dige proef kan vaststellen of hij met echte of kimstmatig(| steenen te doen h'eeft. Gewoonlijk heeft dc kunstrobijn en -sma ragd een veel schooner vuur en een vol maakter vorm dan het werk der natuur. Een der eigenaardigste, prachtigste en zeldzaamste steenen is de Alexandriet, die overdag een diepgroene kleur vertoont en bij avondverlichting in heerlijk rood vuur loeit. Ifij is zeer kostbaar en zoo on gemeen zeldzaam, dat het onmogelijk is, hem ooit in de mode te brengen. De goed koopste steen is zonder tegenspraak de opaal, die heden ton dage niet meer voor zoo onheilspellend geldt en zich steeds bestendig vermeerderende gunst ver heugt. de ander voor een neef, de derde voor zichzelf ook wel den voet in den stijg beugel wilden zetten. Sidonio liet de lip Hangen. Dc laantjes werden niet zoo druk meer bezocht cn op de lawntennisbaan in hot aangrenzende Bastwijk eon halt uurtje van de stad waar do fashionable jeugd kwam spe len en flirten, ging hol (luisterend van dameshoed tol dameshoed, toen Sidonio dien namiddag alleen kwam:. „Dat raakt nog uit". Deze voorspelling kwam uit. Doch' niet alleen om den tegenvaller van bet griffierschap. „Sidonio, con laatste woord." „Nu?" „Heb jo werkelijk van me gehouden?" „Ja." „En Houd jo dan niet meer van me?" „Je zegt, zelf, dat wo niet kunnen (rou wen of je moet een baantje licbben." „Ja cn bij h'eeft geen baantje noo dig." Sidonio kleurde. 1 •„Hij licoft zegt men zulk een overvloed, dat wij mot een kwart ervan cn een betrekking van mij als prinsen kon den leven en dan hij is baron. Zij stonden in een laantje van A Ie er ak ker, hot geliefkoosde laanlje, waarin zij in lnin ooron zulke gelukkige toekomst muziek hadden hooren ruischen. Zij draaide zich' met een nijdige zwaai Halverwege om: „Pa zegt het ook. Als Thé dan toch voor een huishouden dc zorg niet op zich kan nemen, dan moet-ik Willem nemen, on bovendien, ik houd van Willem 1" Zij zei dit laatste met nadruk. Toch loog zij. „Dus jo wijst me voorgoed af?" Sidonio antwoordde niet, maar liep weg, alsof zij bang was, dat haar hart haar hoofd de baas zou worden. Met een diepe zucht, een geuite smart, meer, een innig zieleleed, dat in een zucht, de klacht der ongclukkigen, die in 't hart geraakt zijn, dc borst ontsnapt, bleef Theodor staan. Toen, plotseling, zette hij de borst voor uit, balde hij de vuist naar den kant waar Sidonie gevlucht was. De trots van den jongeman, die zich eensklaps tot risé van heel een coterie weet-, do trots, die bij Theodor, lioe zacht overigens van inborst, in hooge mate do minoerend was was getroffen tot in de diepste vezelen, „Het Hof!" riep de deurwaarder. Mevrouw do douairière baronesse Sido nio van Laren tot Lindler, zittend naast Kaar raadsman, keek op en, uit eerbied voor dc rechtsprekende macht, die bin nentrad, rees overeind cn wilde een bui ging maken, toen eensklaps con huivering haar beving. In een der raadsheeren had zij terstond Van Balep heikond. BIJZONDERHEDEN VAK VOORMALIGE REGEERENDE PERSONEN. Alexander de Groote h'ad een groote vlek aan de rechterzijde van den hals. Dit werd beschouwd als een geluksteekcn. Loden ijk XIII kon geen baaid laten groeien en ten pleiziere van hun vorst lieten alle hovelingen zich scheren, zoo dat onder zijn regeering baaideloosheid m de mode was. Jarapolk, een van dc vroegste vorsten van Rusland, had aan één zijde slechts een halve onderkaak; het ontbrekende ge deelte had hij verloren door een sabel hauw, ontvangen in een gevecht tegen de Turken. Anastasius sprak zelden. Men zegt, dat hij een spraakgebrek had. Hij hield ge meenschap met zijn bedienden door schrij ven. Zijn baardje Koe leuk krulde het eertijds over zijn blanke "kinwas iets langer en breeder geworden, doch maar weinig veranderd cn aan zijn gelaat zou men niet gezegd hebben, dat hij bijna vijf tig was. Nog even frisch, op dc konen eenigszins blozend, helderde het de in de zwarte toga gehulde figuur op. Ilij had haar aangezien met oogen met oogen 1 Heel haar wezen had oen oogenblik ge sidderd bij dien blik. Zij was daarna, als een zondares op do bank der beschuldigden, gaan zitten, mot gebogen hoofd. Haar zaak een civiele zaak een proces, dat nu al twee jaar duurde en waarvan zij de gelukkige oplossing hier hoopte te vinden, wankelde: zij voelde, dat zij alles ook hier ging verliezen. Want het goldt de hoeven van Mcerakkcr, haar ccnigc bezitting, cn die barer kinderen, want de baron Van Laren tot Lindler bad moor schulden dan fortuin haar teil hu welijk gebracht. De raadsheer zette zijn baret af en ging achterover in zijn grooten stoel leunen, wijdbeens, op zijn gemak, alsof hij in de grooto sociëteit een boom wou gaan op zetten. De president dood vele vragen; do an dere hecrcn ook; het was eca kruisvuur van argumenten, van weisartikelen tus schen de verdedigers. Van Balen keek of hem do h'eele zaak niet aanging in do zaal rond, waar nie mand aanwezig was dan'ecu paar advocq- SCHIEDAMSCHE COURANT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1909 | | pagina 9