63m* laargang
Zondag 12 December 1909,
No. 13176
Derde Blad,
De Levensgezellin.
WEELDE,
Deze courant verschijnt dagelijkss, mot uitzondering van Zon-en Feestdagen.
Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en V1 a a r d i n gen fl. 1.25 franco
per post II. 1.65.
Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent.
Afzonderlijke nummers 2 cent.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen.
Advertcntiën voor hot eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een
uur aan het bureau bezorgd zijn.
Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Ilaven).
ui
Prijs der Ad verten tiën: Van 1—6 regels fl. 0.92; iedere regel meer
15 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar do plaats die zrj
innemen.
Advertcntiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden, tarieven
hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen.
In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond
verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den pnjs
van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau to voldoen.
Interc. Telefoon
f voor de Redactie No. 123.
voor do Administratie No. 103.
FRANSCHE BRIEFEN.
PARIJS, 3 December.
Op de actie is een reactie gevolgd, en de
Parijsche bladen hebben nan hun verkoop van
enkele nummers zeker kunnen bemerken
dat aan alle zaken en dus ook mm de Stein-
beilzaak een einde was. Waarschijnlijk is
het om die reden dat de „Alnlin" de insla
pende belangstelling weer wakker heeft wil
len maken, en tegelijk haar debiet op dezelf
de hoogte heeft willen houden, door een
verhaal op te nemen, dat opgeteekend heet
uit den mond van den fotograaf en diens
vrouw, die Alm rouw terstond na haar ont
slag uit do voorioopige hechtenis per auto
vergezeld hebben en mot wie zij, nog eenigo
dagen daarna, in relatie is gebleven. Door
dat verhaal valt geen heel gunstig licht op de
wijgesproken dame. Zo zou eer een cynische
dan een aandoenlijke houding aangenomen
hebben en een barer eerste gedachten zou ge
weest zijn eerstdaags een kijkje to nemen in
bet vermaarde Alaxim, wereldbekend door de
„dame" of juffrouw", en tevens liet. Do
rado voor de pretmakers tc Parijs. Ze zou
zelfs verteld hebben dat ,AIr. Stcinhardt, een
van do secretarissen van haar verdediger,
■verliefd op haar was gewonden en liaar reeds
ten huwelijk gevraagd had. Die laatste bijzon
derheid doet do deur loc. Ze is do boeket ge
weest van het vuurwerk, waarmee de ,AIa-
tin" gewend is burgers cn buitenlui tot lezen
te verlokken, maar zo heeft terstond een
lievig protest van den betrokken advoeoal ten
gevolge geluid. Voor lien, die de „AEalin"
en haar wijze van doen kennen, is hel oven-
wel volstrekt niet zeker, dat het door den
fotograaf onderteekeende artikel ('t welk in
allen geval een groot gebrek aan discretie
verraadt) dc uitdrukking dor vaalheid be
helst.
Dat Aievrouw naar Engeland getogen is,
zou trouwens doen veronderstellen, dat ze
werkelijk voor het oogenblik veigetellieid
zoekt en dat dc lu=t tot liet bezoeken van het
etablissement van Alaxim. zoo heel groot
niet bij haar is. Zooveel is zeker, dut men
voor het oogenblik verlost is van de Slein-
lieil-discussión.
Parijs, dat zich zou vervelen, indien het
geen evenement van buitengewonen aard
had, waaliiieo het zich kan bezig houden, is
te rechter tijd >n beslag genomen door den
jeugdigen vorst van Portugal, die aan do
grooto massa sympathiek is voorgekomen om
zijn leeftijd, om z.ijn kwaliteit, van Koning cn
om zijn afstamming van een Eransche prinses.
Men heeft weer (en dat, wat sommige klas
sen betreft, niet zonder eonigen weemoed),
Vivo le Roi geipcpon *cu dc autoriteiten heb
ben hun best gedaan het «den koninklijken
bezoeker zoo aangenaam mogelijk te maken
in een stad, die van oudwhor ,,1'auborgo des
Rois" heet en (om gemakkelijk te begrijpen
redenen van matcrieelen aard) niets liever
wcnscht dan dat werkelijk te blijven. Zonder
twijfel heeft AEanuel II zich, evenals indor-
tijd z.ijn collega Alfouse, uitstekend geamu
seerd, .tc meer daar or niet, gelijk oij dezen
laatste gebeurde, bommen op zijn weg ont
ploft z.ijn. AVcl heeft liet weinig gescheeld
of hij had ccn pon-je in het duister gezeten,
hetgeen hij waarschijnlijk zoo erg niol z.ou
gcionden hebben, vooral niet in de Opera,
waar alleen do diamanten van de bez-oekstors
reeds in staat zijn cenig licht te verspreiden.
Het feil, dat bijna lot dit ongeval aanleiding
gegeven had, is zelfs gedurende een paar
dagen de gioole gebeurtenis geweest, waar
van men nog meer dan van de koninklijke
isite zelf gesproken hooft.
En in weerwil van do komische zijde die
dergelijke histories altijd le Parijs bezitten,
was liet feit op zich zelf ton volle ieders aan
dacht waard. Pafaud, de almnchligc secre
taris van liet syndikant der élcetriciens, do
gioote Pntaud, die niet {schroomde zich, rnis-
■mhicn in ernst, dezer dagen even goed als do
Portugcoschc gast, een „koning" te noemen.
Pntaud, die reeds twccmanl te Parijs liet
licht uitdraaide (of juister gezegd, don stroom
dred afbreken), Pataitd had het bezoek van
den werkelijkon koning een le gunstige ge
legenheid geacht om den Pa'rijzeriaars niet
weer eens te doen voelen dat ze hoe langer
hoe meer gaan afhangen van den, al of
niet reel)(matigen wil van (le arbeidende
klassen. Teiwvijl de door AEanuel II in de
Opera bijgewoonde voorstelling van Faust in
vollen gang was, liet hij do electricians om
loonsrerhooging vragen, met bedreiging, dat,
bij gebreke van inwilliging van dien eiscb,
lief werk terstond gestaakt en mitsdien de zaal
in duisternis gewikkeld zou worden. Dc
directeuren bobben aan dien eiscb toegege
ven, ofschoon zo geen contract hebben met
do werklieden, maar met de Alaatscliappij,
die dezen in dienst genomen heeft.
Tiet staat derhalve te bezien of do werk
lieden zeiven veel voordeel zuilen trekken
uit Paiaud's spelbrekorij. Alaar zeker is het
dat diens bedreiging indruk seninakt heeft,
en dat hij, door liet toegeven der directeu
ren, sa oil nog machtiger is gaan wanen dan
iiij werkelijk is. Daarom achten velen het te
betreuren dal do directie niet rondweg ge
weigerd heeft met den secretaris van liet
Svndicaat te onderhandelen. Do zaal was
dan de prooi geworden van den engel der
duislcrnissc, maar er zou nog licht genoeg
overgebleven z.ijn om een paniek of catastrofe
te verhoeden. Dc Voorstelling zou er zeer
door geleden hebben, maar do jonge koning
had waarschijnlijk om het incident gelachen,
te moer, daar hij do Fausf zeker heel good
cent. Doch het grooto Voordeel van zulk
een houding ware geweest, dat Pntaud. cn
met hem veel aanmatigende werkliedenver-
eonigingon, tot dc overtuiging gekomen zou
den zijn, dat ze zich loei) inderdaad niet vol
komen onmisbaar kunnen rekenen en op die
onmisbaarheid steunende, aan de werkgevers
of aan hen, hij wie /o werken, eischen kun
nen voorieirgcn, die in de gegeven omstan-
digliedcu alle kenmerken krijgen van mis
dadige chantage of afdreiging. Het gaat in
goed gevolg bekroonde
Hoi, is do tijd der rozen. Dc geKecle tuin
ligt in schitterende pracht, cn zoete geu
ren vervullen, den zonnigen zomerdag.
In zalig nietsdoen ligt ccn slanke vrou
wengestalte op een tuinstoel uitgcslreld.
De handen dor bleeke vrouw z.ijn wit
als de leliën, die Kaar zoeten adem'met
de rozengeuren vermengen.
Haar gelaat is jong, maar tusscKcn dc
donkere Karen schitteren zilverdraden; dc
smart, niet de tijd, Koeft ze gesponnen.
Leed spreekt, uit Kaar fijne trekken, en
de angstige blik staart in do verte, alsof
achter liet warnet van bladeren iels schrik
kelijks op Kaar loert.
Lea Galloni is ccn mooie, veel bewon
derde violiste; Kaar naam KoofL een goe
den, ver verspreiden klank. Geen zorg
verdonkerde ooit haar dagen, maar zij
is eenzaam met Kaar lamst, haar roem
cn Kaar gedachten.
Zij h'eoft nooit den zin begrepen van
liet woord: „Ik wil hem een gezellin
scheppen", zij wilde haar eigen weg wan
delen on besteeg Kot doornige pad naai
de hoogte dor kunst. Nu staat zij boven,
de top is bereikt, de heerlijke, door de zon
beschenen hoogte.
Als Kaar Amati klaagt, weonen de toe
Hoorders, en als Kaar jubelen over de sna
ren ruischt, dan wordt hun bijval ccn
stonn van verrukking. Wal zij in liet Huis-
Ieren van den winti, in' Kot murmelen dor
Frankrijk dan ook met wisse schreden don
weg op. van oen maalschappelijkc omkecring,
die niet zonder schokken zai afloopen, en, al
heeft ze wellicht geen blijvende gevolgen,
een lijd lang hot economisch cn politiek leven
der natie zal verstoren. De groote massa is
meegesleept door leiders, wier stelsel boven
hun bevatting ging en wier theorieën trou
wens nog nooit in praktijk gebracht zijn
kunnen worden. Die leiders zelvcn zullen
zich in de ure des govaars wel op behoor
lijken afstand verdekt weten op te stellen.
Dc werklieden daarentegen, zullen, na oen
aanvankelijke overwinning, ten koste Van
groot lijden, als proef op de soin, het be
wijs krijgen dat gelijkheid onbestaanbaar en
\crdeeling of naarting van liet ganselic kapi
taal een hersenschim is. Aldus de mcening
van do nicer hezadigden in den lande, die
de teekencn des tijds niet zonder ongerust
heid gade slaan.
De dikwijls met
uitdraaimanie van een onruststoker als Pa-
tnud behoort namelijk wel degelijk lot die
„teekencn. des tijds". Zij, die hot werkelijk
goed met don werkman rneencn, zouden dus
wenschen dat booze grappenmakers als Pa-
tnud hem er niet toe aanzetten alles van ge
wold en niets van de geleidelijke ontwikke
ling der economische toestanden te hopen.
Wat Pntaud peisoonlijk aangaat, die bekom
mert zich om don werkman waarschijnlijk
zooveel als om zijn slof. of. gelijk men ge
meenzaam in liet Fransch zegt, om „sa pre
mière chemise". Tiet is hem voornamelijk te
doen om zijn slecht verdiende populariteit
bij zijn syndikant te bewaren en aldus in het
behoud tc bliiven van zijn goed traktement,
dat hij voor/.eker niet met werken z,ou ver-
dienon. Daarvoor is liet noodig dat hij van
tijd tot tijd van zieli doet spreken on een
van de brutale kwajongensaardigheden uit
haalt, die hom in zekere omgeving beroemd
gemaakt hebben. Alen kan er daarom verze
kerd van zijn dat, vroeg of laat, ook bet
licht op don Boulevard, of in een of ander
theater wel weer eens zal uitgaan. Toen
twee dagen geleden hetzelfde gebeurde ter
zitting in hei Palais Bourbon, dacht ieder in
liet eerste oogenblik, dat de Koning der Elec-
Irieiteil de hand in liet spel celiac) had. Over
al hoorde men „Paitaud, Pntaud roepen.
Doch de duisternis was' slechts door een toe
vallige oorzaak tc weeg gebracht. Pataud is
nog niet zoo ver gegaan, dat hij 's lands
vergaderzaal van het licht berooft, dat zij
hoog noodig heeft. Dit belet echter niet dat
men hem best kon vervolgen wegens zijn
laatste misdrijf. Er zijn genoeg artikelen in
den Code Pénal, die op zijn pogingen tot
verbreking der openbare orde toepasselijk
konden verklaard worden. AEaar dc radicale
Regeering trekt eerst handschoenen aan,
voor zij dc volk-mennera en hoofden der
verkmaiissyndienfen annvaat. IJat weet Pa
taud heel goed en die wetenschap maakt
hem sterk. Ali»scliien slelf hij zich wel candi-
daat voor dc aanslaande Kamerverkiezingen
JUVENIS.
beek afluistert, drt herhaalt zij op haar
instrument in krehf en volheid. Zij is
gevierd en omstuwd, waar zij verschijnt,
wordt zij gehuldigd, en tocli spreekt onge-
slild verlangen uit haar groot, vochtig oog
en haar berende lippen.
De rozen ademen zwoel, op de gras
perken schemert de hceto Julizon goud
achtig groen, een huivering doel dc slanke
vrouwengestalte trillen.
Ieder voorwerp, dat haar omringt, draagt
den stempel der kunst, uit alles spreekt
dc dubbel bekoorlijke macht van groolcn
rijkdom en volmaakte schoonheid.
En al dat heerlijks behoort liaar. Ifet
juichen en snikken van haar viool heeft
iederen wensch' vervuld,
lederen?
Lea Galloni heeft het zich zelf afge
vraagd en haar hart klopt stormachtig
en droef. Zij voelt zich' als gevangen in
een grooto kooi. Duistere troosteloosheid
kruipt in liaar op.
In schelle kleuren schijnt voor haar
een uur uit lang vervlogen tijdon, lied
Uur, toon zij voor de beslissing stond.
Jlij, de man, die als hol noodlot haar
weg gekruist heeft, die liaar zijn groote
liefde bood en zijnst.il, klein buis, die haar
op de handen wilde dragen haar
of baar kunst?
Toenmaals had zij de oogen geslolen
en den luiden kreet van haar hart on
derdrukt.
Na korten strijd Had zij liaar Amati go-
grepen en vast beloofd:
„In onzen tijd waren wij heel anders, veel
eenvoudiger, en Wij behoeven den zin
wel haast niet af le maken. Want iedereen
kent de oude lui, altijd geneigd natuurlijk
om den tijd, waarin zij jong waren, als be
ter voor te stellen dan tegenwoordig. En zoo
niet allen in elk opzicht dien tijd beter ach
ten, daarin zijn zij liet toch wel eens, dat er
minder weelde lieerschte en dat daarom die
tijd beter was.
AEaar moet men inderdaad „oud" zijn om
te kunnen constateeren, welk een geweldig
ver.-chil er is tnsschen dc luxe-behoeften van
nu en van 20, 25 jaar geleden? Alen neme
alleen maar eens de kleeding: de angstige
haast hij mannen en vrouwen om dc mode bij
te houden. Zijn liet er nu tien, twintig of
dertig maal zooveel als toen, die do mode
trachten bij te houden en van wat verdol' of
wat meer nabij hun kleed ing veranderen naar
de voorschriften dier mode?
Het zou onmogelijk zijn daarop een ant
woord te geven. En onnoodig tevens. Want
wie oogen heeft om te kijken, zal niet kun
nen ontkennen, dat hier inderdaad oen onge
looflijke toeneming van behoefte aan luxe is,
dat b.v. het uiterlijk van den zoogennnm-
den werkenden stand in die 25 jaar radicaal
veranderd is. En als men wel eens vranal
wat menschen, die al een 25 inar geleden
overleden zijn, liet merkwaardigst zonden
inden, indien zij dit leven nog eens konden
zien, dan zou het wel eens kunen zijn, dat het
antwoord daarop niet moest luiden teleara-
fie zonder draad, auto's, fietsen, eiectrisehe
trams enz. enz., maar tie volstrekte afwezig
heid van „den werkman" Zondags.
Inderdaad den werkman met de nieuwe
pot of met ouderwetsche soliede kleeren vindt
men alleen nog maar op de oude prenten. Er
zijn nog fijne nuance-verschillen lussclien de
dracht der minst-koopkraehtigen en die der
meer welgestciden maar over het geheel
is de eenvoud in do klceding van vroeger
verdwenen.
O. als die modieusc pantalons en jassen
en hoeden spreken konden, wat zonden zij
gewagen van een droeven huisarbeid, van
gejacht om alles maar gauw en goedkoop
klaar te krijgenEn wat zouden zij hooghar
tig neerzien op de minder sjieke zonclag-
sciie pakken van ccnige jaren geleden.
Gelijk het bij de kleeding het geval is,
caat liet ook met onze behoeften op ander ge
bied. Snel klimmen die. En al schijnt het
menschdom over het geheel meer tc geven
voer de bevrediging der behoeften, die naar
buiten kan worden gewaardeerd, men kan
toch opmerken dat overal de luxebehoeften
stijgen.
Wat kregen dc kinderen in den gegoeden
stand voor dertig jaar en wat krijgen zij
thans! Wat gaf de gemiddelde familie toen
voor ivizen uit cn wat geeft zij daaraan nu
uitWaarlijk er schijnt geen grens tc
zijn, gnrn gebied ook waar de luxebehocfien
niet steeds stijgen.
Nu kunnen wij over het geheel wel aan
nemen, dat die rijzing er al sinds lange
jaren is. Opmerkelijk is in dit verband een
opstel van den burggraaf d'Avenel in de „Rue
des deux Alondes", van 15 November 1909,
over de verandering van de uitgaven van par
ticulieren, speciaal voor hel voedsel, in dc
laatste zeven eeuwen. Over dc gohcele linie
vindt men hier een toeneming van de luxe-
behoeften, die wel bi zonder groot is geweest,
in de laatste eeuw van snel toenemend* ver
keer, maar die toch in heel dien langen tijd
steeds grootcr is geworden. De schrijver toont
uitvoerig aan, dat de groote vcriialen, die
over de festijnen onzer verre voorvaderen
loopen, uitzonderingsgevallen behandelen en
dal bovendien al die gangen" en al die
schotels heel wat minder te betcekcnen had
den dan wij ons voorstellen. Teekenend is
liet b.v. dal de schotels en de borden over
het geheel veel kleiner waren dan die welke
wij gcbniiken.
Doch ook, wanneer deze voorvaderen het
zelfde heetten te krijgen, kregen zij iets ge
heel anders. Brood as noch in smaak noch
in voedingswaarde hetzelfde als ons brood.
Osovleesch i« thans zeker tweemaal voedza
mer dan een eeuw of drie geleden. Trouwens
rehvijderij was in dien tijd zoowat onmoge
lijk. Yiseh was in een tijd van slecht verkeer
natuurlijk naaenoeg niet te krijgen enz. enz.
Wnt boter, melk en kaas aangaat, was de
toortmd vroeger zeker niet minder verschil
lend van dien van tegenwoordig. Boter, die
ook in den winter de gewone burger
thans zou weigeren, was toen voor de rijk
ten de fijnste lekkernij. Zelfs de eieren zijn
heel anders geworden.
Het is intimschen toch bijna onmogelijk,
zich een juist beeld te vennen van den enor-
men vooruitgang op dit gebied, die de bevre
diging onzer zoo groote behoeften thans
chijnbanr zoo gemakkelijk maakt. Vroeger
nas ook de vrij welgestelde niet altijd zeker
eten te zullen kunnen krijgen. Nu is die ze-
werlicid er wel en hebben ook de eonkoudig-
=ten een reeks eischen. waaraan vroeger de
hetergestelden niet koncten denken. Wit
m. a. w. 150 ianr geleden een welgestelde
burger als gunrtigo condities waardeerde, zou
nu door velen niet moer beschouwd worden
als een menschwnavdig bestaan, ja thans heet
dncelijksehe behoefte, wnt misschien 30 jaar
geleden algemeen nog als luxe beschouwd
werd.
Ts die luxe-neiging nu zonder mcoT af te
keuren? Zeker niet. Kon men de noigine tot
het zich verschaffen van meer don het strikt
noodigo uit de menschheid nemen, men zou
daarmee tevens 'de bron van heel wat 'enebgie
doen opdroegen. Doch nan de andere zijde:
wat een matelooze ellende in het gevolg van
die, steeds maar vooral in de laatste jaren
toenemende zmclit naar luxe. Wat een
verheffing van den schijn moet door die
zucht in hot leven z.ijn geroepen. ATaar ook
hoeveel geluk wordt er gemist ten gevolge van
die altijd door toenemende behoefte nan
luxe. Wat een overspanning in den arbeid
is daarvan liet resultaat. Wnt een nangrociing
van haat en afgunst is het onmiddellijk ge
volg van die steeds sterker op den voorgrond
„Jij zult mijn levensgezellin zijn, jïj
alleen 1"
Heilig was haar de kunst; geheel wilde
ze zich aan haar wijden, onverdeeld, zóó
alleen kon zij groot worden.
Nu had ze bereikt, waarnaar zo streefde
ze was groot geworden, haar leven was
een triomftocht geweest, dc gezellin, die
zij zich gekozen had, gaf haar mot volle
handen roem, rijkdom, enz.
Alles bezit zij, wat voor den rijkdom
bereikbaar is, eiken wonseh kan zij zich
vervullen, maar er drukt op haar zulk ecu
zware last, dal zij zich lussclien al de
vleiers cn dc haar toejuichende menigte,
eenzaam en verlaten voelt.
Zij heeft liaar gcheele ziel, haar gehecle
voelen, in de ionen gelogd, die zij haar
geliefde gezellin outlökt, zij is haar rust,
haar geluk, haar liefde geweest.
Wat nu, als zij heden sterven moest?
Niet ccn enkele zucht kon haar de gave
nazenden, die haar alles was, aan wie zij
do liefde had opgeofferd.
Nooit tevoren had deze gedachte haar
zoo lang bezig gehouden als heden
in een enkelen zooien, slapeloozen nacht,
was zij "tot haar gekomen.
Iloo gisteren de concertzaal door een
uitgelezen publick was gevuld! Iloo zij ge
speeld had!
Aller oogen waren vochtig, een plcch-
stiltc ging Kol jubelend applaus
vooraf.
En toen had aarzelend een mot verle
genheid strijdend persoon haar aaugespro*
tigo
ken, toon zij in haar rijtuig stapte: „Juf
frouw Lconie Gollorl Lea Galloni
is u het? Is u liet werkelijk? Alijn kleine
vriendin, die mij voor jaren van zich
stiet, zoodat ik wanhopend de wereld in
trok, omdat uw kunst u liever 'was dan
mijn liefde."
„Robert jij?"
Als een gejuich ontgleed zijn naam haar
lippen, in haar mat oog vlamde heet en
hel de vuurstraal der liefde, haar ziel
ontwaakte tot een nieuw leven.
Beide handen strekte zij voor hem uit
cn hij legde lachend de zijne cr in.
„Je adres, Loonic!"
„Stap in, Robert cn drink oen kopje
thee bij me. Duizend dingen hebben we
tc bepraten."
„Vandaag niet meer; morgen, Lconie!"
Slank, lichtvoetig, blondgelokt, een lach
op de kinderlijk jonge trekken, zweefde een.
jonge vrouw achter hem aan.
„Mijn vrouw, lieve Leonie! Zij is zoo
aangegrepen door je spel, iedere zenuw
aan haar trilt, daarom vandaag niet meer,
maar morgen zoeken wij je op, als je
het goedvindt."
„Alorgcn!" fluisterde Lea cn de handen
der beide vrouwen raakten elkaar aan.
Do eono bevend, koortsig heet; de ander
koud en star als marmer.
„Zio je, Ellio, ik bedroog mij niet. Do
grooto Lca Galloni is de liefde van mijn
jongensjaren geweest, waarvan ik je ver
telde."
De blondine ziet met haar van' geluk
stralende blauwe oogen in dc bleeke trek
ken der kunstenares.
„Iloe lief van u," zei ze bewogen,
„dat uw kunst u meer gold dan do liefde.
Daarom dank ik u mijn groot geluk."
Lea lacht wonderlijk cn haar oogen
staren glansloos in do verte. De appel
schimmels rijden voor; dan zinkt zij als
gebroken in de zijden kussens.
In Kaar nijlgrocnc kamer, waar dclamp
een zacht licht over allo rococopraeht
werpt, hooft Lea haar viool onder een
rijkdom van bloemen verborgen, die Kaar
als hulde toevlogen. Als begraven ligt de
Amati onder narcissen, rozen en orchi
deeën; zware geuren vervullen de ruimte,
als ware h'cf. oen sterfkamer.
Zij heeft hot. geluk in do oogen gezien,
het grooto jubelende geluk van twee men-
sclien, die de bloeiende volheid hunner
groote liefde in den heiligen gloed Van
hun blik haddon, die opstijgt uit de ziel
als het grooto wonder van zalig hegrij
pen zich aan hen voltrekt, en in haar
schreit het luide:
„Gij hebt niet goed gekozen."
Do nacht sluipt met kwellende gedach
ten voorbij; altijd ziet ze Robert en Elbe,
uit wie de weelde en de vrede lachen,
die zij eenmaal van zich stiet; altijd hoort
zij hom van zijn liefde tot liaar spreken,
zooals een kind zijn gebroken pop go-
denkt. Zij was hem niet moer dan een
verwelkte bloem, die in de lente had ge
bloeid, en door allo winden war ver
waaid,
SCHIEDAMSCHE COURANT