Y O O 31 BAM E S. V* VQOK KINDEREN. Koloniën. T| rr mm nu HM» „Zouflt u mij daarvoor dozo plaat op oen duidelijk apparaat eens voor willen la ten spelen?" Hoewel dit verzoek den handelaar wel wat vreemd voorkwam, willigde hij toch, gedeeltelijk uit nieuwsgierigheid, het ver zoek van den man in. Hij legde de plaat op het apparaat en hoorde een kinderstem in al haar lieftalligheid zeggen: „Lieve vader, ik hen uw kleine Hans; ik groet xx en kus 11. Kom spoedig juiar huis!" Toen Koorde men een wou wens tem zeg gen: „Lievo man, het doet me pleizier, op deze wijze met je te kunnen spreken. Je hent zooveel duizend mijlen van ons ver wijderd, en nu zal mijn stem je troosten en je tooncn, hoe wc aan je denken; ach, denk ook steeds aan ons en kom spoe dig terug, opdat we allen gelukkig zijn." üe man stond mot een vuilen zakdoek zich do tranen van het verweerde gelaat to vegen. Ho handelaar koek hem vragend aan. „Hoe kom je aan die plaat?" vioeg liij belangstellend. „Ze komt uit Amerika, van mijn fami lie, dio ik vörlaten moest; dat is hot eerste, wat ik sedert jaren van hen ho-or- de.-Mijn vrouw zendt mij nu deze plaal," dit zeggende, snikte hij, nam zijn plaat en verdween," GOOCHELAAR EN MAROKKANER. Ho bekende goochelaar Bosco kocht cp do markt te Constantino twee eieren. De verkoopor vroeg er hem twee sous voor, maar Bosco zei, dat dat veel te weinig was, dal do eieren veel racer waarde had den en gaf hom vijf sous voor ieder. Do verkoopor lachte om den dwazen vreemdeling. Deze evenwel sloeg voor zijn oogen de eieren stuk en haalde er een handvol goudstukken uit. Dadelijk hrgon de verkooper de andere eieren stuk te slaan, en dit voorbeeld werd door allo eierhandelaars op 'de markt gevolgd. Spoedig was deze door een geheelo eierbrei overstroomd, maar vergeefs zoch ten de teleurgestelde handelaars naar goudstukken, daarbij den goochelaar ver- wenschend. DE YOORDEELEN VAN DOOFSTOA1, TE ZIJN. Wij zijn er altijd op uit. doofslommc menschon te behandelen, alsof zij bekla genswaardige schepselen waren. Alaarzijn zij dat in waarheid wel? De doofstomme kan kalm door de stra ten cener groole, drukke stad loopen, zon der dat zijn zenuwen in de war gebracht worden door onwelluidend geraas; bij kon stil en tevreden, leven bij de lijn. van een spoorweg; geen zijner kennissen zal hem ooit midden op straat aanhouden, om liem het laatste nicnwlje te vertellen. Hij is altijd doof voor dengene, dio geld van hem wil leenen, en dit, op zichzelf genomen, is al veel waard. Als hij het alphabet der dool'slommen maar kent, heeft hij geen verdere wetenschap meer noodig. En welke kwaal hem ook mocht hinderen, hij kan cr zeker van zijn, niet doodgepraat te worden. NIEUWTJES VAN HIER EN DAAR. In China is de suiker al drie duizend jaar in gebruik. Een volwassen olifant kan gemakkelijk een gewicht van jwee ton op zijn rug dragon. In Perzië wordt, gewoonlijk in iedoren stal een varken gehouden. Men gaat uit van de meening, dat zijn legenuoordigheid goed is voor de gezondheid der paarden. In vele kerken van Napels zijn gtregcld Riesengrundbaude, 12 Juli, Cu. 's morgens. Lieve Kiithe. Heerlijk geslapen in een klein, aardig kamertje met de zusier van den assessor. Aardig meisje. De hoeren sliepen naast oris 's avonds veel gekheid gemaakt. Wij ons halfdood gelachen, Jk natuurlijk onder de dekens. Nu gaan we naar Riesenbaude. Word al geplaagd met m'n vele briefkaar ten. Leef wel, spoedig zien we elkaar. Je Lotte. Riesonbaude, 12 .Tuli 's middags. Zija moeder is ook een aardige dame on schijnt erg op mij gestold te zijn. Met hem spreek ik alleen liet noodzakelijke. Ik ben verschrikkelijk koel. Papa is meer malen verbaasd. Maar mijn beleedigde trots gedoogt het niet anders. Rij zal zien, dat hij eon dame voor zich heeft, die hij Ie rospectccrcn heeft. „Het kleine bakvischjo met het zoete kusmondje" van vóór twee jaren vergeef ik hem nooit, ook al wordt ik zoo oud als Mothusalciri. Jij hebt mijn eed gehoord, ,toen in dien stillen nacht van maneschijn in den tuin van de kost school. Papa schijnt hem wel aardig te linden. In eeuwige vriendschap je je Lotte. AViosonhaude, G uur 's avonds. In pjaals van naar Schlingelhaude en Wang te gaan, zijn wij hier terechtgekomen. Papa kan zich niet schoideri van zijn ber gen en do assessor verleidde hem hierheen drie of vier katten. Zij worden gehouden met het doel, om muizen te vangen, die allo oude Napolitaansche gebouwen ovor- stroomen. Do vrouwen van Siamoesch'e edellieden laten hour haar zoo kappen, dat hel recht overeind staat. Do gemiddelde lengte is van 1 tot li/o duim. Bijna alle Japansche jongens zijn sterk. Dit is voor ecu groot deel te wijten aan het feit, dat de wet. aan de Japansche jeugd verbiedt, voor hun twintigste jaar tabak te gebruiken. De dolphijn is een goede barometer. De zeelieden weten, dat er spoedig een eind is aan een storm, als de dolphijn alleen even of niet nicer bovenkomt om op de zee oppervlakte to spelen. De langst lovende b'oomcn van noordelijk Europa zijn do pijnboomen van Noonve gen en Zweden; vijf honderd zeventig jaar is hun langste levensduur. Duitschland's oudste eiken loven niet veel langer dan drie honderd jaar. Hoewel kurk de liehtsl-drijvcndc sub stantie is, zal hot niet moer aan do op- porvlakto terugkomen, als het twee honderd ■voet onder water is. Dit komt door do groote drukking van het water. Maar hij iedere mindere diepte zal het wel lang zamerhand weer naar do oppervlakte werken. ANECDOTEN. Gastvrouw: „Ik hoop, doktor, dat liet u smaakt." Gast: „O, zeker, mevrouw, ik. Heb zelfs een eetlust, die ecu hel ere zaak waanlig zou zijn." ONMOGELIJKE ECHTSCHEIDING. Gomt: „Je beklaagt je altijd, dat je liet met je wouw niet kunt uithouden; maar waarom laat je je dan toch niet van haar scheiden?" Jan: „Je hebt goed praten. Ze wil me zelfs hot geld niet geven, dat de advocaat als voorschot verlangt." OOK EEN SPORT. Eerste vriendin: „Emilie, wat moet ik zien in tranen badend!" Tweede vriendin: „Ik train me voor een diamanten broche." EEN LEVENSKUNSTENAAR. „Waaroii zoek je zoo een afgelegen nest op?" „Och, ik heb maar een korte vacantia, en daar zal ze, me heel lang toeschijnen." EEN COAIPLIAIENT. Bezoekster: „Hoe kom je aan het idee van dat schilderij?" Schilder: „Dat. is zoo uit mijn eigen hoofd gekomen." Bezoeker: „Nu, dan mag je blij Zijn, dat het er uit is." MACHT DER GEWOONTE. Baron: „Ik kom tot u voor een dringende aangelegenheid." Bankier: „Nu dan?" Baron: „Ge zoudt me zeer verplichten mot mij uit een momenteele verlegenheid te redden, door me uw dochler tot vrouw te geven." BENIJDENSWAARDIG. „Reeds zoo vroeg in de soos, mijnheer Smit?" „Ja, zie je, ik was met mijn oudje naai den tandarts; zij heeft zich een nieuw gebit lalen inzetten en nu kan ze zeer moeilijk sproken." ,,0, jou geluksvogel!" to gaan, vanwaar we naar AVeissvvasser- gmnd trekken. We hebben den tijd. In haast een zoen van Je Lotto. Leiorbaude, 13 Juli. Ach, Kiithe, wat is het leven toch anders dan men denkt. Ik heb mijn woord gebro ken. Ik heb mot hem gedanst, omdat zijn moeder verdriet had toen ik hem weigerde en ook omdat ik zijn woorden „u bent zeker hang voor mij" moest logenstraffen. Hot kostte mij oen onzegbare overwinning. Ik slaap onrustig en ben bang, dat ik nog ziek thuis kom. En dat heet. nu een plci- zierrcis. Je ongelukkige .Lotte. Sindelmühlo, 13 Juli. Liefste Kiithe. Ik heb weer twee kaarten noodig. Hij vroeg mij in Woisswassergrund wat ik logon hem had. Ik deed vaak vijandig togen hem. En weet je, de grootsche natuur, do eenzaamheid, de plechtige stilte stem den mij zachter en deden kleine ergernis sen vergelen. En zoo was ik grootmoedig logen den vijand en vertelde hem hoe jij en ik indertijd na hot bewuste hal gehoord haddon, hoe hij onze kostschool, onzo aan gebeden juffrouw Theodoline bespot had, cn over mij do jou bekende .woorden had gezegd. Ilij was heel verdrietig daarover. Jo kunt je denken h'oc ik hem dat alles onder den neus wreef cn hij betuigde mij zijn oprechte spijt, dat hij onze heiligste gevoelens zoo beleedigd had. Maar óénding kon hij niet horroepen vóór hij zich van Leider concr spiritistische séance: „Zon derling; zesmaal he>b ik al den geest ge roepen, maar hij komt niet. Stom uit de vergadering: „Die is bepaald kollner geweest." „U hebt zelf een automobiel en u schempt op de automobilisten." „Ja, maar alleen als ik wandel!" OOK EEN REDEN. „Ik zou u gaarno Trouwen," sprak een jong schrijver, die juist begonnen was, eenigen naam to maken. „Mij?" antwoordde do rijke erfgename, „en waarom juist mij?" Zij verwachtte nu een poëtische liefdes verklaring, maar ach, van do lippen van den lieveling der muzen kwam slechts het prozaïsche antwoord: „Hot zou toch een mooie reclame voor mij zijn!" Reizend koopman: „Schoenveters, mijn heer?" Hoer: „Ik draag nooit rijglaarzen." Koopman: „Lucifers, pijpenscKoonma- kcr?" Heer: „Ik rook niet." Koopman: „Een kiirkclrckker?" Heer: „Ik drink niet." Koopman: „Wal in den hemel, doet u dan? Hier heb ik een blocmenhouder voor een knoopsgat." Heer: „Ik draag nooit bloemen." Koopman (boos): „Ik weet wel, dat het geen nut heeft, om u tc vragen of n ook hemdsknoopjes noodig hold, want ik wed, dat jo niet eens een hemd draagt, jou oude, vervelende brompot." 'weel of Laken vervaardigd en gegarneerd met breitschwanz, zware passementerieën oE skungs. Skungs' zijn pp 't oogenblik weer zeer in do mode en zijn van alle bontsoorlcnde meest solide. MODE, Al is het niet aan te nemen, dat we dezen winter .geheel en al zonder vorst zulten doorkomen, toch is hot een feit, dat het jvintcnvcer zich dezen keer bi zonder lang Jaal wachten. üe mode van dezen winter schijnt zich in de patuur vergist te hebben, toen zij reeds in .den aanvang van het seizoen bonten mantels, hoeden, kragen, moffen en bontgarneeringen bracht, want de tempe ratuur was over 'I. algemeen tc hoog om deze zware kiecdingstukken tc dragen. Wellicht kunnen ,deze sierlijke voortbreng selen der mode in do eerstvolgende we ken nog flienst doen. Enorm veel man tels van .loutre de Colombie zag men dit seizoen, en dit fabrikaat is zoo buitenge woon goed geslaagd, dat het gemakkelijk met het pclite loutre kan wedijveren en voor do helft van den prijs geleverd wordt, zoodat zelfs zij, die zich de luxe van het echte bont kunnen veroorloven, zich gaarne met het mooie imitatie-bont te-we den stollen, (Voor avondmantels wordt het fijne taken nog steeds het meest gebruikt; zo worden met „petit-gris" gevoerd cn ge garneerd met skungs, persianer of herme lijn. Aroor avondmantels is bont aan den binnenkant to verkiezen hoven boni aan de buitenzijde, hetgeen beslist minder warm is. De laken- .en cheviot-maniels der tailleur kostuums worden moor en meer gegarneerd met oen shawlkraag en mouw-opslagen van bont, waarvoor ,men zeer goed do beste gedeelten van een ouden bontmantel, mof of boa kan benutten. De algemecne jnoderichting wijst op hel korter worden der mantels, wat evenwel niet wil .zeggen, dat oen lange mantel uil do mode is. Wij zouden zelfs den dames aanraden, met liet volgen dier nieuwe richting niet tc voorbarig te zijn cn zich- zelvo vooraf af te vragen, wat haar het beste kleedt. Een kleine figuur is mol hel lange jaquet gehaat, terwijl de lange, slanke vrouw zeer chic is mot den modernen Rus- sischen blouse-mantel. Deze moderne mantels worden van flu- het tegendeel overtuigd had, maar hij zeido niet wat hij daarmede meende. Nu, dat zal ik morgen wel hooren op den lan gen weg naar Schreiberhau. Vandaag blij ven wo hier;'ik doo een goed werk, hem van zijn zonden tc hekeeren. Ik ben van daag heet tevreden over. mezelf. Dolle, Spincleltniihlc, II Juli G u. 'smorgens. Papa slaapt nog. Ilij wil eens uitrusten. Wij, dat zijn z'n zuster, mijn broer, hij en ik, hebben afgesproken voor een uit stapje naar Klansergrnnd. Daar zal ik zien uit te zoeken wat hij niet herroepen kan. Heerlijk geslapen, mooi weer, gisteravond bowl gedronken. Spindeliniihle is heerlijk. Ze roepen me. In haast Jo J-,otlc. Spindclmiihle, 14 Juli 11 uur. Lieve Kiithe. We zijn op het punt van .Weggaan. Ilij heeft mij in den Klauscngrund gezegd, wat liij zonder onderzoek niet herroepen kan. Hol is dat van het „zoete kusmondje". Hij kon tocli niet zeggen dat ik dat niet had, dat zou nog veel grootor bclecdiging zijn. Hij moest er zich' althans van overtuigen. Dat jij nu niot hier bont om mij raad tc geven. Dat kan ik liem toch niet toestaan. En hij wil zoo gaarno absolutie hebben, zegt hij; hij is zoo berouwvol en wordt zijn lieole leven niet weer vroolijk als die zondonlast op hem blijft drukken. Ik hen in oen Jiecl moeilijk dilemma. Je Lotte, RECEPTEN. Gestoofde kabeljauwstaart. (Kooktijd 10 minuten por moot). 1 kabeljauwstaart, 80 gr. boter, '1 citroen, 1 d.L. jvilto wijn, paneermeel. Bereiding: Plaats den staart met boter, zout, schijven citroen, witten wijn, een weinig water cn paneermeel, in een vuur vasten schotel cn laat dezen ongeveer 1/3 uur in een matig verhitten oven staan. Geeft men een kabeljauwstaart gekookt, clan kan men or oestersaus hij presenteeren. 1 ii< Pudding p. la Nosselrodc (G a 8 personen). Vi liter j'oom, 6 eieren, 50 gr. suiker, 200 gr. gemalen amandelen, ]/i stokje va nille, 20 gr, gelatine, 70 gr. gebruinde sui ker, 1 d.L. .marasquin. 70 gr. sultana-rozij- nen, 40 gr. krenten, 30 gr. sucade. Bereiding: De eierdooiers 5 minuten roe ren; do vanille, 50 gr. suiker cn den room toevoegen; de massa der bain-Alarie al roeren totdat zij dik is; dan de krenten, rozijnen, sucade, amandelen, opgeloste ge latine on marasquin toevoegen. Bel laatst hot .stijfgeklopte eiwit er onder mengen. Inplaats van hot eiwit kan men i/o L. ge slagen room nemen. De krenten cn rozijnen moeten eerst af zonderlijk tien minuten gekookt worden. DE KLEINE WELDOENER. Op ccn zeer koudon winterdag sloop een arme, oude vrouw, op een stok geleund, moeilijk langs de huizen. Zij beefde van kou, want haar kloeren waren dun, haar gezicht was bleek en vermagerd, en nu en dan liep-er langs haar gerimpelde wan gen een traan. Deze vrouw, de weduwe van een daglooner, had met handenarbeid tamelijk goed in haar onderhoud kunnen voorzien, maar nu was ze ziek geworden, kon niets verdienen, en nu was de noorl zóó hoog gestegen, dat zij genoodzaakt was, door bedelen aan een karig stukje brood te komen. Ook heden werd zij dooi den honger tot zulk een gang gedreven, en juist dit deed haar zoo'n pijn, dat zij er tranen om vergieten moest. Daar ging eon zeer mooi gckleedo dame voorhij. Zij was in een kostbare pels ge huld, haar handen staken in een mof van zeehondenvel, en om haar hals droeg zij een stola van kostbaar bontwerk. Do arme vrouw keek do mooi aangc- klcedo dame, die, naar het uiterlijk te oor- cleelcn, zeer rijk moes! zijn, wcemoedig- smekond aan, doch' liet hart van de rijke werd niot getroffen, en mot snellen pas ging zij verder. Dit alles hadden twee kinderen, die in de nabijheid stonden, gezien, Ilcl waren de kinderen van een ambtcnaarswcduwe, dio van haar karig pensioen leefde, en ook niets over had. De tienjarige knaap en zijn zusje, die acht jaar telde, hadden dikwijls genoeg van hun moeder gehoord, dat zij in groote geldverlegenheid zat, cn zij wisten roods uit eigen ervaring, hoe zeer liet doet, als men geen stukje brood heeft om zijn honger te stillen. Op 't oogenblik was liet evenwel heter met hen gesteld, want de moeder had den knaap oen dubbeltje gegeven, cn gezegd, dat hij voor zich en zijn zusje wat lek kers mocht koopen. Toen de kinderen evenwel de oude bede lares zagen, die, zooais zij meenden, wel veel honger moest hebben en toch van de rijke dame niets gekregen had, worden zij niet medelijden vervuld. Vlug haalde de EIbfallbaude, 14 Juli, 3 uur. Hier aangekomen na een prachtige wan deling door don Eibgrund. Nog even als vanmorgen. Je Lotte. Een erbiedigen groet veroorlooft zich hierbij te voegen, assessor .Feiix flansen. Sch'nccgrabenbaiule, 14 Juli. Klit h'c, ga zitton, anders val jc om. Ik heb me met hem verloofd. Tn 't gezicht van do sneeuwbergen smeekte hij mij nog eens het onderzoek too to staan. Ik was als door den bliksem getroffen cn wilde woghGjion. Maar vóór mij was de afgrond en achter mij stond hij. Dat ging dus niet. Hij koek mij zoo trouwhartig aan, liefde maal piet spottend. Ja, dat is zoo niet to beschrijven, cn toenik heb hem den kus niot alleen gegeven, hij hielp en kwam mij tegemoet cn deed minstens evenveel als ik, en toon zoido hij mij, dat hij mij liefhad, en hij kuste mij telkens en telkens weer, en ik verzette mij niet. Men moet zijn vijanden liefhebben. Och, Kiithe, ik ben zoo gelukkig. Je Lotte. jSclireih'crh'nu, 19 Juli. Van ons verlovingsfeest zonden wij jou, mijn vertrouwde, duizend, duizend groeten. Jo lm ito. cn uw dienstwillige Felix Hansen, gewezen doodsvijand cn nu in genade aangenomen zond mar. knaap het dubbeltje uit zijn zak, sprak zacht eou paar, woorden mot zijn zusje liep toon snel naar de arme vrouw toe on drukte haar hot geld in de hand.' Juist kwam de dominco uit do plaats voorbij. Hij had altijd schik ia don jon gen, dien hij als vlijtig scholier heel goed kende, en riep hom tot zich. De knaap kwam, maar wendde heel schuchter het gelaat af. i Daarop zei ,de predikant: „Beste jon gen, waarom kijk je me niet aan? Je hebt toch niets gedaan, waar je je voor be hoeft te schamen? Wat heb jo do arme vrouw gegeven?" „Ach," antwoordde ,de knaap, „maarecu dubbeltje, want ik had niet meer." „Daar h'eh je goed aan gedaan, maar daar jo zelf hot gelu ook bost gebruiken kunt, zal ik Jiet jo teruggeven," en hij reikte hom con blinkend kwartje over. Dit wilde het kind niet aannemen; )ia lang praten evenwel nam hij het toch en liep hard weg. Do knaap liep evenwel weer naar do oude, arme vrouw, gaf haar het ontvangen geldstuk, en liep zóó liard weg, dat de dominee hem niot meer na- roepen kon. Soemba. LTel sneuvelen van luitenant De Neve. Omlrenit den dood van luitenant De Neve op Timor lezen we liet volgende in een cor- lospondcntic van daaraan het „Soer. IJbld." „Men heeft zeer zeker wel gehoord van do laatste gebeurtenissen op Flores cn thans weer op het eiland Soemba. Ontzag de be volking van eerstgenoemd eiland zich eenigen tijd geleden niet oen kleine 20 man van de onmisbare gewapende politie in de pan. te hukken, waarvoor zij bereids flink werd gc- slraft, nu zijn liet weer enkele honderden Koenduncezen, die hun ontevredenheid te kennen gaven door ccn luitenant af tc ma ken met tal van lanssteken en eenigc inland- sehe militairen min of meer zwaar te ver wonden. Het st. Condor kwam met dut treurige bericht en drie gewonden den 22en Novem ber tor roede van Koepang. Naar verluidt, begaf zich den ISon j.1.des nachts luitenant G. P. de Neve die, nauwelijks hersteld van een van den vijand opgeloopen ver wonding, te Soemba was teruggekeerd van uit het bivak Le Lamboju naar den kampong MeLisoc om daar een hoofd, ge naamd Rnfoe Benaka, op te lichten. Eenigo uren later stuitte men op een in de ulang- alang zich schuil houdende, talrijke bende djahats van bovongenoemden kampong. De luitenant De Neve, bad alras het lijdelijke met het eeuwige verwisseld, niet minder dan pl.tn. 15 lanssteken velden hein neer, ter wijl gewond warden oen korporaal en twee in- landsche fuseliers. Een geluk voor de overigen dat het daar bij bleef, want onder den terugmarsch naar het bivak Lamboja werd de patrouille nog door honderden vijanden oml'imnl en gedeel telijk achten olgd, doeli zonder verder on heil. Uitgezonderd enkele kampongs, moet zich de gcheele streek, op de plaats van liet gebeurde, met de zaak hebben bemoeid. De energieke cn veelbelovende luitenant G» A, Rijndeis van Wningapne heeft de noodige maalregelen reeds gelrolTen en za! ongetwij feld van zich laten hooren cn dc schuldigen naar beboeren straffen. De/.e officier toch heeft zeer veel goedé diensten aan den lande bewezen en zal nu ook wel weer dat zaakje lot klaarheid brengen; doeli hierbij blijft het verlies te betreuren van een jongen en braven olficier als de luitenant Dc Neve. Aan liet kor! verslag van Timor over Sep tember ontleent de „Java-Bode" het volgende omtrent Soemba: OnsuSocniba. Nadat Oemboe Nai Laki zich in de vorige maand gemeld hoeft, kan de toestand in het binnenland gunstig ge noemd worden nog werden ingeleverd 3 Winchesters en 9 voorland-geweren. De zaken worden nu geregeld bij hot be stuur voorgebracht en door den raad van landshoohlen, onder leiding van don civiel gezaghebber onderzocht. Den 29slen September overleed le Kalioed- lUin de iMornmba van Manglili, Oemboe llinn Ranggoe Walt. Middcn-Soemba. Het landschap Knpoen- dooq wei'd nog steeds onveilig gemankt dooi de bende I'omhoe, bestaande uit eenigc be ruchte paardedievnn, die in do vorige, maand eenige tuinhuizen in dal, landschap afbrand de a's wraak voor een poging door lieden v.an Kupoendoeq, om Pombcic op tc Vatton en min liet bestuur uit te leveren. Geduren de verskgmamid werd deze bende door nach telijke patrouilles een verlies van 3 doodoa toegebracht, terwijl zij 2 lachlerlaad-gcweren in onzo handen liet. AVert-Soemba. Gedurende verslagmaand werd nog voorldurond gepatrouilleerd in het landschap Wajcwn. liet hoofd van kampong Paining Kanocboo weigerde aan een oproeping van den post houder van AVesl-Soemba, om voor hem te verschijnen, gevolg Ie geven. Een uitgezon den patrouille, onder den Eiu-opecsehen ser geant Timmermans, ondervond verzet in dc tot versterking ingerichten, zeer moeilijk ge naakbaren, kampong. Bij hot nomen van den kampong sneuvelde oen inlandse!! fuse lier, cn werd een gewapende politiedienaar zwaar gewond. Do vijand liet 5 dooden lich ter, w. o. een vrouw. Vrouwen namen actief aan do verdediging deel door hot spuiten met lombokvvalcr. Einde verslagmaand hebben dc Voortvluch tige hoofden zich gemold.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1910 | | pagina 10