Y O O 31 BAM E S.
V*
VQOK KINDEREN.
Koloniën.
T| rr mm nu HM»
„Zouflt u mij daarvoor dozo plaat op oen
duidelijk apparaat eens voor willen la
ten spelen?"
Hoewel dit verzoek den handelaar wel
wat vreemd voorkwam, willigde hij toch,
gedeeltelijk uit nieuwsgierigheid, het ver
zoek van den man in. Hij legde de plaat
op het apparaat en hoorde een kinderstem
in al haar lieftalligheid zeggen:
„Lieve vader, ik hen uw kleine Hans;
ik groet xx en kus 11. Kom spoedig juiar
huis!"
Toen Koorde men een wou wens tem zeg
gen:
„Lievo man, het doet me pleizier, op
deze wijze met je te kunnen spreken. Je
hent zooveel duizend mijlen van ons ver
wijderd, en nu zal mijn stem je troosten
en je tooncn, hoe wc aan je denken; ach,
denk ook steeds aan ons en kom spoe
dig terug, opdat we allen gelukkig zijn."
üe man stond mot een vuilen zakdoek
zich do tranen van het verweerde gelaat
to vegen. Ho handelaar koek hem vragend
aan.
„Hoe kom je aan die plaat?" vioeg liij
belangstellend.
„Ze komt uit Amerika, van mijn fami
lie, dio ik vörlaten moest; dat is hot
eerste, wat ik sedert jaren van hen ho-or-
de.-Mijn vrouw zendt mij nu deze plaal,"
dit zeggende, snikte hij, nam zijn plaat
en verdween,"
GOOCHELAAR EN MAROKKANER.
Ho bekende goochelaar Bosco kocht cp
do markt te Constantino twee eieren. De
verkoopor vroeg er hem twee sous voor,
maar Bosco zei, dat dat veel te weinig
was, dal do eieren veel racer waarde had
den en gaf hom vijf sous voor ieder.
Do verkoopor lachte om den dwazen
vreemdeling. Deze evenwel sloeg voor zijn
oogen de eieren stuk en haalde er een
handvol goudstukken uit. Dadelijk hrgon
de verkooper de andere eieren stuk te
slaan, en dit voorbeeld werd door allo
eierhandelaars op 'de markt gevolgd.
Spoedig was deze door een geheelo
eierbrei overstroomd, maar vergeefs zoch
ten de teleurgestelde handelaars naar
goudstukken, daarbij den goochelaar ver-
wenschend.
DE YOORDEELEN VAN DOOFSTOA1,
TE ZIJN.
Wij zijn er altijd op uit. doofslommc
menschon te behandelen, alsof zij bekla
genswaardige schepselen waren. Alaarzijn
zij dat in waarheid wel?
De doofstomme kan kalm door de stra
ten cener groole, drukke stad loopen, zon
der dat zijn zenuwen in de war gebracht
worden door onwelluidend geraas; bij kon
stil en tevreden, leven bij de lijn. van een
spoorweg; geen zijner kennissen zal hem
ooit midden op straat aanhouden, om liem
het laatste nicnwlje te vertellen.
Hij is altijd doof voor dengene, dio geld
van hem wil leenen, en dit, op zichzelf
genomen, is al veel waard. Als hij het
alphabet der dool'slommen maar kent, heeft
hij geen verdere wetenschap meer noodig.
En welke kwaal hem ook mocht hinderen,
hij kan cr zeker van zijn, niet doodgepraat
te worden.
NIEUWTJES VAN HIER EN DAAR.
In China is de suiker al drie duizend
jaar in gebruik.
Een volwassen olifant kan gemakkelijk
een gewicht van jwee ton op zijn rug
dragon.
In Perzië wordt, gewoonlijk in iedoren
stal een varken gehouden. Men gaat uit
van de meening, dat zijn legenuoordigheid
goed is voor de gezondheid der paarden.
In vele kerken van Napels zijn gtregcld
Riesengrundbaude, 12 Juli, Cu. 's morgens.
Lieve Kiithe.
Heerlijk geslapen in een klein, aardig
kamertje met de zusier van den assessor.
Aardig meisje. De hoeren sliepen naast oris
's avonds veel gekheid gemaakt. Wij ons
halfdood gelachen, Jk natuurlijk onder de
dekens. Nu gaan we naar Riesenbaude.
Word al geplaagd met m'n vele briefkaar
ten. Leef wel, spoedig zien we elkaar.
Je Lotte.
Riesonbaude, 12 .Tuli 's middags.
Zija moeder is ook een aardige dame
on schijnt erg op mij gestold te zijn. Met
hem spreek ik alleen liet noodzakelijke.
Ik ben verschrikkelijk koel. Papa is meer
malen verbaasd. Maar mijn beleedigde trots
gedoogt het niet anders. Rij zal zien, dat
hij eon dame voor zich heeft, die hij Ie
rospectccrcn heeft. „Het kleine bakvischjo
met het zoete kusmondje" van vóór twee
jaren vergeef ik hem nooit, ook al wordt
ik zoo oud als Mothusalciri. Jij hebt mijn
eed gehoord, ,toen in dien stillen nacht
van maneschijn in den tuin van de kost
school. Papa schijnt hem wel aardig te
linden.
In eeuwige vriendschap je
je Lotte.
AViosonhaude, G uur 's avonds.
In pjaals van naar Schlingelhaude en
Wang te gaan, zijn wij hier terechtgekomen.
Papa kan zich niet schoideri van zijn ber
gen en do assessor verleidde hem hierheen
drie of vier katten. Zij worden gehouden
met het doel, om muizen te vangen, die
allo oude Napolitaansche gebouwen ovor-
stroomen.
Do vrouwen van Siamoesch'e edellieden
laten hour haar zoo kappen, dat hel recht
overeind staat. Do gemiddelde lengte is
van 1 tot li/o duim.
Bijna alle Japansche jongens zijn sterk.
Dit is voor ecu groot deel te wijten aan
het feit, dat de wet. aan de Japansche
jeugd verbiedt, voor hun twintigste jaar
tabak te gebruiken.
De dolphijn is een goede barometer. De
zeelieden weten, dat er spoedig een eind
is aan een storm, als de dolphijn alleen
even of niet nicer bovenkomt om op de zee
oppervlakte to spelen.
De langst lovende b'oomcn van noordelijk
Europa zijn do pijnboomen van Noonve
gen en Zweden; vijf honderd zeventig jaar
is hun langste levensduur. Duitschland's
oudste eiken loven niet veel langer dan
drie honderd jaar.
Hoewel kurk de liehtsl-drijvcndc sub
stantie is, zal hot niet moer aan do op-
porvlakto terugkomen, als het twee honderd
■voet onder water is. Dit komt door do
groote drukking van het water. Maar hij
iedere mindere diepte zal het wel lang
zamerhand weer naar do oppervlakte
werken.
ANECDOTEN.
Gastvrouw: „Ik hoop, doktor, dat liet
u smaakt."
Gast: „O, zeker, mevrouw, ik. Heb zelfs
een eetlust, die ecu hel ere zaak waanlig
zou zijn."
ONMOGELIJKE ECHTSCHEIDING.
Gomt: „Je beklaagt je altijd, dat je liet
met je wouw niet kunt uithouden; maar
waarom laat je je dan toch niet van haar
scheiden?"
Jan: „Je hebt goed praten. Ze wil me
zelfs hot geld niet geven, dat de advocaat
als voorschot verlangt."
OOK EEN SPORT.
Eerste vriendin: „Emilie, wat moet ik
zien in tranen badend!"
Tweede vriendin: „Ik train me voor een
diamanten broche."
EEN LEVENSKUNSTENAAR.
„Waaroii zoek je zoo een afgelegen
nest op?"
„Och, ik heb maar een korte vacantia,
en daar zal ze, me heel lang toeschijnen."
EEN COAIPLIAIENT.
Bezoekster: „Hoe kom je aan het idee
van dat schilderij?"
Schilder: „Dat. is zoo uit mijn eigen
hoofd gekomen."
Bezoeker: „Nu, dan mag je blij Zijn, dat
het er uit is."
MACHT DER GEWOONTE.
Baron: „Ik kom tot u voor een dringende
aangelegenheid."
Bankier: „Nu dan?"
Baron: „Ge zoudt me zeer verplichten
mot mij uit een momenteele verlegenheid
te redden, door me uw dochler tot vrouw
te geven."
BENIJDENSWAARDIG.
„Reeds zoo vroeg in de soos, mijnheer
Smit?"
„Ja, zie je, ik was met mijn oudje naai
den tandarts; zij heeft zich een nieuw
gebit lalen inzetten en nu kan ze zeer
moeilijk sproken."
,,0, jou geluksvogel!"
to gaan, vanwaar we naar AVeissvvasser-
gmnd trekken. We hebben den tijd.
In haast een zoen van
Je Lotto.
Leiorbaude, 13 Juli.
Ach, Kiithe, wat is het leven toch anders
dan men denkt. Ik heb mijn woord gebro
ken. Ik heb mot hem gedanst, omdat zijn
moeder verdriet had toen ik hem weigerde
en ook omdat ik zijn woorden „u bent zeker
hang voor mij" moest logenstraffen. Hot
kostte mij oen onzegbare overwinning. Ik
slaap onrustig en ben bang, dat ik nog
ziek thuis kom. En dat heet. nu een plci-
zierrcis. Je ongelukkige
.Lotte.
Sindelmühlo, 13 Juli.
Liefste Kiithe.
Ik heb weer twee kaarten noodig. Hij
vroeg mij in Woisswassergrund wat ik
logon hem had. Ik deed vaak vijandig togen
hem. En weet je, de grootsche natuur,
do eenzaamheid, de plechtige stilte stem
den mij zachter en deden kleine ergernis
sen vergelen. En zoo was ik grootmoedig
logen den vijand en vertelde hem hoe jij
en ik indertijd na hot bewuste hal gehoord
haddon, hoe hij onze kostschool, onzo aan
gebeden juffrouw Theodoline bespot had,
cn over mij do jou bekende .woorden had
gezegd. Ilij was heel verdrietig daarover.
Jo kunt je denken h'oc ik hem dat alles
onder den neus wreef cn hij betuigde mij
zijn oprechte spijt, dat hij onze heiligste
gevoelens zoo beleedigd had. Maar óénding
kon hij niet horroepen vóór hij zich van
Leider concr spiritistische séance: „Zon
derling; zesmaal he>b ik al den geest ge
roepen, maar hij komt niet.
Stom uit de vergadering: „Die is bepaald
kollner geweest."
„U hebt zelf een automobiel en u schempt
op de automobilisten."
„Ja, maar alleen als ik wandel!"
OOK EEN REDEN.
„Ik zou u gaarno Trouwen," sprak een
jong schrijver, die juist begonnen was,
eenigen naam to maken.
„Mij?" antwoordde do rijke erfgename,
„en waarom juist mij?"
Zij verwachtte nu een poëtische liefdes
verklaring, maar ach, van do lippen van
den lieveling der muzen kwam slechts
het prozaïsche antwoord: „Hot zou toch
een mooie reclame voor mij zijn!"
Reizend koopman: „Schoenveters, mijn
heer?"
Hoer: „Ik draag nooit rijglaarzen."
Koopman: „Lucifers, pijpenscKoonma-
kcr?"
Heer: „Ik rook niet."
Koopman: „Een kiirkclrckker?"
Heer: „Ik drink niet."
Koopman: „Wal in den hemel, doet u
dan? Hier heb ik een blocmenhouder voor
een knoopsgat."
Heer: „Ik draag nooit bloemen."
Koopman (boos): „Ik weet wel, dat het
geen nut heeft, om u tc vragen of n ook
hemdsknoopjes noodig hold, want ik wed,
dat jo niet eens een hemd draagt, jou
oude, vervelende brompot."
'weel of Laken vervaardigd en gegarneerd
met breitschwanz, zware passementerieën
oE skungs.
Skungs' zijn pp 't oogenblik weer zeer
in do mode en zijn van alle bontsoorlcnde
meest solide.
MODE,
Al is het niet aan te nemen, dat we
dezen winter .geheel en al zonder vorst
zulten doorkomen, toch is hot een feit,
dat het jvintcnvcer zich dezen keer bi
zonder lang Jaal wachten.
üe mode van dezen winter schijnt zich
in de patuur vergist te hebben, toen zij
reeds in .den aanvang van het seizoen
bonten mantels, hoeden, kragen, moffen en
bontgarneeringen bracht, want de tempe
ratuur was over 'I. algemeen tc hoog om
deze zware kiecdingstukken tc dragen.
Wellicht kunnen ,deze sierlijke voortbreng
selen der mode in do eerstvolgende we
ken nog flienst doen. Enorm veel man
tels van .loutre de Colombie zag men dit
seizoen, en dit fabrikaat is zoo buitenge
woon goed geslaagd, dat het gemakkelijk
met het pclite loutre kan wedijveren en
voor do helft van den prijs geleverd wordt,
zoodat zelfs zij, die zich de luxe van het
echte bont kunnen veroorloven, zich
gaarne met het mooie imitatie-bont te-we
den stollen, (Voor avondmantels wordt het
fijne taken nog steeds het meest gebruikt;
zo worden met „petit-gris" gevoerd cn ge
garneerd met skungs, persianer of herme
lijn. Aroor avondmantels is bont aan den
binnenkant to verkiezen hoven boni aan
de buitenzijde, hetgeen beslist minder
warm is.
De laken- .en cheviot-maniels der tailleur
kostuums worden moor en meer gegarneerd
met oen shawlkraag en mouw-opslagen van
bont, waarvoor ,men zeer goed do beste
gedeelten van een ouden bontmantel, mof
of boa kan benutten.
De algemecne jnoderichting wijst op hel
korter worden der mantels, wat evenwel
niet wil .zeggen, dat oen lange mantel uil
do mode is. Wij zouden zelfs den dames
aanraden, met liet volgen dier nieuwe
richting niet tc voorbarig te zijn cn zich-
zelvo vooraf af te vragen, wat haar het
beste kleedt. Een kleine figuur is mol hel
lange jaquet gehaat, terwijl de lange, slanke
vrouw zeer chic is mot den modernen Rus-
sischen blouse-mantel.
Deze moderne mantels worden van flu-
het tegendeel overtuigd had, maar hij
zeido niet wat hij daarmede meende. Nu,
dat zal ik morgen wel hooren op den lan
gen weg naar Schreiberhau. Vandaag blij
ven wo hier;'ik doo een goed werk, hem
van zijn zonden tc hekeeren. Ik ben van
daag heet tevreden over. mezelf.
Dolle,
Spincleltniihlc, II Juli G u. 'smorgens.
Papa slaapt nog. Ilij wil eens uitrusten.
Wij, dat zijn z'n zuster, mijn broer, hij
en ik, hebben afgesproken voor een uit
stapje naar Klansergrnnd. Daar zal ik zien
uit te zoeken wat hij niet herroepen kan.
Heerlijk geslapen, mooi weer, gisteravond
bowl gedronken. Spindeliniihle is heerlijk.
Ze roepen me. In haast
Jo J-,otlc.
Spindclmiihle, 14 Juli 11 uur.
Lieve Kiithe.
We zijn op het punt van .Weggaan. Ilij
heeft mij in den Klauscngrund gezegd, wat
liij zonder onderzoek niet herroepen kan.
Hol is dat van het „zoete kusmondje". Hij
kon tocli niet zeggen dat ik dat niet had,
dat zou nog veel grootor bclecdiging zijn.
Hij moest er zich' althans van overtuigen.
Dat jij nu niot hier bont om mij raad tc
geven. Dat kan ik liem toch niet toestaan.
En hij wil zoo gaarno absolutie hebben,
zegt hij; hij is zoo berouwvol en wordt
zijn lieole leven niet weer vroolijk als die
zondonlast op hem blijft drukken. Ik hen
in oen Jiecl moeilijk dilemma.
Je Lotte,
RECEPTEN.
Gestoofde kabeljauwstaart.
(Kooktijd 10 minuten por moot).
1 kabeljauwstaart, 80 gr. boter, '1 citroen,
1 d.L. jvilto wijn, paneermeel.
Bereiding: Plaats den staart met boter,
zout, schijven citroen, witten wijn, een
weinig water cn paneermeel, in een vuur
vasten schotel cn laat dezen ongeveer 1/3
uur in een matig verhitten oven staan.
Geeft men een kabeljauwstaart gekookt,
clan kan men or oestersaus hij presenteeren.
1 ii<
Pudding p. la Nosselrodc
(G a 8 personen).
Vi liter j'oom, 6 eieren, 50 gr. suiker,
200 gr. gemalen amandelen, ]/i stokje va
nille, 20 gr, gelatine, 70 gr. gebruinde sui
ker, 1 d.L. .marasquin. 70 gr. sultana-rozij-
nen, 40 gr. krenten, 30 gr. sucade.
Bereiding: De eierdooiers 5 minuten roe
ren; do vanille, 50 gr. suiker cn den room
toevoegen; de massa der bain-Alarie al
roeren totdat zij dik is; dan de krenten,
rozijnen, sucade, amandelen, opgeloste ge
latine on marasquin toevoegen. Bel laatst
hot .stijfgeklopte eiwit er onder mengen.
Inplaats van hot eiwit kan men i/o L. ge
slagen room nemen.
De krenten cn rozijnen moeten eerst af
zonderlijk tien minuten gekookt worden.
DE KLEINE WELDOENER.
Op ccn zeer koudon winterdag sloop een
arme, oude vrouw, op een stok geleund,
moeilijk langs de huizen. Zij beefde van
kou, want haar kloeren waren dun, haar
gezicht was bleek en vermagerd, en nu
en dan liep-er langs haar gerimpelde wan
gen een traan. Deze vrouw, de weduwe
van een daglooner, had met handenarbeid
tamelijk goed in haar onderhoud kunnen
voorzien, maar nu was ze ziek geworden,
kon niets verdienen, en nu was de noorl
zóó hoog gestegen, dat zij genoodzaakt
was, door bedelen aan een karig stukje
brood te komen. Ook heden werd zij dooi
den honger tot zulk een gang gedreven,
en juist dit deed haar zoo'n pijn, dat zij
er tranen om vergieten moest.
Daar ging eon zeer mooi gckleedo dame
voorhij. Zij was in een kostbare pels ge
huld, haar handen staken in een mof van
zeehondenvel, en om haar hals droeg zij
een stola van kostbaar bontwerk.
Do arme vrouw keek do mooi aangc-
klcedo dame, die, naar het uiterlijk te oor-
cleelcn, zeer rijk moes! zijn, wcemoedig-
smekond aan, doch' liet hart van de rijke
werd niot getroffen, en mot snellen pas
ging zij verder.
Dit alles hadden twee kinderen, die in
de nabijheid stonden, gezien, Ilcl waren
de kinderen van een ambtcnaarswcduwe,
dio van haar karig pensioen leefde, en
ook niets over had. De tienjarige knaap
en zijn zusje, die acht jaar telde, hadden
dikwijls genoeg van hun moeder gehoord,
dat zij in groote geldverlegenheid zat, cn
zij wisten roods uit eigen ervaring, hoe
zeer liet doet, als men geen stukje brood
heeft om zijn honger te stillen.
Op 't oogenblik was liet evenwel heter
met hen gesteld, want de moeder had den
knaap oen dubbeltje gegeven, cn gezegd,
dat hij voor zich en zijn zusje wat lek
kers mocht koopen.
Toen de kinderen evenwel de oude bede
lares zagen, die, zooais zij meenden, wel
veel honger moest hebben en toch van de
rijke dame niets gekregen had, worden zij
niet medelijden vervuld. Vlug haalde de
EIbfallbaude, 14 Juli, 3 uur.
Hier aangekomen na een prachtige wan
deling door don Eibgrund. Nog even als
vanmorgen.
Je Lotte.
Een erbiedigen groet veroorlooft zich
hierbij te voegen, assessor .Feiix flansen.
Sch'nccgrabenbaiule, 14 Juli.
Klit h'c, ga zitton, anders val jc om. Ik
heb me met hem verloofd. Tn 't gezicht
van do sneeuwbergen smeekte hij mij nog
eens het onderzoek too to staan. Ik was
als door den bliksem getroffen cn wilde
woghGjion. Maar vóór mij was de afgrond
en achter mij stond hij. Dat ging dus niet.
Hij koek mij zoo trouwhartig aan, liefde
maal piet spottend. Ja, dat is zoo niet
to beschrijven, cn toenik heb hem den
kus niot alleen gegeven, hij hielp en kwam
mij tegemoet cn deed minstens evenveel
als ik, en toon zoido hij mij, dat hij mij
liefhad, en hij kuste mij telkens en telkens
weer, en ik verzette mij niet. Men moet
zijn vijanden liefhebben. Och, Kiithe, ik
ben zoo gelukkig.
Je Lotte.
jSclireih'crh'nu, 19 Juli.
Van ons verlovingsfeest zonden wij jou,
mijn vertrouwde, duizend, duizend groeten.
Jo lm ito.
cn uw dienstwillige Felix Hansen, gewezen
doodsvijand cn nu in genade aangenomen
zond mar.
knaap het dubbeltje uit zijn zak, sprak
zacht eou paar, woorden mot zijn zusje
liep toon snel naar de arme vrouw toe on
drukte haar hot geld in de hand.'
Juist kwam de dominco uit do plaats
voorbij. Hij had altijd schik ia don jon
gen, dien hij als vlijtig scholier heel goed
kende, en riep hom tot zich. De knaap
kwam, maar wendde heel schuchter het
gelaat af. i
Daarop zei ,de predikant: „Beste jon
gen, waarom kijk je me niet aan? Je hebt
toch niets gedaan, waar je je voor be
hoeft te schamen? Wat heb jo do arme
vrouw gegeven?"
„Ach," antwoordde ,de knaap, „maarecu
dubbeltje, want ik had niet meer."
„Daar h'eh je goed aan gedaan, maar daar
jo zelf hot gelu ook bost gebruiken kunt,
zal ik Jiet jo teruggeven," en hij reikte
hom con blinkend kwartje over.
Dit wilde het kind niet aannemen; )ia
lang praten evenwel nam hij het toch en
liep hard weg. Do knaap liep evenwel
weer naar do oude, arme vrouw, gaf haar
het ontvangen geldstuk, en liep zóó liard
weg, dat de dominee hem niot meer na-
roepen kon.
Soemba.
LTel sneuvelen van luitenant De Neve.
Omlrenit den dood van luitenant De Neve
op Timor lezen we liet volgende in een cor-
lospondcntic van daaraan het „Soer. IJbld."
„Men heeft zeer zeker wel gehoord van do
laatste gebeurtenissen op Flores cn thans
weer op het eiland Soemba. Ontzag de be
volking van eerstgenoemd eiland zich eenigen
tijd geleden niet oen kleine 20 man van de
onmisbare gewapende politie in de pan. te
hukken, waarvoor zij bereids flink werd gc-
slraft, nu zijn liet weer enkele honderden
Koenduncezen, die hun ontevredenheid te
kennen gaven door ccn luitenant af tc ma
ken met tal van lanssteken en eenigc inland-
sehe militairen min of meer zwaar te ver
wonden.
Het st. Condor kwam met dut treurige
bericht en drie gewonden den 22en Novem
ber tor roede van Koepang. Naar verluidt,
begaf zich den ISon j.1.des nachts luitenant
G. P. de Neve die, nauwelijks hersteld
van een van den vijand opgeloopen ver
wonding, te Soemba was teruggekeerd
van uit het bivak Le Lamboju naar den
kampong MeLisoc om daar een hoofd, ge
naamd Rnfoe Benaka, op te lichten. Eenigo
uren later stuitte men op een in de ulang-
alang zich schuil houdende, talrijke bende
djahats van bovongenoemden kampong. De
luitenant De Neve, bad alras het lijdelijke
met het eeuwige verwisseld, niet minder dan
pl.tn. 15 lanssteken velden hein neer, ter
wijl gewond warden oen korporaal en twee in-
landsche fuseliers.
Een geluk voor de overigen dat het daar
bij bleef, want onder den terugmarsch naar
het bivak Lamboja werd de patrouille nog
door honderden vijanden oml'imnl en gedeel
telijk achten olgd, doeli zonder verder on
heil. Uitgezonderd enkele kampongs, moet
zich de gcheele streek, op de plaats van liet
gebeurde, met de zaak hebben bemoeid. De
energieke cn veelbelovende luitenant G» A,
Rijndeis van Wningapne heeft de noodige
maalregelen reeds gelrolTen en za! ongetwij
feld van zich laten hooren cn dc schuldigen
naar beboeren straffen. De/.e officier toch
heeft zeer veel goedé diensten aan den lande
bewezen en zal nu ook wel weer dat zaakje
lot klaarheid brengen; doeli hierbij blijft
het verlies te betreuren van een jongen en
braven olficier als de luitenant Dc Neve.
Aan liet kor! verslag van Timor over Sep
tember ontleent de „Java-Bode" het volgende
omtrent Soemba:
OnsuSocniba. Nadat Oemboe Nai Laki
zich in de vorige maand gemeld hoeft, kan
de toestand in het binnenland gunstig ge
noemd worden nog werden ingeleverd 3
Winchesters en 9 voorland-geweren.
De zaken worden nu geregeld bij hot be
stuur voorgebracht en door den raad van
landshoohlen, onder leiding van don civiel
gezaghebber onderzocht.
Den 29slen September overleed le Kalioed-
lUin de iMornmba van Manglili, Oemboe llinn
Ranggoe Walt.
Middcn-Soemba. Het landschap Knpoen-
dooq wei'd nog steeds onveilig gemankt dooi
de bende I'omhoe, bestaande uit eenigc be
ruchte paardedievnn, die in do vorige, maand
eenige tuinhuizen in dal, landschap afbrand
de a's wraak voor een poging door lieden
v.an Kupoendoeq, om Pombcic op tc Vatton
en min liet bestuur uit te leveren. Geduren
de verskgmamid werd deze bende door nach
telijke patrouilles een verlies van 3 doodoa
toegebracht, terwijl zij 2 lachlerlaad-gcweren
in onzo handen liet.
AVert-Soemba. Gedurende verslagmaand
werd nog voorldurond gepatrouilleerd in het
landschap Wajcwn.
liet hoofd van kampong Paining Kanocboo
weigerde aan een oproeping van den post
houder van AVesl-Soemba, om voor hem te
verschijnen, gevolg Ie geven. Een uitgezon
den patrouille, onder den Eiu-opecsehen ser
geant Timmermans, ondervond verzet in dc
tot versterking ingerichten, zeer moeilijk ge
naakbaren, kampong. Bij hot nomen van
den kampong sneuvelde oen inlandse!! fuse
lier, cn werd een gewapende politiedienaar
zwaar gewond. Do vijand liet 5 dooden lich
ter, w. o. een vrouw. Vrouwen namen actief
aan do verdediging deel door hot spuiten met
lombokvvalcr.
Einde verslagmaand hebben dc Voortvluch
tige hoofden zich gemold.