63m* laargang Zondag 12 December 1909, No. 13176 Derde Blad, De Levensgezellin. WEELDE, Deze courant verschijnt dagelijkss, mot uitzondering van Zon-en Feestdagen. Prijs per kwartaal: Voor Schiedam en V1 a a r d i n gen fl. 1.25 franco per post II. 1.65. Prijs per week: Voor Schiedam en Vlaardingen 10 cent. Afzonderlijke nummers 2 cent. Abonnementen worden dagelijks aangenomen. Advertcntiën voor hot eerstvolgend nummer moeten des middags vóór een uur aan het bureau bezorgd zijn. Bureau: Lange Haven No. 141 (hoek Korte Ilaven). ui Prijs der Ad verten tiën: Van 1—6 regels fl. 0.92; iedere regel meer 15 cents. Reclames 30 cent per regel. Groote letters naar do plaats die zrj innemen. Advertcntiën bij abonnement op voordeelige voorwaarden, tarieven hiervan zijn gratis aan het Bureau te bekomen. In de nummers, die Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond verschijnen, worden zoogenaamde kleine advertentiën opgenomen tot den pnjs van 40 cents per advertentie, bij vooruitbetaling aan het Bureau to voldoen. Interc. Telefoon f voor de Redactie No. 123. voor do Administratie No. 103. FRANSCHE BRIEFEN. PARIJS, 3 December. Op de actie is een reactie gevolgd, en de Parijsche bladen hebben nan hun verkoop van enkele nummers zeker kunnen bemerken dat aan alle zaken en dus ook mm de Stein- beilzaak een einde was. Waarschijnlijk is het om die reden dat de „Alnlin" de insla pende belangstelling weer wakker heeft wil len maken, en tegelijk haar debiet op dezelf de hoogte heeft willen houden, door een verhaal op te nemen, dat opgeteekend heet uit den mond van den fotograaf en diens vrouw, die Alm rouw terstond na haar ont slag uit do voorioopige hechtenis per auto vergezeld hebben en mot wie zij, nog eenigo dagen daarna, in relatie is gebleven. Door dat verhaal valt geen heel gunstig licht op de wijgesproken dame. Zo zou eer een cynische dan een aandoenlijke houding aangenomen hebben en een barer eerste gedachten zou ge weest zijn eerstdaags een kijkje to nemen in bet vermaarde Alaxim, wereldbekend door de „dame" of juffrouw", en tevens liet. Do rado voor de pretmakers tc Parijs. Ze zou zelfs verteld hebben dat ,AIr. Stcinhardt, een van do secretarissen van haar verdediger, ■verliefd op haar was gewonden en liaar reeds ten huwelijk gevraagd had. Die laatste bijzon derheid doet do deur loc. Ze is do boeket ge weest van het vuurwerk, waarmee de ,AIa- tin" gewend is burgers cn buitenlui tot lezen te verlokken, maar zo heeft terstond een lievig protest van den betrokken advoeoal ten gevolge geluid. Voor lien, die de „AEalin" en haar wijze van doen kennen, is hel oven- wel volstrekt niet zeker, dat het door den fotograaf onderteekeende artikel ('t welk in allen geval een groot gebrek aan discretie verraadt) dc uitdrukking dor vaalheid be helst. Dat Aievrouw naar Engeland getogen is, zou trouwens doen veronderstellen, dat ze werkelijk voor het oogenblik veigetellieid zoekt en dat dc lu=t tot liet bezoeken van het etablissement van Alaxim. zoo heel groot niet bij haar is. Zooveel is zeker, dut men voor het oogenblik verlost is van de Slein- lieil-discussión. Parijs, dat zich zou vervelen, indien het geen evenement van buitengewonen aard had, waaliiieo het zich kan bezig houden, is te rechter tijd >n beslag genomen door den jeugdigen vorst van Portugal, die aan do grooto massa sympathiek is voorgekomen om zijn leeftijd, om z.ijn kwaliteit, van Koning cn om zijn afstamming van een Eransche prinses. Men heeft weer (en dat, wat sommige klas sen betreft, niet zonder eonigen weemoed), Vivo le Roi geipcpon *cu dc autoriteiten heb ben hun best gedaan het «den koninklijken bezoeker zoo aangenaam mogelijk te maken in een stad, die van oudwhor ,,1'auborgo des Rois" heet en (om gemakkelijk te begrijpen redenen van matcrieelen aard) niets liever wcnscht dan dat werkelijk te blijven. Zonder twijfel heeft AEanuel II zich, evenals indor- tijd z.ijn collega Alfouse, uitstekend geamu seerd, .tc meer daar or niet, gelijk oij dezen laatste gebeurde, bommen op zijn weg ont ploft z.ijn. AVcl heeft liet weinig gescheeld of hij had ccn pon-je in het duister gezeten, hetgeen hij waarschijnlijk zoo erg niol z.ou gcionden hebben, vooral niet in de Opera, waar alleen do diamanten van de bez-oekstors reeds in staat zijn cenig licht te verspreiden. Het feil, dat bijna lot dit ongeval aanleiding gegeven had, is zelfs gedurende een paar dagen de gioole gebeurtenis geweest, waar van men nog meer dan van de koninklijke isite zelf gesproken hooft. En in weerwil van do komische zijde die dergelijke histories altijd le Parijs bezitten, was liet feit op zich zelf ton volle ieders aan dacht waard. Pafaud, de almnchligc secre taris van liet syndikant der élcetriciens, do gioote Pntaud, die niet {schroomde zich, rnis- ■mhicn in ernst, dezer dagen even goed als do Portugcoschc gast, een „koning" te noemen. Pntaud, die reeds twccmanl te Parijs liet licht uitdraaide (of juister gezegd, don stroom dred afbreken), Pataitd had het bezoek van den werkelijkon koning een le gunstige ge legenheid geacht om den Pa'rijzeriaars niet weer eens te doen voelen dat ze hoe langer hoe meer gaan afhangen van den, al of niet reel)(matigen wil van (le arbeidende klassen. Teiwvijl de door AEanuel II in de Opera bijgewoonde voorstelling van Faust in vollen gang was, liet hij do electricians om loonsrerhooging vragen, met bedreiging, dat, bij gebreke van inwilliging van dien eiscb, lief werk terstond gestaakt en mitsdien de zaal in duisternis gewikkeld zou worden. Dc directeuren bobben aan dien eiscb toegege ven, ofschoon zo geen contract hebben met do werklieden, maar met de Alaatscliappij, die dezen in dienst genomen heeft. Tiet staat derhalve te bezien of do werk lieden zeiven veel voordeel zuilen trekken uit Paiaud's spelbrekorij. Alaar zeker is het dat diens bedreiging indruk seninakt heeft, en dat hij, door liet toegeven der directeu ren, sa oil nog machtiger is gaan wanen dan iiij werkelijk is. Daarom achten velen het te betreuren dal do directie niet rondweg ge weigerd heeft met den secretaris van liet Svndicaat te onderhandelen. Do zaal was dan de prooi geworden van den engel der duislcrnissc, maar er zou nog licht genoeg overgebleven z.ijn om een paniek of catastrofe te verhoeden. Dc Voorstelling zou er zeer door geleden hebben, maar do jonge koning had waarschijnlijk om het incident gelachen, te moer, daar hij do Fausf zeker heel good cent. Doch het grooto Voordeel van zulk een houding ware geweest, dat Pntaud. cn met hem veel aanmatigende werkliedenver- eonigingon, tot dc overtuiging gekomen zou den zijn, dat ze zich loei) inderdaad niet vol komen onmisbaar kunnen rekenen en op die onmisbaarheid steunende, aan de werkgevers of aan hen, hij wie /o werken, eischen kun nen voorieirgcn, die in de gegeven omstan- digliedcu alle kenmerken krijgen van mis dadige chantage of afdreiging. Het gaat in goed gevolg bekroonde Hoi, is do tijd der rozen. Dc geKecle tuin ligt in schitterende pracht, cn zoete geu ren vervullen, den zonnigen zomerdag. In zalig nietsdoen ligt ccn slanke vrou wengestalte op een tuinstoel uitgcslreld. De handen dor bleeke vrouw z.ijn wit als de leliën, die Kaar zoeten adem'met de rozengeuren vermengen. Haar gelaat is jong, maar tusscKcn dc donkere Karen schitteren zilverdraden; dc smart, niet de tijd, Koeft ze gesponnen. Leed spreekt, uit Kaar fijne trekken, en de angstige blik staart in do verte, alsof achter liet warnet van bladeren iels schrik kelijks op Kaar loert. Lea Galloni is ccn mooie, veel bewon derde violiste; Kaar naam KoofL een goe den, ver verspreiden klank. Geen zorg verdonkerde ooit haar dagen, maar zij is eenzaam met Kaar lamst, haar roem cn Kaar gedachten. Zij h'eoft nooit den zin begrepen van liet woord: „Ik wil hem een gezellin scheppen", zij wilde haar eigen weg wan delen on besteeg Kot doornige pad naai de hoogte dor kunst. Nu staat zij boven, de top is bereikt, de heerlijke, door de zon beschenen hoogte. Als Kaar Amati klaagt, weonen de toe Hoorders, en als Kaar jubelen over de sna ren ruischt, dan wordt hun bijval ccn stonn van verrukking. Wal zij in liet Huis- Ieren van den winti, in' Kot murmelen dor Frankrijk dan ook met wisse schreden don weg op. van oen maalschappelijkc omkecring, die niet zonder schokken zai afloopen, en, al heeft ze wellicht geen blijvende gevolgen, een lijd lang hot economisch cn politiek leven der natie zal verstoren. De groote massa is meegesleept door leiders, wier stelsel boven hun bevatting ging en wier theorieën trou wens nog nooit in praktijk gebracht zijn kunnen worden. Die leiders zelvcn zullen zich in de ure des govaars wel op behoor lijken afstand verdekt weten op te stellen. Dc werklieden daarentegen, zullen, na oen aanvankelijke overwinning, ten koste Van groot lijden, als proef op de soin, het be wijs krijgen dat gelijkheid onbestaanbaar en \crdeeling of naarting van liet ganselic kapi taal een hersenschim is. Aldus de mcening van do nicer hezadigden in den lande, die de teekencn des tijds niet zonder ongerust heid gade slaan. De dikwijls met uitdraaimanie van een onruststoker als Pa- tnud behoort namelijk wel degelijk lot die „teekencn. des tijds". Zij, die hot werkelijk goed met don werkman rneencn, zouden dus wenschen dat booze grappenmakers als Pa- tnud hem er niet toe aanzetten alles van ge wold en niets van de geleidelijke ontwikke ling der economische toestanden te hopen. Wat Pntaud peisoonlijk aangaat, die bekom mert zich om don werkman waarschijnlijk zooveel als om zijn slof. of. gelijk men ge meenzaam in liet Fransch zegt, om „sa pre mière chemise". Tiet is hem voornamelijk te doen om zijn slecht verdiende populariteit bij zijn syndikant te bewaren en aldus in het behoud tc bliiven van zijn goed traktement, dat hij voor/.eker niet met werken z,ou ver- dienon. Daarvoor is liet noodig dat hij van tijd tot tijd van zieli doet spreken on een van de brutale kwajongensaardigheden uit haalt, die hom in zekere omgeving beroemd gemaakt hebben. Alen kan er daarom verze kerd van zijn dat, vroeg of laat, ook bet licht op don Boulevard, of in een of ander theater wel weer eens zal uitgaan. Toen twee dagen geleden hetzelfde gebeurde ter zitting in hei Palais Bourbon, dacht ieder in liet eerste oogenblik, dat de Koning der Elec- Irieiteil de hand in liet spel celiac) had. Over al hoorde men „Paitaud, Pntaud roepen. Doch de duisternis was' slechts door een toe vallige oorzaak tc weeg gebracht. Pataud is nog niet zoo ver gegaan, dat hij 's lands vergaderzaal van het licht berooft, dat zij hoog noodig heeft. Dit belet echter niet dat men hem best kon vervolgen wegens zijn laatste misdrijf. Er zijn genoeg artikelen in den Code Pénal, die op zijn pogingen tot verbreking der openbare orde toepasselijk konden verklaard worden. AEaar dc radicale Regeering trekt eerst handschoenen aan, voor zij dc volk-mennera en hoofden der verkmaiissyndienfen annvaat. IJat weet Pa taud heel goed en die wetenschap maakt hem sterk. Ali»scliien slelf hij zich wel candi- daat voor dc aanslaande Kamerverkiezingen JUVENIS. beek afluistert, drt herhaalt zij op haar instrument in krehf en volheid. Zij is gevierd en omstuwd, waar zij verschijnt, wordt zij gehuldigd, en tocli spreekt onge- slild verlangen uit haar groot, vochtig oog en haar berende lippen. De rozen ademen zwoel, op de gras perken schemert de hceto Julizon goud achtig groen, een huivering doel dc slanke vrouwengestalte trillen. Ieder voorwerp, dat haar omringt, draagt den stempel der kunst, uit alles spreekt dc dubbel bekoorlijke macht van groolcn rijkdom en volmaakte schoonheid. En al dat heerlijks behoort liaar. Ifet juichen en snikken van haar viool heeft iederen wensch' vervuld, lederen? Lea Galloni heeft het zich zelf afge vraagd en haar hart klopt stormachtig en droef. Zij voelt zich' als gevangen in een grooto kooi. Duistere troosteloosheid kruipt in liaar op. In schelle kleuren schijnt voor haar een uur uit lang vervlogen tijdon, lied Uur, toon zij voor de beslissing stond. Jlij, de man, die als hol noodlot haar weg gekruist heeft, die liaar zijn groote liefde bood en zijnst.il, klein buis, die haar op de handen wilde dragen haar of baar kunst? Toenmaals had zij de oogen geslolen en den luiden kreet van haar hart on derdrukt. Na korten strijd Had zij liaar Amati go- grepen en vast beloofd: „In onzen tijd waren wij heel anders, veel eenvoudiger, en Wij behoeven den zin wel haast niet af le maken. Want iedereen kent de oude lui, altijd geneigd natuurlijk om den tijd, waarin zij jong waren, als be ter voor te stellen dan tegenwoordig. En zoo niet allen in elk opzicht dien tijd beter ach ten, daarin zijn zij liet toch wel eens, dat er minder weelde lieerschte en dat daarom die tijd beter was. AEaar moet men inderdaad „oud" zijn om te kunnen constateeren, welk een geweldig ver.-chil er is tnsschen dc luxe-behoeften van nu en van 20, 25 jaar geleden? Alen neme alleen maar eens de kleeding: de angstige haast hij mannen en vrouwen om dc mode bij te houden. Zijn liet er nu tien, twintig of dertig maal zooveel als toen, die do mode trachten bij te houden en van wat verdol' of wat meer nabij hun kleed ing veranderen naar de voorschriften dier mode? Het zou onmogelijk zijn daarop een ant woord te geven. En onnoodig tevens. Want wie oogen heeft om te kijken, zal niet kun nen ontkennen, dat hier inderdaad oen onge looflijke toeneming van behoefte aan luxe is, dat b.v. het uiterlijk van den zoogennnm- den werkenden stand in die 25 jaar radicaal veranderd is. En als men wel eens vranal wat menschen, die al een 25 inar geleden overleden zijn, liet merkwaardigst zonden inden, indien zij dit leven nog eens konden zien, dan zou het wel eens kunen zijn, dat het antwoord daarop niet moest luiden teleara- fie zonder draad, auto's, fietsen, eiectrisehe trams enz. enz., maar tie volstrekte afwezig heid van „den werkman" Zondags. Inderdaad den werkman met de nieuwe pot of met ouderwetsche soliede kleeren vindt men alleen nog maar op de oude prenten. Er zijn nog fijne nuance-verschillen lussclien de dracht der minst-koopkraehtigen en die der meer welgestciden maar over het geheel is de eenvoud in do klceding van vroeger verdwenen. O. als die modieusc pantalons en jassen en hoeden spreken konden, wat zonden zij gewagen van een droeven huisarbeid, van gejacht om alles maar gauw en goedkoop klaar te krijgenEn wat zouden zij hooghar tig neerzien op de minder sjieke zonclag- sciie pakken van ccnige jaren geleden. Gelijk het bij de kleeding het geval is, caat liet ook met onze behoeften op ander ge bied. Snel klimmen die. En al schijnt het menschdom over het geheel meer tc geven voer de bevrediging der behoeften, die naar buiten kan worden gewaardeerd, men kan toch opmerken dat overal de luxebehoeften stijgen. Wat kregen dc kinderen in den gegoeden stand voor dertig jaar en wat krijgen zij thans! Wat gaf de gemiddelde familie toen voor ivizen uit cn wat geeft zij daaraan nu uitWaarlijk er schijnt geen grens tc zijn, gnrn gebied ook waar de luxebehocfien niet steeds stijgen. Nu kunnen wij over het geheel wel aan nemen, dat die rijzing er al sinds lange jaren is. Opmerkelijk is in dit verband een opstel van den burggraaf d'Avenel in de „Rue des deux Alondes", van 15 November 1909, over de verandering van de uitgaven van par ticulieren, speciaal voor hel voedsel, in dc laatste zeven eeuwen. Over dc gohcele linie vindt men hier een toeneming van de luxe- behoeften, die wel bi zonder groot is geweest, in de laatste eeuw van snel toenemend* ver keer, maar die toch in heel dien langen tijd steeds grootcr is geworden. De schrijver toont uitvoerig aan, dat de groote vcriialen, die over de festijnen onzer verre voorvaderen loopen, uitzonderingsgevallen behandelen en dal bovendien al die gangen" en al die schotels heel wat minder te betcekcnen had den dan wij ons voorstellen. Teekenend is liet b.v. dal de schotels en de borden over het geheel veel kleiner waren dan die welke wij gcbniiken. Doch ook, wanneer deze voorvaderen het zelfde heetten te krijgen, kregen zij iets ge heel anders. Brood as noch in smaak noch in voedingswaarde hetzelfde als ons brood. Osovleesch i« thans zeker tweemaal voedza mer dan een eeuw of drie geleden. Trouwens rehvijderij was in dien tijd zoowat onmoge lijk. Yiseh was in een tijd van slecht verkeer natuurlijk naaenoeg niet te krijgen enz. enz. Wnt boter, melk en kaas aangaat, was de toortmd vroeger zeker niet minder verschil lend van dien van tegenwoordig. Boter, die ook in den winter de gewone burger thans zou weigeren, was toen voor de rijk ten de fijnste lekkernij. Zelfs de eieren zijn heel anders geworden. Het is intimschen toch bijna onmogelijk, zich een juist beeld te vennen van den enor- men vooruitgang op dit gebied, die de bevre diging onzer zoo groote behoeften thans chijnbanr zoo gemakkelijk maakt. Vroeger nas ook de vrij welgestelde niet altijd zeker eten te zullen kunnen krijgen. Nu is die ze- werlicid er wel en hebben ook de eonkoudig- =ten een reeks eischen. waaraan vroeger de hetergestelden niet koncten denken. Wit m. a. w. 150 ianr geleden een welgestelde burger als gunrtigo condities waardeerde, zou nu door velen niet moer beschouwd worden als een menschwnavdig bestaan, ja thans heet dncelijksehe behoefte, wnt misschien 30 jaar geleden algemeen nog als luxe beschouwd werd. Ts die luxe-neiging nu zonder mcoT af te keuren? Zeker niet. Kon men de noigine tot het zich verschaffen van meer don het strikt noodigo uit de menschheid nemen, men zou daarmee tevens 'de bron van heel wat 'enebgie doen opdroegen. Doch nan de andere zijde: wat een matelooze ellende in het gevolg van die, steeds maar vooral in de laatste jaren toenemende zmclit naar luxe. Wat een verheffing van den schijn moet door die zucht in hot leven z.ijn geroepen. ATaar ook hoeveel geluk wordt er gemist ten gevolge van die altijd door toenemende behoefte nan luxe. Wat een overspanning in den arbeid is daarvan liet resultaat. Wnt een nangrociing van haat en afgunst is het onmiddellijk ge volg van die steeds sterker op den voorgrond „Jij zult mijn levensgezellin zijn, jïj alleen 1" Heilig was haar de kunst; geheel wilde ze zich aan haar wijden, onverdeeld, zóó alleen kon zij groot worden. Nu had ze bereikt, waarnaar zo streefde ze was groot geworden, haar leven was een triomftocht geweest, dc gezellin, die zij zich gekozen had, gaf haar mot volle handen roem, rijkdom, enz. Alles bezit zij, wat voor den rijkdom bereikbaar is, eiken wonseh kan zij zich vervullen, maar er drukt op haar zulk ecu zware last, dal zij zich lussclien al de vleiers cn dc haar toejuichende menigte, eenzaam en verlaten voelt. Zij heeft liaar gcheele ziel, haar gehecle voelen, in de ionen gelogd, die zij haar geliefde gezellin outlökt, zij is haar rust, haar geluk, haar liefde geweest. Wat nu, als zij heden sterven moest? Niet ccn enkele zucht kon haar de gave nazenden, die haar alles was, aan wie zij do liefde had opgeofferd. Nooit tevoren had deze gedachte haar zoo lang bezig gehouden als heden in een enkelen zooien, slapeloozen nacht, was zij "tot haar gekomen. Iloo gisteren de concertzaal door een uitgelezen publick was gevuld! Iloo zij ge speeld had! Aller oogen waren vochtig, een plcch- stiltc ging Kol jubelend applaus vooraf. En toen had aarzelend een mot verle genheid strijdend persoon haar aaugespro* tigo ken, toon zij in haar rijtuig stapte: „Juf frouw Lconie Gollorl Lea Galloni is u het? Is u liet werkelijk? Alijn kleine vriendin, die mij voor jaren van zich stiet, zoodat ik wanhopend de wereld in trok, omdat uw kunst u liever 'was dan mijn liefde." „Robert jij?" Als een gejuich ontgleed zijn naam haar lippen, in haar mat oog vlamde heet en hel de vuurstraal der liefde, haar ziel ontwaakte tot een nieuw leven. Beide handen strekte zij voor hem uit cn hij legde lachend de zijne cr in. „Je adres, Loonic!" „Stap in, Robert cn drink oen kopje thee bij me. Duizend dingen hebben we tc bepraten." „Vandaag niet meer; morgen, Lconie!" Slank, lichtvoetig, blondgelokt, een lach op de kinderlijk jonge trekken, zweefde een. jonge vrouw achter hem aan. „Mijn vrouw, lieve Leonie! Zij is zoo aangegrepen door je spel, iedere zenuw aan haar trilt, daarom vandaag niet meer, maar morgen zoeken wij je op, als je het goedvindt." „Alorgcn!" fluisterde Lea cn de handen der beide vrouwen raakten elkaar aan. Do eono bevend, koortsig heet; de ander koud en star als marmer. „Zio je, Ellio, ik bedroog mij niet. Do grooto Lca Galloni is de liefde van mijn jongensjaren geweest, waarvan ik je ver telde." De blondine ziet met haar van' geluk stralende blauwe oogen in dc bleeke trek ken der kunstenares. „Iloe lief van u," zei ze bewogen, „dat uw kunst u meer gold dan do liefde. Daarom dank ik u mijn groot geluk." Lea lacht wonderlijk cn haar oogen staren glansloos in do verte. De appel schimmels rijden voor; dan zinkt zij als gebroken in de zijden kussens. In Kaar nijlgrocnc kamer, waar dclamp een zacht licht over allo rococopraeht werpt, hooft Lea haar viool onder een rijkdom van bloemen verborgen, die Kaar als hulde toevlogen. Als begraven ligt de Amati onder narcissen, rozen en orchi deeën; zware geuren vervullen de ruimte, als ware h'cf. oen sterfkamer. Zij heeft hot. geluk in do oogen gezien, het grooto jubelende geluk van twee men- sclien, die de bloeiende volheid hunner groote liefde in den heiligen gloed Van hun blik haddon, die opstijgt uit de ziel als het grooto wonder van zalig hegrij pen zich aan hen voltrekt, en in haar schreit het luide: „Gij hebt niet goed gekozen." Do nacht sluipt met kwellende gedach ten voorbij; altijd ziet ze Robert en Elbe, uit wie de weelde en de vrede lachen, die zij eenmaal van zich stiet; altijd hoort zij hom van zijn liefde tot liaar spreken, zooals een kind zijn gebroken pop go- denkt. Zij was hem niet moer dan een verwelkte bloem, die in de lente had ge bloeid, en door allo winden war ver waaid, SCHIEDAMSCHE COURANT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1909 | | pagina 9