Wat is noodig1? ingezonden Mededeel mgen. Waterzucht, fkmestgd Nieuws. belangwekkende debatten gevoerd, waaraan wij hier thans niets verder zullen toevoegen. Maar ook: wordt dc preventieve hechte nis niet in meer gevallen toegepast, duurt zij niet langer, drukt zij niet zwaarder dan noodzakelijk was? behoort aan pre ventief gevangenen, in vrijheid gesteld zonder dat hun schuldigverklaring en veroordeeling is kunnen volgen, schadeloosstelling te wor den toegekend? Behoort aan den preven tief gevangene alle mogelijkheid tot schrifte lijk of mondeling overleg mot zijn raadsman onthouden tc blijven, tot aan de sluiting dor instructie toe? Terwijl daarentegen de op vrije voeten gebleven verdachte vrijelijk ad viezen kan inwinnen? Zou invoering van de invrijheidstelling onder borgtocht (of an dere zekcrhchl) aanbevoling verdienen? Kan preventieve hechtenis wellicht in menig geval door politietoezicht met verplichting tol dagelijksche aanmelding worden vervan gen? of door intcrncering van don verdachte, in zijn woning, in zijn kantoor, winkel, werkplaats? Hoe kan de behandeling der preventief gedetineerden zoodanig geregeld worden dat de detentie voor hen niet belcm- merender en hinderlijker werkt dan onver mijdelijk is? Kan de Minister van Justi tie, als opperste chef der Officieren van Ju stitie, er invloed op uitoefenen dat doze laat- sten zich zooveel mogelijk zullen beperken in hot uitlokken van vrijheidbenemende rechter lijke beschikkingen?' En vooral de drieledige vi'aag: behoort de wet zoodanig gewijzigd to worden, dat vrij heidbenemende beschikkingen van do recht bank voortaan steeds zullen moeten worden voorafgegaan door het geven van gelegenheid aan don verdachte, om tegenwerpingen tegen do voorgenomen beschikking le uiten, om zijn belangen bloot te leggen, mondeling, in per soon, al dan niet bijgestaan door zijn rechts geleerden raadsman in meerdere mate zullen moeten worden ge motiveerd, dan de wet thans voorschrijft, cn zulks wel zoodanig, dat dc rechter deri grond voor do vrijheidsbeneming duidelijk zal moe ten aangeven en do aanwijzingen, die hem dien grond doen aanneme, bovendien? onderhevig zullen zijn aan hooger beroep? Ziedaar vragen, door velen onzer rechts geleerden van tijd tot tijd reeds aan de orde gestold. Zulks vaak onder uiteenzetting boo de wetgevingen in naburige landen de onze ten deze in sommige opzichten vooruit zijn. In 1S97, twaalf jaar geleden dus, werd het onderwerp ter Juristen-vergadering am pel besproken. Telken jarc komen do aange duide vragen of oen of meer ervan te berde bij do behandeling van de stnats- begrooting, Hoofdstuk Justitie. En, dreigt liet onderwerp in vergetelheid te geraken, dan komt soms plots, op het onverwachtste, een ingezonden stuk van een onzer rechtsge leerden ons uit den dommel schudden, naar aanleiding van een of ander „kras" geval ui' de priel ijk. Zoo kwam nu onlangs, in het Algemeen Handelsblad" van 12 October j.h de Amsterdamsehe advocaat mr. J. A. van Hamfd verhalen van een verdachte die na 150 dagen van preventief arrest daaruit werd ontslagen, omdat de rechtbank besliste dat hel onderzoek geen voldoende aanwijzin gen van schuld had opgeleverd om de ver volging voort te zetten. En naar aanleiding daarvan vestigde het „Weekblad van het Hecht" nog eens dc aandacht op een op stel en op een wetsontwerp met toelichting dat het in 1906 had gepubliceerd (hommers 8-135, Al37, S4-I0 on 8441). Nadrukkelijk zij hipr vooropgesteld dat, nóch het „Weekblad", nóch mr. "Van Hamel, klagen over de toepassers der wet. Geen van beidon toornt togen dc rechterlijke overlie den beiden zoeken de fout in de be staande wet. Die dan ook inderdaad niet meer up to date is! En erkend moet wor den ,dat dc door do redactie van het Week blad van het Recht ontworpen wijzigingen den toestand ongetwijfeld beduidend zouden vroolijke stem. „Zoo in gedachten? Wat scheelt jo van daag?" Ik zag in h'cfc lac.hen.do gozicht van een piepjong zeecadet van den Franschon krui ser „Chanzy", genaamd Alphonse Char- pot; hij was een beeldschoone, hanrde- loozo jongeling, slank en rijzig, daapbij een guit van top tot teen,' driest oh dol in het gevaar. Nauwelijks zag ik zijn schelmsch gezicht, of ik dacht: „Char- pet zal helpen." Ik vciieldc hem mijn ontmoeting met Emit, diens liefde voor Aigya en het ge vaar waarin het meisje verkeerde. Char- pot blies een tijdlang nadenkend de rook van zijn sigaret uit zijn mond.' „Parbleu," riep hij toen plotseling, lachend, „ik heb het. Zoo zal het gaan. liet wordt pon kostelijke grap." Jlij was echter niet te bewogen ,zijn plan rneo te doelen. Toen wij echter den volgenden dag onze marsch naar Kanda- nos voortzetten, waa Charpet verdwenen. In anderhalf uur was Kandanos bereikt, een klein, in een dal gelegen stadje. Onze expeditie verzamelde zich op een vlakte tenvijl de opstandelingen de streek in den omtrek van tweehonderd passen ingesloten. Papenision kwam met een troep opstan delingen uit de tegenover gestolde rich ting. Kapitein Rainier beval, dat drieman non en een luitenant tegenwoordig zouden zijn bij do ontmoeting van Papenision en Aigya, om mogelijke daden van geweld te verhinderen. Ik mocht mij' er tevens bij aansluiten. Papenision sncldo thans, door ons be geleid, naar het. huis van den gedooden zilversmid. Voor de ingang zat een oude Arm eolische bediende. verbeteren. Die wijzigingen komen in hoofd zaak neer op hetgeen hiervoren reeds in den vorm eencr „drieledige vraag" vermeld werd voorafgaande gelegenheid voor den verdachte om vordering tot vrijheidsbeneming to bestrij den, mondeling, voor dc rechtbank, desver- kiezende onder rechtskundigen bijstand, verplichte grondige motiveering van vrij- hoidbenemeiuio beschikkingen, appol- labiliteit van die beschikkingen, en, als vierde elementvrijheid, voor den preventief gedetineerde, van schriftelijk cn mondeling overleg met zijn advocaat. In het aan het ontwerp vooiafgaande op stel en in do toelichting die erop volgt, wordt betoogd dat ,,van den noodlortigcn maatregel niet met die soberheid gebruik gemaakt wordt, als liet belang der indiwdueclc vrij heid eischt." Gewezen wordt op de stuitende tegen-tellingdat een maatregel als deze, die „liet gchcclc beslaan van het individu kan wrnietigen, mag worden genomen, '/on der dat de beklaagde in staat wordt gesteld persoonlijk zijn belangen aan den rechter \oor Ic leggen," terwijl daarentegen, waar liet de geringste geldboete wegens dc onbe duidendste overtreding gekit, de aangeklaag de recht heeft op een ernstige behandeling op tegenspraak. Treffend juist wordt gezegd, „dat de preventieve hechtenis, om het plot- oelïnge van haar toepassing, cn ora de on zekerheid, die zij met. ziel) brengt, voor velen zwaarder drukt dan de tenuitvoerleg ging der straf." Betoogd wordt lioc „ons geldend recht een onoordeelkundig- gebruik van don maatregel dn dd hand werkt. Onze rechters moeten over het al dan niet toepas sen van den maatregel beslissen, zonder voir doende kennis van zaken, zonder den ver dachte zelf te hebben gezien of gehoord, zon der tegenover den ciscii van bet Openbaar Ministerie dc tegenwerpingen van den ver dachte te hebben vernomen. Daardoor ko men '/.ij er allicht toe een maatregel toe ie staan, in het belang der maatschappij Van hen gevorderd. Zoodra men don rechter dc gelegenheid opent op volledige gegevens tc oordeolen en hom tevens dc laak oplegt zich nauwkeurig rekenschap te geven van de gronden en de omstandigheden die hem tot het bevolen van den maatregel voeren, mag strenger maathouden in do toepassing van den zoo uiterst bedenkcUjkon, zij liet ook on- mishnren, maatregel worden verwacht." Het ontwerp bedoelt slechts de „meest noodzakelijk gebleken wijzigingen" tc be vatten. Het heeft de grooto deugd, enkele weinige wijzigingen te geven, die, wat Iran systeem betreft, geheel aan het stelsel der wet aansluiten, en die tevens, in prnclijk ge bracht, den toestand ongetwijfeld beduidend zullen verbeteren. Toon hot „Weekblad" liet in 190G publiceerde, uitte het de hoop dat of de minister óf een van de leden der Tweede Kamer, zich er ove<- zoude ontfer men, door het tot grondslag te nemen voor een wetsvoorstel. Thans herhaalt hot zulks, met een beroep op de nieuwe leden, door de jongde verkiezingen in do Kamer gebracht. Laat ons hopen, dat eon of meer hunner aan die roepstem gevolg geven zal Is de oorzaak \an het niet tc loochenen feit, dat or vele (vooral kleine) indus- trieele ondernemingen in ons lond bestaan, die slechts matig of in 't geheel niet ron deeren, con andere dan bekrompenheid, krenterigheid of iets anders? Do you know the Dutch? Giving too little as king too much? (Kent gij den Hollander? Te weinig geven te veel vragen.) O, wij kennen die zaken, die maar niet tot Hinken wasdom en bloei kunnen gera ken cn van enkele dergelijke ondernemin gen hebben wij de geschiedenis nagegaan. Bij ons kwam een persoon mot dc modo- decling, dat hij een paar jongens had, die binnen enkele jaren don leeftijd zou- „116, oudo," schreeuwde Papenision, „breng mij terstond bij Aigya." Ue Armeniër ging opstaan, Hop een gang door en bleef voor oen deur staan. „Wacht hier," zeide hij. „Wat, wachten," lachte Papenision, deed zelf de deur open cn trad een ta melijk donker vertrek binnen, waarin twee dikke Turkseho Vrouwen zaten, die bij het binnentreden der mannen haastig hun ge zichten verborgen onder do sluier. Twee schoonzusters van den gestorven Ali Han- di, mompelde de Armeniër. „Aigya is bo ven" en hij wees op een houten wentel trap. Wij gingen naar boven cn kwamen in een met echt oostorscho weelde gemeubeld vertrok; bij ons binnenkomen stond van een divan een slanke, in rijk altasgowaad gehulde meisjesgestalte op en omsluierde verlegen het zwartgolokte hoofd met een dichte als zilver glanzende sluier. „Dormenios," klonk het op angstigen toon, „wie zijn deze mannen?" „Schoono Aigya," nam nu Papenision zelf het woord, „ik hen Papenision je herinnert je mij nog wel, hé. Kom en volg mij je wordt, mijn vrouw. En thans weg met de sluier. Ik smacht er reeds naar het lieve gezichtje van mijn bruid te zien." Hij greep naar do schitterende sluier. „Terug!" krijschte echter hot meisje, den opstandeling van zich s loo tend, „waag het niet, mijn golaat te ontsluieren vóór ik met u getrouwd ben," Papenision tuimelde vloekend twee pas sen achteruit, maar do belofte, dio in Aigya's woorden lag, kalmeerde hom ter stond. „Jo volgt mij dus gewillig?" vroeg hij. Aigya zweeg. Papenision legde dit als den Hebben, dat zij voor Hun bestaan zelf zouden moeten zorgen. „Ik wil nu," zoo vertelde hij, „een fabriek beginnen. [Wat raadt gij mij?" zoo was de vraag. „"Wcllce soort zaak zal ik voor mijn jongens op richten?" Wij hebben goadvisecrcnd do jongens eerst eens een bepaald vak te laten loe ren, en als zij geloond hadden hun vak te kennen, dan met hen tc overleggen, ,o£ zij oen fabriek willen hebben, waarin een 'of ander werd vervaardigd, dat op dat vak, hetwelk zij dan kenden, betrekking had. „Neon hoor," zoo luidde h'el antwoord, „ik heb het gultl nu liggen en ik wil het nu doen. Ge begrijpt echter, dat ik er een Naamloozc 'Vennootschap van maak en het risico niet alleen wil loopen." Op de vraag, of hij dan van andoren geld kon krijgen, word geantwoord, dat dat wel zou gaan en als het geld van derden niet ie krijgen was, dan zou de bezoeker dc zaak wel alleen opzetten, maar wat klei ner. „Ach, zie jo, dan huur jo een of ander oud gebouw, je vertimmert wat en dan zijn do onkosten zooveel kleiner." „Maar wie moot de zaak drijven, zoo lang je jongens niot groot genoeg zijn?" word nu gevraagd. „Wel, dan adverteer je in Duitsche bla den naar een prima vakman, dien je be taalt, en laat gaan, als dc jongens klaar zijn." Ziel, op soortgelijke wijze zijn hier tc lande vele ondernemingen tor wereld ge komen. Do man begint oen zaak, waar van hij geen verstand heeft, suggereert zich zelf en anderen, dat hier gemakkelijk een winstgevende onderneming tc maken is, steekt er zelf liefst zoo weinig moge lijk geld in, noemt dan in dienst icon prima! vakman uit het buitenland '(waar juist de prima vaklui zonder betrekking zijn), die natuurlijk gaarne naar Holland komt (als hij ten minste in het vaderland niet aan don kost kan komen) entobt vijf of zes jaar, keert gocn of weinig rente uit en dan zijn dc aandeelhouder*» on hij hun gold kwijt. Die rnan was van beroep „handelaar- wederverkooper" en wist niet, welke een mate van toewijding, van ervaring en vol harding er noodig is, om ccn Cabriceerende onderneming te drijven. Hij zei niet: „Ik stuur mijn jongens dc wereld in om de wereld rondom te be- sLudeercn, wat er in dat vak te doen is en hoc anderen het daar doen en als ze goed onderlegd zijn cn hun vak dooi en door kennen, dan zet ik ze in een eigen onderneming." Wij kennen het geval, dat een werkelijk bekwaam technicus oen zaak wilde op zetten en door goede kennissen geholpen zou worden. Hij had een paar duizend gulden, die hij vertrouwend op eigen kracht en konnis or in wilde steken; het zaakje werd opgezet, maar veel to klein, met gebrekkige tweedehands-werk tuigen. „Hoor eens," zoo vertelden do vrienden, „begin nu eerst maar eens in 't klein; als dat goed gaat, dan kunt gij meer geld krijgen. Laat ons eerst eens >vat rente zien." De jongeman wilde o zoo graag een eigen zaak hebben, en rol illusie, dat hij ook wel met tweedehands machines kon doen, wat anderen met de meest moderne werktuigen bereiken, en bemerkend, dat or van de vrienden niet meer gold te ver krijgen was, begon hij en bleef jaren knik ken om failliet te gaan. Dat tweedehands werktuigen toestellen zijn, die een ander niet meer kan of wil gebruiken, dat gebrek aan werkkapitaal de voornaamste doodsoorzaak is van iedere onderneming, dat begrepen zijn vrienden en hij niet. een toestemming uit, greep het meisje hij de hand en leidde het naar beneden. Wij Volgden. Voor de deur wachtten twee gezadelde paarden. De opslandclingenkap- tein en hot meisje bestegen do paarden en reden langzaam den weg af. Ik wist mij al deze opvolgende gebeur tenissen niet recht to verklaren. Waar bleef Charpet en hoe stond het mot zijn bevrijdingsplannen? Hoe moest ik Aigya's bereidwilligheid tegenover Papenision uit loggen? De Armeniër was intussehen mot de twee dikke schoonzusters van Ali Ilamdi te voorschijn gekomen. Voor ons was nu do tijd gekomen op Le breken en de troep zette zich in be weging. 's Avonds kwamen wij te Sclino aan. Jlij was opgedragen met eenige an dore jonge scheepsofficieren de kwartie ren voor do Kandanoten uit tc doelen, en ik was juist bozig, Emilc en den Arme- nischen bediende met de beide schoonzus ters in het huis van een schoenmaker ccn onderdak te verschaffen, toen van het Noorden een heftig, aanhoudend geweer vuur klonk. Emit on ik snelden uit het huis en zagen in hot helle schijnsolvan een zoeklicht een ruiter in uniform in vollen ren van oen heuvel afdalen. Tlians bereikte de ruiter ons cn sprong van zijn paard. Ik herkende Charpet, „Hól" riep ik, „CharpetI" „Hal" riep do Fransehman, mij ziende, „do list is gehikt!" „Gelukt?" vroeg ik, „en Aigya?" „Aigya?" lachte Charpet, „nu maar geef eerst iets te drinken, ik versmacht!" Ik bracht hom, terwijl wij in huis gin gen, met Emil in konnis. Een llosch' port wijn was spoedig ontkurkt. Nog oen geval. A heeft do hand gelegd op oen goede constructie oen buiten- landsch' patent. A' is handelsman; hij neemt nog twee handelslieden B on C in den arm. Zij maken cr oen zaakje van, ieder een paar duizend gulden, do onderdoo ien worden uit het buitenland betrok ken, do onkosten zijn zeer gering. De zaak keert zelfs volgens accountants rapport een paar jaar een hoog .di vidend uit en nu wordt de onderneming „ingebracht" in con Naamlooze Vennoot schap. A, B on C krijgen een groot be drag voor hun inbrengen (verhoogon on derhands dc aandeden) engeen divi dend wordt den* nieuwen aandeelhouders uitgekeerd. Immers 10 °/o van f 10.000 is 1 o/o van f 100,000, als dc onkosten do- zelfde blijven. Zoo is het; do grondslag van het mcc- rendeel dor Ncdcrlamlsche ondernemingen is „handel" in do slechte betcekenis van het woord. Ilot risico moeten anderen loopen en do winst moot aan No. 1 ten doel vallen. Zeker, een klein beetje moot je ris- kecren, maar als het ruis loopt, dan moet do strop voor „do anderen" zijn. Voorafgaand onderzoek is niet poodig als je het maar zoo kunt voorstellen, dat anderen er aan willen. Met energie met ondernemingsgeest toegerust, zijn cr zoo weinigen Inci te lande. Aan do borreltafel onder een kopje thee geld verdienen, dat willen zij allemaal. Arm Nederland. („V. on A.") Blazen onder de oogen, opgezwollen enkels en handen, en gezwollen ledematen tooncn aandat de nieren nalatig zyn in het uit het lichaam afvoeren van de vloeibare onzui verheden cn opgeloste vergiften. Waterzucht is een zeer eindig verschijnsel, omdat dit aantoont, dat de nieren en blaas hun werk niet beliooilijk doen. Langzamer hand verliezen zij hun kracht om de vloeibare onzuiverheden en opgeloste vergiften uit het lichaam af te voeren. Het buitensporige wp- t(T in uw lichaam verarmt bet bloed cn het verzwaart aanmerkelijk jiict werk van het hart. De oogleden van den patiënt worden opge blazen en bijna doorschijnend. Uxv gelaat zwelt, op, voornamelijk onder de oogen. Hot water verzamelt zich in de handen, enkels en boenen. Daarna zwollen uw ledematen buiten gewoon op door het water, en wordt de huid gespannen en glimmend, en wanneer mert met den vinger op de zwellingen drukt, blijft die indruk eenigen tijd zichtbaar. Vroeger dacht men, dat ihcrhauUbdijk af tappen van het water het ocnige mraidcl was om de ernstige waterzucht te doen verdwij nen. Maar de Verlichting, die men dooi" af tappen krijgt, is slechts t ij d c 1 ij k. Dc ge nezingen door Foster's Rugpijn Kif ren Pil len zijn blijvende genezingen, omdat dit geneesmiddel de werkelijke oorzaak van aaterzueht namelijk de nieren bereikt en geneest. Foster's Rugpijn Nieren Pillen werken rechtstreeks op de nieren en Maas, zij voeren hen zachtjes tot gezondheid en biacht terug, zoodat het opgehoopte water door dc natuurlijke kanalen wordt ontlast, en de vloeibare onzuiverheden regelmatig uit liet lichaam worden verwijderd. Let vooral op do juiste spelling van den naam Foster's, Do echte Foster's Rugpijn Nieren Pillen zijn te Schiedam verkrijgbaar bij de liccron Knppelhof Hovingh. Toe zending geschiedt franco na ontvangst Man postwissel ii ƒ1.75 voor don of f 10.voor zes dooz.cn, „Zoo is het goed," zeidc Charpet en nam een eindeloozo teug. ,,116, waar is vriend Dormenios?" De Armeniër kwam naar voren, „Nu, ouwe jongen, „dat hebben we goed gedaan, hè?" lachte Charpet. Thans bemerkte ik, dat Charpets voe ten in sierlijke, met goud gestikte pan- Loffeitjcs staken. „Hoe kom je aan deze zeldzame voet- bekleeding?" vroeg ik hom. „Maskerade?" riep ik, en als ccn blik semstraal viel mij oen gedachte in, „Char pet, het meisje, dat Papenision volgde, dat was jij toch niet?" „Niet?" lachte thans do Fransehman uit volle horst, „en wie dan anders? ik hen don vorigen nacht door de opstandelingen heen naar Kandanos geslopen, maakte af spraak met Dormenios en Aigya en go zult - het moeten toestemmen, mijne hoeren ik heb mijn rol voortreffelijk gespeeld. Zooals ik overigens heel juist vooruitgezien had, liet Papenision mij niet in den kring zijner landlieden, maai- reed allcop met mij in zuidwestelijke richting, ik zon natuurlijk op do vlucht. Papenision had echter een scherp oog op mij. Einde lijk kwam een gunstig oogcnblik. Tegen 3 uur des namiddags vroeg ik eon poosje rust. Wij stegen van onze paarden af on gingen jiggen. Vijftig passen verwijderd kvvam een bron uit do rotsen te voorschijn. Ik vroeg Papenision om water on hij ging. Ik sprong thans op on hot volgend oogcn blik had ik don zadelriom van zijn paard mot mijn zakmes doorgesneden. Bliksem snel ontdeed ik mij toen van sluier, rok en jacket, die mij op de vlucht zouden hinderen en sprong op den rug van mijn paard,-Juist op, tijd, want reeds kwam do Niewc soort van oplichting, Het „Leidsch Dbld.' 'kreeg van een zij ner abonné's een groot stuk papier, op het eerste gezicht een effect van groote' waardel liet zag er n.l .geheel zoo uit: rechts bovenaan een zegel en op do dorde pagina zoo waar coupons om te knip pen 1 Bij nadere beschouwing bleek het een „Prcmiebewijs, groot f270" te zijn! En wat voor „Prcmiebewijs I" Let wel! Men moet do 1270 in 45 ach tereenvolgende termijnen betalen; maar daarvoor wordt dan ook waar geleverd. Die waarde bestaat uit „nummerbewijzeri" waarin staan opgegeven de nummers van de loten, op welker prijzen men het recht heeft. Iloelt. men nu den eersten tormijn be taald, dan krijgt men nummerbcwijzcn van de drie eerste loten, heeft men den twee den termijn betaald ,dau krijgt men weer nu mme. bewijzen van andere loten, enz, Maar om uil den luitjes toch ook liet genot te gunnen, van ook eens een cou ponnetje te kunnen knippen, zijn er aan het stuk twaalf stuks, daarvan tor waar- do van f 1.20, die men in do betaling kan geven bij betaling van de termijnen I Js dat nu niet prachtig? In plaats te zeggen: het stuk kost f 255.GO zonder coupons, neon, 't kost f270, maar je kunt dan ook twaalf coupons knippen van f 1.20. Nu heelt men al dien tijd ,als al het vérdere in den haak is, de kans een prijs uit do loterij te trekken; of het ooit gebeurd is, dat iemand eens 100.000 fran ken heeft getrokken en ook heeft gekre gen, dat zullen we maar niet onderzoeken. Ieder ander zou echter denken, dat men toch ten slotte al do loten, waarvoor men betaald heeft, zou thuis krijgen. Neen, na betaling van de 1270 krijgt men 5 loten thuis, die een waarde van 1124.00 hebben, zooals we hebben uitgerekend! Als dit nu geen goed zaakje is, dan weten jvïj hel niot! Maar toch zouden wij onzen abonné's aanraden: doet zulke gekkighe den niet en belegt uw wellicht zuur ver diende gelden op andere wijze, dan jjn zulke waardelooze premiebewijzen. Als de mijnheer, die zo u verkoopt, er op oen goeden dag van door gaat, dan hebt ge een duur betaald Prcmiebewijs, maar geen geld I liet is mar in de wereld; men mag geen onnoozol loterijtje honden, maar hier wordt het publiek op groote schaal opge licht en... mag dat dan? Trouwlustige Amerikanen, Op den de vorige weck g-cvierden Thanks- givingsclag heeft de Amorikaanschc trouw lost oen record behaald. Nog nooit werden op één dag zoveel liefdesparen in don echt verbonden. Van den 70-jarigeri oud-minister van financiën Lynmn Gage af lot dc jong ste bruid toe, schijnen alle Amerikanen juist dezen dag te hebben aitierkorcn. „Meer brui den dan fai-nnteti" meldt een telegram uit het Westen. ïn Chicago konden Burgerlijke Stand en gecslcdijken haart niet gereed komen. Toon eindelijk avonds laat den stroom lnilt ge boden werd, «aren niet minder dan dui zend paren in-den echt verhouden. Uit Louisville, Baltimore, Pittsburg, Cin cinnati en andere steden komen eveneens ro- coulcijIers. To St. Louis gaf een huwelijk*- statisticus zich over aan hot genoegen, de bij- omdmulighpden waar 4c nemen en te boek te stellen. Hij registreerde 210 huwelijken, 232 blo/.ingen op het bureau van den B. S-, 1487 kuchjes cn 1157 zielvolle blikken. galante Papenision met het water. Hahal De oogen van den verliefden knaap, toon hij zijn mooie bruid in een Fransch zee- eadet veranderd zag. ik gaf mijn paard de sporen. Huilend van woede vloog Papeni sion op zijn paard af, hief zich in den stijgbeugel -- rats, gleed het zadel cr af, en mijn naar liefde dorstende vrijer rolde in liet gras. Ik echter reed or van door als de wind. Woldra zag Ik vervolgers achter mij stellig had Papenision zijn lieden op mijafgestuurd. Maar het geluk was met mij me voila, daar bon ikl Emil en ik stonden intussehen als op hcele kolen. „Maar AigyaI" riepen wij thans bijna gelijktijdig. „Waar 'is zij?" „Komt," zcido toen de Armeniër enging ons voor naar con cr naast gelegen ver trek. Een uitroep van verbazing ontsnapte onzen lippen, want midden in do kamer stonden do beide dikke begeleidsters van den ouden bediende, en een dor twee was er juist aan toe, de andere van haar Idee- ren on verscheidene hieronder bevestigde kussens te ontdoen ea haar de' lompe gele schoenen van de voeten to trokken. En als een schitterende vlinder uit lmt rupsenomhulsel, kwam thans een heerlijke meisjesgestalte te voorschijn. „Aigya," juichte Emil, cn snelde met uitgestrekte armen op zijn herwonnen ge liefde toe. Don volgenden morgen worden de ICau- danoscn en de troeponafdcelingcn inge scheept, waarop de vloot don terugtocht naar Kanen aanvaardde, i Aigya was intussehen mot Ënrl opreis naar Korinthe, waar zij vervolgons in hot huw olijk verbonden werden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1909 | | pagina 10