63"w Jaargang
zondag 12 December 190a
<o. >3176
Tweede Blad
Uit de Tweede Kamer.
Het kind van den Machinist
Deze courant verschijnt dag el ij les, met uitzondering van Zon- cn Feestda/'ciï
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en Vlaardin'gon fl. 1.25 franco
pter post fl. 1.65.
Prijs per week': Voor Schiedam en Vlaardingon 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen,
Advertentiën voor het eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
uur aan het bureau bezorgd zijn.
t Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek' Korte Haven).
Prijs der Advertentiën: Van 16 regels fl. 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar de plaats die zij
innemen.
Advertentiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden. Tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In do nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den prijs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau to voldoen.
Interc. Telefoon
voor de Redactie No. 123.
1 voor do Administratie No. 103.
Onze Minister van Marino verkeert in
dit Kabinet in' een zeer bijzondere positie.
Door den heer Heemskerk (natuurlijk om
dat deze niet anders kan) overgenomen
uit liet „paganistischc" kabinet, werd hij
na zijn volte-face door do Rechterzijde ge
koesterd en bemind. Hoe meer hot bleek
dat de Linkerzijde dezen bewindsman zijn
politieken „overloop" kwalijk nam, des te
meer beschermend stak de Rechterzijde
haar hand over hem uit.
Is er door dezen „overloop" heel voel
in de politieke positie van den minister
veranderd, hot merkwaardige van het ge
val is, dat iedereen zulks inziet, behalve
de minister zelf. Dit blijkt lederen dag
meer, en ai hebben wij vroeger wel eens
dezen minister hard gevallen over zijn
„blijven zitten", wij zouden in onzen plicht
van onpartijdig overzichtschrijver te kort
schieten, als wij niet erkenden, dat hot
best mogelijk is, dat de minister het on
behoorlijke van zijn daad nooit heeft in
gezien, wat zeker als verzachtende omstan
digheid voor hem mag gelden.
Trouwens, dc Rechterzijde deed alles
Om hem in den jpiraan te versterken, dat
zijn optreden in een Christelijk Kabinet
alleszins gerechtvaardigd was. De toen
aan de Rechterzijde nog almachtige „Stan
daard" verdedigde het neutrale karakter
van den „technischcn" minister van ma
rine', en daarmee was eigenlijk alles ge
zegd. Hem werd, evenals aan den minis
ter Sabron, absolutie gegeven voor het
onloochenbare feit, dat hij niet stoelde
op den „gomeensch'appolijkcn geloofswor-
tel".
Dit alles heeft onzen Minister van Ma
rino min of moor in de war gebracht.
Wanneer hij zich, als het ministerie hij
do Algemeenc Beschouwingen voltallig
voor do Tweede Kamer verscheen, wel
behaaglijk aan de rechterzijde van don
premier neervlijde, zich voelende als het
„feestnummer" van het Kabinet, vergat hij
to veel, dat dc Rechterzijde op hem hot
Fransche spreekwoord toepaste, dat, „als
men niet hoeft wat men liefheeft, pnen
maar moet liefhebben wat men heeft. Al
is hij ook honderdmaal de „redder" ge
weest, waar de formatie van hot kabinol-
Ileemskork schipbreuk had gedreigd te
lijden op de moeilijkheid om een geschik-
ten Minister van Marino te vinden, een
man naar liet hart van de Rechterzijde,
speciaal van do anti-revolutionairen, is
hij niet en kan hij1 niet zijn. Dat is hij
hij zelfs niet geworden toen hij ietwat
Christelijk ging doen in zijn Memorie van
Antwoord ten vorigen jare, cn hij daarin
eonigo zinnen inlaschto, die hot „Chris
telijk" hart moesten verheugen, althans
geruststellen. Men begreep, dat men hier
niet te doen had met de „stom des har
ten"; het kon er bij den minister piet
anders dan erg buitonop zitten. Had hij
nie(, toen hij nog in het Kabinet-De Mees
tor zat, hun, die aandrongen op beter
toezicht op de zedelijkheid van onze pas
sagierende Jantjes, het beroemde antwooid
gegeven: „Ik kan mijn jongens toch niet
vragen of zo mot hun nicht of met hun
tante zijn uitgeweest."
Maar enfin, het was 51 om 49; men
moest wel zoet wezen; het was nog geen
tijd om naar een andoren minister van
Marino uit to zien.
Do verkiezingen hebben echter groote
verandering gebracht. Het Kabinet regeert
niet langer met een minderheid, maai'
met een meerderheid,, zóó groot als de
parlementaire geschiedenis in jaren ge
kend heeft En nu begint men zich met
een weergaloozc ondankbaarheid, die „ge
noten dienst" geheel vergeet, speciaal in
den anti-revolutionairen hoek, af te vra
gen, of het geen tijd wordt dezen „neu
tralen" bewindsman door een wezenlijk
.cliristciijken" to vervangen. Men begint
hem van daaruit het leven zuur te ma
ken, en do redevoeringen van de hoeren
Van der Voort van Zijp en Duymaer van
Twist over dc godsdienstoefeningen aan
boord waren daarvan bet boste bewijs. Dat
die beide hoeren niet tevreden zijn met
het prcckenboek van de moderne predi
kanten Van Balsen en Dijsorinck, ook al
is dat nu 10 jaren geleden door den zeer
kerkschen minister Roëll bij de marine
ingevoerdd a t kunnen wij ons levendig
voorstellen, en is hun volkomen recht.
Hun aandringen op meer „bijbolsche" lec
tuur is begrijpelijk. Daarover hebben wij
het dan ook niet. Maar waar wij hét
wel over hebben, is over de toon, waarin
die redevoeringen waren gezet, de scherp
te, waarmee den minister verweten werd,
dat hij niet begreep, welke plichten in
deze op hom rustten, een seheipte, -die
een bleekheid op 's ministers gelaat
bracht, die het de heeie Kamer duidelijk
maakte, dat hij al zijn zelfbehcersching
noodig had om de sprekers niet onge
zouten in de rede te vallen. 1 Iet was
maar goed, dat de minister niet denzelfden
avond aan liet woord kwamdan had men
met zijn oploopend temperament kluchten
kunnen beloven. Nu kwam de nacht, die
rand brengt, en naderhand kwam minis
ter Hcemskeik hem te hulp, aangezien
's ministers antwoord do sprekers geheel
onbevredigd had gelaten, en trachtte aan
te toonen, dat deze minister niet te kort
was geschoten in .do plichten, die hein
als lid van een Christelijk Kabinet waren
opgelegd.
Men behoeft zich trouwens in do bo-
teokenis van deze oppositie niet te ver
gissen. De anti-revolutionaire „Rotterdam-
met" schrijft ronduit, dat de minister na
afloop van do discussies wel zal begrij
pen, dat hij in oen Christelijk Kabinet
eigenlijk niet thuis hoort. En „De Stan
daard" maakt het nog veel erger en be
toogt feitelijk, dat deze minister onder
(Uit liet Franseh van Pierro Duo.)
I.
Jean Mario Legorcc was een kleine Bre
tagnor van, hot echte ras, moedig van hart
en flink lichamelijk ontwikkeld. liet ge-
heelo spoorwegpersoneel hield van het
aardige, intelligente ventje mot zijn don
koro oogen cn blond krulhaar.
Zijn vader ,Yves Mario Megoree was ma
chinist, „een trouwe, eerlijke man, op wicn
men kon rekenen," zooals 'hem zijn kame
raden en zijn superieuren noemden.
Zijn moedor, van zichzelve een ICer-
maidec, stamdo af van een der rijkste en
edelste geslachten uit Cornwallis; van haar
had hij zijn aristocratisch bleek gezichtje
on do gouden lokkon, zooals men zo op
afbeeldingen vair sommige voorname Celti-
sehe personen ziet.
Do kleine Jean Mario was steeds do eer
ste van zijn klasso cn hij genoot nu van
oen vrijen middag.
Een ou,de vrouw, dio sinds den 'dood
dor moeder voor liet huishouden zorgde,
lucid do vier andore kleinen bezig, maai
bij vond zichzolvon al veel te groot voor
al dio kinderachtige spelletjes; met do
bandon in do zakken liep hij dus don kant
paai- den spoorweg op.
curateele moet worden gesteld. Heeft zo
hij het optreden van dezen minister zijn
„neutrale" positie als zoodanig verdedigd,
thans heet liet, dat, waar deze minister
niet in „christelijke", maar in „neutrale"
richting ook de geestelijke belangen van
het marinepersoneel wil behartigen, hij in
deze niets heeft te doen zonder raadple
ging van zijn kabinetsformateur. De heer
Wontholt kan het zich voor gezegd hou
den en nadenken over het verandeilijke
van do gunst dor menschen.
Wat do zaak der godsdienstoefeningen
aan boord zelve betreft, het wil ons voor
komen, dat het juiste standpunt in deze
wordt ingenomen door Dr. de Visser. Do
afgevaardigde voor Leiden wil, dat men
aan boord naast het bestaande preeken-
boek ook andere boeken, die van een
strenger en meer bijbelse!! standpunt uit
gaan, aanwezig zullen zijn. En dat dan
de commandant daaruit oen keuzo zal
doen naar eigen goedvinden, op wiendan
de gehoelo verantwoording voor de w ij z e,
waarop ze die godsdienstoefening willen
houden, blijft ruston, met volledige
vrijheid voor allen, dio dat wenschen, om
van do plechtigheid verre te blijven. Het
zullen er niet velen zijn. Op die kleine
maatschappij ten spel van wind cn gol
ven begrijpt men het gevoel van afhan
kelijkheid wel in die mate, dat het mos
terdzaadje niet op de rots zal worden
gestrooid. Er ligt een groote bekoring voor
ons in de samenkomst van die menschen,
die, zoover van huis en hof verwijderd,
den dag aanvangen met zich te vereeni
gen in h'et gebed, met het aanhooren van
een goed woord, met het richten van hun
gedachten naar het h oogere. Waarom zou
dat woord niet kunnen zijn een kapittel
uit het Nieuwe Testament? Is er schooner
boek denkbaar, zelfs voor hem, die in
den waan verkeert atheïst te zijn?
Van do weinige sympathie, die Minister
Wentholt in de tegenwoordige politieke
omstandigheid bij de Rechterzijde geniet,
kon hij ook 'Ibewijs vinden in de „snert-
motio", zooals die in do wandeling heet.
Men kent het geval Sinds jaren is er
- een strooming oiuler gehuwde onderoffi
cieren cn minderen om thuis te eten, als
do gelegenheid dit toelaat. Een zeer bil
lijke eiseh; men kan zich begrijpen, dat
deze menschen, die zooveel van het ge
zinsleven moeten derven, er nog van heb
ben willen wat er van te krijgen is. Ilot
zal dan ook altijd de oer van minister
Ellis blijven, dat hij het eerst op ruime
schaal permissie tot het gevraagde heelt
gegeven, natuurlijk met het geven vaneen
vergoeding, opdat het mogelijk is, dat de
man on vader uit moeders pot mec-eet
zonder financiecle schade voor het gezin.
Maarde opvolgers van Minister Ellis
zijn niet met dezelfde liefde voor deze zaak
bezield geweest, althans niet met denzelf
den ijver op dezen weg voortgegaan.
Nadat wij reeds vroeger moties over
deze zaak gehad haddon, kwam thans
„Uw vader is vandaag op No. 325, niet
waar?" vroegen hem een paar conducteurs,
terwijl hij op don Pont do l'Alma naar het
rangeoren der treinen, heneden hem, stond
to kijken.
„Ja, on morgen is vader op No. 19."
„Hij h'oeft er waarlijk ook al verstand
van; kom kameraad, gaat gij mede een bor
reltje drinken? Eu gij, kleine wijsneus, zal
ik u ook eens traktccrcn?"
Een echte Brctagner, oolc al is hij nog
slechts 12 jaar, bedankt nooit wanneer meh
hem don oenen of anderen geestrijken drank
aanbiedt.
Trots volgde hot kind de beide mannen
in de herberg; in óén teug dronk hij zijn
groot glas tot de h'elft toe ledig. Met een
knipoogje togen zijn kameraad, zond do
een het ventje naar een naburigen winkel
om tabak' te halen. Toen Jean Mario terug
kwam on argeloos zijn glas verder uit
dronk, wist hij niet, dat do beiio mannen
er vier glaasjes cognac in gegoten hadden.
Men wilde don jongen eens dronken ma
ken! Wolk een kostelijke grap! Werkelijk,
zij haddon niets geestigors en aardigere
kunnen bedenken! En do beide slechtaards
keken elkaar zegepralend aan, toen het
kind, dat iets scheen te bemerken, hen
angstig aanzag. Trots weerhield hom ech
ter iets to laten blijken; beleefd nam hij
zijn pet af, bedankte voor het genotone.
Hij wilde nu zijn vader opzoeken.
De machinist was echter in dien tus-
weer de h'cer Duymaer van Twist met
een motie, die bedoelde de Kamer te laten
uitspreken, dat gehuwden onderofficieren
en minderen dit recht moest geven wor
den, voor zoover dit niet strijdt
mot do eischea van den dienst.
Dit was, zooals de heer De Savornin
Lohman zeer terecht opmerkte, een zoor
onoprechte motie; men wilde toch veel
meer dan in de motie gevraagd werd.
Met aanneming van deze motie toch kon
de minister zelfs aan geen enkel officier
of mindere de permissie geven, onder voor
geven, dat do cisch'en van den dienst
het verbieden. Men had nu mogen ver
wachten, dat de voorstellers van dc motie
de redactie daarvan zouden hebben ge
wijzigd in overeenstemming met him w e r-
k e 1 ij k verlangen. De zaak was toch van
genoegzaam gewicht, do eischen van het
gezinsleven te principieel, om daarvoor
zelfs niet een klein weinigje van de eischen
van den dienst te laten vallen. Ze deden
dit echter niet, maar verwalorden hun
motie geheel, door er in uit te spreken,
dat do minister in deze materie niet voor
de geldelijke gevolgen zou terugdeinzen.
Nu zei de motie absoluut niets
mees, want do minister had zich, waar
hij de permissie niet aan allen wilde zien
toegestaan, enkel door de belangen van den
dienst en heelemaal. niet door financieeie
overwegingen laten leiden.
Als de motie echter gewichtige betce-
kenis kreeg, was het 'doordat de minister
ze als „hoogst onaangenaam" kwalificeer
de, en er in zag een wantrouwen; 'dat
hij de permissie wel zou toestaan in alle
gevallen, waarin dit mogelijk is. Welnu,
niettegenstaande deze verklaring, op den
bekenden luiden toon uitgesproken, werd
de motie met 41 tegen 24 stemmen aan
genomen. En het allerbedenkehjkstc is wel,
dat onder die 41 voorstemmers er niet
minder dan 34 van do Rechterzijde wa
ren, over alle fracties van Rechts .ver
deeld. Het „memento mori" wordt den
minister wel toegeroepen.
Zeer zwak is de Minister geweest in zijn
strijd met den heer Thomson over de ver
wapening der Ivorteaaere, zoodat ze, wat het
geschut betreft, gelijk zouden komen met
pantserschepen. Do afgevaardigde voor Leeu
warden had verleden jaar toen deze zaak
aan Je orde was, den Minister aanbevolen,
gewone kardoezen te vullen met rook-
xwak kruit, dan had de verwapnning kun
nen vervallen en ware een half millioen uit
gewonnen. Maar de Minister wilde daarvan
niet weten op grond dat in het buitenland
met dergelijke prooven de grootste ongeluk
ken waren voorgekomen.
Sinds dien is echter uitgekomen, dat men
bij de Landmacht reeds lang bij geschut
van dat kaliber rookzwak kruit gebruikte,
reeds sinds G tl 7 jaren, en dat men hiervan
bij Marine niet op de hoogte was. Kan er
boter argument gevonden worden om eens
eindelijk te dooit, waarop van \mschillende
zijden reeds zoolang is aangedrongen, nl.
scbentijd al aangekomen; vermoeid van
zijn tien uren zwaar werk, had hij den
stoker opgedragen de locomotief No. 3672
in de loods te brongen, on was zelf naar
zijn woning gegaan, om zich' te reinigen
van het stof on, daarna te gaan slapen.
II.
Of de kleine Joan Marie die locomo
tief kendo! Men liet hem immers altijd in
do loods komen langs den weg, die spe
ciaal was voor do beambten, evenals men
oogluikend de kinderen toelaat in de stal
len van hun vader. Er is altijd wel een
stalknecht, die op hen let on dio een on
geluk kan vooidcomen.
Hij stond nu vlak voor de machine cn
als een kenner draaide hij er om Keen
en bezag hij die nauwkeurig van alle kan
ton.
Wolk een grootsch'en indruk gaf hem dio
locomotief met do enorme wielen, de dikke
cylinders, don rousachtigon ketol en het
blinkend koper dat als goud schitterde!
Jean Mario gevoelde zich zoo vreemd
hij begreep niet wat hem scheelde; als vuur
stroomde het bloed door zijn aderen cn
Övoral zag hij bliksemschichten. Met de
gróótster moeite hield liij zich rechtop.
Toch wilde hij, nl was 't maar voor één
oogonblik, „de Nacht" zoo was No, 3672
gedoopt beklimmen. Met allo macldver
zotte hij zich' togen het overmeesterend
gevoel van duizeligheid, dat hem beving.
om Oorlog cn Marine lot één departement te
veieenigen en dus 's Lands defensie in éénc
hand te hebben.
De lieer Thomson voelde zich sterk in
zijn recht, en hield eenc vinnige boctpiedica-
tie, en toen later de Minister in plaats van
eerlijk liet boetekleed aan te rekken „dat den
man niet ontsiert", zich met allerlei grapjes
van de zaak trachtte af te maken, maakte
dit den afgevaardigde voor Leeuwarden zoo
kregel, dat hij voortdurend interrumpeerde,
ccne kregelheid die er niet minder op wcrd,_
doordat de. Minister door zijn koddig on voor
eon minister zeer zeker heel ongewoon op
treden, de lachers op zijne hand had. liet
kwam zoover, dat de voorzitter den heer
•Thomson stilte verzocht, en hem leukweg
toevoegdeAls ik hot recht had U te beve
len naar uwe plaats te gaan, zou ik het
zeker niet laten. Men zag toen de hecren
Tlugenholtz en Troelstra eene zwakke po
ging doen om don heer Thomson daarheen te
geleiden, maar krijg eens een kapitein mee,
zoo strijdbaar dat bij met de Militaire Wil
lemsorde versierd is.
Enfin, het water van de zee wascht niet
af, dat men aan Marino al heel slecht op de
hoogte is van wat liet artillerievak betreft
cn dat dit het land ƒ300.000 gekost heeft.
ITet hoogc eindcijfer van de begrooting
maakte, dat 16 leden daaraan hun stem
onthielden. De gehoelo Rechterzijde stemde
vóór. Ze denkt zeker: niet alles in eens,
en hef dunkt on= niet onwaarschijnlijk dat we
in het volgend jaar een anderen stormloop
tegen dezen Minister zuilen hebben te
wachten.
De begroc ng van Landbouw, Handel en
Nijverheid erd zonder hoofdelijke «temming
aangenomen. Wc sullen niet lang stilstav\
Lij de hesch' nnïng der vogels of over die dei-
kikkers, na irover do heer Vorelerman van
Oven zijn maiden speech hield. Wij zullen
ons ook niet lang bezig houden met do lange
rede van den heer Schaper, over het eerste
rapport, uitgebracht door de Commissie tot
onderzoek van den toestand in den landbouw,
waarvan hij het betrem de, dat er geen enkel
sociaal-democraat in zat.
IToe dit alles zij, het rapport werd ook
niet door hem zonder eenigo waardeering be
sproken. Hij vond, met de Commissie, de
twee voornaamste eischen voor den landar
beider: loonsverhooging en opheffing der
bezitloosheid. Nu men behoeft geen sociaal
democraat te zijn om te weten dat hoe gi'oo-
tei aantal landbouwers eigen grond hebben,
boe beter dit voor het land is. Tiet spreekt
van zelf. dat de lieer Schaper, dio als sociaal
democraat op het standpunt staat, dat men
moet komen tot afschaffing van ho privaat
bezit der productie-middelen, het in deze
met de middelen die de Commissie aangaf,
om tot verbetering te komen, niet eens was.
De heer Tydeman zette Let protest, dat hij
anders ieder jaar tegen hot subsidie aan de
boerenleenbanken uitbrengt, thans om in
eenc uitvoerige rede. die opkwam tegen het
geven van stthsidién aan vercenigingen op
Landbouwgebied, die een exclusief karakter
dragen, en het loopt toch ook wel al heel
hard, nu we eene geitenfokverecniging lieh-
Bchoedzaam keek liij om zich hoen. Op
verren afstand zag hij een man bezig een
kuil to graven; werktuigelijk wierp hij met
zijn schop do aarde naar boven. Dit was
hot gewone uur van rust voor het spoor
wegpersoneel; straks zou hier weder alles
leven en bedrijvigheid zijn. In de verte
hoorde hij het tikken van een elcctrisch
schelletje, het eenige geluid dat de stilte
verbrak.
In twee sprongen was hij op de loco
motief.
Was Rij h'et werkelijk, die daar nu al
leen op „do Nacht" was? Nu was hij, Jcan
Mario Legorec, dus haar heer en meester.
Voorzichtig, zonder geraas te maken,
opendo hij do deur van het fornuis. Welk
eert hitte! En welk' een ontzettende om
vang van het fornuis„Den wijzer van den
luchtdichtheidsnielor en het waterpas moet
men nooit uit hot oog verliezen," had zijn
vader gezegd.
En de rails dan, dio men steeds recht
voor 'zich' zag, door do groote, ronde glazen,
duidelijk te midden dei' duisternis!
Als hij eens even, heel zacht maar, aan
den regulateur trok, dan zou do locomo
tief een eindje verder gaan.
Ilij wilde slochfs even proboeren, No.
3672 slechts één enkelen meter laten gaan.
Eert gulp stoom cn nog oen maar veel
korter, voel fluitendor, daarna 'n dikke
rookpluim cn de zware kolos beweegt zich
statig voorwaarts,
Het kind verbleekt van schrik, bij dc
gedachte aan wat hij gedaan heeft; half
krankzinnig van angst wil hij de machine
terug laten stoomen; in zijn onkunde ver
gist Idj zich echter, drukt op den ver
keerden knop en als een paard, door reus
achtige sporen voortgedreven, vliegt het
logge gevaarte pijlsnel vooruit.
Op eenigen afstand komt een beambte
aansnellen, verbaasd door liet ongewone
gevaar op dit anders zoo stille uur.
Steeds sneller en sneller wentelen do
wielen, als in dolle opgewondenheid. Zij,
die gewoon is meer clan honderdduizend
kilo's achter zich aan te voeren, gevoelt
zich nu eindelijk vrij en van die vrijheid
zal zij gebruik maken; hoor, nu hinnikt
zij als luide om haar genot te kennen te
geven.
Doodelijk ontsteld vliegt de baanwaheter
van het kruispunt der lijnen naar Brest,
Redo en Saiut-Malo uit zijn huisje; eer
hij echter do roode vlag heeft kunnen ont
plooien is do locomotief do barrière reeds
voorbijgegaan, trillend cn snuivend volgt,
zij de lijn naar St. Arab. Als con wervel
wind vliegt zij den onderchef voorbij, die
tevergeefs heftig do armen zwaait.
Eon seconde was voldoende voor den
ouden baanwachter om in het lijkwitte,
vertrokken gelaat op do machine, denklei
nen Jean Mane te herkennen. Met wijd
geopende oog r en als versteend van schrik,
stond liij op do gewone plaats zijns va-
SCHIEDXMSCHi: DURAN!